susann Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de...

17
Casus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk Intro Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is voor mij om te proberen lesstof in de belevingswereld van een kind te brengen. Ik wil voor kinderen een herkenbare en betekenisvolle situatie creëren om ze te motiveren om ergens meer over te weten willen komen. Ik zoek een manier om het enthousiasme van de kinderen aan te wakkeren zodat ze op ontdekkingstocht gaan. Kinderen leren naar mijn inzicht zo het beste en spelenderwijs. Dit ideaal is mijn kracht maar ook mijn valkuil. Kern In het begin van mijn studie besteedde ik erg veel tijd en aandacht aan het nastreven van dit ideaal. Zelden liet ik een les uit de methode voor wat het was. Ik probeerde er altijd een draai aan te geven waarmee ik kinderen kon enthousiasmeren. Van een geschiedenisles maakte ik een toneelstuk, ik bouwde een sportwinkel om verschillende rekenvaardigheden aan te leren en bracht achtentwintig trommels mee de klas in om de tafelkennis te conditioneren. Deze lessen ontstonden vaak vanuit het idee ‘Hoe kan ik de kinderen inpakken?’ Mijn creativiteit bracht vaak originele plannen en niks was mij te gek. De kinderen vonden het vaak prachtig en door hun betrokkenheid had ik het gevoel dat ik het leraarsvak helemaal onder de knie had. Maar eenmaal verder in de studie werden de stagedoelen aangescherpt en liep ik vast. De focus lag nu op vakkennis en vaardigheden. Ik moest langere tijd alleen voor de klas staan en inzicht vergaren over leerlijnen en (tussen)doelen. Tot dusver was ik mij helemaal niet bewust geweest van deze zaken. Ik had het veel te druk met het bedenken en voorbereiden van mijn ‘spectaculaire’ lessen. Maar nu werd er vanuit mijn studie verwacht dat ik mijn lesdoelen kon plaatsen in het grote geheel. Dat ik een visie had over hoe ik de niveauverschillen in de klas kon bedienen. Ik ging kritischer naar mijn lessen kijken. Deze waren leuk, maar wat leerden de kinderen eigenlijk? Hoe wist ik dat mijn zelfbedachte lessen niet alleen vermakelijk waren, maar de kinderen ook verder hielp in hun

Transcript of susann Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de...

Page 1: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

Casus – ‘Juf versus entertainer’

Persoonlijke leerervaring in de praktijk

Intro

Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is voor mij om te proberen lesstof in de belevingswereld van een kind te brengen. Ik wil voor kinderen een herkenbare en betekenisvolle situatie creëren om ze te motiveren om ergens meer over te weten willen komen. Ik zoek een manier om het enthousiasme van de kinderen aan te wakkeren zodat ze op ontdekkingstocht gaan. Kinderen leren naar mijn inzicht zo het beste en spelenderwijs. Dit ideaal is mijn kracht maar ook mijn valkuil.

Kern

In het begin van mijn studie besteedde ik erg veel tijd en aandacht aan het nastreven van dit ideaal. Zelden liet ik een les uit de methode voor wat het was. Ik probeerde er altijd een draai aan te geven waarmee ik kinderen kon enthousiasmeren. Van een geschiedenisles maakte ik een toneelstuk, ik bouwde een sportwinkel om verschillende rekenvaardigheden aan te leren en bracht achtentwintig trommels mee de klas in om de tafelkennis te conditioneren. Deze lessen ontstonden vaak vanuit het idee ‘Hoe kan ik de kinderen inpakken?’ Mijn creativiteit bracht vaak originele plannen en niks was mij te gek. De kinderen vonden het vaak prachtig en door hun betrokkenheid had ik het gevoel dat ik het leraarsvak helemaal onder de knie had.

Maar eenmaal verder in de studie werden de stagedoelen aangescherpt en liep ik vast. De focus lag nu op vakkennis en vaardigheden. Ik moest langere tijd alleen voor de klas staan en inzicht vergaren over leerlijnen en (tussen)doelen. Tot dusver was ik mij helemaal niet bewust geweest van deze zaken. Ik had het veel te druk met het bedenken en voorbereiden van mijn ‘spectaculaire’ lessen. Maar nu werd er vanuit mijn studie verwacht dat ik mijn lesdoelen kon plaatsen in het grote geheel. Dat ik een visie had over hoe ik de niveauverschillen in de klas kon bedienen. Ik ging kritischer naar mijn lessen kijken. Deze waren leuk, maar wat leerden de kinderen eigenlijk? Hoe wist ik dat mijn zelfbedachte lessen niet alleen vermakelijk waren, maar de kinderen ook verder hielp in hun ontwikkeling? Ik realiseerde mij dat ik een hele belangrijke stap had overgeslagen, de basis van lesgeven.

