Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend...

36
Studentenbrochure VE Sp – afdeling Ninove

Transcript of Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend...

Page 1: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 1

Hier komt titel van persbericht

Studentenbrochure VE Sp – afdeling Ninove

Page 2: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 2

Verwelkoming Met deze brochure willen we je graag welkom heten op de Sp - afdeling van het OLV Ziekenhuis campus Ninove en je reeds wegwijs maken op onze verpleegafdeling. Het geeft je ook een idee over wie wij zijn, wat wij doen en wat je allemaal bij ons kan inoefenen. De hoofdverpleegkundige, stagementoren en het ganse team staan je graag bij met raad en daad. Stel gerust vragen. Wij wensen je een leerrijke en boeiende stage toe. Namens de ganse equipe

Page 3: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 3

Voorstelling van de revalidatiedienst Architectuur

Situering binnen het ziekenhuis (zie bijlage 1). De Sp dienst bevindt zich op de eerste verdieping van het MCN. De afdeling telt 30 bedden. Er zijn 10 tweepersoonskamers en 10 éénpersoonskamers.

Personeel

Internist-geriaters

Dr. Souffriau ( hoofd – geneesheer ) Dr. De Poot Dr. Coens Dr. Fabri Dr. Monsieur Revalidatie artsen Dr. Vermeersch Dr. Defrancq Dr. Van Rie Dr. Parijs Hoofdverpleegkundige De Wolf Kim

Page 4: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 4

Stagementoren: Vera De Mont Kim De wolf Virginie Gossye Katrijn Cobbaert Ilse boulangier + volledige team Referentieverpleegkundigen: Ziekenhuishygiëne: Nancy De Decker / Kim De Wolf Decubitus en wondzorg: Rita Van Isterdael / Kim De Wolf Diabetes: Hilde Celis / Kim De Wolf Apotheek en Magazijn: Hilde Celis / Cobbaert Katrijn Hef- en Tilbeleid: Bart Moerenhout Vera De Mont Palliatieve zorgen: Mia Van Cauwelaert Angie Van Rossen Ergotherapeute: Sabine Schouppe Kinesitherapeuten: Bart Moerenhout en Marc Eeman Sociale dienst / Ontslagmanager: Jana Van Der Elst

Page 5: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 5

Doelstelling Sp dienst

De Sp dienst is een gespecialiseerde dienst voor zorg en revalidatie van opgenomen patiënten. De patiënten komen van de diensten geriatrie, orthopedie (na heup –of knie operatie, schouderfractuur, amputatie…), neurologie (na CVA, TIA,…), cardiologie (na CABG, aorta e/o mitralisklep vervanging, algemeen hartlijden,…), pneumologie (COPD, pneumonie,…) en in mindere mate van andere diensten. Deze patiënten behoeven een revalidatie en reactivering, medische behandeling en verpleegkundige zorg. Ze hebben nood aan een actieve, verlengde maar in tijd beperkte opvang. Extra aandacht besteden we aan een actieve behandeling en een intensieve revalidatie om de patiënt zo zelfredzaam mogelijk te maken met als doel: de terugkeer van de patiënt naar huis. Multidisciplinair werken is dus noodzakelijk (geriater, fysiotherapeut, verpleegkundigen, zorgkundigen, ergotherapeut, kinesitherapeut, sociaal verpleegkundige, logopediste, psychologe…) door positief gebruik te maken van de overlappingen van de verschillende disciplines werken we samen aan één doel: optimale kwaliteitszorg bieden. Specifieke competenties van een verpleegkundige op een revalidatie dienst Het kunnen verlenen van een globale verpleegkundige verzorging en het uitvoeren van alle technisch-verpleegkundige prestaties van toepassing op een revalidatie afdeling. Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis en werken volgens procedures, ADL… Specifieke aandacht en initiatiefname om de zelfredzaamheid van de patiënt te stimuleren Kunnen werken binnen een multidisciplinair team.

Page 6: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 6

Aantal specifieke aandachtspunten:

Een revaliderende benadering. Een comfortabele positionering van de patiënt Vermijden van bedlegerigheid, decubituspreventie, wondzorg. Evaluatie van functionele mogelijkheden, belang van revalidatie en

ADL. Blaaskatheterisatie / controle faecale impactie Hulp bij de maaltijden, sondevoeding. Acute verwardheid versus dementie, valproblematiek bij bejaarden,

depressie bij bejaarden Multidisciplinaire aanpak, familiebegeleiding, ontslagplanning en

contacten met de thuiszorg Begeleiding van de patiënt Informatie geven ivm onderzoeken, resultaten van onderzoeken,

opgestarte medicatie, voeding, stimuleren tot zelfzorg en activeren van patiënten…

Observatie en rapportage (mondelinge en schriftelijke rapportering). Voorbeelden zijn: voeding, stoelgang, urine, continentie, decubitus, parameters, spraak, slikvermogen, psychische aspecten, mobiliteit, evenwicht.

