Van Protest naar Coproductie op de Kop van Lombok Raad in de Wijk 9 februari 2010.
Studiekamer Impuls Grave Vesting...en geschikte ontwikkelingen in Grave en de vesting, mede in...
Transcript of Studiekamer Impuls Grave Vesting...en geschikte ontwikkelingen in Grave en de vesting, mede in...
1
Studiekamer
Impuls Grave Vesting
Tracévarianten N321
Eindrapportage
17 november 2016
2
Colofon
Studiekamer Impuls Grave Vesting
Gemeente Grave
Contactpersonen Marty van Esch en Maurice Roefs
Arnoud van Gelderweg 71
5361 CV Grave
Postbus 7, 5360 AA Grave
Tel 0486 477 277
Procesbegeleiding en rapportage
IConsultingROM Floris Marcus
Zanglijster 6
1423 RS UITHOORN
06 5430 4897
3
Inhoudsopgave
SAMENVATTING 4
1. Inleiding 6
1.1 Opgave en doel ........................................................ 6
2. Context 9
2.1 Ruimtelijk beleid ...................................................... 9
2.2 Regionaal wegennet ............................................... 12
2.3 Aanzet tot visie ...................................................... 13
2.4 Mobiliteitstrends ..................................................... 14
3. Tracévarianten 15
3.1 Bestaand tracé ....................................................... 16
3.2 Variant N321 Noord ................................................ 16
3.3 Variant N321 Zuid .................................................. 17
3.4 Estersveld ............................................................. 17
4. Beoordeling 20
4.1 Leefbaarheid & Toerisme ............................................. 20
4.2 Vestingwerken ........................................................... 21
4.3 Landschap, natuur en water ........................................ 22
4.4 Verkeer ..................................................................... 22
4.5 Milieu ....................................................................... 23
4.6 Randvoorwaarden ...................................................... 24
5. Conclusies 26
4
SAMENVATTING
De gemeente Grave en de provincie Noord-Brabant zijn samen een proces gestart
om vanuit een zogenoemde ‘Studiekamer’ met een ‘quick-scan’ een impuls te
geven aan een strategische opgave: de verdere ontwikkeling van Grave als vitale
vestinggemeente aan de Maas. Het tracé van de N321 vormt daarin een
sleutelpositie. Daarom worden eerst enkele tracés bekeken, om in een
vervolgproces de kansen voor het gebied te kunnen uitwerken.
Voornaamste doelen
- In een kort tijdsbestek van enkele maanden meer zicht geven op enkele
tracévarianten van de N321 in de gemeente Grave en de meest relevante
aspecten die hiermee samenhangen.
- Het bieden van een kwalitatieve beoordeling (een z.g. ‘expert-judgement’)
van de relevante aspecten van de onderscheiden tracévarianten.
- Met de uitkomsten een goede basis bieden voor verdere discussie over
gewenste en geschikte ontwikkelingen in Grave en de vesting, mede in
relatie tot de N321.
Uitgangspunt is ‘quick & clean’. Daarbij gaat het vooral om kwalitatieve
beoordelingen, onderbouwd met cijfer- en kaartmateriaal dat snel voor handen is.
Bewust is ervoor gekozen om geen advies te geven over een of meerdere
voorkeursvarianten. Dat kan onderwerp van verdere discussie zijn aan de hand
van de hier gepresenteerde beoordelingen. Iedere variant heeft namelijk zijn
‘plussen’ en ‘minnen’. In dit traject zijn geen stakeholders, organisaties of
inwoners betrokken.
Werkwijze
De werkwijze is om snel stapsgewijs tot een beknopte eindrapportage te komen.
Centraal daarin stonden het houden van twee workshops met diverse
specialisten van gemeente en provincie. Hierbij is nadrukkelijk ook gekeken naar
de ruimtelijke context en mobiliteitstrends tot 2030.
Onderzochte tracévarianten
In de quick-scan zijn de tracévarianten onderzocht uit de opdracht van de
gemeenteraad van Grave, dat er tenminste twee scenario’s voor
omlegging/verdieping van de N321 binnen het voormalige Visio terrein worden
meegenomen, en een globale duiding wordt gegeven voor een variant buiten dit
gebied. Bij de bestudering van varianten buiten dit gebied zijn nog drie varianten
naar voren gekomen en onderzocht. Dit leverde de volgende varianten op:
A. Bestaand tracé. Sint Elisabethstraat, maar dan wel herinrichten met
inachtneming van de richtlijnen van het landelijke Duurzaam Veilig.
Te denken valt aan profielverruiming door het weghalen van enkele
langsparkeerplaatsen en verbetering van veilige oversteekbaarheid.
B. Variant N321 Noord, als bestaand tracé met omlegging bij de Hampoort.
C. Variant N321 Zuid, doorsnijdt aan oostkant deels oude vestingcontour,met
twee overkluizingen van de Raam en de nodige extra veiligheids- en
hindermaatregelen bij de school.
D. Variant Stoofweg, de variant Estersveldlaan-Stoofweg is wel bestudeerd,
maar niet verder meegenomen. Uit oogpunt van onder andere leefbaarheid
moet vermeden worden een nieuwe provinciale weg door een woonwijk te
leiden.
E. Variant Estersveld, nieuw tracé door open gebied tussen de wijk Estersveld
en dorp Escharen.
F. Variant Escharen Zuid, nieuw tracé, voornamelijk over bestaande weg, deels
te verbreden aan de oostkant, met zuidelijke omleiding rond de buitenkant
van het dorp Escharen.
5
Beoordeling
Vanwege het compacte karakter van deze studie is gekozen om een beperkt
aantal relevante thema’s in de beoordeling uit te werken. Deze zijn in de
gemeentelijke discussie over de N321 vaak naar voren gekomen:
Leefbaarheid, vestingwerken, landschap, natuur en water, verkeer, milieu en
randvoorwaarden. Ieder thema is vervolgens op zijn beurt weer uitgewerkt in een
beperkt aantal concrete deelaspecten. Daarbij heeft een voornamelijk
kwalitatieve beoordeling plaatsgevonden op de verwachte impact en eventuele
kansen. Deze zijn in een schema samengevat, zie bijlage 1 “Impact op de
varianten”.