In deze tijd had ik gelukkig een erg fijne mentor met wie ik alles besprak. Ik legde haar dit ‘probleem’ voor en zij beaamde dat het goed was om mijn focus te verleggen. We spraken af dat mijn aandacht voorlopig niet meer zou liggen op de originaliteit van de les. Ik moest leren hoe je lesstof aanbiedt die past bij de leerlijn en de vooraf gestelde doelen. Ik zou hiervoor de inhoudelijke lijn van de schoolboeken gaan volgen. Daarbij ging ik mij meer aansluiten bij het aanbod van de doorlopende leerlijnen binnen de school. Om structuur in mijn lessen en leeropbrengsten te creëren, ging ik werken met het ADI-model. Vanaf dat moment ging ik mijzelf belangrijke vragen stellen die nodig waren om mezelf te kunnen ontplooien tot startbekwame leerkracht: Hoe geef ik een goede instructie? Aan welke doelen gaan we werken? Hoe differentieer ik? Hoe help ik de kinderen?

Het werken met het ADI-model met daarbij het stoplicht om verlengde instructie te kunnen geven, bood mij veel structuur en duidelijkheid. Ik gebruik het ook in mijn huidige klas nog bij al mijn lessen.

Page 2: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

Ik weet hierdoor veel beter waar ik mee bezig ben en hoe mijn klas ervoor staat. Daarbij geeft het de kinderen en mij duidelijkheid over het verloop van lessen. Ik merk dat dit veel rust geeft in de klas. Toen ik mij veel meer bezig hield met leerdoelen en opbrengsten, werd ik ook nieuwsgierig naar de inhoud van methodetoetsen en de doelen van voorgaande en volgende jaren.

Nu ik de inhoudelijke lijn van de schoolboeken ging volgen met behulp van het ADI-model, leerde ik een aantal essentiële dingen uit de praktijk en de feedback van mijn mentor. Zo ontdekte ik dat ik mijn doelen klein moest houden en ze passend moesten zijn bij het niveau van de kinderen. Bij een goede instructie moest ik helder en beknopt mijn uitleg geven en niet te veel uitweiden. Als kinderen zelfstandig aan de slag gingen moest de opdracht echt duidelijk zijn, anders ontstond er onrust op het moment dat ik tijdens rode werktijd een groepje verlengde instructie gaf. Ik ging de toegevoegde waarde van terugblikken zien en leerde verschillende manieren om hoe je aan het eind van je les kunt controleren of de doelen zijn behaald.

Slot

Na verloop van tijd ben ik opzoek gegaan naar een middenweg tussen mijn spectaculaire zelfbedachte lessen en de voorgekauwde lessen uit schoolboeken. Ik hield hierbij de les uit de schoolboeken aan als basis maar zorgde daarbij voor ondersteunende en stimulerende materialen. Zo nam ik bij een lesje over textiel katoenbollen mee en liet ik de kinderen met maatbekers proefjes doen tijdens een lesje over inhoudsmaten. Ik kijk nu bij elke les waar ik in mijn les iets kan toevoegen om het meer in de belevingswereld van het kind te brengen. Maar waar ik vroeger uit was op het creëren van ‘een leuke les’ maak ik nu bewuste keuzes. Mijn aanpassing moet wel ten dienste staan van iets verduidelijken, of de stof beter te laten beklijven. Mijn nieuwe leerdoel was nu om steeds leeractiviteiten te kiezen en te ontwerpen op weloverwogen gronden.

Ik werk als beginnende leerkracht ook nog steeds bij elke les met het ADI-model. Het biedt mij veel structuur en duidelijkheid. Ik weet hierdoor veel beter waar ik mee bezig ben en hoe mijn klas er voor staat. Daarbij geeft het de kinderen en mij duidelijkheid over het verloop van lessen. Ik merk dat dit veel rust geeft in de klas. Doordat ik mij nu veel meer bezig hield met leerdoelen en opbrengsten, werd ik ook nieuwsgierig naar de inhoud van methodetoetsen en de doelen van voorgaande en volgende jaren.

Page 3: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

Zelfevaluatie – ‘Van student naar leerkracht’

Mijn professionele ontwikkeling per competentiegebied

Intro

Ik heb de afgelopen twee jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt en ik merk dat ik nog steeds in sneltreinvaart door leer. Mijn verwachting is dat dit misschien wel mijn hele carrière zo zal blijven, want ik ben nog lang niet uitgeleerd. Op veel gebieden heeft de praktijk mij het vak geleerd. Dit ging echter wel altijd hand in hand met de input van theorie die ik op de HvA aangeboden kreeg. De verschillende competenties zijn onderhand niet (meer) los van elkaar te zien of te beschrijven. Als ik het heb over de interpersoonlijke competentie, dan staat deze niet los van de pedagogische competentie. Die vervolgens weer vastgrijpt aan de didactische competentie, waar de organisatorische competentie bij hoort en zo verder.

