Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle...
Transcript of Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle...
www.devoetbal trainer.nl
Tekst: Sander de Vries
Fo
to’s
: P
ro S
ho
ts
Het elfde Nederlandse Trainerscongres werd ge-
kenmerkt door een gevarieerd programma. Ruim
duizend voetbaltrainers waren aanwezig in het
multifunctionele IJsseldelta Stadion van PEC Zwolle,
dat zich wederom een warme gastheer toonde.
Elfde Nederlandse Trainerscongres
T R A I N E R S C O N G R E S
De organisatie, die in handen was van
het CBV, de VVON, De Voetbaltrainer
en de KNVB ontving veel lovende
woorden over de workshop Life Kine-
tik. Dat is een wetenschappelijk on-
derbouwd trainingsprogramma, met
als doel om het prestatievermogen
van de hersenen uit te dagen. “Erg
interessant”, vond John van ’t Schip.
Hij verblijft sinds enkele weken weer
in Nederland, na zijn avontuur bij
de Mexicaanse topclub Chivas. “Life
Kinetik draait om sneller denken en
handelen, reactievermogen en beslis-
singen nemen. En in de top van het
voetbal zijn het juist de fracties van
seconden die het verschil maken. Ik
blijf dit programma zeker in de gaten
houden.”
Van ’t Schip vond bijval van Foeke
Booy. “Life Kinetik leidde bij mij tot
nieuwe inzichten”, stelt Booy. ”Dit
programma gaat diep in op de wer-
king van het brein en de verschil-
lende facetten daarvan. In het voetbal
wordt daar relatief weinig aandacht
aan besteed. Ik ben dan ook van plan
om hier literatuur over op te zoeken,
zodat ik mij verder in Life Kinetik kan
verdiepen. Je wilt je als trainer toch zo
breed mogelijk blijven ontwikkelen.”
Volgens Booy is het Trainerscongres
vooral een meerwaarde voor amateur-
trainers. “Dat is ook goed, omdat meer
dan tachtig procent van de aanwezi-
gen amateurtrainer is”, meent Booy.
“Neem de demonstratietraining van
PEC Zwolle, die ’s middags op het pro-
gramma stond. Ik vond het erg leuk
om het positiespel van die ploeg te
bekijken. Je kon echt zien dat daar een
idee achter zat. Toch moet ik beken-
nen dat het grootste gedeelte van de
trainingen die op Nederlandse con-
gressen worden aangeboden, voor mij
gesneden koek is.”
Dat gold niet voor Minno van der
Werff, trainer van derdeklasser VV
Rijperkerk uit Friesland. Hij volgde
de coördinatietraining, die gelijktijdig
met Life Kinetik plaatsvond. Deze
sessie werd verzorgd door Hans Tan-
ner, een Zwitser die onder meer een
verleden heeft bij FC Zürich. “Ik ben
een fan van de ladders waar Tanner
gebruik van maakte”, zegt Van der
Werff. “Het is echter wel belangrijk
dat je het niveau waarop je traint in
het achterhoofd houdt. Lang niet ie-
dere voetballer van mij heeft baat bij
zo’n coördinatietraining. Toch neem
ik deze informatie wel mee, voor de
enkelingen die daar wel profijt van
kunnen hebben.”
Tussen de demonstraties was er voor
trainers volop mogelijkheid om van
de nieuwste ontwikkelingen op de
hoogte te blijven. In het stadion ston-
den diverse stands die de aanwezige
oefenmeesters van de meest uiteen-
lopende informatie en trainingsma-
teriaal konden voorzien. De middag
stond vooral in het teken van de uit-
reiking van de Rinus Michels Awards
en de podiumdiscussie, die beide
werden gepresenteerd door Joep
Schreuder. Het vormde een boeiend
slotstuk van een interessante voetbal-
dag.
Veelzijdigheid troef in Zwolle
70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29
D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 37170
Tekst: Ruud Doevendans & Paul Geerars
Loop- en coördinatietraining
Life Kinetik
Fo
to’s
: P
ro S
ho
ts
T R A I N E R S C O N G R E S
Hoewel je volgens loop- en coördina-
tietrainer Hans Tanner in één training
slechts een beperkt aantal (nieuwe)
coördinatieoefeningen moet aanbieden
aan de spelers, liet hij tijdens het Trai-
nerscongres tientallen verschillende
variaties zien op dit gebied. Hierdoor
kregen de aanwezige trainers op de tri-
bune een goede indruk van alle moge-
lijkheden. Wat Tanner betreft zou elke
trainer, hoe vaak je ook traint per week,
de getoonde oefeningen als onderdeel
van de warming-up kunnen toepassen.
