Thuisloosheid Ppt

34
Biografieën van thuislozen Tine Van Regenmortel en Barbara De Meyer 1

Transcript of Thuisloosheid Ppt

Biografieën van thuislozen

Tine Van Regenmortel en Barbara De Meyer

1

Stereotypes

• Cumulatieve stressvolle gebeurtenissen• Materiële factor• Affectieve of relationele factoren• Persoonlijke factoren• Institutionele factoren

2

• Twee rode draden prominent aanwezig

- Letterlijk geen dak hebben- Leven in marginale wooncircuits

HUISVESTINGSPROBLEMATIEK

3

– Geen wezenlijke bindingen–Weinig of geen banden van betekenis met

sociale omgeving–Geen aansluiting met maatschappij–Weinig voeling met zichzelf (wensen,

verwachtingen, eigen zingeving)

VERBINTENIS- OF ONTANKERINGSPROBLEMATIEK

4

• Troaways : voelen zich “weggegooid” uit maatschappij

• “Dé thuisloze” bestaat niet• Elk proces van thuisloosheid is uniek

5

• Thuislozenpopulatie :Sterke dynamiek door globalisering van

thuisloosheid- Asielzoekers- Uitgeprocedeerden- Slachoffers van mensenhandel- Toename van thuisloze vrouwen en kinderen- Koppels- gezinnen

6

• TWEE GROTE GROEPEN

*ruptuur: plotselinge gebeurtenis of breuk

• Thuisloos sinds kindertijd• Langere tijd gewoon leven – ruptuur * - thuisloosheid

Geen duidelijke ruptuur; cumulatie van stressvolle factoren

7

• Belangrijke voorbeelden van rupturen– Relatiebreuk– Overlijden van belangrijke figuren uit de directe

omgeving– Verlies van werk– Echtscheiding

8

Terugkeer is moeilijk!

– eigen individuele reactie– Manier waarop de maatschappij met dit soort

breuken omgaat – Samenspel of interactie tussen maatschappij en

individuele reactie

9

Een stapel ellende• TWAALF RISICOFACTOREN: 2. OPEENSTAPELING VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN

- leidt tot wanorde4. VERLIES- EN SCHEIDINGSERVARINGEN IN DE JEUGD

- overlijdens- echtscheiding van ouders- niet door natuurlijke ouders grootgebracht- frequent verhuizen

9. PROBLEMATISCHE GEZINSSITUATIE- afwezige ouders- conflicten met ouders of stiefouders- thuis buitengezet

10

1. MEER DAN ÉÉN PARTNERRELATIEBREUK

Gevolgen:

- moeizame contacten met eigen kinderen of kleinkinderen

- conflicten rond alimentatie

- zich afsluiten voor nieuwe relaties

- grote angst om opnieuw gekwetst te worden

7. AFBREKEN VAN SOCIALE CONTACTEN

Niet altijd sprake van een conflict of breuk, maar men wil ouders, familieleden of vrienden niet tot last zijn

= DESAFFILIATIE

11

1. VERBLIJF IN RESIDENTIËLE INSTELLINGEN

= versterking van ontankeringsproces

- moeilijker de contacten met het thuismilieu te onderhouden

4. PSYCHISCHE OF PSYCHIATRISCHE PROBLEMATIEKEN

- men geeft zijdelings aan dat men problemen heeft

- men verwijst naar een psychiatrische opname

- men verwijst naar de wens er een eind aan te maken

- hopeloosheid

- lage zelfwaardering

- duidelijke nood aan psychische ondersteuning

12

Respect?

1. VERSLAVINGSPROBLEMATIEKEN

- drank

- drugs

- medicatie

- stemmingsstoornissen

6. VERSCHEIDENE CONTACTEN MET JUSTITIE

- elke gevangenisstraf zorgt voor breukmoment

- totaal onvoorbereide vrijlating

- duidelijk gebrek aan nazorg of ontslagvoorbereiding

13

1. ZEER ONGUNSTIGE MATERIËLE LEEFOMSTANDIGHEDEN- werkloosheid- financiële armoede- schulden- slechte en/of onzekere woonomstandigheden

6. ADMINISTRATIEVE EN BUREAUCRATISCHE NETTEN- uitkering of domicilie niet geregeld- gaat sterk doorwegen in geheel van stress-situaties en negatieve gebeurtenissen

9. STIGMATISERING IN ONZE SAMENLEVING- ‘negatief’ etiket opgeplakt (gebruiker,werkloze,dakloze)- tast zelfrespect aan- neerwaartse spiraal

