SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor...

60
SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek Ondersteuningsplan 2014-2015/18

Transcript of SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor...

Page 1: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek Ondersteuningsplan 2014-2015/18

Page 2: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

2

Vastgesteld door bestuurders VO/VSO: 27 januari 2014Instemming Ondersteuningsplanraad: 19 februari 2014

Page 3: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

3

• gezond opgroeien, talent benutten en meedoen

• geen thuiszitters, iedere leerling een passende plek

• doorgaande schoolloopbaan

• gewoon waar het kan, speciaal waar het moet

• zo thuisnabij mogelijk, zo licht mogelijk, zo snel mogelijk en van goede kwaliteit

• uitgaan van mogelijkheden en eigen kracht

• niet na elkaar, maar naast elkaar

• niet over maar met jeugdigen en ouders

• integraal: één kind, één gezin, één plan, één contact

leerlinggericht, integer, verbindend, samenwerkend, respectvol

PASSEND ONDERWIJS & ZORG VOOR JEUGD

Page 4: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

4

Inhoudsopgave

Woord vooraf 6

1. Visie op passend onderwijs 8 1.1 Waar gaan we voor? 8 1.2 Breed gedragen 8

2. Inrichting van het SWV 9 2.1 Hoe gaan we het doen? 9 2.2 Bestuurlijke inrichting 9 2.3 Besluitvorming 9 2.4 De directeur/coördinator 9 2.5 Medezeggenschap 9

3. De regio in beeld 10 3.1 Demografisch profiel 10 3.2 Leerlingen in beeld 10

4. Doelstelling, organisatie en communicatie 11 4.1 Doelstelling van het SWV 11 4.2 Organisatie en overlegstructuur 12 4.3 Netwerken 12 4.4 Communicatie 12

5. Een sterke basis 13 5.1 Basisondersteuning in het schoolondersteuningsprofiel 13 5.2 Kwaliteit interne ondersteuningsstructuur 15 5.2.1 Niveaus van ondersteuning 15 5.2.2 De ondersteuningsstructuur en de leerling 18 5.2.3 Uitwerking basisondersteuning 19 5.2.4 Uitwerking breedte- en diepteondersteuning 21

6. Steun waar nodig 22 6.1 Het Onderwijs Dienstencentrum 22 6.2 Taakprofiel ondersteuners 23 6.3 Samenwerking met ketenpartners 24 6.4 Afstemming gebiedsgerichte aanpak 24 6.5 Afstemming met MBO 25

7. Speciaal als het moet 26 7.1 Passend aanbod 26 7.2 Speciale onderwijsvoorzieningen 26 7.3 Toeleiding naar arbeid 26 7.4 Arrangementen buiten onderwijs 26

Page 5: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

5

8. Doorgaande schoolloopbanen 29 8.1 Overgang PO-VO 29 8.2 Overgang VO-VO 29 8.3 Overgang VO-MBO 29 8.4 Overgang VO/VWO-HBO/WO 30 8.5 PCL PO-VO 30 8.6 Toelating en doorstroom binnen voortgezet speciaal onderwijs 30 8.7 Terugplaatsing en overplaatsing 30

9. Samenwerking met ouders 31 9.1 Versterken van positie van ouders 31 9.2 Samenwerking ouders en school 31 9.3 Informatievoorziening 31

10. Professionalisering 32 10.1 Expert werkplaats Passend Onderwijs 32 10.2 Expert aanbod Passend Onderwijs 32

11. Financiën 33 11.1 Verandering in financiering 33 11.2 Financieel management 33 11.3 Inkomsten 33 11.4 Uitgaven 33

12. Monitoring 34 12.1 Monitoring van resultaten 34 12.2 Activiteiten 2014-2015 34

Bijlagen 38 1. SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek 38 2. Deelnemende scholen 39 3. Kengetallen 40 4. Leerlingroutes Passend Onderwijs 42 5. Begroting 47 6. Samenstelling OPR 56 7. Begrippenlijst 57

Page 6: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

6

Woord vooraf

hefbomen van duurzame, toekomstgerichte onderwijsinnovatie. Innovatie met als basis talentontwikkeling in en tussen organisa-ties. Werken aan Maatwerk voor leerlingen, constante aandacht voor veranderen en aanpassen aan onze omgeving vraagt een andere houding van scholen, teams en individuen in ons onderwijs.

Voor een beperkte, maar aanmerkelijke groep kwetsbare en/of overbelaste jeugdigen is het huidige onderwijssysteem in samenwerking met de zorg onvoldoende passend ingericht. De inrichting is sectoraal gefragmenteerd vormgegeven, niet afgestemd op de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de jeugdige en niet flexibel als het gaat om de aanbieding van preventieve arrangementen die moeten leiden tot een startkwalificatie, inkomen uit arbeid of maatschappelijk relevante participatie. Vanuit deze waarneming legt niet de politiek of de aanstaande wetswijzigingen betrokkenen een nieuwe opdracht voor, maar wordt deze opdracht aan ons voorgelegd door de jeugdigen van deze tijd die rekenen op het verbindend vermogen van volwassenen om voor hen een nieuw perspectief te creëren.

De bestuurders in de Westelijke Mijnstreek zijn zich ten volle bewust van deze opdracht die aan hen voorgelegd wordt als het gaat om doelgerichte samen-werking te realiseren. In het voorliggende ondersteuningsplan vindt u de ideevorming, planvorming en uitwerking om te komen tot deze nieuwe vormen van samenwerking. In deze samenwerking zullen bestaande structuren niet als leidend en vanzelfsprekend aangenomen worden. Er is veel meer sprake van de ambitie om vanuit een duurzaam perspectief te komen tot een systeemgedachte en vervolgens een totaalconcept, waarin de vaak niet gearticuleerde vraag van de kwetsbare jeugdige verwoord kan worden.

Het SWV VO Passend Onderwijs Westelijke Mijnstreek kent een rijke historie als het gaat om samenwerking in de regio met alle betrokkenen rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn wij ons er van bewust dat deze zoektocht in elk tijdsgewricht een andere dynamiek kent, andere vragen oproept en er nieuwe maatschappelijke dilemma’s opdoemen.

Van oudsher staat het onderwijs in het centrum van de belangstelling. Wekelijks berichten de media over discussies van uiteenlopende onderwijs aangelegen-heden zoals: onderwijstijd, de bekos-tigingsgrondslag, de professionaliteit en autonomie van de leraar voor de klas, de professionalisering van onderwijsorganisaties en het school-management, passend onderwijs, leerstofcanons, het ‘oude’ versus het ‘nieuwe’ leren, werkdruk van docenten, top-10-lijstjes van de beste en slechtste scholen en leraren van Nederland. Ook discussies over de maatschappelijke opdracht van het onder-wijs staan hierbij op de agenda. Welke implicaties voor het curriculum heeft de snelle verandering van kennis? Wat zijn voor het onderwijs de gevolgen van de voortdurend veranderende arbeids-markt? Wat is de impact van digitalisering en infor- matisering van onze samenleving? Wat gebeurt er met Persoonlijk of Gepersonaliseerd Leren? Wat zijn de effecten van de om zich heen grijpende mondialisering? Daarnaast de veranderende positie van het gezin, dat zich steeds meer manifesteert in een verdergaande verscheidenheid van samen- levingsvormen. De afname van het tolerantie- vermogen ten opzichte van leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte. De toename van labeling en stigmatisering in een samenleving waar ‘perfectie’ de norm is en anders zijn niet als verrijking gezien wordt. Ondanks of dankzij die wetenschap ligt hier een inspanning voor alle betrokkenen om deze zienswijze trachten te doorbreken. Aan de basis van denken en handelen moet de talentontwikke-ling van al onze jeugdigen liggen. Het gaat dus over alle leerlingen in het Voortgezet Onderwijs Westelijke Mijnstreek, leerlingen op alle niveaus, ook de talenten die doorstromen naar het HBO en de Universiteit. Om deze talentontwikkeling te maximaliseren heeft ieder vanuit zijn eigen ambitie in meer of mindere mate ondersteuning nodig. Redenen te over dus een open blik naar buiten te richten om op zoek te gaan naar de

Page 7: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

7

Vanuit voorgaande gedachten van samenwerking en verbinding is dit onder-steuningsplan tot stand gekomen in samenspraak met vrijwel alle belang-hebbenden in de regio Westelijke Mijnstreek, te weten docenten, leerlingen, ouders, zorg- coördinatoren, directeuren van onderwijs- organisaties (PO-VO-MBO), beleidsmedewerkers jeugd gemeentelijke overheid, bestuurders PO-VO-SO/VSO en bestuurders gemeentelijke overheid. Daarnaast is voortdurend afstemming gezocht met de aanpalende samenwerkingsverbanden om de grensoverschrijdende ondersteuning van jeugdigen zonder breuklijnen vorm te geven. In de verbinding wordt ook aandacht gevraagd voor een integrale benadering van het onderwijs en andere wet- gevingstrajecten die van invloed zijn op de regio en de plaats van de individuele leerling in de regio. Het betreft de Wet op de Jeugdzorg en de Participatiewet.

Het besef dat de kwaliteitsverbetering van onder-wijs en ondersteuning een niet aflatende inspan-ning vraagt van alle betrokkenen, niet aan tijd en plaats gebonden, vormt de basis van de cyclische aanpak die moet leiden tot nieuwe duurzame ontwikkelingsperspectieven voor alle jeugdigen in de Westelijke Mijnstreek.

Jan van Nierop, voorzitter bestuur SWV Passend Onderwijs VO 31.04

Page 8: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

1 Vooralsnog blijven de indificaticriteria voor LWOO-PrO wettelijk gehandhaafd.

er hoge prioriteit is voor de competentiegerichte professionalisering van docenten.

De basis van het voorgaande wordt gevormd door een vijftal fundamentele waarden die richting- gevend zijn voor het handelen van alle betrokkenen: leerlinggericht, verbinden, respect, samenwerken, integriteit.

1.2 Breed gedragenDe missie en visie is tot stand gekomen via een interactief proces met alle betrokkenen in het werkveld van onderwijs en ondersteuning en is vervolgens breed getoetst in overleg met de MR/GMR-en van de schoolorganisaties. In de verdere uitwerking van de ondersteuningsstructuur op schoolniveau in relatie tot de inrichting van de gemeentelijke ondersteuningsstructuur jeugd is in elke fase van ontwikkeling afstemming gezocht en is de ideevorming getoetst.

De invoering van passend onderwijs hangt nauw samen met de verschillende decentralisaties op gemeentelijk niveau, te weten de decentralisatie van de jeugdzorg (de Jeugdwet, van AWBZ naar WMO en de invoering van de Participatiewet). Het gaat in deze transitie om kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen die ondersteuning nodig hebben, thuis, op school of bij werk. Het belang van samenwerking tussen onderwijs en gemeenten wordt hiermee nog eens onderstreept.

De conceptmissie in de hoofdlijnnotitie van de gemeenten Stein, Beek, Schinnen en Sittard-Geleen luidt:Gezond opgroeien, talenten benutten en meedoenGoed en gezond opvoeden en opgroeien is op de eerste plaats belangrijk voor het kind. Ook vanuit maatschappelijk oogpunt is het belangrijk dat kinderen goed en gezond opgroeien. Bij opvoeden en opgroeien ligt de nadruk op talentontwikkeling, actief participeren in school en samenleving. Door hierin te investeren, brengen we een fundament aan voor welzijn, economische zelfstandigheid en democratisch burgerschap.

Bovenstaande missie is complementair aan de missie en visie van het SWV VO Passend Onderwijs Westelijke Mijnstreek en wordt gedragen door een gevoelde gezamenlijke verantwoordelijkheid.

1. Visie op passend onderwijs

1.1 Waar gaan we voor?Referentiekader van denken en handelen

Visie: Uitgangspunt is de leerling, niet gelabeld en/of geïndiceerd1, op maat voorzien van het juiste onderwijs-/ondersteuningsaanbod, waarbij talent-ontwikkeling aan de basis staat en interventies eerder preventief dan curatief van aard zijn.

Missie: Leerlingen succesvol begeleiden en/of toeleiden naar:• vervolgonderwijs en/of een startkwalificatie, met

maximale doorstroom naar een plek waar de leerling zijn talenten en realistische ambities kan realiseren;

• een duurzame plek op de arbeidsmarkt en/of• maatschappelijk relevante participatie;• een zinvolle dagbesteding.

Ambitie: Ontplooiingskansen voor elke leerling.

Concept: Systeemaanpak/-denken is het concept van waaruit wij (samen-) werken in de keten, waarbij alle betrokken organisaties over hun eigen schaduw heenstappen op bestuurlijk, werk- en samenwerk-ingsverbandniveau.

Doelstelling:Een dekkend en kwalitatief hoogstaand continuüm c.q. netwerk van onderwijs en een ondersteunings-structuur voor elke leerling die ondersteuning nodig heeft. Leidend uitgangspunt is: zo thuisnabij mogelijk, zo licht mogelijk, zo snel mogelijk en van goede kwaliteit.

Sluitende bedrijfsvoering op SWV-niveau met betrekking tot de inzet van de beschikbare onder-steuningsmiddelen voor lichte tot en met zware ondersteuning, waarbij de toewijzingsprocedure voor ondersteuningsmiddelen plaatsvindt op basis van een transparante en praktische systematiek.

Uitgangspunt: Focus, samenwerking en samenhang.Er wordt voor gezorgd dat medewerkers voldoen aan de professionele functie-eisen die bij het schoolondersteuningsprofiel horen. Vandaar dat

8

Page 9: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

9

2.3 BesluitvormingHet bestuur van het SWV streeft naar consensus in de besluitvorming. Daarom is in de statuten opgenomen dat consensus uitgangspunt is voor alle belangrijke besluiten die het bestuur als toezichthouder moet nemen (zoals het onder- steu-ningsplan, de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag). Indien het niet lukt om tot consen-sus te komen, vindt er stemming plaats nadat in twee afzonderlijke bijeenkomsten met een tussen-liggende periode van tenminste vier weken getracht is alsnog consensus te bereiken. Het te nemen besluit wordt genomen met meerderheid van stem-men (de helft plus een). Bij staking van stemmen vindt binnen twee weken een herstemming plaats.Als een schoolbestuur het niet eens is met het besluit kan een verzoek ingediend worden voor arbitrage bij de landelijke geschillencommissie Passend onderwijs. De uitspraak van de geschillen-commissie is bindend voor alle partijen.

2.4 De directeur/coördinatorDe dagelijkse leiding van het SWV is in handen van de directeur/coördinator. Hiervoor is een managementstatuut vastgesteld, waarin vastgelegd is welke bevoegdheden het bestuur heeft gemanda-teerd. De directeur/coördinator legt verantwoording af naar het bestuur door middel van verantwoor-dingsrapportages en voortgangsrapportages.

2.5 MedezeggenschapHet SWV heeft verplicht een Ondersteuningsplan-raad (OPR). De Wet Mede-zeggenschap op Scholen (WMS) is hierop van toepassing, personeel en ouders/leerlingen zijn in deze raad evenredig vertegenwoordigd. De MR/GMR-en van de afzonderlijke scholen vaar-digen leden af voor de OPR. De OPR heeft twaalf zetels, twee zetels per deelne-mende schoolorganisatie, een voor een afvaardig-ing namens personeel en een voor een afvaardiging namens leerlingen/ouders. De Ondersteunings-planraad is eind 2013 opgericht. De taak van de OPR, zoals vernoemd in statuut en reglement, is al dan niet instemming geven aan het ondersteun-ingsplan van het SWV. In bijlage 6 is de samen-stelling van de OPR opgenomen.