Mocht je als trainer geen eigen voor-
beeld hebben, laat dan een vaardige
speler het goede voorbeeld geven.
Hans Tanner: “We zijn allemaal voet-
baltrainers, maar in een wedstrijd
heb je maar drie procent van de tijd
balbezit. Misschien kunnen we beter
spreken van ‘loopbal’, want lopen,
We gebruiken nauwelijks vijftien pro-
cent van onze hersencapaciteit. Horst
Lutz vroeg zich af hoe we prestatie-
verbetering kunnen verkrijgen door de
hersenen intensiever te trainen. Zijn
werkwijze en voortschrijdende inzich-
ten ontwikkelden zich tot Life Kinetik.
Life Kinetik is een trainingsprogram-
ma waarbij zintuiglijke waarneming,
lichaamsbeweging en cognitieve
opdrachten worden gecombineerd.
Hierdoor wordt het brein telkens voor
nieuwe uitdagingen geplaatst, waar-
door hersencellen nieuwe verbindin-
gen maken en we beter gaan preste-
ren. Op het Trainerscongres werden de
enkele honderden aanwezigen die be-
sloten hadden deze interessante work-
shop te volgen, zelf geconfronteerd
met de realiteit. Diverse oefeningen
moesten worden uitgevoerd, hetgeen
springen, keren en sprinten doe je de
andere 97%. Ik hecht daarom grote
waarde aan loop- en coördinatietrai-
ning.”
Adviezen voor de trainer bij loop- en
coördinatietraining:
•
•
• -
ten en niet vanuit de heupen.’
•
blijven van de grond.’
•
horen, omdat je lichtvoetig moet
bewegen.’
•
•
• -
om uit, niet alleen over je voorkeurs-
kant.’
dusdanig moeilijk bleek dat het tot
grote hilariteit in de zaal leidde. Jürgen
Dortmund, maakte al kennis met Life
Kinetik en heeft het een integraal on-
derdeel van zijn programma gemaakt.
Jürgen Klopp: “Life Kinetik is van de
beste methoden die ik de laatste jaren
-
sche training, bewegingsgedrag. Als je
dit alles meer gedetailleerd gaat doen,
krijg je uiteindelijk betere prestaties.
eerst eenvoudige sommen moet kun-
te kunnen oplossen. Je kunt op deze
manier verbetering bereiken zonder
de spelers fysiek uit te putten. Dat is
voor mij als trainer ontzettend belang-
rijk. Ik wil het liefst acht uur per dag
trainen, maar dat is niet mogelijk. Dus
•
inslijpen en dan steeds tempo ver-
hogen in uitvoering.’
Online:
http://iturl.nl/snSX0
In de mediatheek van De Voetbaltrainer
verschijnen voor de abonnees op deze
service de videofragmenten die horen bij
deze presentatie.
moeten we op zoek naar alternatieve
trainingsmethodieken die tóch winst
opleveren. We doen deze oefeningen
nu eenmaal per week en raken steeds
meer overtuigd. We gaan er zeker mee
door en zullen het uitbouwen.”
Online:
www.lifekinetik.de
http://iturl.nl/sndSWt
71_kinetiktanner.indd 71 21-05-13 09:39
www.devoetbal trainer.nl
Tekst: Ruud Doevendans en Paul Geerars
Al tien jaar positiespel als warming-up
Na twee jaar stond tijdens de 2013-editie van het Nationaal
Trainerscongres weer eens een hoofdtrainer uit het betaalde
voetbal op het veld voor een demonstratietraining.
Art Langeler gaf in zijn (nog) thuisstadion inzicht in zijn werk-
wijze. Niet geheel verrassend bleek ook ditmaal dat hetgeen
getraind wordt, vaak ook terug te zien is in de wedstrijden.
In het geval van PEC Zwolle praten we dan over een sterk
ontwikkeld positiespel.
PEC Zwolle-trainer Art Langeler demonstreert werkwijze
T R A I N E R S C O N G R E S
Tegen veler verwachting in bleek PEC
Zwolle het afgelopen seizoen volko-
men eredivisiewaardig. Sterker nog,
op basis van het vertoonde spel én
de behaalde resultaten mag gerust
gesteld worden dat de ploeg een aan-
winst voor de Eredivisie was. Basis
onder het succes was een rotsvast
vertrouwen in een speelwijze. Dat dit
vertrouwen niet uit de lucht kwam
vallen, werd duidelijk tijdens de de-
monstratietraining van Art Langeler.
De Voetbaltrainer was uiteraard ter
plaatse en legde haarfijn vast wat
de visie van een van de meest op-
zienbarende trainers van het seizoen
2012/13, niet voor niets genomineerd
voor de Rinus Michels Award, is op
het gebied van positiespel. De citaten
hieronder zijn deels afkomstig van
Langeler tijdens de demo, deels van
het nagesprek dat De Voetbaltrainer
met hem voerde.