Conclusies
De eerste conclusie na de beoordeling van de gekozen aspecten is dat eigenlijk de
beste oplossing niet bestaat. Geen van de tracés kan alle belangen op een goede
manier verenigen. Ieder tracé heeft zo zijn eigen positieve en negatieve kanten.
Het is het aan de politiek om met belanghebbenden te bepalen wat het zwaarste
moet wegen.
Is dat behoud van landschappelijke en natuurwaarden? Dan vallen alle zuidelijke
varianten af, accepteer dan de huidige barrièrewerking en ga voor optimalisering
van het bestaand tracé.
Andersom, staat het herstel van de historische vestingcontouren voorop, kies dan
voor de variant tussen Estersveld en Escharen, zorg voor een goede
landschappelijke inpassing en probeer op geschikte plaatsen natuur- en
landschap een impuls te geven voor bewoners, bezoekers, flora en fauna.
Uit de quick-scan vallen voorts de volgende hoofdzaken op:
De varianten Estersveld en Escharen Zuid hebben grote negatieve
impact op landschap, natuur, water en milieu. Hier staan beperkte
kansen tegenover om deze te verbeteren, waardoor aanleg en inpassing
van deze tracés kostbare, en dus vrijwel onrealistische opties zijn.
Daarbij komt dat het verwachte draagvlak zowel, bij bewoners als
gemeente en provincie niet hoog wordt ingeschat.
De variant N321 Noord voegt vrij weinig toe aan de variant Bestaand
tracé, terwijl daar wel enkele negatieve aspecten tegenover staan.
Ook variant N321 Zuid heeft negatieve aspecten, zoals kruising van de
Graafse Raam, aantasting van de ecologische verbindingszone en
doorsnijding van de originele vestingcontouren.
Wat betreft de milieueffecten is vooral geluidhinder een probleem bij
alle tracévarianten. De luchtverontreiniging (N02 en PM10 fijnstof) blijft
overal onder de grenswaarden. Belangrijke mobiliteitstrends (zoals
elektrisch rijden) in ogenschouw nemend, zullen in 2030 de
milieueffecten aanzienlijk zijn verminderd en op nog langere termijn een
ondergeschikt punt van afweging zijn.
Vanuit de ruimtelijke opgave voor herstel van de vesting zouden bij
verdere plan- en gebiedsontwikkeling twee opties in beeld komen om
integraal uit te werken: optimalisering bestaand tracé en een nieuw te
ontwerpen variant N321 Zuid, zonder wezenlijke aantasting van de
vestingcontouren en met respect voor de aanwezige natuur-, water- en
landschapswaarden.
6
1. Inleiding
1.1 Opgave en doel
De gemeente Grave en de provincie Noord-Brabant zijn samen een proces gestart
om vanuit een zogenoemde ‘Studiekamer’ met een ‘quick-scan’ een impuls te
geven aan een strategische opgave: de verdere ontwikkeling van Grave als vitale
vestinggemeente aan de Maas. Het tracé van de N321 vormt daarin een
sleutelpositie. Daarom worden eerst enkele tracés bekeken, om in een
vervolgproces de kansen voor het gebied te kunnen uitwerken.
Voornaamste doelen
In een kort tijdsbestek van enkele maanden meer zicht geven op enkele
tracévarianten van de N321 in de gemeente Grave en de meest relevante
aspecten die hiermee samenhangen.
Het bieden van een kwalitatieve beoordeling (een z.g. ‘expert-judgement’) van de
relevante aspecten van de onderscheiden tracévarianten, door de opstelling en
invulling van een overzichtelijk beoordelingskader.
Met de uitkomsten een goede basis bieden voor verdere discussie over gewenste
en geschikte ontwikkelingen in Grave en de vesting, mede in relatie tot de N321.
Karakter van de Studiekamer
De Studiekamer is een interne coproductie van gemeente en provincie. Daarbij is
de gemeente Grave de trekker en denkt de provincie Noord-Brabant mee. Beide
stellen hun ambtelijk deskundigen ter beschikking om samen een korte
verdiepingsslag te maken.
Uitgangspunt is ‘quick & clean’. Daarbij gaat het vooral om kwalitatieve
beoordelingen, die zijn onderbouwd met cijfer- en kaartmateriaal dat snel voor
handen is. Bewust is ervoor gekozen om geen advies te geven over een of
meerdere voorkeursvarianten. Dat kan onderwerp van verdere discussie zijn aan
de hand van de hier gepresenteerde beoordelingen. Iedere variant heeft namelijk
zijn ‘plussen’ en ‘minnen’.
In dit traject worden nu geen stakeholders, organisaties of inwoners betrokken.
Tijdshorizon
Bij het bepalen van de tracévarianten, het beoordelingskader, verwachte trends
en mogelijke consequenties gaat de Studiekamer uit van een horizon van 15 jaar,
dus ongeveer 2030.
1.2 Aanpak, product en proces
De werkwijze is om snel stapsgewijs tot een beknopte eindrapportage te komen:
Stap Omschrijving werkzaamheden
A. Startoverleg gemeente en provincie
B. Opstelling Notitie ‘Opzet Studiekamer’
C. Bespreking Notitie gemeente en provincie
D. Voorbereiding en opzet Workshop 1
E. Workshop 1 op 23 mei 2016 met gebiedsverkenning
F. Bespreking resultaten gemeente en provincie
G. Voorbereiding en opzet Workshop 2
H. Workshop 2 op 28 juni 2016
I. Bespreking resultaten en conclusies workshops gemeente en
provincie
J. Opstelling concept eindrapportage
K. Bespreking concept eindrapport gemeente en provincie
L. Afronding en oplevering eindrapport
Centraal hierin staan het houden van twee workshops met diverse specialisten
van gemeente en provincie.
7
Begonnen is met het bepalen van het ‘speelveld’: doel, karakter, planhorizon,
enkele belangrijke trends c.q. verwachte ontwikkelingen, de ruimtelijke context,
de te beschouwen tracévarianten en de opstelling van een leeg
beoordelingskader. Tevens is een veldverkenning gedaan van de tracés.
Dit alles is gedaan met een beperkte groep vertegenwoordigers van gemeente en
provincie. De eerste workshop vond plaats in de historische Hampoort van Grave
vesting.