2. Inrichting van het SWV

2.1 Hoe gaan we het doen?Op basis van de missie en visie is uitgebreid van gedachten gewisseld over het gewenste bestuurs-concept dat zou moeten leiden tot realisatie van de gestelde doelen. Unaniem kozen betrokkenen voor een lerend bestuursconcept, waarin de volgende uitgangspunten leidend zijn: vertrouwen als basis, gericht op vrijheid binnen grenzen, gericht op lange termijn, gericht op gezag en verbinding, decentrale verantwoordelijkheden/bevoegdheden, flexibel, inspelend op mogelijkheden, platte organisatie- structuur met zo min mogelijk tussenlagen, een-voudige ondersteunende informatie- en admini-stratiestructuur, inspiratie, bevordering van creativiteit en passie, diversiteit binnen heldere kaders, ruimte voor professioneel vakmanschap, ondersteuning van direct leidinggevenden en begeleiding naar taakvolwassenheid, contact met het primaire proces, inhoud, medewerkers en omgeving.

2.2 Bestuurlijke inrichtingDe wet Passend onderwijs stelt als eis dat het SWV een rechtspersoon met volledige rechts-bevoegdheid moet zijn. Gezien het feit dat het SWV VO Westelijke Mijnstreek reeds over deze status beschikte, is gekozen voor een statutenwijziging van de bestaande stichting (zie bijlage 1-2). De deelnemende besturen hebben een aansluitings-overeenkomst getekend. Met de inwerking-treding van voornoemde wet is ook de wet Goed Bestuur op het SWV van toepassing, met name de scheiding van bestuur en intern toezicht.Het bestuur van het SWV heeft gekozen voor het bestuur/directiemodel. Dit is een vorm van functionele scheiding. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de instandhouding van het SWV en heeft ook de rol van intern toezichthoudend orgaan. De meeste bestuurs-bevoegdheden worden gemandateerd of gedelegeerd aan de directeur van het SWV. Het bestuur keurt de begroting, het ondersteuningsplan en het jaarverslag goed en bewaakt de koers van het SWV. Het bestuur ontwikkelt samen met de directeur het toezichtskader en volgt vervolgens als toezichthouder de resul-taten. De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van bestuurs-beleid en doet dit in overleg met schoolleiders.

Page 10: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

10

2 www.etil.nl regionaal economisch onderzoeksbureau gevestigd te Maastricht

3. De regio in beeld

Het overzicht laat zien dat de ondersteunings-behoefte van de jeugd in de Westelijke Mijnstreek groter is dan gemiddeld in Nederland.

Daarnaast blijkt uit onderzoek van Etil dat Limburg ontgroent en vergrijst2. Het aantal inwoners jonger dan 20 jaar daalt in de prognoseperiode van 228.000 in 2012 naar 200.000 in 2030 en 150.000 in 2050. In de periode 2012-2040 daalt het aantal inwoners tussen 20 en 65 jaar van bijna 680.000 in 2012 naar circa 490.000 in 2040. In dezelfde periode neemt het aantal 65-plussers toe van 216.000 naar 328.000. De jeugd die nu opgroeit, neemt dus in aantal af en moet het inkomen verdienen voor een steeds groter wordende groep niet-werkenden.

3.2 Leerlingen in beeldTen behoeve van een adequate analyse van leerlingenstromen, het gebruik van voorzieningen van onderwijsondersteuning en deelname aan jeugd onder-steunende diensten zijn, samen met betrokkenen uit PO-VO-MBO en de gemeente-lijke overheid, alle relevante data verzameld vanaf 2010/2011. Dit heeft geresulteerd in de notitie Kengetallen, zie bijlage 3.

Een van de meest in het oog springende feite-lijkheden betreft het hoge deelnamepercentage SO/VSO. Verdere analyse zal moeten uitwijzen wat de oorzaken zijn van dit deelnamepercentage en de implicaties voor inrichting van het ondersteunend systeem.

3.1 Demografisch profielMet het overgrote deel van de jeugd in Nederland en in onze regio gaat het goed. Volgens de Wereld-gezondheidsorganisatie hoort de Nederlandse jeugd tot de gelukkigste van de wereld. Onze jeugd is tevreden met de situatie thuis en op school. Nederlandse jongeren eten steeds minder ongezond en drinken steeds minder alcohol. Er is sprake van een afnemende jeugdcriminaliteit.

Uit de publicatie ‘Een gezonde kijk op Sittard-Geleen; GGD (2010)’ blijkt dat de jeugd in Sittard-Geleen en de buurgemeenten Stein, Beek en Schinnen het op veel fronten goed doet. Deze groep heeft minder ernstig overgewicht, rookt minder, ontbijt vaker, drinkt minder alcohol, ‘binge drinkt’ minder, is minder vaak dronken en vaker lid van een sportclub in relatie tot het gemiddelde in Zuid-Limburg. Voldoende fruit eten en veilig vrijen laat nog geen positieve trend zien bij de jeugd. Overgewicht lijkt te stabiliseren, maar neemt nog toe bij meisjes (5 tot 6 jaar en 13 tot 14 jaar).Helaas gaat het niet met alle jongeren goed. Bij circa 12 % van de jeugd in Zuid-Limburg is onder-steuning nodig bij opgroeien en ontplooien. Bij 3-5 % is deze ondersteuning structureel van aard en zijn er vaak problemen op meerdere leefgebieden.

Vanuit het perspectief van jeugdzorg breed (2011) onderstaand enkele feitelijkheden op een rij.

Deelname 2011 per 1000 inwoners onder 18 jaar

Zuid Limburg

WM Beek Schinnen Stein SittardGeleen

NL

Jeugd-/opvoedhulp 26,3 20,0 11,4 18,0 15,1 23,2 18,7

Jeugdbescherming 19,8 15,6 8,2 14,0 6,5 19,7 13,2

Jeugd GGZ 93 102 80 90 95 110 71

Jeugd AWBZ 36,2 36,3 29,4 31,9 38,9 37,6 23,5

Page 11: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

11

4. Doelstelling, organisatie en communicatie

Wanneer zorgpartners zijn betrokken, wordt dit plan gekoppeld aan één kind, één gezin, één plan en wordt een casemanager toegewezen vanuit het CJG. De samenwerking met de gemeente vanuit de wettelijke kaders is hierin cruciaal. De Plaatsings-commissie Passend Onderwijs (PCPO), bestaande uit stafmedewerkers van PO-VO-VSO-MBO, RBL/RMC en CJG, zorgt voor afstemming en case- management.

Een van de doelen van de wetswijzigingen in het kader van passend onderwijs is ook het vergroten van de financiële beheersbaarheid van het systeem op nationaal niveau. Geen dure speciale les- plaatsen als ondersteuning ook of beter in het reguliere onderwijs met behulp van ketenpartners kan worden geboden.

Het tijdpad om tot financiële beheersbaarheid van het systeem in de Westelijke Mijnstreek te komen, gaat op basis van de kengetallennotitie, de inzichten dienaangaande tot nu verworven en de voor- liggende begroting (bijlage 5), niet gelijk op met het vereveningstraject zoals door de overheid voor-gesteld. In onderling overleg met OCW zal onderzocht moeten worden op welke manier hiervoor een acceptabele oplossing gezocht kan worden.

4.1 Doelstelling van het SWVDe stelselwijziging heeft een aantal duidelijke doelen. In de eerste plaats is dat een passende plek en een doorgaande schoolloopbaan voor iedere leerling in ons SWV. Anders gezegd: er mag geen leerling thuiszitten of voortijdig uitvallen. Dat willen we realiseren door samen met het PO en het MBO steeds uit te gaan van wat een leerling nodig heeft en hoe dat zo eenvoudig mogelijk kan worden georganiseerd. Een voorwaarde om zo te kunnen werken, is een sterke basis op school: goed toegeruste docenten en een goed werkende ondersteunings-structuur. Dit zijn hoofdelementen in onze standaard voor de basis-ondersteuning. Deze standaard beschrijft het kwaliteitsniveau van passend onderwijs dat de schoolbesturen V(S)O willen bereiken.

Om thuiszitten van leerlingen te voorkomen, is de samenwerking en afstemming tussen school en ketenpartners (PO-loket Kwadrant, VO-loket ODC, MBO-loket Loopbaanportaal, Jongerenloket RBL/RMC en CJG) cruciaal. Gezamenlijk werken aan één plan voor ondersteuning sorteert het meeste effect. Thuiszitters worden direct gemeld bij leerplicht en het onderwijsloket van het ODC, binnen zes weken moet er een integraal ondersteuningsplan zijn, gericht op het ontwikkelings-perspectief van de thuiszitter.

WETSWIJZIGINGEN PASSEND ONDERWIJS

• Landelijke indicatiesystematiek wordt afgeschaft. • Van ‘Wat heeft een leerling?’ naar ‘Wat heeft een leerling nodig?’ • Schoolbestuur heeft zorgplicht: geen thuiszitters en iedere leerling een passende plek. • SWV-en zorgen met scholen voor dekkend aanbod. • SWV-en verantwoordelijk voor lichte en zware ondersteuning.

Page 12: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

12

4.2 Organisatie en overlegstructuurDe organisatiestructuur van het SWV is opgebouwd vanuit het centrum van het systeem (docent-leerling-ouders/verzorgers). Aan de basis staat het netwerk van zorgcoördinatoren: professionals die dagelijks in contact staan met docenten/men-toren, leerlingen en ouders. Zij vormen de basis van het ondersteunend systeem. Zij zorgen voor afstemming, leggen verbindingen, hebben zicht op de kwaliteit van het primaire proces en weten wat leerlingen en docenten nodig hebben om elke dag weer nieuwe perspectieven te creëren. In een wederzijdse dialoog met schoolleiders voeden zij hen met betrouwbare informatie om beleidsvoor-bereidend de juiste voorstellen naar het bestuur te doen. De beleidsgroep Passend onderwijs, bestaande uit schoolleiders VO/VSO en strategisch beleidsmedewerker(s) jeugd van de gemeente, dragen samen met de directeur zorg voor de voorstellen van beleid die tot realisatie van de doel-stellingen van het SWV leiden.Het bestuur van het SWV neemt uiteindelijk de besluiten over het beleid van het SWV.

4.3 NetwerkenHet netwerk van zorgcoördinatoren bestaat uit de zorgcoördinatoren van de aangesloten VO/VSO-scholen, de coördinator van het Onderwijs Diensten-centrum (ODC), een vertegenwoordiging

van Regionaal bureau Leerplicht/ Jongerenloket en een vertegenwoordiger van het MBO. Het netwerk komt zes keer per jaar bij elkaar om alle facetten van het passend maken van onderwijs voor jeug-digen te bespreken, te vertalen in voorstellen voor aanpassingen van de ondersteuningsstructuur, reflectie te plegen op eigen handelen enz.

Het netwerk van onderwijsloketten PO (Kwadrant)- VO (ODC)- MBO (Loopbaan-portalen MBO). Het netwerk komt frequent bij elkaar om met name een soepele overgang te realiseren voor leerlingen die gebruik maken van een bijgesteld ontwikkelingsperspectief. Daarnaast ondersteunen zij professionals in het onderwijsveld als het gaat om handelingsgerichte diagnoses van onderwijs/ ondersteuningsbehoeften van leerlingen.

4.4 CommunicatieIn het afgelopen jaar heeft het SWV geïnvesteerd in de communicatie met betrokkenen binnen en buiten het onderwijs als het gaat om het uitdragen van de visie op passend onderwijs. Gebruik makend van de bestaande infrastructuur hebben we vele mensen ons verhaal kunnen vertellen. Ondanks dat zal de implementatie van passend onderwijs en de daarbij horende informa-tiestroom naar alle betrokkenen toe verder worden geprofessionaliseerd via met name de huidige digitale middelen.

Ondersteunings-planraad bestuur swv vo

Beleidsgroep PaO Netwerkzorgcoördinatoren

OnderwijsDienstencentrum

(ODC)

Directeur PCPOPCL

Page 13: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

13

3 Zie Wet BIO 23 augustus 20054 Vooralsnog blijven de indicatiecriteria voor LWOO PrO wettelijk gehandhaafd

5. Een sterke basis

13

5.1. Basisondersteuning in het schoolondersteuningsprofielIn het schoolondersteuningsprofiel geven scholen aan welke basisondersteuning zij bieden. Zij beschrijven de competenties die docenten bezit-ten in het omgaan met verschillen. Scholen kunnen leerlingen op grond van de beschreven basis- ondersteuning aannemen, zonder daarvoor een beroep te hoeven doen op het ondersteunings-budget van het samenwerkingsverband of direct gebruik te maken van de breedte- of diepte- ondersteuning zoals die binnen het SWV wordt aangeboden.

Natuurlijk zal het in de school niet alleen aankomen op de competenties van de docenten, maar ook op de kwaliteit van de ondersteuningsstructuur van interne leerlingenzorg:• een (sociaal) veilig schoolklimaat,• een toegankelijk schoolgebouw en aanpassingen

in de ruimtelijke omgeving,• een ondersteuningsstructuur die het functioneren

van leraren in onder-steuningsniveau 1 (in de klas) en ondersteuningsniveau 2 (extra zorg in de groep) mogelijk maakt.

We realiseren ons dat niet alle competenties op goed/excellent niveau in elke docent aanwezig zullen zijn.De verschillende competenties dienen wel in het team van professionals als geheel aanwezig te zijn, in een cultuur die zich kenmerkt door leren van en met elkaar.

Als het gaat om de bekwaamheidseisen3 die in algemene zin aan de docenten in het voortgezet onderwijs worden gesteld, onderscheiden we een zevental competenties:• interpersoonlijk competent,• pedagogisch competent,• vakinhoudelijk en didactisch competent,• organisatorisch competent,• competent in het samenwerken met collega’s,• competent in het samenwerken met de omgeving

(waartoe allereerst de ouders behoren),• competent in reflectie en ontwikkeling.

Deze zeven competenties worden in dit onder- nemersplan niet verder uitgewerkt, maar dienen wel als referentiekader van handelen. In algemene zin is het van belang dat in het pedagogisch- didactische domein ook aandacht is voor de vaardigheid om juist de sterke kanten/protectieve factoren van een leerling te herkennen en deze ook bewust aan te pakken om deze te versterken of om deze in te zetten voor de belemmerende factoren.In de visie van het toekomstige SWV VO/VSO Passend Onderwijs staat:

Uitgangspunt is de leerling, niet gelabeld en/of geïndiceerd4, op maat voorzien van het juiste onderwijs-/ondersteuningsaanbod, waarbij talent-ontwikkeling aan de basis staat en interventies eerder preventief dan curatief van aard zijn.

Deze gedachte is richtinggevend in de uitwerking van een handelings- en opbrengstgerichte inrich-ting van het onderwijsproces. Daarin staan het omgaan met verschillen in de klas en in de school centraal. Idealiter zal dit doorwerken in toleranter gedrag in onze maatschappij.

Daarnaast realiseren we ons dat het vrijwel onmogelijk is dat al deze competenties in voldoende mate in één persoon verenigd zijn. Echter, de wetenschap dat deze competenties in samenhang complementair verenigd zijn in groepen van mensen, stelt ons gerust dat we samen wel kunnen realiseren, wat individueel onmogelijk lijkt.

Vaardigheden waarover een docent dient te beschikken

Docent zijn in het onderwijs van nu is een com-plex en veeleisend vak. Je moet daar als persoon geschikt voor zijn en een natuurlijke aanleg hebben in het omgaan met jongeren. Bovenop die basis zijn het kunnen scheppen van betekenisvolle relaties in een stimulerend pedagogisch-didactisch klimaat en goed klassenmanagement belangrijke kwaliteiten die een leraar moet bezitten. Waar het in de context van passend onderwijs gaat om relevante vaar-digheden van docenten, kunnen we twee soorten vaardigheden onderscheiden: preventief werkende pedagogisch-didactische basisvaardigheden en licht curatieve interventies.

Page 14: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

14

A. Pedagogisch-didactische basisvaardigheden• Vaardig zijn in het vroegtijdig signaleren van

mogelijke belemmeringen in de opvoeding en de (leer)ontwikkeling. Dit op basis van kennis van normale ontwikkeling passend bij de leeftijds-fase, en het kunnen toepassen van deze kennis in observatie indien sprake lijkt van afwijkende ontwikkeling.