Page 7: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 7

Dagoverzicht en taken De verzorging gebeurt in drie groepen: Groep 1: kamers 900-904 Groep 2: kamers 905-908 en 916-919 Groep 3: kamers 909-915 Ieder is verantwoordelijk voor het totale zorgenpakket: hygiënische zorgen, bedopschik, orde op kamers, wondverzorging, catheterzorg, invullen van parameters en verpleegplannen. Dagindeling 07u00 Overdracht aan de 4 vroegdiensten door nachtdienst. Nachtverslag + belangrijke mededelingen van de avonddienst vorige dag. 07u15 Twee verpleegkundigen geven medicatie, 1 persoon doet een incontinentietoer met Sabine, 1 persoon zet het ontbijt klaar en start met opdienen. 08u00 tot 08u30 overdracht 08u30 afdienen (ieder de kant waar zij verzorgen) 08u45 start verzorging – 6 pers, aan elke kant 2 pers voor 10 patiënten dinsdag en donderdag neemt men de bloeddruk bij alle patiënten. eerst patiënten afwerken die zelfzorg of gedeeltelijke hulp krijgen. op woensdag patiënt wegen tijdens verzorging. Iedere dag patiënten vervoeren naar kiné. Patiëntendossier invullen direct na verzorging met KWS. Bedden worden opgemaakt indien bevuild dagelijks.

Page 8: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 8

Bedden klaarzetten voor opnames, water en beker, zakdoekjes + vuilzakje Bij opname Gaat de verantwoordelijke verpleegkundige langs om de patiënt welkom te heten en water aan te bieden. Infobrochure geven, patiëntenidentificatie… en kledij in de kast leggen. De anamnese wordt afgenomen door de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijk verpleegkundige samen met het in orde maken van het dossier en het wegleggen van de medicatie. Soep en water ronddelen na verzorging 12u00 to 13u30 Opdienen, eten geven en patiënten in bed helpen. 13u30

o namiddagoverdracht: 30 minuten o 1 personeelslid permanentie: bureau

14u

o namiddagverzorging o indien opnames : EKG en nutritionele screening (tenzij patiënten van

geriatrie enkel EKG nemen) o bij de opnames die vrijdag toekomen EKG en nutritionele screening op

maandag o koffie bedeling

15u30

o wegleggen van medicatie 16u

o Aa overdracht naar Ac o Ga start medicatie bedeling o klaarzetten van het avondmaal

Page 9: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 9

16u30

o opdienen van het avondmaal 17u

o opdienen loop ten einde, eten geven 17u15

o afdienen van de avondmaaltijd o patiënten eventueel omkleden o patiënten die in bed willen (inleggen) o patiënt naar toilet laten gaan

19u

o 1 verpleegkundige medicatietoer, fiches invullen, telefoons o 2 personen = patiënten naar toilet laten gaan, in bed leggen o glycemie controle

21u15

o overdracht naar de Na’s o overlopen van patiënten (nuchter, onderzoeken, insuline 22uur…)

Page 10: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 10

Weekindeling Alle weekdagen is er kinesitherapie en ergotherapie.

Uurroosters: verpleging en verzorgenden V 7u-

15u30 A 13u-21u30

V6

7u-13u A4

G 8u-17u N G4

8u-12u

Uurroosters studenten De eerste dag starten jullie om 08:30 Volgende dagen worden besproken samen met de hoofdverpleegkundige.

Enkele specifieke gebeurtenissen per dag: Maandag Opname dag (voormiddag) en artsentoer (namiddag) Dinsdag Valpreventie / reva – parcours (namiddag) Woensdag Alle patiënten worden gewogen Opnamedag / artsen toeren (voormiddag) Donderdag Taart en koffie in dagzaal (namiddag) Vrijdag Opnamedag (voormiddag) Multidisciplinaire vergadering + artsen toer (namiddag)

Page 11: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 11

Meest voorkomende onderzoeken Daar er geen acute opnames gebeuren worden er minder onderzoeken uitgevoerd in vergelijking met acute diensten in het ziekenhuis. De meest voorkomende onderzoeken zijn: Rx: thorax f/p, abdomen l/s, LWZ, DWZ, bekken, heup, botdensitometrie(BMC) CT: schedel, abdomen, thorax Echo: abdomen, nieren, lever, blaas, halsvaten, onderste ledematen Labo: bloed, urine, faeces, sputum, etter, MRSA screening,… Endoscopie: gastroscopie / colonscopie ECG: electro cardio gram … Wanneer je interesse hebt om een onderzoek bij te wonen kan dat na overleg met de hoofdverpleegkundige georganiseerd worden.

Niet Nuchter Nuchter Meeste RX en CT Labo ECG RX maag duodenum EMG Echo abdomen, nieren, blaas Consultaties andere disciplines

CT hersenen met contraststof

ORL – oogarts – orthopedie gastroscopie Chirurgie – urologie Operaties: afh. van soort ingreep

Page 12: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 12

Technisch-verpleegkundige prestaties en activiteiten op de Sp-dienst & Behandelingen Ademhalingsstelsel

o aërosol o zuurstoftoediening via zuurstofbril of via masker o aspiratie bovenste luchtwegen

Bloedsomloopstelsel

o bloedafname capillair en veneus o voorbereiding, toedienen van en toezicht op iv-perfusies en transfusies o bloeddrukmeting o aanbrengen van verbanden en kousen ter voorkoming en/of behandeling

van veneuze aandoeningen Spijsverteringsstelsel

o verwijderen van faecalomen o lavement o maagsonde: plaatsen, actieve en passieve drainage

Urogenitaalstelsel

o vaginale spoeling o blaaskatheterisatie: eenmalig, verblijfssonde o blaasinstillatie