Nu ik mijn eigen klas heb, ontwikkel ik mij van startbekwame leerkracht naar vakbekwame leerkracht. Dit is een intensieve ontwikkeling die veel doorzettingsvermogen kost en gedreven wordt door mijn passie voor het vak. Ondanks dat ik veel kennis en vaardigheden heb na het afronden van mijn studie, voelt het alsof ik een sprong in het diepe doe. Zo merk ik bijvoorbeeld nu pas welke gevolgen het passend onderwijs met zich meebrengt nu ik niet langer meer op de geleende orde van een mentor kan leunen. De diversiteit aan leerlingen met leer- en gedragsproblemen is één van de dingen die een uitdaging voor mij zijn. Aan de hand van deze zelfevaluatie zal ik met behulp van de competenties beschrijven wat mijn sterke kanten zijn en waarin de uitdagingen en verdere leerdoelen voor mij liggen.

Interpersoonlijk

SterkDe interpersoonlijke competentie blijft, naar mijn idee, één van mijn sterkere kanten. Ik heb op vier verschillende scholen stage gelopen en ik heb altijd makkelijk kunnen communiceren met zowel mijn mentoren, mijn collega’s, de kinderen als de ouders. Ik krijg vaak te horen dat ik oprecht geïnteresseerd overkom, open-minded en flexibel ben. Bij deze eigenschappen komen mijn communicatieve vaardigheden goed van pas.

Ik werk bewust aan een goede band met mijn leerlingen. Een veilige relatie tussen leerling en leerkracht vind ik een belangrijke voorwaarde om een kind te laten openstellen om te kunnen leren. Dat doe ik door kinderen te volgen, met hen te praten en te zoeken naar de sterke kanten van het kind. Die sterke kanten wil ik positief bekrachtigen en inzetten ten gunste van de leerlingen. Ik stimuleer het zelfvertrouwen van leerlingen door waardering te tonen voor hun inspanningen. Het is mijn ingang om succeservaringen voor de leerling te creëren.

De communicatie met de kinderen gaat vrijwel vanzelf. Mede dankzij mijn werkervaring bij Disney XD, kan ik mij goed verplaatsen in de belevingswereld van een kind. Ik weet goed in te spelen op hun humor en interesses. Ook ben ik erg gebaad bij de gesprekstechnieken die ik heb opgedaan in de tijd dat ik bij De Kindertelefoon werkte. Ik heb hier onder andere geleerd hoe je het oplossend vermogen van kinderen kunt stimuleren.

Page 4: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

Het contact met mijn mentoren is bij al mijn stages plezierig verlopen. Ik heb mij altijd flexibel opgesteld en sta erg open voor feedback. Wel voelde ik bij het laatste semester sterk de behoefte opkomen om niet langer meer een stagiaire te zijn. Het was een soort puberale drang om mij los te maken uit de rol van student en het helemaal alleen te doen als juf.

In ontwikkelingIn de communicatie met leerlingen en ouders blijf ik altijd rustig en heb ik veel geduld. Ik ben verbaal sterk en kan mijn punt duidelijk verwoorden. Toch is het een leerdoel van mij om me beter staande te houden bij lastige leerlingen, ouders en situaties. Ondanks dat ik op zo een moment altijd een professionele houding aanneem, maakt het (te) veel indruk op mij. Ik ben een gevoelsmens en intense situaties komen erg binnen. Het is belangrijk dat ik leer dit niet te veel persoonlijk op te vatten en er afstand van leer te nemen. Gelukkig ben ik geen binnenvetter maar kan ik mij makkelijk kwetsbaar opstellen en dingen bespreekbaar maken met collega’s. Aan hen vraag ik vaak hoe zij bij dergelijke situaties ‘los’ kunnen laten en hoe ik hier mee om kan gaan. Pedagogisch

SterkGoed onderwijs begint bij een veilig pedagogisch klimaat. En een veilig pedagogisch klimaat kenmerkt zich door duidelijkheid en structuur. Juist bij die leerlingen die extra zorg nodig hebben is de veilige relatie essentieel om tot een ontwikkelproces te kunnen komen met de leerling. Ik creëer veiligheid door in elke situatie duidelijk aan te geven wat ik van de kinderen verwacht en wat zij van mij kunnen verwachten. Daarbij maak ik met een aanpak gericht op het positieve duidelijk wat wenselijk (leer)gedrag is. Dit houdt in dat ik positief (leer)gedrag beloon en negatief (leer)gedrag negeer. Momenteel word ik hierbij nog eens extra in begeleid door taakspel, waar ik sinds 1,5 maand mee ben begonnen in de klas. Uiteraard corrigeer ik kinderen ook wanneer dit storend is voor anderen, of hen belemmert in hun ontwikkeling. Ik probeer deze correctie dan wel altijd op hun werk te betrekken en niet op hun gedrag. Wanneer een kind bijvoorbeeld steeds kletst zal ik niet zeggen ‘stop met kletsen’, maar samen naar zijn of haar werk kijken en concluderen dat er nog niet veel gedaan is.

