Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen....

9
voor huisartsen, specialisten, a(n)ios, opleiders en paramedische professionals Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde leefgewoontes Sepsis-calculator vermindert onnodig antibioticagebruik spectaculair WETE NSCH APS JOURNAAL 02/ 2019

Transcript of Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen....

Page 1: Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie

1Wetenschapsjournaal voor huisartsen, specialisten, a(n)ios, opleiders en paramedische professionals

Tergooi strijdt samen met patiënten

tegen ongezonde leefgewoontes

Sepsis-calculator vermindert

onnodig antibioticagebruik spectaculair

WETENSCHAPSJOURNAAL

02/2019

Page 2: Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie

2 Wetenschapsjournaal

3 De huisartsHuisarts Eva van de Beek voelt zich het meest senang als zij patiënten persoonlijk kan begeleiden, of het nu in een palliatief proces is of met een gezondere leefstijl. Laatst verhuisde ze met de praktijk naar een gezondheidscentrum. ‘Ik mis de intimiteit van de kleine praktijk.’

4 NieuwsChirurg in opleiding Emma Westerduin is gepromoveerd op complicaties na operaties aan de endeldarm. Bij patiënten met relatief gezonde longen op de intensive care hoeft het teugvolume van de beademing niet te worden aangepast. Kaz van Schilt onderzoekt of de hyperviewcamera perifeer vaatlijden sneller en efficiënter opspoort.

6 Zetten beloningen en voordeeltjes aan tot een gezondere leefstijl? Tergooi is een van de ziekenhuizen die meedoen aan een groot wetenschappelijk onderzoek van het Amsterdamse gezondheidsbedrijf Vital10 naar preventie van de tien welvaartsziekten. Helpen beloningen om mensen te stimuleren een gezonde leefstijl ook op de lange termijn vol te houden? ‘Biologisch gezien eten we nu eenmaal graag wat we voorhanden vinden, en dat is niet altijd de gezondste keuze.’

9 CijfersVerrassende cijfers en feiten uit Tergooi.

10 De casusIn de geheugenpoli van Tergooi wordt het verloop van Alzheimer bij tachtigplussers onderzocht. Dit heeft geleid tot interessante conclusies. ‘Een hoger opgeleide kan veel meer hersenweefsel inleveren en nog dezelfde cognitie houden.’

12 SamenwerkenHet Centrum voor Levensvragen biedt terminale en palliatieve patiënten spirituele zorg, ook na hun ziekenhuisopname. De consulent onderzoekt samen met de patiënt wat voor hem of haar van waarde is en wat kracht en houvast geeft.

13 RetrospectiefApotheker Inger van Heijl onderzoekt onnodig antibioticagebruik. Het viel haar tegen dat ze erg moest aandringen op medewerking van ziekenhuizen. ‘Je moet er bovenop zitten maar niet irritant worden. Dat vereist een slimme werkwijze.’

14 Tergooi Onderzoekt VooruitKoen van Rhee, ziekenhuisapotheker in opleiding, ontdekte via een casereport dat de hoge dosering nitroprusside bij pasgeborenen enkel kortdurend gegeven kan worden. Anders kan een forse cyanide-intoxicatie optreden. Hiermee won hij voor de tweede keer de publieksprijs tijdens het jaarlijks wetenschapssymposium Tergooi Onderzoekt Vooruit.

15 Van Binnen Uit In Van Binnen Uit vertellen Tergooimedewerkers die trials ondersteunen over hun onderbelichte taken. Dit keer vertelt Mireille Hooftman, datamanager oncologische medicatiestudies, hoe zij onderzoeksgegevens verzamelt en registreert.

16 De promovendus Pasgeboren kinderen krijgen soms onnodig antibiotica toegediend. De arts vermoedt dan dat zij lijden aan sepsis terwijl achteraf blijkt dat toch niet zo is. De sepsis-calculator kan de onnodige toediening van antibiotica grotendeels terugdringen, ontdekte Niek Achten. ‘Het probleem is dat deze gevaarlijke aandoening heel zeldzaam is.’

Eva van de Beek (46) studeerde geneeskunde aan de VU in Amsterdam, waarna ze de huisartsenopleiding bij het AMC volgde. Vanaf 2007 werkte ze vier jaar als waarnemend huisarts. In 2012 startte ze haar nul-praktijk in Hilversum Noord, waarmee ze in 2018 naar Medisch Centrum Liebergen verhuisde. Van de Beek volgde ook een opleiding Integrative Medicine and Health.

Het Wetenschapsjournaal is een uitgave van Tergooi.Tergooi, Postbus 10016, 1201 DA Hilversum.Uw reactie kunt u sturen naar: [email protected]

Redactie: Karin Arkenbout, Paul van der Linden, Frans Plötz, Marco Postma, Karen Verloop Teksten: Carine Damen, Marc Laan, Hilde Postma, Karen Verloop, Caroline WellinkFotografie: Studio Kastermans

Vormgeving en drukwerk: de Toekomst

© Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en auteursrechthebbenden.

Het nieuwe ziekenhuis

De oplettende lezer heeft het misschien al gezien: een nieuw gezicht in het voorwoord van het Wetenschapsjournaal. Dat klopt. Sinds anderhalf jaar ben ik lid van de raad van bestuur van Tergooi, onder andere wetenschap valt in mijn portefeuille. Ik heb destijds de overstap van het UMC Utrecht naar Tergooi gemaakt, onder meer vanwege de enorme ambitie van dit ziekenhuis. Zes afgeronde promoties en negentien lopende promotietrajecten vanuit Tergooi zijn daar een mooi voorbeeld van. Wetenschap brengt vooruitgang in de behandeling van onze patiënten en energie en enthousiasme bij dokters en verpleegkundigen. Het is een van de redenen dat ik wetenschap een warm hart toedraag. Maar er is meer. Om toekomstbestendig te zijn, heeft Tergooi de wetenschap hard nodig. Zo helpt wetenschap ons met het bouwen aan het (virtuele) ziekenhuis. Het nieuwe ziekenhuisgebouw wordt dertig procent kleiner dan de twee huidige locaties bij elkaar. Hier hebben we voor gekozen omdat we geloven dat we met digitale zorg op afstand, zoals eHealth, met minder ziekenhuismeters toch goede zorg te blijven verlenen. Misschien zelfs betere zorg. Is eHealth een hype of levert het daadwerkelijk een bijdrage aan betere zorg? En onder welke omstandigheden werken digitale toepassingen optimaal? Wetenschappelijke onderbouwing is nodig om de werking en het nut van eHealth-toepassingen goed te bepalen. In deze editie van het Wetenschapsjournaal kunt u lezen hoe in Tergooi wetenschappelijk onderzoek loopt naar begeleiding via internet voor een gezondere levensstijl.De keuze voor een compacter ziekenhuisgebouw is gewaagd en toont lef en ambitie. Zeker in een tijd waarin de laagcomplexe zorg van de UMC’s naar Tergooi verschuift, de vergrijzing en de groei van het aantal chronisch zieken toeneemt en zorgbudgetten niet meegroeien. Maar door de zorg op een andere manier in te richten, kunnen we de kwaliteit ervan blijven verbeteren en inspelen op de behoefte van patiënten. Tegelijkertijd houden we ziekenhuiszorg betaalbaar.

