Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD...

174
Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding kunststof- verpakkingen uit huishoudelijk afval Stichting Nedvang ADVISORY SUSTAINABILITY

Transcript of Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD...

Page 1: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding kunststof-verpakkingen uit huishoudelijk afvalStichting Nedvang

ADVISORY

SUSTAINABILITY

Page 2: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang

Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

kunststofverpakkingen uit huishoudelijk restafval

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010 Dit rapport heeft 23 pagina’s

BH/hh/Bijlagen

© 2010 KPMG Advisory N.V., een Nederlandse naamloze vennootschap, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International

Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.

Page 3: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

Inhoudsopgave

A Beschrijving nascheidingsproces 1 A.1 Onderdelen/processen van de keten van nascheiding 1

B Beschrijving kostenposten per onderdeel van keten van nascheiding 5

B.1 Inzameling & transport 5 B.2 Scheiding en nascheiding 5 B.3 Transport naar sorteerder 10 B.4 Sortering 10

C Draaiboek en monitoringprotocol praktijkproeven nascheiding (november 2009) 11

D Draaiboek en monitoringprotocol praktijkproeven sortering (update april 2010) 12

E Beschrijving praktijkproeven nascheiding Omrin en Attero (november 2009) 13

F Beschrijving sorteerproef Omrin materiaal (april 2010) 14

G Beschrijving sorteerproef Attero materiaal (mei 2010) 15

H Samenvatting en beschrijving analyseresultaten proeven sortering 16

I Validatie kostenposten en referenties 17 I.1 Validatie kostenposten 17

Page 4: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

A Beschrijving nascheidingsproces Nascheiding is een relatief nieuwe methode om procesmatig, met behulp van diverse scheidingstechnieken, kunststof verpakkingen uit gemengd huishoudelijk restafval af te scheiden.

A.1 Onderdelen/processen van de keten van nascheiding

A.1.1 Inzameling & transport Gemeenten bieden het ingezamelde huishoudelijke restafval aan bij een door Nedvang gecontracteerde nascheidingsinstallatie. Op dit moment zijn dat Omrin te Oudehaske (Friesland) en Attero (voorheen Essent) locatie Vagron te Groningen.

A.1.2 Voorscheiding & nascheiding In de nascheidingsinstallatie worden in diverse stappen en met behulp van scheidingstechnieken als zeeftrommels, folie/papierzuigers, magneten en infraroodtechnologie waarmee kunststoffen herkend worden (NIR) de diverse kunststoffen uit het huishoudelijk afval gehaald. Bij Attero worden ook filmgrabbers ingezet, bij Omrin ook een ballistische scheider.

Hoofdstappen in het proces in de nascheidingsinstallatie zijn:

• Scheiding in een organisch natte fractie (ONF), een metaalfractie en een gemengde kunststoffractie. ONF wordt naar een vergistingsinstallatie gevoerd.

• Vervolgens nascheiding van de gemengde kunststoffractie met als resulterende output een folie kunststoffractie en een vormvaste kunststoffractie.

Er komen ook diverse reststromen vrij, waaronder een hoogcalorische gemengde papier/ kunststoffractie (refused derived fuel, RDF). De RDF wordt ingezet als brandstof in verbrandingsinstallaties.

A.1.3 Sortering Een sorteerstap in een sorteerinstallatie is nog noodzakelijk om de gewenste kunststoffracties uit het Uitvoerings- en Monitoringprotocol te verkrijgen (onder andere PET, PE-flessen, PE-folies, PP). In de sortering worden ook scheidingstechnieken ingezet als zeeftrommels, folie/ papierzuigers, magneten en infraroodtechnologie (NIR).

De sortering vindt niet plaats op het terrein van de nascheiders maar bij de sorteerinstallatie van Tönsmeier in Porta Westfalica, Duitsland. Hiertoe worden de kunststoffracties uit de nascheiders getransporteerd naar de sorteerinstallatie.

De gehele keten van nascheiding is weergegeven in figuur A.1.

De verschillende materiaalstromen in de keten van nascheiding zijn weergegeven in figuur A.2.

Page 5: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

Figuur A.1. Schema van de gehele keten van nascheiding

Sorteer-installatie

Nascheidings-installatie

1. Huishoudelijk

afval

4. RDF

5. ONF

2. Kunststoffolie

3. Kunststofvormvast

7. PET flessen

8.PE flessen

9. PE folies

10. PP

11. Harde kunststoffen

12. Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen)

13. Overig6.

Metalen

Figuur A.2. Schema van de verschillende materiaalstromen in de keten van nascheiding

A.1.4 Processen in de nascheidingsinstallaties Hoofdstappen in het proces in de nascheidingsinstallaties van Omrin en Attero zijn scheiding van het huishoudelijk restafval in een organisch natte fractie (ONF), een metaalfractie en een gemengde kunststoffractie en vervolgens nascheiding van de gemengde kunststoffractie in een folie kunststoffractie en een vormvaste kunststoffractie.

Page 6: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

A.1.4.1 Proces in de nascheidingsinstallatie van Attero Het proces van scheiding en nascheiding in de installatie van Attero is weergegeven in figuur A.3.

Figuur A.3. Schema van processen van scheiding en nascheiding in de nascheidingsinstallatie van Attero

De processtappen zijn op hoofdlijnen:

• Storten van huishoudelijk restafval in de bunker

• Invoer van huishoudelijk restafval uit de bunker met een grijper via een opvoerband naar zeeftrommel

• Zeeftrommels 1 en 2 scheiden de stroom op deeltjesgrootte

• Folie/papierzuigers 1 en 2 scheiden papier en kunststoffolie af

• De filmgrabber scheidt de kunststoffolie af

• De magneet scheidt metalen af

• De NIR scheider scheidt de vormvaste kunststof af

• De baler baalt de folie kunststoffractie en vormvaste kunststoffractie

Page 7: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

A.1.4.2 Proces in de nascheidingsinstallatie van Omrin Het proces van scheiding en nascheiding in de installatie van Omrin is weergegeven in figuur A.4.

Figuur A.4. Schema van processen van scheiding en nascheiding in de nascheidingsinstallatie van Omrin

De processtappen zijn op hoofdlijnen:

• Storten van huishoudelijk restafval in de bunker

• Invoer van huishoudelijk restafval uit de bunker met een grijper via een opvoerband naar zeeftrommel

• Zeeftrommels 1, 2 en 3 scheiden de stroom op deeltjesgrootte

• Folie/papierzuigers 1 en 2 scheiden papier en kunststoffolie af

• Magneten 1, 2 en 3 scheiden metalen af

• De ballistische scheider scheidt de stroom in zwaardere en lichtere delen

• De NIR scheider 1 scheidt uit de zwaardere stroom de vormvaste kunststof af

• De NIR scheider 2 scheidt uit de lichtere stroom de folie kunststoffractie af

• De baler baalt de folie kunststoffractie en vormvaste kunststoffractie

Page 8: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

B Beschrijving kostenposten per onderdeel van keten van nascheiding KPMG heeft onderzocht hoe de kosten die worden gemaakt bij de nascheidingsinstallaties gerelateerd kunnen worden aan het proces van kunststofnascheiding, welke te onderscheiden kostenposten dit precies betreft en hoe deze berekend en verantwoord kunnen worden. Hieronder wordt per onderdeel van de keten van nascheiding en per kostenpost toegelicht wat onder een betreffende kostenpost wordt verstaan.

B.1 Inzameling & transport

B.1.1 Inzamelkosten op basis van tarief

Inzamelkosten zijn de kosten voor inzameling, transport en op/overslag van huishoudelijk restafval.

Voor de inzamelkosten zijn diverse bronnen geraadpleegd (zie Hoofdstuk 5). Inzamelkosten kunnen sterk verschillen per inzamelgebied. Naar aanleiding hiervan is er voor gekozen om de kosten te baseren op het rapport van de NVRD ‘Algemene ontwikkelingen en bedrijfsprestatie NVRD Benchmark Afvalinzameling’ uit 20091

Specifieke gegevens van individuele gemeenten over eventuele additionele transportkosten van gemeentelijke op/overslagpunten naar nascheidingsinstallaties (sterk verschillend per inzamelgebied) zijn niet bekend en niet onderzocht. Deze eventuele additionele transportkosten zijn daarom niet inbegrepen in het tarief voor inzamelkosten.

. In dit rapport worden de gemiddelde inzamel-kosten inclusief eventueel transport naar gemeentelijke op/overslagpunten gegeven voor stedelijke, stedelijk/landelijke en landelijke inzamelgebieden. Aan deze benchmark nemen enkel publieke bedrijven deel. Deze gegevens zijn gecombineerd met gegevens van het CBS (inwoners per huishouden). De kosten voor inzameling & transport zijn dus niet activity based bepaald.

B.2 Scheiding en nascheiding Voor de processen scheiding en nascheiding zijn de volgende kostenposten relevant.

B.2.1 Indirecte kosten Indirecte kosten zijn kosten die niet direct kunnen worden toegerekend aan het primaire proces. Vaak gaat het hierbij om kosten die gemaakt worden ten behoeve van de gehele organisatie en daarom niet direct zijn te relateren aan het proces.

1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007

Page 9: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

De indirecte kosten dienen daarom toegerekend te worden aan het nascheidingsproces aan de hand van een vooraf vastgestelde verdeelsleutel.

De verdeelsleutel en de berekening voor deze toerekening is door de installaties zelf aangeleverd. Het gaat hierbij om verschillende verdeelsleutels afhankelijk van de kostenpost. Hierbij valt te denken aan het verbruik per installatie voor de verdeling van de energiekosten en het aantal FTE werkzaam per processtap voor de verdeling van de personele kosten. De verdeelsleutels zijn gevalideerd afgestemd.

In het kader van het kostenonderzoek nascheiding zijn de volgende indirecte kosten meegerekend:

Kosten OR

De kosten voor de uitvoering van de ondernemingsraad. Het gaat hierbij om de personele kosten van de medewerker(s) belast met deze taak. De verdeelsleutel van deze kosten naar het primaire proces is het aantal FTE per bedrijfsonderdeel.

Reis- en verblijfkosten

De kosten voor reis en verblijf van medewerkers binnen de organisatie. De verdeelsleutel van deze kosten naar het primaire proces is het aantal FTE per bedrijfsonderdeel.

Scholing

De kosten van scholing van medewerkers binnen de organisatie. De verdeelsleutel van deze kosten naar het primaire proces is het aantal FTE per bedrijfsonderdeel.

ICT

De kosten van ICT toepassingen die niet direct gerelateerd kunnen worden aan het nascheidingstraject. De verdeelsleutel van deze kosten naar het primaire proces is het aantal FTE per bedrijfsonderdeel.

Kantoorkosten

Het gaat hier om de kosten gerelateerd aan het kantoor zoals huisvestingskosten van kantoor, materiaalkosten en meubels. Deze kosten zijn niet direct toe te rekenen aan de activiteiten in het scheidings- en nascheidingsproces en worden daarom toegerekend op basis van het aantal FTE per bedrijfsonderdeel.

Bedrijfskleding

De kosten van de kleding van het personeel. Het gaat hierbij om de verplichte kleding die nodig is op de werkvloer omwille van veiligheid en hygiëne zoals veiligheidsschoenen, mondkapjes, jassen en broeken.

Page 10: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

Aangezien de kosten van deze kleding gerelateerd kunnen worden aan de mensen die de kleding dragen is de verdeelsleutel voor deze kosten eveneens het aantal FTE per bedrijfsonderdeel.

Overhead

De overhead is het deel van een budget dat een organisatie aan de eigen organisatie besteedt. Het is een maat voor de efficiëntie van een organisatie. Overhead kan hiermee in veel gevallen worden beschouwd als een synoniem voor indirecte kosten. In dit model wordt de overhead beschouwd als de indirecte kosten van het concern die worden toegerekend aan het bedrijfsonderdeel waar de scheiding en nascheiding plaatsvindt.

B.2.1.1 Personeelskosten

Operators

De personeelskosten per operator. Het gaat hierbij om het jaarloon inclusief sociale lasten per FTE. Deze kosten worden vermenigvuldigd met het aantal FTE waarmee de totale personeelkosten worden verkregen. Andere personeelsgerelateerde kosten zoals scholing, kleding en reis- en verblijfkosten zijn ondergebracht in de indirecte kosten en worden toegerekend op basis van het aantal FTE per bedrijfsonderdeel. De kosten van de operators voor de scheidingsinstallatie worden toegerekend aan het nascheidingsproces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd.

Inhuur

Naast de operators maken de installaties ook gebruik van inhuurpersoneel om de ondercapaciteit veroorzaakt door ziekte en verlof van vaste medewerkers te compenseren. Als kosten voor de inhuur wordt gebruik gemaakt van het commerciële tarief dat door de installaties wordt betaald voor de inhuur van personeel. Op basis hiervan worden de kosten per FTE voor inhuur berekend. De kosten van inhuur voor de scheidingsinstallatie worden toegerekend aan het nascheidingsproces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd.

B.2.1.2 Installatiekosten

Investeringskosten

De investeringskosten zijn alle kosten die zijn gemaakt voor de aanschaf en installatie van de machines en installaties die benodigd zijn voor de uitvoering van het kunststofnascheidings-proces. Het gaat hierbij om zowel de scheidingsinstallatie als de nascheidingsinstallatie inclusief bijbehorende apparatuur. De kosten van de scheidingsinstallatie zijn toegerekend naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd. De totale investeringskosten worden gebruikt voor de berekening van de afschrijvingskosten per jaar.

Page 11: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

Voor beide installaties zijn de aanloopkosten niet meegenomen in de investeringen omdat dit niet past binnen de scope van het onderzoek. Het gaat hier om project management, engineering en overige aanloopkosten ten behoeve van de ontwikkeling, installatie en ingebruikname van de nascheidingsinstallatie2

Energieverbruik

.

De kostenpost ‘energieverbruik’ bevat alle kosten gerelateerd aan het elektriciteitsverbruik van de installaties. De energiekosten zijn berekend door het totale elektriciteitsverbruik van de installatie vermenigvuldigd met het tarief van elektriciteit per kilowattuur. Het energieverbruik van de installaties is gevalideerd aan de hand van verbruiksoverzichten. De kosten voor scheiding worden toegerekend aan het nascheidingsproces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd.

Onderhoud

De onderhoudskosten hebben betrekking op alle kosten die worden gemaakt voor onderhoud van zowel de scheidingslijn als de nascheidingslijn. De kosten zijn berekend op basis van een percentage van de investeringen. De kosten van onderhoud voor de scheidingslijn worden toegerekend aan het nascheidingsproces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd.

Verzekeringen

Evenals de verzekeringskosten zijn ook de verzekeringskosten berekend op basis van een percentage van de investeringskosten. De kosten van de verzekeringen voor de scheidings-installatie worden toegerekend aan het nascheidingsproces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd.

Huisvestingskosten

De huisvestingskosten omvatten alle kosten gerelateerd aan de huisvesting van zowel de installaties als de ondersteunende diensten. Het gaat hierbij om de kosten van de installatie-hallen, terrein en het kantoor dat ondersteunend is aan de werkzaamheden die ten behoeve van scheiding en nascheiding worden uitgevoerd. Met betrekking tot het kantoor gaat het om de kosten van het gebouw. Zoals eerder aangegeven zijn de overige kosten gerelateerd aan het kantoor meegenomen in de indirecte kosten. Op basis van de investeringen voor de huisvesting wordt een bedrag voor de afschrijving per jaar vastgesteld. Dit bedrag wordt meegenomen in de kostprijs. De kosten van de afschrijvingen per jaar voor huisvesting van de scheidingsinstallatie zijn toegerekend aan het nascheidingsproces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd.

2 Deze kosten bedragen voor Attero circa € 157.000 en voor Omrin circa € 215.000.

Page 12: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

Materiaalkosten

De postenkost ‘materiaalkosten’ omvat alle kosten die betrekking hebben op de materialen die worden gebruikt voor de uitvoering van het nascheidingsproces. Het grootste deel van de kosten wordt hierbij veroorzaakt door de kosten van draad en folie. Draad en folie wordt gebruikt in het nascheidingsproces bij het balen van de kunststof. De materiaalkosten van de scheidings-installatie zijn toegerekend aan het nascheidingsproces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd.

Handelingkosten

De handelingkosten hebben betrekking op alle kosten voor het verwerken van de materialen buiten de installatie. Het gaat hierbij om kosten van intern transport van de scheidingslijn naar de nascheidingslijn en kosten van transport naar de opslag.

Hulpstoffen

De kosten voor hulpstoffen bevatten alle kosten die worden gemaakt voor de benodigde verbruikbare stoffen gerelateerd aan het kunststof nascheidingsproces. Het gaat hierbij met name om de kosten van benzine en olie voor de installaties en de transportmiddelen. De kosten van hulpstoffen van de scheidingslijn zijn toegerekend aan het nascheidingsproces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie is opgeleverd.

Afschrijvingen per jaar

De afschrijvingen per jaar zijn berekend aan de hand van de investeringskosten zoals eerder beschreven in dit onderdeel van het rapport. De afschrijvingstermijn die hierbij wordt gehanteerd is afhankelijk van investering en gevalideerd aan de hand van fiscale regels en vergelijkbare installaties. De kosten van de afschrijvingen van de scheidingslijn zijn toege-rekend aan het nascheidingsproces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd.

Rente

De rente kosten hebben betrekking op alle kosten die worden betaald voor rente van de kredieten voor de investeringen die gerelateerd zijn aan het nascheidingsproces. De rente percentages zijn gevalideerd aan de hand van de rentekosten van vergelijkbare ondernemingen en installaties.

Werkkapitaal

Het werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa (voorraden, debiteuren, liquide middelen) op de balans van een onderneming en de vlottende passiva (crediteuren en overige kortlopende schulden). Het gaat hierbij om de liquide middelen die een onderneming dient aan te houden om aan de kortlopende schulden te voldoen en de debiteurenkosten te compenseren.

Page 13: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

De kosten van het werkkapitaal van de scheidingslijn worden toegerekend aan het nascheidings-proces naar rato van het aantal ton kunststof dat door deze installatie wordt opgeleverd.

Totale additionele kosten

De additionele kostenpost bevat alle kosten die niet onder een van bovenstaande categorieën kon worden geplaatst. In het huidige model is vooralsnog geen gebruik gemaakt van deze post.

Transport

De transportkosten zijn de kosten van het transport van de installaties naar de sorteerinstallatie in Duitsland. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een tarief per ton dat is vastgesteld op basis van door de nascheiders aangeleverde informatie over transportkosten (ritprijzen, afstanden van de nascheidingsinstallaties in Oudehaske en Groningen naar sorteerder Tönsmeier in Porta Westfalica, Duitsland). Het gaat hierbij om de zuivere transportkosten, kosten die zijn gemaakt voor het verkrijgen van de kennisgeving (exportvergunning) en overige kosten die gerelateerd kunnen worden aan het transport van het afval naar de sorteerinstallatie in Duitsland. De informatie is vergeleken met transportkosteninformatie naar diverse sorteercentra in Duitsland van Nedvang en transportkosteninformatie van Attero naar de sorteerders Dela, Nehlsen en Alba in Duitsland. Op basis van deze informatie en de vergelijking is een gewogen gemiddelde berekend van transportkosten per ton dat wordt gebruikt in het model.

B.3 Transport naar sorteerder

B.3.1 Transportkosten op basis van tarief Voor het bepalen van de kosten van transport van de nagescheiden kunststoffracties naar de sorteerinstallatie is gebruik gemaakt van gegevens van transporteurs op basis van afgesloten contracten voor transport naar sorteerinstallaties in Duitsland. Gegevens zijn aangeleverd door Nedvang en de nascheiders Omrin en Attero.

B.4 Sortering

B.4.1 Sorteerkosten op basis van tarief Voor het bepalen van de kosten van sortering wordt gerekend met een commercieel tarief per uur van de geselecteerde sorteerder Tönsmeier in Duitsland. Er wordt geen inzage gegeven in meer gedetailleerde kosteninformatie voor kostenposten.

Voor omrekening van het tarief per uur naar een tarief per ton zijn gegevens over tonnage per uur noodzakelijk. Informatie over tonnage per uur voor de sortering is verkregen uit de praktijkproef die met Omrin en Attero materiaal is uitgevoerd bij sorteerder Tönsmeier (zie hoofdstuk 6). De praktijkproef geeft inzicht in de input en output, de massabalans en het kwaliteit van de gesorteerde kunststoffracties (aan de hand van de kwaliteitseisen van bijlage C3 van het Monitoring- en uitvoeringsprotocol).

Page 14: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

C Draaiboek en monitoringprotocol praktijkproeven nascheiding (november 2009)

Page 15: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Draaiboek praktijkproef

nascheiding kunststof

verpakkingen

23 november 2009

Page 16: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek
Page 17: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

3\46

Verantwoording Titel Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

Opdrachtgever KPMG Advisory N.V.

Projectleider ir. Geert Cuperus

Auteur(s) ir. Jurgen Ooms

Projectnummer 4682119

Aantal pagina's 46 (exclusief bijlagen)

Datum 23 november 2009

Handtekening Ontbreekt in verband met digitale versie.

Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.

Colofon

Tauw bv

afdeling Milieu

Handelskade 11

Postbus 133

7400 AC Deventer

Telefoon (0570) 69 99 11

Fax (0570) 69 96 66

Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd

met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom.

De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw

hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens:

- NEN-EN-ISO 9001.

