Student of werkzoekende?

Je hebt onvoorwaardelijk recht op kinderbijslag tot eind augustus van het jaar waarin je kind 18 jaar wordt.

Na 31 augustus van het jaar waarin een kind 18 jaar wordt, kan een jongere maar recht hebben op kinderbijslag als hij/zij onderwijs of

een opleiding volgt of als werkzoekende ingeschreven is. Is het voor u even niet duidelijk, twijfel niet en contacteer ons.

Je kind is ouder dan 18 jaar en studeert. Wat zijn de voorwaarden om recht te hebben op kinderbijslag?

De specifieke voorwaarden zijn afhankelijk van het soort onderwijs:

Studenten van het niet-hoger onderwijs behouden hun rechten als ze minimaal 17 uur les volgen per week, inclusief avondles.

Studenten van het hoger onderwijs behouden hun rechten als zij minimaal 27 studiepunten hebben en ingeschreven zijn

vóór 1 december.

Studenten die deeltijds onderwijs volgen, behouden hun rechten als ze maximaal € 541,09 bruto per maand verdienen.

Studenten in het buitenland komen ook in aanmerking als ze een studiebeurs ontvangen om studies en verblijfkosten te

vergoeden (zoals een Erasmusbeurs). Deze voorwaarden gelden ook buiten de EER. Als er geen studiebeurs is, dan is een

afwijking mogelijk voor 1 schooljaar (onbeperkt als je geen hoger onderwijsdiploma hebt).

Studenten die hun eindwerk voorbereiden, kunnen nog maximaal 1 jaar na het einde van de cursus kinderbijslag ontvangen

om hun verhandeling voor te bereiden en hun diploma te behalen.

De kinderbijslag wordt behouden tijdens de studie als de student regelmatig de lessen volgt.

Let op: een combinatie van hoger onderwijs en niet-hoger onderwijs is ook mogelijk.

Als het vereiste aantal studiepunten in het hoger onderwijs niet is bereikt, kunnen deze aangevuld worden met lesuren in het ni-

et-hoger onderwijs.

Concreet worden de studiepunten dan omgezet naar lesuren en worden ze samengeteld met de lesuren niet-hoger onderwijs om te

toetsen aan de 17-urennorm. 1 studiepunt stemt overeen met 30 minuten les.

Bijvoorbeeld: een student is ingeschreven voor 20 studiepunten in het hoger onderwijs en volgt 7 lesuren in het niet-hoger onderwijs.

We zetten de 20 studiepunten in het hoger onderwijs om naar 10 lesuren. Samengeteld met de 7 lesuren niet-hoger onderwijs komt de

student zo toch nog aan het minimum van 17 lesuren per week en blijft het recht op kinderbijslag behouden.

Je kind is ouder dan 18 en studeert. Welke formulieren heeft het kinderbijslagfonds nodig om kinderbijslag te kunnen betalen?

De nodige formulieren voor je kinderbijslagfonds zijn afhankelijk van de onderwijsinstelling waar je kind studeert:

Je kind studeert in een onderwijsinstelling van de Vlaamse of Duitstalige Gemeenschap:

Je moet voorlopig niets doen. Wij ontvangen vóór eind november de nodige gegevens rechtstreeks van de Vlaamse of Duit-

stalige Gemeenschap. Indien we eind november nog niets ontvangen hebben, sturen we je alsnog de nodige vragenlijst.

Let op: Als je kind onderwijs volgt voor sociale promotie, avondonderwijs, volwassenenonderwijs, privé-onderwijs of erkende

vorming (ook hoger beroepsonderwijs) in een onderwijsinstelling van de Vlaamse Gemeenschap, heb je wel een formulier

nodig. Deze gegevens worden namelijk niet automatisch bezorgd aan de kinderbijslagfondsen. Je kan hiervoor het formulier

P7B downloaden of contact opnemen met je dossierbeheerder om een exemplaar aan te vragen.

Laat het formulier door de school invullen en stuur het daarna terug naar je kinderbijslagfonds.

Indien je kind studeert in een onderwijsinstelling van de Franse Gemeenschap, moet je het formulier P7B laten invullen door

te school en aan je kinderbijslagfonds bezorgen.

Je kind studeert niet in België maar volgt wel onderwijs binnen de EER:

Download hieronder het E402-formulier in de gewenste taal en laat dit invullen door de onderwijsinrichting in het buiten-

land. Stuur daarna het ingevulde document terug naar je kinderbijslagfonds.

Je kind studeert niet in België en volgt onderwijs in een ander land dan de EER:

Download het formulier P7int dat je laat invullen door de onderwijsinstelling in het buitenland. Bezorg het ingevulde docu-

ment daarna aan je kinderbijslagfonds.

