Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle...

11

Transcript of Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle...

Page 1: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans
Page 2: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

www.devoetbal trainer.nl

Tekst: Sander de Vries

Fo

to’s

: P

ro S

ho

ts

Het elfde Nederlandse Trainerscongres werd ge-

kenmerkt door een gevarieerd programma. Ruim

duizend voetbaltrainers waren aanwezig in het

multifunctionele IJsseldelta Stadion van PEC Zwolle,

dat zich wederom een warme gastheer toonde.

Elfde Nederlandse Trainerscongres

T R A I N E R S C O N G R E S

De organisatie, die in handen was van

het CBV, de VVON, De Voetbaltrainer

en de KNVB ontving veel lovende

woorden over de workshop Life Kine-

tik. Dat is een wetenschappelijk on-

derbouwd trainingsprogramma, met

als doel om het prestatievermogen

van de hersenen uit te dagen. “Erg

interessant”, vond John van ’t Schip.

Hij verblijft sinds enkele weken weer

in Nederland, na zijn avontuur bij

de Mexicaanse topclub Chivas. “Life

Kinetik draait om sneller denken en

handelen, reactievermogen en beslis-

singen nemen. En in de top van het

voetbal zijn het juist de fracties van

seconden die het verschil maken. Ik

blijf dit programma zeker in de gaten

houden.”

Van ’t Schip vond bijval van Foeke

Booy. “Life Kinetik leidde bij mij tot

nieuwe inzichten”, stelt Booy. ”Dit

programma gaat diep in op de wer-

king van het brein en de verschil-

lende facetten daarvan. In het voetbal

wordt daar relatief weinig aandacht

aan besteed. Ik ben dan ook van plan

om hier literatuur over op te zoeken,

zodat ik mij verder in Life Kinetik kan

verdiepen. Je wilt je als trainer toch zo

breed mogelijk blijven ontwikkelen.”

Volgens Booy is het Trainerscongres

vooral een meerwaarde voor amateur-

trainers. “Dat is ook goed, omdat meer

dan tachtig procent van de aanwezi-

gen amateurtrainer is”, meent Booy.

“Neem de demonstratietraining van

PEC Zwolle, die ’s middags op het pro-

gramma stond. Ik vond het erg leuk

om het positiespel van die ploeg te

bekijken. Je kon echt zien dat daar een

idee achter zat. Toch moet ik beken-

nen dat het grootste gedeelte van de

trainingen die op Nederlandse con-

gressen worden aangeboden, voor mij

gesneden koek is.”

Dat gold niet voor Minno van der

Werff, trainer van derdeklasser VV

Rijperkerk uit Friesland. Hij volgde

de coördinatietraining, die gelijktijdig

met Life Kinetik plaatsvond. Deze

sessie werd verzorgd door Hans Tan-

ner, een Zwitser die onder meer een

verleden heeft bij FC Zürich. “Ik ben

een fan van de ladders waar Tanner

gebruik van maakte”, zegt Van der

Werff. “Het is echter wel belangrijk

dat je het niveau waarop je traint in

het achterhoofd houdt. Lang niet ie-

dere voetballer van mij heeft baat bij

zo’n coördinatietraining. Toch neem

ik deze informatie wel mee, voor de

enkelingen die daar wel profijt van

kunnen hebben.”

Tussen de demonstraties was er voor

trainers volop mogelijkheid om van

de nieuwste ontwikkelingen op de

hoogte te blijven. In het stadion ston-

den diverse stands die de aanwezige

oefenmeesters van de meest uiteen-

lopende informatie en trainingsma-

teriaal konden voorzien. De middag

stond vooral in het teken van de uit-

reiking van de Rinus Michels Awards

en de podiumdiscussie, die beide

werden gepresenteerd door Joep

Schreuder. Het vormde een boeiend

slotstuk van een interessante voetbal-

dag.

Veelzijdigheid troef in Zwolle

70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29

Page 3: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 37170

Tekst: Ruud Doevendans & Paul Geerars

Loop- en coördinatietraining

Life Kinetik

Fo

to’s

: P

ro S

ho

ts

T R A I N E R S C O N G R E S

Hoewel je volgens loop- en coördina-

tietrainer Hans Tanner in één training

slechts een beperkt aantal (nieuwe)

coördinatieoefeningen moet aanbieden

aan de spelers, liet hij tijdens het Trai-

nerscongres tientallen verschillende

variaties zien op dit gebied. Hierdoor

kregen de aanwezige trainers op de tri-

bune een goede indruk van alle moge-

lijkheden. Wat Tanner betreft zou elke

trainer, hoe vaak je ook traint per week,

de getoonde oefeningen als onderdeel

van de warming-up kunnen toepassen.

