Taak 2 Muvo 2 - Thuis · Web view- lln. die niet goed zien welke vorm van gezicht ze hebben mogen...

12
Derde activiteit : beeld : een selfie van klei LESVOORBEREIDING Naam en klas student: Ann Van den Broeck Stageschool: Stageklas: hoeft niet Mentor: Nagekeken door: Datum nazicht: VAK: MUVO DOMEIN: Beeld LESONDERWERP: Selfie van klei DATUM: LESDUUR: 75 min Beginsituatie: Aantal leerlingen: 16 Klasschikking: banken staan in groepjes van 4 bij elkaar Gebruikte handboek(en): geen Beginsituatie van de kinderen in verband met het lesonderwerp: -thema: lln. weten wat een ‘selfie’ of een zelfportret is -cognitieve creativiteit: lln. kunnen grondig waarnemen, omtrekvormen herkennen en benoemen -emotionele creativiteit: lln. kunnen iets afwerken tot het voor hun goed is -sociale creativiteit: lln. kunnen samenwerken Andere: lln. hebben al eerder met klei gewerkt Doelstellingen: Lesdoel (creatief en domeinspecifiek): De leerlingen kunnen omtrekvormen benoemen en toepassen in een twee- en driedimensioneel zelfportret van klei. Leerplandoelen : Leerplan VVkBao - 19999

Transcript of Taak 2 Muvo 2 - Thuis · Web view- lln. die niet goed zien welke vorm van gezicht ze hebben mogen...

Derde activiteit : beeld : een selfie van klei

Lesvoorbereiding

Naam en klas student: Ann Van den Broeck

Stageschool:

Stageklas: hoeft niet

Mentor:

Nagekeken door:

Datum nazicht:

Vak: MUVO

DOMEIN: Beeld

Lesonderwerp: Selfie van klei

Datum:

lesduur: 75 min

Beginsituatie:

· Aantal leerlingen: 16 Klasschikking: banken staan in groepjes van 4 bij elkaar

· Gebruikte handboek(en): geen

· Beginsituatie van de kinderen in verband met het lesonderwerp:

-thema: lln. weten wat een ‘selfie’ of een zelfportret is

-cognitieve creativiteit: lln. kunnen grondig waarnemen, omtrekvormen herkennen en benoemen

-emotionele creativiteit: lln. kunnen iets afwerken tot het voor hun goed is

-sociale creativiteit: lln. kunnen samenwerken

· Andere: lln. hebben al eerder met klei gewerkt

·

Doelstellingen:

Lesdoel (creatief en domeinspecifiek):

De leerlingen kunnen omtrekvormen benoemen en toepassen in een twee- en driedimensioneel zelfportret van klei.

Leerplandoelen : Leerplan VVkBao - 19999

12.2 De leerlingen kunnen volgende begrippen illustreren: gelijk, verschillende, groter dan, kleiner dan, korter dan, langer dan, schijf, vierkant, hoek, driehoek, bol,

blok, en rolvorm.

12.3 De leerlingen kunnen bovengenoemde begrippen en vormen herkennen, benoemen en verwerken in een samengestelde vorm.

12.4 De leerlingen kunnen vormen voorstellen door een omtreklijn, door vlakken of volumes.

17 De leerlingen kunnen vrij experimenteren met materiaal, kunnen met dat materiaal gericht experimenteren of kunnen het gericht verkennen.

Leerinhoud:

- bouwsteeninfo: vorm :

Vormen herkennen in gezichten, bv. rond, ovaal, rechthoekig, ellipsvormig, …. En deze vormen met klei proberen na te maken.

- thematische info:

Een selfie = een gefotografeerd zelfportret. Een van de typische kenmerken is dat als hij gemaakt is met een smartphone of digitale camera, op de foto vaak te zien is dat de persoon die is afgebeeld de camera vasthoudt. Het gebruik is met name populair bij jongeren.

Een zelfportret = een portret dat een kunstenaar (vooral kunstschilders en gespecialiseerde portretschilders) van zichzelf maakt. Om dit te bereiken wordt traditioneel voor een spiegel geposeerd.

Timing

Lesdoelen

opdrachten:

stimulansen

ORGANISATIE

opstelling

MATERIAAL

Fase 1: waarnemen van verschillende portretten

10 min

De lln. kunnen verschillen tussen gezichten waarnemen.

De lln. herkennen verschillende vormen.

Op het bord verschijnen verschillende ‘selfies’ of portretten van personen, ook die van Frida Kahlo .

De lk. vraagt :

- Wat zie je ?

- Zijn er verschillen ? Zo ja, welke ?

- Kan je bepaalde vormen herkennen ?

- Hebben ze allemaal dezelfde vorm ?

- .......

- foto’s met enkel neuzen, monden, oren, ogen en gezichtsvormen.

Banken staan in groepjes van 4 bij elkaar.

- powerpoint presentatie of

- prenten van selfies

Fase 2: experimenteren met klei

8 min

De lln. kunnen per twee minstens 4 verschillende gezichten maken.

De lk. geeft al de lln. klei.

De lk. zegt dat de lln. per twee minstens vier verschillende gezichten moeten maken met de klei, enkel de vorm van een gezicht, dus nog niet met neus, ogen en mond . Dit doen ze door de klei eerst een beetje te kneden en dan plat te duwen op de tafel. Verdeel de klei in twee stukken zodat je elk twee gezichten kan maken. Vergelijk nadien elkaars gemaakte gezichten. Dit kan per twee of per vier. Welke vormen herken je ? Zijn er duidelijke verschillen ?

Nadien mag je de klei terug samen nemen.

- voor kinderen die minder creatief zijn: foto’s van verschillende gezichtsvormen

- de lk. loopt rond en stuurt bij, geeft eventueel tips, maar helpt niet bij het maken maar zorgt ervoor dat het ontwerp vanuit het kind zelf komt.

