Thema 0 Bouwstenen - Oertech · 2018. 7. 31. · 3 Deze opgaven zijn voor KB en GL niveau Info...
Transcript of Thema 0 Bouwstenen - Oertech · 2018. 7. 31. · 3 Deze opgaven zijn voor KB en GL niveau Info...
-
Naam
Klas Startdatum / lesnr
cijfer
Naam
Klas Startdatum / lesnr
cijfer
Thema 0 Bouwstenen
-
2
Info
© 2
00
8 O
oi en
R
am
2
© 2008 Ooi en Ram, Dordrecht, Nederland 1ste druk 2015
ir R.E. Baan
ing. M.C. Diesman
Tekeningen Z.A. Wouters
Ooi en Ram maakt les materiaal voor de basisvorming in het VMBO.
De serie Elementen. is een complete serie voor de vakken natuurkunde,
techniek en informatica. Zie www.oertech.nl
-
3
Info Deze opgaven zijn voor KB en GL niveau
BOUWSTENEN NATUURKUNDE
MAPPEN EN NETWERK
INLOGGEN ....................................... 4
NETWERK ........................................ 8
TIPS
HOE MAAK IK EEN POWERPOINT ................. 10
SNELTOETSEN .......................................... 11
EXTRA OEFENING EN UITDAGING
T1 MS WORD ............................. 12
T1 MS WORD .......................... 13
T1 MS WORD ....................... 14
T2 BEVEILIG JE SMARTPHONE ........ 15
T2 BINAIR TELLEN ..................... 16
T3 PROGRAMMEREN ................. 18
T3 GAME MAKEN .................. 19
werk
t a
an
afg
ero
nd
-
4
Info
© 2
00
8 O
oi en
R
am
4
INTRODUCTIE
Opdracht 1
a Schrijf je voornaam, achternaam en klas op de voorkant.
b Wat is het thema van dit boek?
...................................................................................
Opdracht 2
a Voor welk vak is dit boek bedoeld? (zie voorkant)
...................................................................................
b Wat denk jij wat je allemaal gaat leren bij dit vak?
Noem minstens 3 dingen.
...................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
c Weet jij wat Microsoft Office is?
Nee, ik denk ..............................................................
Ja, dat is......................................................................
-
5
Info
Opdracht 3
MS Office is een kantoorsoftware pakket.
Hierin zitten programma’s om kantoorwerk te doen.
a Wat voor kantoorwerk kun je doen met:
MS Word: ..................................................................
MS Excel: ..................................................................
MS Outlook: ...............................................................
MS PowerPoint: .........................................................
MS Publisher: ............................................................
b Welk symbool hoort bij welk programma?
Opdracht 4
Kijk nog een naar de inhoudsopgave.
a Met welke Microsoft Office programma’s ga je werken?
b Met welke van programma’s heb jij wel eens gewerkt?
Zet een blauwe streep onder de programma’s waarmee jij
hebt gewerkt.
Word
Excel
Publisher
Outlook
PowerPoint
Share Point
INTRODUCTIE
-
6
Info
© 2
00
8 O
oi en
R
am
6
Opdracht 5
Lees het informatieblok hierboven goed en vul in:
loginnaam, computer, wachtwoord, inloggen, netwerk
Om op een .....................................................................
in een ............................................... te kunnen werken,
moet je eerst ................................................................. .
Daarvoor heb je een ......................................................
en een ................................................................. nodig.
Opdracht 6
Een goed wacht woord is belangrijk.
Op school maken we dat zo:
b [geboortedag] [INITIALEN] [geboortejaar]
a Wat is jouw geboortedag (2 cijfers)? ..........................
b Wat zijn jouw initialen (beginletters)? ........................
c Wat is jouw geboorte jaar (4 cijfers)? .........................
d Maak je wachtwoord:
Inloggen op de computer Computers zijn verbonden met een netwerk. Niet iedereen mag zomaar op dat netwerk komen. En als je wel op het netwerk mag komen, dan mag niet overal op het netwerk komen. Daarom moet iedereen die op een computer in een netwerk wil werken, zich eerst aanmelden. Dit noemen we inloggen. Om te kunnen inloggen heb en loginnaam en een wachtwoord nodig.
b
INTRODUCTIE
-
7
Info
Opdracht 7
a Wat is jouw loginnaam? .............................................
b Wat is jouw wachtwoord? ..........................................