Mocht je als trainer geen eigen voor-

beeld hebben, laat dan een vaardige

speler het goede voorbeeld geven.

Hans Tanner: “We zijn allemaal voet-

baltrainers, maar in een wedstrijd

heb je maar drie procent van de tijd

balbezit. Misschien kunnen we beter

spreken van ‘loopbal’, want lopen,

We gebruiken nauwelijks vijftien pro-

cent van onze hersencapaciteit. Horst

Lutz vroeg zich af hoe we prestatie-

verbetering kunnen verkrijgen door de

hersenen intensiever te trainen. Zijn

werkwijze en voortschrijdende inzich-

ten ontwikkelden zich tot Life Kinetik.

Life Kinetik is een trainingsprogram-

ma waarbij zintuiglijke waarneming,

lichaamsbeweging en cognitieve

opdrachten worden gecombineerd.

Hierdoor wordt het brein telkens voor

nieuwe uitdagingen geplaatst, waar-

door hersencellen nieuwe verbindin-

gen maken en we beter gaan preste-

ren. Op het Trainerscongres werden de

enkele honderden aanwezigen die be-

sloten hadden deze interessante work-

shop te volgen, zelf geconfronteerd

met de realiteit. Diverse oefeningen

moesten worden uitgevoerd, hetgeen

springen, keren en sprinten doe je de

andere 97%. Ik hecht daarom grote

waarde aan loop- en coördinatietrai-

ning.”

Adviezen voor de trainer bij loop- en

coördinatietraining:

• -

ten en niet vanuit de heupen.’

blijven van de grond.’

horen, omdat je lichtvoetig moet

bewegen.’

• -

om uit, niet alleen over je voorkeurs-

kant.’

dusdanig moeilijk bleek dat het tot

grote hilariteit in de zaal leidde. Jürgen

Dortmund, maakte al kennis met Life

Kinetik en heeft het een integraal on-

derdeel van zijn programma gemaakt.

Jürgen Klopp: “Life Kinetik is van de

beste methoden die ik de laatste jaren

-

sche training, bewegingsgedrag. Als je

dit alles meer gedetailleerd gaat doen,

krijg je uiteindelijk betere prestaties.

eerst eenvoudige sommen moet kun-

te kunnen oplossen. Je kunt op deze

manier verbetering bereiken zonder

de spelers fysiek uit te putten. Dat is

voor mij als trainer ontzettend belang-

rijk. Ik wil het liefst acht uur per dag

trainen, maar dat is niet mogelijk. Dus

inslijpen en dan steeds tempo ver-

hogen in uitvoering.’

Online:

http://iturl.nl/snSX0

In de mediatheek van De Voetbaltrainer

verschijnen voor de abonnees op deze

service de videofragmenten die horen bij

deze presentatie.

moeten we op zoek naar alternatieve

trainingsmethodieken die tóch winst

opleveren. We doen deze oefeningen

nu eenmaal per week en raken steeds

meer overtuigd. We gaan er zeker mee

door en zullen het uitbouwen.”

Online:

www.lifekinetik.de

http://iturl.nl/sndSWt

71_kinetiktanner.indd 71 21-05-13 09:39

Page 4: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

www.devoetbal trainer.nl

Tekst: Ruud Doevendans en Paul Geerars

Al tien jaar positiespel als warming-up

Na twee jaar stond tijdens de 2013-editie van het Nationaal

Trainerscongres weer eens een hoofdtrainer uit het betaalde

voetbal op het veld voor een demonstratietraining.

Art Langeler gaf in zijn (nog) thuisstadion inzicht in zijn werk-

wijze. Niet geheel verrassend bleek ook ditmaal dat hetgeen

getraind wordt, vaak ook terug te zien is in de wedstrijden.

In het geval van PEC Zwolle praten we dan over een sterk

ontwikkeld positiespel.

PEC Zwolle-trainer Art Langeler demonstreert werkwijze

T R A I N E R S C O N G R E S

Tegen veler verwachting in bleek PEC

Zwolle het afgelopen seizoen volko-

men eredivisiewaardig. Sterker nog,

op basis van het vertoonde spel én

de behaalde resultaten mag gerust

gesteld worden dat de ploeg een aan-

winst voor de Eredivisie was. Basis

onder het succes was een rotsvast

vertrouwen in een speelwijze. Dat dit

vertrouwen niet uit de lucht kwam

vallen, werd duidelijk tijdens de de-

monstratietraining van Art Langeler.

De Voetbaltrainer was uiteraard ter

plaatse en legde haarfijn vast wat

de visie van een van de meest op-

zienbarende trainers van het seizoen

2012/13, niet voor niets genomineerd

voor de Rinus Michels Award, is op

het gebied van positiespel. De citaten

hieronder zijn deels afkomstig van

Langeler tijdens de demo, deels van

het nagesprek dat De Voetbaltrainer

met hem voerde.