Ik richt mij bij elk kind uit de klas op hun ontwikkeling en hun welbevinden. Ik ben erg observerend en denk na over wat ik zie. Per individu kijk ik wat hij of zij nodig heeft. Regelmatig ga ik hier ook met een kind over in gesprek. Ik vertel dan wat mij opvalt en wat hij of zij in deze situatie nodig heeft om dit anders te kunnen aanpakken. Zo heb ik nu de afspraak met een jongen uit de klas die faalangst heeft dat ik na mijn instructie als eerst naar hem toe ga om te controleren of hij alles heeft begrepen en aan de slag kan. Met een meisje die het syndroom van Williams heeft heb ik afgesproken dat zij zo nu en dan een klusje mag doen waarbij ze even de klas uit mag, omdat zij een veel kortere spanningsboog heeft dan de rest van de groep.

Door de vele gesprekken die ik heb gevoerd bij De Kindertelefoon, heb ik het vertrouwen alles bespreekbaar te kunnen maken en gesprekken in goede banen te kunnen leiden. Ook wanneer ik gesprekken voer met de groep als geheel lukt het mij (vaak) een veilige omgeving te creëren. Afhankelijk van het onderwerp of conflict waar we het over hebben, spreken kinderen toch vaak vrijuit. Deze situatie probeer ik altijd te creëren door objectieve vragen te stellen en goed te luisteren. Ook is het tijdens groepsgesprekken belangrijk dat ik de kinderen aan het woord laat, maar wel heel duidelijk de regie bewaak.

Page 5: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

In ontwikkelingIk vind het soms nog lastig om afwijkend gedrag te interpreteren. Hierbij vind ik het moeilijk om te oordelen of het gedrag bij het kind-zijn hoort, of dat het een andere oorzaak heeft. Vooral met emoties als hevige boosheid of agressie heb ik dit. Maar ook met kinderen die zich erg slecht kunnen concentreren of zich niet aan de regels kunnen houden, ervaar ik ook deze twijfel. Gelukkig heb ik altijd een mentor gehad, en momenteel een duo, waar ik dit mee kan bespreken. Mijn leerdoel is om te weten wanneer afwijkend gedrag voortkomt uit ontwikkelingsproblemen. Wanneer ik dit beheers, wil ik externe instanties daarover consulteren en passende actie ondernemen.

Vakdidactisch

SterkIk kan onderwijs ontwerpen dat aansluit bij de belevingswereld van het kind en de horizon van het kind verbreed. Ik kan mijn creativiteit op een ondersteunende en stimulerende manier inzetten tijdens mijn lessen (zie casus). Doordat ik makkelijk ‘out of the box’ denk, vind ik vaak materialen of activiteiten die de lesinhoud verrijken. Hiermee kan ik lesstof meer in een context plaatsen en betekenisvol maken. Zo heb ik kinderen wel eens in groepjes een rap laten schrijven over de Grieken en Romeinen. Hierbij kregen ze een stapel boeken en een aantal vereisten welke in de rap aan bod moesten komen. Ik merk dat kinderen bij zo een opdracht heel enthousiast en nieuwsgierig met de informatie aan de slag gaan, waardoor je een ideale leersituatie creëert.

Als leerkracht ben ik mij bewust van de diverse rollen die ik heb in de begeleiding van de leerlingen en hoe ik deze rollen vorm geef. Ik zoek de samenwerking met de leerlingen, maar ook met andere professionals en de verzorgers van de kinderen. De school van het kind maakt een belangrijk deel uit van het sociale netwerk van een kind.

Ik ben ervan overtuigd dat kinderen graag willen leren. Het is aan mij als leerkracht de taak om kinderen hierin te begeleiden door de juiste vakspecifieke didactiek te hanteren. In het aanbieden van de lesstof maak ik veel gebruik van visuele ondersteuning en materialen. Na een instructie varieer ik met verwerkingsvormen. Het kan een zelfstandige verwerking zijn of door samen te werken. Soms is het goed om sterke leerlingen aan zwakke leerlingen te koppelen. Een andere keer geef ik een verlengde instructie aan kinderen die extra input nodig hebben of juist extra uitdaging. Ook kies ik er regelmatig voor om informatie niet schriftelijk te verwerken, maar door middel van een creatieve activiteit zoals het maken van een tekening of een quiz over de stof.

Kinderen kunnen onderling sterk van elkaar verschillen. Ik vind het erg belangrijk dat ieder kind succes ervaart. Om alle leerlingen succes te kunnen laten ervaren, differentieer ik in mijn lessen. De Russische psycholoog Lev Vygotsky (1896-1934) beschreef twee ontwikkelingsniveaus: de zone van de actuele ontwikkeling (dat wat het kind zelfstandig beheerst) en de zone van de naaste ontwikkeling (dat wat het kind beheerst met de hulp van anderen) (Hooijmaaijers et al., 2009). Die ‘zone van de naaste ontwikkeling’ is voor elk kind anders. Hoe beter ik met mijn les aansluit op de voorkennis en de kwaliteiten van het kind, hoe meer het kind in staat zal zijn succes te ervaren.