• In staat zijn een pedagogisch klimaat te realise-ren waarin verschillen tussen leerlingen herkend en erkend worden en waarop het onderwijsleer-proces is afgestemd. Hier speelt de vraag in hoeverre de docent in staat is voldoende aandacht te geven of in staat is meer handen in de klas te organiseren (bijvoor-beeld via inzet van stagiaires, onderwijs- assistentie e.d.). Samenwerking met externe organisaties en beschikbaarheid van aangepast lesmateriaal kan hierbij ondersteunend zijn.

• Beschikken over didactische expertise en dus vaardig zijn in het toepassen van diverse instruc-tiemodellen, planmatig werken, maar ook aanpassen van instructie en verwerking aan verschillen in leerstijl en leertempo. Daarnaast kennis hebben van verschillende typen leerstijlen en leervoorwaardelijke functies.

• Het groepsproces begrijpen en bewaken op basis van kennis van groepsdynamica en werken aan positieve groepsvorming.

B. Licht curatieve interventiesAls onderdeel van de basisondersteuning is de docent in staat licht curatieve interventies te plegen bij een aantal problemen die zich bij leerlingen kunnen voordoen.

1. Informatieverwerving Sommige leerlingen hebben ondersteuning nodig bij het volgen en opnemen van informatie al dan niet door visuele en auditieve beperkingen.Gevraagde handelingsbekwaamheid:• beschrijvend, beeldend uitleggen en concretiseren,• aanpassen van spreektempo en articulatie,• aanspreken van meerdere zintuigen,• extra instructiemomenten.

2. Informatieverwerking en uitvoeringSommige leerlingen hebben ondersteuning nodig bij het organiseren van taken en activiteiten: uitstellen, ontwijken, niet weten hoe een taak aan te pakken. Ze hebben moeite met het afmaken van werk en het overstappen van de ene naar de andere opdracht. Er kan sprake zijn van leerproblemen als dyslexie, dyscalculie, maar ook meer of minder verstan- delijke mogelijkheden: snelle of juist trage verwerking van informatie, makkelijk of met moeite aanleren van routines.Gevraagde handelingsbekwaamheid:• emotionele ondersteuning bieden om het

zelfvertrouwen te vergroten,• hulp bieden bij planning en aanpak,• aanpassen aan de leerstijl van leerlingen,• sturende instructie via het bieden van

tussenstapjes,• werken met meerdere oplossingsstrategieën,• laten verbaliseren van denkprocessen,• specifieke programma’s en voorzieningen voor

leerlingen met dyslexie of dyscalculie,• extra uitdaging in onderwijsaanbod kunnen

bieden.

3. Leer- en werkhouding Sommige leerlingen hebben ondersteuning nodig bij hun leer- en werkhouding. Er kan sprake zijn van: concentratie- en aandachts-problematiek, faalangst en motivatieproblematiek.

Gevraagde handelingsbekwaamheid:• positieve benadering met nadruk op

succeservaringen,• structureren van de omgeving,• aandacht blijven richten op de les,• snelle gerichte interventies,• duidelijkheid, structuur en voorspelbaarheid

bieden,• eenduidig taalgebruik; korte boodschappen,• enkelvoudige instructie met feedback op het

opvolgen ervan,• regels en afspraken regelmatig herhalen.

Page 15: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

15

5 Zie hoofdstuk 6.4 Afstemming met wijkteams gebiedsgerichte aanpak

4. Sociaal-emotioneel functioneren en gedragBij sommige leerlingen kan er sprake zijn van sociaal-emotionele problematiek. Dit kan zich uiten in internaliserend of externaliserend probleem-gedrag.

Gevraagde handelingsbekwaamheid:• sturing en inzicht kunnen geven aan sociaal

gedrag en gewenst gedrag kunnen benoemen;• investeren in betekenisvolle vertrouwensrelaties

met leerlingen: individuele benadering, relatie opbouwen, integer zijn;

• creëren van een heldere structuur (wat kan wel/wat kan niet) en daar als leraar ook consequent naar handelen;

• geven en vragen om feedback; bekrachtiging van wat goed gaat/ succeservaringen;

• leerlingen laten weten en laten ervaren dat niet hij of zij als persoon, maar zijn/haar gedrag wordt afgekeurd.

5.2 Kwaliteit interne ondersteuningsstructuurHet referentiekader van denken en handelen als het gaat om de realisatie van Passend Onder-wijs vinden we in de gezamenlijk geformuleerde doelstelling: een dekkend en kwalitatief hoog-staand continuüm c.q. netwerk van onderwijs en een ondersteuningsstructuur voor elke leerling die ondersteuning nodig heeft.

De inrichting van Passend Onderwijs zal vorm en inhoud moeten krijgen binnen de begrotings- discipline van gesloten budgetten van schoolorgani-saties en het samenwerkingsverband.

Leidend uitgangspunt is:Zo thuisnabij mogelijk, zo licht mogelijk, zo snel mogelijk en van goede kwaliteit.Actief wordt de samenwerking met het samen-werkingsverband PO Westelijke Mijnstreek nagestreefd om voor leerlingen een doorgaande ontwikkelingslijn en een drempelloze overgang van PO naar VO te realiseren. In de toeleiding voor kwetsbare leerlingen staan het onderwijsloket van het PO (Kwadrant) en het Onderwijs Diensten-centrum (ODC) van het VO centraal. Deze lijn wordt voortgezet naar de Loopbaanportalen van het MBO.

5.2.1 Niveaus van ondersteuning Basisondersteuning (niveau 0 t/m3)Niveau 0: Gezondheidsbevordering en preventie op schoolniveauDe school biedt een veilige, inspirerende, stimulerende en gezonde ontwikkel-, leer- en werkomgeving voor leerlingen én leerkrachten. Dit kan onder meer betekenen een schoolplein en/of veld dat tot actief bewegen uitnodigt, een goed geventileerd binnenmilieu, hygiëne op een verantwoord peil, gezond voorbeeld-gedrag van leerkrachten tijdens pauzes, een veilige verkeers-situatie rondom de school, bekende gedragsregels, prijsdiscriminatie ten gunste van gezonde producten in de schoolkantine en zorg voor een gezond weerstandsvermogen voor medewerkers.

Een veilige, inspirerende, stimulerende en gezonde ontwikkel-, leer- en werkomgeving betekent dat er een pedagogisch en didactisch klimaat is waarin leerlingen en volwassenen zich vrij en veilig voelen. Waar werken aan je eigen en elkaars ontwikkeling in een sociaal proces een vanzelfsprekendheid vanuit een innerlijke motivatie is en dientengevolge inspirerend en stimulerend werkt. Waar iedereen respectvol opereert in de balans tussen zelf- realisatie (hoe realiseer ik maximaal mijn eigen potenties) en medemenselijkheid (wat kan ik bijdragen aan de maximale ontwikkeling van de ander). Een dergelijke omgeving is tegelijk een uitnodiging aan allen in de omgeving van de school-gemeenschap (ouders, buurt) om daaraan op eigen wijze een bijdrage te leveren, om zo een stap dichter te komen bij een ‘educatieve samenleving’ (civil society).

Collectieve gezondheidsbevordering en preventie vinden plaats op populatie-niveau, afgestemd op de totale behoeften van de jeugd, hun ouders, hun docenten en de gezondheids- en gedrag-strends bij deze leeftijdsgroep. Waar mogelijk worden ouders, buurt, onderwijsgevend en onder-wijsondersteunend personeel ook betrokken in de planning en uitvoering van deze collectieve gezond-heidsbevordering en -preventie (die dus ook buiten de eigen klas kan plaatsvinden5).

Page 16: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

16

Niveau 1: Preventie en ondersteuning op groepsniveau binnen de reguliere schoolAdaptief onderwijs: afgestemd op de verschillen tussen leerlingen en specifieke ondersteunings-behoeften. Persoonlijk leren waar leerlingen een gezamenlijk programma volgen voor de kennis en vaardigheden die we collectief voor de volgende generatie van belang achten (cultuuroverdracht) en waar leerlingen uitgedaagd, gestimuleerd en ondersteund worden in het werken aan de realisa-tie van ontwikkelingsdoelen en kwaliteiten. Leerlingen volgen een gezamenlijk programma.

Op dit niveau zijn adequate instructie en activerend leren van belang. Leer-, gedrags- en gezondheids- problemen worden door alle betrokken profes-sionals gesignaleerd en in een leerlingvolgsysteem bijgehouden, aangevuld met een volgsysteem van 0-19 jaar vanuit de jeugdgezondheidszorg (waarbij het samengaan van beide systemen wordt nagestreefd). Ondersteunend wordt gebruik gemaakt van de cyclus handelingsgericht werken.

Daarnaast wordt ook op groepsniveau bijgedragen aan het bevorderen van gezond gedrag. Dit kan via thematisch werken aan gezondheid-gerelateerde

onderwerpen, zoals het aanleren van sociale vaardigheden en interesse stimuleren voor gezond gedrag. Ook het aanleren van sociale vaardigheden om bestand te zijn tegen negatieve groepsdruk zijn hier van belang.

Niveau 2: Extra ondersteuning binnen het groepsniveau binnen de schoolDeze (secundaire) preventieve ondersteuning houdt in dat er gewerkt wordt met groepshandelingsplan-nen. De extra ondersteuning komt met name tot uitdrukking door middel van effectieve instructie, efficiënt klassenmanagement, planmatig handelen bij problemen en groepsbesprekingen. Ouders worden op de hoogte gehouden van de extra hulp en de leerkracht houdt de resultaten bij.

Op dit niveau van de ondersteuning krijgen de leerkrachten en mentoren advies en coaching met betrekking tot specifieke preventieve ondersteun-ings-arrangementen vanuit het ondersteunings-preventieteam (OPT). Ook kunnen de specialisten van het OPT ingezet worden om de leerkrachten daadwerkelijk te ondersteunen bij de begeleiding van leerlingen.

Uitvoeren en evaluerengroepsplan

GroepsoverzichtSignalerenleerling die extraaandacht nodighebben

Benoemen onder-wijsbehoefteBenoemenondersteunings-behoefte

OpstellengroepsplanClusteren leerlingenmet verglijkbare behoefte

Realiseren

Leerling

Mentor Ouders

Waarnemen

Plannen Begrijpen

Page 17: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

17

Niveau 3: Hulpverlening op schoolniveau door interne deskundigenOp dit niveau krijgen bepaalde leerlingen extra aandacht door hen specifieke begeleiding aan te bieden (individueel of in kleine groepen). Op dit niveau vindt ook de aanvraag voor verdere handelingsgerichte diagnostiek of (soms ook bovenschoolse) ondersteuningsarrangementen plaats. De uiteindelijke afweging wordt gemaakt in het zorgadviesteam (ZAT) van de school.Elke school dient op dit niveau een samenhangende ondersteuningsstructuur te bieden op individueel-, groeps- en schoolniveau. Om de afstemming goed te bewaken is de inzet van de zorgcoördinator (VO) als coördinator en beleidsmedewerker cruciaal.

Breedte- en diepteondersteuning (niveau 4 t/m 5)Niveau 4: Inschakelen van bovenschoolse en externe begeleiding (ketenpartners)Zodra er meerdere organisaties bij een leerling betrokken zijn, wordt er gewerkt vanuit de gedachte één kind één plan en krijgt de ondersteuning de vorm van een arrangement. Dit betekent een gezamenlijke verantwoordelijkheid, met helder eigenaarschap (regievoering en één duidelijk hoofdverantwoordelijke), elkaar tijdig en correct informeren en zorgvuldig afstemmen.

Wanneer de (extra) begeleiding binnen het regulier onderwijs niet leidt tot de gewenste resultaten vraagt de school verder onderzoek en advies bij het Onderwijs Dienstencentrum (ODC) of andere relevante ketenpartners.

Vanuit het ODC vindt op dit niveau handelings-gerichte diagnostiek en begeleiding plaats op het gebied van de ontwikkelingsproblematiek. Hier wordt ook de inzet vorm gegeven vanuit het CJG of andere ketenpartners met betrekking tot bijvoor-beeld gedragsproblematiek en problematische thuis-situaties. Ouders schakelen ook vaak externe deskundigen in voor nader onderzoek, ‘second opinion’ en of begeleiding.

Breedtezorg wordt verder geboden in de Unit Begeleiding & ondersteuning (LWOO-PrO) van het DaCapo College.

Niveau 5: Plaatsing in een voorziening voor diepteondersteuningDe Tussenvoorziening Passend Onderwijs is de plek waar leerlingen voor een kortere of langere periode specifieke diepteondersteuning krijgen om zo snel mogelijk hun onderwijstraject in het regulier onderwijs weer op te kunnen pakken. Voor zeer gespecialiseerde hulpvragen kan voor bepaalde tijd plaatsing overwogen worden in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) binnen het samenwerk-ingsverband. Dit betreft VSO Xaverius en VSO De Parkschool. In bijzondere gevallen kan een beroep worden gedaan op bovenregionale VSO-voorzie-ningen als VSO De Buitenhof, VSO Adelante of VSO Tyltylschool de Maasgouw. De leerling krijgt in de bovenschoolse voorziening een op zijn/haar leer- of gedragsprobleem toegesneden programma met gebruikmaking van speciale methodes en instructieprincipes. In deze voorziening wordt de meest specialistische ondersteuning geboden op bovenschools niveau.

Page 18: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

18

6 Zie richtlijn toelaatbaarheid ernstig meervoudig beperkte leerlingen (PO-raad, VO-raad en MBO-raad). Motie Elias 15 maart 2012 nr.96

Plaatsing geschiedt via de Plaatsingscommis-sie Passend Onderwijs op basis van eenduidige criteria, evenals (tussentijdse) evaluatie. De plaat-sing heeft altijd de vorm van een arrangement in een kort- of langer durend tijdsbestek en kan een vol- of deeltijdse plaatsing in de voorziening voor diepteondersteuning omvatten.

Het streven blijft om leerlingen weer zo verant-woord als mogelijk terug te plaatsen in het regulier onderwijs. Om die reden wordt bij voorkeur gewerkt met arrangementen waarin ook de school van herkomst een rol blijft spelen. Daar waar dat gezien de problematiek van de leer-ling niet kan, is doorstroom naar arbeid of een zinvolle dagbesteding aan de orde. Terugplaat-sing is mede afhankelijk van de kwaliteit van de integrale leerlingenondersteuning in de reguliere scholen. Om terugplaatsing zo succesvol mogelijk te maken, vindt in de periode dat de leerling buiten het reguliere systeem is ook ondersteuning plaats in de uitplaatsende school.Daar waar terugplaatsing niet mogelijk blijkt en de diepteondersteuning eindonderwijs6 is, wordt gewerkt naar een plaats in een (beschermde) arbeidssituatie of naar een zinvolle dagbesteding. Wat betreft leerlingen die residentieel geplaatst worden of zijn, verwijzen we naar de regelgeving zoals vermeld in de notitie Bekostiging residentiële leerlingen van de PO-raad.

5.2.2 De ondersteuningsstructuur en de leerling Uiteindelijk willen we naar een situatie waarin elke leerling ruimte en aandacht ervaart voor zijn persoonlijke ontwikkeling in de vorm van een leeromgeving die rekening houdt met zijn leerstijl, instructiebehoefte, benodigde oefentijd en speci-fieke talenten. Leraren zijn voldoende competent en handelingsbekwaam en kunnen in hun lessen omgaan met verschillen tussen leerlingen.

De volgende scenario’s kunnen zich voordoen:1. De docent signaleert een verdergaande onder-

steuningsbehoefte bij een leerling. Hij/zij onder-zoekt in gesprek met de leerling en de ouders de ondersteuningsvraag en past daarop het onder-wijsleerproces aan. De docent kan collega’s, mentor of interne specialisten consulteren om beter aan de ondersteuningsbehoefte invulling te geven. De eigen verantwoordelijkheid van de leerling krijgt daarin ook vorm.