PlezierTijdens de demonstratietraining wa-

ren de discipline en het spelplezier

van de PEC Zwolle-spelers opvallend.

Art Langeler: “Dat heeft uiteraard ook

te maken met de resultaten die we

dit seizoen geboekt hebben. Plezier

is de basis van werken. We proberen

daar met de vormen die we doen

ook zoveel mogelijk rekening mee te

houden. We variëren veel en leggen

altijd uit waarom we bepaalde dingen

doen. Dat is ook een van de redenen

waarom er met plezier en hard ge-

werkt wordt.”

Warming-upArt Langeler: “Je ziet, ook in het ama-

teurvoetbal, dat er soms langdurig

aandacht wordt besteed aan de war-

ming-up. Dat vind ik de grootste onzin

die bestaat. Dat doen trainers doen

ofwel weinig variatie in hun pakket

hebben of die het zichzelf makkelijk

willen maken en het eerste half uur

lekker met de armen over elkaar wil-

len staan kijken.

Wanneer een kind buiten gaat spelen,

begint het direct als het buiten komt.

Dus zonder warming-up. Ook bij PEC

Zwolle kennen we misschien een

afwijkende manier van warming-up

vergeleken met veel andere profclubs.

We doen niet aan rekken en strekken.

Na een paar minuten warmlopen gaan

72-73-74-75-76-77_langeler.indd 72 21-05-13 09:36

Page 5: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 37372

we al snel over naar een positiespel in

een relatief kleine ruimte. Spelers ko-

men om te voetballen, dan moet je ze

dat ook zoveel en zo snel mogelijk la-

ten doen. Natuurlijk, de voetbalwereld

is tegenwoordig een carrousel en ieder

jaar heb je nieuwe spelers in je groep.

Daar zitten natuurlijk ook spelers bij

die wél gewend zijn om te rekken. Dat

kan bij PEC Zwolle. Wij starten om

tien uur met de training. De spelers

dienen om negen uur aanwezig te

zijn. Er is dus voldoende ruimte om

in de eigen tijd een alternatieve war-

ming-up te doen wanneer een speler

daar behoefte aan heeft. Gewoon een

kwestie van eerder naar buiten gaan.

Daar is geen trainer voor nodig, dat

kan de speler wel zelf. Ik vind het in

ieder geval zonde van de tijd om daar

verder aandacht aan te besteden. Je

moet voetballen. Vier rondes warmlo-

pen, allerlei coördinatieoefeningen en

armzwaaien vind ik onzin. Een speler

die dagelijks traint is gewoon gewend

aan de inspanningen.

Mocht ik ooit weer hoofdtrainer wor-

den bij een club, implementeer ik de-

ze visie zeker weer. Ik word nu Hoofd

Jeugdopleiding bij PSV en ook daar zal

ik die discussie voeren. En ik durf de

uitspraak wel aan dat over twee jaar

de warming-up bij de jeugd van PSV

er heel anders zal uitzien.”

Altijd positiespelArt Langeler: “Het positiespel aan

het begin is niet iets wat ík verzon-

nen heb, maar wat misschien al wel

tien jaar een goed gebruik is bij PEC

Zwolle. Mijn voorgangers Dwight

Lodeweges en Jan Everse hebben het

ook gebruikt aan het begin van hun

trainingen: positiespellen in de kleine

ruimte. Elke training, zeker een kwar-

tier. Soms langer, nooit korter. Nu zie

je bij dit soort positiespellen (rondo’s)

in de kleine ruimte dat spelers elkaar

zouden kunnen ‘naaien’ door bijvoor-

beeld een bal extra hard in te spelen,

waardoor je medespeler moet verde-

digen, maar bij PEC Zwolle zijn we die

fase gelukkig voorbij. Het gaat echt

om het positiespel, de goede hande-

lingssnelheid en toepassing van func-

tionele techniek teneinde de verdedi-

gers zo lang mogelijk in het midden te

houden. Bij 8:2 doen we dat met één

keer raken. Bij 7:3 maken we de ruim-

te iets groter. Het zevental mag spelen

met een zogenaamde centrale speler,

maar die mag alleen centraal kómen

en niet blijven staan. Vanuit het mid-

den moet hij na zijn balcontact dus

weer naar de buitenkant. Anders krijg

je een as-speler die alleen maar rond-

jes draait op een vierkante meter mid-

den in het veldje. Iedereen mag even

centrale speler worden. Hierdoor train

je ook het inzicht bij het zevental om

een keer al dan niet voor je tegenstan-

der te komen.

