Tijdschrift Amice

32
AMICE - TIJDSCHRIFT VOOR PROFESSIONALS IN DE GEZONDHEIDSZORG IN NOORD-HOLLAND-NOORD / JAARGANG 17 / NR.3/4 2011 Unieke samenwerking in Colon Herstel Programma Hoorn ziet af van dotteren JonkersZorg op menselijke schaal Eigen pijncentrum van MCA- anesthesiologen

description

Tijdschrift voor professionals in de gezondheidszorg in Noord-Holland-Noord

Transcript of Tijdschrift Amice

Page 1: Tijdschrift Amice

AMICE - TIJDSCHRIFT VOOR PROFESSIONALS IN DE GEZONDHEIDSZORG IN NOORD-HOLLAND-NOORD / JAARGANG 17 / NR.3/4 2011

Unieke samenwerking in Colon HerstelProgramma

Hoorn ziet afvan dotteren

JonkersZorg op menselijke schaal

Eigen pijncentrum van MCA- anesthesiologen

Page 2: Tijdschrift Amice

Voor inlichtingen over deze objecten:Stationsweg 74T (072) 511 43 [email protected] www.leygraafmakelaars.nlTwitter: @LeygraafAlkmaarFollow us on Linkedin

Monumentale stadsvilla Geesterweg 21 te Alkmaar

Inhoud woonhuis ca. 1.100m3Gebruiksoppervlakte ca. 279m2Externe bergruimte ca. 17m2 Gebouwgebonden buitenruimte 14m2Grondoppervlakte ca. 895m2

Vraagprijs € 1.250.000,- k.k.

Deze markante vrijstaande villa “Westerhout” met statige oprijlaan en ruim voldoende eigen parkeergelegenheid biedt mogelijk- heden voor een stijlvolle kantoor- en/of praktijkruimte, eventueel gecombineerd met wonen. Dit indrukwekkende gebouw met vele karakteristieke stijlelementen is in goede staat en de oorspronkelijke details zijn met zorg bewaard of teruggebracht. Gelegen op loopafstand van het stadscentrum, het MCA, NS-station en ook de uitvalswegen zijn zeer nabij. De villa beschikt over maarliefst 6 flinke kamers, een kamer en-suite, een serre met schuifdeuren naar de tuin, luxe keuken en badkamer, bergruimte, wachtkamer, 3 balkons en riante maar intieme tuin rondom. De fantastische lijstgevel, mooie antieke lantaarns en het fraaie zinkwerk vertellen direct dat dit een bijzondere stadsvilla is.

Kenmerken: Vestibule, bordestrap (Jugendstil) met reusachtige glas-in-loodramen, goederenlift naar de 1e verdieping, voor-raadkelder, Eiken visgraat parketvloer, 5 mooie marmeren schouwen met gashaarden.

Bijzonderheden: Bouwjaar: oorspronkelijk 1917 en ontworpen door de architect J.W. Verstraeten. Het tuinhuis en het tuinhek aan de voorzijde zijn zeer waarschijnlijk door de architect J.F. laCroix ontworpen. Rond 1995 heeft een grondige renovatie in stijl plaatsgevonden.

Page 3: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 1

EERSTE LIJNINHOUDSOPGAVE

24

4

6

ParkinsonNet ParkinsonNet staat landelijk volop in de belangstelling. Maar het draait in de feite om de regio’s. Fysiotherapeut Bart Hilbers en MCA-neurologe Ania Winogrodzka vertellen hoe het Net in de regio Alkmaar werkt.

Westfriesgasthuis ziet af van dotterenDe vergunning van VWS is binnen. Ze voldoen aan alle criteria. En toch heeft het Westfriesgasthuis besloten niet te gaan dotteren, zegt bestuursvoorzitter Jeroen Kreuger.

Zelfstandige behandelcentraIn Alkmaar opent het ene na het andere zelfstandig behandelcentrum zijn deuren: Centrum Oosterwal, Gynaecologisch Centrum Dermout & Albicher, Loek Winters DC Pijncentrum. En de pijnspecialisten van het MCA startten hun eigen Pijncentrum Noord-Holland.

Verder in dit nummerRedactioneel 3Intensive Home Treatment 8De nieuwkomer 9Pijncentrum MCA-anesthesiologen 10Colon Herstel Programma 12Column Peter Sleutelberg 15Interview PAR-voorzitter Joke Koning 17Kleinschalige zorg bij JonkersZorg 18Break uit de keten 21Nieuwbouw MCA en Gemini 22Korte berichten 24Personalia 26Afscheid Rob Sonnenberg 27Agenda 28

Amice is het tijdschrift van stichting Pantheon. Daarnaast verschijnen er nieuwsbrieven en is er een actuele website.Doelstelling is het signaleren van en het informeren over ontwikkelingen in de gezondheidszorg in de regio Noord- Holland-Noord, met bijzondere aandacht voor zorgvernieuwing en communicatie tussen de eerste en tweede lijn.

Verspreiding vindt plaats onder zorg- professionals in Noord-Holland-Noord. Voorts onder alle gezondheidszorg-instellingen in de regio, bibliotheken van academische ziekenhuizen, medische stafbesturen en directies van grote Nederlandse ziekenhuizen.

De verschijning van Amice wordt mede mogelijk gemaakt door jaarlijkse bijdragen van Diagnostisch Centrum West-Friesland, Evean, Gemini Ziekenhuis Den Helder, GGD Hollands Noorden, GGZ Noord- Holland-Noord, huisartsen organisatie HONK, Medisch Centrum Alkmaar, Omring, Univé Verzekeringen, Westfriesgasthuis Hoorn en ZONH.

Redactieraad Sander Anneveldt, cardioloog WestfriesgasthuisSjaak Boon, adviseur GGZ NHNEnjé Dekker, beleidsadviseur zorgontwikkeling MCAIngrid Heslinga, directeur kwaliteit MCA Gemini GroepRoel Piepenbrink, Stichting GeriantInge Rovers, adviseur ZONHSandra Rijst, concernmanager communicatie OmringPeter Sleutelberg, huisarts

Voorzitter redactieraadRob Sonnenberg, huisarts

RedactieLinda Ris, stafredacteurRob Sonnenberg, vz. redactieraadMarjolein Voorberg, hoofdredacteur

EindredactieMAS-Communicatie HeilooMarjolein [email protected]

UitgeverJan van den Bergh

Ontwerp en druknr58 / total communication, Alkmaar

Adres redactiePostbus 2751860 AG Bergen NHTel. (072) 581 45 [email protected]

De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden bijdragen te bekorten, te redigeren of niet te plaatsen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever.

AMICE - TIJDSCHRIFT VOOR PROFESSIONALS IN DE GEZONDHEIDSZORG IN NOORD-HOLLAND-NOORD

Foto omslag: Studio Wick Natzijl

Voor inlichtingen over deze objecten:Stationsweg 74T (072) 511 43 [email protected] www.leygraafmakelaars.nlTwitter: @LeygraafAlkmaarFollow us on Linkedin

Monumentale stadsvilla Geesterweg 21 te Alkmaar

Inhoud woonhuis ca. 1.100m3Gebruiksoppervlakte ca. 279m2Externe bergruimte ca. 17m2 Gebouwgebonden buitenruimte 14m2Grondoppervlakte ca. 895m2

Vraagprijs € 1.250.000,- k.k.

Deze markante vrijstaande villa “Westerhout” met statige oprijlaan en ruim voldoende eigen parkeergelegenheid biedt mogelijk- heden voor een stijlvolle kantoor- en/of praktijkruimte, eventueel gecombineerd met wonen. Dit indrukwekkende gebouw met vele karakteristieke stijlelementen is in goede staat en de oorspronkelijke details zijn met zorg bewaard of teruggebracht. Gelegen op loopafstand van het stadscentrum, het MCA, NS-station en ook de uitvalswegen zijn zeer nabij. De villa beschikt over maarliefst 6 flinke kamers, een kamer en-suite, een serre met schuifdeuren naar de tuin, luxe keuken en badkamer, bergruimte, wachtkamer, 3 balkons en riante maar intieme tuin rondom. De fantastische lijstgevel, mooie antieke lantaarns en het fraaie zinkwerk vertellen direct dat dit een bijzondere stadsvilla is.

Kenmerken: Vestibule, bordestrap (Jugendstil) met reusachtige glas-in-loodramen, goederenlift naar de 1e verdieping, voor-raadkelder, Eiken visgraat parketvloer, 5 mooie marmeren schouwen met gashaarden.

Bijzonderheden: Bouwjaar: oorspronkelijk 1917 en ontworpen door de architect J.W. Verstraeten. Het tuinhuis en het tuinhek aan de voorzijde zijn zeer waarschijnlijk door de architect J.F. laCroix ontworpen. Rond 1995 heeft een grondige renovatie in stijl plaatsgevonden.

Page 4: Tijdschrift Amice

De kracht van één huisnummer

Havinghastraat 58 1817 DA Alkmaar +31(0)72 515 22 22 www.nr58.nl

nr58 / strategie + creatienr58 / online

nr58 / uitgeverijnr58 / drukkerij

nr58 / total communication

Page 5: Tijdschrift Amice

EERSTE LIJNROB SONNENBERG, VOORZITTER REDACTIERAAD REDACTIONEEL

Crisis

Ons wereldbeeld wankelt. Huizenprijzen dalen en de euro ligt op zijn kant. Bij Ajax dreigt Cruijff van zijn voetstuk te vallen. Bezuinigingen alom, de broekriem moet verder aangehaald. En het eind is nog niet in zicht. Zeker niet in de zorg, waar nu al flink bezuinigd gaat worden.

Ziekenhuizen, ggz, huisartsen, paramedici krijgen allen een flinke tik. Maar ook de patiënt betaalt de rekening, met de al maar stijgende premies.

De patiënt bestaat natuurlijk niet. Het is die vrouw met reuma, je buurman met kanker, je moeder, je partner of kind, en op een dag ben je het zelf. Je wordt plots patiënt als je per ongeluk toevallig iets mankeert. De patiënt als mens heeft jaren in de verdrukking gezeten. Medische zorg is het domein van dokters en aanverwante troepen, de patiënt is slechts op bezoek en ondergeschikt en afhankelijk. De patiënt vanuit die crisis centraal stellen is dus waar we voor staan.

Angèle Jonker (blz. 18) heeft dat goed begrepen. Zij voelde zich als jonge verpleegkundige achteraf gezien veel te belangrijk (‘met haar witte uniform, zo snel en doelgericht door de ziekenhuisgangen bewegend’). Vanuit dat besef, die ommekeer, heeft zij inspiratie voor verandering gevonden. “Geef mensen hun regie en ze voelen zich beter”, aldus Jonker. En zie daar het prachtige concept voor dementerenden: JonkersZorg.

De patiënt wint meer terrein. De cliëntenraad is geëvolueerd van ‘excuus-Truus’ omdat die er nu eenmaal moest zijn naar een actieve PAR die werkelijke veranderingen tot stand brengt. Voor de patiënt, voor u en voor mij! Nu krijgen ‘we’ straks onze eigen kamer en privacy. En dit vanuit een prettig aangeklede ruimte met mooi uitzicht, het healing environment. Zowel het nieuwe Gemini als het nieuwe ‘MCA Heerhugowaard’ (RTIC) beloven ons veel lichtinval en een parkachtig landschap om de gebouwen heen (blz. 22).

Dit alles hopelijk gelardeerd met voldoende persoonlijke aandacht. Een dokter aan het bed die zich altijd voorstelt en ruimte laat om een vraag te stellen en naar ons luistert. We kunnen het personeel herkennen aan goed leesbare naambordjes en kleding. Altijd handig en o zo vanzelfsprekend. Dit mede door toedoen van de niet-aflatende strijd van mensen als Joke Koning (blz. 16). Met een lange adem heeft zij strijd gevoerd in het belang van ons allen namens de PAR van het MCA. Dank daarvoor!

Crisis doet pijn. Maar pijn verdragen is niet meer van deze tijd. Een gouden tijd voor pijnklinieken? De Alkmaarse pijnspecialisten uit het MCA pakken de handschoen op en gaan ook extramuraal (blz. 10). En Zorgheld 2011 prof. dr. Bas Bloem krijgt regionaal navolging om de crisis het hoofd te bieden. Met ParkinsonNet (blz. 4) is er betere zorg voor minder geld! Ze zijn er dus nog, de onverbeterlijke veranderaars, doorzetters, soms tegen beter weten in.

De winter staat voor de deur en wordt volgens ‘kenners’ ijzig koud. Het is mistig. Het zicht op de toekomst is volledig vertroebeld. Maar ergens gloort er licht aan de horizon. Ooit wordt het beter. Zonder crisis geen verandering!

Foto

Stu

dio

Wic

k N

atzi

jl

De kracht van één huisnummer

Havinghastraat 58 1817 DA Alkmaar +31(0)72 515 22 22 www.nr58.nl

nr58 / strategie + creatienr58 / online

nr58 / uitgeverijnr58 / drukkerij

nr58 / total communication

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 3

Dit is het laatste redactioneel van de hand van Rob Sonnenberg. Met ingang van de nieuwe jaargang treedt hij af als voorzitter van de redactieraad. Zie ook blz. 27.

Page 6: Tijdschrift Amice

4 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

LINDA RIS, JOURNALISTSAMENWERKING

ParkinsonNet: betere zorg en kostenbesparend

ParkinsonNet is de afgelopen tijd volop in het zonnetje gezet. Zo riep het ministerie van VWS één van de initiatiefnemers prof. dr. Bas Bloem uit tot Zorgheld 2011 en werd ParkinsonNet tijdens het Nationale Zorg Jaarprijs Gala uitgeroepen tot het Meest Bijzondere Parelproject van ZonMw.

Bovendien bleek uit onderzoek dat parkinson­patiënten met de aanpak van ParkinsonNet betere zorg krijgen en dat hiermee jaarlijks vijftien miljoen euro wordt bespaard. Ook in de regio’s Alkmaar, Beverwijk, Hoorn en Noord­Holland Noord/Texel is ParkinsonNet vertegenwoordigd.

De ziekte van Parkinson is een complexe, chro­nische ziekte die bij elke patiënt anders uitpakt. Door de grote verscheidenheid aan problemen die kunnen optreden worden verschillende zorgver­leners bij de behandeling van de ziekte ingescha­keld. ParkinsonNet werd in 2004 ontwikkeld door het UMC St. Radboud en de Nederlandse Werkgroep voor Bewegingsstoornissen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie. Wat ParkinsonNet nastreeft is dat de patiënt in alle stadia optimale zorg en begeleiding krijgt om zo goed moge­lijk te functioneren in zijn dagelijkse leven. Het ParkinsonNet bestaat inmiddels uit 65 regionale netwerken van zorgverleners die patiënten met de ziekte van Parkinson of parkinsonisme behandelen en begeleiden. Ze werken nauw samen en worden binnen hun eigen vakgebied geschoold tot parkin­

sonspecialisten. De netwerken zijn gecentreerd rond de maatschappen neurologie van perifere ziekenhuizen. Naast neurologen en parkinsonver­pleegkundigen werken vanuit verschillende eerste­lijns praktijken ook fysiotherapeuten, logopedisten, huisartsen en ergotherapeuten mee. Het is de bedoeling dat deze disciplines in de nabije toekomst verder worden uitgebreid met bijvoor­beeld diëtisten, specialisten ouderengeneeskunde en psychosociale hulpverleners.