3

‘ De intimiteit van de dorpspraktijk spreekt mij het meest aan.’

Niet vinken, maar vonken, is het motto van huis-arts Eva van de Beek (46). Onlangs is ze met haar huisartsenpraktijk van de Kamerlingh Onnesweg naar Medisch Centrum Liebergen verhuisd, samen met huisartsenpraktijk Pelgrim en huisartsenprak-tijk Oost. ‘Een gezamenlijke visie ontwikkelen: dat is de uitdaging.’

Wetenschapsjournaal

1

2

3

4

5

6Janneke Brinkraad van bestuur

VoorwoordDe huisarts

Waarom bent u huisarts geworden? ‘Ik ben een generalist; ik kijk graag ‘breed’ naar een patiënt. Ook vind ik het fijn patiënten echt te leren kennen en met ze mee te groeien als familiearts. Mijn vorige praktijk was een dorpspraktijk in een stad met inloopspreekuren waarin we intensief contact onderhielden met onze patiënten. Ik houd erg van de intimiteit van zo’n kleine praktijk.’

Waar wordt u blij van? ‘Als ik iemand verder kan helpen, die is vastgelopen: bijvoorbeeld een patiënt met een burn-out die ik weer op weg kan helpen met wat tips. Of als ik een patiënt in de laatste fase van zijn of haar leven goed kan begeleiden met palliatieve zorg. Als iedereen achteraf tevreden is over hoe de zorg is verlo-pen, geeft dat veel voldoening. Ik hou me ook graag bezig met leefstijl. Ik help mensen met overgewicht en suikerziekte graag die te veranderen – ook al is dat niet altijd makkelijk. Zaken alleen oplossen met pillen, is mijn stijl niet zo.’

Heeft u zorgen over het vak? ‘De druk op huisartsen wordt steeds groter. We hebben steeds meer taken. Veel zorg is de afgelopen jaren vanuit de tweede lijn in de eerste lijn terecht gekomen. Het is wel terecht hoor, maar het is wel druk! We hebben ook steeds meer administratieve romp-slomp: overal moet je papieren voor invullen. Het vinken, noem ik dat. Terwijl ik liever ‘vonk’.’

U houdt van een kleine praktijk. Waarom bent u dan toch verhuisd naar een gezondheidscentrum? ‘Het was altijd de bedoeling dat mijn praktijk uiteindelijk daar naartoe zou gaan. In Hilversum hebben patiën-ten behoefte aan multidisciplinaire gezondheidscentra, blijkt uit onder-zoek. Daar zet de gemeente op in. Zelf

heb ik er gemengde gevoelens over: ik zie de voor- en nadelen. Het is fijn om assistentes en ondersteunend perso-neel te delen. We kunnen hierdoor meer service bieden: bloedprikken en ECG’s maken bijvoorbeeld. Binnen een gezondheidscentrum overleg je ook gemakkelijk met de verschillende disciplines. In noodgevallen kun je elkaars patiënten opvangen. Maar sommige zaken vind ik jammer. De afstand tussen patiënten, assistentes en artsen is groter geworden. Ik mis de intimiteit van de kleine praktijk. Ook mijn inloopspreekuren heb ik opgege-ven: die zijn onoverzichtelijk voor de assistentes.

Is het ingewikkeld, dat samengaan? ‘Zeker. Op voorhand hebben we vaak om de tafel gezeten: hoe moeten het pand en de inrichting worden? Daarnaast moesten we alle protocol-len afstemmen, omdat we dezelfde assistentes delen. Het belangrijkste is: we hebben alle drie verschillende visies. Je moet het eens worden over essentiële punten: waar staan we? Wat is onze visie op zorg? We zijn nu bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie generaties huisartsen; de één is meer gewend samen te werken dan de ander. Langzaam zien we dat het beter gaat. We werken nu aan een gezamen-lijk keurmerk. Dat helpt. Daardoor komt de samenwerking sneller op de rit te staan. We stemmen beter af - en de kwaliteit verbetert.’

Hoe verloopt de samenwerking met Tergooi? ‘Goed! De specialisten zijn over het algemeen toegankelijk en welwillend om te overleggen. De communicatie is goed, ook al laat een ontslagbrief wel eens op zich wachten. Het is een fijn ziekenhuis om mee samen te werken. Ik ben erg tevreden.’

Page 3: Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie

4 Wetenschapsjournaal 5Wetenschapsjournaal

Nieuws

Groot beademingsonderzoek: huidige beleid voldoetAls een patiënt met relatief gezonde longen op de inten-

sive care wordt beademd, wat is dan het meest gewenste

ademteugvolume? Welke hoeveelheid lucht via de beade-

ming veroorzaakt zo min mogelijk schade aan de longen

en verhoogt, wanneer de patiënt is hersteld, hoe is de

kwaliteit van leven? Tergooi deed mee aan een wereld-

wijd groot beademingsonderzoek. Dit resulteerde in het

inzicht dat het huidige beleid voldoet én in een publica-

tie in het prestigieuze medisch tijdschrift JAMA.

Bij patiënten met acute respiratory distress syndrom

(ARDS) - een ernstige longaandoening die ontstaat door

een ziekte van de longen of elders in het lichaam - moet het

teugvolume van de beademing op de intensive care zo laag

mogelijk zijn. Anders kan er schade aan de longen ontstaan.

Het was nog niet bekend of dit ook geldt voor patiënten

met relatief gezonde longen die op de intensive care aan de

beademing liggen. Vandaar dat deze groep onder de loep

werd genomen.

De conclusie was dus dat huidige beleid voldoet. Het teug-

volume hoeft bij deze groep patiënten niet lager te zijn dan

de huidige standaard. ‘Een lager teugvolume resulteerde

niet in minder beademingsdagen, niet in een minder lang

verblijf in het ziekenhuis en bracht ook geen mortaliteitsre-

ductie’, vertelt Gwendolyn de Vreede, ventilation practitio-

ner in Tergooi.

Teleurstellend? ‘Het was een waardevol onderzoek, aldus

De Vreede. ‘Omdat het wetenschappelijke bewijs er nog

niet was, wilden we met deze studie uitzoeken wat de

beste en veiligste methode is die we landelijk en liefst zelfs

wereldwijd kunnen toepassen. Nu weten we dat we met een

teugvolume van ergens tussen de zes en acht milliliter per

ideaal kilogram lichaamsgewicht goed zitten. Dan hoeven

we de patiënt niet extra te sederen, is de behandeling voor

de patiënt prettiger en is de uitkomst gelijk aan een lager

teugvolume.’

