Studievaardigheden 2.1

10
STUDIEVAARDIGHEDEN OPDRACHT 2.1

Transcript of Studievaardigheden 2.1

Page 1: Studievaardigheden 2.1

STUDIEVAARDIGHEDENOPDRACHT 2.1

Page 2: Studievaardigheden 2.1

ORIËNTATIE OP LEREN

Page 3: Studievaardigheden 2.1

HOE LEER IK HET BESTE?

• Ik heb het nodig om veel rommeltjes om me heen te hebben.

• Een georganiseerde chaos noem ik het altijd.

• ‘s Avonds leer ik het liefste beneden, dat vind ik gezelliger.

• Overdag leer ik het liefste op onze studeerkamer, de zon schijnt daar altijd

en ik kan het raam lekker opzetten voor wat frisse lucht.

Page 4: Studievaardigheden 2.1

HOE PLAN IK?• Ik plan alles in mijn agenda. Hier schrijf ik alles in op.

• Voor mij werkt een papieren agenda prettiger dan een digitale studieplanner of digitale agenda.

• Als ik schrijf onthoud ik de afspraken (met mezelf) makkelijker.

Page 5: Studievaardigheden 2.1

HOE COMBINEER IK WERK EN PRIVÉ?Ik werk 2 dagen per week als onderwijsassistent op de school van mijn kinderen. Dat is lekker makkelijk, zeker qua reistijd.Daarnaast loop ik 1 dag per week stage op een andere school.De woensdag en de donderdag zijn gereserveerd voor de studie, naast de weekenden en de avonden.

Ik heb dus vele momenten die ik aan studeren kan besteden. De kinderen vinden het erg leuk om te helpen, samen maken we dan rekensommen en legt dochterlief aan mama uit hoe staartdelingen werken.

Ik heb 2 kinderen uit een eerdere relatie, hierdoor heb ik om het weekend en de helft van de vakanties geen kinderen. Ideaal om te studeren.

Page 6: Studievaardigheden 2.1

HOE LEER IK?

• Ik heb het boek: “succesvol studeren” aangeschaft.

• Dit boek geeft handige tips voor het leren van bijvoorbeeld grote stukken tekst, maar ook voor het schrijven van een scriptie.

• Omdat ik al zeker 11 jaar niet meer in de schoolbanken heb gezeten, is dit een handige tool voor mij.

Page 7: Studievaardigheden 2.1

WAT BELEMMERT MIJ?

Wat mij kan belemmeren zijn de kinderen. Ze kunnen ontzettend goed helpen, maar op

de momenten dat ik écht rust wil, willen zij aandacht. Op deze momenten moet ik echt

op mijn strepen gaan staan.

Een andere belemmering is de vraag naar werk. Ik werk 2 dagen per week maar als er zieken zijn

bellen ze mij regelmatig op om in te vallen. Ik merk dat ik beter mijn grenzen aan moet geven als ik echt

niet kan vanwege de studie of het gezin.

Page 8: Studievaardigheden 2.1

WAT HELPT MIJ?• Bijles helpt mij. Ik heb een leerkracht bereid gevonden mij elke week te helpen met

reken en taallessen.

• Hier loop ik tegenaan en ik wil graag de toetsen halen dit jaar.

• Het fijne hiervan is, dat ze mij ook huiswerk geeft en dit dus een stok achter de deur is.

Page 9: Studievaardigheden 2.1

WAT ZIJN MIJN ERVARINGEN TIJDENS VORIGE STUDIES?

• Dit vind ik een lastige vraag. Elf jaar geleden woonde ik nog thuis en zaten pa & ma achter mijn vodden aan. Nu moet ik het zelf doen. Het grote verschil is dat ik niet meer “moet” maar echt “wil”. Doordat de motivatie mij staande houdt kom ik er wel.

Page 10: Studievaardigheden 2.1

EINDE