Huid en zintuigen

o voorbereiding, uitvoering van en toezicht op aseptische en antiseptische wondverzorging

o de verzorging van stomati, wonden met wieken en drains o voorbereiding, uitvoering en toezicht op verwijderen van cutaan

hechtingsmateriaal, cutane wieken en drains en cutane katheters

Page 13: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 13

Metabolisme

o vochtbalans Medicamenteuze toedieningen

o toedienen van medicatie oraal, rectaal, vaginaal, iv, im, sc,via de luchtwegen, oogindruppeling, oorindruppeling

Voedsel en vochttoediening

o enterale voedsel en vochttoediening o parenterale voeding

Mobiliteit

o de patiënt in een functionele houding brengen met technische hulpmiddelen en het toezicht erop

o gebruik van aktieve en passieve tillift o Wisselhouding, oefenen transfers, in en uit bed komen van patiënten,

mobiliseren met looprek… Hygiëne

o specifieke hygiënische zorgen als voorbereiding op een onderzoek of behandeling hygiënische zorgen bij patiënten met ADL-dysfunctie

Fysische beveiliging

o maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: fixatiemiddelen (verpleegdeken, zweedse gordel,…), isolatie, beveiliging, toezicht

o maatregelen ter preventie van infecties o maatregelen ter preventie van decubitusletsels

Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose

o nemen van parameters, nutritionele screening o staalafname en collectie van secreten en excreten o bloedafname door veneuze en capillaire punctie

Page 14: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 14

Administratief

o Bestellingen apotheek o Correct noteren in het Verpleegdossier o MZG

Verwachtingen We verwachten van jou als student dat je een lerende houding aanneemt en interesse toont voor de revalidatiepatiënt. Initiatief nemen zal altijd geapprecieerd worden. Vraag ook om feedback. Leer empatisch omgaan met de patiënten. We verwachten dat je bij het begin van de stageperiode in samenspraak met de andere studenten en hoofdverpleegkundige een uurregeling opmaakt. De eerste dag kan je starten om 08:30u. Andere dagen te starten om 08:00u. of zoals besproken met de hoofdverpleegkundige. Graag op maandag en vrijdag 1 student die tot 17:00 u aanwezig is op de afdeling. Pauzeren in de personeelskeuken kan, bij meerdere studenten wel op verschillende tijdstippen zodat er een continuïteit is van studenten op de gang zelf. In geval van ziekte is de afdeling te bereiken op het telefoonnummer: 054 31 21 04. Eigen leerproces in handen nemen, afhankelijk van de doelstellingen Stageformulieren aanbieden Feedback vragen Eigen initiatief nemen voor het aanleren van technieken Verantwoordelijkheidsgevoel aansterken 1ste jaarsstudenten Organisatie van de afdeling leren kennen Omgang met patiënten Aangeleerde technieken correct uitvoeren

2e jaarsstudenten Idem 1ste jaarsstudent De nieuwe verworven technieken eigen maken met oog voor de totaalzorg van de patiënt

Page 15: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 15

3e jaarsstudenten Idem Volledige integratie in het afdelingsgebeuren (eventueel avond en nachtdienst)

Evaluatie van de studenten Er zijn drie manieren van evalueren die worden hier toegepast.

1. De dag dagelijkse evaluatie 2. De tussentijdse evaluatie 3. De eindevaluatie

De verpleegkundige waar de student mee samenwerkt zal dagelijks feedback geven. Zo weet de student wat hij/zij goed doet en waar hij/zij nog aan moet werken. Het omgaan met deze feedback kan heel belangrijk zijn voor de eindevaluatie. De hoofdverpleegkundige en de stagebegeleid(st)er krijgen ook inlichtingen van deze verpleegkundige omtrent het functioneren van de student, dit zowel in positieve als in negatieve zin. Zij heeft immers het beste zicht op het leerproces van de student. Door die informatie zal de eindbeoordeling correcter zijn. De eindevaluatie gebeurt door de stagebegeleid(st)er / hoofdverpleegkundige aan de hand van het stagebegeleidingsformulier. Bij deze evaluatie zijn ook de stageleerkracht en de student zelf aanwezig.

Page 16: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 16

Page 17: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 17

Bijlagen algemene nuttige informatie

1. Veel voorkomende medicatie cardiovasculaire medicatie:

o bv. Lanoxine®, Lanitop®, Diafusor®, Coruno®, Cordarone® antihypertensiva = bloeddrukverlagende medicatie:

o bv. Amlor®, Capoten®, Adalat®, Coversyl®, Emconcor®, Sotalex®

diuretica = vochtafdrijvende medicatie: o bv. Lasix®, Aldactone®, Burinex®

anticoagulantia = bloedverdunnende medicatie: o bv. Marcoumar®, Marevan®, Sintrom®

maag- en darmmedicatie: o bv. Zantac®, Zurcale®, Losec®

anti-emitica = medicatie tegen braken: o bv. Primperan®, Motilium®, Litican®

laxativa = medicatie tegen obstipatie: o bv. Forlax®, Bifiteral®, osfaatlavement®

antidiarreica = medicatie tegen diarree: o bv. Enterol®, Immodium®, Laudanum®

analgetica en anti-inflammatica = pijnstillende, koorts- en ontstekingswerende medicatie:

o bv. Dafalgan®, Tradonal®, Durogesic®, MS Direct®, MS Contin®, Transtec®

Hypnotica, sedativa en anxiolytica = slaap en kalmeermedicatie, medicatie tegen angst:

o bv. Loramet®, Temesta®, Lexotan®, Valium®, Xanax®, Stilnoct®

neuroleptica = antipsychotica o bv. Haldol®, Risperdal®

antiparkinson medicatie: o bv. Prolopa®, Permax®

anti-epileptica: o bv. Diphantoïne®, Depakine®

schildkliermedicatie: o bv. Euthyrox®, L-thyrone®

Page 18: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 18

antidiabetica: o bv. Glucophage®, Glurenorm®, Minidiab®, Daonil®, Actrapid®,

Mixtard®, Novorapid® luchtwegmedicatie:

o bv. Combivent®, Duovent®, Euphylline®, Pulmicort®, Lomudal®, Mistabron®, Acedicone®, Rhinatiol®, Surbronc®

antibiotica: o bv. Augmentin®, Avelox®, Penicilline®, Floxapen®, Rocephine®,

Tazocin®, Bactrim®, Ciproxine®, Diflucan® calciumpreparaten:

o bv. Calcit vit D3®, Fosamax®

2. Verklaring van veel gebruikt vakjargon en afkortingen

DAT: Daling Algemene Toestand VKF: VoorKamerFibrillatie COPD: verzamelnaam voor chronische irreversibele diffuse vernauwingen

van de luchtwegen (Chronical Obstructive Pulmonary Dissease) CVA: CerebroVasculair Accident TIA: niet- invaliderende, voorbijgaande belemmering van de

bloedtoevoer van de hersenen THP: Totale HeupProthese TKP: Totale KnieProthese AAA: Aneurysma Aorta Abdominalis WH: WisselHouding # : fractuur AHT: Arteriële HyperTensie Blss: BlaasSonde GSS: GastromieSonde SPS: Supra Pubische Sonde

CVK: Centraal Veneuze Katheter ADL : Activiteiten Dagelijks Leven MMSE: Mini Mental State Examination HK: HemoCulturen DAV: Droog Aseptisch Verband

Page 19: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 19

3. Bijlage (informatief) TKP (= totale knie prothese) De knie Een kniegewricht bestaat uit 3 delen die met elkaar in verbinding staan: Het dijbeen of femur Het scheenbeen of tibia De knieschijf of patella Alle oppervlakken van deze beenderen zijn met een laag kraakbeen bedektdie ervoor zorgt dat het gewricht soepel beweegt. De schokken tijdens vb: het lopen worden opgevangen door de meniscus. De botstructuren worden door gewrichtsbanden met elkaar verbonden. Door o.a. het verouderingsproces wordt de kraakbeenlaag steeds dunner waardoor het bot gaat slijten en beschadigd wordt. Hierdoor beweegt het gewricht steeds minder soepel en geeft dit pijnklachten. Er kan door een orthopedist besloten worden het gewricht te vervangen door een totale knieprothese. Bij deze operatie worden de versleten uiteinden van het dijbeen en scheenbeen vervangen door metalen prothesedelen. Deze twee metalen componenten worden door botcement aan het bot bevestigd, ertussen wordt een polyethyleen component geplaatst. Dit is een dikke laag duurzaam plastiek dat in dikte kan aangepast worden om een perfecte stabiliteit en beweeglijkheid van de knie te bewerkstelligen. De operatie duurt ongeveer een anderhalf uur. Meer info cfr. Intranet / verpleegkundig / ortho-traumato

Page 20: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 20

THP (= totale heup prothese) De heup De heup is een belangrijk gewricht in ons lichaam. Ze bestaat uit 2 delen: de heupkop en de heuppan. Beide delen zijn bedekt met een laag kraakbeen dat ons toelaat het gewricht soepel te bewegen in alle richtingen. Een heupprothese vervangt het heupgewricht om achteraf op een zo normaal mogelijke manier de dagelijkse activiteiten weer te kunnen opnemen. Er zijn verschillende soorten prothesen:

Gecementeerd Niet-gecementeerd Oppervlakte prothese/resurfacing ( = botsparende operatie, bij mensen<

dan 50J)

de orthopedist bespreekt dit met de patiënt welke prothese de meest ideale is. De operatie duurt ongeveer een uur. Meer info cfr. Intranet / verpleegkundig / ortho-traumato

CVA (= cerebro vasculair accident) Een beroerte is voor de hersenen wat een hartinfarct is voor het hart. De medische benaming voor een beroerte is Cerebro Vasculair Accident, meestal afgekort met CVA. Letterlijk betekent dit "ongeluk in de bloedvaten van de hersenen". Ongeveer 75% van de beroertes ontstaan door zuurstoftekort doordat een slagader of een ader verstopt raakt. Wanneer dit gebeurt begint een stukje van het hersenweefsel af te sterven. Men spreekt in dit geval ook van een herseninfarct. Een van de meest voorkomende vormen van beroerten is de trombose. Daarbij wordt meestal vet en kalk afgezet in de wand van een slagader, tot deze volledig verstopt is. Een andere vorm van beroerten wordt veroorzaakt door een zogenaamd embool. Dit betekent dat vanuit het hart of de grote