Fo

to’s

: P

ro S

ho

ts

‘Een warming-up van een half uur voor een training vind ik

complete onzin’

72-73-74-75-76-77_langeler.indd 73 21-05-13 09:36

Page 6: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

www.devoetbal trainer.nl

Het laatste wat je wilt in deze positie-

spellen is discussie over wie er moet

verdedigen: degene die slecht passte

of degene die de pass verspeelde.

Een volwassen groep gaat hier in alle

redelijkheid mee om. Vooral nieuwe

spelers bij PEC Zwolle moeten hier wel

eens aan wennen.

De laatste training(en) voor de wed-

strijd maken we ook een hiërarchisch

onderscheid tussen de twee groepen

die het positiespel spelen. De beste

spelers vormen dan één groepje. Daar

hoort, voor sommigen misschien ver-

rassend, ook keeper Diederik Boer bij.

Dat is geen toeval, want hij voetbalt al

tien jaar bij deze club.”

Positiespel grote ruimteArt Langeler: “Bij PEC Zwolle willen

we graag dat je dóórbeweegt als on-

derdeel van ons dynamisch positie-

spel. Na je pass moet je dus niet stil

blijven staan, maar een nieuwe positie

kiezen. Om dit te trainen, doen we bij-

voorbeeld 8:8 plus twee neutrale spe-

lers. Beweegt een speler niet dóór na

zijn pass, dan kan de trainer ingrijpen

door bijvoorbeeld het balbezit aan de

andere partij te geven.

In een groot positiespel is het soms

verleidelijk om onnodig een hoge,

lange pass te geven. Dat levert echter

vaak balverlies op, dus heeft zeker

niet onze voorkeur. Probeer, als het

kan, de oplossingen zo veel mogelijk

over de grond te zoeken. Gebruik tus-

senstations.

Eigenlijk is dit positiespel, zoals we

dat tijdens de demo laten zien, meer

een pass- en trapvorm met weer-

stand. Die weerstand is beperkt,

want je hebt in balbezit twee spelers

meer. Het dus geen partijvorm, met

richting en met goals. Dat komt pas

daarna. Eerst willen we de voorwaar-

den scheppen om voetballend aan de

overkant te komen. Daarbij is zuivere

passing en doorbewegen essentieel.

En ik kan zeggen dat dit bij PEC Zwol-

le inmiddels heel behoorlijk wordt

uitgevoerd. Een reden daarvoor is dat

de functionele techniek van onze spe-

lers sterk getraind is. En daarbij mag

ook niet vergeten worden dat we op

een ideale ondergrond spelen. Op ons

kunstgras hoef je nooit met oneffen-

heden rekening te houden en doet je

bal altijd wat je verwacht. Dat scheelt

enorm.

Het belangrijkste element in dit po-

sitiespel is, dat je nadat je de bal ge-

speeld hebt ogenblikkelijk een nieuwe

positie moet kiezen. Daar zijn we erg

scherp op, en het zorgt er ook voor

dat dit geen statisch positiespel of een

statische pass- en trapvorm wordt.

Bijna al onze spelers moeten meteen

na hun pass doorbewegen. Dit houdt

tijdens wedstrijdvormen ook in dat

posities moeten worden bewaakt, met

name als het gaat om de restverdedi-

ging. Het spreekt voor zich dat nooit

beide backs tegelijkertijd mee kunnen

in de aanval. Schuift een centrale ver-

dediger in, moet een andere spelers

afhaken. Dat zijn zaken die in tacti-

sche trainingen goed te oefenen zijn,

maar het gaat me om het principe: na

de bal te hebben gespeeld zit je werk

er niet op, maar moet je doorbewegen.

Van 8:8+2 kan een volgende stap zijn

om 9:9 te spelen. Dan wordt het vrij

spel. Er bestaat dan een gevaar dat

spelers te veel gaan lopen met een

bal of te veel balcontacten gebruiken.

Dat is een soort natuurlijke luiheid

die erin sluipt, alleen maar omdat het

mag van de spelregels. Toch moet je

als trainer ook bij vrij spel blijven be-

nadrukken dat twee keer raken vaak

de beste oplossing is, voor jou en je

medespeler(s).

Natuurlijk kan het gebeuren dat je in

de wedstrijd, terwijl sommige posi-

ties net verlaten zijn, balverlies lijdt

en je een counter om je oren krijgt.

Daar staat tegenover dat je ook veel

kansen zult creëren. Het risico dat het

een keer mis gaat, nemen we graag.

Wel is het van tijd tot tijd voer voor

discussie geweest in de technische

staf. Je kunt je voorstellen dat de ver-

‘In het spel van PEC Zwolle is het

steeds een wapen geweest om de

steekpass te geven op de rechts-

buiten.’