Naast het werken met niveaugroepen hanteer ik het Activerende Directe Instructie model (ADI-model). Het ADI- model stelt mij als leerkracht in staat effectief les te geven, waarbij ik cyclisch werk met leerdoelen, les fasen en evaluatie. Binnen het ADI-model is er veel ruimte voor zelfstandigheid van de leerlingen die dat aan kunnen en ruimte voor extra begeleiding van leerlingen die dat nodig hebben. Ik bied sterke leerlingen extra uitdaging, zoals bijvoorbeeld opdrachten uit SOMPLEX bij de rekenles. Minder sterke leerlingen bied ik verlengde instructie en maak daarbij gebruik van diverse

Page 6: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

middelen en methodieken. Zo werk ik bij rekenen vaak met modellen om sommen inzichtelijk te maken (getallenlijn, cirkelmodel etc.).

In ontwikkelingIk vind het soms nog lastig om leerlingen die klaar zijn met hun werk een passend vervolgwerkje aan te bieden. Het liefste wil ik natuurlijk dat kinderen met werk aan de slag gaan wat hun kennis verder ontwikkeld of verrijkt. Maar het overzicht in wat welk kind hiervoor nodig heeft, vind ik nog moeilijk voor ogen te hebben. Ik merk dat ik vaak nog een te moeilijke of juist te makkelijke vervolgactiviteit aan een kind geef en dat kinderen niet op hun niveau werken. Mijn leerdoel is om adequate, toegesneden bijspijkeractiviteiten te kiezen.

Ik heb tijdens mijn eerste twee stages, in de midden- en bovenbouw, samen met mijn mentoren verschillende toetsen afgenomen. Hierna heb ik dit niet meer gedaan omdat ik een jaar bij de kleuters stage heb gelopen en hier nauwelijks tot niet werd getoetst. Ik kan van mijzelf dan ook niet zeggen dat ik volledig op de hoogte ben van het gebruik van verschillende toetsen. Ik heb ook zelf nog geen toets gemaakt. Mijn leerdoel is om relatief betrouwbare en valide toetsen en correctiemodellen te ontwerpen.

Organisatorisch

SterkHet plannen en organiseren van één of meerdere dagen alleen in de klas, gaat mij goed af. Ik bereid dit altijd tot in de puntjes voor. Want zolang ik precies weet wat ik van moment tot moment met de kinderen wil gaan doen, sta ik in mijn kracht voor de groep. Ik richt mij in mijn voorbereiding altijd op hoe ik de zwakke, basis en sterke groepen in de klas kan bedienen. Dit doe ik door een verlengde instructie voor te bereiden, het aanpassen van de opdracht of het verzorgen van extra lesmaterialen. De behoefte aan een uitgebreide voorbereiding heb ik als beginnende leerkracht nodig om mij zeker te voelen, maar ik kan mij voorstellen dat ik bij het opdoen van meer ervaring daar steeds makkelijker mee om zal weten te gaan. Ik heb nu graag helder hoe de dag verloopt maar ik kan mij daarbij flexibel opstellen. Als dingen anders lopen dan in de planning staat, dan maak ik mij er niet druk om als er eens een lesje uitvalt of moet worden ingekort. Als ik daarna maar wel weer weet welke vervolgactiviteit we gaan doen.

Ik evalueer regelmatig de dag met de kinderen. Hierbij vraag ik niet alleen of ze het wel of geen leuke dag vonden, maar ook wat ze hebben geleerd, wat ze lastig vonden en hoe ze dat hebben opgelost en wat ze nodig hadden van de klas of van mij. Deze feedback is voor mij erg waardevol en probeer ik te verwerken in mijn aanpak en organisatie. Ik noteer de uitkomst van deze evaluaties ook in het logboek. Daarin administreer ik ook mijn observaties en de ontwikkelingen van de groep en kinderen individueel.

In ontwikkelingIk heb mij tijdens mijn stages verdiept in het leerlingvolgsysteem, vergaderingen bijgewoond en een aantal oudergesprekken gevoerd samen met mijn mentor. Toch merk ik nu als beginnende leerkracht dat er nog zo veel extra bij het onderwijs komt kijken waar ik geen weet van had. Je hebt erg veel verplichtingen naast het lesgeven zelf. Wat dit precies allemaal is en hoe dit werkt, is voor mij nog niet volledig duidelijk. Door een goede begeleiding van mijn duo en door het gewoon maar allemaal op te pakken en te gaan doen, zal de tijd mij dit leren. Om te beginnen richt ik mij op het leerdoel om

Page 7: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

dialoog te initiëren over de analyse van data, mogelijke consequenties ervan voor onderwijs en de organisatie ervan.

Samenwerken met collega’s

SterkHet onderwijs is een zwaar beroep en ik denk dat het daarom nodig is om met je collega’s ervaringen uit te wisselen en samen te werken. Ik doe dit zelf door regelmatig om advies of feedback te vragen maar ook de ander te helpen door een luisterend oor te bieden. Ook deel ik zelfgemaakte lessen met collega’s uit en ben ik altijd beschikbaar wanneer ze een helpende hand nodig hebben.