De tweede workshop vond plaats in Catharinahof te Grave met een uitgebreidere
groep van specialisten. Na de gebiedsverkenning is het beoordelingskader
ingevuld, mede aan de hand van beschikbare (sectorale en voornamelijk
kwalitatieve) analyses, belangrijke trends en verwachte ontwikkelingen tot 2030.
Eindproduct
De resultaten van deze coproductie zijn verwerkt in deze beknopte
eindrapportage met samenvatting. Deze bedoeld voor het voeren van verdere
discussies, zowel bestuurlijk binnen gemeente en provincie, als extern,
bijvoorbeeld met betrokken stakeholders.
Procesbegeleiding
De opzet van de Studiekamer, het leiden van de workshops en de opstelling van
de eindrapportage is verzorgd door een onafhankelijk externe procesbegeleider.
8
Contouren historische vesting geprojecteerd op een recente satellietkaart van
Grave
9
2. Context
Dit hoofdstuk gaat kort in op de ruimtelijke context waarin zich de opgave van
deze studie afspeelt. Tevens komt een korte duiding aan de orde van de ambities
voor Grave vesting, zoals verwoord in de Aanzet tot visie voor de herontwikkeling
van het voormalige Visioterrein. Dit hoofdstuk besluit met enkele
mobiliteitstrends om een indruk te krijgen op welke wijze we ons in de toekomst
bewegen. Dit is vooral van belang bij het inschatten van toekomstige
milieuhinder van verkeersbewegingen.
2.1 Ruimtelijk beleid
Provincie
In de vigerende Provinciale Structuurvisie (herziening 2014) behoort Grave tot de
gebieden met een beperkte bouwopgave binnen vastgestelde contouren, alleen
voor de eigen natuurlijke aanwas. De tracés in het buitengebied vallen onder het
regime voor het ‘landelijk gebied’. Daarbij zet de provincie vooral in op
versterking van het landschap, ruimte voor duurzame agrarische ontwikkeling en
ruimte voor een breed georiënteerde plattelandseconomie.
De Raamvallei maakt onderdeel uit de van de Ecologische Hoofdstructuur met de
ambities deze te versterken, de biodiversiteit te vergroten en verder te
ontwikkelen.
Gemeente
In de gemeentelijk structuurvisie Grave 2025 (2014) zijn de ambities uiteengezet
voor een vitale vestinggemeente aan de Maas.
De gemeente zet sterk in op integrale verbetering van het karakter van de
historische vesting en het vergroten van de beleving van de historische structuur
van de stad en de vestingwerken. Ontwikkelingen dienen bij te dragen aan de
ruimtelijke kwaliteit van de stad en de vesting.
Voor de tracés in het buitengebied zet de gemeente in op behoud en versterking
van de kleinschalige landschapsstructuur van het rivierduingebied, behoud
agrarische functie en versterking natuurlijk karakter van de voormalige Beerse
Overlaat en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone langs de Graafse
Raam. Voor dit laatste is inmiddels het project Raamvallei gestart, een
gebiedsontwikkelingstraject waarin 21 partijen deelnemen. Zij werken samen aan
een visie en uitvoeringsprogramma voor een duurzame ontwikkeling van
landbouw, water, natuur en recreatie.
10
Gebiedspaspoorten/Ambities
Uitwerking Structuurvisie ruimtelijke ordening provincie Noord-Brabant
11
12
2.2 Regionaal wegennet
Met ongeveer 9000 motorvoertuigen per etmaal is de N321 een
gemiddelde provinciale weg. Uit recent kenteken-onderzoek
van de provincie is gebleken dat circa 30% van het verkeer vanaf
Cuijk doorgaand verkeer is naar de A59. 70% heeft dus een
bestemming in de regio. Dat is teveel om deze weg eventueel af
te waarderen. Bovendien moet er dan een alternatief zijn voor
het regionale bestemmingsverkeer. De N321 heeft dus een
gebiedsontsluitende functie. Ook het aandeel (middel)zwaar
vrachtverkeer is met 12% gemiddeld.
Vanuit doorstroming of verkeersveiligheid is er vanuit de
provincie geen noodzaak tot aanleg van andere tracés. De N321
is dan ook niet opgenomen in het provinciale programma voor
infrastructuur, behalve voor regulier onderhoud.
Wel is er sprake van een situatie die niet (geheel) conform de
richtlijnen van Duurzaam Veilig is ingericht. Bijvoorbeeld de
fietsvoorzieningen van de N321 ter hoogte van Grave stad.
Deze zouden bij voorkeur in de vorm van vrijliggende fiets-
paden aanwezig moeten zijn.
Gemeente Grave zet tevens in op goede bereikbaarheid vanuit
de regio via de wegen N324 en N321, maar ook per fiets en
vanaf het water. De inzet is om praktische financiële redenen
voorlopig gericht op verbetering van de doorstroming van het
verkeer en beperking van hinder naar de omgeving. Dat kan
door onder andere plaatsing van verkeersregelinstallaties op de
N324. De structuurvisie meldt verder dat de N321 hinder
veroorzaakt door vrachtverkeer (geluid, trillingen) op de Sint
Elisabethstraat binnen de bebouwde kom. Tevens is
aangekondigd dat een nadere studie de effecten en de
haalbaarheid van een alternatieve omleiding in beeld moet
brengen.
13
2.3 Aanzet tot visie
In de raadsvergadering d.d. 7 juli
2015 is de aanzet tot
herontwikkeling van het voormalige
Visio terrein vastgesteld.
In deze visie is het tijdsbeeld van de
vestingwerken structuurbepalend
voor de herontwikkeling van het
voormalige Visio terrein. Door
reconstructie van enkele prominente
onderdelen kan de schil van de
vestingwerken opnieuw met de stad
worden verbonden en kan de
vestingstad als toeristisch-
recreatieve trekpleister volop worden
benut.
14
2.4 Mobiliteitstrends
Omdat de planhorizon 2030 is, zijn enkele relevante trends in beeld gebracht, die
invloed zullen hebben op de mobiliteit. Dit is van belang omdat het om
strategische lange termijnkeuzes gaat waarbij verschillende effecten zo goed
mogelijk moeten worden ingeschat.
Mede op basis van informatie van Bureau Goudappel Coffeng volgen hier de
belangrijkste mobiliteitstrends, die ook effect zullen hebben op de situatie in
Grave.