‘Het risico van een counter-tegen nemen we graag’

T R A I N E R S C O N G R E S

72-73-74-75-76-77_langeler.indd 74 21-05-13 09:37

Page 7: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 374 75

dediger Jaap Stam en de aanvaller Art

Langeler daar wel eens anders over

denken.”

AanvalspatroonArt Langeler: “Bij de vorm die we la-

ten zien, 5:4, trainen we een aanvals-

patroon in. In het spel van PEC Zwolle

is het steeds een wapen geweest om

de steekpass te geven op de rechts-

buiten. De buitenspeler moet altijd ge-

richt zijn op het passje binnendoor. In

onze selectie hebben we met Furdjel

Narsingh een heel snelle speler, met

Arne Slot hadden we een speler die

tot die steekpass perfect in staat was.

De vorm 5:4 is er in eerste instantie

op gericht om een middenvelder vrij

te spelen, die vervolgens de aanval

bedient. De middenvelder wordt in-

gespeeld en draait open. De loopactie

van de buitenspeler moet duidelijk

bedoeld zijn om de bal óf in de voeten

te ontvangen, óf in de diepte. Ga je

diep, dan moet je daarvoor het juiste

moment kiezen. Daarop kunnen wij

ons nog verbeteren. Het gaat erom

dat je aanvallers opties geeft wat ze

kunnen doen, en je middenvelders

opties op welk moment ze de bal te

kunnen geven.

Ik heb helemaal niets met buitenspe-

lers die stilstaan, aangespeeld moeten

worden en van daaruit hun eigen ac-

tie willen maken. Dan is namelijk het

moment al voorbij, is er rugdekking

en heb je nauwelijks kans op succes.

Er moet altijd beweging zijn. In de

aanloop daarnaartoe probeer je met

korte combinaties de tegenstander

stuk te spelen. Dit kun je ook trainen

door nog verder vereenvoudigde vor-

men toe te passen, zoals 2:2 of 3:2.

Bij de andere organisatie ging het

tijdens de demonstratietraining niet

alleen om het creëren van aanvalspa-

tronen, maar ook om het voorkomen

van doelpunten. Daarom hebben we

in de tweede vorm ervoor gekozen

om een van de centrale verdedigers

snel uit te laten stappen op een vrij-

komende middenvelder. Daardoor

kregen we achterin een 1:1-situatie

die in wedstrijden ook vaak voorkomt.

Dan is het zaak om met name de

ruimte achter je goed te bespelen. Het

primaire doel van de oefening in ver-

dedigend opzicht was het voorkomen

van een doelpunt. Dat lukte goed. Het

secundaire doel, het starten van een

tegenaanval, kwam er misschien iets

minder uit.

Je kunt vrij eenvoudig provoceren dat

die tegenaanval er toch gaat komen.

Als je het overtal bij de balbezitter

inwisselt voor een ondertal – door

één speler naar de andere partij te

brengen krijg je immers 4:5 – gaat de

bal vaak verloren en heb je steeds

een tegenaanval. Het viertal moet

dan na balverlies gelijk druk zetten

en de counter eruit halen. Maar het

moge duidelijk zijn dat het accent van

de training dan wel compleet anders

komt te liggen.”

MethodiekArt Langeler: “In beide vormen kun

je methodisch zeker nog het een en

ander doen voordat je bij 10:10 uit-

komt, zoals we in deze demonstratie-

training gedaan hebben. Bij de vorm

waarin het gaat om het snel aanspe-

len van de spitsen kun je het meer

complex maken door de aantallen

groter te maken. De ruimte wordt

dan kleiner en de passlijnen kunnen

eerder afgesloten worden.

In de vorm waarin het ook om het

verdedigen gaat, kun je de stap naar

6:5 maken. Vergroot je achter de aan-

tallen aan beide kanten, heb je wel

het probleem dat je ruimte te kort

komt. Kiezen wij voor deze vormen

dan spelen die daarom altijd op ver-

schillende velden. Maar voor deze

training was dat niet haalbaar, omdat

het een demonstratie was.”

AfstemmingArt Langeler: “Het belangrijkste mo-

ment in de coaching bij de aanvals-

patronen is de afstemming tussen de

middenvelder en de aanvaller. Wan-

neer gaat de aanvaller vertrekken, en

wanneer geeft hij aan dat hij de bal

wil hebben? Die momenten zijn situ-

atief uitstekend coachbaar. Uiteraard

bemoei ik me daar als hoofdtrainer

normaliter heel nadrukkelijk mee,

waar we tijdens de demo de taken an-

ders hadden verdeeld en ik vooral de

uitleg naar de mensen op de tribune

verzorgde.