2. Een leerling geeft bij meerdere docenten blijk van een extra ondersteunings-behoefte van pedagogische en/of didactische aard. De mentor vraagt, na overleg en afstemming met betrokken ouders, alle docenten die met de leerling werken om een gerichte observatie uit te voeren. In overleg worden de observaties gedeeld en onderzocht om de aard en de omvang van de ondersteuningsvraag op het spoor te komen. Waar nodig worden interne specialisten geconsulteerd. Het team van docenten en de mentor zijn van mening dat aan de onder-steuningsbehoefte tegemoet gekomen kan worden binnen het primaire proces. Er worden handelingsgerichte afspraken gemaakt en de mentor zorgt voor regelmatige reflectie op uitvoering en effect van deze afspraken. De leerling wordt middels mentor-leerling gesprekken bij de evaluatie betrokken.

3. Het team van docenten en de mentor achten meer ondersteuning nodig dan in de lessen door de docenten geboden kan worden. Het ondersteunings-preventieteam wordt betrokken bij het herformuleren van het ontwik-kelingsperspectief en het opstellen van een handelingsplan. Daarin worden specifieke han-delingsafspraken gemaakt voor ondersteuning door docenten (met waar nodig ondersteuning, begeleiding, consultatie of coaching door leden van het OPT). De afspraken worden met de leer-ling en de ouders besproken en ook geëvalueerd. Regelmatig vindt reflectie plaats onder leiding van de mentor (met informatie naar de zorg-coördinator).

4. Naar aanleiding van de evaluatie van het hande-lingsplan blijkt de onder-steuning onvoldoende werkzaam te zijn. Dit wordt met leerling en ouders besproken. Er vindt overleg plaats met een medewerker van het Onderwijs Dienstencentrum die verder onderzoek doet naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling en zijn context (thuis, sociale omgeving, vrije tijd). In een handelingsplan wordt de inzet van interne en externe specialisten voor ondersteuning binnen en buiten de groep en van CJG voor ondersteuning in de sociale context afgesproken.

Page 19: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

19

5. Uit de periodieke evaluaties van het multi- disciplinaire handelingsplan blijkt dat aan de ondersteuningsvraag van de leerling en zijn omgeving onvoldoende tegemoet gekomen kan worden. Er vindt een gesprek met de leerling en ouders plaats. De Plaatsingscommissie Passend Onderwijs (PCPO) wordt gevraagd een arran- gement dieptezorg te ontwikkelen. Waar nodig kan daarvoor handelingsgerichte diagnostiek ingezet worden. In dat arrangement wordt een handelingsplan opgesteld gericht op:

• de leerling (met inschakeling van een dieptezorg-voorziening),

• de context (thuis en sociale omgeving), • de school.Dit arrangement wordt met de leerling en de ouders besproken.

5.2.3 Uitwerking basisondersteuning 1. Uitgangspunten vanuit visieUitgangspunten vanuit de visie zijn de volgende: passend onderwijs voor alle leerlingen vanuit een pedagogisch optimisme, dus handelingsgericht denken en handelen. Efficiënt en effectief onder-steunen in de school. Betaalbaar en zo weinig mogelijk bureaucratie. Inclusief denken, ‘nooit tussen wal en schip’, thuisnabij onderwijs, samen-werking tussen alle betrokkenen. Speciale voor- zieningen zijn nodig. Eigenaarschap van leerling(en) en ouders bevorderen.Leerling en leraar staan centraal in de dynamiek van het groepsproces in de groep of klas op school.

Uitwerking

LeerlingIedere leerling wordt actief betrokken bij en mede-verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkelplan! We gaan uit van eigenaarschap van leerlingen. Dit doen we via gesprekken met leerlingen. We gebruiken hun kennis en informatie bij het (samen) bepalen van de volgende doelen, die een bijdrage aan een optimalere leerloopbaan leveren.

Ouders We beschouwen ouders als partner ten behoeve van het onderwijsproces van hun zoon/dochter. We hebben vertrouwen in opvattingen en verwachtingen van de ouders. We gaan uit van medeverantwoordelijkheid van ouders.

DocentenRelatie maakt de prestatie! Onze docenten zorgen ervoor dat elke leerling zich in de les gezien en gekend voelt. Permanente professionele ontwik- keling is een intrinsieke motivatie van onze docenten.

Mentoren en teamsDe mentor als spil, maar niet als eenzame probleemeigenaar! We verstevigen het werken in teamverband.

Onderwijs en ondersteuning Onderwijs en ondersteuning gaan hand in hand. We werken samen met verschillende disciplines. Vanuit gelijkwaardigheid en het benutten van ieders competenties.

2. Ondersteuningspreventieteam (OPT) voor elke VO-school; Commissie van Begeleiding (CvB) voor elke VSO-schoolElke school of scholengroep heeft een onder- steuningspreventieteam of in het geval van de VSO-school, een Commissie van Begeleiding (CvB) onder leiding van de zorgcoördinator. De zorgcoördinator is in dienst van de school en heeft de bevoegdheid om de ondersteuning en ondersteuningsbehoeftes van leerlingen voor de school te coördineren.

Het ondersteuningspreventieteam (OPT) bestaat minimaal uit:

• ZorgcoördinatorKernkwaliteit: coördineren van de onderwijsonder-steuning binnen de school, de afstemming met ketenpartners uit zorg en gemeenten, zorgen voor afstemming met bovenschoolse en speciale onderwijsvoorzieningen en heeft duidelijke bevoegdheid van schoolleiding in dezen.

• ODC-medewerkerKernkwaliteit: op deskundige wijze inschatten en onderbouwen van de aard en ernst van problema-tiek en het vaststellen van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling.

Page 20: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

20

• VSO-medewerkerKernkwaliteit: speciale onderwijsprogramma’s aangeven en mede uitvoeren voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften; coaching van docenten in het primaire proces als het gaat om omgaan met verschillen in een groep.

• CJG-medewerker: schoolmaatschappelijk werker (SMW), professional jeugdzorg, maakt deel uit van het generalistisch gebiedsteam. Kernkwaliteit: inschatten en uitvoeren van activi-teiten ten behoeve van ouders en specifiek (buiten-schools) gedrag van de leerling, het uitvoeren van schoolmaatschappelijke taken, alsmede het inschatten en inzetten van gespecialiseerdere vormen van jeugdzorg, tevens participant in netwerken in de omgeving van de school.

• RBL-medewerker (Regionaal Bureau Leerplicht)Kernkwaliteit: bewust van maatschappelijke zorg-taak, naast een goed inlevingsvermogen inzicht in de problemen van de schoolgaande jeugd, zoekt voortdurend naar oplossingen die de schoolloop-baan van een leerling belemmeren en treedt correctief op bij overtreders van de leerplichtwet.

Al deze functionarissen werken op flexibele basis in en voor de school.De leden van het ondersteuningspreventieteam werken vooral handelings-gericht. Afhankelijk van de vraagstelling vindt er multidisciplinair overleg plaats. Dit overleg kan gekoppeld zijn vanuit de vraagstellingen die vanuit de teams (teamleider) komen of aan de orde zijn gesteld binnen het ZAT.

Op het tweede ondersteuningsniveau functioneren op school diverse ondersteuningsdocenten of experts. Deze leveren vooral een rol bij het uitvoeren van extra onderwijsarrangementen (coaching en ondersteuning van docenten).

Via het CJG kunnen ook gespecialiseerde jeugd- zorgmedewerkers op afroep adequaat ingezet worden. Dit kan door (op verzoek van de zorg-coör-dinator) aan te sluiten bij besprekingen met/over leerlingen met complexere problemen.

Tevens kan het verlenen van jeugdzorg aan de leerling ook deels op school uitgevoerd worden. Wezenlijk in voorkomende gevallen is dat profes-sionals altijd mét jeugdigen en ouders praten en niet óver hen. Bij inzet van onder-steuning in de omgeving van het gezin wordt via de profes-sional jeugdzorg die deel uitmaakt van het OPT de verbinding gelegd met de juiste professional van het generalistisch gebiedsteam in het woon-gebied. Op het moment dat wordt geconstateerd dat er meer dan één professional is betrokken in het oplossen van de ondersteuningsvraag, wordt gewerkt met het concept van één gezin-één plan. Alle betrokkenen krijgen vervolgens (digitale) toegang tot het dossier en kunnen hierin de voortgang registreren.

3. Preventie en ondersteuning via het realiseren van de basisondersteuning door de schoolElke school verleent voor alle leerlingen de afgesproken basisondersteuning. Bovendien heeft de school in haar ondersteuningsprofiel haar verdere ambities aangegeven.Het ondersteuningspreventieteam is een belang-rijke verbindende schakel op school- of afdelings-niveau. Hier komen observaties en signalen terecht, die doorgespeeld worden naar de zorg-coördinator. Zij of hij bepaalt de daarop volgende handelingsgerichte interventie. Leerlingen met onderwijsbehoeftes waar geen adequaat antwoord op gegeven wordt, komen ter consultatie bij het ondersteuningspreventieteam. Ook evaluaties en resultaten van school of van de onderwijs- ondersteuning worden door of in opdracht van dit team in kaart gebracht. Dit levert feedback op voor de scholen en afdelingen/teams binnen de school. Dit levert tevens aandachtspunten voor profes-sionalisering van docenten-/mentoren teams op. Tevens kan geanticipeerd worden op het ontwik-kelen van een tijdelijk extra onderwijs-ondersteun-ingsaanbod voor specifieke doelgroepen.

De leden van het ondersteuningspreventieteam leveren continu op verschillende wijze een bijdrage aan het waarmaken van de basisondersteuning:• Met betrekking tot consultatieve vragen zijn zij

makkelijk bereikbaar en toegankelijk voor alle docenten, mentoren en andere medewerkers van de school, nadat vooraf collegiale consultatie heeft plaatsgevonden.

Page 21: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

21

• Ondersteuningsvragen die meer tijd en aandacht behoeven en/of ondersteuningsvragen die na verschillende handelingsgerichte interventies op niveau 1 en 2 nog steeds niet opgelost zijn, worden ingebracht bij de zorgcoördinator. Hij/zij zorgt vervolgens voor snelle en doel- gerichte acties. Dit kan door rechtstreeks een ander lid van het ondersteuningsteam in te schakelen. Het kan ook door een doelgerichte multidisciplinaire bespreking te organiseren. Bij deze bespreking worden de disciplines uitgenodigd, die een meerwaarde kunnen leveren bij het inschatten van de problematiek en het aandragen van oplossingen.

• Extra onderwijsondersteuning en zorg: onderwijsarrangementen op maat. Het ondersteuningspreventieteam heeft een cruciale rol bij het opstellen en evalueren van onderwijsarrangementen, van indiceren naar arrangeren. Op basis van handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD) wordt de onderwijs-behoefte van een leerling vastgesteld. Vervolgens wordt een onderwijs-arrangement opgesteld, dat past bij deze leerling. Dit kunnen tijdelijke individuele trajecten zijn, in aansluiting op het reguliere onderwijsprogramma. Het kunnen ook tijdelijke extra trajecten zijn, waarbij interventies van (gespecialiseerde) jeugdzorg onderdeel van zo’n traject kunnen vormen. Zowel voor onderwijs als jeugdzorg zijn ook tijdelijke trajecten op bovenschools niveau of (deeltijd)dagbehandeling mogelijk. Uitgangspunt blijft de primaire verantwoordelijkheid van de VO-school en het succesvol laten terugkeren van de leerling. Tegelijkertijd realiseren betrokkenen zich dat niet voor alle doelgroepen een reguliere terugplaatsing realistisch is.

Een extra taak ligt er voor leerlingen voor wie een nieuw ontwikkelings-perspectief vastgesteld dient te worden vanwege gewijzigde ondersteunings-behoeften. Er is dan geen/minder uitzicht op een startkwalificatie al dan niet in de vorm van een einddiploma VO. Hier komt dan de wettelijke verplichting tot het opstellen van een ontwikkel-ingsperspectief. Het ondersteuningspreventie-team heeft hierbij een extra verantwoordelijkheid, mede gelet op de wettelijke verplichting tot ‘op overeen-stemming gericht’ overleg met de ouders.

5.2.4 Uitwerking breedte- en diepte-ondersteuning.

In de regel stromen de leerlingen van PO naar het VO op een goede wijze door. De ouders/leerling melden zich bij een reguliere VO-school. Ook in het kader van de zorgplicht heeft elke school per afdeling/team onderbouw een toelatings- procedure. Indien de toelatingscommissie op basis van het leerlingendossier twijfelt of de leerling zonder extra onderwijsondersteuning wel succes-vol in het VO kan zijn, wordt het ondersteunings-preventieteam ingeschakeld. Op basis van het leerlingdossier en de communi-catie met leerling/ouders wordt zo nodig aanvullend onderzoek gedaan. Vervolgens kan het ondersteuningspreventieteam (op basis van objectieve argumenten) een positief bindend advies uitbrengen met betrekking tot de toelaatbaarheid en de eventuele noodzaak van een start met een tijdelijk extra onderwijs-/ondersteun-ingsarrangement.Mochten er twijfels zijn over de toelaatbaarheid van de leerlingen in relatie tot het ondersteuningsprofiel van de school, dan wordt contact opgenomen met het onderwijsloket van het ODC. Daar wordt op basis van het complete leerling- dossier en in directe communicatie met leerling, ouders en betrokken schoolorganisatie onderzocht of reguliere plaatsing gewenst is, ofwel plaatsing in een bovenschoolse dan wel speciale onderwijs-voorziening voor de leerling noodzakelijk is. In geval van de laatste optie wordt de leerling aangemeld bij de PCPO.

Page 22: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

6. Steun waar nodig

22

6.1 Het Onderwijs DienstencentrumHet ODC vormt samen met de PCL en de Plaatsingscommissie Passend Onderwijs (voor-heen commissie OOV: Onderwijs Overstijgende Voorziening) het centrale loket van het samen-werkingsverband. Het ODC biedt op aanvraag ondersteuning en deskundigheidsoverdracht voor de deelnemende scholen. Bovendien zijn de ODC-medewerkers werkzaam voor de Unit: Begeleiding & Ondersteuning van het DaCapo College in de interne ondersteuningsstructuur. Een aantal diensten wordt door het ODC verzorgd: • deelname aan de Ondersteuningspreventieteams

en/of ZAT op de VO-scholen van het SWV;• uitvoering van didactische en/of psychodiag-

nostische onderzoeken ten behoeve van een aanvraag voor en/of beschikking LWOO/PRO en/of beschikking PCL;

• ondersteuning bij totstandkoming van school-advies VO in het PO;

• uitvoeren van didactische en/of psychodiag- nostische onderzoeken op verzoek om de onder-wijs-ondersteuningsbehoefte vast te stellen;

• verzorgen van groepstrainingen op verzoek;• begeleidingsgesprekken met leerlingen en/of

ouders;• samenwerking en overleg met ketenpartners.

Het ODC wordt gezien als een kenniscentrum waar de VO-scholen mee samenwerken op het gebied van leerlingenzorg (preventief en curatief), ver- groting van en ondersteuning bij de bestaande ondersteuningsstructuur en deskundigheids- bevordering van docenten.

Het ODC werkt nauw samen met zijn partners in het PO (Kwadrant) en de Loopbaanportalen MBO, met name als het gaat om de doorgaande lijn van PO naar VO voor leerlingen met een extra onder-steuningsbehoefte. De medewerkers van Kwadrant en het ODC zorgen in dergelijke gevallen voor de juiste ondersteuning aan professionals, ouders en leerlingen.

Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)De PCL heeft een belangrijke taak in het kader van de regulering van leerling-stromen voor leerlingen die gezien hun onderwijs-/ondersteunings- behoefte zich bevinden in het grijze gebied van lichte tot zware ondersteuning. Daarnaast betreft het leerlingen met een LWOO- of PrO-indicatie. De PCL voert de laatste toets uit als het gaat om de toekenning van de beschikking en de daaraan verbonden ondersteuningsgelden.De PCL ziet verder toe op plaatsing en doorplaat-sing van leerlingen, monitoren, diagnostiek op aanvraag en het verzamelen van kengetallen. In de uitvoering van de taken wordt nauw samengewerkt met het ODC. De ambtelijk secretaris van de PCL wordt geleverd door het ODC.