PlezierTijdens de demonstratietraining wa-
ren de discipline en het spelplezier
van de PEC Zwolle-spelers opvallend.
Art Langeler: “Dat heeft uiteraard ook
te maken met de resultaten die we
dit seizoen geboekt hebben. Plezier
is de basis van werken. We proberen
daar met de vormen die we doen
ook zoveel mogelijk rekening mee te
houden. We variëren veel en leggen
altijd uit waarom we bepaalde dingen
doen. Dat is ook een van de redenen
waarom er met plezier en hard ge-
werkt wordt.”
Warming-upArt Langeler: “Je ziet, ook in het ama-
teurvoetbal, dat er soms langdurig
aandacht wordt besteed aan de war-
ming-up. Dat vind ik de grootste onzin
die bestaat. Dat doen trainers doen
ofwel weinig variatie in hun pakket
hebben of die het zichzelf makkelijk
willen maken en het eerste half uur
lekker met de armen over elkaar wil-
len staan kijken.
Wanneer een kind buiten gaat spelen,
begint het direct als het buiten komt.
Dus zonder warming-up. Ook bij PEC
Zwolle kennen we misschien een
afwijkende manier van warming-up
vergeleken met veel andere profclubs.
We doen niet aan rekken en strekken.
Na een paar minuten warmlopen gaan
72-73-74-75-76-77_langeler.indd 72 21-05-13 09:36
D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 37372
we al snel over naar een positiespel in
een relatief kleine ruimte. Spelers ko-
men om te voetballen, dan moet je ze
dat ook zoveel en zo snel mogelijk la-
ten doen. Natuurlijk, de voetbalwereld
is tegenwoordig een carrousel en ieder
jaar heb je nieuwe spelers in je groep.
Daar zitten natuurlijk ook spelers bij
die wél gewend zijn om te rekken. Dat
kan bij PEC Zwolle. Wij starten om
tien uur met de training. De spelers
dienen om negen uur aanwezig te
zijn. Er is dus voldoende ruimte om
in de eigen tijd een alternatieve war-
ming-up te doen wanneer een speler
daar behoefte aan heeft. Gewoon een
kwestie van eerder naar buiten gaan.
Daar is geen trainer voor nodig, dat
kan de speler wel zelf. Ik vind het in
ieder geval zonde van de tijd om daar
verder aandacht aan te besteden. Je
moet voetballen. Vier rondes warmlo-
pen, allerlei coördinatieoefeningen en
armzwaaien vind ik onzin. Een speler
die dagelijks traint is gewoon gewend
aan de inspanningen.
Mocht ik ooit weer hoofdtrainer wor-
den bij een club, implementeer ik de-
ze visie zeker weer. Ik word nu Hoofd
Jeugdopleiding bij PSV en ook daar zal
ik die discussie voeren. En ik durf de
uitspraak wel aan dat over twee jaar
de warming-up bij de jeugd van PSV
er heel anders zal uitzien.”
Altijd positiespelArt Langeler: “Het positiespel aan
het begin is niet iets wat ík verzon-
nen heb, maar wat misschien al wel
tien jaar een goed gebruik is bij PEC
Zwolle. Mijn voorgangers Dwight
Lodeweges en Jan Everse hebben het
ook gebruikt aan het begin van hun
trainingen: positiespellen in de kleine
ruimte. Elke training, zeker een kwar-
tier. Soms langer, nooit korter. Nu zie
je bij dit soort positiespellen (rondo’s)
in de kleine ruimte dat spelers elkaar
zouden kunnen ‘naaien’ door bijvoor-
beeld een bal extra hard in te spelen,
waardoor je medespeler moet verde-
digen, maar bij PEC Zwolle zijn we die
fase gelukkig voorbij. Het gaat echt
om het positiespel, de goede hande-
lingssnelheid en toepassing van func-
tionele techniek teneinde de verdedi-
gers zo lang mogelijk in het midden te
houden. Bij 8:2 doen we dat met één
keer raken. Bij 7:3 maken we de ruim-
te iets groter. Het zevental mag spelen
met een zogenaamde centrale speler,
maar die mag alleen centraal kómen
en niet blijven staan. Vanuit het mid-
den moet hij na zijn balcontact dus
weer naar de buitenkant. Anders krijg
je een as-speler die alleen maar rond-
jes draait op een vierkante meter mid-
den in het veldje. Iedereen mag even
centrale speler worden. Hierdoor train
je ook het inzicht bij het zevental om
een keer al dan niet voor je tegenstan-
der te komen.