Page 21: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 21

bloedvaten zoals de aorta of de halsslagaders een brokje met bloedplaatjes, vet en/of kalk loskomt en gaat vastzitten in een bloedvat dat naar de hersenen gaat. In ong. 20% van de gevallen wordt een beroerte veroorzaakt door een bloeding in de hersenen zelf. Een hersenbloeding wordt veroorzaakt door een scheur van een hersenbloedvat met bloedingen in het weefsel dat de hersenen bedekt (de zogenaamde subarachnoïdale bloeding) of in het hersenweefsel zelf (de zogenaamde intra-cerebrale bloeding). De meest frequente oorzaak van een dergelijke subarachnoïdale bloeding is een aneurysma, een verbreding van een bloedvat. De meest fequente oorzaak van een intra-cerebrale bloeding is een verhoogde bloeddruk (hypertensie). De gevolgen worden bepaald door de plaats in de hersenen waar een beroerte zich voordoet. In elk deel van de hersenen bevindt zich een ander "regelcentrum" voor bepaalde lichaamsfuncties, emoties en gevoelens. Naast lichamelijke gevolgen zoals éénzijdige verlammingen, is er vaak sprake van "minder zichtbare" gevolgen, zoals gedeeltelijke blindheid, vergeetachtigheid, spraakstoornissen, depressiviteit en gedragsveranderingen. De revalidatie na een beroerte kan weken en soms maanden duren en niet altijd treedt een volledig herstel op. Daarom vergt de behandeling en de aanvaarding van een definitieve lichamelijke handicap erg veel van patiënt en familie. Daarom is het nodig om beroep te kunnen doen op de kinesitherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten, maatschappelijk werksters, verple(e)g(st)ers en artsen van de verschillende betrokken afdelingen.

TIA ( = transiënt ischemisch attack ) Een transiënt ischemisch attack (TIA) is een voorbijgaande periode van lokale neurologische uitval, die enkele minuten tot enkele uren kan duren. Het is een niet-invaliderende, voorbijgaande ischemie (zonder zuurstof) van (een gedeelte van) de hersenen. Het is niet mogelijk om het onderscheid te maken tussen een beroerte en een transiënt ischemisch attack op het ogenblik waarop de symptomen zich presenteren. Indien echter de neurologische toestand zich volledig herstelt binnen de vierentwintig uren, dan spreekt men van een transiënt ischemisch attack. De meeste T.I.A.´s duren minder dan 15 minuten.

Page 22: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 22

Een transiënt ischemisch attack is een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van een beroerte.

MRSA MRSA staat voor methicilline resistente Staphylococcus aureus. Op deze afdeling zal je regelmatig geconfronteerd worden met een patiënt waar bijkomende isolatiemaatregelen worden toegepast vanwege kolonisatie (=dragerschap) of een infectie met een besmettelijk micro-organisme (bv. MRSA, Clostridium difficile). De kamerdeur van dergelijke patiënt wordt gekenmerkt door een gele isolatiesticker waarop verschillende icoontjes vermeld staan met een aantal ‘extra te nemen maatregelen’, alsook door een karretje met handalcohol en persoonlijke beschermingsmiddelen zoals handschoenen, schorten en ev. maskers. Ook wordt extra aandacht gevraagd voor het toepassen van een correcte handhygiëne. MRSA is de afkorting voor methicilline (M) resistente (R) Staphylococcus (S) aureus (A). Deze bacterie veroorzaakt geen ernstigere infecties dan de gewone Staphylococcus aureus, maar is niet meer gevoelig (= resistent) aan de klassieke antibiotica. MRSA kan bij mensen ‘ongemerkt’ leven, voornamelijk op de huid of in de neus (= kolonisatie / dragerschap). Enkel in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij mensen met een open wonde, kan deze bacterie een infectie veroorzaken (bv. wondinfectie). Ook de (geriatrische) patiënt is, vanwege zijn vaak complexe pathologie, een patiënt met een verhoogd risico. Geriatrische patiënten die opgenomen worden vanuit een rust- en verzorgingstehuis of bejaardentehuis, alsook gekende MRSA-patiënten, worden dan ook bij opname (opnieuw) gescreend.

Patiëntenkamers van patiënten die gekoloniseerd of geïnfecteerd zijn met dergelijk micro-organisme zijn géén verboden terrein. Het instellen van bijkomende isolatiemaatregelen (éénpersoonskamer, dragen van schort en handschoenen, …) wordt vaak door de patiënten als ‘bedreigend’ ervaren. Wees hierop zeer attent en doe deze patiënten eens een plezier met een extra bezoek of deugddoende babbel.

Page 23: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 23

Dementie

Dementie is een ziekte met cognitieve, gedragsmatige, affectieve en functionele symptomen. Criteria van het dementiesyndroom

De typische cognitieve tekorten:

1. stoornissen in het geheugen, waarneembare tekortkomingen in het korte- en langetermijngeheugen zijn typerend. De patiënt heeft moeilijkheden om nieuwe informatie aan te leren en om zich gegevens te herinneren die hij vroeger wel kende.

2. bijkomende essentiële cognitieve stoornissen: afasie: stoornissen in het gebruiken en begrijpen van taal apraxie: stoornissen in het doelgericht handelen zonder

bewegingsbeperkingen agnosie: problemen bij het herkennen/ identificeren van objecten uitvoerende stoornissen: moeilijkheden bij het maken van plannen,

het organiseren,… 3. bijkomende, maar niet-essentiële symptomen:

gedragsmatig: dwaal- of vluchtgedrag, fysieke agressie, rusteloosheid,…

affectieve: bij een dementiesyndroom komen in 10-40% van de patiënten verschijnselen van een depressie voor, variërend van een depressie in engere zin tot een beeld van een wisselende stemmingsdaling.