LoopbaanportalenMBO

Onderwijsloket PO

Ondersteuning VO Toeleiding PO-VO PCPOPCL

ODC

Indicering LWOO-PrODeelname opt AB

Diagnostiek

Page 23: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

2323

Plaatsingscommissie Passend Onderwijs (PCPO)De plaatsingscommissie Passend Onderwijs is ultiem het orgaan dat bij een meervoudige onder-steuningsbehoefte van de jeugdige, nadat aan de basis en in de breedte alles in het werk is gesteld om een perspectief te creëren, zich buigt over nieuwe mogelijkheden, arrangementen. De plaatsingscommissie is in beginsel samengesteld uit deskundigen van PO-VO-MBO-(V)SO, RBL/RMC en CJG. Op basis van de onder- steuningsvraag van de leerling kan de samen-stelling van de PCPO variëren. Het voorzitterschap wordt bekleed door de coördinator van het ODC, daarnaast levert deze dienst ook de ambtelijk secretaris. Het betreft staffunctionarissen met gemandateerde beslisbevoegdheid, die samen met jeugdige en ouders een handelingsplan op maat maken dat zal leiden tot een nieuw ontwikkelings-perspectief.

6.2 Taakprofiel ondersteunersTaakprofiel van de zorgcoördinatorDe zorgcoördinator vormt de spil in de realisatie van de ondersteunings-structuur. Daartoe moet hij of zij in staat zijn:• vorm en inhoud te geven aan het school-

ondersteuningsprofiel;• de uitvoering van de ondersteuning zoals die is

geformuleerd in het schoolondersteuningsprofiel te monitoren en te evalueren;

• adviezen uit te brengen aan docenten/mentoren bij de interpretatie van toets- en dossiergegevens;

• informatie te verschaffen omtrent handelings-adviezen aan docenten/ mentoren;

• individuele of groepen van docenten te begeleiden en adviseren ten aanzien van het omgaan met leerlingen die een specifieke ondersteunings-behoefte hebben;

• mentoren te ondersteunen bij het voeren van ondersteuningsgesprekken met ouders of externe contacten;

• de procesbewaking uit te voeren met betrekking tot de interventies die gepleegd worden vanuit het ondersteuningspreventieteam (OPT);

• het voorzitterschap uit te voeren van het (externe) ZAT;

Docent SchoolOudersExtern

LeerlingLeerling

CoachenInoverenLeidinggeven

Regievoeren Beheren

Zorgcoör-dinator

Page 24: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

24

• als netwerker de contacten te onderhouden met betrokken collega’s en professionals in het samenwerkingsverband;

• de ontwikkelde visie op ondersteuning gekoppeld aan de regionale en landelijke ontwikkelingen binnen de eigen organisatie te implementeren.Taakprofiel van de orthopedagoog/schoolpsy-choloog (ODC-medewerker) Van de orthopeda-goog/schoolpsycholoog wordt verwacht dat zij/hij:

• op vraag van de docent/mentor, teamleider of zorgcoördinator haar/zijn expertise op maat kan inzetten;

• op leerlingenniveau indicaties aangeeft voor belemmeringen en vooral ook mogelijkheden voor ontwikkeling;

• de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan inschatten op basis van handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD);

• optimale communicatie met ouders kan realiseren;

• op docentniveau en teamniveau meedenkt over aanpassingen van het onderwijs aan de leerling;

• verbindingen legt met jeugdzorg en andere ketenpartners;

• bijdragen levert aan het ondersteunings- preventieteam en het ZAT onder leiding van de zorgcoördinator;

• bijdraagt aan dossiervorming van de leerling;• individuele leerlingbegeleiding kan bieden.

Taakprofiel ambulant begeleider (VSO-medewerker)De ambulante begeleider (AB-er) is meerdere dagdelen beschikbaar op de school voor leerlingen met een ondersteuningsvraag. De ambulant begeleider is in de regel een gespecialiseerde docent. Het betreft leerlingen met gedrags- problemen en een aanwijsbare ondersteunings-behoefte. Vanuit de handelingsgerichte aanpak :• werkt de AB-er vanuit het OPT met leerling en

docent binnen de lessen,• geeft de AB-er de docent en het onderwijsonder-

steunend personeel praktische adviezen voor de omgang met de leerling,

• heeft de AB-er zo nodig rechtstreekse contacten met de betreffende ouders,

• werkt de AB-er mee aan het opstellen en de uitvoering van een handelingsplan en groepsplan’

• ondersteunt en coacht de AB-er individuele en groepen van docenten.

6.3 Samenwerking met ketenpartnersDe deelnemers, participerende organisaties in de keten onderwijs-jeugdzorg-gemeentelijke overheid in de Westelijke Mijnstreek, hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in de kwaliteit van samen-werking als het gaat om het vinden van adequate onderwijsplekken voor alle jeugdigen in hun regio. Er zijn profes-sionele netwerken ontstaan rond de inrichting van onderwijs en zorg, sectoraal en intersectoraal. We denken aan de structurele afstemming met SWV PO Westelijk Mijnstreek (Kwadrant-ODC), het decanennetwerk vmbo-havo-vwo, het netwerk van zorgcoördinatoren, het netwerk van directeuren VO-VSO (beleidsgroep passend onderwijs), de overlegtafel PO-VO-VHH-CJG, samen-werkingsverbanden rond de overgang PO-VO-MBO, samenwerkingsverbanden rond VSV. In al deze gremia werken regulier en speciaal onderwijs VO-MBO, zorg en gemeentelijke overheid eendrachtig samen om voor meer jongeren een startkwalificatie te realiseren, om meer jongeren een duurzaam inkomen uit arbeid te laten verwerven en om meer jongeren actief te laten participeren in de samenleving. In het licht van de kwaliteitsverbetering van onderwijs en onder-steuning zal afstemming en samenwerking de komende jaren verder geïntensiveerd worden.

6.4 Afstemming gebiedsgerichte aanpakIn de gedeelde gedachte Vindplaats=Actieplaats is in 2013 vanuit het CJG een start gemaakt met wijkgericht werken. De intentie is gezinnen en hun omgeving weer in de eigen kracht te zetten. Een tweetal pilotregio’s (Elsloo, Geleen-Zuid) vormt de voorlopers in deze aanpak. Deze pilot wordt uitgevoerd door de huidige professionals vanuit de vijf organisaties in het Centrum voor Jeugd en Gezin, ieder specialisten op hun eigen gebied, verbonden in een generalistisch netwerk. Deze professionals werken volgens de volgende uitgangspunten:• Men spreekt niet meer óver gezinnen, maar mét

gezinnen en daarbij alleen met de actief bij de hulpvraag betrokken hulpverleners. Dit zorgt voor korte, snelle en laagdrempelige lijnen.

Page 25: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

2525

• Elke hulpverlener werkt volgens het principe één gezin, één plan, één regisseur. De hulpverlener die middels een duidelijk over-zicht hulpvragen-hulpverleners (sociale kaart) aan het gezin wordt verbonden, stelt samen met het gezin heldere, haalbare doelen op, coördineert de gesprekken per doel met het gezin en blijft van begin tot eind het aanspreekpunt voor het hele gezin.

• Elke actief betrokken hulpverlener en gezin krijgen toegang tot het (online) dossier.

• Elke hulpvraag wordt ingezet vanuit vier pijlers: een goede vraag-verheldering, inzet van de eigen kracht van het gezin en de sociale omgeving en tot slot ondersteuning op maat in het zelf (leren) oplossen van de hulpvraag.

In 2014 zal verbreding plaatsvinden van het gebiedsgericht werken door fasegewijs (per gebied) gebiedsteams samen te stellen in acht gebieden (vijf stadsdelen Sittard-Geleen, Stein, Beek en Schinnen).

In fase 1 vormen deze teams organisatieover- stijgend het voorliggend veld in de wijken/kernen behorende bij het betreffende gebied. De teams werken volgens de bovengenoemde werkwijze, en zijn gericht op preventie, basiszorg en aan-pakken van de knelpunten in de wijken en kernen. Deze informatie wordt benoemd in het wijk/kernprofiel en is gebaseerd op de gegevens vanuit de Jeugd-monitor, gemeenten, zorgaanbieders en natuurlijk de gezinnen.

Bij fase 2 zal het netwerk, bestaande uit onderwijs en andere aanbieders in de basis- en specialis-tische zorg, worden betrokken om samen te gaan werken volgens bovenstaande uitgangspunten. Een voorbeeld is de pilot ZAT’s–CJG (in de huidige twee pilotwijken) waarbij men de zorgadviesteams als opleidings- en intercollegiaal toetsingsmoment gaat instellen en de signaleringen/hulpvragen direct met het gezin worden besproken. Tevens wordt in deze fase een efficiënte koppeling gezocht met de sociale wijkteams c.q. leefbaarheidsteams, aangezien in beide teams een overlap bestaat bij de doelgroep, de betrokken hulpverleners en de hulpvragen (bijvoorbeeld het leefbaarheidsteam Stadbroek – CJG).

In fase 3 wordt ernaar gestreefd om verenigingen en vrijwilligersorganisaties hierbij te betrekken, voornamelijk als signaleerders van hulpvragen

en het leggen van korte verbindingen met de juiste hulpverlener in een gebied. Ook zal worden onderzocht waar het mogelijk is om een vaste medewerker vanuit de specialistische zorgaan-bieders te verbinden aan de gebiedsteams die bij signalering van bepaalde hulpvragen op maat bij het gesprek van het gezin kunnen worden gehaald.

In het geheel van deze ontwikkeling vindt voort-durend afstemming plaats met betrokkenen in de keten van onderwijs, ondersteuning en zorg voor jeugd. Met name in relatie met de regionaal gerichte scholen voor VO en VSO zal de gebieds-gerichte aanpak veeleer een netwerkkarakter krijgen. Vanuit dat perspectief zouden we beter kunnen spreken van een netwerkgerichte aanpak in plaats van een gebiedsgerichte aanpak.

6.5 Afstemming met MBODe MBO-instellingen in de Westelijke Mijnstreek, de gemeente Sittard-Geleen en de onderwijspartners van VO-VSO hebben in 2012 gezamenlijk een aantal initiatieven in gang gezet voor de meest kwetsbare jongeren in het VO (PrO/LWOO)/VSO en MBO. Het gaat om een beperkte, maar aanmerkelijke groep kwetsbare en/of overbelaste jeugdigen, waarvoor het huidige onderwijssysteem in samenwerking met de zorg onvoldoende passend is ingericht. Voor een deel van deze groep worden nieuwe context-rijke, betekenisvolle leeromgevingen gerealiseerd in een doorgaande lijn VO-MBO-Entreeopleiding. Bijvoorbeeld: Opleiding Facilitair medewerker VO-MBO2 in leren@werkconcepten, samengaan van onderwijs, bedrijfsleven, UWV en zorginstellingen (bijvoorbeeld Sportzone). Naast een uitdagende, contextrijke leeromgeving is evenzeer grote aandacht voor de realisatie van een rijke en betekenisvolle, multidisciplinaire integrale ondersteuning. Leren en werken zijn gericht op een duurzame plek op de arbeidsmarkt. In die zin spreken we over de realisatie van een cultuur-omslag in denken: ‘niet de praktijk naar school, maar de school naar de praktijk’. Ook binnen deze aanpak wordt integraliteit gezocht als het gaat om de afstemming van verschillende beleids-ontwikkelingen, zoals: de transitie Jeugdzorg, de Participatiewet, het actieplan Jeugdwerkeloosheid, initiatieven in het kader van het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters (VSV), Focus op vakmanschap en de inrichting van de Entree-opleiding.

Page 26: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

7 Het VOORdeel wordt vorm en inhoud gegeven door samenwerking van netwerkpartners in onderwijs (VO-VSO-MBO), gemeente en bedrijfsleven.

7. Speciaal als het moet

26

7.1 Passend aanbodDe meeste ondersteuningsvragen kunnen door de school in samenwerking met het ondersteunings-preventieteam (OPT) en de ketenpartners opgepakt worden. Voor een deel van de jeugdigen en gezinnen is echter specialistische onder- steuning het meest passend (zie hoofdstuk 3). Daarom blijven speciale les-plaatsen en gecom-bineerde arrangementen van onderwijs en zorg altijd nodig. Gezien het huidige deelname- percentage als het gaat om speciale les-plaatsen (VSO) heeft de regio Westelijke Mijnstreek meer dan de grenzen van de groei bereikt. De komende jaren zal er een nieuw evenwicht gezocht moeten worden tussen reguliere en speciale lesplaatsen. Mede door de regie van het SWV zijn hiertoe verschillende initiatieven genomen, zoals professionalisering van het reguliere onderwijs om onderwijs en ondersteuning te verbreden, instroom, doorstroom en uitstroom VSO te reguleren en doorstroom PO-VO voor leerlingen met een bijgesteld ontwikkelingsperspectief passender in het VO te plaatsen.

Voor leerlingen die voor kortere tijd een beschermde onderwijsplek nodig hebben is de Tussenvoorziening Passend Onderwijs beschikbaar. Toeleiding naar deze faciliteit vindt plaats via de PCPO.

7.2 Speciale onderwijsvoorzieningen Uitgangspunt voor speciale ondersteuning is de ondersteuningsbehoefte van een leerling en de vraag waar deze leerling het best passende aanbod kan krijgen. Als het om speciale ondersteuning gaat, betreft het in zijn algemeenheid leerlingen die een meervoudige ondersteuningsvraag hebben die binnen een reguliere setting niet beantwoord kan worden. In de Westelijke Mijnstreek beschikken we over twee scholen voor VSO: een school voor leerlingen met ernstige gedrags-problemen en een school voor leerlingen die zeer moeilijk leren. Naast deze scholen zijn er VSO-scholen buiten ons

SWV die via de opting-in constructie aangesloten zijn en zorgen voor een verder dekkend aanbod voor leerlingen met een psychiatrische stoornis en mytyl-tyltyl-leerlingen. De verbinding met scholen voor VSO-leerlingen met een visuele beperking (Rec1) en spraak-taal- en gehoorproblemen (Rec2) is separaat gelegd. De expertise van deze scholen is van groot belang bij de verdere ontwikkeling van een dekkend en passend aanbod. De toeleiding naar deze speciale vormen van onderwijs vindt plaats via de Plaatsingscommissie Passend Onderwijs in het ODC.

7.3 Toeleiding naar arbeidVoor niet alle leerlingen is een startkwalificatie of een diploma weggelegd. Voor een specifieke doelgroep richten we ons op een duurzame plek op de arbeids-markt. Het ontwikkelingsperspectief én de ondersteuningsbehoefte van de leerling bepa-len het uitstroomprofiel. Wanneer leerlingen extra ondersteuning nodig hebben bij de toeleiding naar arbeid, wordt deze ondersteuning geboden door de partners in de keten zoals vermeld in hoofdstuk 6.5

7.4 Arrangementen buiten onderwijsDe arrangementen voor leerlingen die aangewezen zijn op specifieke onder-steuningsbehoeften vinden we in residentiële en semi-residentiële settingen. Het betreft leerlingen waarbij niet de onderwijs- behoefte, maar de ondersteunings-behoefte leidend is in de keuze voor de gewenste behandel-plek.

Naast de reeds vernoemde speciale onderwijs-voorzieningen en trajecten voor arbeidsmark-toeleiding, is in het kader van het actieplan Jeugd-werkeloosheid en de inrichting van het VOORdeel (zie 8.3) door verantwoordelijke ketenpartners (gemeente, onderwijs, partners in de zorg, UWV en bedrijfsleven) ingezet op maximale participatie van jeugdigen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. In dit kader is vanuit de beleidslijn actie-plan jeugdwerkeloosheid ingezet op versterking van het Jongerenloket en de trajecten rond onder-wijs verbindt en versterkt als onderdeel van eerder vernoemd VOORdeel7.