-Op de banken worden plastieken tafelkleden gelegd.

- lln. werken per twee

- vergelijken mag per vier

Ongeveer 250 g zelfdrogende, bruine klei per ll.

8 min

De lln. kunnen per twee minstens 4 verschillende neuzen maken.

De lk. zegt dat de lln. per twee minstens vier verschillende neuzen moeten maken met de klei. Verdeel de klei in twee stukken en maak elk twee neuzen. Daarna vergelijken ze elkaars gemaakte neuzen.

Nadien de klei terug samen nemen.

- voor kinderen die minder creatief zijn: foto’s van verschillende neuzen

- de lk. loopt rond en stuurt bij, geeft eventueel tips, maar helpt niet bij het maken maar zorgt ervoor dat het ontwerp vanuit het kind zelf komt.

8 min

De lln. kunnen per twee minstens 4 verschillende monden maken.

De lk. zegt dat de lln. per twee minstens vier verschillende monden moeten maken met de klei. Verdeel de klei in minstens twee stukken zodat je elk twee monden kan maken. Daarna vergelijken ze elkaars gemaakte monden.

Nadien de klei terug samen nemen.

- voor kinderen die minder creatief zijn: foto’s met verschillende monden

- de lk. loopt rond en stuurt bij, geeft eventueel tips, maar helpt niet bij het maken maar zorgt ervoor dat het ontwerp vanuit het kind zelf komt.

8 min

De lln. kunnen per twee minstens 4 verschillende ogen maken.

De lk. zegt dat de lln. per twee minstens vier verschillende ogen moeten maken met de klei. Je kan één oog maken of twee naast elkaar. Daarna vergelijk je de gemaakte ogen met elkaar.

Nadien de klei terug samen nemen

- voor kinderen die minder creatief zijn: foto’s met verschillende ogen

- de lk. loopt rond en stuurt bij, geeft eventueel tips, maar helpt niet bij het maken maar zorgt ervoor dat het ontwerp vanuit het kind zelf komt.

Fase 3:verwerking: een selfie van klei

25 min

De lln. kunnen hun eigen gezichtsvormen waarnemen en deze namaken met klei.

-De lk. geeft elke ll. een klein spiegeltje. De lln. moeten nu naar hun eigen gezicht kijken. Welke vorm heb ik ?

-Daarna moeten ze met de klei hun eigen gezichtsvorm maken, de vorm waarvan zij vinden dat het best bij hun gezicht past. Daarvoor verdelen ze de klei in twee stukken, een groot stuk en een kleiner stuk. Het grote stuk moeten ze gebruiken om het gezicht te maken. Ze duwen de klei plat, vormen hun gezicht en leggen het op het karton.

-Dan maken ze een mond, neus en ogen, oren moeten ze niet maken maar het mag, met de rest van de klei. Ze doen dit op dezelfde manier als bij het gezicht. Ze kijken in de spiegel naar hun mond, ogen en neus en maken deze zoals zij vinden dat die eruit zien. Het is niet de bedoeling dat ze een perfect evenbeeld van zichzelf gaan maken.

De gemaakte neus, mond en ogen maken ze vast aan hun gezicht van klei door zachtjes te duwen en te wrijven.

- Nadien mogen ze ook nog de haren van klei maken en lln. met een bril mogen deze eventueel ook maken.

- De lln. werken hun selfie van klei af. Lln. die eerder klaar zijn mogen eventueel nog een versiering aanbrengen aan hun selfie zoals bv. een bloem in de haren zoals Frida deed.

- lln. die niet goed zien welke vorm van gezicht ze hebben mogen dit ook vragen aan andere lln.

- de lk. loopt rond en stuurt bij, geeft eventueel tips, maar helpt niet bij het maken maar zorgt ervoor dat het ontwerp vanuit het kind zelf komt. Voor lln. die echt niet goed kunnen starten : lk. toont een foto met een voorbeeld op.

- Lln. werken alleen maar mogen raad vragen aan andere lln.

- Ongeveer 250 g zelfdrogende, bruine klei per ll.

- spiegels

- A5 karton per ll.

Fase 4: evaluatie van de gemaakte selfies in klei

8 min

De lln. kunnen de zelfgemaakte selfie van klei evalueren.

De lk. legt alle selfies van klei naast elkaar. De lln. mogen alle werkjes eens bekijken.

Nadien vraagt de lk. :

- Weet je van wie de werkjes zijn ? Herken je iemand ? Sommige werkjes herkennen ze misschien aan de haarstijl, aan de bril, … .

- Vonden jullie het leuk om dit te maken ?

- Was het moeilijk of gemakkelijk om zon ’n selfie te maken ? En waarom ?

Selfies worden allemaal bij elkaar gelegd zodat de lln. ze kunnen bekijken.

Didactisch materiaal:

- powerpoint presentatie

- prenten met verschillende gezichtsvormen, neuzen, ogen, monden en oren

- ongeveer 250 g zelfdrogende, bruine klei per ll.

- plastieken tafelkleden

- kleine spiegeltjes per ll.

- A5 karton per ll.

Bronnen zoals vermeld in het zakboekje ‘Bibliografisch refereren’ (Toledo)

Overzicht van de bijlagen:

- slides van powerpoint presentatie

- prenten met verschillende gezichtsvormen, neuzen, ogen, monden en oren

- foto’s van voorbeelden

Bordplan(nen):

Zie slides van powerpoint presentatie

Bijlagen

Slides van powerpoint presentatie :

Prenten met verschillende gezichtsvormen, neuzen, ogen, monden en oren:

Foto’s van voorbeelden:

Neuzen :

Monden :

Ogen :

Selfies uit klei :