Opdracht 8
Voer de onderstaande opdracht uit.
Zet elke keer een kruisje in het vakje, als je de
opdracht gedaan hebt, en ga dan verder.
Start te computer.
Log voor de eerste keer in
Lees het informatieblok dat op het scherm komt goed.
Vul je nieuwe wachtwoord in (zie opdracht 7)
Let goed op hoofdletters en kleine letters!
Vul je nieuwe wachtwoord nog een keer in.
Opdracht 9
Wat is waar?
a Je wachtwoord en loginnaam
moet je goed bewaren. WAAR / NIET WAAR
b Als iemand jouw wachtwoord heeft,
kan hij bij al jouw gegevens. WAAR / NIET WAAR
c Als iemand jouw loginnaam heeft,
kan hij bij al jouw gegevens WAAR / NIET WAAR
d Je agenda is een veilige plek om
je loginnaam en je wachtwoord
te bewaren. WAAR / NIET WAAR
e Het is veilig om je loginnaam
in je agenda te schrijven en
je wachtwoord in dit boek. WAAR / NIET WAAR
INTRODUCTIE
-
8
Info
© 2
00
8 O
oi en
R
am
8
Opdracht 10
Hierboven zie je een computernetwerk.
Jij werkt op computer L en maakt document “MijnL”
Jij slaat het op in “Mijn document”op computer L.
a Is dit een goede plek om je document op te slaan?
Ja, want ......................................................................
Nee, want ...................................................................
De volgende les werk je op computer F.
Je wilt verder werken aan het document “MijnL”.
b Kun je je document terug vinden in “Mijn documenten” op
computer F?
Ja, want ......................................................................
Nee, want ...................................................................
INTRODUCTIE
-
9
Info
Opdracht 11
Lees het informatieblok hierboven goed en kijk nog eens naar
het plaatje hiernaast.
Open de verkennen (op je toetsenbord: + E )
Ga naar Computer.
Je krijg nu alle mappen te zien waar jij toegang tot hebt.
Zoek op wat jouw stukje op de server is.
Schrijf op hoe jouw stukje server heet.
(Schrijf het pad op dat je boven in de adresbalk ziet)
..............................................................................
Opdracht 12
a Waarom is het belangrijk om je documenten op te slaan?
..................................................................................
b Hoe vaak moet je je document op slaan?
Als je klaar bent
Aan het begin en aan het einde
Elk half uur
Elk kwartier
Elke 5 minuten
Zo vaak mogelijk
Alle bestanden op de server In een netwerk zijn alle computer verbonden met de centrale server. Dat is de hoofdcomputer. Iedereen die op het netwerk inlogt, heeft een stukje opslagruimte op de server. Vanaf iedere computer in het netwerk kun je bij dat stukje opslagruimte op de server komen. Zo kun je dus altijd bij je bestanden, in de map, waar je ook werkt in het netwerk!
INTRODUCTIE
-
10
Info
© 2
00
8 O
oi en
R
am
10
POWERPOINT
Hoe maak je een goede Powerpoint presentatie?
1 Wie,Wat, Waarom?
a Voor wie? Mannen? Vrouwen? Leeftijd?
b Wat vinden ze van jou onderwerp?
c Wat wil je dat ze onthouden van jou verhaal?
d Waarom komen ze naar jou luisteren? Wat
willen ze horen?
2 Inhoud
Powerpoint is een hulpmiddel,
niet het doel van je presentatie.
3 Kop, romp en staart:
Vertel een verhaal met kop, romp en staart
kop: waarover ga je iets presenteren
romp: vertel je verhaal
staart: sluit af met een samenvatting
4 55-regel
niet meer dan 5 woorden per regel
niet meer dan 5 regels per dia
5 Help je publiek:
Samenvatten en herhalen
Maak “hand-outs” voor je publiek
-
11
Info SNELTOETSEN
Tekst kopiëren
Tekst knippen
Tekst plakken
Bestand opslaan
Tekst vet maken
Tekst cursief
Tekst ondersteepen
In MS Word
Naar het begin van het document
Naar het einde van het document
Naar het begin van de vorige pagina
Naar het begin van de volgende pagina
Eén woord naar rechts
Eén woord naar links
ctrl C +
ctrl X +
ctrl V +
Toetscombinaties of sneltoetsen Veel functies van MS Office programma’s kun je gebruiken via toetscombinaties. Dit wordt ook wel sneltoetsen genoemd. Je toets dan twee of drie toetsen tegelijk in. Bijvoorbeeld met de toetsen CTRL en B maak je tekst vet. Door boven een menu te zweven met je muiscursor, krijg je informatie over de sneltoetsen voor die functie.