Page 27: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

2727

Het JongerenloketHet bevorderen van de participatie van kwets-bare jongeren begint bij het onderzoeken van scholingsmogelijkheden. Hierdoor wordt ook het voortijdig schoolverlaten bestreden.Als blijkt dat scholing niet haalbaar of wenselijk is, wordt gekeken naar plaatsing of bemiddeling naar werk. Als de afstand tot scholing en arbeidsmarkt te groot is, wordt ingezet op een traject richting participatie. In alle gevallen wordt geprobeerd te voorkomen dat jongeren afhankelijk worden van een bijstands-uitkering. Als kwetsbare jongeren zich melden bij het Jongerenloket is er vaak al van alles aan de hand en hebben zij behoefte aan een steuntje in de rug. Dit steuntje in de rug komt tot uiting doordat een jongerenconsulent met hen meekijkt, meedenkt en een beroep doet op hun eigen kracht en mogelijkheden. Het Jongerenloket maakt deel uit van de netwerkstructuur rond de schakel-loketten van VO (ODC) en MBO (Loopbaan-portaal). In samenspraak en onderlinge afstem-ming wordt voor deze jeugdigen getracht een duurzaam ontwikkelperspectief te creëren

De vier pijlers van het JongerenloketHet Jongerenloket kent vier pijlers:1. Onderwijs:

het inrichten van een voorziening binnen het onderwijs gericht op opleidings- en arbeids-marktoriëntatie waarbij het onderwijs primair verantwoordelijk is. Het behalen van een startkwalificatie is een belangrijke overheidsdoelstelling. Jongeren met een startkwalificatie vinden sneller werk en komen minder vaak terecht in de criminaliteit. Door de goede contacten met het onderwijs en de uitvoering van de RMC-functie in de regio wordt voorkomen dat jongeren de school voortijdig verlaten. Ook voor jongeren die al langer het onderwijs hebben verlaten, is het van belang dat hun scholingsmogelijkheden worden onderzocht. Volgens de WWB is school een voorliggende voorziening. Dit betekent dat, indien mogelijk, jongeren moeten terugkeren naar school. De behoefte aan deze onderwijsvoorziening bestaat vooral binnen de doelgroep kwetsbare jongeren die een MBO-opleiding niveau 3 of 4 zouden kunnen volgen.

2. Werk: versterking van het Jongerenloket door integrale aanpak en samenwerking met het team Werk en het team Inkomen door het inzetten van banen-makelaars voor kwetsbare jongeren. Voor een aantal jongeren is het halen van een startkwalificatie of verdere scholing niet haalbaar of wenselijk. Het ontbreekt hen aan leerbaar-heid of capaciteiten. Ook zijn er jongeren die een inkomen nodig hebben en waarbij wordt in- geschat dat een terugkeer naar school niet succesvol zal blijken. Voor deze jongeren is het vinden van een passende baan van belang. Het is van belang deze jongeren te bemiddelen naar een baan in de regio als ook om banen voor deze jongeren te vinden dan wel te creëren. Creëren betekent in dit verband werkervarings- plekken. Daarbij wordt tevens rekening ge-houden met het genereren van een ‘inkomen’ door deze jongeren.

3. Participatie:

versterking van het Jongerenloket door het inzetten van de participatiecoaches van het Participatiehuis. Ook jongeren met een meervoudige proble- matiek melden zich bij het Jongerenloket. Voordat zij zich kunnen richten op school of werk, zal eerst gewerkt moeten worden aan bepaalde randvoorwaarden. Het Participatiehuis biedt deze jongeren de mogelijk om aan deze voorwaarden te werken. De resultaten van het Participatiehuis zijn goed, en de behoefte neemt toe. Vanuit het Participatiehuis kunnen jongeren worden geplaatst op leerwerkplekken en worden zij gecoacht. De leerwerkplekken komen voort uit bestaande structuren die toegankelijk moeten worden gemaakt voor kwetsbare jongeren.

Page 28: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

28

4. Werken en leren/onderkant arbeidsmarkt: Voor jongeren met een lichamelijke, cognitieve of psychische beperking is het van belang dat er extra aandacht voor hen komt, zodat ook zij maximaal kunnen participeren in de maat-schappij, vooral met oog op het feit dat met de invoering van de Participatiewet een groot deel van de Wajongers wordt overgeheveld naar de gemeenten. Deze jongeren zijn (tijdelijk) niet in staat om een startkwalificatie te halen en kunnen (tijdelijk) geen reguliere arbeid verrichten. Voor deze groep worden nieuwe ontwikkel-trajecten ontworpen, in samen-werking met het Leer-Werk & Trainingscentrum van de Xaverius-school en Vixia.

Uitstroom 18-jarigen zonder bestemmingLeerlingen die op 18-jarige leeftijd zonder bestem-ming uitstromen worden gemeld bij het Jongeren-loket. De medewerkers van het loket dragen zorg voor terugkoppeling van de voortgang naar de school van melding.

Page 29: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

29

8. Doorgaande schoolloopbaan

29

8.1 Overgang PO-VOGoed onderwijs, systematische dossieropbouw vanaf de geboorte (consultatie-bureau, peuter-speelzaal, basisonderwijs enz.) en een zorgvuldig gebruik van gegevens zijn voorwaarden voor een doorlopende schoolloopbaan. Voor het voortgezet onderwijs begint dat in het primair onderwijs met name voor de leerlingen met een bijgesteld ontwik-kelingsperspectief. Het is van groot belang dat leerkrachten en docenten in het primair en voort-gezet onderwijs gebruik maken van het leerling-volgsysteem, data analyseren en in staat zijn om de juiste feedback te geven (aan ouders, aan collega’s, aan ondersteuners). In de overgang PO-VO is een ondersteunende rol voor de professionals in het veld weggelegd voor de beide onderwijsloketten van het PO (Kwadrant) en VO (ODC). Via deze route wordt voor de leerlingen met een aanvullende ondersteuningsbehoefte (in samenspraak met leer-ling en ouders) een passende onderwijsplek in het VO gerealiseerd.

8.2 Overgang VO-VOVoor een klein percentage leerlingen in het VO zien we dat het vastgestelde ontwikkelingsperspectief op de VO-school van hun eerste keuze gaandeweg de schoolloopbaan niet realiseerbaar is. Op grond van een gewijzigde onder-steuningsbehoefte, cognitieve capaciteiten of motivatie van de leer-ling is een overstap naar een andere VO-school noodzakelijk om een nieuw realistisch ontwik-kelingsperspectief te creëren. In samenspraak met leerling en ouders (en eventuele ondersteuning van een de leden van het OPT) draagt de school zorg voor een soepele overgang naar de nieuwe school. In geval van twijfel over het ontwikkelings- perspectief zijn er binnen het ODC mogelijkheden om op maat diagnostisch onderzoek te verrichten om helderheid te scheppen aangaande de gewen-ste ondersteuningsbehoefte van de leerling. Afstemming tussen verwijzende en ontvangende school in de vorm van een ‘warme’ overdracht is voorwaarde voor een succesvolle nieuwe start.

8.3 Overgang VO-MBODe doorlopende leerlijnen vanuit het VO naar het MBO hebben de afgelopen jaren (en nog steeds) binnen verschillende beleidsterreinen bijzondere aandacht gehad. Met name is veel energie gestoken in de competentiegerichte loopbaan-begeleiding in het reguliere VO. Via scholing van mentoren, leerlingbegeleiders en decanen is geïnvesteerd in

de kwaliteitsverbetering van de loopbaan-begelei-ding (competentiegericht en met de leerling als eigenaar). In het kader van VSV heeft dit aanwijs-baar tot een succesvolle terugdringing van het aantal VSV-ers geleid en is de overgang naar het MBO versoepeld. Aan de basis staat de goede samenwerking van decanen en loopbaan- begeleiders met de medewerkers van de Loopbaanportalen van de ROC’s.

Voor een bijzondere doelgroep, de kwetsbare en/of overbelaste jeugdigen, hebben VO-VSO-PrO en MBO de krachten gebundeld in de ontwikkeling van het VOORdeel als voorportaal van de Entree-opleiding. Voor deze doelgroep zijn nieuwe leer-concepten bedacht die in de samenleving verankerd worden. Niet de praktijk naar de school, maar de school naar/in de praktijk. Leer-werktrajecten die studenten positief prikkelen en nieuwsgierig maken. Hierdoor raken ze gemotiveerder, waardoor ze meer kans hebben hun diploma te halen (Inburgering, Staatsexamen NT2, VAVO, MBO) en hun kans vergroten op het veroveren van een plek in de samenleving die recht doet aan het individu.

Het is dan ook de ultieme missie voor de OnderwijsBoulevard een dekkend en hoogstaand netwerk van onderwijs, arbeid en zorg voor elke student die begeleiding nodig heeft te ontwikkelen. Leeuwenborgh Onderwijsboulevard heeft met dit inzicht het initiatief in de regio´s Maastricht/ Heuvelland en Westelijke Mijnstreek genomen. Voor de verantwoording van het VO-VSO is hierbij de inrichting van het VOORdeel.

Het VOORdeel is een netwerkorganisatie, waarin arbeidsvoorbereiding, arbeidstoeleiding en door-stroom naar MBO-onderwijs Entree-opleidingen gezamenlijk ingericht is en uitgevoerd wordt. Het VOORdeel verbindt in strategie en uitvoering de sociale agenda’s Passend Onderwijs, Focus op Vakmanschap en Decentralisatie Jeugdzorg. Hiermee doet het VOORdeel recht aan talent-ontwikkeling van zowel de leerling als de individuele organisaties, verzorgt het VOORdeel een realistisch perspectief voor beiden en bundelt het financiën. Leerlingen worden gezamenlijk begeleid naar dagbesteding, lerend werken, extern werken, gecertificeerd onderwijs of gediplomeerd onderwijs.

Page 30: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

8 Het Groeidocument is het basisdocument in het LVS, waarin de handelingsgerichte interventies rond onderwijs en ondersteuning vastgelegd zijn

30

8.4 Overgang VO/VWO-HBO/WOIn voorgaande paragrafen hebben wij de noodzaak aangegeven van een zorgvuldige overgang van leerlingen tijdens de schakelmomenten in hun schoolloopbaan. Dit geldt uiteraard ook voor de talentvolle, c.q. excellente leerlingen die overstappen naar het Hoger Beroepsonderwijs of Universitair Wetenschappelijk Onderwijs. Afstemming tussen beide onderwijssectoren met betrekking tot onderwijsinrichting en onderwijs-aanbod in relatie tot de gewenste competentie-ontwikkeling van deze adolescenten zal voort-durend punt van aandacht en ontwikkeling blijven.

8.5 PCL PO-VODe PCL (LWOO-PrO) draagt zorg voor een soepele overgang van PO naar VO met een aanvullende ondersteuningsbehoefte in het kader van LWOO en PrO. In samenspraak met de deskundigen van het Kwadrant wordt vanaf groep 6 het ontwikkelings-perspectief van deze leerlingen in beeld gebracht. Leerling en ouders worden ondersteund als het gaat om het vinden van een adequate onderwijs-plek in het VO. De PCL brengt in dezen richting-gevend advies uit.Tot 1 augustus 2015 indiceert de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) voor LWOO en PrO. Daarna wordt deze functie overgenomen door het SWV. In de praktijk bereiden de medewerkers van het ODC de aanvraag voor de RVC voor. Deze werk-wijze wordt na 1 augustus 2015 voortgezet, met dien verstande dat de PCL PO-VO de functie van de RVC overneemt.

8.6 Toelating en doorstroom binnen voort gezet speciaal onderwijsMet de invoering van passend onderwijs worden we als SWV verantwoordelijk voor plaatsing van de leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs. De toelating tot het VSO verloopt altijd via de Plaatsingscommissie Passend Onderwijs (PCPO). De indicatiestelling wordt vervangen door handelingsgerichte diagnostiek en ondersteunings-arrangementen op maat. Bestaande indicaties worden geleidelijk omgezet in arrangementen, waarbij opnieuw de vraag gesteld wordt: wat heeft deze leerling nodig en op welke plek (regulier of speciaal) is dat realiseerbaar? De routing naar de PCPO loopt altijd via de interne ondersteunings-structuur (OPT en ZAT) van de reguliere VO-school. Aan de basis van de dossiervorming zal in de toekomst het Groeidocument8 PO-VO-VSO staan.

8.7 Terugplaatsing en overplaatsingIn de nieuwe systematiek zal de duur van onder-steuningsarrangementen flexibeler gehanteerd worden. Periodiek zal bekeken worden of het toegekende arrangement nog voldoet aan de ondersteuningsvraag van de leerling. Cyclische monitoring staat aan de basis van deze evaluatie.

Page 31: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

31

9. Samenwerking met ouders

31

9.1 Versterken van positie van oudersEen van de speerpunten van passend onderwijs is het versterken van de positie van ouders. Dit is beschreven in het referentiekader van de sector-raden (www.passendonderwijs.nl/toolkit/concept-referentiekader). De schoolbesturen hebben een zorgplicht en zorgen voor een passende onderwijs-plek voor iedere leerling in het SWV. Ouders worden in principe geholpen door de school waar zijn hun zoon/dochter aanmelden.

Een goede samenwerking tussen school en ouders is van groot belang, vooral als er zorgen zijn en een leerling of gezin extra hulp of ondersteuning nodig heeft. Wettelijk gezien hebben de scholen de plicht om ouders te informeren over de vorderingen van hun zoon/dochter en de eventuele extra onder- steuning die nodig is. Ons SWV stimuleert dat ouders vanaf het begin worden betrokken bij het onderwijs en de ondersteuning van hun zoon/dochter. Dit is ook onderdeel van het handelings-gericht werken. In de ondersteuning op school-niveau (zie hoofdstuk 5 en 8) is het gesprek en de afstemming met ouders bij elke stap aan de orde.

Een van de belangrijke instrumenten die de wetswijzigingen passend onderwijs bieden om de zeggenschap van ouders te versterken, is het inrichten van een ondersteuningsplanraad (OPR). De OPR van ons SWV is in december 2013 op-gericht. Het aantal vertegenwoordigers namens de ouders en leerlingen is in deze raad gelijk aan het aantal vertegenwoordigers namens het personeel.

9.2 Samenwerking ouders en schoolOm de samenwerking met school goed te laten ver-lopen maakt het SWV gebruik van ondersteunende leerlingroutes passend onderwijs (zie bijlage 4: Leerling-routes Passend Onderwijs). De visualisatie van deze routes, middels stroom-schema’s, helpt ouders, leerlingen en scholen om elke stap in het proces van ondersteuning in gezamenlijke overleg zorgvuldig te zetten.

9.3 InformatievoorzieningAlle VO- en VSO-scholen binnen het SWV hebben een schoolondersteunings-profiel opgesteld dat aan de basis staat van het ondersteuningsplan van het SWV. Dit profiel en plan moeten samen met het schoolplan ouders informeren over de onder-steuningsmogelijkheden die de school biedt. De informatie wordt door iedere school via Vensters voor Verantwoording en de eigen website ontsloten. Basisinformatie over passend onderwijs zijn in ons SWV te lezen op de website van het Onderwijs Dienstencentrum Westelijke Mijnstreek (www.odc-wm.nl) en de landelijke site van passend onderwijs (www.passendonderwijs.nl)

Page 32: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

10. Professionalisering

32

10.1 Expert werkplaats Passend Onderwijs i.o.Uitgangspunt: Focus, samenwerking en samenhang. Er wordt ervoor gezorgd dat medewerkers voldoen aan de professionele functie-eisen die bij het schoolondersteuningsprofiel horen. Vandaar dat er hoge prioriteit is voor de competentiegerichte professionalisering van docenten.