- Toename aantal elektrische voertuigen. Ongeveer 1% van alle auto’s in
Nederland is nu een hybride en 0,1% volledig elektrisch. Dat is nog
weinig, maar het aantal elektrische auto’s verdubbelt elk jaar. Rond 2025
zal sprake zijn van een omslagpunt waarna elektrische auto’s
waarschijnlijk goedkoper worden in aanschaf dan de conventionele auto.
De groei van het aantal elektrische auto’s kan dan snel toenemen.
- Geleidelijke introductie van zelfrijdende auto’s. Doorontwikkeling van de
techniek is nog nodig, evenals aanpassing wetgeving, regeling
aansprakelijkheid en gewenning van het publiek. TNO en Planbureau
voor de Leefomgeving BL verwachten dat zeker tot 2030 de
penetratiegraad van zelfrijdende auto’s nog niet groot genoeg is om
substantiële veranderingen in het wegbeeld te geven. Effecten op het
wegbeeld treden pas op als 25-40% van alle auto’s zelfrijdend is. De
eerste toepassing zal waarschijnlijk plaatsvinden op snelwegen en
hoofdroutes. Op kortere termijn is er vooral sprake van een ‘digitale
rijassistent’. Het uiteindelijk effect op de mobiliteit is nog onzeker. Aan
de ene kant kan de wegcapaciteit intensiever worden gebruikt (zeker
ook in combinatie met slim parkeren), aan de andere kan het meer
verkeersbewegingen veroorzaken door allerlei nieuwe doelgroepen
(ouderen, jongeren, feestgangers, voormalige OV gebruikers).
- Groei van het autodelen, vooral in stedelijke gebieden met veel
jongeren, weinig parkeercapaciteit en hoog niveau OV. Nu maakt 1-2%
van de mensen hier gebruik van, dit kan groeien tot 20-30% in 2030,
zeker als het nog makkelijker wordt om auto’s onderling ‘peer-to-peer’
te delen. In Grave zal deze ontwikkeling naar verwachting op kleinere
schaal plaatsvinden en minder snel gaan. Het heeft vooral effect op het
ruimtegebruik doordat minder parkeerplaatsen nodig zijn.
- Bredere toepassing van slimme technologie die het verkeer- en
vervoerssysteem efficiënter organiseert. Door slimmere reisadviezen,
gebeuren er minder ongelukken, kun je snel en betrouwbaar een
parkeerplaats bereiken en zijn er goede kansen om eenvoudig
rekeningrijden in te voeren.
- Ontstaan van de ‘keuzereiziger’ door brede toepassing van een
mobiliteitskaart. Een speciale pas geeft de keuze voor een groot aantal
vervoermiddelen waarmee je ook kunt afrekenen. Dit kan een grotere
spreiding van verkeersstromen en vervoerswijzen teweegbrengen.
- Toenemend fietsgebruik, die bovendien bijdraagt aan een gezonde
leefstijl. Dit wordt versterkt door de snelle opmars van fietsen met
trapondersteuning. Zeker op kortere afstanden, vormt de fiets steeds
meer een serieus alternatief voor de auto. Naast het frequentere
gebruik van de fiets neemt ook de gemiddelde fietsafstand toe, zowel
voor fietsen met als fietsen zonder trapondersteuning. Voor fietsen met
trapondersteuning ligt de gemiddelde afstand per fietsrit met 5,4
kilometer gemiddeld 1,5 keer hoger dan bij fietsen zonder
trapondersteuning (bron: CBS).
Enkele conclusies vanuit deze trends voor de quick-scan:
- Rond 2030 kan naar verwachting worden uitgegaan van substantieel
minder milieuhinder (geluid, luchtverontreiniging) en verhoging van de
verkeersveiligheid.
- Meer ruimte creëren voor (elektrisch) fietsen .
15
3. Tracévarianten
In deze quick-scan zijn de tracévarianten
onderzocht uit de opdracht van de gemeenteraad
van Grave, dat er tenminste twee scenario’s voor
omlegging/verdieping van de N321 binnen het
voormalige Visio terrein worden meegenomen,
en een globale duiding wordt gegeven voor een
variant buiten dit gebied. Bij de bestudering van
varianten buiten dit gebied zijn nog drie
varianten naar voren gekomen en onderzocht.
De variant Estersveldlaan-Stoofweg is wel
bestudeerd, omdat het profiel van dit tracé op
grote delen in beginsel voldoende maat lijkt te
hebben voor opwaardering naar provinciale weg.
Besloten is dit tracé niet verder mee te nemen in
de beoordeling omdat vanuit het oogpunt van
onder andere leefbaarheid vermeden moet
worden een nieuwe provinciale weg door een
woonwijk te leiden.
16
3.1 Bestaand tracé
- Sint Elisabethstraat, maar dan wel herinrichten met inachtneming van
de richtlijnen van het landelijke Duurzaam Veilig.
- Te denken valt aan profielverruiming door het weghalen van
langsparkeerplaatsen.
- Verbetering van veilige oversteekbaarheid.
-
-
3.2 Variant N321 Noord
Zie kenmerken als omschreven in Aanzet Visie
- Voornaamste kenmerk is omlegging bij Hampoort
17
3.3 Variant N321 Zuid
Zie kenmerken als omschreven in Aanzet Visie
- Doorsnijdt aan oostkant deels oude vestingcontour.
- Met twee overkluizingen van de Raam.
- Extra veiligheids en hindermaatregelen nodig bij school.
3.4 Estersveld
- Nieuw tracé door het open gebied tussen de wijk Estersveld en dorp
Escharen
18
3.5 Escharen Zuid
- Nieuw tracé, voornamelijk over bestaande weg, deels te verbreden aan
de oostkant, met zuidelijke omleiding rond de buitenlant van het dorp
Escharen.
19
20
4. Beoordeling
Vanwege het compacte karakter van deze studie is gekozen om een beperkt aantal
relevante thema’s in de beoordeling uit te werken. Deze zijn in de gemeentelijke
discussie over de N321 vaak naar voren gekomen:
- Leefbaarheid.
- Vestingwerken.
- Landschap, natuur en water.
- Verkeer.
- Milieu.
- Randvoorwaarden.