ctrl Home +
ctrl End +
ctrl PgUp +
ctrl PgDn +
ctrl +
ctrl +
ctrl S +
ctrl I +
ctrl B +
ctrl U +
-
12
Info
© 2
00
8 O
oi en
R
am
12
EXTRA OEFENING
MS Word
Bestand ophalen
Ga naar de website: www.ooienram.nl/leerlingen.html.
Klik op het bestand T1E1 KUNSTSTOF WERKSTUK
Sla het document op in map MIJN DOCUMENTEN.
Koptekst
Ga naar pagina 2.
Maak een koptekst met als titel “Kunststof”.
Inhoudsopgave
Geef alle hoofdstukjes de stijl “Kop 1”
Maak een paginanummering onder aan de pagina
Maak na de voorpagina een extra pagina.
Maak op deze pagina (pagina 2) een inhoudsopgave.
Voorpagina
Maak een voorpagina met minimaal twee afbeeldingen
van kunststof.
Zet een titel en je naam op de voorpagina.
Laat je werk beoordelen door de docent.
PARAAF
DOCENT
-
13
Info EXTRA OEFENING
MS Word
Bestand ophalen
Ga naar de website: www.ooienram.nl/leerlingen.html.
Klik op het bestand T1E2 METAAL WERKSTUK
Sla het document op in map MIJN DOCUMENTEN.
Opmaak
Ga naar het tabblad Pagina-indeling.
Pas de marges van dit document aan. Kies voor breed.
Maak een paginanummering onder aan de pagina.
Tabel
Maak een tabel met 2 kolommen van alle gegevens in het
hoofdstuk “is metaal sterk?” (15 materialen).
De titel van kolom 1 is “Materiaal”, van kolom 2
“Treksterkte in (σ UTS) (MPa)”.
De getallen komen steeds in de tweede kolom.
Geef de tabel een stijl die jij mooi vindt.
Voorpagina
Maak een voorpagina met een afbeelding van metaal.
Zet een titel en je naam op de voorpagina
Inhoudsopgave
Geef alle hoofdstukjes de stijl “Kop 1”
Maak een inhoudsopgave.
Laat je werk door de docent beoordelen.
PARAAF
DOCENT
-
14
Info
© 2
00
8 O
oi en
R
am
14
MS Word
Bestand ophalen
Ga naar de website: www.ooienram.nl/leerlingen.html
Sla het bestand T1E3 HOUT WERKSTUK op.
Opmaak
Ga naar het tabblad Pagina-indeling.
Pas de marges van dit document aan. Kies voor normaal.
Ga naar “Interview met een beroepsbeoefenaar”
Maak alle tekst van de vragen vet.
Maak alle tekst van de antwoorden cursief.
Maak een goede opsomming bij de paragraaf “De
gereedschapskist van een houtbewerker” .
Maak de opsomming in orde bij “Hout een veelzijdig materiaal” .
Afbeelding
Zet op elke bladzijde een plaatje dat bij de tekst past.
Maak een voorpagina met een afbeelding van
houtbewerking.
Zet een titel en je naam op de voorpagina.
Inhoudsopgave
Geef alle hoofdstukken de stijl “Kop 1”
Geef alle paragrafen met een kop de stijl “Kop 2”
Maak een paginanummering onder aan de pagina.
Maak een inhoudsopgave op pagina 2.
Laat je werk beoordelen door je docent.
EXTRA OEFENING
PARAAF
DOCENT
-
15
Info EXTRA OEFENING
Beveilig je smartphone
Naar de website
Ga naar de website: www.boefproof.nl
Klik op “Smartphone gestolen?”.
Wat te doen bij diefstal?
Wat moet je doen bij diefstal?
1 ................................................................................
2 ................................................................................
3 ................................................................................
Boefproof maken
Wat voor smartphone heb jij?