Snel problemen signalerenFysiotherapeut Bart Hilbers en MCA­neurologe Ania Winogrodzka zijn als in parkinson gespecialiseerde zorgverleners binnen de regio Alkmaar actief. Hilbers: “Hier draait het netwerk nu bijna vier jaar. In totaal zijn er zo’n 24 zorgverleners bij betrokken. Patiënten komen meestal op verwijzing van de neuroloog en soms via de huisarts bij ons netwerk terecht. Het belangrijkste doel is om de intensieve zorg rondom parkinsonpatiënten en hun omgeving te optimaliseren en deskundig op elkaar af te stem­men. Een groot voordeel van het netwerk is dat de participanten snel onderling kunnen signaleren en communiceren als een patiënt problemen onder­vindt op een bepaald gebied. Je kunt bijvoorbeeld iemand die moeilijk in en uit bed komt of moeite heeft met zitten en opstaan direct doorverwijzen naar een ergotherapeut om te onderzoeken of bepaalde hulpmiddelen uitkomst bieden. Het MCA behandelt zo’n zeshonderd parkinsonpatiënten. Bij de onderlinge afstemming van de behandeling binnen het netwerk speelt parkinsonverpleegkun­dige Koen Gilissen een centrale rol. Hij komt veel bij mensen thuis om te kijken wat er zoal speelt. Ook kent Koen alle ParkinsonNet­zorgverleners in onze regio zodat hij adequaat kan adviseren welke speci­fieke zorg er het beste ingeschakeld kan worden.” Ziekte met veel facettenWinogrodzka: “De ziekte van Parkinson kent zoveel facetten dat het een illusie is om te denken dat je deze ziekte als neuroloog alleen aan kan. Niet alleen zijn er lichamelijke problemen, maar ook vaak ingrijpende psychische en sociaal­emotionele gevol­gen voor de patiënt en zijn partner/omgeving. Vooral dit aspect wordt zwaar onderschat. Zo leidt de ziekte

Besparing van 15 miljoen euro

Zorgverleners die zijn aangesloten bij ParkinsonNet leveren betere zorg aan parkinsonpatiënten dan behandelaars bij wie dit niet het geval is, blijkt uit recent onderzoek van adviesbureau Plexus en informatiecentrum Vektis in opdracht van Zorgverzekeraars Nederland.ParkinsonNet-patiënten belanden minder vaak met breuken in een verpleeghuis, revalidatiecentrum of ziekenhuis omdat de betere behandeling voor minder valpartijen zorgt. Zodoende levert deze aanpak jaarlijks een besparing op van 15 miljoen euro.Nederland telt zo’n 50.000 parkinsonpatiënten. Plexus betrok 28.000 patiënten bij het onderzoek die tussen 2007 en 2009 in een Nederlands ziekenhuis voor parkinson werden behandeld. In 2009 werd de werkzaamheid en kostenbesparing van ParkinsonNet in een cluster-gerandomiseerde trial ook al duidelijk.ParkinsonNet was afhankelijk van jaarlijkse projectsubsidies, maar sinds dit jaar betalen verzekeraars voor het jaarlijkse congres, scholing en het in de lucht houden van de website. Het netwerk wordt onder meer ondersteund door de Parkinson Patiënten Vereniging.

Page 7: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 5

SAMENWERKING

soms tot een sociaal isolement of ontstaan er proble­men in de relationele sfeer. Om bijvoorbeeld veel­voorkomende problemen als dementie of depressie goed te behandelen ben je als neuroloog vaak onvol­doende geschoold. In dit soort gevallen verwijzen we de patiënt door. Soms krijgt de patiënt, aanvullend op de medicatie, gedragstherapie of andere vormen van begeleiding. Speciaal voor de patiënt en diens partner heeft ParkinsonNet het Patiënt Educatie Programma Parkinson (PEPP) in het leven geroepen. Het programma heeft een positieve insteek. Naast het geven van informatie en het uitwisselen van ervaringen zijn de groepsbijeenkomsten er vooral op gericht wat de patiënt nog wel kan ondanks de beperkingen. Ook krijgen partners handvatten aan­gereikt hoe om te gaan met hun rol als mantelzor­ger en leren de deelnemers beter om te gaan met de gevolgen van de ziekte.”

Scholing en kennisuitwisselingVoorheen werkte iedere zorgverlener voor de behandeling van de ziekte van Parkinson vol­gens richtlijnen van de eigen medische discipline. Bijzonder is dat er sinds november vorig jaar binnen ParkinsonNet door alle negentien medische beroeps­groepen wordt gewerkt met een multidisciplinaire richtlijn. “Het is belangrijk om van elkaar te weten wat de ander doet”, aldus Hilbers. “Zo kun je snel­ler herkennen of een collega­zorgverlener een toege­voegde waarde kan zijn voor de patiënt.” En omdat de lijnen kort zijn wordt er volgens Winogrodzka minder langs elkaar heen gewerkt.

Scholing en kennisuitwisselingBinnen het ParkinsonNetwerk is het niet alleen belangrijk dat de zorgverleners specifiek deskundig zijn, maar dat ze via scholing en kennisuitwisseling hun deskundigheid ook actueel houden. Hilbers: “Je bent als deelnemer verplicht om eens per jaar het landelijk congres en twee keer per jaar regio­

nale bijeenkomsten bij te wonen die die door umc St. Radboud worden aangeboden. Verder kun je als zorgverlener binnen ParkinsonNet terecht op een speciale website voor actuele informatie en kun je via de fora kennis uitwisselen of vragen stellen over ingewikkelde cases. Op die manier word je gevoed en voedt je elkaar. Het is de bedoeling dat ook pati­enten straks op deze site terecht kunnen, maar dat staat nu nog in de kinderschoenen.”

Zie ook www.parkinsonnet.nl

een deel van de zorg­

verleners die samen

Parkinsonnet Alkmaar

vormen. Helemaal boven­

aan de trap links fysiothe­

rapeut Bart Hilbers, naast

hem parkinsonverpleeg­

kundige Koen gilissen.

Bijna onderaan de trap,

tweede van links, neuro­

loge Ania Winogrodzka.

Foto Studio Wick Natzijl

In nauwe samenwerking met neurologe Ania Winogrodzka opende verpleeghuis Lauwershof begin dit jaar een speciale afdeling: Short Stay Parkinson. Hier kunnen parkinsonpatiënten gedurende zes weken ter observatie en voor behandeling worden opgenomen met de mogelijkheid tot verlenging. Doel is een verpleeghuisopname te voor - komen of uit te stellen.

“Umc Groningen heeft samen met verpleeghuis Maartenshof het initiatief genomen”, vertelt Winogrodzka. “Wij hebben de Groningse opzet vertaald naar de verpleeghuissituatie in Lauwershof. Het idee voor een short stay-opname is ontstaan vanuit de behoefte om sommige parkinsonpatiënten wat langer in een rustige setting te observeren. Bijvoorbeeld patiënten die in een vergevorderd stadium van de ziekte niet meer zo vanzelfsprekend reageren op medicatie en motorisch vastlopen.

Tijdens een short stay-opname is alles erop gericht om het algehele functioneren van de patiënt te verbeteren. Omdat er op deze speciale unit 24 uur per dag toezicht is, kunnen we bijvoorbeeld grotere medicatiewijzigingen doorvoeren. Dat is veiliger dan in de thuissituatie. Ook kunnen we tijdens de opname een gericht fysiotherapieprogramma inzetten, bijvoorbeeld bij een loopstoornis als freezing gait of bij valneigingen. Verder kijken we in hoeverre we met ergotherapie en logopedie de kwaliteit van leven van de patiënt kunnen optimaliseren. Bij hallucinaties, slaapstoornissen of ernstige aandachts-problemen kan een neuropsycholoog de cognitieve status in kaart brengen en hulp aanbieden. Verder wordt gekeken of er thuis aanpassingen nodig zijn en hoe we de partner eventueel tegemoet kunnen komen zodat de patiënt na de opname weer terug kan keren naar huis.”

Short Stay Parkinson in Lauwershof

Page 8: Tijdschrift Amice

6 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

MARJOLEIN VOORBERG, JOURNALISTWESTFRIESGASTHUIS

Westfriesgasthuis ziet af van het dotteren

De vergunning van VWS is binnen. Ze voldoen aan alle criteria. Het vereiste aantal van zeshonderd pci’s per jaar zouden ze zeker halen. En toch heeft het Westfriesgasthuis besloten niet te gaan dotteren.

Zelf vindt hij het ook jammer. Maar voor de mensen die zich er jaren hard voor hebben gemaakt moet het een bittere pil zijn, realiseert hij zich. “We zijn trots op ons ziekenhuis en op onze plek in de regio. We willen een compleet aanbod bieden, en hadden het dotteren daar graag aan toegevoegd. Het had ook een mooie trekpleister voor specialisten kunnen zijn, want een goede dotterafdeling straalt af op het hele ziekenhuis.”

Deze zomer kreeg het Westfriesgasthuis van het ministerie van VWS de vergunning om te dotteren. Het lag in de bedoeling om dit najaar, in samenwer­king met het AMC, de eerste percutane coronaire interventies (pci’s) in Hoorn uit te voeren. En toch, vertelt bestuursvoorzitter Jeroen Kreuger, hebben ze na rijp beraad besloten ervan af te zien. De zorgverzekeraars hebben een belangrijke stem in dat besluit gehad. “De vraag was of we met hen konden afspreken dat we die pci’s daadwerkelijk mochten doen”, aldus Kreuger. “De vereiste zeshon­derd per jaar zouden we wel halen, en we voldoen ook aan alle andere criteria. Maar zorgverzekeraars kijken naar nog andere aspecten: kan de patiënt ook gemakkelijk elders terecht? Wat is dan zijn reis­tijd? Hoe zijn de toegangstijden elders? Sinds onze aanvraag waren een aantal zaken veranderd. Het AMC heeft net afspraken gemaakt met de Tergooi Ziekenhuizen waardoor het wat lucht krijgt, het OLVG heeft fors geïnvesteerd in een vernieuwd hart­centrum waarin deels met het AMC wordt samenge­werkt. En het MCA is natuurlijk ook van hieruit te bereizen.”

Naast teleurstelling ook begripNaast teleurstelling is er ook begrip in Hoorn. “Daar komt bij”, zegt Kreuger, “dat we als zieken­huis bestuur verantwoordelijk zijn voor beheersing van de kosten. Waren we gaan dotteren, dan was dat gepaard gegaan met aanzienlijke investeringen, zoals een extra kathkamer en het aantrekken van vier interventiecardiologen.”Mogelijk resteert er nu dus meer budget voor het realiseren van andere ambities, onder andere op het gebied van kwaliteit, veiligheid, opleiding en patiënttevredenheid. Het Westfriesgasthuis staat weliswaar al sinds jaar en dag in de toptien van rijk­

ste ziekenhuizen van ons land, maar in de exploita­tiesfeer moet een belangrijke slag worden gemaakt. Kreuger: “We moeten aan kostenbeheersing doen. Niet alleen vanwege de door VWS opgelegde kor­ting (drie miljoen op een begroting van ruim 150 miljoen, red.), maar ook met het oog op de nieuw­bouw. Al met al is er dit jaar 6,5 miljoen nodig.”

Geen meel in de mondHij is er de man niet naar om alleen stil te staan bij dat wat niet wordt bereikt. De per 1 januari 2011 aangetreden voorzitter van de raad van bestuur straalt energie uit en enthousiasme voor zijn zie­kenhuis. Want zo voelt het al na driekwart jaar, vertelt hij. “Als een jas die je aantrekt. Hij is van jou, maar je kunt er nog in groeien. Zo past mij dit zie­kenhuis. Ik voel me ook thuis in de gemeenschap. De cultuur spreekt me aan. Misschien omdat ik van oor­sprong Rotterdammer ben. De mensen daar zijn ook direct, hebben geen meel in de mond. Mijn vrouw, die kinderoncoloog is in Groningen, en ik willen ons dan ook hier in de regio vestigen.”

Zelf aan het stuurHij begon als psychiatrisch verpleegkundige en ging na een studie bedrijfskunde de bestuurlijke kant op. Hij werkte bij drie academische ziekenhuizen en moet soms nog wennen aan het feit dat in een zoveel kleinere organisatie niet voor elke deeltaak een medewerker in huis is. “In een academisch zie­kenhuis werken tienduizend mensen, daar is altijd wel iemand beschikbaar voor specifieke taken. Het Westfriesgasthuis is redelijk op professionale acti­viteiten ingericht en toch denk je soms: is daar niet iemand voor?”Hij werkte de laatste jaren dicht bij de raden van bestuur, maar dit is zijn eerste eindverantwoorde­lijke functie. “Het gaat een keer jeuken en dan wil je zelf aan het stuur”, verklaarde hij in het blad Operationeel van het Westfriesgasthuis. En? “Het is fantastisch om een zorgonderneming als een zie­kenhuis te leiden!”

SamenwerkingsvormenHet feit dat naast het Westfriesgasthuis een nieuw radiotherapeutisch centrum verrijst, vervult hem met trots. Deze zomer ­ in dezelfde tijd dat gedubd

Page 9: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 7

WESTFRIESGASTHUIS

werd over het dotteren ­ heeft Commissaris van de Koningin Johan Remkes de eerste paal voor deze satellietlocatie van het VUmc geslagen. “We zitten op koers”, zegt Kreuger erover. Hij prijst de samen­werking tussen Waterlandziekenhuis, Zaans Medisch Centrum en Westfriesgasthuis in het oncologisch werkverband Esperanz en geeft aan dat op meer ter­reinen dergelijke regionale samenwerkingsvormen bestaan. Hij somt ze op: NUGES (nucleaire genees­kunde), Symbiant (pathologie), Codia (dialyse), stich­ting revalidatiezorg, oogheelkunde (Alkmaar doet de netvliezen, Hoorn de hoornvliezen.) Met ‘Alkmaar’ zijn ook afspraken in de maak betreffende de leer­huizen van beide ziekenhuizen. “We zijn van plan gefaseerd samen te werken met Foreest Medical School, het instituut voor opleiding en wetenschap van het MCA. Mijn ideaal is een gezamenlijke onder­neming met elk een eigen opleidingsdirecteur.”