Ieder thema is vervolgens op zijn beurt weer uitgewerkt in een beperkt aantal
concrete deelaspecten. Daarbij heeft een voornamelijk kwalitatieve beoordeling
plaatsgevonden op de verwachte impact en eventuele kansen.
Deze zijn in een schema samengevat, zie bijlage 1 “Impact op de varianten”.
Hierna volgt een korte beschouwing van de ‘scores’ per thema. 1
4.1 Leefbaarheid & Toerisme
Leefbaarheid is een veelomvattend begrip met talrijke dimensies. Bovendien kan
dit door velen verschillend worden ervaren. Toch keert dit begrip vaak terug in
discussies over het gewenste tracé van de N321. Om deze studie compact te
houden is gekozen om een beperkt aantal leefbaarheidsaspecten op te nemen en
te beoordelen. De milieu- en verkeersaspecten komen apart terug.
Barrièrewerking
Onder barrièrewerking wordt vooral de fysieke impact van het tracé verstaan.
Daarbij spelen vooral ruimtelijke en sociale/belevingsaspecten. Alle tracés scoren
feitelijk negatief. Alleen ondergrondse oplossingen kunnen in de Graafse situatie
op dit punt soelaas bieden.
1 De genoemde thema’s zijn beoordeeld ten opzichte van de bestaande situatie danwel heeft de beoordeling
plaatsgevonden waarbij de verschillende varianten met elkaar vergeleken zijn.
Het bestaand tracé heeft een ruimtelijke barrièrewerking voor de binnenstad van
Grave. Deze kan iets verbeteren als de bestaande route wordt geoptimaliseerd,
bijvoorbeeld door een betere en veilige oversteekbaarheid voor voetgangers. In
variant N321 Zuid is deze relatief nog het gunstigste, hoewel het tracé daar ook
voor een aantal nieuwe negatieve barrières zorgt.
Variant Estersveld creëert vooral een nieuwe barrière voor Escharen richting
Grave. Iets minder negatief is de barrièrewerking van de variant Escharen Zuid
vanuit dit dorp naar het buitengebied.
Bijdrage aan aantrekkelijkheid woonomgeving
Iedere variant verbetert iets aan de woonomgeving. Na optimalisering van het
bestaand tracé wordt de woonomgeving aantrekkelijker. Variant Estersveld is het
meest positief omdat voor een groot woongebied in Grave centrum de
leefomgeving aantrekkelijker wordt. Daarbij is verondersteld dat de impact op
landschap en milieu met een goede inpassing van het tracé geen substantiële
negatieve effecten op de woonomgeving van Escharen hoeft te hebben.
Bijdrage aan aantrekkelijkheid toeristisch product
De varianten scoren op op dit onderdeel van neutraal tot positief. Variant N321
Noord scoort niet beter dan het bestaand tracé omdat de weg dan toch nog vlak
langs de Hampoort blijft lopen. Variant N321 Zuid biedt al wat meer mogelijkheden
om het toeristisch product van vooral Grave centrum te versterken. Het effect wordt
als licht positief beoordeeld omdat de weg een nieuwe doorsnijding van de
historische vesting oplevert. Het meest positief scoren de nieuwe tracés Estersveld
en Escharen Zuid omdat ze optimaal kansen bieden tot versterking van het
centrumgebied. Daarbij moet wel worden aangetekend, dat de
landschapsdoorsnijding de recreatieve aantrekkelijkheid voor wandelen en fietsen
in het buitengebied kan beperken, als daar geen compenserende landschapsbouw
tegenover staat. Bovendien zullen veel auto’s dan om Grave heen rijden en
letterlijk het aantrekkelijke centrum links laten liggen. Dit kan leiden tot verminderd
toeristisch bezoek en klantenverlies.
21
Integrale ontwikkelingsmogelijkheden voormalig Visioterrein
Hier is gekeken in hoeverre de varianten een impuls kunnen geven aan een brede
en gevarieerde ontwikkeling van het voormalige Visioterrein met verschillende
functies. Het bestaand tracé en variant N321 Noord scoren niet best vanwege het
feit dat een drukke weg het gebied blijft doorsnijden. Natuurlijk zijn er in dat geval
ontwikkelingsmogelijkheden, maar die zullen naar verwachting beperkter van
omvang zijn (monofunctioneel). Variant N321 Zuid scoort in dat opzicht al een stuk
beter. Maar ook daar is de impact beperkt vanwege de nieuwe doorsnijding van
een deel van het voormalige Visioterrein. Zeer positief zijn de twee tracés in het
buitengebied, omdat ze volop kansen bieden voor een volledige integrale en
hoogwaardige ontwikkeling van het voormalige Visioterrein.
4.2 Vestingwerken
Bij dit thema is gekeken naar de impact op de zichtbaarheid van de vestingwerken
en de kansen voor herstel van (een deel van) de vesting. Tevens is een inschatting
gemaakt van de kans dat archeologische waarden worden aangeroerd c.q.
aangetast, aan de hand van de archeologische verwachtingenkaart.
Zichtbaarheid vestingwerken
Alleen variant N321 Zuid scoort hierop positief. Dit tracé blijft dicht tegen de
zuidrand van de vesting liggen en biedt goede kansen om een belangrijk deel van
de vesting te beleven. Nadeel blijft dat dit tracé in het oosten een nieuwe
doorkruising van de vesting oplevert.
De zichtbaarheid op de vestingwerken vanaf met het bestaand tracé en variant
N321 Noord blijft slecht. De twee varianten in het buitengebied scoren neutraal.
Vanaf deze wegen is richting vesting weinig beleefbaar, maar door nieuwe fiets- en
wandelpaden op en rond het voormalige Visioterrein kan de beleving van de
vesting groter worden.
Ruimte voor herstel vestingwerken
De meeste positieve effecten op de kansen voor herstel van de vestingwerken
bieden de twee varianten door het buitengebied. Variant N321 Zuid ligt
genuanceerd, voor het westelijk deel is het positief. Maar het oostelijk deel wordt
door de nieuwe doorsnijding aantast, waardoor ruimte voor herstel van
vestingwerken verdwijnt.
Bij optimalisering van het bestaand tracé ontstaat ruimte op het gehele voormalige
Visioterrein om de resterende vestingwerken te herstellen. Bij variant N321 Noord
is dat al iets minder vanwege de nieuwe doorsnijding bij de Hampoort.