Op mijn eerste stageschool, twee jaar geleden, vond ik het lastig om mij te mengen in de zaken die werden besproken in de lerarenkamer. Gelukkig heb ik door alle kennis die ik de afgelopen twee jaar heb opgedaan, nu wel het vertrouwen dat ik mee kan praten. Wel voel ik mij echt een ‘beginnend’ leerkracht en ervaar ik soms nog onzekerheid om mijn mening te geven in onderwijskundige discussies.

Op al mijn stagescholen heb ik mij welkom gevoeld en werd ik betrokken bij verschillende activiteiten op school. Het samenwerken met mijn mentor is altijd erg goed gegaan. Ik heb veel vrijheid gekregen om lessen te geven, dingen uit te proberen en te leren. Ik heb mij altijd onderdeel van de klas gevoeld en dat was heel prettig.

In ontwikkelingIk ben geneigd om het niet te zeggen wanneer het mij te veel en te druk wordt. Ik zeg graag ‘ja’ omdat mensen zouden kunnen denken dat ik het er mij (te) makkelijk van af probeer te brengen. Ik ben mij ervan bewust dat ik erg de behoefte heb om iedereen te laten merken dat ik mijn best doe en kan lesgeven. Ik moet hier mee uitkijken want het kost me veel energie en ik kan op deze manier aan mijzelf voorbij gaan. Het is beter om meer vanuit mijzelf te denken en mij niet te laten leiden door de eventuele gedachten van anderen. Dat is niet ‘gezond’ en ik denk ook niet dat ik het op die manier jaren vol kan houden. Reden te meer om mijn eigen grenzen goed te bewaken. Om plezier te houden in het werk, moet ik leren in staat te zijn om aan te geven wat mijn grenzen zijn wat betreft tijd en betrokkenheid. Mijn leerdoel is om mijn grenzen van tijd en betrokkenheid aan te geven.

Samenwerken met de omgeving

SterkDoordat ik op de HvA de colleges heb gevolgd, ben ik behoorlijk betrokken bij ideeën en discussies die er op dit moment zijn. Hier wordt ook veel met studiegenoten over gesproken. Ik probeer daarnaast nog actuele artikelen te lezen, bijvoorbeeld op de website van ‘Het Kind’. Ook zoek ik regelmatig naar gerichte onderwerpen op internet of bij ‘Leraar24’.

Tijdens de studie heb ik vaak overleg gehad met een aantal collega-studenten. Het is erg prettig om ervaringen te delen en naar elkaars adviezen te luisteren. Het lijkt mij erg fijn om dat met collega-docenten ook te (blijven) doen.

In ontwikkelingIk heb met mijn mentor een aantal oudergesprekken voorbereid en gevoerd. Dit hebben we op twee verschillende manieren gedaan: een gesprek dat meer ingaat op de (cognitieve) ontwikkeling van het

Page 8: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

kind en een gesprek dat meer ingaat op de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Dit was zeer leerzaam om te doen. Ik heb de oudergesprekken nog niet helemaal zelf gevoerd dus daar zal ik mij nog in moeten ontwikkelen. Dit lijkt mij een spannend onderdeel van mijn eerste baan als beginnende leerkracht. Mijn leerdoel, en waar ik graag veel ervaring in op wil doen, is om op een open wijze met ouders/verzorgers/derden te communiceren en hierbij begrip te tonen voor hun achtergronden.

Reflectie en ontwikkeling

SterkIk ben goed in staat om mijn sterke en minder sterke kanten te benoemen. Na het geven van een les kan ik meestal goed benoemen wat er minder goed ging. Daarnaast vraag ik regelmatig of iemand mij wil observeren. Ik vind het prettig om feedback op mijn manier van handelen te krijgen. Ook van de klas vraag ik regelmatig feedback op mijn lessen, handelen en aanpak. Ik verwerk dit alles nauwkeurig en stel hier nieuwe doelen uit op. Zo zet ik nieuw verworven kennis, vaardigheden en ervaringen in ten behoeve van verbetering van het eigen dagelijks handelen.

In ontwikkelingIk ben (nog) niet veel bezig geweest met het verzamelen van data en de betekenis van deze data voor het onderwijsproces. Verder hoop ik uiteraard dat ik, ook nu ik straks niet meer verbonden ben aan de HvA, nog goed op de hoogte blijf van recente ontwikkelingen op onderwijsgebied. Het lijkt mij prettig om steeds nieuwe kennis op te doen door bijvoorbeeld het volgen van cursussen. Mijn leerdoel is om soms actieonderzoek en/of ontwerpgericht onderzoek toe te passen op problemen uit de beroepspraktijk.

Page 9: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

Visie – ‘Wie ben ik als leerkracht’

Visie op het onderwijs en het beroep als leerkracht

Hoe en binnen welke leeromgeving ik mijzelf als leerkracht zie, heb ik beschreven in onderstaande onderwijsvisie.