Gerard Innemee, intensivist in Tergooi, vindt het goed dat

er steeds opnieuw beademingsonderzoek wordt gedaan.

‘Beademen met positieve druk is niet natuurlijk; de scha-

delijke stoffen die hierbij vrijkomen kunnen niet alleen de

longen kwaad doen maar ook voor de rest van het lichaam.

Meer onderzoek is nodig om te kijken hoe dit voorkomen

kan worden.’ Hyperviewcamera spoort perifeer vaatlijden opTergooi gebruikt sinds begin dit jaar de hyperviewca-

mera. Kaz van Schilt onderzoekt of perifeer vaatlijden

met deze camera sneller en efficiënter kan worden opge-

spoord. ‘Is dat het geval, dan kan de hyperviewcamera

op de poli en door de eerste lijn worden ingezet. Dat

scheelt tijd en kosten.’

Een bijdrage van Stichting Vrienden van Tergooi heeft de

aanschaf van de hyperviewcamera, ook wel Hyperview

Imaging System, mogelijk gemaakt. Met deze draagbare

camera maakt de arts foto’s van de voetzolen van een

patiënt en meet op basis daarvan het zuurstofgehalte in

oppervlakkig weefsel. Een laag zuurstofgehalte kan duiden

op een slechte wondgenezing en/of doorbloeding van de

voeten, wat veroorzaakt kan worden door perifeer vaatlij-

den of diabetes.

Kaz van Schilt, anios chirurgie in Tergooi, onderzoekt of de

uitkomsten van de hyperviewcamera net zo betrouwbaar

zijn als de uitkomsten van de nu nog gangbare enkel-arm-

index en teendrukmetingen. Dit doet hij samen met vaat-

chirurgen Evert-Jan Hollander en Nanette van Geloven en

chirurg in opleiding Dominique Olthof. Bij deze drukmeting

meten speciaal hiervoor opgeleide laboranten in het vaat-

laboratorium de bloeddruk aan de enkel, voet of tenen. Van

Schilt: ‘Als de metingen van de hyperviewcamera correleren

met de uitkomsten van de enkel-arm-index, zouden we de

camera kunnen inzetten. Voordeel is dat dit in de poli-

kliniek en in de eerste lijn kan worden gedaan; patiënten

bij wie de uitkomst negatief is, hoeven dus niet meer naar

het ziekenhuis voor uitgebreid onderzoek. Patiënten die wel

perifeer vaatlijden of diabetes blijken te hebben, kunnen

sneller worden gediagnosticeerd en doorgestuurd voor

verder onderzoek, met als gevolg minder complicaties in de

toekomst. Maar we onderzoeken nu eerst of het apparaat

inderdaad datgene meet wat het zegt te meten. Bij een groot

aantal patiënten met perifeer vaatlijden kijken we nu of de

uitkomsten van beide onderzoeksmethoden

vergelijkbaar zijn.’

GepromoveerdEmma Westerduin promoveerde op vrijdag 10 mei aan de Universiteit van Amsterdam op onderzoek naar

complicaties en hersteloperaties na verschillende soorten operaties – met en zonder stoma – vanwege endel-

darmkanker. Ze kreeg haar bul uitgereikt in de Agnietenkapel in Amsterdam. Dr. Nanette van Geloven, chirurg

in Tergooi, was haar copromotor.

Bijna twee jaar werkte Emma Westerduin als

onderzoeker bij Tergooi. Haar werk als arts-assistent

chirurgie bij Tergooi was haar eerste baan. Daarnaast

deed ze onder leiding van Van Geloven één dag in de

week onderzoek naar naadlekkages na operaties voor

tumoren in de endeldarm. Ook richtte ze haar onderzoek

op ‘redo-chirurgie’: heroperaties waarbij na lekkage van

een darmnaad opnieuw een darmnaad wordt gemaakt.

Haar onderzoek wijst uit dat een nieuwe darmnaad

vaak gaat lekken nadat een stuk darm is verwijderd.

Dit kan een chronisch probleem veroorzaken. Een

hersteloperatie is technisch vaak mogelijk, maar

blijkt wel van invloed op de kwaliteit van leven. Het

alternatief is een stoma. Een hersteloperatie lijkt alleen

geschikt voor zeer gemotiveerde patiënten.

Dr. Emma Westerduin volgt op dit moment de opleiding

tot chirurg binnen Tergooi.

Als een geperforeerde of gangreneuze appendix

Bron poster J. de Jonge, symposium Tergooi Onderzoekt Vooruit 2019

leidt dit tot meer complicatieswordt geopereerd

niet binnen 8 uur

Page 4: Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie

6 Wetenschapsjournaal 7Wetenschapsjournaal

Hartspecialist Roderik Kraaijenhagen windt er geen

doekjes om: ‘De meeste mensen zijn lui, als het er op

aankomt gezond te leven. Onze omgeving werkt daar

ook niet aan mee. Een mens is ontvankelijk voor vele

verleidingen. Eten, drinken en weinig bewegen liggen

dagelijks op de loer. Het gevolg is dat miljoenen gezonde

mensen op een gegeven ogenblik last krijgen van de

bekende welvaartsziekten als hart- en vaatziekten,

kanker, longziekten, diabetes of reuma.’

Kraaijenhagen is eigenaar van het Amsterdamse

gezondheidsbedrijf Vital10, genoemd naar de tien

gezondheidsrisico’s. De onderneming is samen met de

universiteit Leiden en het LUMC initiatiefnemer van het

BENEFIT-programma. Dit geeft mensen met een verhoogd

risico op hart- en vaatziekten een beloning wanneer

zij hun leefstijl veranderen. Deze aanpak vormt een

aanvulling op de reguliere zorg.

Iedereen, ziek of gezond, kan lid worden van Vital10.

BENEFIT geeft deelnemers een digitale spaarkaart,

waarmee zij Vitaliteitspunten sparen. Via een app ruilen

zij hun punten in voor allerlei voordeeltjes, zoals gratis

bezoek aan een leefstijlcoach, korting op gezonde voeding

of een ontspannen uitje. De organisatie werkt samen

met diëtisten, voedingswinkels en sportscholen. Ook

ziekenhuizen als Tergooi, Maxima MC, Jeroen Bosch en

Alrijne hebben zich aangesloten als partners in de strijd

tegen de tien risicofactoren die van een gezond mens een

chronisch zieke kunnen maken.

Verleiden tot gezondheidIn een aantal Nederlandse ziekenhuizen begint dit jaar

een groot wetenschappelijk onderzoek om uit te vinden

hoe je mensen kunt verleiden tot een gezondere leefstijl.

Kraaijenhagen: ‘Uit studies blijkt dat in de westerse

wereld slechts tien veel voorkomende beïnvloedbare

risicofactoren goed zijn voor 70 procent van alle

welvaartsziekten. Wij gaan proberen die risico’s terug

te dringen.’