WederkerigheidHet Westfriesgasthuis moet eigenlijk zo’n tien pro­cent in adherentie groeien, vindt Kreuger. Het kan dan voldoen aan toekomstige volume­normen en een aantrekkelijk opleidingsklimaat behouden. “Ook de afdelingen blijven dan goed gevuld. Die tien procent groei willen we zien te behalen door samen­werking, en niet door afsnoepen.” Hij realiseert zich echter dat hij daarin niet ‘te maakbaar’ moet denken. “Zulke plannen moet je niet in kamers van raden van bestuur ontwerpen. Je kunt ze alleen ontwikkelen in samenwerking met de professionals, anders sla je de plank al snel mis.”Een kenmerk van geslaagde samenwerking is weder­kerigheid, vindt hij. “Het gaat niet alleen om halen, maar ook om geven, met een grote G. Je moet het belang van de ander goed weten in te schatten. Voorts is het als kralen rijgen: een spel in rondes, waarbij je inspeelt op kansen die zich voordoen.” Is het Regionaal Topklinisch Interventiecentrum (RTIC) dat het MCA in Heerhugowaard gaat bouwen zo’n kans?“Het RTIC vormt geen oplossing voor de uitdagin­gen waar wij mee bezig zijn. Waar wij voor moeten zorgen is dat onze eigen mooie dingen goed worden benut. Is er méér nodig, dan hebben we vloeiende overgangen naar de academische ziekenhuizen. Maar het is natuurlijk goed voor de patiënten als ze wat te kiezen hebben, en dat geldt ook voor de zorgverzekeraar. Wij willen een aan Alkmaar gelijk­waardige partij zijn. Oké, we dotteren dan niet. Maar verder?”

Nieuwe wind uit AlkmaarNatuurlijk heeft hij begrepen dat de gevoelens tussen Alkmaar en Hoorn niet altijd even ongecompliceerd zijn geweest. “Ik houd rekening met gevoeligheden als die er zijn, maar als nieuwe speler in Noord­Holland treed ik iedereen even onbevangen tegemoet. Men ervaart het hier in huis wel als een nieuwe wind die vanuit Alkmaar is gaan waaien. Als bestuurders moe­ten we helpen eventuele sentimenten uit het verleden achter ons te laten. Het is onze plicht een nieuw elan

op gang te brengen. Of dat veel moeite zal kosten? Dat weet ik niet: ik zie op een aantal terreinen warme ban­den met Alkmaar. Die zijn er ook langs de A7, en voor­uit, in sommige opzichten verlopen die misschien net iets gemakkelijker.”

jeroen Kreuger: “Het rTic

is geen oplossing voor

uitdagingen waar wij mee

bezig zijn.”

Foto WFG/Amber Nan

Page 10: Tijdschrift Amice

HEIN DIK, JOURNALISTGGZ

Nu ook thuisbehandeling van ernstige psychiatrische problemen

Mensen met ernstige psychiatrische problemen thuis behandelen en opvangen. Dat is de gedachte achter een voor Nederland nieuwe aanpak waarmee GGZ Noord-Holland-Noord in oktober is begonnen.

“Intensive Home Treatment heet deze opzet waarbij multidisciplinaire teams inzetbaar zijn voor intensi­vering van zorg en crisisinterventie”, vertelt Marina Verwijs. Zij is samen met Ruurd Heise manager van onder andere Intensive Home Treatment. De nieuwe werkwijze is gestart in de regio Den Helder/Schagen. Later gaan ook teams in West­Friesland en Noord­Kennemerland aan de slag.

De opzet past in de trend om de opnameduur van psy­chiatrische patiënten terug te dringen. Cliënten kun­nen beter thuis dan in een psychiatrisch ziekenhuis aan herstel werken, is de opvatting. Een van de voor­delen is dat sociale verbanden binnen gezin en buurt niet worden aangetast.Bij mensen met langdurende psychiatrische proble­men probeert men de ambulante hulp te verbeteren door middel van het FACT­model, waarbij hulpver­leners in wijkteams samenwerken. Intensive Home Treatment richt zich op kortdurende intensivering van zorg en crisisinterventie. De verwachting is dat door deze aanpak het aantal ‘open’ opnamen in kli­nieken kan worden teruggedrongen.

InschattingIn een Intensive Home Treatment­team zijn zo’n vijftien hulpverleners actief, onder wie een psychi­ater, een psycholoog, een arts, (sociaal­psychiatri­sche) verpleegkundigen, een ervaringsdeskundige en een anders opgeleide. Als een probleem wordt aangemeld, maakt een sociaal­psychiatrisch verpleegkundig een inschat­ting. Moet er meteen iemand heen? Kan er een afspraak worden gemaakt? Hoe dringend is hulp nodig? Mensen in de omgeving van een cliënt kun­nen een melding doen, net als huisartsen en andere verwijzers. Het IHT­team is ondersteunend aan en werkt nauw samen met de ambulante teams waar de patiënt in behandeling is, of met de verwijzende huisarts.

Logeerhuis in SchagenHet kan gebeuren dat de psychiatrische problemen zwaar zijn voor patiënt, gezin en omgeving zonder dat opname nodig is. Om iemand een time­out te bie­den en het gezin tot rust te laten komen beschikt het Intensive Home Interventie­team per december over een logeerhuis in Schagen waar mensen kortstondig kunnen worden opgevangen. Voorlopig zijn er vier logeerplekken, maar bekeken wordt of het nodig is dit aantal in de toekomst uit te breiden.“De Intensive Home Treatment­teams fungeren als poortwachter voor het logeerhuis, maar ook voor de klinieken”, aldus Marina Verwijs. “Dit geldt voor zowel de instroom als de uitstroom. Een IHT­team is flexibel, kan snel schakelen en werkt 24 uur per dag.”

BesparingDe overstap naar de nieuwe methode wordt financi­eel ondersteund door GGZ NHN en door zorgverze­keraar UVIT. De verwachting is dat Intensive Home Treatment op de langere termijn een besparing zal opleveren.

Verwijzers die meer willen weten over IHT (en spoed­eisende psychiatrische hulp) zijn van harte welkom op de klinische les ggz van 13 december die aan dit on­derwerp is gewijd. Zie voor meer informatie de agenda achterin deze Amice of www.tijdschriftamice.nl

marina Verwijs: “een iHT­

team is flexibel, kan snel

schakelen en werkt 24 uur

per dag.”

Foto GGZ NHN/Henk

Oosterveld

8 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

Page 11: Tijdschrift Amice

EERSTE LIJNMARJOLEIN VOORBERG, JOURNALIST NIEUWKOMER

Nieuwkomer’Gaat het om vliegen afvangen, of om patiëntenzorg?’

Sylvia Dermout werkte zestien jaar “met hart en ziel en veel plezier” in het Zaans Medisch Centrum. Dit voorjaar opende ze samen met collega Chantal Albicher een eigen gynaecologische kliniek in het nieuwe Centrum Oosterwal in Alkmaar.

De cyclaamkleurige polo onder haar witte jas kleurt perfect bij de ordners achter haar bureau. Het roze keert samen met frisgroen terug in de kleinste details, door het hele Gynaecologisch Centrum Dermout & Albicher heen. In de wachtruimte liggen voor pati­enten en bezoekers (frisgroene) Granny Smith­appels voor het pakken op een schaal.

Gynaecoloog Sylvia Dermout lacht om het compli­ment voor de uitstraling. “Dit is geen zbc op zolder!” zegt ze. “Het is een hypermodern, volledig geoutil­leerd centrum. We hebben hier vier prachtige OK’s, behandelkamers, we hebben geïnvesteerd in de nieuw­ste gynaecologische apparatuur. Ja, het ziet er hier mooi uit. Niet klinisch steriel, maar wel schoon. De mensen zijn dan ook enthousiast. Maar het belangrijk­ste is natuurlijk onze professionele, vrouwvriendelijke aanpak.”

> Waarom een eigen kliniek?“Het is de realisering van een droom met als kern het nastreven van goede patiëntenzorg. Dat lukt me niet meer in een gewoon ziekenhuis. Onder druk van het regeringsbeleid en de zorgverzekeraars worden de productieafspraken verhoogd. Wil je daarmee uitko­men, dan moet je òf meer patiënten zien, òf minder investeren in bijvoorbeeld opleiding. Beide opties lei­den tot verlaging van kwaliteit. In het Zaans Medisch Centrum, waar ik zestien jaar met hart en ziel en veel plezier heb gewerkt, zat ik in de commissie patiën t­tevredenheid. Daar zag ik heel veel inzet van iedereen, maar waar het aan ontbrak, was geld en tijd.”

> Hoe is dat dan in uw centrum?“Wij trekken per patiënt een half uur uit, inclusief het schrijven van het bericht aan de huisarts. Voorheen had ik tien minuten voor een controlepatiënt. Daar voelde ik me mee tekortschieten. Hier zijn de lijnen kort en beslissen we veel meer zelf. We doen ook graag mee aan onderzoek; momenteel met een wereldwijde studie onder jonge meiden naar het gebruik van een klein spiraal. Erg belangrijk, die combinatie van klinische praktijk en research!”

> Wat biedt uw kliniek? “Vrouwen kunnen bij ons terecht voor informatie, advies en behandeling van alle gynaecologische

problemen en jonge zwangerschapsproblematiek. Spreekuur hebben we elke dag en vooralsnog één avond per week. We staan vrouwen bij van het eerste gesprek tot en met de operatie, voor zover deze polikli­nisch of in dagbehandeling kan worden gedaan. Mijn ervaring is dat dit voor zo’n tachtig procent van alle gynaecologische klachten geldt. De resterende twintig procent kan in principe in de omliggende of daartoe gespecialiseerde ziekenhuizen worden verricht. ‘Onze buren’ MCA en Westfriesgasthuis kunnen dus van ons profiteren. Patiënten die hier vandaan komen, kunnen zo bij hen op de OK­lijst.”

> Kunt u zich voorstellen dat er met enige scepsis naar uw kliniek wordt gekeken?“Nee, eerlijk gezegd niet. Want gaat het nu om vliegen van elkaar afvangen, of om patiëntenzorg? Om dat laatste toch? Wij willen graag samenwerken met de omliggende ziekenhuizen, en zeker ook met de huis­artsen. Er zijn nieuwe ontwikkelingen, daar moet je gebruik van maken! Dat biedt voordelen: wij hebben geen zestien weken wachttijd, en een praktijk waar niet de dokter of de organisatie, maar de patiënt centraal staat!”

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 9

Sylvia Dermout (r) en

collega chantal Albicher

in een van hun behandel­

kamers.

Foto Dermout & Albicher

Page 12: Tijdschrift Amice

MARJOLEIN VOORBERG, JOURNALISTTWEEDE LIJN

10 Amice / jAArgAng 17 / nr. 2 2011

Eigen Pijncentrum Noord-Holland van MCA-anesthesiologen

Een maand na de start van een pijnkliniek door zorgondernemer Loek Winter opent nòg een zelfstandig pijncentrum zijn deuren in Alkmaar: Pijncentrum Noord-Holland. Een initiatief van de maatschap anesthesiologie en pijnbestrijding van het MCA.

Vrij geruisloos zijn de anesthesiologen van het MCA deze zomer in Mediance, centrum voor dagbehan­deling van MCA en Gemini in Schagen, voor één dag per week van start gegaan met een zelfstandig behandelcentrum. Begin december verhuizen ze dit Pijncentrum Noord­Holland naar de Wendelaarstraat in Alkmaar. Daar zullen ze vijf dagen per week geopend zijn. De zorg in het MCA blijft op de ver­trouwde voet gehandhaafd.

De anesthesiologen in het MCA hebben al jaren behoefte aan meer faciliteiten, vertelt Ferenc Boom, die samen met collega Simone Nauta het bestuur van de Alkmaarse maatschap anesthesiologie en pijnbe­strijding vormt. Met achttien leden is het een forse maatschap geworden. De groei hangt samen met het feit dat de hele perioperatieve zorg in omvang is toegenomen. Daarnaast heeft de maatschap zich al vanaf 1999 gericht op de uitbouw van de discipline pijnbestrijding. De faciliteiten die hen daarvoor ter

beschikking staan, hebben echter geen gelijke tred gehouden met de vraag.

Uitstroom uit de regio“De noodzaak tot uitbreiding hebben we duidelijk kunnen staven”, vertellen Nauta en Boom. “De toe­gangstijden liepen op. Er is een grote uitstroom van patiënten uit de regio geweest. Huisartsen, maar vooral ook verwijzers van binnen het ziekenhuis ver­wezen naar andere klinieken omdat onze toegangs­tijden te hoog waren.”De opeenvolgende raden van bestuur toonden begrip als de anesthesiologen de ziekenhuisorganisatie op de problemen wezen. Het signaal was helder, maar men kon geen oplossing bieden. Intussen wisten de anesthesiologen toch een forse stijging in de pro­ductie te realiseren, onder andere door het draaien van dubbele poli’s voor de pijnbestrijding. “Het was roeien met de riemen die we hebben”, verklaren Nauta en Boom.

Pijnbestrijders Karin Vos

en job Bosch in het

nieuwe gebouw van Pijn­

centrum noord­Holland

aan de Wendelaarstraat

in Alkmaar. in het mid­

den cees­jan Oostwou­

der, die er directeur wordt.

jan Vranken ontbreekt op

de foto.

Page 13: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 11

TWEEDE LIJN

Zelfstandig behandelcentrumNa afstemming met het MCA besloten de anesthe­siologen uiteindelijk voorbereidingen te treffen voor de oprichting van een zelfstandig behandel­centrum. Patiënten met chronische pijn zouden daar terecht kunnen, terwijl de werkzaamheden in het MCA onverminderd zouden worden voortgezet. “Wij beoefenen al jaren pijnbestrijding in z’n volle breedte en dat blijven we doen”, verzekert Boom. “Door middel van specifieke invasieve technieken, die exclusief in de ziekenhuissetting dienen plaats te vinden, kunnen wij een oplossing bieden voor veel patiënten met uiteenlopende pijnproblematiek. De focus ligt op lage rugpijn met topklinische zorg in de vorm van neuromodulatie, epiduroscopie, discus­infiltraties en simplicity. Daarnaast heeft het MCA onder andere oncologie als speerpunt met ingewik­kelde pijnproblematiek en zullen we in het MCA de laagcomplexe pijnbestrijding blijven bieden. Onze bijna supraregionale functie met topklinische func­ties en met wetenschappelijk onderzoek blijven we garanderen.”

WendelaarstraatIn Mediance in Schagen zijn de pijnspecialisten deze zomer al voor één dag per week met het zelfstandig behandelcentrum (zbc) begonnen. Een tijdelijke situ­atie, want momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de verbouwing van het pand Wendelaarstraat 58 in Alkmaar. Daar zal de maatschap begin december de deuren van zijn Pijncentrum Noord­Holland ope­nen. “Een gunstige locatie”, vinden Nauta en Boom. “Met genoeg ruimte ook voor andere partijen, zodat we patiënten een gestroomlijnd multidisciplinair pad kunnen bieden. We zijn in gesprek met bedrijfs­artsen en een grote revalidatiepartij.”

Korte lijnenJob Bosch, Karin Vos en Jan Vranken zijn de pijnspe­cialisten die in de nieuwe locatie aan de slag gaan.

Ze bieden er dezelfde diagnostiek en behandeling van chronische pijn als in het ziekenhuis. De maat­schap verwacht dat niet alleen de patiënten, maar ook het MCA en andere daarin aangeboden disci­plines baat hebben bij dit initiatief. “We genereren doorverwijzing naar het MCA en voorkomen uit­stroom uit de regio. De lijnen zijn kort, er hoeft geen diagnostiek te worden overgedaan, het gaat ten­slotte om dezelfde dokters, dezelfde technieken en dezelfde verslaglegging.”