Op het gebied van didactiek vind ik het belangrijk dat er gedifferentieerd wordt in de klas op verschillende vlakken, daarom vind ik het organiseren van verlengde instructies erg belangrijk. Mijn taak als leerkracht is de stof aanbieden op het niveau en tempo van de individuele leerlingen. Ik zal differentiatie op verschillende manieren moeten toepassen en wil boven de stof staan, zodat ik tijdens mijn instructies en lessen kan improviseren en/of uitwijken indien nodig.

Als leerkracht ben je verantwoordelijk voor het faciliteren van de kinderen in hun leerproces. Het stimuleren van een intrinsieke motivatie stelt leerlingen in staat te werken aan succeservaringen in het onderwijs, wat de algehele motivatie ten goede komt. Ik wil voor kinderen een herkenbare en betekenisvolle situatie creëren. Ik zoek een manier om het enthousiasme van de kinderen aan te wakkeren om op ontdekkingstocht te gaan. Kinderen leren naar mijn inzicht zo het beste en spelenderwijs. Op dit gebied kan ik kan mij vinden in de filosofie van het Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO), waarbij spel erkent wordt als zeer krachtig didactisch hulpmiddel (Janssen – Vos, 2008). Mark Mieras heeft mij ook geïnspireerd wanneer het gaat over het belang van spel in het onderwijs. In zijn colleges en boeken toont hij aan dat spel een gebied in de hersenen activeert, dat informatie veel beter opslaat dan op welke andere manier dan ook. Daarnaast is de ontwikkeling van creativiteit en flexibiliteit onder andere ongelofelijk belangrijk om te leren problemen op te lossen en ‘out of the box’ te kunnen denken (Severijnen, 2011).

Om mijn lessen aantrekkelijk en interessant te houden voor mijn leerlingen, zal ik mijzelf moeten blijven uitdagen en in gesprek moeten blijven gaan met de kinderen. Wat speelt een belangrijke rol in hun leven, wat houdt hen bezig? Door in te spelen op de interesses van de kinderen en dit bespreekbaar te maken, worden de lessen leuker en leer je meer van elkaar. Dit geldt niet alleen voor de leerlingen, maar voor iedereen. Beide partijen zullen hier baat bij hebben: de kinderen zullen gemotiveerd en geïnteresseerd blijven, waardoor je als leerkracht met nog meer enthousiasme je lessen kunt geven. Om een goede didacticus te kunnen zijn moet je leergierig zijn, open staan voor nieuwe methoden en onderwerpen. Als je zelf niet bereid bent te veranderen of aanpassingen te doen, hoe kan je dit dan wel van de leerling verwachten?

Ik vind het heel erg belangrijk dat er een veilige leeromgeving bij mij in de klas heerst. Ik ben erg gevoelig voor sfeer en vind het dan ook belangrijk dat er een positieve sfeer in de klas aanwezig is. De kinderen horen zich op hun gemak te voelen in de klas. Ze moeten weten dat ze hun hart bij mij kunnen luchten, maar ook gezellig een praatje kunnen maken. Ik bied maar al te graag een luisterend oor. Dit vind ik dan ook belangrijk. Ik wil dat er een ‘open’ sfeer is in de klas en dat de drempel voor kinderen laag is om op mij af te stappen. Ik wil ze echt het gevoel geven dat ik er voor ze ben en dat ik oprecht geïnteresseerd ben in wat ze mij te vertellen hebben.

Veiligheid bied je ook door een kind goed te volgen en te begeleiden in zijn of haar ontwikkeling. Kinderen kunnen rekenen op mijn aanmoediging en waardering voor hun inspanningen. Ook zorg ik ervoor dat een kind wordt uitgedaagd, zodat het niet in zijn of haar ontwikkeling blijft ‘steken’, maar altijd toewerkt naar een volgend, hoger niveau. Deze “zone van de naaste ontwikkeling” van

Page 10: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

Vygotsky is zeer belangrijk om een kind verder te helpen in zijn of haar ontwikkeling (Alkema en Tjerkstra, 2011).

Als leerkracht kun je de wereld toegankelijker maken voor de kinderen, door die wereld in beeld te brengen. De leerlingen te wijzen op hun mogelijkheden in de wereld, maar ook te wijzen op hun verantwoordelijkheden. Door het voeren van discussies en met elkaar op zaken te reflecteren. Ik wil kinderen stimuleren om een mening te vormen, deel te nemen en elkaar te begrijpen. Ook vind ik dat een leerkracht een opvoedkundige taak heeft te volbrengen. De leerlingen moeten kennis krijgen van normen en waarden en weten hoe zij hier in de maatschappij mee om kunnen gaan. Doordat de leerlingen een groot deel van hun tijd op school doorbrengen, vind ik dat dit zowel de taak van de ouders is als ook van de leerkracht. Daarom vind ik het ook belangrijk dat de neuzen van zowel de leerkracht als de ouder dezelfde kant op staan. De manier van omgaan met elkaar speelt hier natuurlijk een zeer grote rol in. Een leerkracht kan tenslotte het sociaal- pedagogisch klimaat in de klas verbeteren, door hier met de leerlingen aandacht aan te besteden. Ook komen uiteraard de verschillen tussen leerlingen aan bod. Iedere leerling moet geaccepteerd worden, ongeacht zijn of haar achtergrond. Kinderen moeten leren hoe je op correcte wijze met elkaar kunt communiceren en hoe je respectvol met elkaar omgaat. Dit vind ik een belangrijke algemene ontwikkeling, die de kinderen nodig hebben bij hun opvoeding.