Fo
to’s
: P
ro S
ho
ts
‘Een warming-up van een half uur voor een training vind ik
complete onzin’
72-73-74-75-76-77_langeler.indd 73 21-05-13 09:36
www.devoetbal trainer.nl
Het laatste wat je wilt in deze positie-
spellen is discussie over wie er moet
verdedigen: degene die slecht passte
of degene die de pass verspeelde.
Een volwassen groep gaat hier in alle
redelijkheid mee om. Vooral nieuwe
spelers bij PEC Zwolle moeten hier wel
eens aan wennen.
De laatste training(en) voor de wed-
strijd maken we ook een hiërarchisch
onderscheid tussen de twee groepen
die het positiespel spelen. De beste
spelers vormen dan één groepje. Daar
hoort, voor sommigen misschien ver-
rassend, ook keeper Diederik Boer bij.
Dat is geen toeval, want hij voetbalt al
tien jaar bij deze club.”
Positiespel grote ruimteArt Langeler: “Bij PEC Zwolle willen
we graag dat je dóórbeweegt als on-
derdeel van ons dynamisch positie-
spel. Na je pass moet je dus niet stil
blijven staan, maar een nieuwe positie
kiezen. Om dit te trainen, doen we bij-
voorbeeld 8:8 plus twee neutrale spe-
lers. Beweegt een speler niet dóór na
zijn pass, dan kan de trainer ingrijpen
door bijvoorbeeld het balbezit aan de
andere partij te geven.
In een groot positiespel is het soms
verleidelijk om onnodig een hoge,
lange pass te geven. Dat levert echter
vaak balverlies op, dus heeft zeker
niet onze voorkeur. Probeer, als het
kan, de oplossingen zo veel mogelijk
over de grond te zoeken. Gebruik tus-
senstations.
Eigenlijk is dit positiespel, zoals we
dat tijdens de demo laten zien, meer
een pass- en trapvorm met weer-
stand. Die weerstand is beperkt,
want je hebt in balbezit twee spelers
meer. Het dus geen partijvorm, met
richting en met goals. Dat komt pas
daarna. Eerst willen we de voorwaar-
den scheppen om voetballend aan de
overkant te komen. Daarbij is zuivere
passing en doorbewegen essentieel.
En ik kan zeggen dat dit bij PEC Zwol-
le inmiddels heel behoorlijk wordt
uitgevoerd. Een reden daarvoor is dat
de functionele techniek van onze spe-
lers sterk getraind is. En daarbij mag
ook niet vergeten worden dat we op
een ideale ondergrond spelen. Op ons
kunstgras hoef je nooit met oneffen-
heden rekening te houden en doet je
bal altijd wat je verwacht. Dat scheelt
enorm.
Het belangrijkste element in dit po-
sitiespel is, dat je nadat je de bal ge-
speeld hebt ogenblikkelijk een nieuwe
positie moet kiezen. Daar zijn we erg
scherp op, en het zorgt er ook voor
dat dit geen statisch positiespel of een
statische pass- en trapvorm wordt.
Bijna al onze spelers moeten meteen
na hun pass doorbewegen. Dit houdt
tijdens wedstrijdvormen ook in dat
posities moeten worden bewaakt, met
name als het gaat om de restverdedi-
ging. Het spreekt voor zich dat nooit
beide backs tegelijkertijd mee kunnen
in de aanval. Schuift een centrale ver-
dediger in, moet een andere spelers
afhaken. Dat zijn zaken die in tacti-
sche trainingen goed te oefenen zijn,
maar het gaat me om het principe: na
de bal te hebben gespeeld zit je werk
er niet op, maar moet je doorbewegen.
Van 8:8+2 kan een volgende stap zijn
om 9:9 te spelen. Dan wordt het vrij
spel. Er bestaat dan een gevaar dat
spelers te veel gaan lopen met een
bal of te veel balcontacten gebruiken.
Dat is een soort natuurlijke luiheid
die erin sluipt, alleen maar omdat het
mag van de spelregels. Toch moet je
als trainer ook bij vrij spel blijven be-
nadrukken dat twee keer raken vaak
de beste oplossing is, voor jou en je
medespeler(s).
Natuurlijk kan het gebeuren dat je in
de wedstrijd, terwijl sommige posi-
ties net verlaten zijn, balverlies lijdt
en je een counter om je oren krijgt.
Daar staat tegenover dat je ook veel
kansen zult creëren. Het risico dat het
een keer mis gaat, nemen we graag.
Wel is het van tijd tot tijd voer voor
discussie geweest in de technische
staf. Je kunt je voorstellen dat de ver-
‘In het spel van PEC Zwolle is het
steeds een wapen geweest om de
steekpass te geven op de rechts-
buiten.’
