TBS Dialecten

5
1 TBS : Dialecten en Dialectologie De Nederlandse dialecten zijn onder te verdelen in 6 groepen : Noordelijk-centrale dialecten Noordwestelijke dialecten Noordoostelijke dialecten Zuidelijk-centrale dialecten Zuidwestelijke dialecten Angèle-Poumbia GLIGLI 6WWa

Transcript of TBS Dialecten

Page 1: TBS Dialecten

1

TBS : Dialecten en Dialectologie

De

Nederlandse dialecten zijn onder te verdelen in 6 groepen :

Noordelijk-centrale dialecten Noordwestelijke dialecten Noordoostelijke dialecten Zuidelijk-centrale dialecten Zuidwestelijke dialecten Zuidoostelijke dialecten

Angèle-Poumbia GLIGLI6WWa

Page 2: TBS Dialecten

2

Dialecten

Bijgang : steegje

De zot houden: de gek houden

Dialecten of streektalen zijn omgangstalen: ze worden vooral gesproken zelden of bijna nooit geschreven. Dialectkenmerken zijn geografisch bepaald. De verbreiding van een algemene standaardtaal heeft echter tot gevolg gehad dat het dialectspreken sociaal bepaald is(afhankelijk van de maatschappelijke status en gelegenheid). Sociolinguïsten bestuderen het sociologische aspect van de dialecten. Zij hebben het over sociolecten(taalvariëteit die samenhangt met sociale klasse). Zo zullen ze idioticons samenstellen(dialectwoordenboeken) en dialectkaarten tekenen. Er zijn twee soorten dialectkaarten:

Open dialectkaart of stempelkaart: geen afbakening maar voor elke variant is er een symbool ontworpen en op de kaart gezet

Isoglossenkaart: grenslijnen baken de gebieden af waar hetzelfde dialect wordt gesproken

Dialectologen: beoefenaars van de dialectologie. Zij brengen dialecten en dialectgroepen in kaart. Hun dialectlassen geven een idee van de verspreiding van dialectklanken en woorden. Ze registreren bv hoe woordgroepen en woorden die behoren tot een bepaald dialectgroep worden uitgesproken.

Dialecten bestonden voordat de standaardtaal ontstond, deze is ontstaan uit de dialecten. Het Nederlands ontstond in de 17de en 18de eeuw doordat men behoefte had aan een algemene taal (voor wetten, verordeningen, Statenvertaling van de Bijbel(1637)…). De algemene taal kon zich verspreiden door de druk.

Dialecten en het Standaardnederlands zijn taalkundig gelijkwaardig: men kan ze beiden gebruiken om zich uit te drukken. Ze verschillen echter in klanken, structuur en woordenschat:

- Syntaxis: zinsbouwBv. Ik zal goan/ ik ga goan- Fonologisch vlak: uitspraakBv. Bloempje/bloemtje/bloemieke- Motorologisch vlak: vorm- Lexicaal vlak: woordenschatBv. Kus/pieper/bes

Dialectismen(regionalismen): dialectwoorden die zich in de standaardtaal hebben verbreid bv:

Eindmeet → eindstreep Stekske of stekje → lucifer

Angèle-Poumbia GLIGLI6WWa

Page 3: TBS Dialecten

3

Om → van Hem →zich Nooit niet → overbodig Nergens geen → overbodig Verkeerd lidwoord Mocht ≠ moest(verleden tijd)

Regionale taalvormen VerbeteringTaallabo Lab, taalpracticumVan aard om Van die aard dat zeGepolykopieerde GekopieerdeBestemmelingen GeadresseerdenScheurmand PapiermandNieuwkuis Stomerij, wasserijvan wacht zijn De wacht hebbenTer studie liggen Worden bestudeerdOm uit onverdeeldheid Om tot verdeling over te gaanKindergeld Kinderbijslag/toeslagBloedopdrang Bloedaandrang/beroerte

Het dialect - De ware moedertaal

De verpakking is de boodschap

De variatie kan afhankelijk zijn van de toehoorder (aanspreking met je of u).

De situatie kan ook van invloed zijn, de variatie beweegt zich tussen 2 polen: formeel en informeel. Dit is een kwestie van woorden en klanken; hoe officiëler de ontmoeting hoe verzorgder de uitspraak.

Variatie is ook afhankelijk van de groep waar iemand bij hoort of wil bij horen. De keuze van de taal hangt af van de indruk die men wil maken.

Horizontale en verticale taalvariatie

Horizontaal verticaalgeografisch bepaald maatschappelijk bepaald een bepaald dorp, stad of in streekdialecten

weerspiegelen maatschappelijke verscheidenheid

eigen regels: woordenschat, grammatica en klanken

verschillen door hun woordenschat

Opmerking: Maar of iemand dialect of standaardtaal spreekt hangt af van zijn of haar maatschappelijke status en van de gelegenheid. Dialecten zijn dus evenzeer horizontaal op de landkaart verspreid als verticaal op de maatschappelijke ladder.

Dialecten sterven langzaam

Angèle-Poumbia GLIGLI6WWa

Page 4: TBS Dialecten

4

1. Klassenbewustzijn. De leden van de hogere standen zijn de eersten die hun dialect verruilen voor de standaardtaal, stedelingen doen eerder afstand van hun dialect dan plattelandsbewoners. Als de standaardtaal vast wordt gebruikt in een bepaald gebied, dan zal het dialect het langst standhouden in de familie en vriendenkring. Hoe officiëler de gelegenheid dan, hoe eerder iemand de standaardtaal zak gebruiken. Eerst verdwijnt het dialect dus bij de hogere kringen, als zij het niet meer spreken dan wordt het ook niet meer geassocieerd met het gedrag van de hogere standen waardoor het dialect lager wordt aangeslagen. De standaardtaal is een statussymbool geworden.

2. Verstedelijking. Dialecten verdwijnen het eerst uit de stad, op het platteland is het nog volop aanwezig waardoor het geassocieerd wordt met ‘boers’. Stedelingen die verhuizen naar het platteland gaan hun kind ook niet het dialect aanleren en kinderen zullen van hun vriendjes steeds minder dialect overnemen. De verschrompeling van het dialect begint vooral bij jongeren.

3. Onderwijs in de standaardtaal maar jongeren zijn ook gevoeliger voor nieuwe modes en naarmate oudere generaties verdwijnen, krijgen de sprekers van de standaardtaal meer invloed en bepalen zij op hun beurt het taalgedrag van nieuwe trendgevoelige groepen jongeren.

Dialecten worden steeds minder geapprecieerd

Het dialect blijft voor velen de band met het enige dierbare: de afkomst, de geboortestreek en hun tradities. Het is een symbool van eigen culturele identiteit. Dialect wordt als boers gewaardeerd. Het dialect wordt ook ongeschikt geacht voor formele gesprekken. Mensen denken dat dialect ook minder kan uitdrukken dan de standaardtaal, wat eigenlijk fout is want mensen verleren eigenlijk het dialect waarin ze zich dus minder kunnen uitdrukken.

Vroeger: ABN en dialect

ABN: mag je niet impliceren of iemand beschaafd is (Algemeen Beschaafd Nederlands)

Angèle-Poumbia GLIGLI6WWa