14

Berg op

• Aanzetting tot herankering:– terugvinden van stabiliteit op vlak van

• Woonplaats• Relaties• Daginvulling

15

– Omslagpunten (triggers)• Langere periode op dezelfde plaats verblijven• Hulpverlener waarme het ‘klikt’• Zekere vorm van bemoeizorg• Opnieuw contact met familieleden• Zorg voor eigen kinderen = grootste drijfveer om vooruit te

willen• Zinvolle dagbesteding• Aandacht voor hobby’s en vrijetijdsbesteding

16

Zonder traject

• Problematische relatie met instituties• Instellingsstructuur op gespannen voet met

thuislozen- en straatcultuur– Hoge prijs voor verblijf– Onthaalcentra maken de rechten van thuislozen

niet waar op vlak van • Huisvesting• Werk• Zinvolle activiteit

17

18

• Thuislozen missen in de “bed-bad-brood” filosofie de “B” van – Betrokkenheid– Begrip– Belangstelling

Begeleiding dient actiever op zoek te gaan naar

positieve sociale rollen / positieve identiteiten van

thuislozen

19

Huisloos

• Verschijningsvormen en omvang van thuisloosheid bepaald door– Economische ontwikkelingen– Sociaal-culturele evoluties– Demografische processen– Reactie van de overheid op demografische

processen

20

• Belangrijkste factoren: Begin jaren tachtig: Woningcrisis verstoorde

evenwicht tussen vraag en aanbod

Geen betaalbare woning voor laagste inkomensgroep & sociale huursector is zeer klein in België en Vlaanderen

EIGEN HUIS EN THUIS IS CRUCIAAL ELEMENT IN PROCES VAN HERANKERING

21

Individualisering

• Brengt aantal risico’s op sociale uitsluiting mee:– Individuen meer en meer op zichzelf aangewezen– Vorm geven aan eigen leven– Risico’s waarmee dit gepaard gaat word op het

individu afgewend– Familiale en echtelijke conflicten

22

• Risico-indicatoren voor marginalisering (Judith Wolf)– MACRONIVEAU

Samenleving– MESONIVEAU• Instanties• Buurt• Groep• Gezin• hulpverlening

– MICRONIVEAUIndividueel functioneren

Marginalisering is het gevolg van een wisselwerkingtussen factoren op de verschillende niveau’s

23

• Relevant in het bestrijden van thuisloosheid zijn:– Opvoedings- en gezinsondersteuning– Opleiding en tewerkstelling– Inkomen– Schuldbemiddeling en adminstratie– Huisvesting– Gezondheidszorg– Justitie– Sociale netwerken– Residentiële voorzieningen– Opvangcentra voor thuislozen zelf

24

Algemene preventie

• REÏNTEGRATIE: samenwerkingsverbanden met aangrenzende sectoren onmisbaar op vlak van:– Huisvesting– Administratie en inkomen– Gezondheidszorg– Opleiding en tewerkstelling– Sociale netwerken

25

• Goed beleid ten aanzien van thuisloosheid• Systematische preventie– Niveau van lokale beleidsniveau– Niveau van lokaal sociaal beleid

26

• Randvoorwaarden om afstemming en samenwerking op het instellingenniveau binnen en over sectoren te kunnen realiseren:– Kerntakenbepaling – Gelijkwaardige samenwerking in een netwerk

• DIALOOG LEGT DE BASIS VOOR ALGEMENE PREVENTIE, OOK VAN THUISLOOSHEID

27

Positieve beeldvorming

• erkenning van de persoon achter de thuisloze• Garanderen van zijn sociale grondrechten• Streven naar gelijkwaardigheid• Creëren van voldoende keuzemogelijkheden om het eigen

levenspad te kunnen invullen• Contact met samenleving kan een positief ankerpunt zijn voor de

thuisloze• Gedeelde verantwoordelijkheid• Wijze waarop men naar personen kijkt = bepalend voor het gedrag

t.a.v. deze personen

28

Participatie op maat

• Door vaste vertrouwenspersoon• Constante ondersteuning bij

schakelmomenten • Versterkt de kans op– Continuïteit– Integraliteit– Transparantie van het hulpaanbod

29

• Participatie is alleen functioneel als het bijdraagt:– Op eigen persoon– Op zijn omgeving– Als dit het gevoel geeft “mee te tellen”

• Nood aan methodische ondersteuning om participatie te realiseren – In individuele relatie– In groepswerking– Op beleidsniveau

30

Krachten versterken

• Proactief optreden is aangewezen omwille van– Persoonlijke kost– Maatschappelijke kost

• Krachtgerichte benadering zet de focus op aanpak van risicofactoren– Plaatsing– Huisuitzetting– Psychische stoornissen– Stigmatisering

31

• Uitgangspunten om pro-actief optreden beter te faciliteren:– Solidariteit– Diversiteit– Volwaardig burgerschap

32

Gedeelde zorg

• Netwerkvorming• Partnerschappen• Intersectorale benadering om reïntegratie van

thuislozen ook in eigen sector van het algemeen welzijn te kunnen verbeteren

ELKE VORM VAN THUIS- OF DAKLOOSHEID IS EEN ONRECHT DAT HOOG OP IEDERS AGENDA MOET STAAN!

33

Besluit

• Gedeelde zorg in dialoog met de thuislozen

EMPOWERMENT

Door: • Meerlagig versterkingsproces• Preventie

34