Pijn minder geaccepteerdNatuurlijk weten ze dat oud­collega Wilco van Genderen en zorgondernemer Loek Winter hen net voor zijn geweest met de opening van een pijnkliniek in Alkmaar (zie blz. 25). Ze hebben niet overwogen bij hen aan te haken: “Dan zetten we liever met de eigen groep iets neer. Daarmee menen we een meerwaarde te kunnen bieden in expertise en doorverwijzing.”Nauta en Boom verwachten dat er wel ruimte is voor drie partijen in de regio. “De toegangstijden lopen al weer op”, erkennen ze. “En het heeft ook te maken met een maatschappelijke tendens: pijn wordt min­der gezien als iets dat er bij hoort. Ook van werk­nemers wordt niet meer geaccepteerd dat ze lang weg zijn wegens pijnklachten. We kunnen meer dan twintig jaar geleden, en mensen maken terecht graag van de mogelijkheden gebruik.”

Inmiddels is gebleken dat in de onderhandelingen tussen het MCA en de maatschap anesthesiologie een patstelling is ontstaan. De raad van bestuur heeft de kwestie voorge­legd aan het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. Harry Luik, voorzitter van de raad van bestuur van de MCA Gemini Groep, wil om die reden nu geen commentaar op de zaak geven.

Ferenc Boom en Simone

nauta, die samen het

bestuur van de Alkmaarse

maatschap anesthesio­

logie en pijnbestrijding

vormen, in de wachtruimte

van de poli in het mcA.

Foto’s Studio Wick Natzijl

Page 14: Tijdschrift Amice

12 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

HEIN DIK, JOURNALISTSAMENWERKING

Unieke samenwerking in Colon Herstel Programma

Een korter verblijf in het ziekenhuis, maar meer informatie en zorg vóór en na de opname. Dat zijn de pijlers onder het Colon Herstel Programma zoals dat bijna vier jaar geleden is ingevoerd in het Westfriesgasthuis in Hoorn.

Het programma richt zich op mensen die een darm­operatie moeten ondergaan; in de meeste gevallen een ingreep waarbij vanwege kanker een stuk van de dikke darm wordt weggenomen. In het verleden leidde dat tot een gemiddelde opnameduur van twee weken. Inmiddels is die tijd gehalveerd en worden mensen gemiddeld na een week uit het ziekenhuis ontslagen.

“Op een aantal punten was verbetering mogelijk”, vertelt Hilde Koole­Mussche, oncologiever pleeg­kundige in het Westfriesgasthuis en spil in het voortra­ject. “Voor de operatie voer ik een gesprek van een uur met patiënten. Ik leg uit wat er gaat gebeuren, wat de ingreep technisch inhoudt, wat je kunt ver wachten en wat je zelf kunt doen. De voedings toestand is belang­rijk. Je ziet vaak dat mensen on bedoeld zijn afgeval­len. Bouwstoffen worden versneld afgebroken, het bloed bevat te weinig ijzer (laag hb). De arts besteedt hier aandacht aan en kan zo nodig ijzerinjecties geven. In het geval van een verminderde voedingstoestand verwijs ik naar de dië­tiste van Omring voor energierijke drankjes. Mensen vertellen ook over hun thuissituatie. De verwach­tingen over de nazorg worden besproken. Hoe zien mensen hun toekomstige situatie? Persoonsgegevens worden al voor de opname in de computer ingevoerd.”

Eras-protocolUitgangspunt bij het Colon Herstel Programma is het Eras­protocol (enhanced recovery after surgery). Deze richtlijn bevat zeventien punten voor een betere en meer effectieve behandeling. Goede voorlichting is bijvoorbeeld essentieel. Veel winst wordt ook behaald als de ingreep laparoscopisch wordt uitgevoerd, een methode waarbij de operatiewond zo klein mogelijk wordt gehouden. In het Westfriesgasthuis lukt het om bijna zeventig procent van de niet­acute darmopera­ties laparoscopisch te doen; landelijk is dat 35 procent.Essentieel is ook dat patiënten zo veel mogelijk in hun gewone ritme blijven. Vrijwel meteen na de operatie mogen zij eten. Ze krijgen geen drains, geen maagsonde, de anesthesie is kortwerkend en mensen worden snel gemobiliseerd.

Fast track-aanpak“Deze manier van werken wordt de fast track­aanpak genoemd”, vertelt oncologisch chirurg Eric Sonneveld, die veel van de operaties in Hoorn uitvoert. “De nadruk ligt op een snel en effectief herstel na de ope­ratie. Dat heeft economische voordelen, maar die staan nadrukkelijk niet voorop. De nadruk ligt op comfortabeler herstel: snel weer eten, geen drains, snel uit bed, minder complicaties. Vlugger herstel is een mooie bijkomstigheid. Waar het om gaat is verbe­terd en comfortabel herstel.”

Hilde Koole­mussche,

oncologieverpleegkundige

en oncologisch chirurg

eric Sonneveld in het

Westfriesgasthuis

Page 15: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 13

SAMENWERKING

In het verleden was men bang voor schade aan de ope­ratienaden als patiënten weer snel zouden eten, maar dat is onjuist gebleken. Sonneveld: “Het is juist goed als de darmen weer snel normaal worden belast.”

VerwachtingspatroonIn het Westfriesgasthuis zijn vorig jaar 125 darm­operaties uitgevoerd. In 109 gevallen was kanker de reden. De tijd tussen diagnose en operatie is hoog­uit drie weken. In die tijd krijgt de patiënt voorlich­ting van de oncologieverpleegkundige en er wordt een aantal onderzoeken gedaan: ct­scan of echo van de buik, bloedonderzoek, MRI­scan, longfoto en dergelijke. “De scans worden steeds beter”, aldus Sonneveld. “Daardoor kunnen we mensen grondiger informeren. Het verwachtingspatroon van patiënten is belangrijk. Mensen stellen zich in op wat er gaat gebeuren.”Van alle mensen met darmkanker is na vijf jaar zo’n 55 procent nog in leven. Daarbij speelt een rol dat het vaak om wat oudere patiënten gaat met niet zel­den ook andere gezondheidsproblemen en met uit­zaaiingen in andere organen. Uitzaaiingen aan lever en longen kunnen vaak al voor de operatie worden vastgesteld, maar bij uitzaaiingen in de lymfeklieren rond het operatiegebied kan dat pas achteraf. Ook in de jaren na de operatie kunnen nog uitzaaiingen ontstaan.

Vooral luisterenUniek in het Colon Herstel Programma van het Westfriesgasthuis is de samenwerking met zorgorga­nisatie Omring. De drie oncologieverpleegkundigen die voor Omring actief zijn in West­Friesland dragen zorg voor de begeleiding van patiënten als ze na de operatie thuis zijn uit het ziekenhuis.“Wij krijgen bericht wanneer mensen thuis komen”, vertelt Annet Ootes, oncologieverpleegkundige bij Omring Thuiszorg. “Eerst worden ze gebeld door de verpleegkundige van het ziekenhuis. Ze kunnen hun zorgen kwijt, vertellen hoe het gaat met de wond, met de voeding, noem maar op. Na ongeveer een week gaan wij op huisbezoek. Mensen weten dan of er sprake is van uitzaaiingen, waardoor zij mogelijk in een vervolg­traject moeten. Wat we vooral doen is luisteren. Welke problemen zijn er? Kunnen we er iets aan doen? Is andere zorg nodig? Belangrijk is ook dat we normalise­ren. Als mensen zich zorgen maken over klachten die bij het gangbare herstel horen, kunnen we geruststel­len: Dat is gewoon. Dat heeft iedereen.”

Kort lijntje“Natuurlijk zijn er specifieke aandachtspunten”, aldus Ootes. “Zoals hoe het met de ontlasting gaat, of er complicaties zijn. Eet en drinkt u voldoende? Hebt u pijn? Zijn er vragen en onzekerheden door de diagnose kanker en de vervolgbehandeling?Als mensen een stoma hebben ­ ongeveer 25 procent van de patiënten, van wie een deel tijdelijk ­ worden ze ook door een stomaverpleegkundige begeleid. Het kan nodig zijn een diëtiste in te schakelen. Soms zijn men­sen gedeprimeerd en hebben ze slaapproblemen. Dan

Het initiatief voor het Colon Herstel Programma in West-Friesland is genomen door Trafo, het Transmuraal Faciliterend Ontwikkelings-centrum. Deze stichting brengt projecten op gang waarbij zieken-huizen, verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg en huisartsen nauwer samenwerken.“Bij het Colon Herstel Programma is ook zorgverzekeraar UVIT betrokken”, vertelt Miriam Eliel, de coördinator van Trafo. Zij is van huis uit internist. Dankzij deze medische achtergrond kent ze de obstakels en bijzonderheden van samenwerkingsvormen.Het Colon Herstel Programma wordt door de zorgverzekeraar gefinancierd als medisch-specialistische verpleegkundige zorg thuis. Uniek is dat ook de deelname van zorgorganisatie Omring hieronder valt.Trafo heeft ook projecten gerealiseerd op het gebied van onder andere acute heupfractuur en hartfalen.

Annet Ootes, oncologieverpleegkundige bij Omring Thuiszorg.

Page 16: Tijdschrift Amice

14 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

HEIN DIK, JOURNALISTSAMENWERKING

is het goed als ze de huisarts raadplegen. Als ik merk dat er medische problemen zijn, heb ik een kort lijntje met de oncologieverpleegkundige van het ziekenhuis.”

Werken aan herstel“Onze zorg is mooi”, vindt Ootes, “omdat mensen na de operatie werken aan herstel. Vaak knappen ze op. De praktische kant is belangrijk. Een meneer die klaagt dat hij vijf keer per nacht naar het toi­let moet, is geholpen met een po­stoel. Mensen met een stoma hebben thuis niet altijd zo’n ruime bad­kamer als in het ziekenhuis. Het gebeurt dat iemand met darmkanker moet zorgen voor een partner die ook gezondheidsproblemen heeft: een man met een dementerende vrouw bijvoorbeeld. Als het kan, probe­ren we de partner te betrekken bij de voorlichting en begeleiding. Voor mensen die alleen zijn, is het moei­lijker. Je hebt iemand nodig bij wie je je verhaal kwijt kunt. Indien wij een vervolgafspraak maken, laten wij een ‘lastmeter’ achter, waarop mensen kunnen aan­geven met welke specifieke problemen en emoties ze zitten.”

Geen maatschappelijk werkersBij het Colon Herstel Programma is belangrijk dat alle schakels goed op elkaar zijn ingespeeld. “We hebben geregeld contact en weten van elkaar wat we doen”, aldus Annet Ootes. “Zo hebben we afge­sproken wat de vragen van het ziekenhuis zijn bij de telefonische nazorg en welke onderwerpen wij ter sprake brengen. Het ziekenhuis heeft het vooral over de medische aspecten, terwijl bij ons het accent meer op de psychosociale kant ligt, de impact op het dagelijks leven van de cliënt en diens naaste. Toch zijn we geen maatschappelijk werkers. Het is wel degelijk van belang dat we kijk hebben op de ziekte en de lichamelijke bijzonderheden. Ik controleer bij­voorbeeld ook altijd de wond.”

EnquêteIn een recent uitgevoerde enquête bleken de meeste patiënten tevreden over de aanpak. Het Colon Herstel Programma is begonnen als project, maar die fase is voorbij. “Inmiddels is het de standaardbehandeling gewor­den”, zegt chirurg Eric Sonneveld. “Dat wil niet zeg­gen dat er geen nieuwe ontwikkelingen zijn. Mijn verwachting is dat we in de toekomst nog fijnmazi­ger werken. De verschillende disciplines gaan nog effectiever samenwerken. Per patiënt worden risico­factoren individueel zo precies mogelijk op een rijtje gezet. Het laparoscopisch opereren zal zich verder verfijnen.”

‘Ik heb vertrouwen in de aanpak’

Maria Koenis (59) uit Hoorn wilde graag nog een week op vakantie toen ze in mei van dit jaar hoorde dat ze geopereerd moest worden aan darmkanker. “Het ziekenhuis heeft toen geregeld dat alle onderzoeken op één dag konden plaatsvinden”, vertelt ze. “Daar was ik superblij mee.”

Het begon met bloed in de ontlasting. Kanker in de endeldarm was de diagnose. “De arts heeft me meteen goed geïnformeerd. Dat vond ik fijn. Ik houd van duidelijkheid.”Ze had een leuke baan, wandelde graag, schilderde in haar vrije tijd. De ziekte heeft dat op zijn kop gezet. Omdat de tumor in de endeldarm zat, moest ze voor de operatie eerst worden bestraald.“De begeleiding was prima”, zegt ze. “Iedereen was welwillend. De manier waarop de behandeling is georganiseerd, heb ik erg goed gevonden.”

PaniekerigDesondanks waren er genoeg moeilijke momenten. In de eerste plaats vanwege de diagnose kanker. En er waren complicaties.Maria Koenis: “Ik ben uitgebreid voorbereid op een stoma. Daar was ik klaar voor. Uiteindelijk bleek ik zonder te kunnen. Fantastisch natuurlijk, maar in zulke omstandigheden is elke verandering moeilijk.”Ze had er ook moeite mee toen het ziekenhuis haar

Foto Amber Nan

Page 17: Tijdschrift Amice

COLUMN PETER SLEUTELBERG, HUISARTS

Foto

Stu

dio

Wic

k N

atzi

jl

Huisartszorg mij ’n zorg?

Wat was de overname destijds eenvoudig: een gesprek met de burgemeester en een brief naar de verzekeraar. In zijn strak georganiseerde praktijk had

mijn 83-jarige voorganger een oud, zelden gebruikt antwoordapparaat en ergens in de gang een telefoon. Het beproefde belsysteem van zijn assistente om hem tijdens zijn afgesproken visiteroute te vinden vond ik traag, maar het werkte, een semafoon had hij niet. Zijn eenvoudige kaartenbak had weinig aantekeningen, alle gegevens zaten in zijn hoofd. Dat is mij nooit gelukt, mijn gegevens zitten meer in mijn informatiesysteem. Schreef hij soms een paar woorden op, ik noteer, codeer, in systemen en met protocollen. De veranderingen die nu op ons afkomen maken me boos, maar grappig genoeg herken ik daardoor in mijzelf ook mijn voorganger, van wie ik me ooit zo ver weg voelde. Hij keek destijds bezorgd naar de veranderingen die de nieuwe generatie meebracht. Vooral het loslaten van de persoonlijke 24-uurs zorg was hem een doorn in het oog. Jong als ik was zette ik een punt achter zijn 24-uurs zorg door de dag om vijf uur af te sluiten met een antwoordapparaat. Ik heb het huisartsvak in de loop der jaren zien veranderen en ik heb gemotiveerd meegedaan met de steeds verdergaande ontwikkelingen. Zo stortte ik me enthousiast, vol overtuiging, in de automatisering. Maar ik mis nu overtuiging en motivatie bij de veranderingen die me worden opgedrongen. Benauwende bureaucratische verwachtingen van omringende organisaties en opgelegde verschuivingen van mijn werk in andere structuren irriteren me. Ik ben bezorgd over de versnippering die de ketenzorg kan geven, bezorgd over de veiligheid van een elektronisch patiëntendossier. Hoe kan ik mijn geheimhouding garanderen? Het roept verzet in me op.