In de andere vorm, de verdedigende

vorm, zul je de aanvallende ploeg

eerder begeleidend coachen. Je sti-

muleert hen om zo snel mogelijk tot

een kans te komen, teneinde de keuze

voor de verdedigers zo lastig mogelijk

te maken: moet ik instappen of niet?

Hier leg je de situatieve coaching weer

vooral bij de verdedigers.”

Samenvatting:• rt angelervindteentraditio-

nele warming-up niet zinvol.• P C wollegaatvrijweldirect

over op een positiespel 8:2 of 7:3.

• D rbewegennadepassisdekern van de samenspel.

• Hetpositiespelhee talsdoelomde aanvallers zo snel mogelijk vrij te spelen.

‘Ik heb niets met buitenspelers die stil-staan. Er moet altijd

beweging zijn’

72-73-74-75-76-77_langeler.indd 75 21-05-13 09:37

Page 8: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

Trainingsvormen Art Langeler

Warming-up

Doel• warming-up voor de trai-

ning

• verbeteren van de functi-

onele techniek

Organisatie• veld van 6 bij 6 meter

(8:2), of 10 bij 10 meter

(7:3), of 11 bij 10 meter

(bij methodische stap, 7:3

met 1x raken)

Inhoud• positiespel 8:2:

- 1x raken

- niet terug naar de speler waar je de bal van ontvangt

• positiespel 7:3:

- jongste drie starten in het midden

- 2x/1x raken: als de speler van wie je de bal krijgt de bal twee keer

heeft geraakt, mag je zelf maar één keer raken

- er mag gespeeld worden met een ‘middenman’, maar die speler mag

er niet staan, hij mag er wel komen

- methodische stap: iedereen één keer raken en je mag maar één keer

terugspelen naar de man van wie de bal vandaan komt (dus niet

steeds heen en weer tikken door een tweetal)

• geen discussie over wie er moet verdedigen: snel oplossen en doorspe-

len

Coaching• ‘Speel met goede balsnelheid: bal moet te verwerken zijn door je mede-

speler.’

• ‘Speel op juiste been van de medespeler aan, in de richting waar hij

heen kan.’

• ‘Speel niet over je eigen standbeen heen, dankzij goed voetenwerk

vooraf.’

• ‘Coach elkaar.’

• ‘Goed vrijlopen,

steeds korte stukjes.’

• ‘Kom in de as voor

je man op het juiste

moment: medespe-

lers opties geven.’

Variatie• nooit terugspelen

naar de speler van

wie je de bal krijgt

• verplicht twee keer

raken

www.devoetbal trainer.nl

T R A I N E R S C O N G R E S

12

1

2

2

1

Groot positiespel

Doel• verbeteren van het positiespel

• verbeteren van de functionele techniek en het doorbewe-

gen na de pass

Organisatie• veld van zestienmeterlijn tot middenlijn, met doorge-

trokken zijkanten van zestienmetergebied

• trainer in middencirkel met voldoende ballen

• hesjes voor beide partijen en twee neutrale spelers

Inhoud• positiespel 8:8+2

• maximaal twee keer raken

• beweegt een speler niet dóór na zijn pass, dan kan de

trainer ingrijpen door balbezit aan de andere partij te

geven

• voorkom de lange, hoge pass als het mogelijk is; zoek

oplossingen over de grond

• x-aantal rondspelen is een punt; na afloop beloning/straf

voor winnaar/verliezer

Methodiek• 9:9; vrij spel en tien keer rondspelen is een punt

anvalspatronenenomschakeling

Doel• verbeteren van een aanvalspatroon

• verbeteren van de omschakeling (counter en voorkomen

van counter)

Organisatie• half speelveld

• groot doel

• trainer met voldoende ballen op middenstip (of aan de

zijkant beginnen met de eerste bal)

Inhoud• aanvalsvorm 5:4+k

• trainer speelt de eerste bal in

• vijftal probeert tot scoren te komen

• viertal plus keeper probeert het scoren te voorkomen,

de bal te veroveren en te scoren in een doeltje op de

middenlijn (of lijnvoetbal)

Methodiek• centrale verdediger laten uitstappen, achterin tot

1:1 komen

• uitbouwen naar 10:10 op het hele speelveld (twee keer

1:3:3:3, met alle normale spelregels)

1

24a

4b

3

72-73-74-75-76-77_langeler.indd 76 21-05-13 09:37

Page 9: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 376 77

1

24a

4b

3

3 4

5 6

72-73-74-75-76-77_langeler.indd 77 21-05-13 09:37

Page 10: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

www.devoetbal trainer.nl

Tekst: Sander de Vries

Verdedigen, valkuilen en voorbereidingen

Tijdens de forumdiscussie op het Nationaal Trainerscongres

2013 schoven de topcoaches Frank de Boer, Ronald Koeman

en Fred Rutten bij gespreksleider Joep Schreuder aan om te

praten over verschillende visies, recente inzichten en oude

valkuilen. Een impressie.