‘Het risico van een counter-tegen nemen we graag’
T R A I N E R S C O N G R E S
72-73-74-75-76-77_langeler.indd 74 21-05-13 09:37
D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 374 75
dediger Jaap Stam en de aanvaller Art
Langeler daar wel eens anders over
denken.”
AanvalspatroonArt Langeler: “Bij de vorm die we la-
ten zien, 5:4, trainen we een aanvals-
patroon in. In het spel van PEC Zwolle
is het steeds een wapen geweest om
de steekpass te geven op de rechts-
buiten. De buitenspeler moet altijd ge-
richt zijn op het passje binnendoor. In
onze selectie hebben we met Furdjel
Narsingh een heel snelle speler, met
Arne Slot hadden we een speler die
tot die steekpass perfect in staat was.
De vorm 5:4 is er in eerste instantie
op gericht om een middenvelder vrij
te spelen, die vervolgens de aanval
bedient. De middenvelder wordt in-
gespeeld en draait open. De loopactie
van de buitenspeler moet duidelijk
bedoeld zijn om de bal óf in de voeten
te ontvangen, óf in de diepte. Ga je
diep, dan moet je daarvoor het juiste
moment kiezen. Daarop kunnen wij
ons nog verbeteren. Het gaat erom
dat je aanvallers opties geeft wat ze
kunnen doen, en je middenvelders
opties op welk moment ze de bal te
kunnen geven.
Ik heb helemaal niets met buitenspe-
lers die stilstaan, aangespeeld moeten
worden en van daaruit hun eigen ac-
tie willen maken. Dan is namelijk het
moment al voorbij, is er rugdekking
en heb je nauwelijks kans op succes.
Er moet altijd beweging zijn. In de
aanloop daarnaartoe probeer je met
korte combinaties de tegenstander
stuk te spelen. Dit kun je ook trainen
door nog verder vereenvoudigde vor-
men toe te passen, zoals 2:2 of 3:2.
Bij de andere organisatie ging het
tijdens de demonstratietraining niet
alleen om het creëren van aanvalspa-
tronen, maar ook om het voorkomen
van doelpunten. Daarom hebben we
in de tweede vorm ervoor gekozen
om een van de centrale verdedigers
snel uit te laten stappen op een vrij-
komende middenvelder. Daardoor
kregen we achterin een 1:1-situatie
die in wedstrijden ook vaak voorkomt.
Dan is het zaak om met name de
ruimte achter je goed te bespelen. Het
primaire doel van de oefening in ver-
dedigend opzicht was het voorkomen
van een doelpunt. Dat lukte goed. Het
secundaire doel, het starten van een
tegenaanval, kwam er misschien iets
minder uit.
Je kunt vrij eenvoudig provoceren dat
die tegenaanval er toch gaat komen.
Als je het overtal bij de balbezitter
inwisselt voor een ondertal – door
één speler naar de andere partij te
brengen krijg je immers 4:5 – gaat de
bal vaak verloren en heb je steeds
een tegenaanval. Het viertal moet
dan na balverlies gelijk druk zetten
en de counter eruit halen. Maar het
moge duidelijk zijn dat het accent van
de training dan wel compleet anders
komt te liggen.”
MethodiekArt Langeler: “In beide vormen kun
je methodisch zeker nog het een en
ander doen voordat je bij 10:10 uit-
komt, zoals we in deze demonstratie-
training gedaan hebben. Bij de vorm
waarin het gaat om het snel aanspe-
len van de spitsen kun je het meer
complex maken door de aantallen
groter te maken. De ruimte wordt
dan kleiner en de passlijnen kunnen
eerder afgesloten worden.
In de vorm waarin het ook om het
verdedigen gaat, kun je de stap naar
6:5 maken. Vergroot je achter de aan-
tallen aan beide kanten, heb je wel
het probleem dat je ruimte te kort
komt. Kiezen wij voor deze vormen
dan spelen die daarom altijd op ver-
schillende velden. Maar voor deze
training was dat niet haalbaar, omdat
het een demonstratie was.”
AfstemmingArt Langeler: “Het belangrijkste mo-
ment in de coaching bij de aanvals-
patronen is de afstemming tussen de
middenvelder en de aanvaller. Wan-
neer gaat de aanvaller vertrekken, en
wanneer geeft hij aan dat hij de bal
wil hebben? Die momenten zijn situ-
atief uitstekend coachbaar. Uiteraard
bemoei ik me daar als hoofdtrainer
normaliter heel nadrukkelijk mee,
waar we tijdens de demo de taken an-
ders hadden verdeeld en ik vooral de
uitleg naar de mensen op de tribune
verzorgde.