Ben ik nu, op mijn beurt, de oude arts, niet meer van deze tijd? Sta ik zij aan zij met mijn voorganger, ieder met ons eigen toekomstbeeld, bezorgd, verontrust, ons eigen idee-fixe? Zoals hij stond voor de 24-uur zorg, zo sta ik voor de kleinschaligheid. Iedereen zijn eigen huisarts. Maar ik vrees dat het niet zo blijft. Blijk ik straks ook onterecht ongerust?

Als in een droom zie ik wat me dwars zit. Een NMa die niet toestaat dat huisartsen collectief met een zorgverzekeraar onderhandelen. Een kwade droom, waarin verzekeraars onbereikbaar ver weg gezeten aan grote tafels meer en meer bepalen hoe ik mijn praktijkvoering moet doen en wat ik mag voorschrijven. Hoe kan ik onderhandelen als solist als ik geen vuist mag maken naar de zorgverzekeraars? Voor mijn gevoel worden verzekeraars gesteund door de NMa, die me met draconische boetes dreigt als ik anders handel dan zij eist.

En alsof mijn boosheid nog niet genoeg is opgeblazen verschijnt als volgende bedreiging van de huisartszorg de bizarre bezuiniging die de minister voorstelt voor 2012. Ik voel me machteloos boos. Zit ik nog in de droom, of zie ik echt een versnelde ontwikkeling in de richting van grote gezondheidscentra, gefuseerd met thuiszorginstellingen? Enorme gebouwen, met gangen waarin ik verdwaal en waarin ik geen goede eigen plek meer heb.

Ik stop als huisarts, ik ga met pensioen! Mijn donkere droom vervaagt, ik zie nog net de solistische huisarts verdwijnen, hand in hand met de wijkverpleegster en de kruidenier op de hoek.

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 15

‘Ik heb vertrouwen in de aanpak’

een paar dagen na de operatie wilde ontslaan. “Ik was paniekerig; had nog helemaal geen controle over mijn darmen. Maar er was geen medische reden om me langer te houden.”

Weer opgenomenEenmaal thuis namen de problemen toe. “Ik moest tien keer per dag naar het toilet; soms haalde ik dat niet.” Het werd erger toen ze na een paar dagen last kreeg van pijn en verstopping. “De oncologieverpleegkundige van Omring heeft toen met haar collega in het ziekenhuis gebeld. Ik kon meteen naar de Eerste Hulp. Vervolgens ben ik weer drie dagen opgenomen.”

ChemotherapieGeleidelijk leert ze omgaan met haar ziekte, maar het gaat langzaam. “Ook door de chemotherapie”, zegt ze. “Ik had twee kleine uitzaaiingen in de lymfeklieren. Daarom heb ik ervoor gekozen om preventief chemo te ondergaan.”De chemotherapie vindt ze verschrikkelijk zwaar. “Mijn huid wordt dun. Ik heb moeite met lopen. Daarnaast ben ik zo moe. Het vreet energie.”

Toch zegt ze: “Voorlopig ga ik ervoor. Ik heb vertrouwen in de aanpak en begeleiding van het ziekenhuis en de thuiszorg.”

Page 18: Tijdschrift Amice

16 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

MARJOLEIN ZINKSTOK, JOURNALISTPATIËNTENPARTICIPATIE

’Ik heb gestudeerd voor het patiëntenperspectief’

Haar eerste opname als reumapatiënt in het MCA, die maar liefst een half jaar duurde, legde de kiem voor een onvermoeibare inzet om de stem van patiënten te laten horen aan zorgverleners. Ze zet zich al bijna dertig jaar in voor patiënten en richtte in 1998 de Patiëntenadviesraad (PAR) op in het MCA. Maar nu stopt ze ermee.

In februari kreeg Joke Koning­Jilderda een brief van de raad van bestuur van het MCA met de mede deling dat het ziekenhuis haar voor haar afscheid als voorzit­ter van de PAR een symposium wilde aanbieden over patiëntenparticipatie. “Het gebeurt me niet vaak, maar toen ik die brief las, was ik helemaal beduusd. Wat een eer!”

De sprekers op het afscheidssymposium, dat op 26 oktober plaatsvond, roemden haar ‘bevlogenheid en bewogenheid’ en zagen haar als ‘spraakmakende voorvechtster van de patiënteninvalshoek’. Aan het eind van de bijeenkomst was Koning opnieuw sprakeloos: ze werd door de loco­burgemeester van Bergen benoemd tot Lid in de Orde van Oranje­Nassau voor haar verdiensten op het gebied van patiëntenparticipatie. Als dat geen waardering is!

Mondriaan-rolstoelHet begon allemaal in 1982. Vanwege ernstige reu­maklachten moest Koning worden opgenomen. Tijdens die lange opname was haar ervaring al gauw: het draait helemaal niet om de patiënt. “Ik kreeg mijn natje en mijn droogje, maar verder niets. Verstand op nul, blik op oneindig. Ze zien niet de hele mens. Niemand die even vroeg hoe het nu thuis moest met mijn man in zijn drukke huisartsenprak­tijk en met onze jonge kinderen.” Zodra het kon, wilde ze zelfstandig naar douche en toilet ­ in de rol­stoel, betekende dat. “Maar de wastafel is te hoog als je in een rolstoel zit.” Koning vroeg een Mondriaan­rolstoel. “Ik wilde iets met rood, blauw en zwart in plaats van dat saaie grijs. En dan wilde ik zelf wel een geel mantelpak aan.” Met vasthoudendheid kreeg ze die rolstoel. De afdeling reumatologie was helemaal niet ingesteld op zelfredzame patiënten. Vanuit haar ziekenhuisbed nam Koning contact op met de directeur om aanpassingen te bespreken. Die werden nog tijdens haar ziekenhuisverblijf gerealiseerd. Na haar opname richtte ze een lokale reumapatiëntenvereniging op om alle ongenoegens verder aan te pakken.

Nagels lakkenJaren later werd Koning actief in het bestuur van de landelijke Reumapatiëntenbond. Ze organiseerde

themabijeenkomsten. “Het thema ‘aandacht voor jezelf’ was een groot succes, met name bij vrouwen. Ik zag dat sommige patiënten niet meer de moeite namen om zich leuk te kleden en er goed uit te zien. Je kreeg tips als ‘Lak je nagels; dat leidt de aandacht af van die vergroeide vingers’.” Succesvol waren ook de weken die ze organiseerde voor reumapatiënten samen met hun partners. Want je leven verandert enorm als je reuma hebt, had ze gemerkt, en daar­door verandert de verhouding met je partner ook. In 1994 stapte Koning naar toenmalig MCA­be­stuurder Harm Schneider. De Reumapatiëntenbond had geadviseerd bijtijds in overleg te gaan met het eigen ziekenhuis over een cliëntenraad, die vanaf 1996 wettelijk voorgeschreven werd. Schneider ging ermee akkoord dat ze zo’n raad zou oprichten en regelde ondersteuning door verschillende beleidsme­dewerkers. Zo werd de PAR een feit. Koning was vice­voorzitter, in 2006 werd ze voorzitter. De raad bestond toen uit zeven leden die elk een patiëntenver­eniging vertegenwoordigden, zoals die van diabetes, hart­ en vaatziekten, astma, reuma, en andere. Inmiddels bestaat de PAR uit negen leden, van wie er zes een patiëntenvereniging als achterban hebben.

Kritische club“Het meest trots ben ik op het feit dat de PAR seri­eus wordt genomen”, zegt Joke Koning­Jilderda. “We staan in het organogram naast de raad van bestuur, we hebben een eigen kamer, een ambtelijk secre­taris en we zijn gesprekspartner in veel overleggen in­ en extern. De LSR, het landelijk steunpunt mede­zeggenschap, vindt dat onze raad op hoog niveau staat. We leggen de lat inderdaad hoog. Maar het belangrijkste vind ik dat de raad van bestuur onze meerwaarde ziet.” Bij het tweede lustrum schreef toenmalig bestuur­der Bart Bemelmans: “Is de PAR niet een lastige club?’ vragen mensen mij wel eens. Ja ­ of liever gezegd: een kritische club! Maar dat moeten ze ook zijn, anders doen ze hun werk ­ opkomen voor de belangen van de patiënt ­ niet goed. Aan een al te meegaande PAR hebben we niets als ziekenhuis. De PAR moet ons scherp houden en prikkelen.”

Page 19: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 17

EERSTE LIJNPATIËNTENPARTICIPATIE

Kleine en grote zakenScherp houden en prikkelen, dat deed Koning zeker. De lectuur in de wachtkamer, de inrichting van het ziekenhuis, het gebruiksgemak van het gebouw ­ ze hield zich gevraagd en ongevraagd bezig met kleine en grote zaken van het MCA. Zo vond ze dat patiënten tussen 17 en 18 uur ongestoord hun warme maaltijd moeten kunnen eten. Daarvoor moesten de bezoektij­den worden aangepast. Gerealiseerd. De harde lakens wilde ze laten vervangen door zachte, behaaglijke dekbedden. Gerealiseerd. Maar er zijn ook adviezen die nog niet of pas na jaren zijn opgevolgd. “Vanaf het begin hebben we gezegd: laat patiënten weten hoe lang ze moeten wachten op de poli. Daar heb­ben we verschillende voorstellen voor gedaan. Vorig jaar hebben we gevraagd om een digitaal bord waarop de wachttijd staat. Dat is er niet gekomen. Ook vra­gen we al jaren om herkenbaarheid van verschillende soorten zorgverleners door kleding en goed leesbare naambordjes. Patiënten zien het verschil niet tussen een voedingsassistent, een co­assistent, een verpleeg­kundige en een specialist. En ze onthouden de namen niet. De manager met wie ik dat indertijd besprak, zei: ‘Andere kleding helpt niet. Artsen moeten zich gewoon netjes voorstellen. Dat is een kwestie van atti­tude.’ Maar nu, na zeven jaar, komt die nieuwe kle­ding er.”

Lange ademHeftig waren de discussies over de afdeling geeste­lijke verzorging die formatie zou moeten inleveren: de PAR was tegen en boekte succes. Waar Koning echt ontevreden over is, is dat de klachtenprocedure nog altijd niet transparant is. “Wij willen dat trends worden gesignaleerd. Als steeds dezelfde individuele klachten voorkomen, wordt het een zaak van collec­tieve belangenbehartiging en dan kunnen wij daar als PAR mee aan de slag.”Vervelend, als een advies niet wordt overgenomen? Ach, Koning maakt dan een afspraak met de raad van bestuur en blijft erover praten. Al pratend komen er vaak nieuwe of aangepaste ideeën. “Je moet een lange adem hebben in dit werk. Maar het is een kick als het uiteindelijk lukt.” En ja, ze heeft wel eens pittige discussies en aanvarin­gen gehad. “Ik heb altijd eerlijk en duidelijk gezegd wat ik vind. Maar ik verpak het netjes, vind ik zelf, en ik heb me ook altijd kwetsbaar opgesteld. Als je de vin­ger niet op de zere plek durft te leggen, moet je niet in de PAR gaan. Je moet het lef hebben om dingen te zeg­gen en bespreekbaar te maken. Daardoor heb ik het zo lang volgehouden.”

ExcusesEen belangrijke activiteit van Koning was en is nog steeds het geven van voorlichting in de vorm van gastlessen aan allerlei zorgverleners: specialisten en verpleegkundigen, huisartsen en doktersassistenten. “In een gastles aan artsen benadrukte ik een keer: de patiënt moet goed geïnformeerd zijn, alleen dan kun je een gelijkwaardige gesprekspartner zijn. Toen rea­

geerden twee artsen: ‘Mevrouw, u kunt geen gelijk­waardige gesprekspartner zijn: wíj hebben ervoor gestudeerd en u niet’, waarop ik zei: ‘En ik heb gestudeerd voor het patiëntenperspectief’. Na afloop hebben we nog doorgepraat en hebben ze hun excu­ses aangeboden.” Ook als Koning niet meer in de PAR zit, blijft ze gast­lessen geven om zorgverleners steeds weer het pati­entenperspectief voor te houden. Want ze heeft een doel: de kwaliteit van het leven van patiënten verbe­teren. De klant is Koning, toch?

‘Spraakmakende voor­

vechtster van de patiën­

teninvalshoek’ joke de

Koning­jilderda.

Foto Studio Wick Natzijl

Page 20: Tijdschrift Amice

18 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

EERSTE LIJN ROEL PIEPENBRINK, STICHTING GERIANTOUDERENZORG

Evidence based psychogeriatrie op menselijke schaal

Aan de Herenweg in Hoogwoud staat een fraaie boerderij met grote tuin te midden van de weilanden. Hier is woonzorgboerderij Booven Paede gevestigd, een particulier ‘zorgthuis’ voor kwetsbare ouderen. In het paviljoen op het achterterrein treffen we Angèle Jonker aan. Dr. Angèle Jonker, inspirator en ondernemer van JonkersZorg.

“JonkersZorg zijn we gestart in 2008”, vertelt Angèle Jonker. Met ‘we’ bedoelt ze zichzelf en haar gezin met echtgenoot Bert en vier kinderen. “Wat we wil­den was kleinschalige woonzorg beginnen voor mensen met dementie. Een huis waarin bewoners en medewerkers dagelijks samenleven op een zo gewoon mogelijke manier. Waar geleefd wordt, en niet vooral verzorgd, beschermd of behandeld. Waar we tegemoet komen aan individuele behoeften van onze bewoners. Geen instituutsbenadering, wel per­soonlijke betrokkenheid.”

JonkersZorg is landelijk bekend als vernieuwende voorziening op het gebied van kleinschalige zorg aan mensen met dementie. Na een recente verbou­wing telt de AWBZ­erkende woonzorgboerderij veer­tien bewoners. Ze beschikken allemaal over een eigen zit­/slaapkamer. De twee woongroepen hebben een eigen woonkamer met keuken. In Het Paviljoen, de grote schuur op het achterterrein, is een volwaar­dige dagbehandeling ondergebracht waar mensen met dementie uit de omgeving van Hoogwoud over­dag actief kunnen zijn. Het team van JonkersZorg bestaat uit zowel gemotiveerde zorgverleners met een professionele achtergrond als betrokken vrijwil­ligers. Angèle Jonker is niet alleen de directeur van de voorziening, ze is ook de dagelijkse leidingge­vende. Wat drijft haar?

Veel te belangrijk“Eind jaren tachtig ben ik de verpleging in gegaan. Je mocht met zeventien jaar en zeven maanden de inservice­opleiding in en die heb ik gevolgd in het MCA. Ik vond het prachtig, dat witte uniform. Bewoog me snel en doelgericht door het zieken­huis en dan zei er een patiënt ‘dag zuster’ tegen mij. Achteraf gezien voelde ik me veel te belangrijk, zo jong als ik was. Ik werkte op verschillende afde­lingen en kwam in aanraking met hoofdverpleeg­kundigen als Riet Besseling en zuster Mutgeert van Interne. Mensen die vanwege hun bezieling een blijvende indruk op me hebben gemaakt. Ik werd geraakt door de ongelijkwaardigheid tussen pati­enten, artsen en verpleegkundigen. Ik wist van een patiënte dat ze een gerichte vraag aan de dokter wilde stellen over iets waar ze echt last van had. Ze wachtte tot de visite. Uiteindelijk kwam er alleen maar ‘Goed, dokter’ uit op de haastige vraag van de arts hoe het ging. Ik fluisterde: “U had toch een vraag”, maar de specialist ging alweer een bed ver­der. Natuurlijk ging het niet altijd zo, maar toch...”