Functionele: de zelfredzaamheid gaat progressief afnemen met toenemende slordigheid, ADL- dysfuncties, decorumverlies, omkering van het bioritme, beperking van voedselinname,…

Voorbeelden van dementieziekten Ziekte van Alzheimer Vasculaire dementie Dementie bij ziekte van Parkinson en Huntington

Page 24: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 24

Dementie en revalidatie

Revalidatie bij dementerenden wordt anders omschreven dan gewoonlijk. Het is een poging om patiënten op een zo hoog mogelijk peil te laten functioneren, rekening houdend met de door het aftakelingsproces gestelde beperkingen. ADL- training: hier wordt er gestreefd naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid door het oefenen van de handelingen zelf en door het nemen van ergonomische maatregelen waardoor men de handeling optimaliseert. Meestal worden deze patiënten begeleid door de ergotherapeut. R.O.T.- training (realiteit en oriëntatie training) beoogt het mentale achteruitgangsproces tegen te gaan door het regelmatig aanbieden van dezelfde basisinformatie (plaats, tijd, benoemen van objecten, recente gebeurtenissen) en het herhaaldelijk appèl doen op deze informatie. Omgang met dementerenden. Een pasklaar antwoord op de vraag ‘hoe omgaan met dementerenden?’ is moeilijk te geven. Respect en geduld staan centraal. In het contact met dementerenden zijn enkele aandachtspunten belangrijk, zoals lichamelijk contact, de noodzaak tot communicatie, herstel van decorum, respect voor de privacy en aandacht voor lichamelijke gezondheidstoestand en verzorging. Het heeft geen enkele zin een demente oudere direct of indirect te wijzen op gemaakt fouten. Dat werkt alleen maar frustratie in de hand. Veranderingen geven een gevoel van onzekerheid, gebruik daarom zoveel mogelijk herkenbare dingen.

Depressie

Depressie is een ziekte met zowel lichamelijke als psychische kenmerken, die een heel sterke invloed heeft op het functioneren van de persoon en op de relatie met de andere mensen. Zoals bij de meeste belangrijke aandoeningen is ook een depressie het gevolg van een samenspel tussen meerdere factoren. Lichamelijke, geestelijke en erfelijke oorzaken kunnen een aanleiding geven tot het ontstaan van een depressie. Een depressie bevat bepaalde kernsymptomen:

Depressieve ingesteldheid en stemming Daling van eetlust Verminderde interesse Rusteloosheid of eerder traagheid in beweging en gedachtegang

Page 25: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 25

Afgenomen energie, lusteloosheid Schuldgevoelens, gevoelens van waardeloosheid Suïcidale neiging of plannen Slaapstoornissen Verminderde concentratie

Symptomen bij ouderen zijn minder duidelijk, worden gemakkelijk miskend, bestaan tegelijkertijd met andere lichamelijke ziekten. Dit komt omdat psychiatrische stoornissen moeilijker worden toegegeven, symptomen minder duidelijk worden geformuleerd, er eerder lichamelijke klachten worden geuit en de depressieve symptomen minder klassiek zijn. Daarom is het van belang om een goede (hetero)anamnese te hebben en een goede diagnose van de geriater. Een depressie is gemakkelijk behandelbaar, na een correcte diagnosestelling. In tegenstelling tot dementie is depressie van voorbijgaande aard.

Delier Het delirium of delier is een acute en in principe reversibele (in tegenstelling tot dementie) psycho-organische stoornis, die onder invloed van uiteenlopende materiële condities, maar allicht ook ten gevolge van langdurige stress tot stand kan komen. Er bestaan weinig goede studies inzake prevalentie en /of incidentie. Niettemin mag worden aangenomen dat minstens één op vier van alle ouderen die in een algemeen ziekenhuis worden opgenomen een delirium zullen vertonen tijdens hun opname. Delirium bij een oudere patiënt, ook wel acute verwardheid of delier genoemd, is een teken van globale cerebrale dysfunctie. Vrij abrupt valt de capaciteit van de patiënt weg om gepast te reageren op prikkels uit de omgeving. Het opvallendst zijn bewustzijnsverandering, gestoorde aandacht en concentratiestoornissen. De oorzaak van een delirium is meestal een ernstige lichamelijke aandoening. Het ontstaat doorgaans door het samengaan van verscheidene uitlokkende factoren.

Page 26: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 26

Oorzaken van delirium Medicatie:

antidepressiva, neuroleptica medicatie met inwerking op centraal zenuwstelsel, vb.

antiparkinsonmedicatie, sedativa. Bètablokkers, antihypertensiva Corticoïden …

Hypoxie (te laag zuurstofgehalte):

bronchopneumonie longembolie hartinfarct, hartdecompensatie, ritmestoornissen hypotensie ernstige anemie CO-intoxicatie

Hypoglycemie Electrolytenstoornissen: hyponatriëmie, dehydratatie Alle ernstige infectie Urineretentie Leverinsufficiëntie Ondervoeding, enz.