In de andere vorm, de verdedigende
vorm, zul je de aanvallende ploeg
eerder begeleidend coachen. Je sti-
muleert hen om zo snel mogelijk tot
een kans te komen, teneinde de keuze
voor de verdedigers zo lastig mogelijk
te maken: moet ik instappen of niet?
Hier leg je de situatieve coaching weer
vooral bij de verdedigers.”
Samenvatting:• rt angelervindteentraditio-
nele warming-up niet zinvol.• P C wollegaatvrijweldirect
over op een positiespel 8:2 of 7:3.
• D rbewegennadepassisdekern van de samenspel.
• Hetpositiespelhee talsdoelomde aanvallers zo snel mogelijk vrij te spelen.
‘Ik heb niets met buitenspelers die stil-staan. Er moet altijd
beweging zijn’
72-73-74-75-76-77_langeler.indd 75 21-05-13 09:37
Trainingsvormen Art Langeler
Warming-up
Doel• warming-up voor de trai-
ning
• verbeteren van de functi-
onele techniek
Organisatie• veld van 6 bij 6 meter
(8:2), of 10 bij 10 meter
(7:3), of 11 bij 10 meter
(bij methodische stap, 7:3
met 1x raken)
Inhoud• positiespel 8:2:
- 1x raken
- niet terug naar de speler waar je de bal van ontvangt
• positiespel 7:3:
- jongste drie starten in het midden
- 2x/1x raken: als de speler van wie je de bal krijgt de bal twee keer
heeft geraakt, mag je zelf maar één keer raken
- er mag gespeeld worden met een ‘middenman’, maar die speler mag
er niet staan, hij mag er wel komen
- methodische stap: iedereen één keer raken en je mag maar één keer
terugspelen naar de man van wie de bal vandaan komt (dus niet
steeds heen en weer tikken door een tweetal)
• geen discussie over wie er moet verdedigen: snel oplossen en doorspe-
len
Coaching• ‘Speel met goede balsnelheid: bal moet te verwerken zijn door je mede-
speler.’
• ‘Speel op juiste been van de medespeler aan, in de richting waar hij
heen kan.’
• ‘Speel niet over je eigen standbeen heen, dankzij goed voetenwerk
vooraf.’
• ‘Coach elkaar.’
• ‘Goed vrijlopen,
steeds korte stukjes.’
• ‘Kom in de as voor
je man op het juiste
moment: medespe-
lers opties geven.’
Variatie• nooit terugspelen
naar de speler van
wie je de bal krijgt
• verplicht twee keer
raken
www.devoetbal trainer.nl
T R A I N E R S C O N G R E S
12
1
2
2
1
Groot positiespel
Doel• verbeteren van het positiespel
• verbeteren van de functionele techniek en het doorbewe-
gen na de pass
Organisatie• veld van zestienmeterlijn tot middenlijn, met doorge-
trokken zijkanten van zestienmetergebied
• trainer in middencirkel met voldoende ballen
• hesjes voor beide partijen en twee neutrale spelers
Inhoud• positiespel 8:8+2
• maximaal twee keer raken
• beweegt een speler niet dóór na zijn pass, dan kan de
trainer ingrijpen door balbezit aan de andere partij te
geven
• voorkom de lange, hoge pass als het mogelijk is; zoek
oplossingen over de grond
• x-aantal rondspelen is een punt; na afloop beloning/straf
voor winnaar/verliezer
Methodiek• 9:9; vrij spel en tien keer rondspelen is een punt
anvalspatronenenomschakeling
Doel• verbeteren van een aanvalspatroon
• verbeteren van de omschakeling (counter en voorkomen
van counter)
Organisatie• half speelveld
• groot doel
• trainer met voldoende ballen op middenstip (of aan de
zijkant beginnen met de eerste bal)
Inhoud• aanvalsvorm 5:4+k
• trainer speelt de eerste bal in
• vijftal probeert tot scoren te komen
• viertal plus keeper probeert het scoren te voorkomen,
de bal te veroveren en te scoren in een doeltje op de
middenlijn (of lijnvoetbal)
Methodiek• centrale verdediger laten uitstappen, achterin tot
1:1 komen
• uitbouwen naar 10:10 op het hele speelveld (twee keer
1:3:3:3, met alle normale spelregels)
1
24a
4b
3
72-73-74-75-76-77_langeler.indd 76 21-05-13 09:37
D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 376 77
1
24a
4b
3
3 4
5 6
72-73-74-75-76-77_langeler.indd 77 21-05-13 09:37
www.devoetbal trainer.nl
Tekst: Sander de Vries
Verdedigen, valkuilen en voorbereidingen
Tijdens de forumdiscussie op het Nationaal Trainerscongres
2013 schoven de topcoaches Frank de Boer, Ronald Koeman
en Fred Rutten bij gespreksleider Joep Schreuder aan om te
praten over verschillende visies, recente inzichten en oude
valkuilen. Een impressie.