De deelnemers aan het BENEFIT-programma worden

regelmatig gecheckt op al die ziekteveroorzakers, vertelt

hoofdonderzoeker

Andrea Evers,

hoogleraar aan de

universiteit Leiden.

‘Wij controleren

op ongezonde

eetgewoonten,

Mensen die hun ongezonde leefstijl aanpakken hebben minder snel last van welvaartsziekten als suikerziekte, kanker of een hartinfarct. Zij kunnen hierbij echter wel een steuntje in de rug gebruiken. Bijvoorbeeld een digitale spaarkaart met punten voor gezond gedrag, die recht geven op een gratis uitje of een bezoek aan een leefstijltrainer. Meerdere ziekenhuizen, waaronder Tergooi, gaan hiermee dit jaar aan de slag, in samenwerking met cardioloog Roderik Kraaijenhagen die zich heeft toegelegd op preventie van welvaartsziekten.

Digitale spaarkaart verleidt hartpatiënten tot gezondere leefstijl

bewegingsarmoede, slaapgebrek, roken, overgewicht, hoge

bloeddruk, stress, cholesterol, bloedsuiker en disstress.

Kortom, de belangrijke invloeden die in onze westerse

samenleving inwerken op onze gezondheid.’

Een verbetering van leefstijl is niet op korte termijn

lonend voor iemand, aldus Evers. ‘Biologisch gezien eten

we nu eenmaal graag wat we voorhanden vinden, en dat is

niet altijd de gezondste keuze. In dit BENEFIT-programma

gaan we mensen belonen om een gezonde leefstijl ook op

de lange termijn vol te houden. Wij brengen de publieke

zorg en de private wereld bij elkaar om de reguliere zorg te

ontlasten, dat is het doel.’

Helpt belonen via spaarpunten eigenlijk wel? Hoe

stimuleer je blijvend gezond gedrag bij mensen? Wekt

persoonlijke begeleiding niet veel beter dan punten

sparen via een app op je telefoon? Op deze vragen hopen

de wetenschappers antwoorden te vinden. Evers: ‘Wij

weten dat je meer effect behaalt naarmate je mensen beter

begeleidt. Maar persoonlijke coaching kost geld. Met

een app en e-health-interventies bereik je wellicht meer

mensen tegen lagere kosten. Wij gaan nu uitzoeken of

dit werkt.’

Thuis bloeddruk metenOok hartspecialist Kraaijenhagen gelooft in begeleiding

op afstand via internet. Voor een gezonde leefstijl hoeven

mensen heus niet steeds langs te gaan bij de huisarts

of het ziekenhuis, vertelt de cardioloog. ‘Ieder individu

kan aardig goed zelf zijn gezondheidswaarden thuis

meten, zoals je gewicht en je bloeddruk. Bloedwaarden

zoals cholesterol en suiker controleer je simpel zelf met

een vingerprik. Dat is nog goedkoper ook dan je te laten

prikken in het ziekenhuis. Je stuurt de druppels per post

naar een laboratorium en een dag later krijg je de uitslag.

Je begeleidende

BENEFIT-

coach krijgt

bij verhoogde

waarden een

melding en kan

contact met je

opnemen voor een persoonlijk advies.’

Het hoofdidee achter het BENEFIT-programma is

uiteindelijk te voorkomen dat mensen ziek worden en

aan de medicijnen moeten. Kraaijenhagen: ‘Preventie

is heel belangrijk bij welvaartsziekten. Aderverkalking

bijvoorbeeld begint al vroeg in de pubertijd, maar de

symptomen komen vaak pas vijftig jaar later. Ons doel in

dit project is uiteindelijk de-medicalisatie. Wanneer je

de beïnvloedbare risicofactoren gezond houdt, stel je de

welvaartsziekten uit. Dat leidt tot minder zorgvraag en

dus tot verlaging van de kosten van de gezondheidszorg.

‘ De meeste mensen zijn lui, als het er op aankomt gezond te leven.’

‘ De politiek heeft alle leefstijlinterventies in de zorg wegbezuinigd.’

Zetten beloningen en voordeeltjes aan tot een gezondere levenstijl?

Page 5: Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie

8 Wetenschapsjournaal

Cijfers

In Tergooi werken op beide locaties

vrijwilligers

Patiënten-vervoer

Gast-vrouwen

Brengen en halen kerkdienst

Kinderopvang De Speelboeg

Activiteiten- begeleiding ouderen

Koffie/thee schenken poliklinieken

Hulp bij lezen en invullen formulieren

Service patiënten verpleeg- afdeling en SEH

Een onderzoek in Rotterdam wees uit dat je zeven

jaar langer leeft, wanneer je dat gezonder doet.’

Lachend: ‘Al is het natuurlijk meer uitstel dan afstel.

Uiteindelijk gaan we allemaal een keer dood.’

Nederland telt ruim vijf miljoen mensen met een

chronische aandoening. Je zou zeggen dat er met

preventie en zelfmanagement thuis heel wat geld

te besparen valt. Toch bestaat er nog steeds geen

samenhangende aanpak om welvaartsziekten aan te

pakken, constateert Kraaijenhagen. ‘Je zou mensen

die uit zichzelf iets ondernemen om gezond te blijven

bijvoorbeeld korting kunnen geven op het eigen risico

van hun zorgpolis. Maar zoiets ligt politiek moeilijk.’

ProeftuinDaarom besloten de bedenkers van het BENEFIT-

programma een proeftuin te beginnen voor

preventie en revalidatie op afstand, via internet. De

technologie hiervoor is voorhanden en wordt steeds

betaalbaarder. Kraaijenhagen: ‘Er vinden buiten de

reguliere zorg om enorme ontwikkelingen plaats.

De tech-industrie brengt gezondheidshorloges op

de markt. Thuis bloeddruk meten is inmiddels

heel gangbaar. Er komen steeds meer zorg-

apps op je mobiele telefoon, die bijhouden wat je

beweegpatroon, slaapgedrag en stressgehalte is.

En er zijn weegschalen die je vetgehalte weergeven.

Wij haken met onze aanpak in op die golf van

e-health-producten.’

Gemotiveerd blijven om gezonder te leven is

helemaal niet zo vanzelfsprekend, weet cardioloog

Kraaijenhagen. ‘Patiënten zijn na een infarct en een

dotterbehandeling tijdens de revalidatieperiode

supergemotiveerd om gezond te leven. Hun conditie

gaat met sprongen vooruit. Maar daarna neemt het

leven van alledag weer de overhand. Na een jaar is

driekwart van hen weer terug bij af qua ongezonde

leefstijl. Dit komt onder meer door een gebrek aan

nazorg na de hartrevalidatie. De zorgwereld heeft

nooit iets gedaan aan dit terugvalverschijnsel.