Hollandse School enige kans om mee te doen met top

T R A I N E R S C O N G R E S

VerdedigenRonald Koeman: “Verdedigers worden

vaker goede trainers dan aanvallers,

omdat zij gewend zijn om collectiever

te denken. Ze zijn altijd veel met de

organisatie op het veld bezig. Dat moet

ook, anders komen ze zelf in de proble-

men. Dat is een groot verschil met de

meeste aanvallers, die zo snel mogelijk

de bal willen om doelpunten te maken.

Het is voor mij gemakkelijker om bij-

voorbeeld Stefan de Vrij te coachen dan

een spits. Dat komt omdat ik vroeger

op dezelfde positie als Stefan speelde.

Het is de reden dat in het hedendaagse

voetbal veel met specialisten wordt

gewerkt. Roy Makaay is bijvoorbeeld

nauw bij onze aanvallers betrokken.”

Fred Rutten: “Verdedigers hebben in het

algemeen meer verantwoordelijkheid

naar het elftal toe. Ieder team begint

toch achterin. Daarom staan daar de

mensen die het elftal bij elkaar houden.

Hoewel in de jeugd nog steeds ieder

spelertje liever aanvaller of midden-

velder wil zijn, merk ik de laatste jaren

een kentering in de manier waarop

men naar het vak verdedigen kijkt. Een

jongen zoals Patrick van Aanholt maakt

bijvoorbeeld kenbaar dat hij zich echt

als verdediger wil ontwikkelen.”

Frank de Boer: “Verdedigen is niet meer

alleen een man uitschakelen en een

lange bal geven. Een verdediger moet

communicatief sterk zijn en daarnaast

gewoon heel goed kunnen voetballen.

Zie de verdedigers van Bayern München

en Borussia Dortmund, en dan met

name Mats Hummels. Dat vind ik een

fantastisch intelligente speler.”

VoorbereidingFrank de Boer: “Voor mij zit het mees-

te werk in de beginperiode van het

seizoen. Dan maak je als staf aan het

team duidelijk hoe je wilt voetballen.

In die periode zien onze voetballers

dan ook de meeste videobeelden van

wedstrijdsituaties. Tijdens de laatste

maanden van het seizoen komt dit

bijna niet meer voor.”

Ronald Koeman: “Bij Feyenoord laten

wij nog steeds iedere week wedstrijd-

beelden aan onze spelers zien. Ik denk

dat hier altijd aandacht voor moet zijn,

omdat er altijd aspecten zijn die goed

en minder goed gingen. Bovendien

hebben wij nog steeds geen elftal waar

ik als trainer eens een stapje terug kan

doen. Dat heeft te maken met onze

jonge ploeg, maar ook met het feit dat

wij voor dit seizoen vier nieuwe spelers

moesten inpassen. Die ook nog eens in

de as van het veld voetbalden. Dat kost

vanzelfsprekend tijd. Naarmate het

seizoen vordert, verschuift je focus wel

van het team naar andere, specifiekere

vlakken.”

Frank de Boer: “Dat is natuurlijk het

ideale plaatje. In het begin van het

seizoen is mijn coaching voornamelijk

op het systeem waarin we voetballen

gericht. Later wordt dat individueel.

Bij Ajax zijn wij continu bezig om

heel veel verantwoordelijkheid bij de

spelers neer te leggen. Ik wil hun niet

allerlei informatie opdragen; het moet

hun eigen ding worden.”

KampioensdrukFred Rutten: “Druk en stress speelt on-

getwijfeld een rol. Het belangrijkste is

dat spelers ervaring krijgen. Dan kun je

daar beter mee omgaan.”

Frank de Boer: “Een exemplarisch

voorbeeld waarin stress bij ons de kop

opstak, was de thuiswedstrijd tegen

78-79_forumdiscussie.indd 78 21-05-13 13:30

Page 11: Tekst: Sander de Vries - De Voetbaltrainer - De …...dag. Veelzijdigheid troef in Zwolle 70_impressie.indd 70 21-05-13 13:29 70 71 De Voetbaltrainer 194 2013 Tekst: Ruud Doevendans

D e V o e t b a l t r a i n e r 1 9 4 2 0 1 37978

Fo

to:

Pro

Sh

ots

Real Madrid. Toen merkte ik dat heel

veel voetballers van ons verlamd wa-

ren. Zeker de eerste helft. Ze moesten

echt de schroom van zich afgooien.

Natuurlijk probeer je je spelers zo goed

mogelijk voor te bereiden. Vertel je ze

dat ze vooral geen rare dingen moe-

ten doen. Soms heb je bijvoorbeeld

jongens die in zo’n wedstrijd per se de

beslissende goal willen maken.”