Page 18: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 4\46

Page 19: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

5\46

Inhoud

Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 3

1 Inleiding.......................................... ................................................................................ 7

2 Ondertekening ...................................... ......................................................................... 9

3 Doel van de proef en van het draaiboek............. ....................................................... 11

4 Verloop van de praktijkproef....................... ............................................................... 13 4.1 Hoofdlijnen van de praktijkproef .................................................................................... 13 4.2 Scope van de monitoring............................................................................................... 13 4.3 Uitgangspunten ............................................................................................................. 14 4.4 Verloop van de praktijkproef.......................................................................................... 17 4.5 Kwaliteitsborging ........................................................................................................... 24 4.6 Benodigde materialen ................................................................................................... 26

5 Organisatie........................................ ........................................................................... 29

6 Planning ........................................... ............................................................................ 31

7 Chronologisch overzicht van de praktijkproef ....... .................................................. 33 7.1 Inleiding ......................................................................................................................... 33 7.2 Chronologisch overzicht praktijkproef Vagron............................................................... 33 7.3 Chronologisch overzicht praktijkproef Omrin................................................................. 37 7.4 Chronologisch overzicht praktijkproef Tönsmeier ......................................................... 42

Bijlage(n) 1. Definities van kwaliteitseisen

Page 20: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 6\46

Page 21: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

7\46

1 Inleiding

Dit document bevat een draaiboek voor de uitvoering van een praktijkproef voor de nascheiding

van kunststof verpakkingen uit huishoudelijk afval. Achtereenvolgens wordt het volgende

behandeld:

• Doel van de praktijkproef en van het draaiboek

• Verloop van de proef

• Organisatie

• Planning

De volgende documenten vormen onderdeel van het draaiboek, maar worden in gescheiden

documenten aangeleverd:

• Monitoringsprotocol

Dit document beschrijft het schema voor de monsterneming en analyse.

• Monsternameformulieren

Deze documenten worden gebruikt door uitvoerend personeel. Zij beschrijven in detail de

werkzaamheden die ter plekke van de installatie moeten worden uitgevoerd.

Als er tegenspraken of onduidelijkheden tussen dit document en de afgeleidde documenten

bestaan gaat dit draaiboek boven de afgeleidde documenten.

Als achtergrond bij dit draaiboek wordt een rapport geleverd met de onderbouwing van de keuzes

die vastliggen in het draaiboek.

Page 22: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 8\46

Page 23: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

9\46

2 Ondertekening

Onderstaande partijen gaan akkoord met hetgeen is overeengekomen en afgestemd over de

praktijkproef ten behoeve van het kostenonderzoek nascheiding kunststof verpakkingen en is

vastgelegd in dit draaiboek. De partijen verklaren dat zij het draaiboek tijdens de proef zo goed

mogelijk zullen volgen, maar accepteren ook dat tijdens een proef zoals beschreven in dit

draaiboek zich onverwachte gebeurtenissen voor kunnen doen. In dat geval zal tussen de partijen

worden overlegd op welke wijze de proef wordt voortgezet en welke invloed dit heeft op de

resultaten.

Stichting Nedvang KPMG Advisory N.V.

Omrin Essent milieu (Vagron)

Tauw bv

Page 24: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 10\46

Page 25: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

11\46

3 Doel van de proef en van het draaiboek

Het doel van de praktijkproef is het genereren van gegevens voor het kostenonderzoek. Meer

precies zijn deze gegevens kwantiteit- en kwaliteitsgetallen van de materiaalstromen

(in en output) die in de nascheidingsinstallatie en de sorteerinstallatie lopen. Dit houdt concreet in

dat in dit draaiboek wordt beschreven hoe.

• Inzicht wordt gekregen in de inputstroom en de uitgaande kunststofstromen in de een

scheidingsinstallatie voor huishoudelijk afval en hoe de massabalans is over een

sorteerinstallatie voor de kunststoffracties die bij scheiding uit huishoudelijk afval ontstaan

• Wordt gevalideerd of geproduceerde kunststoffracties na sortering voldoen aan de eisen uit

het Uitvoerings- en monitoringsprotocol van Nedvang

Met de bovenstaande gegevens kan KPMG de kosten voor het scheiden en sorteren van

kunststof verpakkingsmateriaal inzichtelijk maken. In dit draaiboek staat het programma

beschreven dat moet worden uitgevoerd en dat er in voorziet dat de praktijkproef goed wordt

gemonitord. Hierdoor moeten de bovenstaande doelstellingen van de praktijkproef gerealiseerd

kunnen worden.

Page 26: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 12\46

Page 27: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

13\46

4 Verloop van de praktijkproef

4.1 Hoofdlijnen van de praktijkproef Bij de praktijkproef gaan we er van uit dat kunststof verpakkingsmateriaal niet wordt gescheiden

aan de bron. Dit materiaal zit dus nog in het grijze restafval. Om het kunststof alsnog geschikt te

maken voor hergebruik moet het worden gescheiden van de rest van het huishoudelijke afval. Dit

gebeurt in twee stappen:

1. Nascheiding van huishoudelijk afval. Dit gebeurt in Nederland op twee plekken, te weten bij

Vagron (Groningen) en Omrin (Oudehaske). Nascheiding levert twee kunststoffracties op.

Een lichte fractie bestaat vooral uit folies, een wat zwaardere fractie bestaat vooral uit harde

kunststoffen (van flessen, flacons etc.). Beide fracties bestaan uit een mengsel van

kunststoffen. Bij Omrin worden deze stromen gemengd voordat zij getransporteerd worden

2. De gemengde kunststoffen worden verder gesorteerd in een speciale sorteerinstallatie. Hier

worden zoveel mogelijk zuivere kunststoffen gesorteerd. Dit gebeurt in een Duitse installatie

namelijk de installatie van Tönsmeier in Porta Westfalica

De praktijkproef omvat de volgende activiteiten:

• Nascheiding van huishoudelijk afval door zowel Omrin als Vagron

• Sortering van de kunststoffracties die Omrin en Vagron produceren

Voor de nascheiding bij Omrin en Vagron wordt de proef uitgevoerd tijdens de reguliere

bedrijfsvoering. Sortering zal plaatsvinden bij het bedrijf Tönsmeier in Duitsland. Hier zullen wel

speciaal voor dit doel afgemeten runs worden uitgevoerd. Er wordt één run uitgevoerd met

kunststoffen van Vagron en één run met kunststoffen van Omrin. De beide kunststoffracties die

uit de nascheidingsinstallaties komen zullen worden samengevoegd voordat zij de

sorteerinstallatie ingaan.

4.2 Scope van de monitoring De monitoring van de praktijkproef moet informatie op de volgende vragen op betrouwbare wijze

opleveren:

• Wat zijn de aandelen van de individuele kunststofsoorten in de ingaande stroom

(huishoudelijk afval) en de uitgaande kunststofstromen van de scheidingsinstallaties? Nb. Bij

Vagron komen twee kunststofstromen vrij. Bij Omrin komt het kunststof na menging als één

stroom vrij

• Wat zijn de massa’s van de verschillende stromen in de sorteerinstallatie zodat een

massabalans kan worden opgesteld? Bij Vagron zal alleen de massa van de ingaande

stroom en de massa van de uitgaande kunststofstromen worden bepaald

Page 28: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 14\46

• Wat zijn de aandelen van de individuele kunststofsoorten in de ingaande en uitgaande

stromen van de sorteerinstallatie (massabalansen)?

• Wat is de zuiverheid van de gesorteerde kunststofsoorten in relatie tot de eisen uit het

Uitvoerings- en monitoringsprotocol?

4.3 Uitgangspunten 4.3.1 Duur van de proef

De nascheiding van huishoudelijk afval zal gebeuren in twee installaties: Omrin en Vagron. De

duur van de praktijkproef bij deze installaties is vanwege de representativiteit gesteld op

twee weken. In deze periode wordt ruim voldoende kunststoffractie geproduceerd om een

sorteerproef uit te kunnen voeren.

De sorteerproef bij Tönsmeier zal pas plaatsvinden na de praktijkproef bij de

scheidingsinstallaties en nadat de EVOA kennisgeving is goedgekeurd. Voor de sorteerinstallatie

is de input veel homogener dan voor de nascheiding. Bij Tönsmeier kan daardoor naar

verwachting worden volstaan met een proef van één dag voor Omrin en één dag voor Vagron.

Voor Omrin zal geprobeerd worden om een proefrun te draaien met extra materiaal. Deze proef

moet dan direct achter de proef van Vagron aan worden gedraaid. Hierdoor blijft het gebruik van

de installatie van Tönsmeier beperkt tot twee dagen.

Deze beide dagen zullen naar verwachting plaats vinden op een zondag omdat dan zeker ruimte

is in de installatie van Tönsmeier. Als er op andere dagen ruimte is dan kan dan ook worden

gesorteerd. De precieze invulling van de proef hangt met name af van de EVOA-meldingen en de

ruimte bij Tönsmeier. In dit draaiboek is uitgegaan van proeven op zondag.

4.3.2 Inkomend afval

De praktijkproef vindt plaats tijdens normaal gebruik van de te monitoren nascheidingsinstallaties.

Dit betekent dat tijdens de proef het reguliere aanbod aan afval zal worden verwerkt dat anders

ook door de installaties zou gaan. Dit heeft als consequentie dat tijdens de praktijkproef ook een

beperkte hoeveelheid bedrijfsafval zal worden verwerkt, dat anders ook bij de

nascheidingsinstallatie aangevoerd en verwerkt zou worden.

De hoeveelheid afval die zal worden verwerkt is afhankelijk van het aanbod dat gedurende de

proef wordt aangeboden door gemeenten. De minimale hoeveelheid afval die moet worden

verwerkt om te komen tot voldoende kunststoffen (50 ton) voor de sorteerinstallatie is ongeveer

1.500 ton. Dit is een productie die in ongeveer een halve week wordt verwerkt. De productie van

50 ton kunststoffen wordt dus gemakkelijk gehaald binnen twee weken.

Page 29: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

15\46

4.3.3 Procescondities

Uitgangspunt voor de praktijkproeven is dat de proef representatief is voor de normale

bedrijfsvoering. Nascheidingsinstallaties zijn namelijk flexibel en kunnen op verschillende

manieren worden ingesteld. Gestuurd door de fluctuaties in het aanbod gebeurt dit bij de

nascheidingsinstallaties voortdurend. Tijdens de praktijkproef wordt dan ook geaccepteerd dat de

instellingen van de installatie worden aangepast.

Dit geldt expliciet voor de installatie van Tönsmeier. Daar zal bemonsterd worden zodat de

installatie bijgestuurd kan worden zodat de vereiste kwaliteit wordt behaald. Indien nodig zullen

de uitgaande stromen handmatig opgewerkt worden zodat zij voldoen aan de eisen van het

Uitvoerings- en monitoringsprotocol.

4.3.4 Transport kunststoffen naar Tönsmeier

De productie van kunststoffen gedurende de twee weken bij de scheidingsinstallaties is groter

dan benodigde hoeveelheid bij Tönsmeier. Uit de totale productie van twee weken wordt op

aselecte manier een hoeveelheid kunststoffen gekozen die getransporteerd wordt naar

Tönsmeier. De scheidingsinstallaties zorgen zelf voor het transport naar Tönsmeier. Over de

kosten van het transport wordt tussen de scheidingsinstallaties en Nedvang overeenstemming

bereikt voor de proef. Transport van gescheiden kunststoffen naar Tönsmeier vindt plaats op

dezelfde manier zoals het regulier zou gaan plaatsvinden. Dit is voor de beide sorteerinstallaties

verschillend. Hieronder staat aangegeven hoe dit plaats zal vinden.

Vagron

De kunststoffen worden in balen aangeleverd. De folies en de vormvaste kunststoffen worden

gescheiden aangeleverd. Bij Tönsmeier worden deze beide fracties gemengd in een

massaverhouding zoals zij vrijkomen bij Vagron. Samenvoegen zal plaatsvinden in de

doseerinstallaties en op de lopende banden naar de zeeftrommel. In de zeeftrommel zal genoeg

menging plaatsvinden.

Omrin

De fracties folies en vormvaste kunststoffen die bij Omrin vrijkomen worden bij Omrin zelf

gemengd in een massaverhouding zoals zij vrijkomen uit de installatie. Het gemengde materiaal

dat naar Tönsmeier wordt vervoerd zal worden, wordt opgeslagen in 40 m3 containers. Deze

containers worden vervolgens naar Tönsmeier getransporteerd.

Let op! De kunststoffen dienen bij een proef op zondag op zijn laatst op zaterdag aanwezig te zijn

in verband met het rijverbod op zondag.

Page 30: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 16\46

4.3.5 Te produceren kunststof stromen

Door aanpassingen in de instellingen van de sorteerinstallatie voor kunststoffen kan de aard van

de output gestuurd worden. Door met een lossere instelling te scheiden zullen de gewenste

kunststof fracties groter worden maar ook meer vervuild. Door met een strakkere instelling te

scheiden zal er minder verontreiniging in de gewenste fracties aanwezig zijn, maar zal de

omvang van deze fracties kleiner zijn. Ten behoeve van de proef is het gewenst dat ieder van de

kunststofsoorten gesorteerd worden die beschreven zijn in het uitvoeringsprotocol ook moet de

proef gericht zijn op het behalen van de kwaliteitseisen van deze kunststofsoorten.

De kwaliteitseisen voor de kunststofstromen zijn gedefinieerd in het Uitvoerings en

monitoringsprotocol. De definities zoals die in het protocol staan zijn echter voor meerdere

interpretaties vatbaar. Daarom zijn voor deze praktijkproef de definities iets specifieker

omschreven. Deze definities zijn beschreven in bijlage 1.

4.3.6 Basis voor de monitoring

De monitoring moet alle gegevens opleveren om conclusies te kunnen trekken over ingaande en

uitgaande stromen en zuiverheden zoals genoemd in bijlage 1, zodat de ontbrekende gegevens

worden geleverd voor het kosten onderzoek. Daartoe worden op diverse plekken in de

scheidingsinstallaties en in de sorteerinstallatie monsters genomen en massa’s bepaalt. Deze

plekken zijn weergegeven in figuur 4.1. Het betreft alle input en outputstromen van zowel de

scheidingsinstallatie als de sorteerinstallatie. Hierbij moet opgemerkt worden dat in de praktijk

bepaalde stromen op meerdere plaatsen in het proces vrijkomen. Deze stromen worden dan

samengevoegd onder de naam zoals die in de figuur genoemd staat. (RDF komt bij Omrin

bijvoorbeeld op drie plaatsen uit de installatie.)

Figuur 4.1 Overzicht van monsternemingsplaatsen

Nb. Bij Vagron wordt alleen de massa bepaald van het huishoudelijk afval en de uitgaande kunststofstromen. Bij

Omrin wordt de samenstelling van de kunststoffen bepaald na mengen. De massa’s van de verschillende

kunststofstromen worden wel apart bepaald.

Page 31: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

17\46

Aan de basis van de monsterneming ligt een monitoringsprotocol. Hierin wordt ingegaan op de

volgende zaken:

• De exacte locatie van de monsterneming

• Het aantal monsters per plek

• Het aantal grepen dat nodig is om een monster samen te stellen

• De grootte van een greep

• De verdere bewerking van de monsters voorafgaande aan analyse

• Weging van de stromen

Het monitoringsprotocol wordt als gescheiden document aangeleverd.

De monitoring wordt uitgevoerd onder toezicht van Tauw. De feitelijke monsterneming vindt

plaats door medewerkers van Tauw en door medewerkers van de betrokken bedrijven. Dit laatste

is nodig voor de veiligheid van de medewerkers van Tauw. Daarnaast is voor sommige monsters

de inzet van apparatuur vereist zoals shovels en kranen die niet door medewerkers van Tauw

kunnen worden bediend. Hiervoor zal een beroep worden gedaan op de betrokken bedrijven of er

moet van externen materiaal en machinisten worden ingehuurd.

4.4 Verloop van de praktijkproef 4.4.1 Duur van de proef

De proeven bij de installaties van Vagron en Omrin zullen twee weken duren vanwege de

tweewekelijkse fluctuaties in het afvalaanbod. De proef begint op maandagochtend en eindigt op

zondagavond van de daar opvolgende week. De nascheidingsproeven staan gepland voor

week 48 en 49. In verband met fluctuaties in het afval door feestdagen worden de proeven het

liefst niet worden uitgevoerd in de periode van 7 december tot 10 januari 2009. Daarom zijn de

genoemde weken de enige periode dit jaar waarin de proef kan worden uitgevoerd.

Voor de sorteerinstallatie is de input veel homogener dan voor de nascheiding. Er kan naar

verwachting volstaan worden met een proef van een dag voor Omrin en een dag voor Vagron.

Gedurende deze dag is er voldoende tijd om de installatie in te regelen en vervolgens de proef uit

te voeren. De tijd die beschikbaar is ligt rond 21 uur per dag. Naar verwachting kan ongeveer

6 tot 8 ton nagescheiden kunststoffen worden verwerkt per uur. De 21 beschikbare uren moet dus

voldoende ruimte bieden voor de partij van 50 ton. De dagen dat bij Tönsmeier kan worden

gedraaid zijn beperkt tot zondagen en eventueel andere dagen dat de installatie vrij is.

Page 32: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 18\46

Voor Omrin zal een proefrun worden gehouden aansluitend aan de praktijkproef met het

materiaal van Vagron. Een werkdag bij Tönsmeier is lang genoeg om de proef met het materiaal

van Vagron uit te voeren en daar aansluitend de proefrun van Omrin. Omrin zal voor de proefrun

20 ton gemengde kunststoffen naar Tönsmeier transporteren naast de 50 ton die nodig is voor de

praktijkproef.

Bij voorkeur wordt de sorteerproef uitgevoerd direct na de twee weken praktijkproef bij de

nascheiders. Het kunststofmateriaal ligt dan ten hoogste 14 dagen opgeslagen bij de

nascheiders. Dit is een periode die naar verwachting overeen komt met de praktijk. Bij langere

opslagtijd neemt de kwaliteit van het materiaal af. Het kan zijn dat de sorteerproef niet

aansluitend aan de praktijkproef bij de nascheiders kan worden uitgevoerd. Dit hangt vooral af

van de EVOA melding. In dat geval wordt voordat de sorteerproef wordt uitgevoerd een nieuwe

batch kunststofmateriaal geproduceerd. Als een nieuwe batch materiaal zal worden gedraaid zal

ook deze batch worden bemonsterd om aan te kunnen tonen of de partij overeen komt met de in

de praktijkproeven geproduceerde partij of niet.

4.4.2 Veiligheid

Tijdens de praktijkproef zullen medewerkers van Tauw werkzaamheden uitvoeren binnen de

inrichtingen van de scheidingsinstallaties. Dit brengt risico’s met zich mee. De medewerkers van

Tauw zullen de aanwijzingen die worden gegeven door de operators van de scheidingsinstallatie

opvolgen. Medewerkers van Tauw zullen zich houden aan het locatiereglement van de

scheidingsinstallaties. Alle medewerkers van Tauw die ingezet worden voor de monsterneming in

dit project zijn VCA gecertificeerd.

Voorafgaand aan de praktijkproeven zal bij ieder van de installaties een kick-off meeting worden

gehouden waarbij de monsternemers en operators aanwezig zijn zodat afspraken gemaakt

kunnen worden over veilig werken in de installatie.

Bij Tönsmeier zijn medewerkers van Nedvang, KPMG, Essent en Omrin welkom bij de proeven.

Bij Tönsmeier zijn handschoenen, helmen en reflectievesten aanwezig. Voor werkkleding en

veiligheidsschoenen moet zelf worden gezorgd.

Page 33: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

19\46

4.4.3 Bedrijfsvoering

Voor de eerste dag van de proef (maandag) wordt de bunker zo goed als leeg gemaakt en de

installatie wordt leeg gedraaid. Het afval dat vanaf dan wordt ingenomen en in de bunker wordt

gebracht behoort bij de praktijkproef. Dit is het afval dat door derden wordt aangeleverd. Omdat

geen van de bij de proeven betrokken partijen hier invloed op heeft wordt de proef uitgevoerd met

het afval zoals het in de twee proefweken wordt aangevoerd. Aan het einde van de proef wordt er

naar gestreefd de afvalbunkers weer leeg te hebben zodat daaruit blijkt dat de aangevoerde

hoeveelheid afval binnen de proefperiode is verwerkt. Bij niet-lege bunkers wordt een schatting

gemaakt van de nog in de bunker aanwezige hoeveelheden. Ter ondersteuning worden foto’s

gemaakt van de bunkerstanden.

De procescondities zijn de normale procescondities zoals die bij regulier bedrijf ingesteld zouden

worden. Hierbij kunnen variaties optreden doordat meer of minder afval wordt aangeboden.

Door optimalisatie van de procescondities is het mogelijk de opbrengst en de kwaliteit van de

kunststoffracties uit de nascheiding te beïnvloeden. Dat is geen probleem zolang er maar sprake

is van condities die tijdens reguliere bedrijfsvoering ook voor zouden komen. Optimalisatie maakt

tenslotte deel uit van een normale bedrijfsvoering. Een belangrijke parameter hierbij is dan de

doorzet van de installatie. De doorzet zal tijdens de proef gemonitord worden. Normaal wordt bij

Omrin een doorzet gehaald van gemiddeld ongeveer 4.000 ton afval per week, Vagron heeft een

weekdoorzet van gemiddeld ongeveer 2.500 ton afval per week. Tauw zal beoordelen of de

doorzet tijdens de praktijkproef regulier was. Hiervoor krijgt Tauw gedurende enkele uren inzicht

in de LMA gegevens (Amice) of de gegevens uit het geijkte weegsysteem van de

sorteerinstallaties.

Tijdens de proef wordt door de operators bijgehouden of er zich onregelmatigheden voordoen.

Voorbeeld hiervan is als de NIR apparatuur uitvalt en de rest van de installatie gewoon

doordraait. Ook langdurig stilleggen van de installatie vanwege technische of andere problemen

zal worden bijgehouden. Deze informatie is nodig om te bepalen of de bedrijfsvoering tijdens de

proef regulier was. Dit ter beoordeling van Tauw.

Page 34: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 20\46

4.4.4 Monitoring

De monitoring bestaat uit het nemen van monsters conform het monitoringsprotocol. Daarnaast

worden de massa’s van verschillende materiaalstromen bepaald. De hoofdlijn van de monitoring

is als volgt.

Vagron

• Van iedere tiende vracht die wordt aangevoerd wordt met de shovel een greep genomen.