Entree Grave stad
Een goede entree vanuit oostelijke richting tot Grave stad is het beste mogelijk met
variant N321 Zuid. Dit tracé biedt zowel een goede bereikbaarheid van de stad als
de mogelijkheid tot het creëren van een historische verantwoorde en goed
functionerende toegang tot de stad. Het bestaand tracé en variant N321 Noord
hebben dit ook wel in zich, maar dan in mindere mate. Echter, komende vanuit
noordelijke richting scoren het bestaande tracé en variant N321 Noord beter,
omdat dan de aansluiting van de N324 met de Elizabethstraat behouden blijft.
De twee varianten door het landelijk gebied scoren hierop beide negatief, omdat
deze varianten niets aan de entree van Grave toevoegen.
Gerichte woningbouw ter accentuering van vestingcontouren
Alle varianten bieden goede mogelijkheden om desgewenst met gerichte
woningbouw de historische vestingcontouren te accentueren. De beste kansen
ontstaan met de tracés door het landelijk gebied. Ook een geoptimaliseerd
bestaand tracé biedt goede kansen. Variant N321 Noord al wat minder. In variant
N321 Zuid geldt dat alleen voor het westelijk deel van het voormalige Visioterrein;
in het oostelijk deel zijn de mogelijkheden ronduit negatief vanwege de aanwezige
bebouwing, water en krappe resterende ruimte.
Archeologische waarden
Alleen het bestaande tracé heeft geen of nauwelijks effect op archeologische
waarden. Alle andere varianten lopen door gebieden met middelhoge tot hoge
verwachtingswaarden en scoren dus negatief hierop. Een klein terrein ten zuiden
van Escharen is zelfs opgenomen op de gemeentelijke archeologische
monumentenkaart.
22
4.3 Landschap, natuur en water
Alle tracés zijn getoetst op hun impact op erkende waarden op het gebied van
landschap, natuur en water. Daarnaast is ook bezien of er goede kansen zijn om
met het betreffende tracé relevante kwaliteiten voor landschap, natuur en water toe
te voegen.
Kwaliteit landschap
Vooral het tracé door het Estersveld heeft een zeer negatieve impact op de
kwaliteit van het landschap, waardoor vooral het open en aaneengesloten (groene)
karakter wordt aangetast. Het tracé Escharen Zuid tast eveneens een groengebied
aan, maar is iets minder negatief voor het landschap omdat deze route deels een
bestaand tracé volgt. Variant N321 Zuid pakt negatief uit voor het vrij forse
groengebied langs de Raam. Alleen het bestaand tracé en variant N321 Noord
hebben weinig invloed op de kwaliteit van het landschap.
Voor de doorsnijding van de bestaande landschapsstructuur geldt nagenoeg
hetzelfde effect voor alle tracés.
Waterstructuur
Vanaf het Peelkanaal naar de Maas loopt de rivier de Graafse Raam meanderend
door het studiegebied. Hoewel de waterbergingscapaciteit niet wordt aangetast
doorkruisen de varianten N321 Zuid, Estersveld en Escharen Zuid wel allemaal de
Raam. Dat levert een negatieve beoordeling op. Ook variant N321 Noord is
negatief omdat het tracé daar verhindert dat voor de Hampoort een waterpartij kan
worden teruggebracht. Alleen optimalisering van het bestaand tracé heeft verder
geen effect op de waterstructuur.
Natuurwaarden
De Raam is omgeven door een belangrijke Ecologische Verbindingszone. Deze
wordt niet alleen doorkruist maar ook aangetast in de varianten N321 Zuid en de
twee landelijke varianten. Vandaar de zeer negatieve beoordeling.
Kansen om groenblauwe structuren en waarden te versterken
Nieuwe tracés door niet-stedelijk gebied hebben vrijwel altijd een negatieve impact
op landschap en vaak ook op natuur- en waterkwaliteiten. Als dat altijd het
zwaarste zou wegen, is het onmogelijk bovengronds nieuwe wegen aan te leggen.
Vandaar dat het zinnig is te bezien of en waar er eventuele relevante
mogelijkheden zijn voor toevoeging van kwaliteiten op het gebied van landschap,
natuur en water. Dit gaat dus verder dan het vraagstuk van landschappelijke
inpassing. Als ontwerpopgave bezien, zijn daar altijd mogelijkheden voor.
Variant N321 Zuid en Estersveld komen daarvoor als beste uit de bus. Variant
N321 Zuid kan de Raamvallei versterken mits de weg aan de noordkant van de
Graafse Raam blijft en de (verlengde) G.W. Lovendaalsingel blijft volgen. Het tracé
door het Estersveld biedt kansen voor ontwikkeling van natuur en recreatie vanuit
de aangrenzende woongebieden en de Graafse Raam. Het tracé Escharen Zuid
geeft weinig aanknopingspunten voor natuur- of landschapsbouw en scoort dus
negatief.
4.4 Verkeer
Uiteraard is het van belang welke impact de verschillende tracés hebben op een
aantal verkeersaspecten, naast hiervoor genoemde ruimtelijke kwaliteitsaspecten.
Omdat hier sprake zal blijven van een provinciale weg die een functie heeft voor de
regionale bereikbaarheid, zijn de doorstroming en verkeersveiligheid belangrijke
aspecten. Voor de gemeente zijn vooral lokale bereikbaarheids- en
veiligheidsaspecten van belang. Beiden komen hier aan de orde.
Doorstroming/verkeersafwikkeling
Alle varianten hebben naar verwachting een positief effect op de doorstroming van
het verkeer met een regionale bestemming. Dit zal bij het bestaande tracé uit een
optimalisatiestudie moeten blijken. Ook variant N321 Noord is positief omdat er dan
minder zijstraten zijn. Hierbij is er tevens van uitgegaan dat alle aansluitingen op de
Jan van Cuijkdijk-Vegetasscheweg en de N324 zijn geoptimaliseerd.
23
Verkeer elders
Alle varianten hebben geen noemenswaardige toename van verkeer elders tot
gevolg. De varianten N321 Zuid, Estersveld en Escharen Zuid zijn zelfs licht
positief beoordeeld omdat hierdoor afname van (sluip-)verkeer via de
Estersveldlaan-Stoofweg wordt verwacht. Dit is wel afhankelijk van de keuze tot
aansluiting van de woonomgevingen op de nieuwe provinciale weg.