Jonge ambitie“In die tijd kwam het idee van vraagsturing in de belangstelling. Dat sprak mij enorm aan. Het ging om het afstemmen van behandeling en zorg op de vraag van de patiënt. Ik wilde dat als verpleegkun­dige zo goed mogelijk doen. Niet alleen als ver­lengstuk van het ziekenhuis, maar vooral vanuit het perspectief van de patiënt. Natuurlijk had ik met al mijn jonge ambitie last van de hiërarchie en toen dacht ik: ik ga studeren en word manager, dan ben ik zelf de baas. Ik volgde een heao­opleiding Management, Economie en Recht.”Ze werkte een paar jaar in een commerciële functie, maar wilde de zorg niet loslaten. Af en toe werkte ze als verpleegkundige en weekendhoofd in de thuis­zorg tot ze besloot terug te keren in de verpleging. Het was geen toeval dat ze deze vervolgstap zette ­ in 1997 ­ bij de nieuw op te zetten afdeling klini­sche geriatrie van het MCA. Enthousiaste verpleeg­kundigen als Gisella Dekker en later Leonieke Elstak en richtinggevende specialisten als Kees Kalisvaart en Jan Peetoom bouwden de afdeling op tot wat ze nu is met als inspiratie het Slotervaartmodel. Aantrekkelijk was dat de patiënt hier ook als mens

Page 21: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 19

OUDERENZORG

centraal stond, dat werd gewerkt met een integrale benadering en vanuit een holistische visie.

Verder dan de deur van het ziekenhuis “Je kon als verpleegkundige een betekenisvolle bij­drage leveren. Je had ruimte om het belang van de patiënt stevig naar voren te brengen. Er was veel onderling contact en een grote betrokkenheid. De behandel­ en zorgvragen waren complex. Niets was ons te min of te groot. We verzorgden eens een ernstig verwaarloosde patiënte. Het was een uitda­

ging om haar van luizen en een met haar been ver­groeide panty te verlossen en de wond te verzorgen tot het geheeld was. En ervoor te zorgen dat zij met voldoende ondersteuning weer naar haar schoon­gemaakte woning kon terugkeren. Onze zorg ging verder dan de buitendeur van het ziekenhuis. Het ging ons om de mensen. We vonden ook professio­naliteit belangrijk. Samen met het MCA hebben we toen Marjory Gordon naar Nederland gehaald om bij­gepraat te worden over haar verpleegkundige diag­nostiek en de elf gezondheidspatronen. Methodisch

Angèle jonker met een

bewoner in de tuin van

haar ‘zorgthuis’.

Foto’s Studio Wick Natzijl

Page 22: Tijdschrift Amice

20 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

ROEL PIEPENBRINK, BELEIDSMEDEWERKER GERIANTOUDERENZORG

werken vind ik nog steeds belangrijk, ook hier thuis bij JonkersZorg. Op de klinische geriatrie is mijn keuze voor het werken met ouderen ontstaan. Wat mij trof was dat vraagsturing daadwerkelijk steeds meer centraal kwam te staan ­ je gaat er vanuit dat mensen zelf de regie over hun leven willen en kun­nen nemen ­ terwijl er patiënten zijn die hun vraag niet kennen of deze niet gemakkelijk kunnen over­brengen. Vraagsturing zonder vraag, zoals bij kwets­bare ouderen, in het bijzonder bij ouderen met dementie. Wie kent dit dilemma niet?”

Sociale gerontologieIn deze tijd begon Angèle Jonker met de avondstu­die sociale gerontologie aan de VU. Ze wist in korte tijd af te studeren, waarna haar loopbaan een grote vlucht nam. Ze werkte tien jaar als beleidsmedewer­ker, zorgmanager en vervolgens directeur van locaties als Avondlicht en Kersenboogerd in Hoorn (Stichting Woonzorggroep Wilgaerden) en begon een promotie­onderzoek bij prof. Kees Knipscheer en prof. Dorly Deeg aan de VU. Onderwerp van haar onderzoek: Nut en noodzaak van o.m. regievoering bij een kwetsbare gezondheid. Het proefschrift verscheen in 2010 onder de titel Health decline and well-being in old age: the need of coping.

Inmiddels is ze werkzaam als projectleider bij Zorggroep Omring op een organisatiebreed project ter verbetering van de kwaliteit van kleinschalige zorg. Parallel aan dit alles bouwde ze aan haar grote gezin en kwam JonkersZorg van de grond. Mede op basis van haar wetenschappelijk onderzoek ontwikkelde ze een specifieke aanpak die JonkersZorg bekend maakte. Bewoners en familieleden zijn zeer tevreden over deze aanpak. De tevredenheid werd gemeten door een onaf­hankelijk adviesbureau. JonkersZorg scoorde hierbij royale negens. Waaruit bestaat deze aanpak?

Oprechte interesse in bewoner“De basis is empowerment”, zegt Jonker. “Mensen voe­len zich veel beter als ze de regie in handen houden. Hoewel je gezondheid achteruit gaat, behoud je dan kwaliteit van leven. Dit is de meest harde bevinding uit het onderzoek. Het geldt voor oudere mensen, en ook als je dementie hebt. Om de regie van een pati­ent of een bewoner te versterken moet je als zorgver­lener een oprechte interesse hebben in de persoon van de bewoner. Hij of zij heeft een eigen leven en eigen geschiedenis. Die informatie is nodig om die éne bewoner te begrijpen en je in hem of haar te verplaat­sen. Door een bewoner op die manier dichter bij je zelf te halen krijg je een andere houding. Je moet je gelijk­waardig voelen en gedragen. Je kunt meer en beter communiceren en beter aansluiten bij de wensen en keuzen van die persoon. Als je iemand wilt stimuleren tot het voeren van de eigen regie moet je bij de indivi­duele mogelijkheden aansluiten.”

Ongelooflijk ongelijkwaardig“In cursussen die ik aan zorgverleners geef is bewust­wording van je basishouding heel belangrijk. Soms schrikken verzorgenden als ze zich realiseren hoe ze ongemerkt behoeften van bewoners negeren of hen juist te veel uit handen nemen. Je rijdt bijvoorbeeld twee ouderen in rolstoelen tegelijk ergens heen ­ één vooruit en één achter je aan ­ en parkeert ze bij de lift in de gang omdat ‘u straks lekker met z’n allen bene­den gaat eten, even wachten dames’. “Straks, even en zo zijn woorden die ongelofelijk ongelijkwaardig zijn. Jij bepaalt als zorgverlener immers wanneer dat is en niet de bewoner.”Ook bij iemand met dementie kun je de gelijkwaar­digheid bewaren. “Je richt je dan op alle kwaliteiten die merkbaar of latent nog aanwezig zijn. Misschien kom je in een gesprek een heel eind of merk je dat iemand in lichaamstaal laat merken wat hij of zij wil en kan. Je sluit aan bij de signalen en aanwijzingen van de bewoner. Dat doe je ook in het team, zodat je samen interpreteert. Je ervan bewust zijn dat het niet om jou of jouw ideeën of gewoonten gaat helpt ook. We hebben het over het leven van bewoners. Familieleden helpen ons vaak heel goed op weg bij deze vragen, zij kennen hun vader of moeder het best.”

Zie ook www.jonkerszorg.nl

De principes van JonkersZorg

JonkersZorg richt zich op het wegnemen van de druk die achteruit-gaande gezondheid heeft op de kwaliteit van leven door het bevorderen van regie. JonkersZorg werkt met een eigen huisarts; eventueel kan de hulp worden ingeroepen van een vaste specialist ouderengeneeskunde en een psycholoog van Stichting Geriant. In hoeverre is de aanpak in Hoogwoud over te zetten naar andere situaties?

Angèle Jonker: “Je kunt een grote stap vooruit zetten als je vier elementen in samenhang invoert. Het begint met een passende omgeving, met als kenmerken huiselijkheid, herkenbaarheid en prikkeldosering. Een keuken moet een keuken zijn. En stoelen moeten zo staan dat je met je rug naar een muur zit. Je biedt dan veiligheid, er kunnen geen onverwachte dingen gebeuren achter iemands rug.Een tweede element is het levensprofiel van de bewoner. Naast een ziekte- of zorgintake stellen we een profiel op, van levensgeschiedenis tot omgangsadvies. Daarin worden bijvoorbeeld de positieve aan-grijpings punten uit iemands leven vermeld.Ten derde richten we de zorg zo in dat een klein, vast en gedifferen-tieerd team integraal verantwoordelijk is voor een groepje bewoners, inclusief de dagelijkse observaties naar welbevinden. Je kookt of wast zo veel mogelijk samen in de woongroep. De taken van activiteitenbegeleiders veranderen en de doelgroep en het zorggebruik worden leidend. Zorgverleners worden blij van deze manier van werken. Hun verantwoordelijkheid en betrokkenheid nemen toe. De kwaliteit van leven van bewoners groeit.Het vierde element richt zich op welzijn. Een welzijnsagenda gebaseerd op persoonlijke voor- en afkeuren geeft per dagdeel activiteiten aan. Daarbinnen plan je voor elke bewoner één of twee ‘blij-makers’ in. Voor de ene bewoner is dat een wandeling buiten en de dieren voeren, voor een ander koffie met appeltaart op de veranda, voor een derde samen genieten van orgelmuziek van Bach bij een glaasje wijn.”

Page 23: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 21

KETENZORGMARJOLEIN VOORBERG, JOURNALIST

‘Samen in de keten? Dat is leuker werken!’

Waarom zou je als zorgverlener willen samenwerken in ketens? Voor Leo Kliphuis, directeur van de Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn (LVG), zijn de voordelen duidelijk. Tijdens het symposium ‘Break uit de keten’ zette hij ze voor een bomvolle zaal op een rij.

Ruim driehonderd zorgverleners en beleidsmakers waren op 31 oktober naar het AZ­stadion gekomen voor het symposium ‘Break uit de keten’. Hoewel het was opgezet voor de eerste lijn in Noord­Holland, had het programma belangstellenden uit het hele land getrokken, tot Sneek en Winterswijk aan toe.

Het was voor het eerst dat de vier eerstelijnsor­ganisaties Huisartsenzorg Noord­Kennemerland, Diabetescirkel Kop van Noord­Holland, DOKh en ZONH samen zo’n bijeenkomst organiseerden. En ver­moedelijk niet voor het laatst: de behoefte aan samen­werking klonk zowel in de plenaire sessies als in de twaalf workshops door.

Leuker verdienmodelVoor de plenaire zaal zette LVG­directeur Leo Kliphuis de voordelen van samenwerken in ketens uiteen. “Het is leuker werken, de klanten worden er beter van, het leidt tot een leuker verdienmodel én de maatschap­pij wordt er iets gezonder van.” Maar geïntegreerd samenwerken is moeilijk, erkende hij. “Preventie en zorg moeten worden verbonden, de zorg anders ingericht. Dat roept vragen op: hoe verhouden de zorgprogramma’s zich versus het individu in de spreekkamer? Ketenzorg vergt een gedragsverande­ring, sámen leren kijken naar populaties: wat kan ik bijdragen, wat jij?”

Geïnstitutionaliseerd wantrouwenOok dagvoorzitter Rob Oudkerk had vanuit zijn erva­ring als oud­politicus, oud­huisarts en huidig lector leefstijlverandering al gewezen op de drempels op de weg naar samenwerking. Misschien wel de belangrijk­ste: “Uit onderzoek is gebleken dat 75 procent van de professionals en de instituten in de gezondheidszorg die met elkaar moeten samenwerken, geen idee heb­ben van wat de ander precies doet”, betoogde hij. Het resultaat van zulke samenwerking laat zich raden: “Verkeerde veronderstellingen, veel geïnstitutionali­seerd wantrouwen en te weinig resultaat.”

Halve crimineel “Hoe krijg je dan wel zaken voor elkaar? Allereerst door te bedenken wat samenwerking de ánder ople­vert en daar vanuit te gaan. Je moet ook weten wat de kansen en valkuilen zijn. Innovaties worden vaak niet als baten, maar als kostenpost gezien. En vind niet allemaal je eigen wiel uit. Denk aan je communica­tie, schakel de media in. Let op trends. Werkt iets niet, heb dan het lef ermee te stoppen. Maar heb je een droom, handel daar dan ook naar.” Het succes van ketenzorg is bewezen, aldus Oudkerk. “Je wordt nu als een halve crimineel gezien als je nog rookt. Dat hebben we in veertig jaar in de keten bereikt!”

Spreker Leo Kliphuis voor

een bomvolle zaal tijdens

het symposium ‘Break uit

de keten’.

Foto Studio Wick Natzijl

Page 24: Tijdschrift Amice

22 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

MARJOLEIN VOORBERG, JOURNALISTMCA GEMINI GROEP

Veel licht en groen kenmerken nieuwe ziekenhuizen

Veel lichtinval en veel uitzicht op het groen rondom de ziekenhuizen kenmerken de plannen voor de nieuwbouw van zowel Gemini (Den Helder) als MCA (Heerhugowaard). Bestuursvoor-zitter Harry Luik van de MCA Gemini Groep presenteerde dit najaar in bijeenkomsten voor medewerkers en omwonenden de ontwerpen.

Voor de nieuwbouw in Heerhugowaard ­ waar in 2015 het Regionaal Topklinisch Interventiecentrum (RTIC) moet verrijzen ­ gaat het vooralsnog om een eerste voorontwerp. Voor het Gemini Ziekenhuis is het definitieve ontwerp klaar, maar het is dan ook de bedoeling dat dit ziekenhuis al over drie jaar in gebruik wordt genomen.

Tijdens de bijeenkomst voor Helderse omwonenden begin november hield Luik nog een kleine slag om de arm of dit werkelijk zal lukken. Het beleid van ‘Den Haag’ voor spreiding en concentratie van ziekenhuis­zorg heeft al geleid tot enkele aanpassingen in het ontwerp en zou verdere consequenties voor de nieuw­bouw kunnen hebben. Dit moet in januari 2012 duide­lijk zijn, aldus Luik. De kans dat het nieuwe Gemini er daadwerkelijk komt, schatte hij op 90 tot 95 procent.

Healing environmentHoewel de beide ziekenhuizen door verschillende architecten worden ontworpen en door verschillende consortia worden gerealiseerd, hebben de plannen een belangrijke overeenkomst: zowel het nieuwe Gemini als het RTIC worden gekenmerkt door veel lichtinval en door een parkachtig landschap om de gebouwen heen. Dat heeft alles te maken met de opvatting dat zo’n healing environment bijdraagt aan het welbevinden van zowel patiënten als medewerkers.Aan het ontwerp voor het nieuwe Gemini Zieken huis liggen twee filosofieën ten grondslag: de Planetree­gedachte en het Living Building Concept. Enerzijds moet het gebouw bijdragen aan het welbevinden van patiënten, bezoekers en medewerkers (Planetree), anderszijds moet het zo gebouwd zijn dat het kan wor­den aangepast aan een eventueel gewijzigde behoefte aan ziekenhuiszorg zonder dat het zijn waarde verliest (Living Building).