Deze grepen worden op een hoop in een hoek van de loshal opgestapeld. Aan het einde van

de week wordt deze bult gemengd en uitgekruist tot een mengmonster met een massa van

ongeveer 1.000 kg

• Van de foliefractie elke dag twee balen op aselecte wijze gekozen. Deze balen worden in de

balenpers kleiner gemaakt dan de overige balen. Per twee dagen wordt een mengmonster

gemaakt van vier balen. Deze balen worden afgevoerd naar het analyselaboratorium. Er

wordt een greep genomen van 25 kg van ieder van de vier balen. De vier grepen vormen het

monster van één dag. Ieder monster wordt geanalyseerd

• Voor de harde kunststoffen wordt dezelfde procedure gevolgd als bij de folies. Een

deelmonster weegt echter 30 kg

• De massa van het aangevoerde afval en de afgevoerde kunststofstromen worden bepaald

aan de hand van de geijkte weegbrug die aanwezig is in de inrichting

• De monsters worden handmatig gesorteerd in kunststof en niet-kunststof bij Fuhler, waarna

er voor ieder monster een deelmonster wordt genomen uit het gedeelte kunststof. De massa

van het deelmonster bedraagt 35 kg

• De deelmonsters worden door de Wageningen universiteit met NIR-technologie gesorteerd in

de verschillende kunststoffen

Omrin

• Van het binnenkomende afval wordt per dag twee kraanknijpers uit de bunker genomen. Dit

moeten geen volle knijpers zijn omdat anders de opslagruimte niet voldoende groot is. Aan

het einde van iedere week wordt dit materiaal gemend en uitgekruist tot één monster dat

wordt afgevoerd naar een analyselaboratorium

• Bij Omrin worden de foliefractie en de harde kunststoffractie nadat zij vrijkomen uit de

installatie eerst apart gewogen. Daarna worden de kunststoffen gemengd en vervolgens

opgeslagen in de bunker. Gedurende de proef wordt twee keer per dag vooruit de bunker een

monster genomen en in een bigbag opgeslagen. De greepgrootte is ongeveer 1 m3. Vier

grepen vormen één momster

• De massa’s van al de verschillende stromen worden bepaald met behulp van de geijkte

weegbrug, zodat de doorzet en de productie kunnen worden bepaald. Alleen een gedeelte

van de RDF-stroom wordt op rekenkundige maner bepaald ut de overige stromen

Page 35: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

21\46

• De monsters worden handmatig gesorteerd in kunststof en niet-kunststof bij Fuhler, waarna

er voor ieder monster een deelmonster wordt genomen uit het gedeelte kunststof. De massa

van het deelmonster bedraagt 35 kg

• De deelmonsters worden door de Wageningen universiteit met NIR-technologie gesorteerd in

de verschillende kunststoffen

Bij de sorteerinstallatie

• De monsters bij de sorteerinstallatie worden genomen tijdens het draaien van de installatie en

worden direct ter plaatse geanalyseerd. Op deze manier kan de installatie worden bijgeregeld

zodat de gewenste zuiverheden worden gehaald. Waarschijnlijk is het lastig om bij deze

on-line meting de precieze kunststofsoort te bepalen. De kunststofsoortsamenstelling van een

monster bepalen met een NIR apparaat kost namelijk meer tijd dan dat er tijdens de

proefruns bij Tönsmeier is

• het PET, PP, PE-flessen, PE folie en de lichte gemengde kunststoffracties na sortering zijn

relatief gering en ook relatief homogeen. Van deze stromen worden vijf monsters genomen

bestaande uit vijf grepen van 15 kg

• Van de harde kunststoffen worden vijf monsters genomen in vijf grepen van 30 kg

• Ook bij de sorteerinstallatie worden de ingaande en de uitgaande stromen gewogen zodat

een massabalans kan worden opgesteld

• De monsters worden handmatig gesorteerd in kunststof en niet-kunststof door INFA. De

kunststoffen worden gesorteerd op kunststofsoort met NIR technologie

Belangrijk bij de monitoring is dat monsters gewogen kunnen worden. Dit zal gebeuren door

gebruik te maken van de weegbrug van de betrokken bedrijven. Als de monsterhoeveelheden te

klein zijn om met de juiste precisie te kunnen wegen met een weegbrug worden de monsters

gewogen in het analyselab of met een ter plaatse beschikbare weegschaal.

De gronden waarop de monstergroottes en het aantal grepen zijn bepaald zijn weergegeven in de

het rapport met achtergronden bij dit draaiboek. Opgemerkt moet worden dat statistisch

onderbouwde monstername niet praktisch mogelijk is vanwege de grote hoeveelheden monster

die dan nodig zijn. Tijdens de proef kan de hoeveelheid monster en eventueel het aantal

monsters worden aangepast op basis van de vrijkomende gegevens en voortschrijdend inzicht in

de materiaalstromen.

Page 36: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 22\46

4.4.5 Naar Tönsmeier te transporteren materiaal

Tijdens de praktijkproeven bij Omrin en Vagron wordt een gedeelte van het geproduceerde

kunststof apart gehouden. In deze paragraaf wordt aangegeven op welke wijze dit zal gebeuren.

Vagron

Bij Vagron komen twee kunststofstromen vrij: folies en vormvaste kunststoffen. Deze stromen

komen in balen uit de installatie. Gedurende de praktijkproef draait Vagron tien werkdagen. Op

ieder van deze dagen worden balen folies en balen harde kunststoffen geproduceerd die

eventueel nodig zijn voor de proef bij Tönsmeier. Dit is afhankelijk van de totale productie tijdens

de praktijkproef. Daarom worden alle balen gemerkt zodat duidelijk is dat deze balen tijdens de

proef zijn geproduceerd. De balen worden tijdens de proef gemerkt en van het begin tot het einde

doorgenummerd. Vanwege ruimtegebrek worden de geproduceerde balen op de Essent locatie in

Wijster opgeslagen. Aan het einde van de twee weken praktijkproef bij Vagron staat de gehele

partij gemerkte balen in Wijster. Daar kan voor de proef bij Tönsmeier een random selectie uit

worden gemaakt op basis van de nummering. De verhouding van de balen vormvaste

kunststoffen en folies wordt hierbij gelijk gehouden aan de verhouding waarin zij geproduceerd

zijn. Hierbij wordt afgerond op hele balen. De fout in de verhouding die daarmee gemaakt wordt is

dan beperkt.

Omrin

Bij Omrin worden de kunststofstromen apart geproduceerd, en gewogen. De stromen worden

echter in de bunker gemengd. Hierbij moet zo worden gemengd dat een verhouding ontstaat

tussen vormvaste kunststoffen en folies die representatief is voor de reguliere productie. Dit wordt

ondersteund door de wegingen die vooraf aan het mengen zijn gedaan. Of er in de juiste

verhouding wordt gemengd wordt beoordeeld door Tauw. Van iedere gemengde partij wordt

voordat deze in de bunker wordt geschoven een gedeelte genomen dat in 40 m3 containers wordt

opgeslagen voor transport naar Tönsmeier. Het overige materiaal wordt door Omrin verwerkt

zoals zij dat wenst.

4.4.6 Analyses

Sorteeranalyses worden bij een sorteerlaboratorium uitgevoerd. In Nederland zal de analyse

worden uitgevoerd door Fuhler in Emmen, in Duitsland wordt op locatie gesorteerd door INFA.

De sorteeranalyse vindt plaats op basis van onderscheid in kunststof/niet-kunststof. Uit de

kunststoffractie wordt na mengen een deelmonster genomen dat zal worden geanalyseerd met

NIR kunststofherkenning. Voor de stromen die moeten voldoen aan de kwaliteitseisen wordt ook

de niet kunststof fractie verder uitgesorteerd. Dit is nodig omdat er eisen worden gesteld aan het

maximale aandeel van verschillende afzonderlijke verontreinigingen.

Page 37: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

23\46

Hoewel de kunststoffractie ook kunststof zal bevatten dat niet afkomstig is van verpakkingen

wordt er tijdens de analyse niet gekeken naar niet-verpakkingen. Alleen de totale

kunststoffracties, verpakkingen en niet-verpakkingen gezamenlijk, worden bepaald.

In tabel 4.1 is aangegeven welke analyses worden uitgevoerd. In de bijlage staat verder

uitgewerkt welke fracties worden gedefinieerd en hoe wordt uitgesorteerd.

Tabel 4.1 Totaaloverzicht van de te bepalen massape rcentages in de verschillende materiaalstromen

Nr PET PE

fles

PE

folie

PP Andere

kunst-

stoffen

Harde

kunst-

stoffen

Gemengde

kunst-

stoffen

(lichte

kunst-

stoffen)

Metaal/

mineraal

>100 g

Andere

metaal-

delen

PVC EPS Papier/

karton

Andere

rest-

stoffen

totaal

Totale

massa

1 X X X X X X

2 X X X X X X

3 X X X X X X

4* X

5* X

6* X

7 X X X X X X X X X X X

8 X X X X X X X X X X X

9 X X X X X X X X X

10 X X X X X X X X X X X

11 X X X X X X X X X X X

12 X X X X X X X X X X X

13 X X X X X X

* Massa’s van deze stromen worden bij Vagron niet bepaald.

Stromen 1 tot en met 6 betreft stromen in Nederland

Stromen 7 tot en met 13 zijn stromen in Duitsland.

Page 38: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 24\46

Als de fracties zijn uitgesorteerd in kunststof en niet-kunststof, wordt de kunststoffractie verder

onderzocht met NIR apparatuur om de verschillende kunststofsoorten te bepalen. Omdat de

hoeveelheid kunststof materiaal uit de genomen monsters zo groot is dat de analyse met de NIR

apparatuur zeer lange tijd zou innemen worden deelmonsters genomen uit de kunststof

monsters. Als de monsters zijn gesorteerd in kunststof en niet-kunststof wordt uit de

kunststoffractie voor iedere kunststofmonster (bestaand uit meerdere grepen) 35 kg materiaal

genomen dat verder wordt geanalyseerd met NIR techniek. Deze analyse wordt uitgevoerd met

apparatuur en ondersteuning van de Wageningen Universiteit.

4.4.7 Verwerking van gegevens

De resultaten van de analyses worden door Tauw in een spreadsheet verzameld. Aan de hand

hiervan kunnen de gewenste massabalansen worden opgesteld. Bij de invoer van de gegevens

wordt een controle uitgevoerd. Hierbij wordt onder andere beoordeeld of er sterk afwijkende

waarden zijn gevonden. Als dat het geval is, dan zal overleg plaatsvinden met het uitvoerende

laboratorium. Het rapport wordt voor het wordt aangeboden aan KPMG in concept toegestuurd

aan de scheiders. Hierdoor wordt geborgd dat geen vertrouwelijke gegevens van de installaties in

het eindrapport terecht komen.

4.5 Kwaliteitsborging 4.5.1 Protocollering

De aanpak van de praktijkproef zoals beschreven in dit draaiboek wordt besproken met Essent

voor de proef bij Vagron, Omrin voor de proef in Oudehaske en KPMG en Nedvang als

opdrachtgevers voor de proeven. Daarnaast wordt het draaiboek besproken met medewerkers

van Tönsmeier voor het afstemmen van de proeven daar. Alleen na goedkeuring van alle partijen

zal de praktijkproef, met als onderdeel daarvan onderhavig draaiboek, worden uitgevoerd.

4.5.2 Kwaliteit van het monitoringsprotocol

Het monitoringsprotocol is opgesteld op basis van de state-of-the-art kennis betreffende

monsterneming van afvalstoffen en monitoring van verwerkingsproeven. In een gescheiden

document wordt de keuze voor het te volgen schema onderbouwd. Hierin is aangegeven dat een

volledig statistisch juist onderbouwde proef in de gegeven context niet doenlijk is. Bij

praktijkproeven als deze zijn altijd bepaalde praktische keuzen te maken, dit wordt in het

begeleidende document nader toegelicht.

Om de juiste aanpak volgens het monitoringsprotocol te valideren is INFA Institut in Munster

gevraagd om de gekozen aanpak te beoordelen. INFA is een gerenommeerd Duits

onderzoeksbureau dat vaak monitoringen uitvoert aan sorteerinstallaties, ondermeer installaties

voor het sorteren van kunststoffen.

Page 39: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

25\46

4.5.3 Inzet van medewerkers

De begeleiding van de proef en het nemen van monsters wordt uitgevoerd door ervaren

personeel van Tauw. Er wordt van uit gegaan dat de betrokken bedrijven ondersteuning bieden

bij het nemen van monsters. Deze ondersteuning bestaat uit personele inzet en de inzet van

apparatuur zoals shovels of kranen om monsters te kunnen nemen en kunnen verplaatsen.

Tevens is medewerking van acceptanten vereist om binnenkomende vrachten apart te houden.

De monstername zelf zal worden uitgevoerd door medewerkers van Tauw of van de scheiders

zelf. Dit in onderling overleg.

4.5.4 Toezicht door Tauw

Tijdens de praktijkproef zal toezicht worden gehouden door medewerkers van Tauw. Niet alleen

zal gekeken worden naar de correcte manier van monsternemen en of voldoende monsters op de

juiste tijdstippen zijn genomen maar ook zal gekeken worden of op reguliere manier wordt

gedraaid. Hierover zal op kwalitatieve manier worden gerapporteerd.

4.5.5 Werkwijze bij afwijkingen

In tabel 4.2 zijn enkele mogelijke afwijkingen van het draaiboek geschetst met daarbij te nemen

maatregelen. In deze en andere gevallen zal direct contact plaatsvinden tussen Omrin of Vagron

en Tauw en KPMG om gerichte maatregelen te nemen.

Tabel 4.2 Eventueel voorkomende afwijkingen en maat regelen daarvoor

Mogelijke afwijking Maatregel

Er komt meer, minder of ander afval binnen

dan in de reguliere situatie. Dit ter

beoordeling van Tauw.

De strategie van monsterneming wordt aangepast om alsnog

representatieve monsters te verkrijgen

Een deel van een installatie werkt niet of niet

regulier

Afhankelijk van de situatie wordt monsterneming stopgezet. Het

verzamelen van kunststoffracties wordt stopgezet. Opnieuw starten

met de monstername volgt in overleg met betrokkenen.

Een monster kan niet worden genomen Incidenteel is dit toelaatbaar. Als dit structureel dreigt te worden

volgen zo snel mogelijk aanpassingen, in overleg met betrokkenen.

Bij personeel tekort kan aanvulling plaatsvinden vanuit Tauw.

In de proefperiode wordt te weinig kunststof

geproduceerd voor de sorteerinstallatie

In overleg met betrokken partijen wordt de proef doorgezet totdat

voldoende materiaal is verzameld.

De sorteerinstallatie levert niet de gewenste

kunststofproducten

Indien mogelijk worden de procescondities aangepast. In het uiterste

geval moet een run worden herhaald.

Afwijkende analyseresultaten Monsters worden door de laboratoria opgeslagen. Hierdoor is

heranalyse mogelijk. Dit geldt niet voor droge stof bepalingen.

Page 40: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 26\46

Mogelijke afwijking Maatregel

Uitval van weeginstallatie In overleg met betrokken partijen wordt gezocht naar een andere

weegbrug die voldoende nauwkeurig is.

Er wordt niet voldoende van een bepaalde

kunststoffractie geproduceerd om te kunnen

bemonsteren.

In overleg met de betrokkenen wordt gekeken of meer kunststof kan

worden aangevoerd. Eventueel kan de monstername worden

aangepast.

4.6 Benodigde materialen In deze paragraaf wordt vermeld welke materialen er nodig zijn voor het uitvoeren van de

praktijkproeven.

Vagron

Shovel/heftruc + machinist voor het nemen en verplaatsen van monsters

• Heftruc voor het apart zetten van de kleine balen folies (twee keer per dag)

• Heftruc voor het apart zetten van de kleine balen harde kunststoffen (twee keer per dag)

• Shovel voor het apart zetten van grepen inkomend afval (vijf keer per dag)

• Shovel voor het mengen en uitkruisen van de opzij gezette grepen tot één mengmonster

van 1.000 kg

Containers/bigbags om monsters op te kunnen slaan

• 20 bigbags voor de hard kunststofmonsters (vijf monsters vier grepen)

• Één keer 6 m3 containers voor de huishoudelijk afval monsters van 1.000 kg op

27 november 2009. Mogen ook bigbags zijn

• Één keer 6 m3 containers voor de huishoudelijk afval monsters van 1.000 kg op

4 december 2009. Mogen ook bigbags zijn

Weegbrug en (intern) transport voor het kunnen bepalen van de massa’s van de inkomende en

uitgaande stromen

• Al het binnenkomende (huishoudelijk) afval

• Totalen van de uitgaande folies

• Totalen van de uitgaande harde kunststoffen

Labels voor het markeren van de balen

• Labels voor monsterbaaltjes folies

• Labels voor monsterbaaltjes harde kunststoffen

• Labels voor de tijdens de praktijkproefgeproduceerde balen

Page 41: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

27\46

Mankracht van Tauw

• Één keer uitleg aan shovelmachinisten, monsternemers, weegbrugpersoneel

• Één keer aanwezig bij start proef

• Twee keer toezicht bij het mengen en uitkruisen van de afvalmonsters

• Drie tot vijf keer toezicht bij het monsternemen, controlebezoeken. Eventueel gecombineerd

met andere bezoeken

• Één keer gegevens verzamelen uit weegsystemen

Omrin

Shovel + machinist voor het nemen en verplaatsen van monsters en materiaal voor Tönsmeier

Containers om monsters op te kunnen slaan

• Één keer 40 m3 container voor het opvangen van de grepen uit de bunker (onder tweede

doseertrechter)

• Één keer container voor de huishoudelijk afval monsters van 1.000 kg op 30 november 2009.

Mogen ook bigbags zijn

• Één keer container voor de huishoudelijk afval monsters van 1.000 kg op 7 december 2009.

Mogen ook bigbags zijn

• Zeven keer 6 m3 containers voor kunststofmonsters van ongeveer 120-140 kg iedere twee

dagen één container of het equivalent aan bigbags

Weegbrug en (intern) transport voor het kunnen bepalen van de massa’s van de inkomende en

uitgaande stromen

• Al het binnenkomende (huishoudelijk) afval

• Totalen van de uitgaande folies

• Totalen van de uitgaande harde kunststoffen

• Totalen van de uitgaande RDF

• Totalen van de uitgaande metalen

Weeginrichting in de ONF band

• Totale massa van het ONF dat van de scheidingsinstallatie naar de vergister gaat.

Mankracht van Tauw

• Één keer uitleg aan shovelmachinisten, monsternemers, weegbrugpersoneel

• Één keer aanwezig bij start proef

• Twee keer toezicht bij het mengen en uitkruisen van de afvalmonsters

• Drie tot vijf keer toezicht bij het monsternemen, controlebezoeken

• Één keer gegevens verzamelen uit weegsystemen

Page 42: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 28\46

Tönsmeier

• Shovel/heftruc voor het nemen en verplaatsen van monsters

• Gereedschap om balen te kunnen openen

• Ruimte om de monsters te kunnen sorteren

• Containers/bigbags om monsters op te kunnen slaan

• Weegschaal voor het bepalen van de massa van de monsters

• Weegbrug voor het bepalen van de massa van de verschillende deelstromen

• Handmatige NIR apparatuur voor het analyseren van de kunststoffen

De benodigde materialen bij Tönsmeier worden nog nader afgestemd tussen Tönsmeier, INFA en

Tauw.

Page 43: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

29\46

5 Organisatie

In tabel 5.1 zijn de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen beschreven.

Tabel 5.1 Taken en verantwoordelijkheden

Partij Taken/verantwoordelijkheden

KPMG • Eindverantwoordelijk voor de praktijkproef in het kader van het kostenonderzoek.

• Beslissing nemen wanneer de proef doorgaat of niet.

• De praktijkproef kan tijdens de beoogde periode worden uitgevoerd bij Vagron, Omrin

en Tönsmeier. Afhankelijk van medewerking van betrokken partijen.

Vagron • Leegdraaien bunker bij aanvang praktijkproef

• Een zo stabiel mogelijke procesvoering onder reguliere condities Wat reguliere condities

zijn wordt beschreven in paragraaf 3.3.3

• Beschikbaarheid installatie voor monsterneming. Hiermee wordt bedoeld dat de

installatie draait ten tijden van de praktijkproef en dat monsternemers toegang hebben

tot de installatie op de momenten dat dit nodig is voor het uitvoeren van dit draaiboek.

• Logistieke ondersteuning bij monsterneming. Hiermee wordt bedoeld dat Vagron

personeel beschikbaar heeft voor het begeleiden van externe monsternemers en voor

het nemen van monsters gedurende praktijkproef.

• Beschikbaarheid shovel en andere materialen voor het nemen en verplaatsen van de

monsters

• Beschikbaarheid personeel voor ondersteuning bij monsterneming.

• Opslag van monsters tot aan het transport.

• Transport van de monsters.

Page 44: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 30\46

Partij Taken/verantwoordelijkheden

Omrin • Leegdraaien bunker bij aanvang praktijkproef

• Een zo stabiel mogelijke procesvoering onder reguliere condities Wat reguliere condities

zijn wordt beschreven in paragraaf 3.3.3

• Beschikbaarheid installatie voor monsterneming. Hiermee wordt bedoeld dat de

installatie draait ten tijden van de praktijkproef en dat monsternemers toegang hebben

tot de installatie op de momenten dat dit nodig is voor het uitvoeren van dit draaiboek.

• Logistieke ondersteuning bij monsterneming. Hiermee wordt bedoeld dat Omrin

personeel beschikbaar heeft voor het begeleiden van externe monsternemers en voor

het nemen van monsters gedurende praktijkproef.

• Beschikbaarheid shovel en andere materialen voor het nemen en verplaatsen van de

monsters

• Beschikbaarheid personeel voor ondersteuning bij monsterneming.

• Opslag van monsters tot aan het transport.