Hollandse School enige kans om mee te doen met top
T R A I N E R S C O N G R E S
VerdedigenRonald Koeman: “Verdedigers worden
vaker goede trainers dan aanvallers,
omdat zij gewend zijn om collectiever
te denken. Ze zijn altijd veel met de
organisatie op het veld bezig. Dat moet
ook, anders komen ze zelf in de proble-
men. Dat is een groot verschil met de
meeste aanvallers, die zo snel mogelijk
de bal willen om doelpunten te maken.
Het is voor mij gemakkelijker om bij-
voorbeeld Stefan de Vrij te coachen dan
een spits. Dat komt omdat ik vroeger
op dezelfde positie als Stefan speelde.
Het is de reden dat in het hedendaagse
voetbal veel met specialisten wordt
gewerkt. Roy Makaay is bijvoorbeeld
nauw bij onze aanvallers betrokken.”
Fred Rutten: “Verdedigers hebben in het
algemeen meer verantwoordelijkheid
naar het elftal toe. Ieder team begint
toch achterin. Daarom staan daar de
mensen die het elftal bij elkaar houden.
Hoewel in de jeugd nog steeds ieder
spelertje liever aanvaller of midden-
velder wil zijn, merk ik de laatste jaren
een kentering in de manier waarop
men naar het vak verdedigen kijkt. Een
jongen zoals Patrick van Aanholt maakt
bijvoorbeeld kenbaar dat hij zich echt
als verdediger wil ontwikkelen.”
Frank de Boer: “Verdedigen is niet meer
alleen een man uitschakelen en een
lange bal geven. Een verdediger moet
communicatief sterk zijn en daarnaast
gewoon heel goed kunnen voetballen.
Zie de verdedigers van Bayern München
en Borussia Dortmund, en dan met
name Mats Hummels. Dat vind ik een
fantastisch intelligente speler.”
VoorbereidingFrank de Boer: “Voor mij zit het mees-
te werk in de beginperiode van het
seizoen. Dan maak je als staf aan het
team duidelijk hoe je wilt voetballen.
In die periode zien onze voetballers
dan ook de meeste videobeelden van
wedstrijdsituaties. Tijdens de laatste
maanden van het seizoen komt dit
bijna niet meer voor.”
Ronald Koeman: “Bij Feyenoord laten
wij nog steeds iedere week wedstrijd-
beelden aan onze spelers zien. Ik denk
dat hier altijd aandacht voor moet zijn,
omdat er altijd aspecten zijn die goed
en minder goed gingen. Bovendien
hebben wij nog steeds geen elftal waar
ik als trainer eens een stapje terug kan
doen. Dat heeft te maken met onze
jonge ploeg, maar ook met het feit dat
wij voor dit seizoen vier nieuwe spelers
moesten inpassen. Die ook nog eens in
de as van het veld voetbalden. Dat kost
vanzelfsprekend tijd. Naarmate het
seizoen vordert, verschuift je focus wel
van het team naar andere, specifiekere
vlakken.”
Frank de Boer: “Dat is natuurlijk het
ideale plaatje. In het begin van het
seizoen is mijn coaching voornamelijk
op het systeem waarin we voetballen
gericht. Later wordt dat individueel.
Bij Ajax zijn wij continu bezig om
heel veel verantwoordelijkheid bij de
spelers neer te leggen. Ik wil hun niet
allerlei informatie opdragen; het moet
hun eigen ding worden.”
KampioensdrukFred Rutten: “Druk en stress speelt on-
getwijfeld een rol. Het belangrijkste is
dat spelers ervaring krijgen. Dan kun je
daar beter mee omgaan.”
Frank de Boer: “Een exemplarisch
voorbeeld waarin stress bij ons de kop
opstak, was de thuiswedstrijd tegen
78-79_forumdiscussie.indd 78 21-05-13 13:30
D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 37978
Fo
to:
Pro
Sh
ots
Real Madrid. Toen merkte ik dat heel
veel voetballers van ons verlamd wa-
ren. Zeker de eerste helft. Ze moesten
echt de schroom van zich afgooien.
Natuurlijk probeer je je spelers zo goed
mogelijk voor te bereiden. Vertel je ze
dat ze vooral geen rare dingen moe-
ten doen. Soms heb je bijvoorbeeld
jongens die in zo’n wedstrijd per se de
beslissende goal willen maken.”