Stedelijke tweelingNog een overeenkomst is dat beide ontwerpen bestaan uit een combinatie van zowel rechte als gebogen lij­nen. ‘Heerhugowaard’ krijgt waarschijnlijk de vorm van een onderstreepte letter W. De uitgangspunten voor het Helderse ziekenhuis hebben geresulteerd in wat architect Arnold Burger met een knipoog naar de naam Gemini de ‘stedelijke tweeling’ noemt: twee lange gebouwen parallel aan elkaar die door gan­

Het rTic krijgt vermoedelijk de vorm van een onderstreepte W.

centrale gang in het rTic.

Page 25: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 23

MCA GEMINI GROEP

gen met ronde vormen aan elkaar zijn verbonden. Die vormen komen ook terug in de entree. Tussen de gebouwen komt een groen tussengebied met onder andere een binnentuin. Beide gebouwen worden zes­tien meter breed, wat de mogelijkheid biedt voor veel natuurlijke lichtinval. In overeenstemming met het Living Building Concept lenen deze gebouwen zich voor veel functies, zoals kantoren en scholen. Op de

Waar?

Het nieuwe Gemini Ziekenhuis zal verrijzen op het voormalige sportcomplex De Dogger in Den Helder-Zuid. Het ziekenhuis zal bereikbaar zijn vanaf de Burgemeester Ritmeesterweg.De nieuwbouw van het MCA (RTIC) komt op de zuidpunt van kantorenpark Beveland in Heerhugowaard (Westpoort). De toegangsweg wordt de Abe Bonnemaweg.

Tijdpad

Onder voorbehoud van duidelijkheid over de financiering en verlening van de definitieve bouwvergunning is het tijdpad voor de bouw van beide ziekenhuizen:

Gemini:Eerste paal: september 2012Gereed: najaar 2014Ingebruikname: eind 2014RTIC:Eerste paal: eerste helft 2013Gereed: medio 2015 (inhuizing en testen)Ingebruikname: kerst 2015

Bekijk de presentatie van het definitief ontwerp voor het nieuwe Gemini op http://beheer.gemini-ziekenhuis.nl/downloads//PresentatieDefinitiefOntwerp.pdf

Volg de voortgang van de plannen voor het RTIC in Heerhugowaard op www.mcabouwtmetvisie.nl

gevels wordt in vier grijstinten een duinlandschap geprojecteerd.

Eén-persoonskamersBeide ziekenhuizen krijgen voornamelijk 1­persoons­kamers met de mogelijkheid bezoek er te laten over­nachten. Het Gemini gaat vermoedelijk 150 klinische bedden tellen plus zo’n vijftig bedden voor dagbehan­deling. Er is teruggekomen op het aanvankelijke plan om uitsluitend 1­persoonskamers te realiseren. Er wordt nu uitgegaan van zes 4­bedskamers, in principe één per verpleegafdeling. Hier is deels voor gekozen om ruimte te winnen, maar ook om rekening te hou­den met patiënten die liever niet alleen slapen.

in het nieuwe gemini, met uitzicht op de tuin.

een 1­persoonskamer in

het nieuwe gemini, met

mogelijkheid voor het

bezoek om te blijven

slapen.

Zijaanzicht gemini Ziekenhuis

Page 26: Tijdschrift Amice

24 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

KORTE BERICHTEN

DOKh verder onder eenhoofdige directie

Stichting DOKh, de onafhankelijke nascholingsorganisatie voor zorgverleners in de eerste lijn, gaat verder onder een eenhoofdige directie. Directeur Ruud Heijtink is per 1 oktober vertrokken.

Heijtink maakte in juli namens DOKh bekend dat op het personeelsbestand dertig procent moest worden bezuinigd en dat voor een aantal medewerkers om economische redenen ontslag was aangevraagd. De overige personeelsleden werd gevraagd uren in te leveren.“Er is stevig gereorganiseerd”, aldus Heijtink. “De directie heeft in samenwerking met het voltallige personeel de (loon)kosten van de organisatie meer in overeenstemming gebracht met de te verwachten opbrengsten. Ook in de directie heeft dit geleid tot een mutatie.”Heijtink was sinds 2009 aan DOKh verbonden. Hij is nu (opnieuw) in dienst getreden bij 365/ArboNed. Zijn taken zijn verdeeld over directeur Ad Bolhuis en José Lentz.

Prins opent nieuw centrum Oosterwal

Letterlijk met veel tromgeroffel is op 30 september het nieuwe Centrum Oosterwal in Alkmaar officieel in gebruik genomen. De openingshandeling werd verricht door prins Pieter­Christiaan van Oranje Nassau, die samen met algemeen directeur Steven Gaastra de eerste slag op de grote trommel gaf.Het centrum voor dermatologie en fle­bologie aan de Comeniusstraat in de Bergermeer is 3300 vierkante meter groot. Er is een ruime polikliniek en een ultra­moderne operatieafdeling aanwezig. Op

de operatieaf­deling bevin­den zich vier OK’s, een steriel en een onsteriel magazijn, een uitslaap­

ruimte en uitgebreide behandelfacilitei­ten. Ook zijn in het centrum een apotheek en het gynaecologisch centrum Dermout en Albicher (zie ook blz. 9) gevestigd.

Foto Oosterwal/Daniël Bosschieter

De IC­afdeling van het Westfriesgasthuis heeft de niveau­2­status verkregen.Een IC met niveau 2 is gericht op pati­enten met ernstige ziekten voor wie een voortdurende beschikbaarheid van gespe­cialiseerde medewerkers noodzakelijk is.

Zo is het mogelijk om ­ naast de basis­IC­zorg ­ patiënten te behandelen na grote operaties aan de longen of bloedvaten. Ook kunnen patiënten nu langdurig wor­den beademd.

Niveau-2-status voor IC Westfriesgasthuis

Zorgbedrijf UVIT wordt Coöperatie VGZ

De naam Univé­VGZ­IZA­Trias (UVIT) gaat verdwijnen. Het zorgbedrijf wordt omge­doopt in Coöperatie VGZ, het schadebe­drijf gaat verder onder de naam Univé.Univé­VGZ­IZA­Trias is een van de groot­ste verzekeraars van Nederland, ontstaan uit de fusie tussen Univé en VGZ­IZA­Trias. Het schade­ en het zorgbedrijf wor­den momenteel verzelfstandigd. Zodra dit gereed is, verdwijnt de naam Univé­VGZ­IZA­Trias. Onder Coöperatie VGZ komen de merken VGZ, Univé Zorg, IZZ, IZA, UMC en ZEKUR te vallen. De merken Trias en SIZ verdwijnen eveneens en gaan per 1 januari 2012 op in VGZ, dat dan onge­veer 2,2 miljoen verzekerden zal tellen.

Alkmaars delier-onderzoek bekroond met Pieter van Foreestprijs

Ouderen die een delier doormaken, hebben in de jaren daarna een sterk verhoogde kans op dementie, opname in een verpleeghuis of overlijden. Dit concludeert MCA-onderzoeker Joost Witlox in een studie die is bekroond met de Pieter van Foreest wetenschapsprijs.

Delier is een toestand van acute verwardheid die vooral kwetsbare ouderen treft. Lang is gedacht dat vooral de risicofactoren van deze ouderen en hun onderliggende aandoeningen verantwoordelijk zijn voor de slechte prognose. Het is echter het delier zelf dat sterk bijdraagt aan hun verhoogde kans op dementie, opname in een verpleeghuis en sterfte, concludeert Witlox. Het effect blijft lang aan: na vier jaar is nog maar 45 procent van de mensen die een delier hebben doorgemaakt, in leven. Meer onderzoek naar de preventie van delier is dan ook van het grootste belang, aldus de onderzoeker.Neuropsycholoog Witlox was met ziekenhuisapotheker Ingrid van Haelst en longarts in opleiding Dominic Snijders genomineerd voor de Pieter van Foreest wetenschapsprijs, die op 21 september in het MCA is uitgereikt. Van Haelst presenteerde een studie waarin ze concludeert dat peri-operatief gebruik van serotonerge antidepressiva geen toegenomen risico geeft op bloedtransfusie.

Snijders onderzocht of pneumonie-patiënten behandeld moeten worden met ontstekingsremmers. Zijn conclusie is dat dit niet leidt tot een beter klinisch herstel en mogelijk wèl tot meer complicaties.Witlox’ onderzoek maakt onderdeel uit van een al langer lopende onderzoekslijn in het MCA. Hij deed de metaan alyse in het kader van zijn promotieonderzoek.

joost Witlox (r) ontvangt de penning uit handen van Wijnand Koch van het

mcA­stafbestuur.

Foto Studio Wick Natzijl

Page 27: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 25

KORTE BERICHTEN

‘Komst van pijncentrum grote stap voorwaarts’

Met de overhandiging van twee posters met afbeeldingen uit het Pijn-Hoop-kwartetspel heeft Elly Roetering-van Geenhuizen het DC Pijncentrum Alkmaar officieel geopend. Dat gebeurde op een drukbezochte bijeenkomst op zaterdag 12 november.

Elly Roetering is voorzitter van de stichting Pijn-Hoop, organisatie voor en door mensen met chronische pijn. Ze toonde zich blij met de komst van het DC Pijncentrum Alkmaar, dat ze een grote stap voorwaarts noemde voor

gestructureerde en multidisciplinaire behandeling. DC Pijncentrum Alkmaar maakt deel uit van de DC Groep van Loek Winter. Het centrum staat onder leiding van anesthesioloog Wilco van Genderen. Neuroloog Michel Veering leidt er de eerste hoofdpijnpoli van Noord-Holland-Noord. Volgens Winter zijn de twee specialisten voorlopers in ons land.“We zullen steeds meer van dergelijke focuscentra krijgen waar mensen met specifieke aandoeningen multidisciplinair worden behandeld”, zei Winter. Hij sprak de verwachting uit dat

Nederland binnen een aantal jaren “honderden en misschien wel duizenden” van dergelijke focuscentra zal tellen.DC Pijncentrum, dat gevestigd is aan de Keesomstraat 12a in Alkmaar, is sinds 1 november geopend. Het werkt nauw samen met verschillende specialisten, zoals een revalidatiearts, psycholoog en fysiotherapeut.

Wilco van genderen (l) en michel Veering met elk een

poster met kaarten uit het Pijn­Hoop­kwartetspel, hun

aangeboden door elly roetering (midden).

Foto Studio Wick Natzijl

Spreekuurondersteuners bij Huisartsenpost Kop NH

De centrale huisartsenpost Kop van Noord­Holland gaat van start met spreekuur­ondersteuners op de huisartsenpost.

De spreekuurondersteuner is een medisch­technisch gespecialiseerde triageassistent. Zij gaat voorlopig in de weekenden onder­steunen bij de uitvoering van eenvoudige medische handelingen en bij het voor­ en nawerk van de huisartsenconsulten. De eerste vijf spreekuurondersteuners zijn in oktober met de opleiding begonnen. Begin volgend jaar kan de eerste lichting dan aan het werk. Leonie Steenvoorden­van den Hoek, directeur van de CHP Kop Noord­Holland: “De werkdruk van huisartsen wordt op de drukste tijden verminderd, en voor een aantal triagisten biedt dit een mooie extra loopbaanmogelijkheid.”

Eerstelijns netwerk handtherapie opgericht

Met de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst is op 20 september het eerstelijns netwerk voor handtherapie officieel opgericht. Het netwerk bestaat uit eerstelijns fysio­ en ergotherapeuten. Patiënten met handletsel die voorheen alleen door de afdeling revalidatie van het MCA werden begeleid, kunnen nu ook terecht bij praktijken uit het netwerk.

Het initiatief is afkomstig van het MCA. Het doel is de wachtlijsten en toenemende stroom patiënten met handletsel op de afdeling revalidatie van het MCA te verlichten.In het regionale netwerk kunnen deskundige eerstelijns fysio­ en ergotherapiepraktij­ken de patiënten met handletsel begeleiden. Hierdoor is de behandeling toegankelijk en dicht in de buurt voor patiënten en wordt duurdere revalidatiezorg verplaatst naar goedkopere eerstelijns paramedische zorg. De overeenkomst is ondertekend door vertegenwoordigers van acht fysio­ of ergothe­rapiepraktijken uit de regio’s Noord­Kennemerland en Kop van Noord­Holland. In de overeenkomst zijn afspraken over samen­werking, deskundigheidsbevordering en communicatie vastgelegd. Elders in het land zijn diverse tweedelijnshandencen­tra vormgegeven. Een netwerk met eerste­lijnspraktijken in deze vorm is uniek in Nederland.

Tweede ambulance op Texel wegbezuinigd

De tweede ambulance-eenheid op Texel is per half november vervangen door een rapid responder.

Texel zal nu alleen nog in het zomerseizoen beschikken over twee ambulances. In de overige maanden moet het eiland het doen met één ambulance en een rapid responder: een solo-eenheid die is uitgerust met zwaailicht en sirene en met levensreddende apparatuur. De rapid responder kan echter geen patiënten vervoeren.De Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, die verantwoordelijk is voor ambulancezorg in de gehele kop van Noord-Holland, komt met het besluit tegemoet aan door het ministerie van VWS opgelegde bezuinigingen. “Van alle mogelijke bezuinigingsscenario’s is dit het scenario waarbij wel wordt bespaard, maar waarbij tegelijkertijd de zorg voor de patiënt gewaarborgd blijft”, zegt Koen Schuiling, voorzitter van de commissie ambulancezorg van de veiligheidsregio en burgemeester van Den Helder.De nieuwe situatie wordt over een half jaar geëvalueerd. De criteria daarvoor worden in overleg met de Texelse huisartsen bepaald.

Foto ZONH

Page 28: Tijdschrift Amice

26 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

PERSONALIA

MCA­radioloog Kees van Dijke is uitge­roepen tot de op twee na beste artsen­opleider van Nederland. Hij bereikte de derde plaats bij de verkiezing voor de landelijke Opleidersprijs 2011. Uit han­den van minister Schippers ontving hij duizend euro, die naar eigen inzicht mag worden besteed aan verbetering of vernieuwing van de opleiding in het MCA. Van Dijke vindt dat de eer niet hem, maar zijn hele afdeling toekomt. “Ik ben alleen de spreekbuis van de opleidingsgroep van radiologen, en de toeken­ning moet dan ook in dat licht worden gezien.” De prijs is in het leven geroepen door De Jonge Orde en de LVAG.