Ronald Koeman: “Bij ons zijn de meeste

voetballers stressgevoelig. Ze hebben

namelijk geen ervaring. Vanuit de jeugd

maakten ze direct de stap naar het

eerste elftal. Ze gaan dus van een situ-

atie dat alles goed en leuk was naar het

moeten presteren. Ineens wordt er over

de Coolsingel gesproken en dat doet

men in Rotterdam al snel. Het is logisch

dat dit iets met jonge spelers doet.”

OranjeFrank de Boer: “Bij Ajax zijn jongens

gewend om iedere drie, vier dagen

een wedstrijd te spelen. Ineens komt

daar een belangrijk duel met het Ne-

derlands Elftal bij en dat onderbreekt

het ritme van de club. Natuurlijk vergt

dat iets van het fysiek, maar dat is niet

eens het grootste probleem. Mentaal

komt er namelijk veel bij kijken. Inter-

nationals moeten gewend raken om

in een heel korte periode iedere keer

weer een topprestatie te leveren.”

Fred Rutten: “Dat is een leerproces. De

goede voetballers nemen dergelijke

ervaringen mee in hun rugzak voor de

toekomst. Sportief gezien wil iedere

speler natuurlijk het Nederlands elftal

halen. Om geselecteerd te worden, is

de club waarbij je speelt heel belang-

rijk. Sommigen kiezen niet voor een

sportieve carrière, maar voor het geld.

Voetballers in de Eredivisie die een

stap willen maken naar de Bundesliga

of Premier League, moeten zich er heel

goed van bewust zijn of ze die fysiek

en mentaal aankunnen.”

Frank de Boer: “Het blijft heel moeilijk

om aan te geven wat een goede keuze

voor een speler is. Bij je huidige club

weet je wat je hebt. Dat is iets wat een

jongen als Daley Blind heel goed heeft

afgewogen. En aan de andere kant:

die trein naar het buitenland komt

niet altijd voorbij. Voetballers gaan er

vanuit dat ze de nummer één bij hun

nieuwe club zijn. Zo zal het ook aan

bijvoorbeeld Luuk de Jong bij Borussia

Mönchengladbach zijn gebracht. Ie-

dereen dacht: dit wordt een heel grote

concurrent voor de spitspositie in het

Nederlands Elftal. Nu zit hij bij die club

op de bank.”

Hollandse SchoolFrank de Boer: “Nederland is groot ge-

worden dank zij de Hollandse School.

Dat moet je dan ook uitstralen en in

stand houden.”

Ronald Koeman: “De Hollandse School

is een unieke visie op voetbal. In an-

dere landen zie ik vooral veel reactie-

voetbal. In Nederland willen wij altijd

zelf de bal hebben. Het spel domine-

ren. Dat is een positieve insteek, maar

of het voldoende is betwijfel ik. Toch

denk ik dat de Hollandse School onze

enige kans is om te concurreren met

de grote voetballanden.”

Fred Rutten: “Het grootste compliment

dat je als Nederlandse voetbaltrainers

kunt krijgen, is de werkwijze van Mat-

thias Sammer. Toen hij werd aange-

steld als Technisch Directeur bij de

Duitse voetbalbond, heeft hij direct de

Hollandse School gekopieerd. Hij is bij-

voorbeeld in plaats van twee met drie

spitsen gaan voetballen. En die werk-

wijze is in alle Duitse jeugdelftallen ge-

implementeerd. Dat zie je nu terug bij

de Duitse voetbalclubs. De speelwijze

van Bayern München is daar natuurlijk

het schoolvoorbeeld van.”

ValkuilenFrank de Boer: “Voor een beginnende

trainer is de grootste valkuil dat hij

afwijkt van zijn ideeën over voetbal.

Voor Phillip Cocu geldt bijvoorbeeld dat

zijn ideeën dus moeten stroken met

de filosofie van PSV. Ik denk dat hij dit

heel goed heeft afgewogen, anders was

Phillip er niet ingestapt.”

Ronald Koeman: “Het maken van

duidelijke afspraken is daarbij heel

belangrijk. Het voordeel van Phillip is

dat hij al een aantal maanden met de

selectie heeft gewerkt. Het is voor hem

nu zaak om de juiste mensen in zijn

staf goed neer te zetten.”

Fred Rutten: “Ik vind Phillip niet on-

ervaren als trainer. Hij weet exact wat

hij wil en is jarenlang assistent-bonds-

coach geweest. Dan kun je trainingen

leiden en een koers bepalen. Als je

daaraan vasthoudt, dan kom je ook

niet in die valkuilen terecht.”

78-79_forumdiscussie.indd 79 21-05-13 13:30