Ronald Koeman: “Bij ons zijn de meeste
voetballers stressgevoelig. Ze hebben
namelijk geen ervaring. Vanuit de jeugd
maakten ze direct de stap naar het
eerste elftal. Ze gaan dus van een situ-
atie dat alles goed en leuk was naar het
moeten presteren. Ineens wordt er over
de Coolsingel gesproken en dat doet
men in Rotterdam al snel. Het is logisch
dat dit iets met jonge spelers doet.”
OranjeFrank de Boer: “Bij Ajax zijn jongens
gewend om iedere drie, vier dagen
een wedstrijd te spelen. Ineens komt
daar een belangrijk duel met het Ne-
derlands Elftal bij en dat onderbreekt
het ritme van de club. Natuurlijk vergt
dat iets van het fysiek, maar dat is niet
eens het grootste probleem. Mentaal
komt er namelijk veel bij kijken. Inter-
nationals moeten gewend raken om
in een heel korte periode iedere keer
weer een topprestatie te leveren.”
Fred Rutten: “Dat is een leerproces. De
goede voetballers nemen dergelijke
ervaringen mee in hun rugzak voor de
toekomst. Sportief gezien wil iedere
speler natuurlijk het Nederlands elftal
halen. Om geselecteerd te worden, is
de club waarbij je speelt heel belang-
rijk. Sommigen kiezen niet voor een
sportieve carrière, maar voor het geld.
Voetballers in de Eredivisie die een
stap willen maken naar de Bundesliga
of Premier League, moeten zich er heel
goed van bewust zijn of ze die fysiek
en mentaal aankunnen.”
Frank de Boer: “Het blijft heel moeilijk
om aan te geven wat een goede keuze
voor een speler is. Bij je huidige club
weet je wat je hebt. Dat is iets wat een
jongen als Daley Blind heel goed heeft
afgewogen. En aan de andere kant:
die trein naar het buitenland komt
niet altijd voorbij. Voetballers gaan er
vanuit dat ze de nummer één bij hun
nieuwe club zijn. Zo zal het ook aan
bijvoorbeeld Luuk de Jong bij Borussia
Mönchengladbach zijn gebracht. Ie-
dereen dacht: dit wordt een heel grote
concurrent voor de spitspositie in het
Nederlands Elftal. Nu zit hij bij die club
op de bank.”
Hollandse SchoolFrank de Boer: “Nederland is groot ge-
worden dank zij de Hollandse School.
Dat moet je dan ook uitstralen en in
stand houden.”
Ronald Koeman: “De Hollandse School
is een unieke visie op voetbal. In an-
dere landen zie ik vooral veel reactie-
voetbal. In Nederland willen wij altijd
zelf de bal hebben. Het spel domine-
ren. Dat is een positieve insteek, maar
of het voldoende is betwijfel ik. Toch
denk ik dat de Hollandse School onze
enige kans is om te concurreren met
de grote voetballanden.”
Fred Rutten: “Het grootste compliment
dat je als Nederlandse voetbaltrainers
kunt krijgen, is de werkwijze van Mat-
thias Sammer. Toen hij werd aange-
steld als Technisch Directeur bij de
Duitse voetbalbond, heeft hij direct de
Hollandse School gekopieerd. Hij is bij-
voorbeeld in plaats van twee met drie
spitsen gaan voetballen. En die werk-
wijze is in alle Duitse jeugdelftallen ge-
implementeerd. Dat zie je nu terug bij
de Duitse voetbalclubs. De speelwijze
van Bayern München is daar natuurlijk
het schoolvoorbeeld van.”
ValkuilenFrank de Boer: “Voor een beginnende
trainer is de grootste valkuil dat hij
afwijkt van zijn ideeën over voetbal.
Voor Phillip Cocu geldt bijvoorbeeld dat
zijn ideeën dus moeten stroken met
de filosofie van PSV. Ik denk dat hij dit
heel goed heeft afgewogen, anders was
Phillip er niet ingestapt.”
Ronald Koeman: “Het maken van
duidelijke afspraken is daarbij heel
belangrijk. Het voordeel van Phillip is
dat hij al een aantal maanden met de
selectie heeft gewerkt. Het is voor hem
nu zaak om de juiste mensen in zijn
staf goed neer te zetten.”
Fred Rutten: “Ik vind Phillip niet on-
ervaren als trainer. Hij weet exact wat
hij wil en is jarenlang assistent-bonds-
coach geweest. Dan kun je trainingen
leiden en een koers bepalen. Als je
daaraan vasthoudt, dan kom je ook
niet in die valkuilen terecht.”
78-79_forumdiscussie.indd 79 21-05-13 13:30