• Transport van de monsters.

Tönsmeier • Leegdraaien bunkers bij aanvang praktijkproef

• Een zo stabiel mogelijke procesvoering onder reguliere condities

• Productie van de gewenste kunststof producten

• Beschikbaarheid installatie voor monsterneming

• Logistieke ondersteuning bij monsterneming

• Beschikbaarheid shovel

• Beschikbaarheid personeel voor monsterneming

• Opslag van monsters

• Zorgen dat de gesorteerde stromen worden verwerkt

Tauw • Verantwoordelijk voor het opstellen, afstemming en de kwaliteit van het draaiboek

• Afstemming van protocollen en praktische zaken met Vagron, Omrin en Tönsmeier

• Toezicht tijdens de uitvoering van proeven, monitoring en analyses

• Uitvoering monsterneming in samenwerking met Vagron, Omrin en Tönsmeier

• Verzorgen fysiek transport monsters naar laboratoria

• Verwerken van analyseresultaten in een rapport

Nedvang • Contacten leggen tussen de partijen

• Bezoek aan de installatie in Duitsland regelen

• Voldoen aan de wettelijke eisen voor het sorteergedeelte

• Vergoeden out of pocket kosten aan Omrin en Vagron voor bijvoorbeeld transport

monsters naar Fuhler en Duitsland, huur van containers en ander materieel.

Page 45: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

31\46

6 Planning

In dit hoofdstuk staat de planning weergegeven.

Wee

k44

4546

4748

4950

5152

12

3A

ctiv

iteit

Wie

Voo

rber

eidi

ng

Def

initi

eve

mon

ster

nem

ings

prot

ocol

len

Tau

wA

anko

ndig

ing

sort

eerla

b tij

dstip

van

aan

leve

ren

Tau

wR

egel

en c

onta

iner

s en

klik

o's

Om

rin, V

agro

nB

espr

eken

pra

ktis

che

zake

n m

et d

e be

drijv

enT

auw

In o

rde

bren

gen

expo

rt v

ergu

nnin

gen

Om

rin, V

agro

n<

----

-

Pra

ktijk

proe

fLe

egdr

aaie

n bu

nker

Om

rin, V

agro

nM

onst

erne

min

gT

auw

ism

Om

rin, V

agro

nE

vt tr

ansp

ort n

aar

sort

eerla

bT

auw

Sor

teer

anal

yses

Infa

Tra

nspo

rt k

unst

stof

fen

naar

Tön

smei

erO

mrin

, Vag

ron

Pro

ef s

orte

erin

stal

latie

Tön

smei

erM

onst

erne

min

gT

auw

ism

Tön

smei

erT

rans

port

naa

r so

rtee

rlab

Tau

wS

orte

eran

alys

esS

orte

erla

b

Ver

wer

king

geg

even

sT

auw

Ove

rlegg

enB

espr

ekin

g dr

aaib

oek

Alle

nK

ick-

off m

eetin

gA

llen

Voo

rtga

ngso

verle

gA

llen

Bes

prek

ing

resu

ltate

nA

llen

Page 46: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 32\46

Page 47: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

33\46

7 Chronologisch overzicht van de praktijkproef

7.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat beschreven welke acties wanneer worden uitgevoerd tijdens de

praktijkproef. Achtereenvolgend komen de praktijkproeven bij Vagron, Omrin en Tönsmeier aan

de orde.

7.2 Chronologisch overzicht praktijkproef Vagron

Figuur 7.1 Overzicht van de materiaalstromen bij Va gron

Page 48: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 34\46

Tabel 7.1 Stappen die worden genomen tijdens de pra ktijkproef bij Vagron

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

0 Weekend voor de proef Afvalbunker leegdraaien, voorraden

kunststoffen afvoeren

Vagron

1 Maandag 07:00 uur Vooroverleg/toolboxmeeting +

tekenen proefafspraken en

veiligheid

Vagron

Nedvang

TAUW

2 Maandag 07:30 uur Controle bunkerstanden Vagron

Tauw

3 Maandag 08:00 uur Start praktijkproef, eerste aanvoer

afval

Vagron

Tauw

4 Maandag gehele dag Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

Tauw

5 Maandag gehele dag Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

Tauw

6 Maandag gehele dag Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

Tauw

7 Maandag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

Tauw

8 Dinsdag gehele dag Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

9 Dinsdag gehele dag Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

10 Dinsdag gehele dag Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

11 Dinsdag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

12 Woensdag gehele dag* Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

13 Woensdag gehele dag* Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

14 Woensdag gehele dag* Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

Page 49: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

35\46

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

15 Woensdag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

16 Donderdag gehele dag Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

17 Donderdag gehele dag Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

18 Donderdag gehele dag Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

19 Donderdag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

20 Vrijdag gehele dag Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

21 Vrijdag gehele dag Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

22 Vrijdag gehele dag Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

23 Vrijdag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

24 Vrijdag na sluiting weegbrug Mengen en uitkruisen afvalmonster Vagron

Tauw

25 Maandagochtend Transport van monsters naar

sorteerlab

Vagron

26 Maandag gehele dag Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

27 Maandag gehele dag Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

28 Maandag gehele dag Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

29 Maandag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

30 Dinsdag gehele dag Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

Page 50: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 36\46

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

31 Dinsdag gehele dag Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

32 Dinsdag gehele dag Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

33 Dinsdag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

34 Woensdag gehele dag* Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

35 Woensdag gehele dag* Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

36 Woensdag gehele dag* Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

37 Woensdag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

38 Donderdag gehele dag Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

39 Donderdag gehele dag Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

40 Donderdag gehele dag Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

41 Donderdag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

42 Vrijdag gehele dag Monsters nemen en opslaan

inkomend afval cf.

monitoringsprotocol

Vagron

43 Vrijdag gehele dag Monsters nemen van de folies cf.

monitoringsprotocol

Vagron

44 Vrijdag gehele dag Monsters nemen van de vormvaste

kunststoffen cf. monitoringsprotocol

Vagron

45 Vrijdag gehele dag Balen merken voor proef bij

Tönsmeier

Vagron

46 Vrijdag na sluiten weegbrug Afvalmonster mengen en uitkruisen Vagron

Tauw

47 Maandagochtend Monsters opsturen naar analyselab Vagron

Page 51: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

37\46

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

48 Maandag Massa van de tweeweekse doorzet

afval bepalen

Tauw

Vagron

49 Maandag Massa van de tweeweekse folie

productie bepalen

Tauw

Vagron

50 Maandag Massa van de tweeweekse harde

kunststof productie bepalen

Tauw

Vagron

51 Maandag Beoordeling of de doorzet regulier

was.

Tauw

Vagron

*Op woensdag vindt eens in de twee weken een geplande onderhoudsstop plaats.

7.3 Chronologisch overzicht praktijkproef Omrin

Zeeftrommel 1

Zeeftrommel 2folie/papier-zuiger Magneet 1

Metaal

RDF 2

Magneet 2 Metaal

ONF

Papier/folie

Bunker

Zeeftrommel 3

ONF

Ballistischescheider

NIR 2

NIR 1

RDF

RDF

Vormvaste kunststof

FoliesBaler RDF 1Afval

ONF

RekasSBI

Figuur 7.2 Overzicht van de materiaalstromen bij Om rin

Page 52: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 38\46

Tabel 7.2 Stappen die worden genomen tijdens de pra ktijkproef bij Omrin

Stap

nummer

Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

0 Weekend voor de proef Leegdraaien bunker Omrin

1 Maandag 05:00 uur Vooroverleg/toolboxmeeting +

tekenen proefafspraken en veiligheid

Omrin

Nedvang

TAUW

2 Maandag 05:30 uur Controle bunkerstand inkomende

afval, kunststofbunkers, RDF bunker,

weegstand van het ONF.

Omrin

Tauw

3 Maandag 06:00 uur Start praktijkproef, eerste aanvoer

afval.

Tauw

Omrin

4 Maandag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

Tauw

5 Maandag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

Tauw

6 Maandag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

Tauw

7 Dinsdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

8 Dinsdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

9 Dinsdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

10 Woensdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

11 Woensdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

12 Woensdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

Page 53: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

39\46

Stap

nummer

Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

13 Donderdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

14 Donderdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

15 Donderdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

16 Vrijdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Tauw

Omrin

17 Vrijdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

20 Vrijdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

21 Zaterdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

22 Zaterdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

23 Zaterdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

24 Zondag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

25 Zondag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

26 Zondag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

27 Maandag morgen Monsternemen uit de grepen

huishoudelijk afval

Tauw

Omrin

Page 54: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 40\46

Stap

nummer

Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

28 Maandag morgen Kunststofmonsters en huishoudelijk

afvalmonsters versturen naar

analyselab.

Omrin

29 Maandag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

30 Maandag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

31 Maandag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

32 Dinsdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

33 Dinsdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

34 Dinsdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

35 Woensdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

36 Woensdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

37 Woensdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

38 Donderdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

39 Donderdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

40 Donderdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

Page 55: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

41\46

Stap

nummer

Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

41 Vrijdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Tauw

Omrin

42 Vrijdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

43 Vrijdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

44 Zaterdag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

45 Zaterdag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

46 Zaterdag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

47 Zondag gehele dag Grepen nemen van het inkomend

afval en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

48 Zondag gehele dag Grepen nemen van de gemengde

kunststoffen en opslaan cf.

monitoringsprotocol

Omrin

49 Zondag gehele dag Materiaal apart houden voor proef bij

Tönsmeier cf.

Omrin

50 Maandag morgen Monsternemen uit de grepen

huishoudelijk afval

Tauw

Omrin

51 Maandag morgen Kunststofmonsters en huishoudelijk

afvalmonsters versturen naar

analyselab.

Omrin

52 Maandag Massa van de tweeweekse doorzet

afval bepalen

Tauw

Omrin

53 Maandag Massa van de tweeweekse RDF

productie bepalen

Tauw

Omrin

54 Maandag Massa van de tweeweekse ONF

productie bepalen

Tauw

Omrin

Page 56: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 42\46

Stap

nummer

Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

55 Maandag Massa van de tweeweekse metaal

productie bepalen

Tauw

Omrin

56 Maandag Massa van de tweeweekse folie

productie bepalen

Tauw

Omrin

57 Maandag Massa van de tweeweekse harde

kunststof productie bepalen

Tauw

Omrin

58 Maandag Beoordeling of de doorzet regulier

was.

Tauw

Omrin

Bij Omrin vindt op maandagmorgen gepland onderhoud plaats aan de installatie

7.4 Chronologisch overzicht praktijkproef Tönsmeier

Geplande datum voor deze proef 13 december 2009. De precieze tijdstippen voor deze proef zijn

nog niet bekend.

Tabel 7.3 Stappen die worden genomen tijdens de pra ktijkproef bij Tönsmeier met het materiaal van

Vagron

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

0 Uiterlijk dag voor de proef Aanvoer kunststoffen bij Tönsmeier Vagron

1 Zondag 04:00 uur Vooroverleg/toolboxmeeting +

tekenen proefafspraken en

veiligheid

Tönsmeier

Vagron

TAUW

2 Zondag 04:30 uur Controle of installatie leeg is Tönsmeier

Vagron

Tauw

3 Zondag 04:45 uur Bepalen massa van de

aangevoerde kunststoffen

Tönsmeier

Tauw

Vagron

4 Zondag 05:00 uur tot

07:00 uur

Start testruns, eerste doorvoer

kunststoffen, inregelen installatie,

nasorteren nodig of niet?

Tönsmeier

Tauw

Vagron

5 Zondag 05:00 uur tot

07:00 uur

Monsters nemen van de

verschillende geproduceerde

stromen zodat de installatie bij

geregeld kan worden.

Tauw

Tönsmeier

Page 57: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

43\46

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

6 Zondag 07:00 uur Bepalen massa van de in de

proefrun verwerkte kunststoffen

en leegmaken installatie

Tauw

Tönsmeier

7 Zondag 07:30 uur Start praktijkproef Tönsmeier

Tauw

Vagron

8 Zondag gehele dag Monsters nemen PET conform

monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

9 Zondag gehele dag Monsters nemen PE-flessen

conform monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

10 Zondag gehele dag Monsters nemen PE-folies conform

monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

11 Zondag gehele dag Monsters nemen PP conform

monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

12 Zondag gehele dag Monsters nemen harde kunststoffen

conform monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

13 Zondag gehele dag Monsters nemen Gemengde

kunststoffen (lichte kunststoffen)

conform monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

14 Zondag einde dag Bepalen verwerkte hoeveelheid

kunststoffen tijdens de praktijkproef

Tauw

Vagron

Aansluitend aan de praktijkproef met het materiaal van Vagron staat een proefrun gepland met

het materiaal van Omrin. In de onderstaande tabel staan de te doorlopen stappen vermeld. De

precieze tijdstippen voor deze proef zijn nog niet bekend.

Tabel 7.4 Stappen die worden genomen tijdens de pro efrun bij Tönsmeier met het materiaal van Omrin

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

0 Uiterlijk dag voor de proef Aanvoer kunststoffen bij Tönsmeier Vagron

1 Aansluitend aan leegdraaien

na de praktijkproef met het

Vagron materiaal

Vooroverleg/toolboxmeeting +

tekenen proefafspraken en

veiligheid

Kan eventueel ook gecombineerd

worden met de toolboxmeeting om

4:00 uur.

Tönsmeier

Omrin

TAUW

Page 58: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 44\46

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

2 Aansluitend aan

toolboxmeeting

Start testruns, eerste doorvoer

kunststoffen, inregelen installatie,

nasorteren nodig of niet?

Tönsmeier

Tauw

Omrin

3 Tijdens proefdraaien Monsters nemen van de

verschillende geproduceerde

stromen zodat de installatie bij

geregeld kan worden.

Tauw

Tönsmeier

4 Einde proefrun Als de gewenste kwaliteiten zijn

bereikt en er enige tijd constant

gedraaid is of als al het materiaal

verwerkt is kan de proefrun worden

beëindigd.

Tönsmeier

Tauw

Omrin

5 Na proefrun Vastleggen van de instellingen van

de installatie

Tönsmeier

Geplande datum voor deze proef 20 december 2009. De precieze tijdstippen voor deze proef zijn

nog niet bekend.

Tabel 7.5 Stappen die worden genomen tijdens de pra ktijkproef bij Tönsmeier met het materiaal van Omri n

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

0 Uiterlijk dag voor de proef Aanvoer kunststoffen bij Tönsmeier Vagron

1 Zondag 04:00 uur Vooroverleg/toolboxmeeting +

tekenen proefafspraken en

veiligheid

Tönsmeier

Omrin

TAUW

2 Zondag 04:30 uur Controle of installatie leeg is Tönsmeier

Omrin

Tauw

3 Zondag 04:45 uur Bepalen massa van de

aangevoerde kunststoffen

Tönsmeier

Tauw

Omrin

4 Zondag 05:00 uur tot

07:00 uur

Start testruns, eerste doorvoer

kunststoffen, inregelen installatie,

nasorteren nodig of niet?

Tönsmeier

Tauw

Omrin

Page 59: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen

45\46

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

5 Zondag 05:00 uur tot

07:00 uur

Monsters nemen van de

verschillende geproduceerde

stromen zodat de installatie bij

geregeld kan worden.

Tauw

Tönsmeier

6 Zondag 07:00 uur Bepalen massa van de in de

proefrun verwerkte kunststoffen

en leegmaken installatie

Tauw

Tönsmeier

7 Zondag 07:30 uur Start praktijkproef Tönsmeier

Tauw

Omrin

8 Zondag gehele dag Monsters nemen PET conform

monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

9 Zondag gehele dag Monsters nemen PE-flessen

conform monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

10 Zondag gehele dag Monsters nemen PE-folies conform

monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

11 Zondag gehele dag Monsters nemen PP conform

monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

12 Zondag gehele dag Monsters nemen harde kunststoffen

conform monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

13 Zondag gehele dag Monsters nemen Gemengde

kunststoffen (lichte kunststoffen)

conform monitoringsprotocol

Tauw

Tönsmeier

14 Zondag einde dag Bepalen verwerkte hoeveelheid

kunststoffen tijdens de praktijkproef

Tauw

Omrin

Page 60: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R001-4682119JUO-kmn-V01-NL

Draaiboek praktijkproef nascheiding kunststof verpakkingen 46\46

Page 61: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Bijlage

1

Definities van kwaliteitseisen

Page 62: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek
Page 63: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

De verschillende fracties die uit de sorteerinstallatie komen moeten voldoen aan de eisen uit het

Uitvoerings- en monitoringsprotocol. De eisen staan hieronder weergegeven.

PET (eventueel helder en bont)

• 97 % zuiver

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 3 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Andere metaaldelen: <0,5 %

• Andere kunststoffen: <2 %

• PVC: <0,1 %

• EPS: <0,5 %

• Andere reststoffen: <2 %

PE-flessen (hoogwaardig PE)

• 98 % zuiver

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 2 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Andere metaaldelen: <0,5 %

• Andere kunststoffen: <2 %

• PVC: <0,1 %

• EPS: <0,5 %

• Andere reststoffen: <2 %

PE (folies)

• 95 % zuiver

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 450 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststoffolie: 5 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Andere metaaldelen: <0,5 %

• Andere kunststoffen: <4 %

• Andere reststoffen: <4 %

Page 64: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

PP (indien voldoende aanwezig)

• 97 % zuiver

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 3 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Andere metaaldelen: <0,5 %

• Andere kunststoffen: <2 %

• PVC: <0,1 %

• EPS: <0,5 %

• Andere reststoffen: <2 %

Harde kunststoffen

• Minimaal 90 % kunststof verpakkingsmateriaal

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 10 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Papier of karton: <5 %

• Andere metaaldelen: <2 %

• PET-flessen (transparant): <4 %

• Andere reststoffen: <3 %

Gemende kunststoffen (lichte kunststoffen)

• Minimaal 95 % kunststof verpakkingsmateriaal

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 250 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 5 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Papier of karton: <5 %

• Andere metaaldelen: <2 %

• PET-flessen (transparant): <4 %

• Andere reststoffen: <3 %

De vervuiling die aanwezig mag zijn is hiermee vastgelegd. Hierbij wordt de volgende

interpretatie aangehouden: X % zuiver betekent maximaal 100-X massa % andere stoffen dan de

gewenste. Een aantal ongewenste stoffen mogen echter alleen aanwezig zijn in lagere

massapercentages dan 100-X massa %. Deze stoffen zijn expliciet genoemd, zoals ‘andere

metaaldelen’. Daarnaast kunnen er nog ‘andere reststoffen’ aanwezig zijn dan de expliciet

genoemde. ‘Andere reststoffen’ zijn alle stoffen die in de opsomming van de betreffende fractie

niet expliciet genoemd zijn. Het maximaal toegestane massapercentage aan ‘andere reststoffen’

is meestal kleiner dan 100-X massa %. Totaal bestaat een fractie dus uit

Zuiver + expliciet genoemde vervuilingen + andere reststoffen.

Page 65: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Voor dit onderzoek zijn daarnaast de volgende definities vastgesteld voor het bepalen van de

bovenstaande eisen.

Zuiverheid

Voor de specifiek genoemde kunststoffen wordt een zuiverheid vastgesteld. Voor zuiverheid

wordt uitgegaan van de volgende definitie: Ieder deeltje wordt ingedeeld op basis van het

grootste aandeel materiaal op massabasis in dit deeltje.

Bijvoorbeeld: een PET-fles met een dop van PE en een label van PP wordt ingedeeld als

PET-fles. Het gewicht van de dop en het label tellen mee in de fractie PET. De in de fles

achtergebleven inhoud wordt ook meegerekend met de hoeveelheid PET, evenals het

aanhangend vuil en vocht. Een PE fles die bij de fractie PET terecht is gekomen wordt uiteraard

bij de niet-PET fractie gerekend. Op deze manier ontstaat een fractie aan zuivere kunststof en

een fractie vervuiling. Het totale gewicht van de zuivere kunststof wordt bepaald en dit wordt

gedeeld door het gewicht van het totale monster. Hieruit volgt de zuiverheid.

Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststoffen

De vervuiling bestaat uit meerdere fracties van vervuiling die apart worden uitgesorteerd. De

fracties worden hieronder beschreven. Het totale gewicht van de vervuilingen wordt bepaald en

dit wordt gedeeld door het totale gewicht van het volledige monster. Hieruit volgt het aandeel

vervuiling.

Nb. Het aandeel vervuiling opgeteld bij de zuiverheid levert altijd 100 % op.

Andere kunststoffen

Uit de fractie vervuiling worden de kunststoffen in een aparte fractiegesorteerd. Dit gebeurt op

basis van NIR technologie. Hierdoor ontstaan de fracties overige kunststoffen en andere

reststoffen. De massa van de fractie kunststof vervuiling wordt bepaald en gedeeld door de

massa van het totale monster. Hieruit volgt het percentage overige kunststoffen.

PVC

Uit de fractie overige kunststoffen wordt PVC in een aparte fractiegesorteerd. Dit gebeurt op basis

van NIR technologie. De massa van de fractie PVC wordt bepaald en gedeeld door de massa van

het totale monster. Hieruit volgt het percentage PVC.

EPS

Uit de fractie overige kunststoffen wordt EPS in een aparte fractiegesorteerd. Dit gebeurt op basis

van NIR technologie. De massa van de fractie EPS wordt bepaald en gedeeld door de massa van

het totale monster. Hieruit volgt het percentage EPS.

Page 66: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram

Bij het sorteren van de vervuiling wordt onder andere een fractie metaal gemaakt en een fractie

minerale reststoffen. Van beide fracties wordt bepaald of er delen aanwezig zijn die meer dan 100

gram wegen. Bij aanwezigheid van delen met een massa groter dan 100 gram voldoet de fractie

niet aan de eisen.

Nb. Het feit dat er in de proeven geen delen groter dan 100 gram worden gevonden leidt er niet

direct toe dat geconcludeerd kan worden dat er nooit metaaldelen of minerale reststoffen

voorkomen in de geproduceerde fracties. Dit kan niet worden bepaald op basis van statistiek.