Page 27: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 27

Verschil tussen dementie, delier en depressie Dementie

delier depressie

chronisch normaal

bewustzijn constante

progressie geen ziekte-

inzicht

geen lichamelijke klachten

kent verloop van jaren

Vrij abrupt ontstaan

Gestoord bewustzijn

Grillig verloop (’s avonds slechts)

Ziekte- inzicht aanwezig

Hallucinaties, gestoorde slaap

Beperkte en gestoorde spraak

Max. 1 maand

Variabel Dagschommelingen Meestal normaal

bewustzijn Zwakke aandacht Geheugen meestal

intact Auditieve hallucinaties Complexe wanen

Decubituspreventie Decubitus onstaat door een slechte doorbloeding in het weefsel door druk– en/of schuifkrachten. De meest voorkomende plaatsen waar decubitus ontstaat zijn stuit, heupen, hielen, knieën en schouderbladen. Preventie van decubitus start met het opsporen van de risicopatiënten op onze afdeling. Dit zijn patiënten met een verminderde activiteit en/of mobiliteit. De eerste bepaling van risicopatiënten start reeds bij de opname van elke nieuwe patiënt. Het is onze taak als verpleegkundigen om de risicoplaatsen van decubitus goed te inspecteren. Als een patiënt niet uit zichzelf van houding kan veranderen (zich draaien of benen opheffen) dan wordt er meteen gestart met een wisselhoudingsschema en mobiliseren indien mogelijk. Ook de voedingstoestand van de patiënt (ondervoeding) speelt een hele belangrijke rol in het ontstaan van decubitus. Zie punt 3.8. Het doel van wisselhouding geven is de druk en schuifkracht verminderen. Op onze afdeling maken we gebruik van 2 schema’s om wisselhouding toe te passen.

Page 28: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 28

Wisselhoudingsschema 1 08u semi-fowler

10u links 30°

12u semi-fowler

13u rechts 30°

16u semi-fowler

18u links 30°

21u semi-fowler

23u rechts 30°

03u semi-fowler

06u links 30°

Zijligging

330

30°

Zijligging

3030

°

Page 29: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 29

Wisselhoudingsschema 2 08u

semi-fowler

10u

opzitten

11u semi-fowler

13u rechts 30°

16u opzitten

17u semi-flower

18u links 30°

21u semi-fowler

23u rechts 30°

03u semi-fowler

06u links 30°

We gebruiken gewone kussens om een goede zijligging te geven. Op onze afdeling zijn alle matrassen standaard drukreducerende matrassen (Tempur®). Bij hoog risicopatiënten volstaat dit niet en leggen we een extra alternerend matras (alpha-X-cell matras). Deze luchtmatrassen gaan afwisselend de druk verlagen op de risicoplaatsen van het lichaam. Maar ook op deze alternerende matrassen blijven de hielen een zwakke plek, daarom zorgen wij bij alle risicopatiënten voor een kussen onder de onderbenen zodat de hielen de matras niet raken (techniek zwevende hielen).

Zijlig

ging

330 30°

Zijligging

3030

°

Page 30: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 30

Deshydratatie blijft een aandachtspunt ook hier! Vaak worden patiënten opgenomen in een acuut ziekenhuis met als reden van opname deshydratatie (uitdroging). Deze uitdroging kunnen we observeren doordat de patiënt suf is, minder aanspreekbaar en een typische niet-elastische huid heeft (als je de huid van de arm bijvoorbeeld vastneemt tussen 2 vingers en loslaat, veert deze huid niet terug zoals bij onze huid). Deze uitdroging kan ontstaan door te weinig vocht te drinken maar ook doordat de patiënt te veel vocht verloren heeft bijvoorbeeld door diarree, veel braken of hoge koorts. In het ziekenhuis wordt deshydratatie vaak de eerste dagen behandeld door het plaatsen van een infuus. Na verloop van tijd mag dit infuus stoppen maar blijft het zeer belangrijk voor een goede vochtbalans te behouden. Daarom moeten wij erop toezien dat we alle patiënten, vooral de zorgafhankelijke patiënten, veel laten drinken. Dit kan op zeer veel momenten van de dag. Bijvoorbeeld bij het nemen van de medicatie van 8u, 13u, 16u en 20u, bij het opdienen en afdienen van het eten (koffie, melk, soep) en extra koffieronde om 14u, bij de verzorging.

Ouderdomsdiabetes Een zeer groot aantal van onze opgenomen patiënten lijden aan ouderdomsdiabetes of diabetes type 2. Dit betekent dat ze pas diabetes kregen op oudere leeftijd en dat ze dus vaak met enkel op hun diabetesdieet te letten hun bloedsuikerwaarde (glycemie) onder controle kunnen houden. Een aantal van hen nemen eveneens bloedsuikerverlagende medicatie en soms zelfs in combinatie met insulinetherapie. De voornaamste symptomen van hyperglycemie (bloedsuikergehalte hoger dan 120 voor het eten en hoger dan180 na het eten) zijn:

meer honger of dorst dan gewoonlijk vaak urineren, vooral ´s nachts droge of jeukende huid vermoeid of slaperig zijn wazig zicht frequente infecties langzaam helende sneden of wonden

Page 31: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 31

De voornaamste symptomen van hypoglycemie (bloedsuikergehalte lager dan 70) zijn:

beven transpiratie vermoeidheid honger een snelle hartslag geïrriteerd of verward zijn wazig zicht of hoofdpijn helemaal geen symptomen

Bij geriatrische patiënten komen deze symptomen vaak minder duidelijk naar voor. Sommige van onze patiënten voelen een hypoglycemie of hyperglycemie niet opkomen. Dus moeten we bij heel alert blijven en bij het minste vermoeden van één van de symptomen het bloedsuikergehalte bepalen via bedside glucose meting.