Voor studies in één van de volgende landen, download het formulier BM25 (voor Marokko), BT25 (voor Turkije), BTUNIS24

(voor Tunesië) en stuur het ingevulde document terug naar je kinderbijslagfonds.

Europees project, bvb Erasmus? Wij ontvangen de nodige informatie van de overheid.

Niet-Europees project? Je krijgt een attest van de Belgische onderwijsinrichting of download het formulier P7B, laat dit

invullen door de Belgische hogeschool of universiteit en bezorg het aan je kinderbijslagfonds.

Heeft je kind recht op kinderbijslag als hij/zij examens aflegt bij de Examencommissie?

Enkel deelnemen aan de examens van de Examencommissie is niet voldoende om het recht op kinderbijslag te behouden. Je zoon of

dochter moet minstens:

17u per week les volgen in het secundair onderwijs of het secundair volwassenenonderwijs, of 13u per week in het hoger

beroepsonderwijs (hoger onderwijs)

of ingeschreven zijn voor minstens 27 studiepunten in het hoger onderwijs.

Je kind is ouder dan 18 jaar, studeert en werkt. Wat zijn de voorwaarden om recht te hebben op kinderbijslag?

Als je kind ouder is dan 18, verder studeert in het voltijds onderwijs en werkt, gelden de volgende limieten:

In het eerste, tweede en vierde kwartaal mag de student maximum 240 uur werken.

In het derde kwartaal mag de student onbeperkt werken tenzij je kind na dit kwartaal niet meer verder studeert. In dat geval

geldt ook hier de 240-uurgrens.

Heeft je kind meer dan 240 uur gewerkt? Dan vervalt het recht op kindergeld voor het volledige kwartaal.

Volgt je zoon of dochter deeltijds onderwijs of werkt hij of zij met een leercontract, dan mag het bruto-inkomen en de so-

ciale uitkering samen niet meer dan 541,09 euro per maand bedragen (de 240-uurgrens geldt hier niet).

Is je kind ook ingeschreven als werkzoekende? Dan kan er wel nog recht zijn op kinderbijslag als het maandelijkse inkomen de toeges-

tane limiet niet overschrijdt. Wij passen in dat geval de meest gunstige norm toe.

Let op: Studenten krijgen van de overheid elk kalenderjaar een pakket van 475 uren waarin zij aan verminderde sociale bijdragen i.v.m.

een gewone werknemer kunnen werken. Deze norm geldt niet voor de kinderbijslag.

Je kind is ouder dan 18 jaar en stopt met studeren. Heb je nog recht op kinderbijslag?

Na een uitschrijving voor een opleiding behoud je het recht op kinderbijslag tot en met de maand waarin je kind zich uitschreef.

Hervat je kind de studies niet na een zomervakantie, dan behoud je het recht op kinderbijslag tijdens deze zomervakantie, op voor-

waarde dat je zoon of dochter niet meer dan 240 uren was tewerkgesteld in het derde kwartaal.

Je zoon of dochter schrijft zich het best zo snel mogelijk in als werkzoekende bij de VDAB (online of via de werkwinkel). Er is nog recht

op kinderbijslag voor de duur van 360 kalenderdagen op voorwaarde dat het loon tijdens die periode niet hoger is dan 541,09 euro bru-

to per maand.

Je kind schreef zich in als werkzoekende. Heb je nog recht op kinderbijslag?

Jongeren die hun studie hebben beëindigd en zich vervolgens laten inschrijven als werkzoekende, kunnen nog een aantal maanden

kinderbijslag ontvangen.

De toekenningsperiode bedraagt 360 kalenderdagen (= 12 maanden) en start op 1 augustus na het laatste school- of academiejaar of

na het einde van alle studieactiviteiten (bv. tweede examenperiode, indienen eindverhandeling of afronden stageperiode). Zolang zij

tijdens deze beroepsinschakelingstijd niet meer verdienen dan 541,09 euro bruto per maand, behoud je het recht op kinderbijslag.

Voor jongeren die zich laten inschrijven in de loop van het schooljaar begint de toekenningsperiode de dag na de stopzetting van hun

studie of alternerende overeenkomst.

Bij inschrijving na een leertijd, begint deze periode de dag nadat het leercontract werd beëindigd.

De beroepsinschakelingstijd kan ook verlengd worden. Je krijgt hiervoor documenten van ons aan het einde van de initiële beroepsin-

schakelingstijd.

Voor informatie over het recht op’ inschakelingsuitkeringen’, kan je terecht bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)

Welke formulieren moet je terugsturen op het einde van de beroepsinschakelingstijd?

Je krijgt aan het einde van de beroepsinschakelingstijd van je zoon of dochter twee formulieren: een formulier P20 en een formulier

Bit_1.