Verkeersstructuur regio
Het bestaand tracé en de varianten N321 Noord en N321 Zuid hebben geen tot
weinig effect op de verkeersstructuur in de regio. Alleen variant Esterveld scoort
positief omdat deze route mogelijk aantrekkelijker wordt voor doorgaand verkeer,
vooral richting Oss. De route Escharen Zuid zal mogelijk op sommige
automobilisten onlogisch overkomen, waardoor een afname van doorgaand
verkeer kan worden verwacht.
Verkeersstructuur lokaal
De varianten hebben een neutraal tot positief effect op de lokale verkeersstructuur.
Voor de tracés met positieve effecten gelden wel wat kanttekeningen. Variant N321
Zuid heeft alleen een positief effect als er wel een aansluiting blijft van de Sint
Elisabethstraat op de N324. Zonder deze aansluiting geldt een negatief effect op
de lokale verkeersstructuur. Bij aansluiting van de wijk Estersveld en Escharen op
de nieuwe N321 ontstaan grote veranderingen in lokale verkeersstromen. Deze
kunnen de bereikbaarheid vergroten maar ook plaatselijk subjectief als negatief
worden ervaren (NIMBY-effect) en zelfs objectieve problemen geven.
Toegankelijkheid centrumgebied voor voetgangers
In alle varianten neemt de toegankelijkheid van het centrumgebied voor
voetgangers toe. Bij het bestaand tracé wordt wel uitgegaan van optimalisering van
de oversteekbaarheid voor voetgangers.
Mogelijkheid tot aanleg 90 parkeerplaatsen op het voormalige Visioterrein
Binnen alle varianten worden de kansen daarvoor als positief beoordeeld. Daarbij
is wel uitgegaan van behoud van de aansluiting N321/N324.
Conflict verkeers-verblijfsfunctie/verblijfsgebied
Bij de varianten N321 Zuid, Estersveld en Escharen Zuid verminderen de conflicten
tussen verkeer en verblijfsgebied het meest, vandaar de positieve beoordeling. Het
bestaand tracé en variant N321 Noord veranderen hier weinig aan en scoren dus
neutraal.
Veiligheid fietsverkeer bij Grave stad
De drie zuidelijkste varianten hebben allemaal een positief effect op de veiligheid
van het fietsverkeer bij Grave stad, omdat een groot deel van het autoverkeer daar
niet meer komt. Bij het bestaand tracé en variant N321 Noord is uitgegaan van het
aanleggen van een vrijliggend fietspad, als onderdeel van de optimalisatie.
Optimaliseren verkeersveiligheid
Alle varianten bieden daartoe kansen. Uitgangspunt voor nieuwe wegen is
toepassing van de richtlijnen van Duurzaam Veilig. Het bestaand tracé kan alleen
worden geoptimaliseerd en scoort daarom iets minder goed dan de andere
varianten.
4.5 Milieu
Aan de hand van bestaande meetgegevens (o.a. beschikbaar via de digitale Atlas
Leefomgeving) zijn de belangrijkste milieuaspecten van verkeersinfrastructuur
nagelopen: geluid, luchtkwaliteit en gevaar door vervoer gevaarlijke stoffen.
Geluid
Het verkeer op het bestaand tracé geeft geluidhinder die tot in een deel van Grave
centrum reikt. Het geluid van de N321 legt beperkingen op aan eventuele
woningbouwontwikkelingen op het voormalige Visioterrein, zie bijlage 8 “Kaart
Geluid N321”.
Variant N321 Noord geeft iets minder geluidhinder naar de bestaande bebouwing,
maar veroorzaakt een grotere beperking voor eventuele woningbouw op het
voormalige Visioterrein, vandaar ook een negatieve score.
24
Variant N321 Zuid geeft aan de oostkant geluidhinder, beperkt eventuele
woningbouw op het voormalige Visioterrein en verstoort het rustige en recreatieve
karakter van het Raamgebied. Dat verklaart de eveneens negatieve score.
Bij de varianten Estersveld en Escharen Zuid liggen de tracés ongeveer 100m
vanaf de eerste woonbebouwing. Mogelijk dat er bij genoemde varianten
aanvullende geluidwerende voorzieningen nodig zijn. Voordeel is wel dat de
geluidhinder in Grave centrum fors zal afnemen.
Dit aspect zal in 2030 minder negatief scoren en meewegen in totaal-
beoordelingen, omdat dan elektrisch rijden (personenauto’s en op termijn ook
vrachtwagens) zal overheersen. Enige geluidhinder blijft naar verwachting
aanwezig door contactgeluid van de banden met de weg, vooral bij hogere
snelheden.
Trillingen
Overlast door trillingen door het wegverkeer is een klacht van omwonenden van de
N321. Over de situatie in Grave zijn geen meetgegevens bekend.
Trillinghinder komt vooral voor in gebouwen dichtbij een weg met een oneffen
wegdek waarop zware vrachtwagens met relatief hoge snelheid rijden. De
wegoneffenheden kunnen enkel lokaal op de weg aanwezig zijn, zoals in het geval
van verkeersplateaus of -drempels, of over de hele weg, wanneer het wegdek in
slechte staat is.
In Nederland bestaat tot op heden geen wetgeving voor het voorkomen van hinder
of schade door trillingen. Wel worden er vaak richtlijnen gebruikt. Daarin staan
grens- en streefwaarden voor maximaal optredende trillingsniveaus en gemiddelde
trillingsniveaus voor verschillende gebouwfuncties (wonen, onderwijs en
dergelijke).
Op grond van bovenstaande mag worden aangenomen dat alle nieuwe tracés
volgens de eisen worden aangelegd en minimale trillinghinder opleveren voor
omliggende bebouwing. Bovendien ligt de bebouwing vrij ver van deze tracés
vandaan. Bij de eventuele aanleg van variant N321 Zuid behoeft dit aspect wel
aandacht.
Het bestaand tracé en variant N321 Noord zijn vooralsnog licht negatief beoordeeld
op basis van ingediende bewonersklachten. Na optimalisering met een strak effen
wegdek zonder verkeersdrempels, zal naar verwachting de trillinghinder afnemen.