De huisarts doet trouw zijn bloedmetingen maar

verdere interventie op het gedrag vindt nauwelijks

plaats. Waarom niet? Dat wordt niet vergoed. Alle

leefstijlinterventies zijn wegbezuinigd. Dat is de

eigen verantwoordelijkheid van de patiënt, was de

afgelopen jaren de heersende politieke opvatting.’

Digitale spaarkaartEen van de BENEFIT-programma’s begint dit jaar in

Amstelveen, waar de lokale Albert Heijn al interesse

heeft getoond voor deelname aan de digitale

spaarkaart. Ook diëtisten en sportscholen in deze

regio willen meedoen.

Kraaijenhagen: ‘Het doel van dit project is vast te

stellen of mensen warmlopen voor kortingen en of

lokale bedrijven bereid zijn kortingen te geven in

ruil voor gespaarde Vitaliteitspunten.

Bij een eerste proef vorig jaar in Tergooi kwamen

wij er achter dat artsen en verpleegkundigen niet

goed kunnen volgen wat hun patiënten nu eigenlijk

in de praktijk deden aan hun leefstijl. Daarom willen

wij ervoor zorgen dat dat de behandelend arts of

verpleegkundige bij een patiënt nagaat of deze zijn

leefstijl wil veranderen. In dat geval ontvangt de

patiënt een voucher, een tegoedbon voor deelname

aan een BENEFIT-programma. De patiënt schrijft

zich in op een website en krijgt een login op zijn

persoonlijke gezondheidsomgeving, waar hij

geholpen wordt ongezonde leefstijlen te veranderen.

De zorgverlener wordt hierdoor ontlast en wij hopen

dat mensen hun gezonde leefstijl langer volhouden.’

Hoofdonderzoeker Evers: ‘De komende drie jaar

gaat een tiental ziekenhuizen in deze richting

experimenteren. Dit wordt een wetenschappelijke

studie waaraan veel patiënten meedoen. Zij krijgen

coaching van een persoon of via een digitale app.’

Sinds begin dit jaar vergoedt de zorgpolis

telemonitoring en teleconsulten tijdens de

hartrevalidatie. Kraaijenhagen: ‘Dit maakt het

voor ziekenhuizen aantrekkelijk mee te doen aan

deze aanpak.’

421 421 30 30 Pendelservice parkeerterreinen

6565

3535

2525

100100 100100

4040662020

Roderik Kraaijenhagen is cardioloog. Samen met zijn vrouw, internist Sabine Pinedo, richtte hij twee jaar geleden het particuliere Amsterdamse gezondheidsbedrijf Vital 10 op, gespecialiseerd in hartrevalidatie.

Andrea Evers is hoogleraar gezondheids-psychologie aan de Universiteit Leiden. Zij is hoofdonderzoeker van het BENEFIT-project, dat poogt hart- en vaatpatiënten met beloningen te verleiden tot een gezonde leefstijl.

‘ Hartpatiënten vallen een jaar na hun operatie al weer terug in ongezonde leefgewoonten.’

De jongste vrijwilliger is 19 jaar, de

oudste 86.

Het oudste jubileum voor vrijwilligers

is tot nu toe 35 jaar

Page 6: Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie

10 Wetenschapsjournaal 11Wetenschapsjournaal

De geheugenpoli is tien jaar geleden opgezet door Claus

in samenwerking met geriater Jacqueline Schuur. Met

adviezen van Philip Scheltens, hoogleraar neurologie en

directeur van het Alzheimercentrum van het VUmc. ‘De

man met de nodige ervaring’, aldus Claus. Vier dagen per

week kunnen patiënten, die zich zorgen maken over hun

geheugen en die door hun huisarts zijn doorverwezen,

terecht bij de poli. Ze worden in een ‘straatje’ onderzocht,

waar ze cognitieve testen, een hersenscan, een elektro-

cardiogram, lab en lichamelijk onderzoek én een gesprek

met de neuroloog en geriater krijgen. Neuroloog Claus: ‘De

heteroanamnese is ook heel belangrijk: het gesprek met de

partner of kinderen’.

Geriater Jacqueline Schuur: ‘Uniek van deze geheugenpoli

is dat patiënten zowel door de geriater als de neuroloog

worden gezien. De ene week is de neuroloog de hoofd-

behandelaar en heeft de geriater een kort gesprek met de

patiënt, de volgende week is het andersom.’ In het multi-

disciplinair overleg wordt vervolgens de diagnose gesteld,

in samenspraak met de neuropsycholoog en opleidings-

assistenten. Claus: ‘Dat levert soms stevige discussie op.’

Schuur: ‘Ja, want we willen die diagnose die heel bepa-

lend is voor iemands leven heel zorgvuldig stellen. We

denken dat de diagnostiek het beste is als je het gezamen-

lijk doet. Daarom kijkt ook de neuropsycholoog mee, die

beoordeelt of de testresultaten misschien zijn beïnvloed

door psychische problemen, zoals angsten, depressies of

overspannenheid.’

De zorgvuldige diagnostiek en methodiek van de ‘straat-

jes’ hebben de geheugenpoli een goede naam bezorgd:

patiënten uit omliggende regio’s melden zich regelmatig.

Inmiddels zijn er 3600 à 3700 patiënten gezien op de poli.

Claus: ‘De gemiddelde leeftijd van de patiënten bij wie

wij de diagnose Alzheimer stellen, ligt op 81,5 jaar. Dat is

een relatief oude populatie, als gevolg van de enigszins

vergrijsde populatie in het Gooi.’

Interessant is de vraag of dementie bij tachtigplussers

De geheugenpoli in Tergooi (locatie Blaricum) heeft een unieke databank. Daarin

is met name veel informatie terug te vinden over het verloop van Alzheimer bij

tachtigplussers – een groep waar relatief weinig onderzoek naar wordt verricht.

Neuroloog Jules Claus: ‘Het is ongelofelijk interessant deze populatie te onderzoeken.

Het hele leven van patiënten komt voorbij.’

Uniek Alzheimeronderzoek in de geheugenpoli van Tergooi

anders verloopt dan bij jongere mensen. Schuur: ‘Er

zitten twee kanten aan: ziektes verlopen bij ouderen

vaak net wat milder en langzamer. Aan de andere kant

zijn ze vatbaarder voor de interferenties van andere

bijkomende problemen. Als ze bijvoorbeeld door een

lichamelijke ziekte een delier krijgen – acute verward-

heid – dan weet je dat die het beloop van dementie

versnelt.’ Juist doordat er vaak andere problemen

spelen, zijn tachtigplussers niet makkelijk te inclu-

deren in onderzoeken, zegt Schuur: ‘Het beeld is door

andere problemen vaak vertroebeld; daardoor is het in

wetenschappelijk onderzoek lastig je pure onderzoeks-

vraag te beantwoorden.’