Andere metaaldelen

Alle metaaldelen worden in een aparte fractie uitgesorteerd het gewicht van deze fractie wordt

bepaald en gedeeld door het totale gewicht van het monster. Hieruit volgt het aandeel

metaaldelen.

Andere reststoffen

Onder deze noemer vallen alle deeltjes in de fractie vervuiling die niet eerder genoemd zijn in de

voorgaande paragrafen . De massa van deze fractie wordt bepaald en gedeeld door de massa

van het totale monster.

Page 67: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

D Draaiboek en monitoringprotocol praktijkproeven sortering (update april 2010)

Page 68: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Draaiboek sorteerproef Tönsmeier

16 april 2010

Page 69: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek
Page 70: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Draaiboek sorteerproef Tönsmeier

Page 71: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek
Page 72: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

5\38

Verantwoording Titel Draaiboek sorteerproef Tönsmeier

Opdrachtgever KPMG Sustainability

Projectleider ir. Geert Cuperus

Auteur(s) ir. Jurgen Ooms

Projectnummer 4682119

Aantal pagina's 38 (exclusief bijlagen)

Datum 16 april 2010

Handtekening

Colofon

Tauw bv

afdeling Milieu

Handelskade 11

Postbus 133

7400 AC Deventer

Telefoon (0570) 69 99 11

Fax (0570) 69 96 66

Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd

met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom.

De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw

hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens:

– NEN–EN–ISO 9001.

Page 73: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

6\38

Page 74: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

7\38

Inhoud

Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 5

1 Inleiding.......................................... ................................................................................ 9

2 Ondertekening ...................................... ....................................................................... 11

3 Met welk kunststof wordt de proef uitgevoerd?...... ................................................. 13 3.1 Omrin............................................................................................................................. 13 3.2 Attero............................................................................................................................. 13

4 Korte beschrijving van de installatie ............... .......................................................... 15

5 Monsterneming...................................... ...................................................................... 19 5.1 Monsternemingsmedewerkers ...................................................................................... 19 5.2 Monsternemingsprotocol ............................................................................................... 19 5.3 Aanpassen van de instellingen aan de hand van monsterneming ................................ 20

6 Transport van monsters ............................. ................................................................ 21 6.1 Wet en regelgeving ....................................................................................................... 21 6.2 Transport door medewerkers Tauw of van Wageningen Universiteit............................ 21

7 Massabalansen...................................... ...................................................................... 23 7.1 Massabalans tijdens de pre proef ................................................................................. 23

8 Welke materialen zijn nodig bij Tönsmeier en wie or ganiseert dit?....................... 25

9 Veiligheid ......................................... ............................................................................ 27

10 Kostengegevens...................................... .................................................................... 29

11 Planning ........................................... ............................................................................ 31

12 Analyse............................................ ............................................................................. 33

13 Chronologisch overzicht ............................. ............................................................... 35

Page 75: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

8\38

Bijlage(n) 1. Definities van kwaliteitseisen

Page 76: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

9\38

1 Inleiding

In opdracht van Stichting Nedvang voert KPMG een activity based onderzoek uit naar de kostprijs

en de kostenbandbreedtes als gevolg van gevoeligheden in de gehele keten van nascheiding van

kunststofverpakkingen uit huishoudelijk restafval.

De keten van nascheiding bestaat uit de volgende ketenonderdelen:

• Inzameling van huishoudelijk restafval & transport (inclusief eventueel opslag) naar

nascheider

• Scheiding & nascheiding bij nascheider van huishoudelijk restafval in kunststoffracties

• Transport van nagescheiden kunststoffracties naar sorteerder

• Sortering van nagescheiden kunststoffracties bij sorteerder in de kunststoffracties volgens

bijlage C3 Uitvoerings– en monitoringsprotocol

In het kader van het kostenonderzoek moeten een aantal praktijkproeven worden uitgevoerd.

Voor deze praktijkproeven heeft Tauw een draaiboek geschreven waarin de verschillende

stappen tijdens deze proeven zijn beschreven. Er zijn praktijkproeven volgens het draaiboek

uitgevoerd bij de nascheidingsinstallaties in het noorden van Nederland. Nadat de proeven bij de

nascheidingsinstallaties plaats hebben gevonden was het de bedoeling de kunststofstromen te

sorteren bij de firma Tönsmeier in Duitsland.

Om de gemengde kunststof naar de installatie van Tönsmeier te mogen transporteren is een

EVOA beschikking nodig die toestaat dat de gemengde kunststoffen die onder de afvalwetgeving

vallen worden geëxporteerd. Het verkrijgen van de benodigde EVOA beschikkingen heeft zo lang

geduurd dat is de proeven bij Tönsmeier gedurende lange tijd zijn uitgesteld. Attero (het vroegere

Essent Milieu) heeft daarom ter versnelling van het gehele proces zelf sorteerproeven uitgevoerd

met de harde kunststoffen uit hun nascheidingsinstallatie.

De proeven van Attero zijn uitgevoerd bij verschillende sorteerders in Duitsland. Deze proeven

hebben inzicht gegeven in het sorteren van kunststoffen. Echter alleen in het sorteren van de

harde kunststoffen van Attero. Hiermee is er inzicht in het sorteren van slechts een vierde van

alle kunststofstromen die voor het kostenonderzoek van belang zijn. Van het sorteren van de

zachte kunststoffen van zowel Attero als Omrin alsmede de harde kunststoffen van Omrin is geen

informatie beschikbaar. Nu de benodigde EVOA beschikkingen eindelijk binnen zijn is besloten

als nog de proeven bij Tönsmeier uit te voeren omdat daardoor inzicht ontstaat in het sorteren

van alle vier de nagescheiden stromen.

Page 77: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

10\38

In dit draaiboek staat beschreven hoe de proeven bij Tönsmeier uitgevoerd zullen worden. Een

(kortere) beschrijving van de proeven stond ook al in het “Draaiboek praktijkproef nascheiding

kunststof verpakkingen” (R001–4682119JUO–kmn–V01). Dit draaiboek is een update van het

gedeelte uit het genoemde draaiboek voor wat betreft het gedeelte dat te maken heeft met de

proeven bij Tönsmeier. Er was een update nodig omdat door de proeven van Attero een

voortschrijdend inzicht is ontstaan over de proeven en omdat er nog geen gedetailleerde

afspraken zijn gemaakt over de proef bij Tönsmeier.

Page 78: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

11\38

2 Ondertekening

Onderstaande partijen gaan akkoord met hetgeen is overeengekomen en afgestemd over de

praktijkproef in de installatie van Tönsmeier, ten behoeve van het kostenonderzoek nascheiding

kunststof verpakkingen en is vastgelegd in dit draaiboek. De partijen verklaren dat zij het

draaiboek tijdens de proef zo goed mogelijk zullen volgen, maar accepteren ook dat tijdens een

proef zoals beschreven in dit draaiboek zich onverwachte gebeurtenissen voor kunnen doen. In

dat geval zal tussen de partijen worden overlegd op welke wijze de proef wordt voortgezet en

welke invloed dit heeft op de resultaten.

Stichting Nedvang KPMG Advisory N.V.

Omrin Essent milieu (Vagron)

Tauw bv

Page 79: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

12\38

Page 80: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

13\38

3 Met welk kunststof wordt de proef uitgevoerd?

3.1 Omrin Tijdens de praktijkproef bij Omrin van 23 november tot en met 6 december is materiaal opgebulkt

dat uit de nascheidingsinstallatie kwam. Het materiaal is opgeslagen in 40 m3 containers. Uit de

nascheidingsinstallatie komen twee stromen materiaal: Vormvaste kunststoffen en folies. Deze

stromen zijn gemengd voordat zij zijn opgeslagen in de containers. Dit materiaal zal worden

gebruikt voor de sorteerproeven bij Tönsmeier. In totaal is ongeveer 70 ton gemengde

kunststoffen beschikbaar voor de proef. Omrin heeft het materiaal geschouwd en gaat akkoord

met de proef bij Tönsmeier op basis van het materiaal uit de Nederlandse praktijkproeven. 20 ton

van het materiaal wordt gebruikt tijdens de pre proef. 50 ton materiaal wordt gebruikt tijdens de

definitieve proef.

3.2 Attero Tijdens de praktijkproef bij Vagron van 23 november tot en met 6 december is materiaal gebaald

vrijgekomen uit de nascheidingsinstallatie. Dit materiaal betstaat uit twee verschillende stromen:

Vormvaste kunststoffen en folies. Deze stromen zijn apart gebaald. De balen die tijdens de proef

geproduceerd zijn hebben tijdens de proef een label gekregen. Hierdoor is het mogelijk dit

materiaal te onderscheiden van de kunststoffen die op een ander tijdstip dan tijdens de proef zijn

geproduceerd. De balen liggen nu opgeslagen op locatie Wijster van Attero. Voor de proef bij

Tönsmeier zullen balen uit de opslag in Wijster worden gebruikt uit de praktijkproef in Nederland.

De balen worden in een verhouding zoals zij zijn geproduceerd tijdens de praktijkproef

getransporteerd naar Tönsmeier. Dit houdt in dat de verhouding ongeveer 2 balen harde

kunststoffen ten opzichte van 1 baal folies zal moeten zijn. Over deze verhouding zal nog

overeenstemming moeten worden bereikt tussen Attero, Tönsmeier en KPMG. Tauw levert een

lijst waarop de nummers van de balen staan die worden gekozen uit de voorraad in Wijster. De

keuze van de balen zal gestratificeerd in de tijd willekeurig zijn. In totaal zal ongeveer 50 ton

materiaal voor de proef worden gebruikt.

Page 81: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

14\38

Page 82: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

15\38

4 Korte beschrijving van de installatie

De installatie van Tönsmeier in Porta Westfalica is een installatie die ontworpen is voor het

sorteren van DSD materiaal. Tijdens de proef worden alleen kunststoffen gesorteerd. Daarom

worden de instellingen van de installatie aangepast aan de materialen die worden gesorteerd.

Hiervoor is overleg geweest met HPT en Titech, die de instellingen van de installatie hebben

aangepast. Hierdoor wordt de output van de installatie zo veel mogelijk gericht op het

maximaliseren van de fracties die volgens het uitvoeringsprotocol gewenst zijn. Om de installatie

zo effectief mogelijk te gebruiken worden de folies en de vormvaste kunststoffen tegelijkertijd

door de installatie gesorteerd. Een flowdiagram van de installatie zoals die zal functioneren

tijdens de proeven staat hieronder weergegeven.

Page 83: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

16\38

Page 84: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

17\38

De installatie van Tönsmeier kan de onderstaande lijst van materialen sorteren.

1. PE (folies)

2. Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen)

3. Harde kunststoffen. Komt op twee plaatsen vrij maar wordt gemengd

4. PET (Helder en bont gezamenlijk)

5. PE (hoogwaardig PE)

6. PP

7. Rest >20 mm

8. Blik/ijzer

9. Dranken kartons

10. Aluminium

11. Papier en karton

12. Rest <20 mm

Tijdens de proef zullen niet al deze stromen worden geproduceerd. Enerzijds omdat de

materialen niet in het Nederlandse materiaal aanwezig zijn, anderzijds omdat er voor gekozen

kan worden deze fracties niet uit te sorteren.

De eerste 7 fracties in de bovenstaande lijst worden tijdens de proef bemonsterd. Daarnaast

zullen de stromen 8 tot en met 11 ook vrijkomen maar naar verwachting in een dergelijk geringe

mate dat bemonstering niet zinvol wordt geacht. Stroom 7 is de reststroom die overblijft nadat de

gewenste stoffen zijn uitgesorteerd. Het is de bedoeling dat deze stroom zo klein mogelijk is

tijdens de proef.

Page 85: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

18\38

Page 86: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

19\38

5 Monsterneming

5.1 Monsternemingsmedewerkers De monsterneming zal worden uitgevoerd door medewerkers van Tauw.

5.2 Monsternemingsprotocol In het ‘Monitoringsprotocol praktijkproef kunststof nascheiding’ (R003 is beschreven hoeveel

monsters van iedere stroom worden genomen en uit hoeveel grepen deze monsters bestaan.

Door voortschrijdend inzicht is het nodig deze aantallen en grepen aan te passen. Met name de

beperkte tijd in een dag en de grootte van een monster dat de grens over mag zijn hierbij

bepalend voor de greepgrootte en het aantal grepen dat redelijkerwijs per dag genomen kan

worden.

Op dit moment wordt er vanuit gegaan dat van iedere van de onderstaande stromen vier grepen

worden genomen tussen 20 en 25 kg. De grepen mogen niet groter zijn dan 25 kg omdat zij dan

niet meer over de grens mogen worden getransporteerd zonder kennisgeving. De grepen moeten

minimaal 20 kg wegen om nog representatief te zijn. Dit netto gewicht wordt bepaald met een

veerunster bij de monstername. Als een greep niet zwaar genoeg is of als hij te zwaar is dan

wordt de greep opnieuw genomen of uitgekruist. Door praktische bezwaren tijdens de proef kan

het zijn dat er minder grepen genomen kunnen worden. Er wordt in ieder geval vanuit gegaan dat

er 3 grepen per stroom worden genomen.

Van de onderstaande stromen zullen monsters genomen worden:

1. Aangevoerd materiaal

2. PE (folies)

3. Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen)

4. Harde kunststoffen. Komt op twee plaatsen vrij maar wordt gemengd

5. PET (Helder en bont gezamenlijk)

6. PE (hoogwaardig PE)

7. PP

8. Rest >20 mm

Hieruit volgt dat er 32 grepen genomen worden die samen 8 monsters vormen.

De grepen worden bij voorkeur genomen door een big bag onder de uitworp van een

transportband te houden. Hierdoor ontstaat een representatieve greep waarin alle deeltjes even

veel kans hebben om aanwezig te zijn in de greep. De grepen van de output stromen worden

genomen van de uitworp van de transportbanden die in de bunkers uitkomen.

Page 87: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

20\38

Eventueel moet de vallende stroom worden opgevangen met een stuk zeil voordat de greep

wordt overgebracht in een big bag.

Grepen van de aangevoerde materialen zullen worden genomen door een big bag of zeil onder

de doseerschroeven te houden. Voor het materiaal van Attero betekent dit dat er nog gekeken

moet worden hoe de monstername in de juiste verhouding tussen vormvaste kunststoffen en

folies. Dit zal 26 maart gebeuren.

5.3 Aanpassen van de instellingen aan de hand van m onsterneming Om de installatie zo goed mogelijk in te stellen op de materialen die moeten worden gesorteerd

en om de gewenste kwaliteiten van de outputstromen te behalen word met materiaal van Omrin

een preproef gehouden. Tijdens de proef wordt de installatie ingeregeld en aan het einde van de

pre proef worden monsters genomen volgens het monsternemingsprotocol uit de paragraaf

hierboven. De monsters worden geanalyseerd volgens de normale analyseprocedure. Aan de

hand van deze resultaten wordt de installatie van Tönsmeier eventueel nog bijgesteld voor de

echte proef.

Page 88: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

21\38

6 Transport van monsters

6.1 Wet en regelgeving De monsters moeten van Tönsmeier worden getransporteerd naar het analyselab van de

Wageningen Universiteit. Hierbij moet rekening worden gehouden met de daarbij geldende regels

met betrekking tot het vervoer van afvalstoffen. Het transporteren van afvalstoffen over de grens

is gebonden aan regels die weergegeven zijn in de EVOA wetgeving.

In de EVOA staat over het transport van monsters het volgende:

4. Overbrengingen van afvalstoffen die uitdrukkelijk bestemd zijn voor laboratoriumanalyse ter

bepaling van hun fysische of chemische eigenschappen of van hun geschiktheid voor nuttige

toepassing of verwijdering, vallen niet onder de procedure van voorafgaande schriftelijke

kennisgeving en toestemming van lid 1. In plaats daarvan gelden de procedurele voorschriften

van artikel 18. De hoeveelheid uitdrukkelijk voor laboratoriumanalyse bestemde afvalstoffen

waarvoor deze uitzondering geldt, is de kleinste hoeveelheid die redelijkerwijs nodig is om de

analyse in elk specifiek geval naar behoren uit te voeren, en bedraagt ten hoogste 25 kg.

Bij ieder monster (<25 kg) behoort dus een formulier aanwezig te zijn uit bijlage VII van de EVOA.

Dit houdt in dat er minimaal 27 formulieren aanwezig horen te zijn bij iedere praktijkproef. Tauw

zorgt voor deze formulieren en de juiste manier van invullen.

Er behoort volgens de EVOA ook van te voren een contract te zijn tussen de opdrachtgever en de

ontvanger. In de toelichting op het invullen van het begeleidende formulier staat echter het

volgende:

Contract

De opdrachtgever moet voordat het transport plaatsvindt, met de ontvanger een juridisch

bindend contract afsluiten (geldt niet in geval van afvalstoffen voor laboratoriumanalyse).

Er hoeft dus geen contract aanwezig te zijn tussen de opdrachtgever en de ontvanger.

6.2 Transport door medewerkers Tauw of van Wagening en Universiteit Het transport van de monsters van Tönsmeier naar Wageningen wordt uitgevoerd door Tauw of

door de Universiteit Wageningen. Het transport voor de pre–proef wordt uitgevoerd door Tauw.

Voor het monstertransport na de praktijkproef staat nog niet vast welke van de twee genoemde

partijen het transport op zich zal nemen.

Page 89: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

22\38

Page 90: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

23\38

7 Massabalansen

De massa van de ingaande en uitgaande stromen moet worden vastgelegd zodat een

massabalans kan worden opgesteld. Tönsmeier zorgt voor de wegingen nadat het materiaal is

gebaald. Hiervoor wordt het materiaal in een container op de weegbrug gewogen.

Door Tönsmeier worden dus de massa’s van de volgende materiaalstromen aangeleverd:

1. Aangevoerd materiaal

2. PE (folies)

3. Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen)

4. Harde kunststoffen. Komt op twee plaatsen vrij maar wordt gemengd

5. PET (Helder en bont gezamenlijk)

6. PE (hoogwaardig PE)

7. PP

8. Rest >20 mm

9. Blik/ijzer

10. Dranken kartons (niet verwacht tijdens de sorteerproef)

11. Aluminium

12. Papier en karton (niet verwacht tijdens de sorteerproef)

13. Rest <20 mm

Attero en Omrin leveren ook weegbrug gegevens aan van het materiaal dat van hun eigen locatie

naar Tönsmeier is getransporteerd zodat een extra controle ontstaat.

Het materiaal van Omrin wordt in 40 m3 containers aangeleverd die niet worden uitgestort.

Hierdoor is het mogelijk om de juiste verdeling van materiaal over de pre proef en de werkelijke

proef in de hand te houden. Hiervoor worden de weeggegevens en de nummers van de bakken

gebruikt.

7.1 Massabalans tijdens de pre proef Tijdens de pre–proef worden alleen de stromen 1 tot en met 8 gewogen aan het einde van de

proef om een indicatie te krijgen van een massabalans. Het wegen van de stromen 9 tot en met

13 wordt niet zinvol geacht omdat dit veel extra tijd en werk kost en het geen extra informatie

oplevert. Ten eerste zijn de stromen 9 tot en met 13 zo klein dat er een grote weegfout zal

worden gemaakt. Ten tweede is de pre–proef gericht op het optimaliseren van de kwaliteit van de

uitgangsgegevens. Ten derde wordt tijdens de proef nog “gesleuteld” aan de instellingen van de

installatie.

Page 91: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

24\38

Een massabalans over de installatie tijdens de proef zal door de meetfouten in de kleine stromen

9 tot en met 13 geen betrouwbaar beeld geven van de proef. Daarnaast is een berekende

massabalans een balans over een installatie die bijna constant is bijgeregeld tijdens de pre proef

waardeloos voor voorspellingen over de resultaten tijdens de echte proef.

Page 92: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

25\38

8 Welke materialen zijn nodig bij Tönsmeier en wie organiseert dit?

Georganiseerd door Tönsmeier

1. Eventueel shovel/heftruc voor het nemen en verplaatsen van monsters en balen

2. Eventueel gereedschap om balen te kunnen openen

3. Ruimte om de monsters tijdelijk op te kunnen slaan

4. Weegbrug voor het bepalen van de massa van de verschillende deelstromen

Georganiseerd door Tauw

1. Veerunster voor grove bepaling van het gewicht van de grepen

2. Big bags/zeil

3. Klok voor tijdwaarneming voor evenredige monstername tussen verschillende stromen

Page 93: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

26\38

Page 94: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

27\38

9 Veiligheid

Personen die aanwezig zijn bij de proef zijn VCA vol opgeleid en zullen zich houden aan de

veiligheidsvoorschriften van Tönsmeier.

De monsterneming wordt uitgevoerd door medewerkers van Tauw. Zij zullen hierbij worden

begeleid door een medewerker van Tönsmeier.

Page 95: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

28\38

Page 96: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

29\38

10 Kostengegevens

KPMG ontvangt van OMRIN en Attero de gegevens over de kosten voor het transport. KPMG en

de beide nascheiders regelen dit verder onderling. KPMG ontvangt via NedVang de

kostengegevens voor het sorteren van de nagescheiden kunststoffen door Tönsmeier.

Page 97: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

30\38

Page 98: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

31\38

11 Planning

De pre proef vindt plaats op 29 maart 2010. Uit deze proef worden monsters genomen die

geanalyseerd moeten worden. Als de analyses bekend zijn dan zijn er nog één of twee dagen

nodig om de gegevens te verwerken door Tauw en voor Omrin, HTP, Tönsmeier en Titech om de

instellingen van de installatie van Tönsmeier eventueel aan te passen. Daarna kan de werkelijke

praktijkproef plaats vinden. De praktijkproef van zowel Omrin als Attero zullen op dezelfde dag

worden uitgevoerd. De datum voor deze proef is vastgesteld op 19 april 2010.

