Tabernakel: Het brandofferaltaar (2)

1
T\ e plaats van het attaar, symbool voor de volle- I f digeverbreking en overgave, is ook de plaats LJ van zegening. Daar waar een 'verbroken hart en een verslagen geest is,daar woont God endaar maakt Hij levend' flesaja 57i5).De plaats van het altaar wasde plaats waar God tot het volk sprak, met doel het te heiti- gen (Exodus z9:42-43). Godwas in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende (z Korintiërs 5:r9). Bijhet kruis spreekt God weer tot de mens en openbaart Hijde heer- tijkheid van Zijn liefde. Het brandofferaltaar werdgemaakt van Sittimhout (aca- cia) en metkoper overtrokken, daarom werd het ook het koperen attaar genoemd. Wiebedenkt zoiets? Een attaar, waarop aanhoudend vuur zalbranden, werd vanhout ge- maakt. Hout hoort bij de aarde entypeert devergankelijk- heid het beste. Opdeaarde was gezondigd enop deaarde moest de verzoening bewerkt worden. Anders gezegd, in hetvlees was gezondigd enin hetvlees moest dezonde ge- oordeetd worden. Aan het houtwas gezondigd (boom in het paradijs), op het houtmoest de verzoening ptaatsvinden (houten kruis op Golgotha). Paulus schriift in Efeziërs z:16 'En opdatHij die beiden met God in éénlichaam zou ver- zoenen door hetkruis, de vijandschap aanheZelve gedood hebbende.'En niet alleen die beiden, Jood enheiden, doch alle dingen diein de hemel en op de aarde zijn, heeft Hij door het bloed van Zijn kruis verzoend (Kolossenzen r:zo). Hetaltaar was een Heiligheid der Heitigheden, daarom moest erzeven dagen lang verzoen ing voor gedaan worden (Exodus 29363). Het vloekhout, datookHem dieer aan hing onder devloek bracht (Galaten 3:r3), is door deZoon, Die gehoorzaam geworden is tot de dood aan hetkruis (Fi- 'pl:lll: 'ili:1,r.: lippenzen z:8), geworden tot een Heitigheid derHeitighe- den. Christus enhet kruis zijn één geworden. Hatleluja!Van afdat moment ishetwaar: Alwat het kruis aan- roert zal heitig zijn, want?ef altoor heiligde degave' (Maï- tei.is z3:r9). Daar waar geen rekening gehouden wordt met het kruis verliest iedere gave haarwaarde, ze isdan onheilig. De diepte van hetkruis (Efeziërs 4:9-to) reikte tot in deon- derste delen vande aarde en de hoogte tot in de hoogste hemelen, terwijt de breedte zich uitstrekte over de ganse wereld. Er is naar het heitigdom dan ook geen andere weg, via het brandofferaltaar, of nu beter door de weg van het kruis, waar hetaltaar een voorafspiegeling vanwas. Wie- mand komttot de Vader dan door Mij' $ohannes q:6). 'Het woshet welbehagen von de Vader, dot in Hemal de volheid zouwonen'(Kolossenzen tt9).'Al de volheid, ook von Zijn liefde voor de verloren wereld, bevestigt Zijn liefde jegens ons, dot Christus voor ons gestoruen is, toen wij nog zondaars woren'(Romeinen 5:8). Zo één met devloek, heeft Christus hetkruis tot een zegen gemaakt, waarin wij nukunnen roemen; maar dat ons tevens voor de wereld en dewereld voor ons kruisigt enonmogelijk maakt. Waar geen rel(ening gehouden wordt met het l<ruis, verliest iedere gave haar waarde. (Overgenomen enbewerkt uit: 'De Geestelijke beteekenis van denTabernakel'von Joh. deHeer, door ds.HenkSchouten) HetZoeklicfrt fr z5

description

Zoeklicht tabernakel j d heer(9)

Transcript of Tabernakel: Het brandofferaltaar (2)