Ik breng mijn leerlingen als leerkracht graag bij dat het niet erg is om anders te zijn, het is zelfs goed! "Hoe saai zou de wereld eruit zien als iedereen er hetzelfde uit zou zien en hetzelfde over bepaalde dingen zou denken?" Ik wil ze hier bewust van maken, aangezien er tussen de leerlingen onderling nog best veel gediscrimineerd kan worden op verschillende vlakken. En dat tolereer ik totaal niet; niet in mijn klas! Iedereen is verschillend van elkaar: op het gebied van religie, achtergrond, cultuur, maar ook qua uiterlijk. Deze verschillen bieden een mooie mogelijkheid om van elkaars 'werelden' te leren. Ik streef er dan ook naar om een hechte groep te hebben in mijn klas en dat de kinderen zich niet alleen tegenover mij, maar ook tegenover elkaar zich op hun gemak voelen en zichzelf kunnen zijn. Het klaslokaal is naar mijn mening toch je tweede 'thuis'. Als je goed binnen de maatschappij wilt functioneren, is het belangrijk om verantwoordelijkheid te nemen voor je acties. Dit breng ik de kinderen graag bij. Dit zullen zij, later als ze volwassen zijn, ook moeten doen.

Als collega vind ik het erg belangrijk een actieve en constructieve rol binnen de schoolorganisatie te vervullen. Ik vind het ook belangrijk om toegankelijk te zijn voor andere collega's. Als ze ergens vragen over hebben waar ik ze eventueel mee zou kunnen helpen, kunnen ze altijd bij mij terecht. Zo'n behulpzame sfeer naar elkaar toe binnen het schoolteam vind ik ook belangrijk voor de sfeer binnen de schoolmuren. Ook vind ik de band die ik met mijn collega's heb heel erg belangrijk. Daarom wil ik in de toekomst ook op een school werken waar de onderlinge band tussen de leerkrachten heel hecht is. Ik ben ervan overtuigd dat een goede sfeer tussen de collega's ook bevorderlijk is voor de algehele gesteldheid van de desbetreffende school; betere prestaties en meer begrip voor elkaars standpunten. Binnen een schoolorganisatie is het namelijk erg belangrijk dat je als team functioneert, niet als individu. Ik zorg er daarom ook voor dat ik tijdens de pauzes, net zoals de rest, mij in de lerarenkamer begeef en niet ergens teruggetrokken in het lokaal te vinden ben.Ik ben makkelijk in de omgang en pas mij zonder moeite aan anderen aan. Dit heeft in het verleden ook wel eens tegen mij gewerkt, maar ik ben inmiddels assertiever geworden en kan over het algemeen goed mijn eigen grenzen aangeven. Doordat ik mij gemakkelijk flexibel kan opstellen naar andere mensen toe, vind ik het ook prettig om in samenwerkingsverband te werken. Toch schroom ik niet om mijn mening te geven of te laten merken als ik het ergens niet mee eens ben.

Page 11: susann   Web viewCasus – ‘Juf versus entertainer’ Persoonlijke leerervaring in de praktijk. Intro. Eén van de leukste en meest uitdagende kanten van het onderwijs is

Ik ben ervan overtuigd dat de volgende eigenschappen de sleutels zijn tot het succes van een leerkracht: betrokkenheid en passie voor zowel het onderwijs als de kinderen. Ik durf te zeggen dat ik zeker over deze eigenschappen beschik. Ik ben het afgelopen jaar met heel veel plezier naar mijn stage gegaan, mede omdat ik ontzettend veel energie haal uit het lesgeven aan kinderen. Elk kind is weer uniek op zijn of haar eigen manier, ieder met sterke en minder sterke kanten. Mijn taak als leerkracht om zowel op cognitief als sociaal-emotioneel gebied het beste in een kind naar boven te halen, binnen zijn of haar eigen vermogen.

Literatuurlijst

Alkema, E. en Tjerkstra, W. (2011) Méér dan onderwijs. Assen: Van Gorcum

Janssen – Vos, F. (2008) Basisontwikkeling. Assen: Van Gorcum

Severijnen, M. (2011) Cultuurplein magazine. Oktober 2011. Interview met Mark Mieras en Lodewijk Ouwens. Ontleend op 30 mei 2014 aan: http://www.cultuurplein.nl/sites/default/files/magazine_01_interview.pdf

Hooijmaaijers T., Stokhof T., Verhulst F., (2009) Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs, Van Gorcum, Assen