Page 99: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

32\38

Page 100: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

33\38

12 Analyse

De analyse van de monsters wordt uitgevoerd door de Wageningen Universiteit. Tauw zal de

resultaten interpreteren en toetsen aan de normen die in het uitvoeringsprotocol vermeld staan.

De analyses worden uitgevoerd zodat de gegevens zoals vermeld in bijlage 1 van dit draaiboek

beschikbaar komen. De gegevens in bijlage 1 komen overeen met de gegevens die vermeld

stonden in het originele ‘Draaiboek praktijkproef kunststof nascheiding’. Er is 1 verschil: er wordt

ook onderzocht wat het aandeel niet–verpakkingskunststof is. Dit wordt apart gerapporteerd.

Page 101: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

34\38

Page 102: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

35\38

13 Chronologisch overzicht

In de onderstaande tabel staat het chronologisch overzicht van de pre proef met de kunststoffen

van Omrin. De datum voor de pre proef is 29 maart 2010.

Tabel 13.1 Stappen die worden genomen tijdens de pr e proef bij Tönsmeier met het materiaal van Omrin

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

0 26 maart Aanvoer kunststoffen bij Tönsmeier Omrin

1 07:30 uur Vooroverleg/toolboxmeeting Tönsmeier

Omrin

TAUW

Attero

NedVang

KPMG

2 07:50 uur Controle of installatie leeg is Tönsmeier

Omrin

Tauw

3 08:00 uur Bepalen massa van de aangevoerde

kunststoffen

Tönsmeier

Tauw

Omrin

4 08:00 uur tot

11:00 uur

Start testruns, eerste doorvoer

kunststoffen, inregelen installatie,

handmatig nasorteren nodig of niet?

Tönsmeier

Tauw

Omrin

5 11:00 uur tot

12:00 uur

Monsters nemen van de verschillende

geproduceerde stromen volgens het

monsternemingsprotocol in paragraaf 4

van dit draaiboek.

Tauw

Tönsmeier

Evt assistentie

6 13:00 uur Bepalen massa van de in de proefrun

verwerkte kunststoffen

(alleen hoofdstromen) en leegmaken

installatie

Tauw

Tönsmeier

In tabel 3.2 staat het chronologisch overzicht van de praktijkproef met de kunststoffen van Omrin.

De datum voor de praktijkproef is nog niet vastgesteld. Ook de tijden zijn een inschatting.

Page 103: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

36\38

Tabel 13.2 Stappen die worden genomen tijdens de pr aktijkproef bij Tönsmeier met het materiaal van

Omrin

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

1 6:30 uur Vooroverleg/toolboxmeeting Tönsmeier

Omrin

TAUW

NedVang

KPMG

2 7:00 uur Start praktijkproef Tönsmeier

Tauw

Omrin

3 7:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen van PET conform

dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

4 7:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen van PE–flessen

conform dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

5 7:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen de PE–folies

conform dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

6 7:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen PP conform dit

draaiboek

Tauw

Tönsmeier

7 7:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen van de harde

kunststoffen conform dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

8 7:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen gemengde

kunststoffen (lichte kunststoffen)

conform dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

9 einde proef (verwachting

rond 14:00 uur)

Bepalen verwerkte hoeveelheid

kunststoffen tijdens de praktijkproef

Tauw

Omrin

Tönsmeier

10 Kort na einde proef Korte bespreking Tönsmeier

Omrin

Tauw

In de onderstaande tabel staat het chronologisch overzicht van de praktijkproef met de

kunststoffen van Omrin. De datum voor de praktijkproef is nog niet vastgesteld. Ook de tijden zijn

een inschatting.

Page 104: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

37\38

Tabel 13.3 Stappen die worden genomen tijdens de pr aktijkproef bij Tönsmeier met het materiaal van Att ero

Stapnummer Tijdstip Omschrijving Verantwoordelijke Uitgevoerd?

0 1 of twee dagen voor de

praktijkproef

Aanleveren van de kunststoffen Attero

1 15:30 uur Vooroverleg/toolboxmeeting Tönsmeier

Attero

TAUW

KPMG

NedVang

2 14:00 uur Controle of installatie leeg is Tönsmeier

Attero

Tauw

3 14:00 uur Bepalen massa van de

aangevoerde kunststoffen

Tönsmeier

Tauw

Attero

4 14:00 uur tot

einde proef (verwachting

rond 19:00 uur)

Doorvoer kunststoffen, en verder

inregelen installatie?

Tönsmeier

Tauw

5 14:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen van PET conform

dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

6 14:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen van PE–flessen

conform dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

7 14:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen de PE–folies

conform dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

8 14:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen PP conform dit

draaiboek

Tauw

Tönsmeier

9 14:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen van de harde

kunststoffen conform dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

10 14:00 tot einde praktijkproef

Omrin

Monsters nemen gemengde

kunststoffen (lichte kunststoffen)

conform dit draaiboek

Tauw

Tönsmeier

11 einde proef (verwachting

rond 19:00 uur)

Bepalen verwerkte hoeveelheid

kunststoffen tijdens de praktijkproef

Tauw

Omrin

Tönsmeier

Page 105: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk R006-4682119JUO-srb-V02-NL

38\38

Page 106: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Bijlage

Definities van kwaliteitseisen 1

Page 107: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek
Page 108: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

De verschillende fracties die uit de sorteerinstallatie komen moeten voldoen aan de eisen uit het

Uitvoerings– en monitoringsprotocol. De eisen staan hieronder weergegeven.

PET (eventueel helder en bont)

• 97 % zuiver

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 3 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Andere metaaldelen: <0,5 %

• Andere kunststoffen: <2 %

• PVC: <0,1 %

• EPS: <0,5 %

• Andere reststoffen: <2 %

PE–flessen (hoogwaardig PE)

• 98 % zuiver

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 2 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Andere metaaldelen: <0,5 %

• Andere kunststoffen: <2 %

• PVC: <0,1 %

• EPS: <0,5 %

• Andere reststoffen: <2 %

PE (folies)

• 95 % zuiver

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 450 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststoffolie: 5 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Andere metaaldelen: <0,5 %

• Andere kunststoffen: <4 %

• Andere reststoffen: <4 %

Page 109: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

PP (indien voldoende aanwezig)

• 97 % zuiver

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 3 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Andere metaaldelen: <0,5 %

• Andere kunststoffen: <2 %

• PVC: <0,1 %

• EPS: <0,5 %

• Andere reststoffen: <2 %

Harde kunststoffen

• Minimaal 90 % kunststof verpakkingsmateriaal

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 350 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 10 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Papier of karton: <5 %

• Andere metaaldelen: <2 %

• PET–flessen (transparant): <4 %

• Andere reststoffen: <3 %

Gemende kunststoffen (lichte kunststoffen)

• Minimaal 95 % kunststof verpakkingsmateriaal

• Moet in balen worden aangeleverd met een dichtheid van minstens 250 kg/m³

• De balen dienen droog opgeslagen te zijn

• Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststof: 5 %

• Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram zijn niet toegestaan

• Papier of karton: <5 %

• Andere metaaldelen: <2 %

• PET–flessen (transparant): <4 %

• Andere reststoffen: <3 %

De vervuiling die aanwezig mag zijn is hiermee vastgelegd. Hierbij wordt de volgende

interpretatie aangehouden: X % zuiver betekent maximaal 100–X massa % andere stoffen dan de

gewenste. Een aantal ongewenste stoffen mogen echter alleen aanwezig zijn in lagere

massapercentages dan 100–X massa %. Deze stoffen zijn expliciet genoemd, zoals ‘andere

metaaldelen’. Daarnaast kunnen er nog ‘andere reststoffen’ aanwezig zijn dan de expliciet

genoemde. ‘Andere reststoffen’ zijn alle stoffen die in de opsomming van de betreffende fractie

niet expliciet genoemd zijn. Het maximaal toegestane massapercentage aan ‘andere reststoffen’

is meestal kleiner dan 100–X massa %. Totaal bestaat een fractie dus uit

Zuiver + expliciet genoemde vervuilingen + andere reststoffen.

Page 110: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Voor dit onderzoek zijn daarnaast de volgende definities vastgesteld voor het bepalen van de

bovenstaande eisen.

Zuiverheid

Voor de specifiek genoemde kunststoffen wordt een zuiverheid vastgesteld. Voor zuiverheid

wordt uitgegaan van de volgende definitie: Ieder deeltje wordt ingedeeld op basis van het

grootste aandeel materiaal op massabasis in dit deeltje.

Bijvoorbeeld: een PET–fles met een dop van PE en een label van PP wordt ingedeeld als

PET–fles. Het gewicht van de dop en het label tellen mee in de fractie PET. De in de fles

achtergebleven inhoud wordt ook meegerekend met de hoeveelheid PET, evenals het

aanhangende vuil en vocht. Een PE fles die bij de fractie PET terecht is gekomen wordt uiteraard

bij de niet–PET fractie gerekend. Op deze manier ontstaat een fractie aan zuivere kunststof en

een fractie vervuiling. Het totale gewicht van de zuivere kunststof wordt bepaald en dit wordt

gedeeld door het gewicht van het totale monster. Hieruit volgt de zuiverheid.

Maximale vervuiling met andere bestanddelen dan kunststoffen

De vervuiling bestaat uit meerdere fracties van vervuiling die apart worden uitgesorteerd. De

fracties worden hieronder beschreven. Het totale gewicht van de vervuilingen wordt bepaald en

dit wordt gedeeld door het totale gewicht van het volledige monster. Hieruit volgt het aandeel

vervuiling.

Nb. Het aandeel vervuiling opgeteld bij de zuiverheid levert altijd 100 % op.

Andere kunststoffen

Uit de fractie vervuiling worden de kunststoffen in een aparte fractiegesorteerd. Dit gebeurt op

basis van NIR technologie. Hierdoor ontstaan de fracties andere kunststoffen en andere

reststoffen. De massa van de fractie kunststof vervuiling wordt bepaald en gedeeld door de

massa van het totale monster. Hieruit volgt het percentage andere kunststoffen.

PVC

Uit de fractie overige kunststoffen wordt PVC in een aparte fractiegesorteerd. Dit gebeurt op basis

van NIR technologie. De massa van de fractie PVC wordt bepaald en gedeeld door de massa van

het totale monster. Hieruit volgt het percentage PVC.

EPS

Uit de fractie overige kunststoffen wordt EPS in een aparte fractiegesorteerd. Dit gebeurt op basis

van NIR technologie. De massa van de fractie EPS wordt bepaald en gedeeld door de massa van

het totale monster. Hieruit volgt het percentage EPS.

Page 111: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Metaal en minerale reststoffen met een stuksgewicht >100 gram

Bij het sorteren van de vervuiling wordt onder andere een fractie metaal gemaakt en een fractie

minerale reststoffen. Van beide fracties wordt bepaald of er delen aanwezig zijn die meer dan

100 gram wegen. Bij aanwezigheid van delen met een massa groter dan 100 gram voldoet de

fractie niet aan de eisen.

Nb. Het feit dat er in de proeven geen delen groter dan 100 gram worden gevonden leidt er niet

direct toe dat geconcludeerd kan worden dat er nooit metaaldelen of minerale reststoffen

voorkomen in de geproduceerde fracties. Dit kan niet worden bepaald op basis van statistiek.

Andere metaaldelen

Alle metaaldelen worden in een aparte fractie uitgesorteerd het gewicht van deze fractie wordt

bepaald en gedeeld door het totale gewicht van het monster. Hieruit volgt het aandeel

metaaldelen.

Andere reststoffen

Onder deze noemer vallen alle deeltjes in de fractie vervuiling die niet eerder genoemd zijn in de

voorgaande paragrafen. De massa van deze fractie wordt bepaald en gedeeld door de massa

van het totale monster.

Naast de bovenstaande indeling wordt ook een indeling gemaakt naar verpakking en

niet–verpakking.

Kunststoffen die geen verpakking zijn.

Voor dit onderzoek wordt ook een overzicht gegeven van het aandeel, dat geen verpakking zijn.

NB. Wageningen Universiteit maakt een diepere onderverdeling van de verschillende fracties.

Een voorbeeld hiervan is hieronder weergegeven. De interpretatie van deze gegevens tot de

bovenstaande fracties wordt gedaan door Tauw. Hieronder is weergegeven hoe deze

interpretatie wordt uitgevoerd.

Page 112: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Tabel B1.1 Overzicht indeling van de uitgesorteerde fracties naar de normen van het uitvoeringsprotoco l

Fractie PET PE

(hard)

PE

(folie)

PP Gemengd

hard

Gemengd

Zacht

Kunststof Flessen en Flacons (KFF)

Drankflessen PET

>PET Helder Drank – </= 0,5 l X X X X X X

>PET Bont Drank – </= 0,5 l X X X X X X

>PET Helder Drank – > 0,5 l X X X X X X

>PET Bont Drank – > 0,5 l X X X X X X

Drankflessen PE X X X X X X

Drankflessen PP X X X X X X

Flacons PET X X X X X X

Flacons PE X X X X X X

Flacons PP X X X X X X

Flacons anders X X X X X X

Vormvast verpakkingen (overig)

Dieptrekverpakkingen

>PET dieptrek X X X X X X

>PE dieptrek X X X X X X

>PP dieptrek X X X X X X

>PVC dieptrek1 X X X X X X

>PS dieptrek X X X X X X

Vormvast verpakkingen (overig)

>PET vormvast X X X X X X

>PE vormvast X X X X X X

>PP vormvast X X X X X X

>PVC vormvast1 X X X X X X

>PS vormvast X X X X X X

Folies

Draagtasjes (PE) X X X X X X

Overige folies (PE, PP)

>Folie PET X X X X X X

>Folie PE X X X X X X

>Folie PP X X X X X X

>Folie PVC1 X X X X X X

>Folie PS X X X X X X

Buiten definitie van Nedvang

Laminaatfolie, doordrukstrips X X X X X X

>PVC houdende doordrukstrips1 X X X X X X

Page 113: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Fractie PET PE

(hard)

PE

(folie)

PP Gemengd

hard

Gemengd

Zacht

Piepschuim trays2 X X X X X X

Piepschuim blokken2 X X X X X X

Siliconentubes/kitspuiten X X X X X X

Kunststof niet–verpakking

>PET X X X X X X

>PE (vormvast) X X X X X X

>PE (folie) X X X X X X

>PP X X X X X X

>PVC1 X X X X X X

>PS X X X X X X

Plastic Hero zakken (PE) X X X X X X

Restafval (niet kunststof)

>Organisch / ondefinieerbaar X X X X X X

>Papier, Karton, Drankenkarton X X X X X X

>Metaal3 X X X X X X

>Glas X X X X X X

Restkunststoffen niet NIR sorteerbaar X X X X X X

Restkunststoffen (PC, PLA, etc.) X X X X X X 1 Totaalgehalte PVC is de som van deze fracties 2 Totaalgehalte EPS is de som van deze fracties 3 Van de metaaldelen wordt bijgehouden of er een deel tussen zit >100 gram

Verklaring:

X Deze fractie wordt toegerekend aan het zuivere gedeelte in deze stroom

X Deze fractie wordt toegerekend aan de vervuiling in deze stroom

X Deze fractie wordt toegerekend aan het zuivere gedeelte in deze stroom mits het aandeel niet

boven 4 % uitkomt.

Page 114: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

E Beschrijving praktijkproeven nascheiding Omrin en Attero (november 2009)

Page 115: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding 1\11

Contactpersoon Geert Cuperus / Jurgen Ooms

Datum 10 september 2010

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Resultaten praktijkproef kunststof nascheiding

In deze notitie staan de resultaten en bevindingen van de praktijkproef kunststof nascheiding bij

Omrin en Attero locatie Vagron.

1 Omrin 1.1 Totale massabalans De massa’s die in de installatie van Omrin worden verwerkt zijn hieronder in figuur 1

weergegeven. De dikte van de pijlen geeft de massa van de materiaalstroom aan. Op de plaatsen

waar gewogen is staan de exacte gewichten vermeld bij de pijl. Daar waar geen massa is

bepaald door te wegen zijn de massa’s geschat zodat het diagram getekend kon worden. Van de

geschatte massa’s zijn geen waarden in het diagram vermeld. De waarden die vermeld staan in

het diagram zijn de hoeveelheden die gedurende de twee proefweken zijn verwerkt en/of

geproduceerd.

Zeeftrommel 1

Zeeftrommel 2folie/papier-zuiger Magneet 1

Metaal

104,94 Ton

RDF 2

2024,62 Ton

Magneet 2 Metaal60 Ton

ONF

3201,516 Ton

Bunker

7096,26 Ton

Zeeftrommel 3Ballistischescheider

NIR 2

NIR 1

RDF 3

Vormvaste kunststof

132,32 Ton

FoliesBaler RDF 1

1570,18 Ton

Afval

7096,26 Ton

14,96 Ton

ONF

RekasSBI

318,26 Ton

1559,08 Ton

Figuur 1.1 Totale massabalans Omrin

Notitie

Page 116: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding 2\11

De gegevens uit de bovenstaande figuur zijn ook weergegeven in de onderstaande tabel.

Tabel 1.1 Gewogen massa’s in de nascheidingsinstall atie van Omrin

Stroomnummer Omschrijving Massa (ton) Fout Deel van de ingaande stroom (%)

1 Huishoudelijk afval 7096,26* +/- <2% 100

2 RDF 1 1570,18 +/- <0,4% 22,1

3+12 RDF 3 (uit beide NIR’s) 1559,08 +/- <0,8% 22,0

4 RDF 2 van scheiding naar Rekas 2024,62 +/- <0,6% 28,5

5 ONF 3201,52 +/- <5% 45,1

6 Fijn metaal 60 +/- <0,4% 0,8

7 Grof metaal (blik) 104,94 +/- <0,4 1,5

8+10 ONF van zeeftrom. en

ballistische scheider in Rekas

318,26 +/-0,3 4,5

9 Folies 14,96 +/- 1,3% 0,2

11 Vormvaste kunststof 132,32 +/- 1,3% 1,9

* Uit deze hoeveelheid zijn monsters genomen. Het precieze totaalgewicht van de monsters is niet bekend maar

wordt geschat op ongeveer 2,5 ton. De foutenmarge is aangepast voor deze onzekerheid

1.2 Opmerkingen over de totale massabalans De totale massabalans over de installatie van Omrin is vrij nauwkeurig. Van het ingaande

materiaal wordt 98,1 % weer teruggewogen in de uitgaande stromen. Weegfouten en vochtverlies

dragen bij aan het verschil tussen in en uitgaande metingen. Ondanks dat de bunkers bij zowel

het begin als bij het einde van de proef leeggedraaid waren en er op het oog even veel materiaal

aanwezig was bij het begin als bij het einde van de proef, kunnen fouten hierin ook bijdragen aan

het verschil tussen ingaande en uitgaande stromen.

In totaal wordt bij Omrin 2,1 % van het ingaande afval teruggewonnen als kunststoffen. Berekend

op de hoeveelheid ingaande kunststoffen wordt ruim 9 % kunststof teruggewonnen. Dit is

berekend op basis van een aandeel van 22,0 % aan kunststoffen in het ingaande huishoudelijke

afval en de massa van de geproduceerde kunststoffen inclusief vervuiling. Dit aandeel van 22 %

is het gemiddelde aandeel kunststoffen van twee huishoudelijk afval monsters. Wat de fout is in

dit percentage is niet te bepalen op basis van deze twee metingen. Eén van de monsters

waarvan het aandeel kunststoffen is bepaald was kleiner dan gewenst. Dit komt door een

inschattingsfout van de soortelijke dichtheid.

Page 117: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding

3\11

Voor het Nederlandse huishoudelijk afval wordt een betrouwbaarheidsinterval aangegeven van

+/- 1 %punt. Opgemerkt moet worden dat het gemiddelde percentage kunststoffen in

huishoudelijk afval in Nederland op 20% lag in 2007.1

De hoeveelheid afval die tijdens de twee weken praktijkproef is aangeleverd is representatief voor

de hoeveelheid die tijdens een reguliere bedrijfsvoering verwerkt wordt. Dit concluderen we uit de

weegbruggegevens die door Tauw zijn ingezien tijdens de praktijkproef.

1.3 Zuiverheid van de kunststoffractie De monsters zijn in twee stappen geanalyseerd. Eerst is door de firma Fuhler een onderscheid

gemaakt in kunststof/niet-kunststof. Vervolgens is de kunststoffractie uit deze handmatige

sortering verder onderzocht met NIR techniek bij de Wageningen Universiteit.

1.3.1 Handmatige analyse

De zuiverheid van de (gemengde) kunststoffractie is bepaald door Fuhler. De monsterneming is

grotendeels uitgevoerd zoals vastgelegd in het draaiboek. De eerste greep is echter niet

genomen doordat op dat moment nog geen kunststoffen geproduceerd waren. Een aantal grepen

is op een later tijdstip genomen. In drie gevallen zelfs een dag later. De gevolgen hiervan voor de

uiteindelijke resultaten zijn beperkt.

De zuiverheid van de gemengde kunststoffen zoals die is geanalyseerd bij Fuhler bedraagt

89,5 %. Het 95 % betrouwbaarheidsinterval gebaseerd op een normale verdeling ligt tussen

84,8 % en 94,2 %. De gemengde kunststoffen bestaan uit de samengevoegde kunststofstromen

uit de beide NIR apparaten. De gemengde kunststoffen bevatten dus zowel folies als vormvaste

kunststoffen. De vervuiling bestaat vooral uit papier en karton maar ook uit stukjes hout,

organisch materiaal en inert. 1.3.2 Gedetailleerde analyse

Na de handmatige sortering van de genomen monsters resulteert een kunststoffractie en een niet

kunststoffractie. De kunststoffractie die uit de eerste analysestap komt is verder onderzocht door

Universiteit Wageningen. Hierbij is met behulp van NIR analyse het aandeel per kunststofsoort

bepaald van het ingaande afval en van de gemengde kunststoffractie. De monsters zijn

samengesteld door het nemen van grepen uit de kunststoffracties die door de firma Fuhler zijn

gesorteerd uit de monsters van de respectievelijke deelstromen. Dit is gedaan conform het

draaiboek.