Page 1: Tabernakel: Het brandofferaltaar (2)

T\ e plaats van het attaar, symbool voor de vol le-

I f dige verbreking en overgave, is ook de plaatsLJ van zegening. Daar waar een 'verbroken hart eneen verslagen geest is, daar woont God en daar maakt Hi jlevend' f lesaja 57i5).De plaats van het al taar was deplaats waar God tot het volk sprak, met doel het te heit i -gen (Exodus z9:42-43). God was in Christus de wereldmet Zichzelf verzoenende (z Korint iërs 5:r9). Bi j het kruisspreekt God weer tot de mens en openbaart Hi j de heer-t i jkheid van Zi jn l iefde.

Het brandofferaltaar werd gemaakt van Sittimhout (aca-cia) en met koper overtrokken, daarom werd het ook hetkoperen attaar genoemd. Wie bedenkt zoiets? Een attaar,waarop aanhoudend vuur zal branden, werd van hout ge-maakt. Hout hoort bij de aarde en typeert de vergankelijk-heid het beste. Op de aarde was gezondigd en op de aardemoest de verzoening bewerkt worden. Anders gezegd, inhetvlees was gezondigd en in hetvlees moest de zonde ge-oordeetd worden. Aan het houtwas gezondigd (boom in hetparadijs), op het hout moest de verzoening ptaatsvinden(houten kruis op Golgotha). Paulus schriift in Efeziërs z:16'En opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou ver-zoenen door het kruis, de vijandschap aan heZelve gedoodhebbende. 'En niet al leen die beiden, Jood en heiden, dochal le dingen die in de hemel en op de aarde zi jn, heeft Hi jdoor het bloed van Zijn kruis verzoend (Kolossenzen r:zo).Het al taar was een Hei l igheid der Heit igheden, daarommoest er zeven dagen lang verzoen ing voor gedaan worden(Exodus 29363). Het vloekhout, dat ook Hem die er aanhing onder de vloek bracht (Galaten 3:r3), is door de Zoon,Die gehoorzaam geworden is tot de dood aan het kruis (Fi-

'pl:lll:

'ili:1,r.:

l ippenzen z:8), geworden tot een Heit igheid der Heit ighe-den. Christus en het kruis zijn één geworden.Hatleluja!Van af dat moment is hetwaar: Alwat het kruis aan-roert zal heitig zijn, want ?ef altoor heiligde de gave' (Maï-tei.is z3:r9). Daar waar geen rekening gehouden wordt methet kruis verliest iedere gave haarwaarde, ze is dan onheilig.

De diepte van het kruis (Efeziërs 4:9-to) reikte tot in de on-derste delen van de aarde en de hoogte tot in de hoogstehemelen, terwijt de breedte zich uitstrekte over de gansewereld. Er is naar het hei t igdom dan ook geen andere weg,via het brandofferaltaar, of nu beter door de weg van hetkruis, waar het altaar een voorafspiegeling van was. Wie-mand komt tot de Vader dan door Mij' $ohannes q:6).'Het wos het welbehagen von de Vader, dot in Hem al devolheid zou wonen'(Kolossenzen tt9).'Al de volheid, ookvon Zijn liefde voor de verloren wereld, bevestigt Zijn liefdejegens ons, dot Christus voor ons gestoruen is, toen wijnog zondaars woren'(Romeinen 5:8). Zo één met de vloek,heeft Christus het kruis tot een zegen gemaakt, waarin wijnu kunnen roemen; maar dat ons tevens voor de wereld ende wereld voor ons kruisigt en onmogelijk maakt.

Waar geen rel(ening gehoudenwordt met het l<ruis, verliest

iedere gave haar waarde.

(Overgenomen en bewerkt uit: 'De Geestelijke beteekenis vanden Tabernakel'von Joh. de Heer, door ds. HenkSchouten)

HetZoeklicfrt fr z5