Claus: ‘Maar we hadden wél die enorme dataset liggen

van die bijna 4000 patiënten. Mijn collega Salka

Staekenborg en ik besloten die in te voeren in de

computer, zodat we met onze eigen databank onder-

zoek konden doen’. Een student was vervolgens een

jaar bezig met alle data in de computer in te voeren.

Het leidde al tot vier publicaties.

Claus: ‘Onze eerste publicatie ging over de vraag: Klopt

het dat dementie bij ouderen bijna altijd gemengde

dementie is? In richtlijnen gaat men er altijd vanuit dat

dat zo is: dat er hetzij door herseninfarcten, hetzij door

wittestofafwijkingen een vasculaire component in zit.

Maar wij zijn nagegaan: komen wittestofafwijkingen in

de hersenen van Alzheimerpatienten in onze populatie

nou meer voor dan bij controlepatiënten? Het antwoord

is: nauwelijks! Je ziet die wittestofafwijkingen zowel

bij controlepatiënten als bij Alzheimerpatiënten.

In onze populatie is het meer een leeftijdseffect.

Wij vinden ook niet veel meer herseninfarcten bij

Alzheimerpatiënten, vergeleken met de controlegroep.

Dus dat sprookje hebben we van tafel geveegd.’

In een volgend onderzoek van Salka Staekenborg en

Jules Claus wordt een andere aanname ontkracht: dat

wittestofafwijkingen altijd invloed hebben op cogni-

tief functioneren. ‘Dat is in onze populatie alleen bij

érnstige wittestofafwijkingen enigszins het geval – dat

is slechts acht procent van het totale aantal patiënten.’

Hun laatste artikel gaat over cognitieve reserves en het

beschermend effect van opleiding. ‘Dat staat momen-

teel erg in de belangstelling. Wat wij zien is dat er

een sterk effect van opleiding is op cognitie. Op het

moment dat wij de diagnose Alzheimer stellen, blijkt

dat hoogopgeleiden bij eenzelfde niveau van cognitie

veel sterkere hippocampusatrofie hebben dan lager

opgeleiden. Een hoger opgeleide kan veel meer hersen-

weefsel inleveren en nog dezelfde cognitie houden.

Dat komt doordat hersenen van een hoger opgeleide

meer netwerken hebben. Er kan meer kapot omdat er

meer overblijft. En áls er iets kapot gaat, zijn er betere

compensatiemechanismen.’

Casus

Page 7: Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie

12 Wetenschapsjournaal 13Wetenschapsjournaal

2013begonnen als project-apotheker in Tergooi (net afgestudeerd).

Wat geeft mij de kracht om door te

leven? Wil ik nog verder? Palliatieve

en terminale patiënten worstelen

bijna allemaal met zingevings- en

levensvragen. Alleen komen ze er

niet snel uit en daarom krijgen ze,

tijdens hun ziekenhuisopname,

geestelijke of spirituele zorg aange-

boden. Maar hoe gaat het verder, als

de patiënt weer naar huis gaat?

‘Tot voor kort kreeg een patiënt na

thuiskomst geen begeleiding meer’,

vertelt Everdien Gardner, die het

Centrum voor Levensvragen in 2018

opzette. Dit deed zij samen met

Tergooi, Vivium, Amaris, Hilverzorg,

Inovum en Kajan. ‘Niet zelden viel zo

iemand daardoor in een zwart gat.

‘ Angst en zorgen hebben invloed op lichamelijke klachten’

Het Centrum voor Levensvragen biedt professionele

ondersteuning aan patiënten met zingevings- en

levensvragen. Als zij deze zorg al in Tergooi ontvingen,

zetten de consulenten van het Centrum deze thuis

voort. Everdien Gardner van het Centrum voor

Levensvragen Gooi en Vechtstreek nam het initiatief

voor de samenwerking met Tergooi. ‘In Tergooi vind ik

veel kennis en bereidheid om de spirituele zorg te geven.’

‘Aan het begin ben je heel naïef‘

Gericht inzetten van antibiotica dringt het onnodig gebruik

hiervan terug en gaat resistentie tegen. In Tergooi werd een

antibioticateam (het A-team) geformeerd om na te gaan in

hoeverre de richtlijnen voor antibioticatoediening werden

nageleefd. Het promotieonderzoek van apotheker Inger

van Heijl, lid van het A-team, naar antibioticagebruik bij

longontstekingpatiënten was een logische vervolgstap.

‘Bij slechts dertig procent van deze groep werd de

richtlijn gevolgd.’

‘Toen ik in 2012 een weten-

schappelijke stage in Tergooi liep,

wist ik dat onderzoek doen echt iets

voor mij was. Ik hoef niet zo nodig

met patiënten te werken, het zijn meer

de medicijnen en de ziektes die mij

interesseren.

Er wordt bij longontstekingen

smallspectrum-antibiotica

geadviseerd maar artsen dienen

vaak breedspectrum-antibiotica

toe. Om dit te reduceren hebben

we een stewardship-interventie

ingevoerd: educatie, audit en feedback

aan artsen. Sinds 2014 moeten

ziekenhuizen een antibioticateam

hebben. De teamleden evalueren

wat artsen voorschrijven en als

dat tegenstrijdig is met de richtlijn

wijzen ze hen daar op. Deze gegevens

gebruiken wij voor mijn onderzoek.

Deze data hebben we geanalyseerd.

Aan het begin van het onderzoek

ben je heel naïef: je denkt dat

ziekenhuizen wel enthousiast

terugmailen als je ze vraagt mee te

doen. Natuurlijk willen ze graag,

maar ze hebben het ook erg druk.

Van de dertig ziekenhuizen die ik

aanschreef, reageerde meer dan de

helft niet. Ik ben gaan bellen, heb hele

schema’s gemaakt met wie ik wanneer

sprak. Je moet er bovenop zitten maar

niet irritant worden. Dat vereist een

slimme werkwijze.

Een andere hobbel was dat we weinig

geld hadden. De ziekenhuizen kregen

weinig betaald voor de data die ze

invoerden. We hebben de helft zelf

moeten invoeren, dat was een hell

of a job. Gelukkig deden de meesten

mee uit eigenbelang. Sinds 2015

moet elk ziekenhuis een A-team

hebben. Meedoen met mijn onderzoek

betekende dat ik de interventies

deed. Dat konden ze dan bij eventuele

inspecties laten zien en het kostte hen

minder tijd dan wanneer ze het zelf

zouden doen.

Zonder de interventies wordt

in dertig procent van de long-

ontstekinggevallen de richtlijn

gevolgd. Artsen waren zich daar

vaak niet bewust van. We hebben de

interventies stapsgewijs ingevoerd.

Iedere drie maanden kwamen er

twee ziekenhuizen bij. Steeds lieten

we zien hoe vaak de richtlijn werd

gevolgd aan de hand van de gemeten

resultaten.’