Welke evaluaties ontving je kind van de RVA. of de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB, Forem, ADG)? Zoek hieronder

de situatie die voor jouw kind geldt. Zo weet je welke formulieren je moet terugsturen.

Je kind kreeg twee positieve evaluaties. Wat moet je doen?

Stuur binnen de 20 dagen het formulier P20 ingevuld naar je kinderbijslagfonds.

Je kind kreeg twee negatieve evaluaties. Wat moet je doen?

Stuur binnen de 20 dagen volgende documenten samen naar je kinderbijslagfonds: het ingevulde formulier P20 + het ingevul-

de formulier Bit_1 + kopies van de evaluaties bij de RVA of de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.

Je kind kreeg één negatieve en één positieve evaluatie. Wat moet je doen?

Stuur binnen de 20 dagen volgende documenten samen naar je kinderbijslagfonds: het ingevulde formulier P20 + het ingevul-

de formulier Bit_1 + kopies van de evaluaties bij de RVA of de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.

Je kind kreeg nog maar één evaluatie en die was positief. Wat moet je doen?

Stuur binnen de 20 dagen volgende documenten samen naar je kinderbijslagfonds: het ingevulde formulieren P20 + het in-

gevulde formulier Bit_1 + kopie van de positieve evaluatie bij de RVA of de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.

Je kind kreeg nog maar één evaluatie en die was negatief. Wat moet je doen?

Stuur binnen de 20 dagen de volgende documenten samen naar je kinderbijslagfonds: het ingevulde formulier P20 + het

ingevulde formulier Bit_1 + kopie van de negatieve evaluatie bij de RVA of de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.

Hoe weet je of je kind een positieve of negatieve evaluatie heeft?

Je kind kreeg een brief van de RVA of van de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling met de evaluatie. Heb je deze

informatie niet meer? Contacteer dan de RVA of de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.

Let op: Je kind moet verder deelnemen aan de opvolgingsprocedure ingesteld door de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling

(vdab, forem, adg) of de rva. De jongere moet op eigen initiatief het kinderbijslagfonds een kopie bezorgen van elke volgende evaluatie.

Dit is belangrijk om het recht op kinderbijslag niet te verliezen en om te vermijden dat het kinderbijslagfonds de betaalde kinderbijslag

moet terugvragen.

Je krijgt al een tijdje geen kinderbijslag meer voor je kind. Moet je nu nog iets opsturen?

Ja. Stuur het formulier P20 in alle omstandigheden, volledig ingevuld met inkomsten, binnen de 20 dagen naar je kinderbi-

jslagfonds. Stuur je het formulier P20 niet terug? Dan moet je mogelijk kinderbijslag terugbetalen.

Hoe vul je het formulier P20 correct in?

Welke inkomsten moet je vermelden op het formulier P20?

Alle inkomsten. Dus ook bruto-inkomsten uit vakantiewerk, uit het buitenland of uit een zelfstandige activiteit.

Ben je verplicht loonfiches te voegen bij het formulier P20?

Neen, loonfiches zijn niet verplicht. Het volstaat dat je het bruto-maandinkomen overschrijft op het formulier P20.

Je kind werkte voor meerdere werkgevers. Hoe moet je de lonen invullen?

Maak voor elke maand de som van de brutolonen. Vul voor elke maand maar één brutobedrag in.

Tot wanneer krijg je nog kinderbijslag voor jouw werkzoekende kind?

Er zijn drie mogelijkheden.

1. Je kind was op tijd ingeschreven bij de VDAB én je kind kreeg twee positieve evaluaties van de RVA of de Gewestelijke Dienst

voor Arbeidsbemiddeling én je kind werkt nog niet. Dan krijg je kinderbijslag totdat je kind als werkzoekende inschakeling-

suitkeringen krijgt (de vroegere wachtuitkeringen).

2. Je kind is te laat ingeschreven bij de VDAB. Dan stopt de kinderbijslag nog voordat je kind inschakelingsuitkeringen krijgt als

werkzoekende.

3. Je kind krijgt nog geen inschakelingsuitkeringen omdat je kind één of meerdere negatieve evaluaties kreeg bij de RVA of de

Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling. Dan krijg je verder kinderbijslag nadat je drie documenten samen naar ons

opstuurt: het ingevulde document P20 + het ingevulde document Bit_1 + kopies van de beslissingen van de RVA of de Gew-

estelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.

Je kind is ziek tijdens de beroepsinschakelingstijd. Wat moet je doen?

Mocht je kind ziek worden voor of tijdens de beroepsinschakelingstijd, neem dan onmiddellijk contact op met je dossierbeheerder. Hij

zal met jou de stappen overlopen die je moet ondernemen.