Voeding

Ondervoeding of ‘malnutritie’ is een zeer groot probleem binnen het ziekenhuis. Daarom werken wij eraan om malnutritie aan te pakken op onze afdeling. Wij gaan als volgt tewerk:

Bij elke opname nemen we een voedingsscreening af. Met deze screeninggegevens wordt multidisciplinair gewerkt. Want de

diëtiste bepaalt de BMI (Body Mass Index), berekent de caloriën en beslist aan de hand van haar resultaten welke patiënt ondervoed is en welke niet of met andere woorden, welke patiënten ze verder moet opvolgen.

Wanneer de diëtiste beslist om de patiënt verder op te volgen, komt ze verschillende malen aan het bed van de patiënt om te observeren.

Observeren kan ze aan de hand van onze verpleegkundige gegevens die wij invullen aan bed van de patiënt. Namelijk driemaal per dag noteren we hoeveel patiënten eten en drinken.

Bij het ontslag van de patiënt worden er afspraken door de diëtist geformuleerd in de ontslagbrief en neemt de ontslagmanager contact op met de personen die thuis instaan voor de patiënt of het woon-en zorgcentrum.

Page 32: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 32

Valpreventie

Zeer veel patiënten komen op onze afdeling terecht met als reden vallen. Uit onderzoek blijkt dat 1/3 van de thuiswonende ouderen zeker één maal per jaar valt en dat vanaf 70+ de kans groter is dat men ooit valt. Daarom gaat de aandacht binnen de ouderzorg naar valpreventie op, om via tips, informatie en/of oefeningen de oudere persoon te wijzen op valriscico’s en hiervoor eventueel een oplossing te bieden.

Op onze afdeling gaan we reeds bij opname op zoek naar patiënten met verhoogd valrisico. We testen dit aan de hand van de Stratify Risk Assessment Tool (evaluatieschaal voor vallen) . Deze SRA omvat 5 kleine vragen en starten we met onze multidisciplinaire richtlijnen:

Medisch: gaan de artsen een grondige anamnese uitvoeren en de nodige onderzoeken voor bv duizeligheid of ritmestoornissen uit te sluiten. Ze kijken ook het medicatiegebruik na en onderzoeken of de patiënten osteoporose hebben.

Verpleegkundig: het volledige team moet aandacht hebben voor: o Remmen opzetten van bed, zetel, nachtstoel of rolstoel. o Evenwichtsstoornissen o Patiënten met een gedaald bewustzijn o Beloproepen tijdig beantwoorden o Bedden steeds op de laagste stand zetten

Kinésisten: zullen zo snel mogelijk, ook bij bedlegerige patiënten, mobiliteits – en krachtsoefeningen doen. Ook evenwichtsoefeningen en staphulpmiddelen zoals looprekje of rollator zijn nodig.

Ergotherapeute: geeft tips voor ADL en hulpmiddelen voor thuis. Schoonmaak: hebben aandacht voor natte/gladde vloeren, en dat ze

alles terug zetten na het poetsen zoals looprekken. Ontslagmanager / sociale dienst: informeert patiënten met betrekking tot

hulpmiddelen en instanties. En geven het valrisico door aan instanties thuis.

Dit is al uitgebreid maar we gaan op de afdeling nog verder. We geven ook infosessies voor patiënten en hun familie. Men maakt hierbij gebruik van een infoboekje (met een groot lettertype en eenvoudige zinnen opgesteld) enerzijds en grote posters (met trefwoorden voor tijdens de infosessies)

Page 33: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 33

anderzijds. In beide hulpmiddelen worden een aantal factoren overlopen, die van grote invloed kunnen zijn voor het valrisico of valkans bij ouderen.

Op onze afdeling wordt er tweewekelijks op dinsdag namiddag een infosessie gehouden in de dagzaal. Er worden zoveel mogelijke patiënten overtuigd om eraan deel te nemen. Ook hun familie is welkom op deze sessies.

De volgende factoren worden besproken tijdens de infosessie en hebben zeker een invloed op een valrisico:

te weinig bewegen (leidt tot stijfheid) problemen met de bloeddruk (orthostatische hypotensie) gebruik van medicatie (diuretica, slaapmedicatie, …) onveiligheid in en rond het huis (tapijten, opstapjes, trappen) problemen met het zicht valangst frequent naar het toilet moeten …

Tijdens deze sessies wordt ook info gegeven over het juiste schoeisel, hulpmiddelen bij het stappen zoals een rollator, het Personen Alarm Systeem, de toiletverhoger, het badzitje, de zijdelingse steunbaren, nazicht van de bril, incontinentiemateriaal, hoe raak ik recht na een val, beenspieroefeningen, enz.

Dit alles heeft als bedoeling om de oudere te wijzen op de bestaande valkans en hem een aantal aandachtspunten mee te geven, waar hij zeker kan op letten om minder te vallen.

Page 34: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 34

Wij wensen u veel succes!

Page 35: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 35

Notities student:

Page 36: Studentenbrochure - OLV Z · Empatisch kunnen omgaan met revaliderende ouderen, rekening houdend met hun eigen levensritme, levensstijl en levenswaarden. Speciale aandacht, kennis

Pagina 36

OLV Ziekenhuis

SP-Dienst

Campus Ninove

Biezenstraat 2

9400 Ninove

Contact

T. 054 31 21 11

T. 054 31 21 04