Inger van Heijl verricht onderzoek naar

juist antibioticagebruik bij patiënten met

longontsteking. Als lid van het A-team

in Tergooi kwam ze in contact met de

onderzoeksgroep in UMCU (Universitair

Medisch Centrum Utrecht). Haar

onderzoek is een samenwerking tussen

Tergooi en deze onderzoeksgroep.

Samenwerken Retrospectief

2015begonnen met promotie-onderzoek (UMCU) over juist antibioticagebruik bij patiënten met longontsteking in Tergooi.

2014lid van het antibioticateam, het A-team. Combinatie van onderzoek doen en als apotheker werken.

2019 resultaten van zo’n 4200 geïncludeerde patiënten zijn binnen.

Daarnaast kunnen angst en zorgen

lichamelijke klachten verergeren. En

dat terwijl steeds meer mensen juist

thuis willen sterven.’

De consulenten van het Centrum

voor Levensvragen zijn geschoold

als geestelijk verzorgers en hebben

ervaring met gesprekken over

belangrijke menselijke vragen. Zij

hebben diverse levensbeschouwe-

lijke achtergronden. De consulent

onderzoekt samen met de patiënt

wat voor hem of haar van waarde is

en wat kracht en houvast geeft.

‘Het Centrum voor Levensvragen

werkt met zzp’ers die ook vaak

een werkkring in het ziekenhuis

hebben’, vertelt Gardner. ‘Dat is fijn

want daardoor blijf je na ontslag uit

het ziekenhuis met dezelfde persoon

te maken hebben. De consulent kan

hierdoor ook gericht doorverwijzen

naar een collega. Er zijn daarnaast

consulenten betrokken bij de PaTz-

groepen (samenwerking huisarts en

wijkverpleging) en het toekomstige

Transmurale Palliatieve Team. Op

deze wijze is de geestelijke verzorging

ingebed in de totale zorg.’

Meer informatie:

centrumlevensvragengooi.nl.

Centrum voor Levensvragen biedt terminale en palliatieve patiënten spirituele zorg.

Apotheker Inger van Heijl onderzoekt onnodig antibioticagebruik

Wetenschapsjournaal12

Page 8: Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie

15Wetenschapsjournaal Wetenschapsjournaal14

Toen een jaar geleden een meisje van

een maand oud werd geopereerd aan

een hartdefect, ontstond er bij haar

een zeer hoge bloeddruk waarvoor

een bloeddrukverlager moest worden

ingezet. Dat werd nitroprusside, een

bloeddrukverlager die ook cyanide

bevat. Van nitroprusside is bekend

dat het een cyanide-intoxicatie kan

veroorzaken maar dit gebeurt dan

veelal pas na drie dagen en als de

patiënt ook risicofactoren als nier- of

leverfunctiestoornissen heeft. Bij dit

kindje trad deze intoxicatie echter al

binnen veertien uur na toediening

op, terwijl de dosering conform de

normale standaard was en bekende

risicofactoren waren uitgesloten.

De intoxicatie werd herkend, waarop

de arts toediening van het geneesmid-

del staakte. Het herstel zette zich in.

‘Gelukkig liep dit goed af. Maar we

wilden natuurlijk achterhalen waarom

deze intoxicatie was opgetreden,’

vertelt Koen van Rhee, bijna afgestu-

deerd ziekenhuisapotheker en promo-

vendus in Tergooi. ‘Niet alleen uit

nieuwsgierigheid, maar ook omdat het

belangrijk is eventueel nog onbekende

bijwerkingen van dit geneesmiddel te

melden, zodat deze in de doseerstan-

daard worden opgenomen.’

Na bestudering van de literatuur vond

de ziekenhuisapotheker in opleiding

dat de hoge dosering nitroprusside

enkel kortdurend gegeven kan

worden. ‘In de doseerstandaard stond

niet vermeld welke dosering voor

kortdurend en welke dosering voor

langdurig gebruik geschikt is. Die on-

duidelijkheid heeft er toe geleid dat

bij dit kindje een forse cyanide-intoxi-

catie optrad. Dit hoeft nu niet meer te

gebeuren; dankzij het casereport dat

wij hierover hebben geschreven, is

kinderformularium aangepast.’

Het is de tweede keer dat Van Rhee

de publieksprijs won tijdens Tergooi

Onderzoekt Vooruit. Twee jaar gele-

den nam hij de prijs mee naar huis

voor zijn presentatie over aanbevel-

ingen rond het antidotum voor

digoxine. Hijzelf geeft aan dat het

vooral toeval is. ‘In Tergooi word

ik gestimuleerd onderzoek te doen.

Als je iets opvallends of afwijkends

tegenkomt tijdens je werk, dan is het

nuttig er iets mee te doen. Ik heb nu

het geluk gehad dat op basis van die

bevindingen, ook daadwerkelijk een

protocol of doseerrichtlijn is aange-

past. Ja, dat motiveert zeker om de

boeken in te duiken als een behande-

ling niet volgens verwachte

scenario’s verloopt.’

Jij bent sinds kort niet meer researchmedewerker, maar datamanager: wat is het verschil?Toen mijn functie als medisch secretaresse op de longaf-

deling vier jaar geleden verdween, ben ik het datamanage-

ment rond een net opgestarte studie naar immunotherapie

gaan doen. Al snel deed ik dit ook voor medicatiestudies

van andere vakgroepen. Als researchmedewerker voerde

ik daarnaast allerlei administratieve taken uit. Omdat

het aantal studies in rap tempo toenam, werd dit teveel.

Bovendien worden de farmaceuten steeds strenger met de

deadlines rond de dataverwerking. Daarom ben ik sinds

kort datamanager; ik verzamel de onderzoeksresultaten

van alle oncologische medicatiestudies die in

Tergooi lopen.

Bij welke medicatiestudies ben jij betrokken?Voordat een farmaceut een nieuw medicijn op de markt

kan brengen, wordt in diverse fases onder meer de werk-

zaamheid en veiligheid onderzocht. Als wij voldoende

patiënten voor de studie hebben én we kunnen binnen

de gestelde tijd data verzamelen en registreren, doen we

mee. Veelal studies naar behandeling van vergevorderde

kanker. Meestal wordt onderzocht of het nieuwe medicijn

beter werkt dan het bestaande en of het bij-

werkingen heeft.

Welke patiëntgegevens verzamel jij voor deze studies?Wij voeren patiëntinformatie in de database van de farma-

ceut. Zo zijn er vragen over de medische voorgeschiedenis:

wanneer is de kanker ontstaan? Welke onderzoeken zijn er

toen gedaan? Welke behandelingen heeft de patiënt gehad?

We noteren de bijwerkingen van het nieuwe medicijn en

elke zoveel weken wordt met een CT-scan de status van de

tumor bekeken. Veel informatie haal ik uit ons eigen elek-

tronisch systeem. Maar ik heb ook overleg met de hoofd-

onderzoeker en de studiecoördinatoren. Wij werken altijd

volgens het protocol van de farmaceut; ik ben intern een

extra controle daarop.’