Kijk voor meer personalia op www.tijdschriftamice.nl

Lisette Bosscher is per 1 september als neurochirurg toegelaten tot de medi­sche staf van het MCA. Bosscher (1970) heeft haar studie geneeskunde in 1996 afgerond in het AMC en werkte daarna als anios/aios neurologie in het VUmc. In 2008 rondde ze haar opleiding tot neurochirurg af, waarna zij een fellowship kinderneurochirurgie in het UMCU en een spine fellowship volgde in Medisch Centrum Haaglanden. Ze werkte al in het MCA als waarnemer op de vacante positie van Erkan Kurt die het MCA heeft verlaten.

Andries Verburgt is de nieuwe voorzitter van de Patiëntenadvies­raad (PAR) van het MCA. Hij is de opvolger van Joke Koning-Jilderda. Verburgt, afkomstig uit de lucht­vaart, vertegenwoordigt tevens de Hart­ en Vaatgroep in de PAR.

Carrièrestap? Nieuwe collega? Prijs gewonnen? Afscheid in zicht? Meld het ons via [email protected]!

Orla Smit is sinds 1 oktober werk­zaam in het Gemini Ziekenhuis als inter­nist ouderengenees­kunde. Zij is tevens een dag per week werkzaam bij interne geneeskunde. Smit is de opvolgster van kli­nisch geriater Johan Schuijtemaker, die per 1 september is overgestapt naar het Westfriesgasthuis.

Heleen Westra, verpleegkundige van het Brandwondencentrum in het RKZ, heeft een eerste prijs gekregen op het Europese Brandwondencongres dat van 14 tot 17 september in Den Haag is gehouden. Ze kreeg de prijs voor de origineelste presentatie. Haar ver­haal ging over werken in de brand­wondenzorg voor vijftig­plussers.

Peter Vlottes (1954) is per 1 september aangetreden als apotheker radiofarmacie in het MCA, verbonden aan de afdeling nucleaire geneeskunde. Vlottes komt van Covidien (voorheen Mallinckrodt) in Petten, waar hij sinds 2005 productie­apotheker was. Zijn hoofdtaak in het MCA is het waarborgen van de kwaliteit van in eigen beheer geproduceerde radiofarmaca voor toepassing in de diagnostiek met behulp van CT en gammacamera.

Marianne Acampo, voorzitter van de raad van bestuur van het Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk, is per 1 okto­ber benoemd tot lid van het bestuur van NEN. NEN is het cen­trum van normalisatie in Nederland. Acampo volgt ir. Joan Leemhuis op.

Joost Gazendam (1975) is per 1 oktober als chirurg toegelaten tot de medische staf van het MCA. Hij treedt toe tot de maatschap chirurgen noordwest.nl. Gazendam is opgeleid aan het UMCG en het Martini Ziekenhuis Groningen. Hij heeft zich in het UMCG als fel­low en chivo gespecialiseerd in de traumatologie. De traumatologische chirurgie zal ook hier zijn bijzonder aandachtsgebied zijn. Gazendam is in 2008 gepromoveerd op het proef­schrift To sleep or not to sleep.

RKZ­chirurg Roelf Breederveld is per 1 november benoemd tot bijzon­der hoogleraar acute brandwondengenees­kunde aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Hij is de derde hoogleraar op het gebied van brandwonden die verbonden is aan het RKZ/Brandwondencentrum. Vorig jaar werd plastisch chirurg Paul van Zuijlen benoemd tot bijzonder hoogleraar brand­wondgeneeskunde aan het VUmc. Eerder al viel Esther Middelkoop deze eer te beurt, met haar benoeming tot bijzonder hoogleraar huidregeneratie en wondgene­zing aan het VUmc.

Per 1 november is Rens Vingerhoets (1979) als klinisch fysicus radiotherapie toegetreden tot de medische staf van het MCA. Vingerhoets heeft zijn studie experimentele natuurkunde in 2003 afgerond in Nijmegen, waarna hij aan de Radboud Universiteit promotieonderzoek deed. Zijn proefschrift (2008) was getiteld Neural computations for spatial orientation. Hij is in Utrecht opgeleid tot klinisch fysicus radiotherapie.

De Alkmaarse Vereniging van Nurse Practitioners (AVNP) heeft een nieuw bestuur. Dit bestaat uit Margareth Siemons (voorzitter), Corina Gevaert (penningmeester) en Saskia de Bie (secretaris).

Foto OMS

Page 29: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 27

Voor uitgebreide documentatie over serres, serredaken of carports, bel ons of kijk op onze internetsite.

Poel 15 | 1713 GL | Obdam | Tel. (0226) 45 14 39 | Fax (0226) 45 35 42 | E-mail: [email protected]

WWW.BOUWBEDRIJFKLAVER.COM

renovatie verbouwserrebouw

Voor Bouwen op Maat

Bedankt, Rob!

Rob Sonnenberg treedt met ingang van de nieuwe, achttiende jaargang van Amice af als voorzitter van de redactieraad. In totaal heeft hij ruim twaalf jaar deel uitgemaakt van het Amice-team.

Rob Sonnenberg - toen nog verpleeghuisarts, inmiddels al jarenlang huisarts in Langendijk - trad in najaar 1999 toe tot de redactieraad van het tijdschrift. Negen jaar later volgde hij Hemmo Renkema op als hoofdredacteur.

Mede onder zijn leiding is in het kader van verdere professionalisering de organisatiestructuur aangepast. Besloten werd dat de hoofdredactie niet langer gevoerd zou worden door een medisch professional, maar door een professionele journalist. Daarmee zou ook mogelijke belangenverstrengeling worden voorkomen. Sonnenberg werd voorzitter van de redactieraad. In die hoedanigheid had hij een belangrijke stem in het bepalen van de journalistieke koers en voorzag hij elk nieuw nummer van het tijdschrift van een treffend voorwoord. Daarnaast was hij als lid van het uitgeefteam nauw betrokken bij de komst van de nieuwswebsite www.tijdschriftamice.nl en de bijbehorende restyling van het tijdschrift.

Uitgever, bestuur en redactie(raad) van Amice bedanken Rob voor zijn inzet en kameraadschap.Het is nog niet bekend wie hem zal opvolgen.

Lezersonderzoek

Bij dit tijdschrift treft u onder de noemer ‘Vul in, verstuur en win’ een kaartje met daarop drie korte vragen. Met dit lezersonderzoek willen uitge­ver en redactie inzicht krijgen in de manieren waarop de lezers het liefst worden geïnformeerd. Wie het kaartje ingevuld opstuurt (postzegel niet nodig) maakt kans op een weekendje in het Hunebed & Breakfast van oud­huisarts Harry Krom en zijn echtge­note in Drenthe.

VUL IN, VERSTUUR en WIN

Vul alle vragen in en doe het kaartje op de bus (postzegel niet nodig). U maakt dan

kans op een weekendje voor twee personen in Hunebed&Breakfast in Drenthe.

JA NEE SOMS

Ik lees het tijdschrift Amice

Ik lees de nieuwsbrief Amice

Ik bezoek de website Amice

Ik zou willen overwegen 20 euro per jaar te

betalen voor de ontvangst van Amice

Ik ontvang graag de wekelijkse e-mail alert

e-mailadres:

Afzender

Naam:

Straat:

Postcode/woonplaats:

Page 30: Tijdschrift Amice

28 Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011

AGENDAAGENDA

Gegevens onder voorbehoud. Kijk voor meer informatie en de meest actuele agenda op www.tijdschriftamice.nl

> Woensdag 7 december, 20 uurDen Helder, Boerderij De Schooten, G. van Waardenburglaan 22

Café Doodgewoon Den HelderVoor alle professionals, vrijwilligers en mantelzorgers in de palliatieve zorg. Zij ontmoeten elkaar in een ontspannen sfeer. De bijeenkomsten zijn bedoeld om kennis uit te wisselen, op zoek te gaan naar samenwerking en open te staan voor nieuwe ideeën.

> Donderdag 8 december, 12.30­13.30Gemini Ziekenhuis, Zr. Kueterzaal

StaflunchMaandelijkse lunch van de medische staf waarbij huisartsen en instellingsartsen van harte welkom zijn.De bijeenkomsten zijn bedoeld om samen te eten en samen te spreken: intercollegiale uitwisseling van kennis.

> Dinsdag 13 decemberAlkmaar, DOKh

Managementcursus voor huisartsenModule 4: Vergaderen: de vergadertypes

> Dinsdag 13 december, 16.00­17.15 uur Heerhugowaard, GGZ NHN, Bevelandseweg 3

Klinische les ggz: De diagnostiek van IHT en SEPHOver intensieve zorg binnen en buiten kantoortijd. Sprekers: Alette Ruiter en Gré Nieuweboer, beiden teamleider en sociaal­psychiatrisch verpleegkundige divisie Kortdurende Psychiatrie.Voor professionals die zich bezighouden met diagnostiek en behandeling in de ggz, vanuit de eerste, tweede en derde lijn. Ook bedoeld voor hulpverleners die hun kennis willen vergroten teneinde patiënten adequaat te kunnen indiceren en verwijzen.Meer info: m.willemen@ggz­nhn.nl

> Woensdag 14 december, 17.30 uurAlkmaar, restaurant Koekenbier WinterborrelWinterborrel voor huisartsen en medisch specialisten in het MCA­gebied, georgani­seerd door huisartsenorganisatie HONK en MCA.

> Woensdag 14 december, 19.00 uur Beverwijk, RKZ, Prof. de Grootzaal

Chirurgische ingrepen bij ernstig overgewichtRKZ­symposium voor alle professionals in de gezondheidszorg over chirurgische ingrepen bij ernstig overgewicht (bariatri­sche chirurgie).

> Woensdag 21 december, 16.00 uurSchagen, Huize de Bron, Kogerlaan 36a Afscheid Peter SleutelbergAfscheidsreceptie van huisarts Peter Sleutelberg te Schagen. Tevens afscheid van huisarts Nicoline de Jong en van psy­choloog Milena Sleutelberg­Hudcovicova. Gelegenheid tot kennismaken met de nieuwe huisarts Oxana Mospan.

> Donderdag 12 januari, 12.30­13.30 uurDen Helder, Gemini Ziekenhuis

StaflunchMaandelijkse lunch van de medische staf waarbij huisartsen en instellingsartsen van harte welkom zijn. De bijeenkomsten zijn bedoeld om samen te eten en samen te spreken: intercollegiale uitwisseling van kennis.

> Zaterdag 14 januari, 16.00­18.00 uurDe Rijp, Grote Kerk aan de Grote Dam

Afscheid Hemmo RenkemaReceptie voor medici en paramedici tgv het afscheid van Hemmo Renkema als huisarts in De Rijp.

> Woensdag 18 januari, 13.00­21.30 uurEgmond aan Zee, Hotel Zuiderduin

Derde Dag van de eerste lijnDerde Dag van de eerste lijn met als thema ‘Met minder meer. De bezuinigin­gen en het plezier van multidisciplinaire samenwerking’.Bestemd voor apothekers, jeugdartsen, diëtisten, logopedisten, eerstelijns psy­chologen, oefen­ en ergotherapeuten, praktijkassistenten, fysiotherapeuten, praktijkondersteuners, huisartsen en verloskundigeng.Organisatie: DOKh.Kijk op www.dokh.nl voor programma­boekje en inschrijfformulier.

> Vrijdag 27 januari, 15.30­22.00 uurAlkmaar, MCA

Alkmaarse specialiteitenMedische contactdag voor huisartsen en specialisten in het MCA­adherentiegebied.

> Donderdag 2 februari, 12.30­13.30 uurDen Helder, Gemini Ziekenhuis

StaflunchMaandelijkse lunch van de medische staf waarbij huisartsen en instellingsartsen van harte welkom zijn. De bijeenkomsten zijn bedoeld om samen te eten en samen te spreken: intercollegiale uitwisseling van kennis.

> Donderdag 15 maart, 13.00­21.00 uurDen Helder, Gemini Ziekenhuis

KeukengeheimenNascholing door WDH Den Helder samen met het Gemini Ziekenhuis. Huisartsen kunnen een kijkje krijgen in de keuken van de specialisten.

Klinische conferentie MCA

Elke woensdag van 12.15 tot 13.30 uur wordt in de Pieter van Foreestzaal van het MCA de klinische conferentie (inclusief lunch) gehouden. Hierin wordt een concrete patiëntencasus uitgediept en doorgesproken. Een instructieve bijeenkomst voor medisch specialisten, arts-assistenten, co-assistenten en andere medici en paramedici. Huisartsen zijn van harte welkom!Kijk voor het onderwerp van die week op www.tijdschriftamice.nl

Page 31: Tijdschrift Amice

Amice / jAArgAng 17 / nr. 3/4 2011 29

Werken bij Omring

Om ons nieuwe Advies- en Behandel Centrum te versterken zijn wij op zoek naar een gedreven collega in de functie van:

Arts Specialist Ouderengeneeskundige, huisarts of basisarts

Wij bieden je afwisselend en uitdagend werk, waarin alle soorten zorg voorbij komen: van revalidatie tot palliatief. Uitwisseling tussen de locaties is mogelijk. Hiernaast bieden wij jou de mogelijkheid om de opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde te volgen.

(Contractomvang in overleg, vaste uren of oproepcontract voor bijvoorbeeld alleen diensten)

Omring is een zorgorganisatie in Noord-Holland Noord. We ondersteunen onze cliënten met advies, preventie, verzorging, verpleging en behandeling. Dat doen we bij mensen thuis en in diverse woonvormen. Onze inzet is gericht op zo lang mogelijk zelfstandig een eigen leven leiden. Innovatie in zorg en behandeling van kwetsbare ouderen en chronisch zieken zijn op dit moment van groot belang binnen onze organisatie.

Kijk voor meer informatie op www.omring.nl/werk

162101076_Omring_Adv_Personeelsadv_A4.indd 1 14-10-11 10:22

Page 32: Tijdschrift Amice

Het belang van onze leden staat altijd voorop, ook bij arbeidsongeschiktheids-verzekeringen.Daarom houden wij niet wat van u hoort te zijn.

“Alstublieft, dit is van u.”

VvAA is een organisatie van en voor leden. Het maken van de juiste keuze voor een arbeidsongeschikt-heidsverzekering (AOV) is cruciaal om het inkomen te kunnen handhaven bij arbeidsongeschiktheid. Een goed advies is hierbij van groot belang. VvAA is een van de grootste adviseurs in Nederland op dit gebied. Voordeel is ook dat VvAA jaarlijks de vergoeding die wij van verzekeraars ontvangen voor de bemiddeling van AOV, al tien jaar lang teruggeeft aan onze leden. Want wij vinden die hoge vergoeding niet in verhouding staan tot de € 275,- die wij als kosten berekenen voor ons advies. Wilt u weten hoeveel u kunt besparen op uw AOV? Bereken dan wat u van ons terugkrijgt op basis van uw huidige polis. De weg naar een transparant advies van VvAA vindt u via vvaavooru.nl

VvAA biedt haar leden o.a. verzekeringen, fi scaal en juridisch advies, bancaire diensten, rechtsbijstand, fi nanciële planning, praktijkfi nanciering, advies bij vestiging of inkoop in een maatschap, mediation, echtscheidingsbegeleiding, opleidingen, teamcoaching en reisbemiddeling. Kijk voor alle informatie en contactgegevens op www.vvaa.nl.

490-01-069 WT_adv Aov+Pensioen 210x297.indd 1 09-08-11 10:21