1 Samenstelling van het huishoudelijk restafval: resultaten sorteeranalyses 2007 / SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer. – Utrecht : SenterNovem , 2008. - 39 p. : fig., tab. - (3UA0818) ISBN/EAN 978 90 5748 064 5.

Page 118: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding 4\11

In tabel 1.2 en 1.3 zijn de resultaten weergegeven voor het ingaande afval respectievelijk voor de

uitgaande kunststoffractie. Met ‘andere kunststoffen’ wordt gedoeld op kunststoffen die wel met

de NIR zijn te bepalen, maar die niet specifiek als parameter zijn opgevraagd. Met ‘niet met NIR

detecteerbare kunststoffen’ wordt gedoeld op kunststoffen die niet door de NIR apparatuur

worden herkend (bijvoorbeeld doordat het zwart van kleur is).

Tabel 1.2 Analyse per kunststofsoort van ingaand af val

Type kunststof Gemiddeld aandeel Standaardfout 95 % betrouwbaarheidinterval

PET 6,9 % 0,0 % 6,9 % tot 7 %

PP 15,9 % 1,9 % 12,3 % tot 19,6 %

PE vormvast 8,8 % 4,4 % 0,3 % tot 17,4 %

PE folie 27,5 % 4,0 % 19,7 % tot 35,2 %

andere kunststoffen 6,7 % 0,9 % 5 % tot 8,4 %

niet met NIR detecteerbare

kunststoffen

18,5 % 4,1 % 10,4 % tot 26,6 %

andere reststoffen 15,6 % 3,6 % 8,6 % tot 22,6 %

Tabel 1.3 Analyse per kunststofsoort van de gemengd e kunststoffractie

Type kunststof Gemiddeld aandeel Standaardfout 95 % betrouwbaarheidinterval

PET 35,3 % 5,1 % 25,3 % tot 45,3 %

PP 16,2 % 2,9 % 10,5 % tot 21,9 %

PE vormvast 22,5 % 3,3 % 16 % tot 29 %

PE folie 8,8 % 5,7 % -2,3 % tot 19,9 %

andere kunststoffen 9,8 % 1,9 % 6,1 % tot 13,5 %

niet met NIR detecteerbare

kunststoffen

1,2 % 0,6 % -0,1 % tot 2,4 %

andere reststoffen 6,2 % 1,1 % 4,1 % tot 8,3 %

1.3.3 Gecombineerde analyse

De resultaten van beide analysestappen die in de voorgaande paragrafen zijn beschreven

kunnen worden gecombineerd tot een totaalanalyse. Deze gegevens staan in de onderstaande

tabel weergegeven.

Page 119: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding

5\11

Tabel 1.4 Gecombineerde analyse per kunststofsoort van de gemengde kunststoffractie

Omschrijving Aandeel (% m/m)

PET 31,7 %

PP 14,5 %

PE vormvast 20,2 %

PE folies 7,8 %

Andere kunststoffen 8,7 %

Niet met NIR detecteerbaar 1,0 %

Totaal kunststoffen 83,9 %

Niet kunststoffen 16,1 %

Totaal 100 %

1.4 Recovery Op basis van de analyseresultaten en de massabalans is de recovery per kunststofsoort

berekend. Dit is weergegeven in tabel 1.4.

Tabel 1.4 Recovery per kunststofsoort

Massa in input Massa in output Rendement (%)

PET 107,72 46,44 43,12

PP 248,22 21,31 8,59

PE vormvast 137,38 29,60 21,55

PE folie 429,31 11,58 2,70

Page 120: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding 6\11

2 Attero locatie Vagron 2.1 Totale massabalans Bij Vagron zijn minder gegevens bekend dan bij Omrin. Alleen de ingaande stroom en de

uitgaande kunststofstromen zijn gewogen. De gegevens hiervan zijn weergegeven in de

onderstaande figuur. De dikte van de pijlen geeft de massa van de materiaalstroom aan. Op de

plaatsen waar gewogen is staan de exacte gewichten vermeld bij de pijl. Daar waar geen massa

is bepaald door te wegen zijn de massa’s geschat zodat het diagram getekend kon worden. Van

de geschatte massa’s zijn geen waarden in het diagram vermeld. De waarden die vermeld staan

in het diagram zijn de hoeveelheden die gedurende de twee proefweken zijn verwerkt en/of

geproduceerd.

Figuur 2.1 Totale massabalans Vagron

Stroomnummer Omschrijving Massa (ton) Fout Deel van de ingaande stroom (%)

1 Huishoudelijk afval 4436,9* +/- <2% 100

2 Folie 40,4 +/- <0,3% 0,9

3 Vormvaste kunststoffen 80,9 +/- <0,3% 1,8

* Uit deze hoeveelheid zijn monsters genomen. Het precieze totaalgewicht van de monsters is niet bekend maar

wordt geschat op ongeveer 7,5 ton. De foutenmarge is aangepast voor deze onzekerheid. Zie ook de paragraaf met

opmerkingen over de totale massabalans voor interpretatie van dit getal

Page 121: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding

7\11

2.2 Opmerkingen over de totale massabalans De totale massabalans over de installatie van Vagron kan niet gecontroleerd worden door de

ingaande en uitgaande stromen met elkaar te vergelijken. Daarmee is het onbekend hoe sluitend

de balans is.

In totaal wordt bij Vagron 2,7 % van het ingaande afval teruggewonnen als kunststoffen.

Berekend op de ingaande kunststoffen wordt ruim 17 % van de kunststoffen teruggewonnen. Dit

is berekend op basis van een aandeel van 15,9 % aan kunststoffen in het ingaande

huishoudelijke afval en de massa van de geproduceerde kunststoffen inclusief vervuiling. Dit

aandeel van 15,9 % is het gemiddelde aandeel kunststoffen van twee huishoudelijk afval

monsters. Wat de fout is in dit percentage is niet te bepalen op basis van deze twee metingen.

Voor het Nederlandse huishoudelijk afval wordt een betrouwbaarheidsinterval aangegeven van

+/- 1 %punt. Opgemerkt moet worden dat het gemiddelde percentage kunststoffen in

huishoudelijk afval in Nederland op 20 % lag in 2007.2

De hoeveelheid afval die tijdens de twee weken praktijkproef is aangeleverd is representatief voor

de hoeveelheid die tijdens een reguliere bedrijfsvoering verwerkt wordt. Dit wordt geconcludeerd

op basis van de weeggegevens waarin Tauw inzicht heeft gekregen tijdens de praktijkproef.

Echter tijdens de proef is een gedeelte van het huishoudelijke afval verwerkt zonder dat de

kunststofterugwinning aan stond. Het op deze manier verwerkte huishoudelijke afval is geschat

op ongeveer 100 ton +/- 15 % op 29 november 2009 en berekend op basis van de uitgaande

stromen op 53 ton +/- 5 % op 6 december.

Vanuit praktische redenen, (om de bunker weer leeg te hebben op maandag) is de hoeveelheid

afval die op 5 december is gebracht niet meer in de huisvuilbunker gestort maar in de KWD

bunker. De hoeveelheid afval die op zaterdag is gebracht bedraagt 63,38 ton +/- 0,3 %.

De hoeveelheid huishoudelijk afval waar het kunststof uitgehaald is bedraagt dus minder dan de

aangeleverde hoeveelheid huishoudelijk afval. Gecorrigeerd bedraagt de hoeveelheid ingaand

afval 4214,3 +/- 5,7 % ton. Daarmee is ongeveer 2,9 % van het huishoudelijke afval

teruggewonnen als kunststof.

Tijdens de praktijkproef zijn enkele balen kunststof gemaakt waar later de binddraden van

gebroken zijn. Deze kunststof is als RDF verder behandeld. Alles bij elkaar is er ongeveer 5 ton

harde kunststoffen naar het RDF gegaan. Dit is de normale gang van zaken bij kapotte balen,

omdat het materiaal niet terug gevoerd kan worden naar de balenpersen.

2 Samenstelling van het huishoudelijk restafval: resultaten sorteeranalyses 2007 / SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer. – Utrecht : SenterNovem , 2008. - 39 p. : fig., tab. - (3UA0818) ISBN/EAN 978 90 5748 064 5.

Page 122: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding 8\11

Tijdens de praktijkproef is er echter wel vrij veel storing geweest aan de hardkunststof

balenpersen waardoor de hoeveelheid via het RDF afgevoerd materiaal vrij groot was. Wanneer

er geen balen kapot waren gegaan tijdens de praktijkproef zou het aandeel teruggewonnen

kunststof 3 % bedragen, berekend op de hoeveelheid afval waar de kunststoffen uit zijn gehaald.

Er is gedurende de praktijkproef ook een storing geweest aan de foliebalenpers. Hierdoor is er

een baal gemaakt van 6 meter. Deze baal is teruggebracht naar de afvalbunker en is dus weer

door de installatie gegaan. Er wordt vanuit gegaan dat het kunststof gedeeltelijk weer uit het afval

is gehaald.

2.3 Zuiverheid van de kunststoffractie De monsters zijn in twee stappen geanalyseerd. Eerst is door de firma Fuhler een onderscheid

gemaakt in kunststof/niet-kunststof. Vervolgens is de kunststoffractie uit deze handmatige

sortering verder onderzocht met NIR techniek bij de Wageningen Universiteit.

2.3.1 Handmatige analyse

Bij Fuhler zijn zowel de folies als de vormvaste kunststoffen geanalyseerd op het aandeel

kunststoffen. Gemiddeld is het aandeel kunststoffen in de folies 85,9 % en in de vormvaste

kunststoffen 86,3 %. De 95 % betrouwbaarheidsinterval gebaseerd op een normaalverdeling ligt

tussen 82,0 % en 89,7 %. De vervuiling bestaat vooral uit papier en karton maar ook uit stukjes

hout, organisch materiaal en inert.

2.3.2 Gedetailleerde analyse

De gemengde kunststoffractie is verder onderzocht door Universiteit Wageningen. Hierbij is met

behulp van NIR analyse het aandeel per kunststofsoort bepaald van het ingaande afval en van de

gemengde kunststoffractie. De monsters zijn samengesteld door het nemen van grepen uit de

kunststoffracties die door de firma Fuhler zijn gesorteerd uit de monsters van de respectievelijke

deelstromen. Dit is gedaan conform het draaiboek.

In tabel 2.1, 2.2 en 2.3 zijn de resultaten weergegeven voor het ingaande afval, de vormvaste

kunststoffen respectievelijk voor de folies.

Page 123: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding

9\11

Tabel 2.1 Analyse per kunststofsoort van ingaande h uishoudelijk afval

Type kunststof Gemiddeld aandeel Standaardfout 95% betrouwbaarheidinterval

PET 9,3% 1,1% 7,2 % tot 11,3 %

PP 14,9% 2,2% 10,6 % tot 19,2 %

PE Vormvast 7,5% 3,3% 1 % tot 13,9 %

PE folie 23,2% 3,0% 17,2 % tot 29,1 %

andere kunststoffen 11,4% 1,7% 8,1 % tot 14,8 %

niet met NIR detecteerbare

kunststoffen

15,9% 2,2% 11,6 % tot 20,2 %

andere reststoffen 17,9% 3,0% 12 % tot 23,7 %

Tabel 2.2 Analyse per kunststofsoort van de vormvas te kunststoffen

Type kunststof Gemiddeld aandeel Standaardfout 95 % betrouwbaarheidinterval

PET 30,0 % 3,8 % 22,5 % tot 37,5 %

PP 30,3 % 2,0 % 26,3 % tot 34,2 %

PE Vormvast 20,2 % 2,2 % 15,9 % tot 24,5 %

PE folie 5,8 % 1,9 % 2,1 % tot 9,5 %

andere kunststoffen 4,3 % 0,6 % 3,1 % tot 5,5 %

niet met NIR detecteerbare

kunststoffen

1,1 % 0,4 % 0,3 % tot 1,9 %

andere reststoffen 8,6 % 4,3 % 0,2 % tot 16,9 %

Tabel 2.3 Analyse per kunststofsoort van de folies

Type kunststof Gemiddeld aandeel Standaardfout 95 % betrouwbaarheidinterval

PET 0,2 % 0,1 % 0 % tot 0,4 %

PP 8,8 % 0,5 % 7,7 % tot 9,9 %

PE Vormvast 0,1 % 0,2 % -0,2 % tot 0,4 %

PE folie 66,7 % 2,3 % 62,2 % tot 71,3 %

Andere kunststoffen 0,4 % 0,1 % 0,1 % tot 0,6 %

Niet met NIR detecteerbare

kunststoffen

12,8 % 0,5 % 11,7 % tot 13,8 %

Andere reststoffen 11,0 % 2,6 % 6 % tot 16 %

Page 124: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding 10\11

2.3.3 Gecombineerde analyse

De resultaten van beide analysestappen die in de voorgaande paragrafen zijn beschreven

kunnen worden gecombineerd tot een totaalanalyse. Deze gegevens staan in de onderstaande

tabel weergegeven.

Tabel 2.4 Gecombineerde analyse per kunststofsoort van de vormvaste kunststoffen

Omschrijving Aandeel (% m/m)

PET 25,9 %

PP 26,1 %

PE vormvast 17,4 %

PE folies 5,0 %

Andere kunststoffen 3,7 %

Niet met NIR detecteerbaar 1,0 %

Totaal kunststoffen 79,1 %

Niet kunststoffen 21,0 %

Totaal 100,1 %*

*Door afrondingsverschillen komt de som niet precies uit op 100%.

Tabel 2.5 Gecombineerde analyse per kunststofsoort van de folies

Omschrijving Aandeel (% m/m)

PET 0,2 %

PP 7,6 %

PE vormvast 0,1 %

PE folies 57,3 %

Andere kunststoffen 0,3 %

Niet met NIR detecteerbaar 11,0 %

Totaal kunststoffen 76.4 %

Niet kunststoffen 23,6 %

Totaal 100 %

Page 125: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N029-4682119JUO-srb-V02-NL

Voorlopige resultaten praktijkproef kunststof nascheiding

11\11

2.4 Recovery Op basis van de analyseresultaten en de massabalans is de recovery per kunststofsoort

berekend. In tabel 2.6 is de recovery per kunststofsoort weergegeven. Hierbij zijn de

hoeveelheden in de foliefractie en de fractie vormvast opgeteld.

Tabel 2.6 Recovery per kunststofsoort

Massa in input Massa in folies Massa in vormvast Massa in kunststof totaal Rendement (%)

PET 62,31 0,07 20,71 20,78 33,35

PP 99,83 3,02 20,92 23,94 23,98

PE vormvast 50,25 0,03 13,95 13,98 27,82

PE folie 155,45 22,92 4,00 26,92 17,32

Page 126: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

F Beschrijving sorteerproef Omrin materiaal (april 2010)

Page 127: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Bevindingen sorteerproef (19-04-2010) 1\8

Contactpersoon ir. Jurgen Ooms

Datum 29 juni 2010

Kenmerk N032-4682119JUO-srb-V02-NL

Bevindingen hoofd sorteerproef (19 april 2010)

1 Inleiding In het kader van het kostenonderzoek nascheiden dat wordt uitgevoerd door KPMG is een

sorteerproef uitgevoerd met gemengd materiaal van Omrin gevolgd door een proef met

gescheiden aangeleverd materiaal van Vagron/Attero in de installatie van Tönsmeier. In deze

notitie is een beschrijving gegeven van de bevindingen van Tauw tijdens de proef.

Omdat de proef met het materiaal van Attero niet goed ging is alleen in hoofdstuk twee een korte

beschrijving van de proef met het materiaal van Attero opgenomen. De rest van deze notitie gaat

alleen over de proef met het Omrin materiaal.

2 Installatie 2.1 Omrin materiaal Bij het begin van de proef met Omrin materiaal, ongeveer 7:00 uur, was de installatie schoon en

waren de bunkers leeg. Omdat dezelfde instellingen werden gebruikt als bij de pre-proef met

Omrin materiaal (29 maart 2010) hoefde de installatie niet te worden ingeregeld. Het enige

verschil in de instellingen van de installatie ten opzichte van de pre-proef was de aanvoersnelheid

met de doseerschroef. Tijdens de pre-proef is de snelheid van de doseerschroef langzaam

verhoogd van stand 2 naar stand 4. De bemonstering tijdens de pre-proef heeft plaats gevonden

bij stand 4. Tijdens de sorteerproef waar deze notitie over gaat stond de doseerschroef op stand

3,5. Deze keuze is door Omrin en Tönsmeier gemaakt op basis van de resultaten van de

pre-proef. De gewenste kwaliteiten werden toen bijna gehaald. Om de gewenste kwaliteiten te

behalen kon daarom een keuze worden gemaakt tussen meer handmatige sorteerders toevoegen

of de installatie iets langzamer laten draaien. Volgens de technisch adviseur van Omrin, de firma

HTP, is het goedkoper de installatie langzamer te laten draaien dan bij elke van de zes

sorteerbanden een extra handsorteerder bij te zetten. Tevens is het te betwijfelen of de

sorteerders bij een hogere doorzet van de installatie de vervuiling op de transportbanden nog

kunnen zien vanwege de dikke laag materiaal die op de handsorteerband aanwezig is.

Om ongeveer 12:00 uur waren alle monsters genomen van het Omrin materiaal, daarna is het

verwerken van het Omrin materiaal gestopt en is de installatie leeggedraaid. Daarna zijn de

bunkers leeggedraaid en is het materiaal gebaald en gewogen.

Notitie

Page 128: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N032-4682119JUO-srb-V02-NL

Bevindingen sorteerproef (19-04-2010) 2\8

2.2 Attero (Vagron) materiaal Voordat het materiaal in de storttrechter van de doseerschroef werd gebracht met een kraan met

poliepknijper zijn eerst de balen folie en harde kunststoffen met de hand open geknipt.

Vervolgens zijn de balen met een kraan of shovel geplet zodat het materiaal zo goed mogelijk

loskwam, waarna de losgemaakte kunststoffen gemengd zijn. De kunststoffen in de foliebalen

waren lastig los te maken. Hierdoor ontstond er een mengsel van folies en harde kunststoffen

met daarin ‘klonten’ aan elkaar gekleefde folies.

Rond 14:00 uur kon begonnen worden met het materiaal van Attero. Voor deze proef zijn

dezelfde instellingen aangehouden als bij het Omrin materiaal. Bij het opstarten werd al duidelijk

dat de doseerschroef problemen had met de klonten folies die aanwezig waren in het

kunststofmengsel. De schroef liep geregeld vast en de toevoersnelheid naar de installatie was

laag. Omdat de verkleiner bij Tönsmeier net voor de proef kapot was gegaan was er geen

mogelijkheid om de folieklonten beter te verkleinen voordat de kunststoffen de installatie

ingingen. Omdat gevreesd werd dat de klonten folie schade toe zouden kunnen brengen aan de

doseerschroef is na ongeveer anderhalf uur de proef met het Attero materiaal gestaakt.

3 Monstername Tijdens de proef zijn monsters genomen door medewerkers van Tauw, ondersteund door een

medewerker van de Universiteit Aken en een medewerker van de Universiteit Wageningen. De

monsters zijn genomen toen de installatie een stabiele toestand had bereikt.

De grepen zijn zo goed mogelijk verdeeld in de tijd genomen. Door de beperkte tijd zijn er eerst

twee grepen genomen van alle stromen waarna er in een tweede ronde nog eens twee grepen

zijn genomen.

Tijdens de bemonstering is gebruik gemaakt van een balans die ter beschikking is gesteld door

Tönsmeier. In dit hoofdstuk wordt per materiaalstroom beschreven hoe de monstername is

verlopen. Ook wordt een eerste indruk gegeven van de kwaliteit van de materiaalstroom.

3.1 Input De vier grepen van de input zijn genomen direct na de doseerschroef voor de opvoerband naar

de eerste zeeftrommel. De grepen zijn genomen door een Big Bag onder de uitloop van een

transportband te houden.

Door op deze manier monsters te nemen, zijn alle deeltjes binnen een bepaald tijdsbestek

representatief verkregen. Drie grepen van de vier zijn opnieuw genomen omdat de greep te groot

was geworden. Het gewicht van deze grepen zat boven de 25 kg. Daardoor mochten de grepen

niet meer over de grens worden getransporteerd. De te grote grepen zijn terug gestort op de

opvoerband waarna dezelfde Big Bag na controle op vervuiling is gebruikt om de vervangende

greep te nemen.

Page 129: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N032-4682119JUO-srb-V02-NL

Bevindingen sorteerproef (19-04-2010)

3\8

De periode tussen de praktijkproef in Nederland en de praktijkproef bij Tönsmeier bedroeg

ongeveer drie maanden. Door deze periode en omdat het materiaal was hard in de container was

gedrukt kwam het materiaal lastig los uit de containers. Daarom moest men met een kraan met

poliepgrijper het materiaal uit de containers verwijderen en direct in de doseertrechter storten.

3.2 PET De bemonstering van de twee PET stromen is op dezelfde manier gegaan als bij de pre-proef. De

PET stromen werden in de twee PET-bunkers tegelijk bemonsterd. De kwaliteit van de PET

stromen was op het oog goed. Het PET van de ene stroom bevat wel duidelijk meer schalen dan

het PET uit de andere stroom. Dit komt omdat de NIR scheiders voor de twee bunkers anders

ingesteld staan.

3.3 PE (hard) De bemonstering van de twee PE (hard) stromen is op de zelfde manier verlopen als tijdens de

pre-proef. Ook nu was de kwaliteit van de PE-stromen op het oog goed.

3.4 PE folies De bemonstering van de folies is op dezelfde manier verlopen als bij de pre-proef. Er is voor deze

stroom een afdekzeil gebruikt om het materiaal op te vangen. Echter doordat er iets meer tijd was

en er meer kennis was van de installatie en uitkomende stromen konden de grepen nu iets groter

zijn en werden er vier grepen genomen in plaats van drie.