Voorgaand citaat uit het referentiekader van denken en handelen (zie hoofdstuk 1) is leidend geweest rond de gedachtenontwikkeling van een mogelijke Expert werkplaats passend onderwijs: een werkp-laats waar de aanwezige expertise uit VO, VSO en SMW ingezet wordt om de professionaliserings-agenda van de beroepsgroep vorm en inhoud te geven. De komende periode zal deze agenda steeds meer vorm krijgen op basis van gesprekken met docenten naar aanleiding van het vastgestelde competentie-profiel zoals vermeld in paragraaf 5.1.

10.2 Expertaanbod Passend OnderwijsDe afgelopen twee jaren heeft het SWV geïnves-teerd in de professionalisering van docenten en mentoren. Mentortraining, opleiding Trainer leer-ling-begeleiding en diverse competentiegerichte cursussen zijn gedifferentieerd aangeboden. Daarnaast hebben de colleges geïnvesteerd door talentvolle professionals in staat te stellen onder meer de cursus Master SEN te volgen.

Naast deze externe inbreng in zake professionali-sering, is de inzet van ambulant begeleiders van het voortgezet speciaal onderwijs en medewerkers van het ODC van bijzondere betekenis. Zij staan dicht bij de professionals in de dagelijkse uitvoeringspraktijk van het onderwijs. Het huidige professionaliseringsaanbod van deze groep medewerkers in de onderwijsondersteuning vormt de basis voor de Expertwerkplaats passend onderwijs.

Page 33: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

3333

11. Financiën

11.1 Verandering in de financieringMet de invoering van passend onderwijs verandert de huidige financierings-systematiek ingrijpend. Geldstromen worden verlegd van schoolbesturen en REC’s naar het SWV. Tegenover dit ‘nieuwe geld’ staan ook nieuwe taken. Ten opzichte van de bestaande situatie zijn de belangrijkste veranderingen:1. Het SWV gaat de toelaatbaarheid tot een VSO-

school (cluster 3 of 4) bepalen en gaat verplicht meebetalen aan leerlingen die worden verwezen naar deze scholen. Het SWV gaat ook verplicht meebetalen aan de bekostiging van leerlingen woonachtig in het SWV en schoolgaand daarbuiten.

2. Het SWV gaat de ondersteuning organiseren en eventueel bekostigen van de leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte die in het oude stelsel leerlinggebonden financiering hadden. De voormalige ‘rugzakmiddelen’ worden aan het SWV toegekend als onderdeel van het nieuwe budget voor vormen van zware extra onder-steuning.

3. Ieder SWV krijgt in de toekomst eenzelfde bedrag per leerling om zware ondersteuning te bekostigen. In elke regio is dan naar rato van het landelijk gemiddelde evenveel geld om extra ondersteuning te organiseren.

4. Met ingang van 1 januari 2016 wordt de lande-lijke budgettering met betrekking tot LWOO en PrO gecombineerd met de budgettering van het SWV. Deze bekostiging vindt plaats op basis van kalenderjaar, in tegenstelling tot het budget voor de zware ondersteuning dat op schooljaarbasis wordt toegekend. Vooralsnog wordt het LWOO-PrO budget niet verevend.

De nieuwe inkomsten van het SWV worden toegekend in de vorm van een bedrag per leerling. In het schooljaar 2014-2015 bestaan de inkomsten van het SWV uit middelen voor lichte en zware ondersteuning en het voormalige rugzakgeld.

11.2 Financieel managementDe inkomsten van het SWV nemen toe. Dat betekent dat de financierings-systematiek geprofessionali-seerd wordt en de financiële functie van het SWV (processen, werkwijze, systemen, menskracht) versterkt zal worden. Het SWV heeft een gering startkapitaal. Omdat het nieuwe SWV grote verant-woordelijkheden heeft, moet een weerstandsvermogen gevormd worden. In de meerjarenbegroting is dat opgenomen.

11.3 InkomstenHet SWV kent in de nieuwe situatie twee hoofd-bronnen van inkomsten:A. een bedrag per leerling voor realisatie lichte

ondersteuning,B. een bedrag per leerling voor zware

ondersteuning.Gezien de verevende bekostigingssystematiek van de overheid in relatie tot het deelnamepercentage VSO en de (vooralsnog) niet verevende syste- matiek in het kader van LWOO en PrO, is de finan-ciële doelstelling om te komen tot een sluitende bedrijfsvoering erg zwaar, zo niet onmogelijk.

11.4 UitgavenIn de vorige hoofdstukken van dit ondersteunings-plan hebben we beschreven hoe we onze doelen willen gaan realiseren. We vatten deze hieronder samen. Met ingang van 1 augustus 2014 worden de middelen voor passend onderwijs gebundeld en integraal ingezet. De schoolbesturen en het SWV realiseren hun zorgplicht met financiële onder-steuning van het SWV. Het SWV:1. faciliteert scholen voor het versterken van de

basisondersteuning;2. faciliteert scholen die extra ondersteuning bieden

met begeleiders passend onderwijs;3. betaalt mee aan lesplaatsen VSO en speciale

voorzieningen;4. houdt het Onderwijs Dienstencentrum in stand;5. coördineert schoolloopbanen via het ODC.

Page 34: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

12. Monitoring

34

12.2 Activiteiten 2014-2015

12.1 Monitoring van resultatenDe doelen van passend onderwijs zijn helder. In onze visie en de uitwerking daarvan hebben we beschreven wat we dit schooljaar en de komende jaren willen bereiken en welke activiteiten daarvoor in gang worden gezet. Ook wordt op onder-delen een systematiek van monitoring ontwikkeld. Concreet is dat het geval voor het verwijzen van leerlingen door de PCPO. Daarnaast moet de ondersteuning die scholen bieden binnen de basis-ondersteuning gevolgd en geëvalueerd worden.

Om zicht te krijgen op de effecten van de in- spanningen van ons SWV moeten we ook op andere onderdelen een monitorsysteem inrichten. We gaan hierbij uit van de drie kwaliteitsaspecten die de Inspectie voor het onderwijs voorlopig heeft geformuleerd voor passend onderwijs:

• resultaten: een passende plek voor iedere leerling door een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen (analyse van het aantal voortijdig schoolverlaters en thuiszitters, zicht op leerlingen die tussen wal en schip vallen, doorstroomgegevens, uitstroom, instroom SO/VSO).• management en organisatie: een duidelijke missie en doelstellingen voor het SWV voor passend onderwijs, heldere regievoering, directe communicatie en een doelmatige, inzichtelijke organisatie.• kwaliteitszorg: zorg voor kwaliteit door syste- matische zelfevaluatie vanuit het SWV (zie zelf-evaluatiekader schoolondersteuningsprofielen), verrijkt met interne en/of externe audits, plan-matige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording hierover en implementatie van verbeteringen.

Doel: Eind 2014 zijn alle partners in het werkveld van onderwijs en onder-steuning bekend met de visie, uitgangspunten en basisdocumenten van het SWV.

Visie op passend onderwijs

• Informatiebijeenkomsten voor schoolleiders, teamleiders en zorgcoördinatoren;• Informatiebijeenkomsten voor medewerkers van de Ondersteuningspreventieteams;• Informatiebijeenkomsten voor ketenpartners.

activiteiten

Page 35: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

3535

Doel: 1 januari 2015 is de definitieve organisatie-inrichting van het SWV gerealiseerd en wordt de transitie formeel afgesloten.

Doel: Eind 2014 voldoen alle scholen voor VO en VSO aan de standaard voor basis- ondersteuning en is er een dekkend aanbod van speciale (onderwijs)voorzieningen.

Inrichting van het SWV

Een sterke basis

• Realisatie huishoudelijk reglement;• Realisatie managementstatuut;• Realisatie functieprofiel directeur;

• Definitieve keuze voorzitter, secretaris, penningmeester;• Definitieve keuze directeur;• Definitieve keuze administratie en ondersteuning

• Reflectie op basisondersteuning met docenten-mentoren-leerlingbegeleiders e.a.;• Verdere afstemming onderwijs-ondersteuningsaanbod regulier en speciaal;• Inrichting Tussenvoorziening Passend Onderwijs regulier en speciaal.

activiteiten

activiteiten

Doel: Eind 2014 zijn de onderwijsloketten en ondersteuningsloketten wat betreft doorlopende ondersteuningslijnen voor kwetsbare leerlingen operationeel geschakeld.

Steun waar nodig

• Werkafspraken loketten PO-VO-MBO maken;• Werkafspraken onderwijsloket ODC en Jongerenloket, gemeente Sittard-Geleen.• Serviceniveau onderwijsloketten voor scholen optimaliseren;• Groeidocument PO doorontwikkelen voor VO (en wellicht MBO);• Werkafspraken PCL (LWOO-PrO) en PCPO.

activiteiten

Page 36: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

36

Doel: Medio 2014 zijn ouders goed op de hoogte van het (ondersteunings)aanbod van de scholen in het SWV en wordt ondersteuning altijd in overleg met ouders ingezet.

Doel: Eind 2014 heeft het SWV een dekkend aanbod van speciale onderwijsvoorzieningen, dan wel planvorming gereed om de noodzakelijke aanpassingen hierin te realiseren.

Doel: Eind 2014 is de volgende stap in ontwikkeling gezet m.b.t. het werken met ontwikkelingsperspectieven t.b.v. leerlingen met een aanvullende ondersteuningsbehoefte.

Samenwerking met ouders

Speciaal waar nodig

Doorgaande schoolloopbanen

• Alle ondersteuning van de scholen wordt geplaatst op relevante websites;• Ontwikkeling Passend Onderwijs-app voor SWV;• Informatiebijeenkomsten Passend Onderwijs.

• Afstemming aanbod van speciale onderwijs-ondersteuningsvoorzieningen in relatie tot versterking van de reguliere ondersteuningsstructuur;• Ontwikkeling arrangementen op maat voor leerlingen met meervoudige ondersteuningsbehoeften.

• Scholing van docenten, mentoren en zorgcoördinatoren;•Informatie naar ouders en verzorgers.

activiteiten

activiteiten

activiteiten

Page 37: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

37

Doel: Eind 2014 staat de expertwerkplaats passend onderwijs in de steigers.

Doel: Eind 2014 is de meerjarenbegroting vastgesteld en zijn de beleidskeuzes getoetst op financiële haalbaarheid.

Professionalisering

Financiën

• Idee-ontwikkeling expertwerkplaats passend onderwijs verder vorm geven in samenwerking met de beleidsgroep passend onderwijs;• Inventarisatie aanwezige expertise regulier en speciaal in relatie tot professionaliseringsagenda;• Vaststelling van de professionaliseringsagenda geëxtrapoleerd uit de SOP.

• Verdere aanscherping van analyse in zaken implicaties:• Krimp;• Verevening VSO;• Effecten LWOO-PrO• Analyse personele effecten verevening;• Inrichting financiële administratie.

activiteiten

activiteiten

Doel: Eind 2014 is een monitorsysteem ontwikkeld waarmee het SWV zicht krijgt op de effecten van de aanpak van passend onderwijs op verschillende niveaus.

Monitoring

• Ontwikkeling monitorsysteem via web-based schoolondersteuningsprofielen (SOP);• Ontwikkeling data-monitor leerlingenstromen;• Ontwikkeling monitorsysteem effecten inzet ondersteuningspreventieteams (OPT).

activiteiten

Page 38: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

38

bijlagen

Bijlage 1SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek

Bestuur SWVJan van Nierop DaCapo CollegeAd L’Herminez Trevianum ScholengroepGuido Beckers Stichting Limburgs Voortgezet OnderwijsElma Janssen Stichting Limburgs Voortgezet OnderwijsYvon Prince Stichting KindanteChantal Gilissen Stichting Adelante OnderwijsTaco Bisscheroux Stichting AlteriusFrans Thiessen Stichting Tyltylschool de MaasgouwTheo van Mulken Stichting MosaLiraBert Nelissen Stichting Innovo

DirectieWiel Botterweck CoördinatorAdres Rijksweg 68, 6286 AH WittemTelefoon +31 6 29 62 65 43E-mailadres [email protected] [email protected]

Onderwijs DienstencentrumJoyce van Asselt CoördinatorAdres Valkstraat 4, 6135 GC SittardTelefoon 046-4200896Fax 046-4529937E-mail [email protected] www.odc-wm.nl

Page 39: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

3939

Bijlage 2Deelnemende scholen

VO scholenTrevianum SGGroenewaldGraaf Huyn CollegeDaCapo College

VSO-scholenXaverius (cluster 4)De Parkschool (cluster 3)Adelante Onderwijs (cluster 3, mytyl)Instituut voor Orthopedagogisch Onderwijs (cluster 4)Don Bosco (cluster 4)St. Jozef (cluster 4)De Maasgouwschool (cluster 3, tyltyl)De Buitenhof (cluster 4)De Zonnewijzer (cluster 4)

Page 40: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

40

Bijlage 3Kengetallen

Page 41: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

4141

Page 42: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

42

Info vanuit het ODC: ODC wordt in toenemende mate door het PO gevraagd mee te denken in doorgaande ondersteuning. Overleg met Kwadrant (m.b.t. leerlingen die extra ondersteuning behoeven)Informatie die bekend wordt tijdens aanvraag traject LWOO/PRO beschikking.M.b.t. SO/LGF leerlingen: Bij aanmelding VSO wordt een afweging gemaakt of regulier VO mogelijk is. In samenspraak met ouders, onderwijs bespreken welke opties er zijn.

Bijlage 4Leerlingroutes Passend Onderwijs

Voorwaarden aanmelding reguliere VO school:Aanmeldingsprocedure van school is leidend (ouders kunnen vooraf SOP raadplegen)Voorwaarde: leerling moet voldoen aan het zgn. inrichtingsbesluit d.w.z.: er moet uitzicht zijn op het behalen van een diploma (geen VMBO lln op VWO)Ouders geven bij aanmelding aan dat ze vermoe-den dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. (informatieplicht ouders!)OKR zal worden aangepast.Uitgangspunt wordt: wat heeft deze leerling nodig aan ondersteuning om succesvol het VO te kunnen doorlopen.

Zorgleerlingen uit groep 7/8 PO,Bekend kwadrant Overdracht naar ODC

Leerlingen uit groep 8 PO,

leerlingen uit SO of LGF leerlingen uit PO

Ouders melden aan

bij VO Overleg (V)SO-kwadrant-ODCVO school maakt inschatting:extra ondersteuning nodig?- OKR- info PO en ouders- info vanuit ODC

Toelating volgens reguliere aanmeldings procedure

Page 43: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

43

School maakt inschatting op basis van beschikbare informatie.

Ouders zijn verplicht om informatie m.b.t. ondersteuningsbehoefte van hun zoon/dochter te verstrekken!Eventueel aanvullend onderzoek. (Ouders moeten toestemming geven voor psycho- diagnostisch onderzoek).Termijn om passende onderwijsplek te vinden is 6 (gewone!) weken (vanaf aanmelding) met maxi-male verlenging van 4 weken. NUTH

Leerlingen met LWOO beschikking op school zonder (huidige) LWOO licentie kunnen, afhankelijk van de ondersteuningsvraag, geplaatst worden op aanmeldschool, anders elders via PCL. Leidende vraag: Wat heeft deze leerling nodig?PCPO = Plaatsingscommissie Passend OnderwijsSOP= School OndersteuningsprofielZorgplicht: de Zorgplicht gaat in als blijkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft om het onderwijs goed te kunnen doorlopen. Voordat de zorgplicht ingaat moet zijn voldaan aan de aanmeldingsvoorwaarden en moet de school hebben vastgesteld dat de leerling extra onder-steuning nodig heeft.

Zorgplicht

Nee

Nee

Nee Nee

School onderzoekt of extra odersteuning nodig is.- Extra gegevens van ouders PO- aanvullnd onderzoek (ODC of externe instantie)

Kan school de ondersteuning zelf bieden?(Binnen SOP)

Toelaatbaar-heid VSO? SWV/PPO beslist

Toelating volgens reguliere aanmeldings procedure

Zoeken naar andere VO (via PCL)

Plaatsing LWOO PrO via PCL!