Je doet dus veel speurwerk?Inderdaad. Ik voel me soms echt de Sherlock Holmes van

Tergooi. Dan worden bijvoorbeeld bijwerkingen genoteerd,

maar dan check ik samen met de behandelend onderzoeker

of deze daadwerkelijk vanwege het medicijn zijn en niet

gerelateerd aan de voorgeschiedenis van de patiënt. Het is

elke keer een puzzel met altijd stukjes die niet

meteen passen.

Wat zou je aan je werk willen veranderen? Ik zou wel een collega willen hebben. Ik heb het vaak te

druk en dan nemen researchcoördinatoren mijn werk-

zaamheden over. Dat is zonde, want zij kunnen hun tijd

beter besteden aan andere zaken, zoals het coördineren

van een studie en opzetten van nieuwe studies. Ik wil me

inschrijven in het kwaliteitsregister van de beroepsver-

eniging; om geregistreerd te blijven moet ik dan jaarlijks

studiepunten halen. Met dit keurmerk laten we als zieken-

huis zien dat we topkwaliteit leveren.

15

Toedienen van bloeddrukverlager nitroprusside kan tot een cyanide-

intoxicatie leiden. Ook als er geen sprake is van risicofactoren bij de patiënt.

Met een casereport over een patiëntje dat dit overkwam won Koen van Rhee,

ziekenhuisapotheker in opleiding, voor de tweede keer de publieksprijs tijdens het

jaarlijks wetenschapssymposium Tergooi Onderzoekt Vooruit.

Tergooi Onderzoekt Vooruit Van Binnen uit

De Sherlock Holmes van Tergooi

Onderzoeksresultaten van allerlei studies moeten worden verzameld en

geregistreerd. Onderzoekers hebben daar zelf geen tijd voor. Daarom

doet de datamanager het voor ze. Hoe gaat dat? Mireille Hooftman,

datamanager oncologische medicatiestudies in Tergooi, vertelt.

Mireille Hooftmandatamanager

Koen van Rhee wint tweede keer publieksprijs

‘ Ik duik graag de boeken in als een behandeling niet volgens scenario verloopt

Page 9: Tergooi strijdt samen met patiënten tegen ongezonde ... · bezig samen die visie te ontwikkelen. Daarbij moet je compromissen sluiten. In het begin is dat wat lastig. We zijn drie

Pasgeboren kinderen krijgen soms onnodig antibiotica toegediend. De

arts vermoedt dan dat zij lijden aan sepsis terwijl achteraf blijkt dat toch

niet zo is. De sepsis-calculator kan de onnodige toediening van antibiotica

grotendeels terugdringen, ontdekte Niek Achten.

Sepsis is een levensbedreigende ontregeling van het lichaam, vaak in reactie op

een bacteriële infectie. Ongeveer vijf procent van de baby’s krijgt antibiotica,

vertelt Niek Achten. ‘Achteraf blijken de meesten helemaal geen sepsis te

hebben gehad.’

De onderzoeker ontdekte dat het gebruik van antibiotica bijna gehalveerd kan

worden wanneer kinderartsen gebruik maken van een sepsis-calculator. ‘Dat is

een computermodel waarmee je veel beter dan tot nog toe het risico berekent of

een pasgeborene inderdaad lijdt aan sepsis. Het probleem is namelijk dat deze

gevaarlijke aandoening heel zeldzaam is. Slechts één op de duizend geborenen

krijgt ermee te maken. Maar veel allerkleinsten vertonen verschijnselen die

erg veel lijken op die van sepsis, bijvoorbeeld een versnelde ademhaling. De

arts heeft in zo’n geval maar enkele uren om te beslissen of hij antibiotica zal

toedienen. De kindjes hebben een beperkt immuunsysteem en weinig reserves.

Dan kan een sepsis binnen enkele dagen acuut dodelijk aflopen. Het maken van

een kweekje van de bacteriën in het lab kost dagen tijd. De dokter neemt daarom

geen risico en geeft antibiotica. Better safe than sorry, luidt de motivatie. Maar

antibiotica is minder onschuldig voor pasgeborenen dan twintig jaar geleden

gedacht werd. Het kind wordt weggehaald bij de moeder om in het ziekenhuis

een infuus en bloedafname te krijgen. Ook op de lange duur kan antibiotica

negatieve gevolgen hebben. Bijvoorbeeld een duidelijke verandering in de

darmflora van het kind. En jaren later zien we nog verhoogde risico’s, zoals

auto-immuunziekten.’

Promovendus Achten besloot in 2015 in Tergooi te onderzoeken of de

sepsis-calculator, die kort daarvoor in de Verenigde Staten ontworpen was,

artsen inderdaad beter zicht geeft op de vraag of een zuigeling lijdt aan

sepsis. De calculator staat online en de arts voert anoniem de zichtbare

ziekteverschijnselen bij het kind in, bijvoorbeeld snelle ademhaling. Ook andere

verdachte gegevens neemt de calculator mee in zijn oordeel, zoals een te vroege

geboorte en koorts bij de moeder tijdens de bevalling. Het resultaat was tamelijk

spectaculair. ‘Ik ontdekte dat artsen die de calculator gebruiken, 44 procent

minder vaak besluiten tot antibiotica’, aldus Achten.

Trots vertelt hij dat hij en zijn mede-onderzoekers deze bevindingen vorig

jaar hebben gepubliceerd in het vakblad European Journal of Pediatrics.

‘Ik ben erg blij dat dit straks betere zorg voor pasgeborenen oplevert. De

calculator werkt in iedere smartphone en is dus makkelijk toegankelijk. Het

onderzoek bij bijna vierduizend pasgeborenen was een monnikenwerk. Het

verzamelen van de gegevens duurde langer dan gedacht. Ik moest het de eerste

jaren combineren met mijn werk als zaalarts, inclusief de nachtdiensten. Dat

was een hele puzzel, maar met hulp van collega’s is dit gelukt. Dit jaar krijg

ik een wetenschapstoelage van het ziekenhuis, nu kan ik mij volledig aan

het onderzoek wijden. Hopelijk zal ik hierdoor in 2020 promoveren. In mijn

proefschrift beschrijf ik hoe de calculator de zorg kan verbeteren.’

Niek Achten (1990) studeerde

geneeskunde in Utrecht en

liep een wetenschapsstage aan

de Vanderbilt University in

Nashville. Hij werkte als arts-

assistent kindergeneeskunde

in Nederland en Suriname. Zijn

promotieonderzoek voert hij uit

in het Academisch Ziekenhuis

Paramaribo en in Tergooi locatie

Blaricum, samen met het AMC.

De promovendus

Sepsis-calculator belangrijk wapen in de strijd tegen onnodig antibioticagebruik bij pasgeborenen