Luchtkwaliteit
Stikstofdioxide (NO2) is een gas dat in Nederland voor het grootste gedeelte door
het autoverkeer wordt geproduceerd. Het is daarom een belangrijke indicator voor
de luchtverontreiniging door verkeer. Kaart NOx (bijlage 9) toont dat de uitstoot
vanaf de N321 overal binnen de grenswaarden blijft. Dat geldt ook voor de uitstoot
van fijnstof vanaf de N321, die gemeten wordt met de z.g. PM10-waarde. Met het
gemeengoed worden van elektrisch rijden zullen deze aspecten in de toekomst
verder aan belang inboeten. Vandaar dat deze verder niet in het beoordelings-
schema zijn opgenomen.
Vervoer gevaarlijke stoffen
Het zogenaamde Basisnet voor vervoer van gevaarlijke stoffen loopt niet door de
gemeente Grave. Daarom is dit punt verder niet in beschouwing genomen.
4.6 Randvoorwaarden
Als belangrijke randvoorwaarden zijn de verwachte technische en planologische
haalbaarheid in beschouwing genomen. Afgesloten wordt met een inschatting
vanuit de Studiekamer van het verwachte maatschappelijke en politieke draagvlak
voor de verschillende varianten.
Technische haalbaarheid
Optimalisering van het bestaand tracé is technisch het meest eenvoudig van alle
varianten. Ook de varianten Estersveld en Escharen Zuid zijn technisch goed
uitvoerbaar. Variant N321 Noord scoort hierop zeer negatief vanwege de
diepteligging ter hoogte van de Hampoort en de (waarschijnlijk te) korte afstand tot
het kruispunt N321/N324. Hiernaar zou nader onderzoek uitgevoerd kunnen
worden. Variant N321 Zuid scoort hierop negatief omdat de momenteel getekende
aansluiting (in de vorm van een rotonde) op de Jan van Cuijkdijk op de primaire
waterkering valt.
25
Planologische haalbaarheid
Het bestaand tracé optimaliseren en variant N321 Noord geven naar verwachting
planologisch weinig problemen. Dat geldt ook voor het oostelijk deel van variant
N321 Zuid, maar niet voor het westelijk deel, vanwege het aantasten van de
Ecologische Verbindingszone. De varianten Estersveld en Escharen Zuid leveren
vanuit natuur, landschap, water en milieu stevige planologische obstakels op, wat
resulteert een zeer negatieve beoordeling.
Draagvlak lokaal, maatschappelijk en politiek
De verwachting is dat een deel van de inwoners en de lokale politiek inziet dat
optimalisatie van het bestaand tracé misschien voorlopig het meest haalbare is, en
licht positief is over de optimaliserings-maatregelen, zoals verbetering van de
oversteekbaarheid. De direct omwonenden en sommige bestuurders/raadsleden
kunnen negatief zijn, omdat de directe hinder (geluid en trillingen) niet meteen
vermindert.
Variant N321 Noord wordt naar verwachting met de nodige scepsis en weinig
enthousiasme ontvangen, omdat het voor de vesting en direct omwonenden op
korte termijn niet veel winst biedt.
Variant N321 Zuid kan mogelijk op de meest positieve ontvangst rekenen bij
bevolking en politiek, hoewel bij bevolking nog enige weerstand is te verwachten
vanwege aantasting van de historische vestingcontour en ecologische
verbindingszone.
De landelijke varianten kunnen waarschijnlijk op weinig steun rekenen van zowel
bewoners als politiek, vanwege de landschappelijke impact en milieuaspecten.
Politiek draagvlak regionaal
De provincie geeft aan dat momenteel geen verkeerskundige nut en noodzaak is
aangetoond en ziet daarmee geen noodzaak tot grote investeringen in alternatieve
tracés.
26
5. Conclusies
De eerste conclusie van deze quick-scan is dat eigenlijk de beste oplossing niet
bestaat. Geen van de tracés kan alle belangen op een goede manier verenigen.
Ieder tracé heeft zo zijn eigen positieve en negatieve kanten.
Het is het aan de politiek om met belanghebbenden te bepalen wat het zwaarste
moet wegen. Is dat behoud van landschappelijke en natuurwaarden? Dan vallen de
zuidelijke varianten af, accepteer dan de huidige barrièrewerking en ga voor
optimalisering van het bestaand tracé.
Andersom, staat het herstel van de historische vestingcontouren voorop, kies dan
voor de route door het Estersveld, zorg voor een goede landschappelijke inpassing
en probeer op geschikte plaatsen natuur- en landschap een impuls te geven voor
bewoners, bezoekers, flora en fauna.
De analyse biedt interessante aanknopingspunten voor het transparant waarderen
van belangen en een diepgaander discussie over de gewenste keuze. Daar doet
deze quick-scan geen uitspraak over.
Uit de quick-scan vallen voorts de volgende hoofdzaken op:
De varianten Estersveld en Escharen Zuid hebben grote negatieve impact
op landschap, natuur, water en milieu. Hier staan beperkte kansen
tegenover om deze te verbeteren, waardoor aanleg en inpassing van
deze tracés kostbare opties zijn.
De variant N321 Noord voegt vrij weinig toe aan de variant Bestaand tracé,
terwijl daar wel enkele negatieve aspecten tegenover staan.
Ook variant N321 Zuid heeft negatieve aspecten, zoals kruising van de
Graafse Raam, aantasting van de ecologische verbindingszone en
doorsnijding van de originele vestingcontouren.
Wat betreft de milieueffecten is vooral geluidhinder een probleem bij alle
tracévarianten. De luchtverontreiniging (N02 en PM10 fijnstof) blijft overal
onder de grenswaarden. Belangrijke mobiliteitstrends (zoals elektrisch
rijden) in ogenschouw nemend, zullen in 2030 de milieueffecten
aanzienlijk zijn verminderd en op nog langere termijn een ondergeschikt
punt van afweging zijn.
Vanuit het ruimtelijke opgave voor herstel van de vesting zouden bij
verdere plan- en gebiedsontwikkeling twee opties in beeld komen om
integraal uit te werken: optimalisering bestaand tracé en een nieuw te
ontwerpen variant N321 Zuid, zonder wezenlijke aantasting van de
vestingcontouren en met respect voor de aanwezige natuur-, water- en
landschapswaarden.
27