Page 44: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

44

School stelt een ontwikkelingsperspectief (OP) op voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Hierin staat het verwachte uitstroomniveau van de leerling. Ook staat in het ontwikkelingsperspectief welke ondersteuning en begeleiding de leerling krijgt om dit uitstroomniveau te behalen.De school voert “op overeenstemming gericht overleg” (OOGO) met de ouders over het OP. De leerling zelf wordt hier ook bij betrokken (verplicht als leerling meerderjarig is en handelingsbekwaam).Drie inzichten (ouders/leerling/VO) beschrijven in OP. VO beslist in uitstroomniveau.

VSO hanteert op dit moment 3 fasen van OP:• Oriëntatiefase (eerste 6 weken na plaatsing VSO)• Indicatiefase (t/m november/december VMBO 3)• Differentiatie fase (diploma perspectief)• Het OP kan in elke fase bijgesteld worden

(moet wel gedocumenteerd worden en met redenen omkleed).

Plaatsing tussen-voorziening passend onderwijs (inschrijvingen en zorgplicht bij aanmeldschool)*

Kan school de ondersteuning zelf bieden?

Extra onderste-uning nodig, maar tijdelijk niet mogelijk op eigen school

LWOO indien aanwezig*

* Ontwikkeling-sperspectief

Extra ondersteuning binnen SOP en/of extra middelen SWVV*

Plaatsing op aanmeldschool

Page 45: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

45

leerling is al ingeschreven in huidige VO school

School onderzoekt (ism ouders) of een leerling extra ondersteuning nodig heeft?

Reguliere route VO. Toe leiden naar diploma.

5 niveaus van ondersteuning

* ontwikkeling-sperspectief

Onderwijs arrangement

Onder-steuning

ODC/ AB

Tussenvoorziening Passend Onderwijs

1: Preventie en basisondersteuning

2: Extra ondersteuning groepsniveau

3: OPT, interne deskundigen

5: Via PCPO

4: bovenschoose en externe begeleiding

(ZAT)

Page 46: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

46

Plaatsing VO,- Extra ondersteuning SOP- LWOO- Tussenvoorziening PaO

Samenvattend:Leerling routes Passend onderwijs

Leerlingen uit groep 8 PO, Leerlingen al ingeschreven in VO

Extra ondersteuning nodig?VO school onderzoekt: extra ondersteuning nodig?- OKR- info PO en ouders- info vanuit ODC

Kan school de ondersteuning zelf bieden?

- andere VO- LWOO/PRO- VSO

5 niveaus van ondersteuning

* OP

Via PPO

Via PCPO/PCL

Zorgplicht

Page 47: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

47

Bijlage 5

Begroting 2014 / 2015 en verkenningen meer-jarenbegroting SWV-VO 3104 Westelijke Mijn-streek.

1. Het aantal leerlingen.Het aantal leerlingen in het Voortgezet Onderwijs in het werkgebied van het Samenwerkingsverband daalt.Het verwachte aantal leerlingen is in de onderstaande tabel aangegeven.

Voor het aantal VSO leerlingen zijn drie scenario’s uitgewerkt. In die scenario’s is de veronderstelling dat het aantal leerlingen in VSO categorie 2 en categorie 3 niet beïnvloedbaar is en het aantal leerlingen in VSO categorie 1 (cluster 4, LZ en ZMLK) wel beïnvloedbaar is. Om die reden is het aantal leerlingen in de categorieën 2 en 3 constant gehouden en is alleen het deelname percentage voor categorie 1 als beïnvloedbaar en dus variabel beschouwd. • Het eerste scenario gaat uit van het huidige hoge

deelname percentage van 4,48 % voor VSO cat. 1.

• Het tweede scenario gaat uit van een staps- gewijze vermindering van het deelname percentage. De eerste stap is een terugkeer per oktober 2015 naar het deelname percentage van 2011 (VSO cat. 1 is dat 3,74 %)en dan vervolgens een geleidelijke daling naar het landelijke deelnamepercentage in 2020 voor categorie 1, dwz 3,07%. De deelname LG (VSO categorie 2) en MG (VSO categorie 3) is gefixeerd op het niveau van oktober 2011. Dat niveau is wel iets hoger dan landelijk gemiddelde, maar voorzichtigheid-shalve is in de berekeningen toch uitgegaan van het deelname percentage 2011. De deelname-percentages voor 2011 staan in de onderstaande tabel.

• Het derde scenario veronderstelt dat de deelname van VSO categorie 1 in oktober 2015 weer op het niveau is van oktober 2011 (3,74%) en vervolgens op dat niveau blijft.

De leerlingaantallen VSO zijn dan als volgt geraamd:

Page 48: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

48

Het patroon van de ontwikkeling van het totaal aantal VO-leerlingen en het aantal VSO leerlingen is in de onderstaande grafieken weergegeven.

Page 49: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

49

9 Uitgaande van de huidige terminologie kan dat globaal verdeeld worden in 50% Regionaal zorgbudget, 25% rebound en 25% herstart/op de rails

2. De Baten.De baten bestaan uit middelen voor de lichte onder-steuning en middelen voor de zware ondersteuning.In de tot nu toe (medio januari 2014) gepubliceerde overzichten van OCW over de bekostiging per Samenwerkingsverband is voor de lichte onder-steuning de grondslag het aantal leerlingen VMBO in leerjaar 3 en 4. Voor de zware ondersteuning is dat het aantal leerlingen VO. Omdat er inmiddels een beleidskeuze is gemaakt om ook de lichte ondersteuning te koppelen aan het aantal leerlingen VO is in de berekeningen verondersteld dat de bekostiging voor lichte ondersteuning een (geschat) bedrag van € 87 per leerling9 beloopt.

3. De begroting 2014 / 2015

De wijziging in de grondslag van de bekostiging van de lichte ondersteuning is gunstig voor het Samenwerkingsverband. Het voordeel is ongeveer € 80 000 per jaar. Er is rekening gehouden met een overgangsregeling zodat in de eerste twee jaren niet het volle bedrag ter beschikking komt van het Samenwerkingsverband.

Page 50: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

50

Page 51: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

51

Page 52: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

52

10 Reserve zorg voorziening € 311 681, reserve rebound € 110 941, exploitatieresultaat 2012 € 90 630

Het samenwerkingsverband is een zelfstandige rechtspersoon. Om die reden is het ook verstandig om een buffervermogen op te bouwen zodat finan-ciële tegenvallers opgevangen kunnen worden. De gewenste omvang van een dergelijk buffer-vermogen en de manier van opbouw zal door het bestuur moeten worden vastgesteld. Om te beginnen is er het eigen vermogen van het oude Samenwerkingsverband. Ultimo 2012 was dat volgens de vastgestelde jaarrekening ruim € 330 00010. Indien en voor zover de exploitatie van het SWV sluitend was sinds begin 2013 is er dus € 330 000 beschikbaar als buffervermogen.Als het uitgangspunt voor het buffervermogen wordt gekozen in een percentage van de totale baten dan betekent dat bijvoorbeeld een gewenste omvang van circa € 1 000 000 bij een omvang van 15 procent van de totale baten. Een stapsgewijze opbouw ligt voor de hand en wellicht is de duur van het vereveningstraject een redelijke tijdpad. Dat komt dan neer op ruwweg € 95 000 per jaar gedurende 7 jaar.

6. De meerjaren raming financiële ruimte ondersteuningsplan

Een belangrijk deel van de lasten wordt gevormd door de bekostiging van het ondersteuningsdeel van de bekostiging van de VSO leerlingen. Dat is de zogenoemde afdracht VSO die via DUO verloopt.Daarnaast zijn er vanaf 2015/2016 de kosten van het ondersteuningsdeel van de PrO en LWOO leer- lingen. In de scenario’s voor de meerjarenbegroting zijn de baten en de lasten voor PrO en LWOO neutraal meegenomen. Er is nog onvoldoende bekend over de precieze uitwerking van de regel-geving om hier budgettaire gevolgen voor het SWV te schetsen.

4. Een sluitende begroting.De geraamde baten en lasten zijn in de begroting 2014 / 2015 in balans. Er kan dus gezegd worden dat de begroting in evenwicht is. Om dit evenwicht te bereiken zijn er wel een aantal keuzes gemaakt. De meest ingrijpende daarvan zijn:1. Een bijdrage van de scholen die leerlingen

onderbrengen bij de tussenvoorziening. De omvang van die bijdrage kan bijvoorbeeld in de vorm van overdracht van de basisbekostiging van de betrokken leerling. Een indicatie hiervan is € 150 per week dat de leerling geplaatst wordt in de tussenvoorziening. De opbrengst hiervan is te ramen op maximaal € 122 500.

2. Het schrappen van de vergoeding voor het netwerk zorg coördinatoren. Dat levert een besparing van € 80 000.

3. Het schooldeel van de rugzak is voor dit school-jaar gehandhaafd op het niveau van 2012, d.w.z. € 330 000.

4. Voor de Ambulante Begeleiding VSO ontvangt het VSO in dit jaar nog € 385 000. De wijze waarop dit wordt ingezet wordt bepaald door het SWV.

Als de Rijksbekostiging lager wordt vastgesteld dan in de begroting is verondersteld zijn er nog andere opties om de uitgaven verder te beperken. Dat zijn:5. Beperking van de omvang van de programma-

middelen.6. Andere nader in te vullen bezuinigingen.

5. Weerstandsvermogen.

Page 53: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

53

Tabel: De meerjarenraming financiële ruimte ondersteuningsplan Scenario 1.In dit scenario leidt het hoge deelname percentage VSO in de jaren 2020/2021 en volgende ook tot een verplichte bijdrage van de besturen van de VO-scholen. Die bijdrage wordt geraamd op ruim € 40 per leerling of wel in totaal ruim € 300 000.

Page 54: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

54

Tabel: De meerjarenraming financiële ruimte ondersteuningsplan Scenario 2.

Tabel: De meerjarenraming financiële ruimte ondersteuningsplan Scenario 3.

Page 55: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

55

7. LWOO en PrO.Vanaf 2015/2016 hoort ook de ondersteunings-bekostiging van het LWOO en PrO via het samen werkingsverband. Dat valt onder de lichte onder-steuning. Vanwege het feit dat er nu nog niet voldoende duidelijkheid is over de uitwerking van de regelingen zijn de baten en de lasten voor de ondersteuningsbekostiging LWOO en PrO neutraal opgenomen. Dat wil zeggen de baten en de lasten zijn verondersteld aan elkaar gelijk te zijn.

8. Conclusie.• De ombuiging van het deelnamepercentage VSO

naar het landelijk gemiddelde is noodzakelijk om te voorkomen dat de VO-scholen uit hun eigen (lumpsum) middelen een bijdrage moeten geven aan de bekostiging van het VSO. Dat betekent dat vanuit financieel perspectief scenario 2 eigenlijk een minimum variant is om passend onderwijs vorm en inhoud te geven. Scenario 1 leidt er toe dat er een ongewenst kleine financiële ruimte overblijft voor het ondersteuningsplan en boven-dien een bijdrage van de VO-scholen uit hun eigen (lumpsum) middelen noodzakelijk maakt.

• Bij de invulling van het ondersteuningsplan zullen er nog scherpe keuzes gemaakt moeten worden om uit te komen binnen de grenzen van de financiële ruimte.

• De opbouw van een buffervermogen is noodzakelijk.

Page 56: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

56

Bijlage 6Samenstelling OPR

Zes zetels namens personeel:1 Marco Smeets Groenewald2 Adriana Prinsen Trevianum Scholengroep3 Remko van Rijt Graaf Huyn College4 Jack Thissen DaCapo College5 Silvia Massen Xaveriusschool6 Vacature Parkschool

Zes zetels namens ouders:1 John Claassens Groenewald2 Jos Tummers Trevianum Scholengroep3 Sabine Hallmans Parkschool4 Jeanine Claessens-Pinxt Graaf Huyn College5 Paul Dohmen DaCapo College6 Vacature Xaveriusschool

Page 57: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

57

Bijlage 7Begrippenlijst

AAB Ambulante begeleidingASS Autisme Spectrum Stoornis

BBasisondersteuning Het geheel van ondersteuning dat elke reguliere school kan

bieden.

CCJG Centrum voor Jeugd en Gezin

DDecentralisatie Jeugdzorg De jeugdzorg wordt in 2015 gedecentraliseerd naar gemeenten.DUO Dienst uitvoering onderwijs

GGGZ Geestelijke GezondheidszorgGMR Gemeenschappelijke MedezeggenschapsraadGroeidocument Document bedoeld om een samenvatting te krijgen van de

beschikbare informatie van een leerling die extra ondersteuning nodig heeft.

HHAVO Hoger Algemeen Voortgezet OnderwijsHGW Handelingsgericht werken. Alle activiteiten die voor de ondersteuning van leerlingen worden verricht met het doel de daadwerkelijke onder- steuning effectief uit te voeren.HGPD Handelingsgerichte procesdiagnostiek. Onderzoek en reflectie naar de ondersteu- ningsvraag van een leerling.HBO Hoger Beroepsonderwijs

JJGZ Jeugdgezondheidszorg

Page 58: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

58

LLVS Leerlingvolgsysteem. Programma om leerkrachten inzicht te geven in de

ontwikkeling van leerlingen, zowel op individueel als op groepsniveau.Leerlingroute Onderwijsroute voor leerlingenLGF Leerlinggebonden financieringLOB Loopbaanoriëntatie en -begeleidingLWOO Leerwegondersteunend onderwijs

MMBO Middelbaar BeroepsonderwijsMR MedezeggenschapsraadMytylschool Speciaal onderwijs voor leerlingen met een lichamelijke of meervoudige handicap of langdurig ziekte

NNT2 Nederlands als tweede taalNJI Nederlands Jeugdinstituut

OOKR Onderwijskundig rapportOCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en WetenschapOndersteuningsplan Dient als bestuurlijk afsprakenkader en als werkplan voor het samenwerkingsverband.OPR OndersteuningsplanraadOrthopedagoog Houdt zich bezig met leer- en opvoedingssituaties van jeugdigenOPT OndersteuningspreventieteamODC Onderwijs Dienstencentrum

PPaO Passend OnderwijsPCL Permanente Commissie LeerlingenzorgPCPO Plaatsingscommissie Passend OnderwijsPO Primair OnderwijsPO-VO (Overgang) Primair Onderwijs-Voortgezet OnderwijsPrO Praktijkonderwijs

RREC Regionaal ExpertisecentrumRMC Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlatenROC Regionaal Opleidingen CentrumRVC Regionale Verwijzingscommissie

Page 59: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

59

SSO Speciaal OnderwijsSMW Schoolmaatschappelijk werkSWV Samenwerkingsverband

TTussenvoorziening Voorziening voor leerlingen die tijdelijk aangepast onderwijs ontvangen. Voorheen Herstart-Op de Rails-Rebound-TOVTOV Time Out Voorziening

VVMBO Voorbereidend Middelbaar BeroepsonderwijsVO Voortgezet OnderwijsVSO Voortgezet Speciaal onderwijsVSV Voortijdig SchoolverlatenVWO Voorbereidend Wetenschappelijk OnderwijsVWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en SportVHH Veiligheidshuis

WWarme overdracht Gesprek tussen de mentor van de leverende school en de mentor/loop-

baanbegeleider/ trajectbegeleider van de ontvangende school over speci-fieke leerbehoeften van een bepaalde leerling.

WMS Wet Medezeggenschap op ScholenWO Wetenschappelijk Onderwijs

ZZAT Zorg Advies TeamZoco’s ZorgcoördinatorenZMOK Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

Page 60: SWV Passend Onderwijs VO 31.04 Westelijke Mijnstreek · 2018-04-04 · rond onderwijs en zorg voor jeugd. In de zoektocht passend onderwijs te realiseren voor onze jeugdigen zijn

60