..................................................................................
Wat voor besturingssysteem heeft jouw telefoon?
..................................................................................
Ga naar het menu “Smartphone Boefproef maken” en
selecteer jouw telefoon type.
Volg de aanwijzingen op het scherm en maak jouw
telefoon Boefproof.
Laat aan je docent zien wat je gedaan hebt en of het
allemaal gelukt is.
PARAAF
DOCENT
-
16
Info
© 2
00
8 O
oi en
R
am
16
EXTRA OEFENING
Binair tellen
Kaartje maken
Vraag een A4 papier.
Vouw het dubbel.
Doe dat nog een keer
En nog een keer.
Vouw het papier open. Je hebt nu 8 vakjes.
Teken in vijf vakken stippen, zoals hieronder.
Hoeveel stippen zou vak 6 hebben?
En hoeveel vak 7? ......................
Knip de kaarten uit over de vouwrand.
Binair tellen
Leg alle kaarten omgedraaid (gedekt) op tafel.
Eerst de kaart met 16 stippen, dan 8, 4, 2 en als laatste 1.
Welke kaart leg je open om het getal 1 te maken?
Teken dat hieronder.
Kaarten die niet omgedraaid zijn, kleur je zwart.
-
17
Info
In computertaal schrijf je voor een open kaart een 1 en voor
een gedekte kaart een 0.
Dus voor het getal 1:
Maak met de kaartjes het getal 5.
Schrijf dit in computertaal
Leg en schrijf getal 13
Welk getal is dit? (leg met je kaartjes)
Leg en schrijf de volgende getallen.
Laat je werk beoordelen door de docent.
EXTRA OEFENING
0 0 0 0 1
1 0 1 0 1
0
4
11
15
25
29 PARAAF
DOCENT
-
18
Info
© 2
00
8 O
oi en
R
am
18
Programmeren
Bestand ophalen
Ga naar de website studio.code.org
Klik op “Een Uur Code”.
Instructie video
Bekijk de instructievideo.
Wie leerde in groep 8 programmeren?
..................................................................................
Mark Zuckerberg zegt: “… je leert gewoon van die
lessen, en er zijn er niet zo veel van…”
Welke lessen bedoelt hij?
..................................................................................
Wie is wie? Zoek op op Google
Bill Gates .......................................
Mark Zuckerberg .......................................
Waarmee ga jij programmeren? ............................
Now let’s get those pigs!
Sluit het videovenster.
Lees de instructie en los de eerste puzzel op.
Ga door met de volgende puzzels en haal je certificaat!
Druk je certificaat af en laat het aan de docent zien.
EXTRA OEFENING
PARAAF
DOCENT
-
19
Info
Game maken
Bestand ophalen
Ga naar de website studio.code.org
Klik op “Flappy Bird”.
Instructie video
Bekijk de instructievideo.
Wat is een “Event”?
..................................................................................
Wat vertegenwoordigen de blokken?
..................................................................................
Wat doe je met klikken en neerzetten van blokken?
..................................................................................
Flappy Bird
Sluit het videovenster.
Lees de instructie en los de eerste puzzel op.
Druk op start en klik met je muis (“bij een klik”) om
Flappy Bird naar het doel te laten vliegen.
Ga door met de volgende opdrachten en maak uiteindelijk
je eigen spel.
Vul je naam in op je certificaat en sla je het op.
Druk je certificaat af en laat het aan de docent zien.
EXTRA OEFENING
PARAAF
DOCENT
-
www.oertech.nl
Nie
ts uit d
eze
uitg
av
e m
ag
wo
rde
n v
erv
ee
lvo
ud
igd
, op
ge
slag
en
in e
en
ge
au
tom
atise
erd
ge
ge
ve
nsb
esta
nd
, of o
pe
nb
aa
r wo
rde
n g
em
aa
kt, in
en
ige
vo
rm o
f op
en
ige
wijze
, he
tzij ele
ktro
nisc
h, m
ec
ha
nisc
h, d
oo
r foto
ko
pie
ën
, of
op
en
ige
an
de
re m
an
ier, zo
nd
er v
oo
rafg
aa
nd
e sc
hrifte
lijke
toe
stem
min
g v
an
de
ma
ke
rs .
ISBN 978-94-90590-09-3