3.5 PP De bemonstering van de PP stroom is op dezelfde manier uitgevoerd als tijdens de pre-proef.

Ook nu zag het materiaal er op het oog weer goed uit.

3.6 Mixed kunststoffen hard De gemengde harde kunststoffen zijn op dezelfde manier bemonsterd als tijdens de pre-proef. Er

kan geen uitspraak gedaan worden over de kwaliteit van deze stroom omdat op het oog zeer

slecht te bepalen is of de juiste materialen aanwezig zijn.

3.7 Mixed kunststoffen zacht De gemengde zachte kunststoffen zijn op dezelfde manier bemonsterd als bij de pre-proef.

Echter nu is er voor alle grepen een afdekzeil gebruikt om het materiaal op te vangen in plaats

van een Big Bag. Een van de grepen is teruggebracht in de bunker omdat de greep te groot was

geworden omdat de bunker tijdelijk niet betreden kon worden. Daarna is een nieuwe greep

genomen.

Page 130: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N032-4682119JUO-srb-V02-NL

Bevindingen sorteerproef (19-04-2010) 4\8

3.8 FKN (Flüssigkeitskartons) Tijdens de proef is besloten om zowel de FKN stroom als de reststroom >20 mm te bemonsteren.

De bemonstering van de FKN stroom verliep op dezelfde wijze als tijdens de pre-proef. Er waren

veel drankenkartons aanwezig in deze stroom. Op het oog is er verder weinig te zeggen over de

samenstelling van deze stroom.

3.9 Rest >20 mm Tijdens de proef is ook deze stroom bemonsterd omdat tijdens de pre-proef gebleken is dat de

stroom rest >20 mm groter was dan de FKN stroom. De rest >20 mm bevatte veel textiel en

schoenen en niet zo veel kunststof verpakkingsmaterialen. De stroom is vrij vochtig ten opzichte

van de andere stromen.

3.10 Transport De monsters zijn door Tauw en Universiteit Wageningen getransporteerd naar Wageningen in Big

Bags met maximaal 25 kg materiaal per greep.

4 Massabalans De massabalans van de proef is aangeleverd door Tönsmeier. Deze gegevens staan in de figuur

hieronder.

Page 131: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N032-4682119JUO-srb-V02-NL

Bevindingen sorteerproef (19-04-2010)

5\8

Figuur 4.1 Massabalans gegevens zoals aangeleverd d oor Tönsmeier

Het verschil tussen in en output wordt veroorzaakt door materiaalverliezen in de installatie,

vochtverliezen in de installatie, verliezen doordat een klein gedeelte van het materiaal in de loshal

achter blijft en door weegfouten. De output wordt per baal gewogen, dit levert al ongeveer

100 wegingen op waarbij steeds een fout op kan treden.

Hieronder is de massabalans weergegeven in een versimpeld flowdiagram.

Page 132: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N032-4682119JUO-srb-V02-NL

Bevindingen sorteerproef (19-04-2010) 6\8

Figuur 4.2 Massabalans van de hoofdproef met Omrin materiaal in versimpeld flowdiagram

Page 133: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N032-4682119JUO-srb-V02-NL

Bevindingen sorteerproef (19-04-2010)

7\8

5 Analyseresultaten De analyses van de pre-proef zijn uitgevoerd volgens bijlage 1 van het ‘Draaiboek sorteerproef

Tönsmeier’ (R006-4682119JUO-srb-V02-NL). Een samenvatting van de resultaten van de

analyses zijn hieronder weergegeven.

Tabel 5.1 Samenvatting analyseresultaten

PET Norm

PET

PE

(hard)

Norm

PE

(hard)

PE

(folie)

Norm

PE

(folie)

PP Norm

PP

Gem.

hard

Norm

Gem.

hard

Gem.

Zacht

Norm

Gem.

zacht

Zuiverheid 96 97 99 98 98 95 96 97 93 90 94 95

Metaal >100 g Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee

Andere

metaaldelen 0 <0,5 0 <0,5 0,1 <0,5 0,01 <0,5 0,2 <2 0,1 <2

PVC 0,1 <0,1 0 <0,1 N.v.t. N.v.t. 0,1 <0,1 N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.

EPS 0,2 <0,5 0 <0,5 N.v.t. N.v.t. 0,1 <0,5 N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Andere

kunststoffen 3 <2 1 <2 2 <4 2 <2 nvt nvt

Andere

reststoffen 1 <2 0 <2 1 <4 2 <2 7 <3 5 <3

Papier en karton N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. 2 <5 2 <5

PET-flessen

(transp) N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. 1 <4 1 <4

Alle waarden in % m/m

In de analyseresultaten in de bovenstaande tabel is in rood aangegeven aan welke normen niet

voldaan wordt. Duidelijk is dat de stromen PE (hard) en PE (folie) voldoen aan de normen zoals

ze gesteld zijn in het uitvoeringsprotocol conform de interprestatie van het draaiboek. PET, PP en

de gemengde kunststoffen voldoen niet aan de normen. PET en de gemengde kunststoffen zacht

voldoen niet aan de zuiverheidsnorm met minder dan 1 % afwijking. PP wijkt af met 1,1 %. De

normen vallen echter in alle gevallen in het 95 % betrouwbaarheidsinterval van de metingen.

Volgens de medewerkers van Tönsmeier zijn de stromen uitgezonderd PET normaal

vermarktbaar. Dit komt ten eerste omdat de DSD normen lager liggen dan de normen uit het

protocol. Ten tweede worden de DSD normen bij Duitse sorteerinstallaties niet altijd gehaald en is

het materiaal dan nog steeds zuiver genoeg voor de verkoop.

Page 134: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N032-4682119JUO-srb-V02-NL

Bevindingen sorteerproef (19-04-2010) 8\8

De PET stroom bevat volgens de medewerkers van Tönsmeier te veel PET-schalen om de

stroom volgens de DSD normen te vermarkten.

De kwaliteit van de gesorteerde stromen is vrijwel gelijk aan de stromen die tijdens de pré-proef

zijn geproduceerd. Alleen de kwaliteit van de gemengde kunststoffen hard is verbeterd. Nu is de

zuiverheid 2,6 % hoger dan de norm (90 %) terwijl die in de preproef nog 2,4 % te laag was. Door

de te hoge hoeveelheid overige reststoffen voldoet de stroom echter niet aan de eisen uit het

uitvoeringsprotocol.

6 Factoren die van invloed zijn op de kosten De volgende factoren hebben invloed op de kosten van het sorteren zoals tijdens de proef op

19 april 2010.

Tijdens de proef waren 13 personen aanwezig om het sorteerproces goed te laten verlopen. Een

medewerker die verantwoordelijk was voor het leegdraaien van de bunkers en het persen van de

balen heeft wat tijd moeten besteden aan de monsterneming. Het was duidelijk dat dit een taak

bovenop de normale taken was want deze medewerker moest soms uit de installatie geroepen

worden als er iets omgeschakeld moest worden.

Page 135: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

G Beschrijving sorteerproef Attero materiaal (mei 2010)

Page 136: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Bevindingen sorteerproef Attero (18 mei 2010) 1\8

Contactpersoon ir. Jurgen Ooms

Datum 2 juli 2010

Kenmerk N034-4682119JUO-pws-V03-NL

Bevindingen sorteerproef Attero (18 mei 2010)

1 Inleiding In het kader van het kostenonderzoek nascheiden dat wordt uitgevoerd door KPMG zijn

sorteerproeven uitgevoerd met nagescheiden kunststoffen van de installaties van Omrin en Attero

in de installatie van Tönsmeier in Porta Westfalica, Duitsland. Tijdens de proef op 19 april 2010 is

het alleen gelukt een proef uit te voeren met materiaal van Omrin. Het materiaal van Attero,

vooral de folies, bleek te zeer verkleefd te zijn om via de normale dosering te kunnen verwerken

in de installatie van Tönsmeier. Omdat de verkleiner van de sorteerinstallatie op 19 april defect

was kon deze niet worden gebruikt als alternatief voor de normale dosering via doseerschroeven.

Daarom is er op 18 mei 2010 een tweede proef uitgevoerd met nieuw materiaal van Attero. In

deze notitie is een beschrijving gegeven van de bevindingen van Tauw tijdens de proef.

2 Installatie Bij het begin van de proef, om ongeveer 07:00 uur, was de installatie schoon en waren de

bunkers leeg. Tijdens deze proef werden dezelfde instellingen gebruikt als bij de (pre-)proef met

Omrin materiaal (29 maart 2010 en 19 april 2010) en hoefde de installatie slechts weinig te

worden ingeregeld.

Voor het toevoeren van de kunststoffen zijn de folies en de vormvaste kunststoffen die uit de

installatie van Attero komen gemengd. Door het mengen kan een hogere doorzet behaald worden

dan wanneer de beide stromen na elkaar verwerkt zouden worden.

Tijdens het inregelen traden er weer problemen op met de dosering van het materiaal. Zeer kort

is geprobeerd om de doseerschroeven te gebruiken om de nagescheiden kunststoffen toe te

voeren aan de installatie. Dit met de gedachte dat het bij deze proef gebruikte materiaal nog niet

de tijd had gehad om sterk te verkleven. Volgens de labels die werden aangetroffen op de balen

was het materiaal uit week 16 en 17 dus was het materiaal ongeveer een maand oud. De

doseerschroeven werden echter nog steeds zwaar belast door het Attero materiaal waarna is

geprobeerd het materiaal via de verkleiner te doseren. Door de aanwezigheid van grote stukken

folie en stukken afdekzeil in combinatie met de metalen baaldraden werd de trommel van de

verkleiner echter binnen een half uur ingepakt door dit materiaal. Hierna is gekozen het materiaal

direct op de transportband voor de zakkenscheurder te doseren. Dit werd gedaan met een

shovel, met als gevolg dat de dosering niet geleidelijk maar zeer schoksgewijs ging. Door de

Notitie

Page 137: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N034-4682119JUO-pws-V03-NL

Bevindingen sorteerproef Attero (18 mei 2010) 2\8

zakkenscheurder en de zeeftrommels is het materiaal wel wat gelijkmatiger verdeeld voordat het

in de rest van de installatie werd verwerkt. Door deze manier van doseren was het lastiger om de

doorzet van de installatie te regelen. De doorzet is door Tönsmeier geregeld met als uitgangspunt

dat de kwaliteitseisen uit het protocol behaald moesten worden bij een zo hoog mogelijke

doorzet.

In tegenstelling tot de proef met het Omrin materiaal stond nu de retour naar de verkleiner wel

aan tijdens de proef. Dit was nodig omdat er vrij veel grote materialen aanwezig waren in het

Attero materiaal en nog niet alle foliebalen volledig los waren geschud in de zakkenscheurders en

de zeeftrommel. De grote stukken werden na verkleining weer toegevoerd aan de

zakkenscheurders voor een nieuwe gang door de installatie. Door de schoksgewijze dosering met

de shovel moest de retourband geregeld een hoeveelheid te grote delen verwerken.

Om ongeveer 13:00 uur waren alle monsters genomen. Daarna zijn de bunkers leeggedraaid en

is het materiaal gebaald en gewogen. Hierbij waren geen medewerkers van Tauw meer

aanwezig.

3 Monstername Tijdens de proef zijn monsters genomen door medewerkers van Tauw, ondersteund door een

medewerker van de Universiteit Aken en een medewerker van de Universiteit Wageningen. De

monsters zijn genomen toen de installatie een zo stabiel mogelijke toestand had bereikt.

De grepen zijn zo goed mogelijk verdeeld in de tijd genomen. Door de beperkte tijd zijn er eerst

twee grepen genomen van alle stromen waarna er in een tweede ronde nog eens twee grepen

zijn genomen.

Tijdens de bemonstering is gebruik gemaakt van een balans die ter beschikking is gesteld door

Tönsmeier. In dit hoofdstuk wordt per materiaalstroom beschreven hoe de monstername is

verlopen. Ook wordt een eerste indruk gegeven van de kwaliteit van de materiaalstroom.

In aanvulling op de stromen die benoemd zijn in het “Draaiboek sorteerproef Tönsmeier” is ook

de FKN stroom bemonsterd omdat bij de eerder uitgevoerde proef met Omrin materiaal bleek dat

deze stroom vrij groot was en er op het oog nog vrij veel kunststof aanwezig was. Andere

stromen zijn niet bemonsterd vanuit praktisch en kosten oogpunt.

3.1 Input Omdat het input materiaal met een shovel op een opvoerband werd geschoven was het niet

mogelijk op dit punt monsters te nemen. Daarom zijn er monsters genomen van de balen die door

Attero zijn aangeleverd. Hierbij is van twee balen harde kunststoffen en van twee balen folies een

monster genomen door een stuk van de baal los te trekken. Dit deel is zo goed mogelijk

losgemaakt waarna het materiaal gemengd is en vervolgens uitgekruist tot een greep van 25 kg.

Page 138: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N034-4682119JUO-pws-V03-NL

Bevindingen sorteerproef Attero (18 mei 2010)

3\8

Opgemerkt moet worden dat dit een zeer arbeidsintensieve methode is. Het was beter geweest

om een gehele baal los te maken en uit te kruisen. De beperkte mankracht en tijd stonden dit

echter niet toe. Deze manier van monsters nemen is minder representatief dan het bemonsteren

uit een bewegende stroom.

3.2 PET De bemonstering van de twee PET stromen is op dezelfde manier gegaan als bij de proef met

Omrin materiaal. De PET stromen werden in de twee PET-bunkers tegelijk bemonsterd. Het PET

van de ene stroom bevat wel duidelijk meer schalen dan het PET uit de andere stroom. Dit komt

omdat de NIR scheiders voor de twee bunkers anders ingesteld staan. Dit is om te voorkomen

dat één van de handmatige sorteerbanden voor PET overbelast zou raken. Doordat er minder

PET aanwezig was in het Attero materiaal dan in het Omrin materiaal was er nu geen risico dat

de handmatige sorteerders het sorteren van de PET stromen niet meer aankonden.

De hoeveelheden PET waren veel kleiner dan bij de Omrin proef. Gevolg hiervan is dat het

bemonsteren vrij lang duurde. De kwaliteit van de PET stromen was op het oog goed.

3.3 PE (hard) De bemonstering van de twee PE (hard) stromen is op de zelfde manier verlopen als tijdens de

proef met het Omrin materiaal. Ook nu was de kwaliteit van de PE-stromen op het oog goed. De

hoeveelheden PE waren kleiner dan bij de Omrin proef.

3.4 PE folies De bemonstering van de folies is uitgevoerd met een BigBag. De stroom folies was zo groot dat

het uitspreiden van een afdekzeil niet mogelijk was. Door de grootte van de stroom kon er relatief

gemakkelijk met een BigBag worden bemonsterd. Twee maal is er een greep teruggebracht in de

bunker omdat de hoeveelheid materiaal groter was dan 25 kg. Daarna zijn nieuwe grepen

genomen. Op het oog was de kwaliteit van deze stroom goed. Bij folies is dit echter slecht op het

oog in te schatten.

3.5 PP De bemonstering van de PP stroom is op dezelfde manier uitgevoerd als tijdens de proef met

Omringmateriaal. Ook nu zag het materiaal er op het oog weer goed uit. De stroom was kleiner

dan tijdens de proef met Omrin materiaal.

3.6 Mixed kunststoffen hard De gemengde harde kunststoffen zijn op dezelfde manier bemonsterd als tijdens de proef met

Omrin materiaal. Er kan geen uitspraak gedaan worden over de kwaliteit van deze stroom omdat

op het oog zeer slecht te bepalen is of de juiste materialen aanwezig zijn. Wel viel op dat er heel

veel folies aanwezig waren in de gemengd harde kunststoffen. Op het oog bestond de helft tot

Page 139: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N034-4682119JUO-pws-V03-NL

Bevindingen sorteerproef Attero (18 mei 2010) 4\8

drie kwart uit folies. Eén keer is een greep te groot geworden, waarna deze is teruggebracht in de

bunker. Daarna is een nieuwe greep genomen. 3.7 Mixed kunststoffen zacht De gemengde zachte kunststoffen zijn op dezelfde manier bemonsterd als bij de proef met Omrin

materiaal. Echter er is geen afdekzeil gebruikt om het materiaal op te vangen omdat de stroom

hiervoor te groot was. Hiervoor in de plaats is gebruik gemaakt van BigBags. De mixed

kunststoffen zacht bestond grotendeels uit folies.

3.8 FKN (Flüssigkeitskartons) De bemonstering van de FKN stroom verliep op dezelfde wijze als tijdens de proef met Omrin

materiaal. Er is veel papier aanwezig in deze stroom. Veel meer dan in dezelfde materiaalstroom

tijdens de proef met Omrin materiaal. Op het oog is er verder weinig te zeggen over de

samenstelling van deze stroom.

3.9 Rest >20 mm De rest >20 mm bevatte veel papierachtig materiaal. Daarnaast bevatte het redelijk veel

ondefinieerbare organische stof. De stroom is vrij vochtig ten opzichte van de andere stromen. De

deeltjesgrootte lijkt kleiner dan tijdens de proef met het Omrin materiaal. Op het oog is er verder

weinig te zeggen over de samenstelling.

3.10 Transport De monsters zijn door Universiteit Wageningen getransporteerd naar Wageningen in BigBags

met maximaal 25 kg materiaal per greep.

Page 140: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N034-4682119JUO-pws-V03-NL

Bevindingen sorteerproef Attero (18 mei 2010)

5\8

4 Massabalans De massabalans van de proef is aangeleverd door Tönsmeier. Deze gegevens staan in de figuur

hieronder.

Probesortierung ATTERO 18.05.2010 Input: 46,02 to (25,66 to Folien; 20,36 to Hohlkörper) Start 7:00 Ende 13:35 Pause [min] 30 Störung [min] 80 Laufzeit Sieb [h] 4,75 Durchsatz [to/h] 9,07 Produktion [to] Verteilung [%] Folie 5,48 12,72 % MiKu weich 10,12 23,49 % MiKu hart 11,3 26,22 % PP 1,22 2,83 % PET 3,02 7,01 % PE 1,42 3,30 % Reste PPK 4,46 10,35 % Reste mittel 1,98 4,60 % Reste grob 1,84 4,27 % Reste fein 2,15 4,99 % Alu 0,05 0,12 % FE-Metalle 0,05 0,12 % Summe 43,09 Differenz Input - Produktion: 2,93 to Wiegedifferenzen und Materialverschleppung innerhalb der Anlage

Figuur 4.1 Massabalans gegevens van de sorteerproef met Attero materiaal bij Tönsmeier

Het verschil tussen in en output wordt veroorzaakt door materiaalverliezen in de installatie,

vochtverliezen in de installatie, verliezen doordat een klein gedeelte van het materiaal in de loshal

achter blijft en door weegfouten. De output wordt per baal gewogen, dit levert al ongeveer

100 wegingen op waarbij steeds een fout op kan treden.

Hieronder is de massabalans weergegeven in een versimpeld flowdiagram.

Page 141: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N034-4682119JUO-pws-V03-NL

Bevindingen sorteerproef Attero (18 mei 2010) 6\8

Figuur 4.2 Vereenvoudigd flowdiagram van de sorteer proef met Atteromateriaal bij Tönsmeier

Page 142: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N034-4682119JUO-pws-V03-NL

Bevindingen sorteerproef Attero (18 mei 2010)

7\8

5 Analyseresultaten De analyses van de proef zijn uitgevoerd volgens bijlage 1 van het ‘Draaiboek sorteerproef

Tönsmeier’ (R006-4682119JUO-srb-V02-NL). Een samenvatting van de resultaten van de

analyses zijn hieronder weergegeven.

Tabel 5.1 Samenvatting analyseresultaten

PET Norm

PET

PE

(hard)

Norm

PE

(hard)

PE

(folie)

Norm

PE

(folie)

PP Norm

PP

Gem.

hard

Norm

Gem.

hard

Gem.

Zacht

Norm

Gem.

zacht

Zuiverheid 96 97 98 98 72 95 96 97 78 90 84 95

Metaal >100 g Nee Nee Nee Nee Nee Nee

Andere

metaaldelen 0,1 <0,5 0 <0,5 0,1 <0,5 0,1 <0,5 0,1 <2 0,2 <2

PVC 0,1 <0,1 0 <0,1 N.v.t. N.v.t. 0 <0,1 N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.

EPS 0 <0,5 0 <0,5 N.v.t. N.v.t. 0 <0,5 N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Andere

kunststoffen 3 <2 2 <2 25 <4 1 <2

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t. N.v.t.

Andere

reststoffen 1 <2 0 <2 4 <4 3 <2 22 <3 16 <3

Papier en

karton

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t. N.v.t. 10 <5 12 <5

PET-flessen

(transp)

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t.

N.v.t. N.v.t. 0 <4 1 <4

Alle waarden in % m/m

Het aandeel “Andere kunststoffen” in de PE folie bestaat voor een groot gedeelte (23%) uit niet met NIR

detecteerbare kunststoffen. Het grootste gedeelte van de niet NIR herkenbare fractie bestaat uit snippers van

zwarte en grijze (PE) vuilniszakken.

In de analyseresultaten in de bovenstaande tabel is in rood aangegeven aan welke normen niet

voldaan wordt. Voor elk van de stromen geldt dat er minimaal twee normen zijn waaraan niet

voldaan wordt. Echter voor drie stromen, PET, PE hard en PP geldt dat de afwijking van de norm

minder is dan 1,5 %. De spreiding tussen de verschillende grepen is vrij groot zodat de normen in

de bovengenoemde gevallen in het 95 % betrouwbaarheidsinterval van de metingen vallen. Dit

geldt niet voor de stromen PE (Folie), gemengde kunststoffen hard en gemengde kunststoffen

zacht.

Page 143: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N034-4682119JUO-pws-V03-NL

Bevindingen sorteerproef Attero (18 mei 2010) 8\8

6 Factoren die van invloed zijn op de kosten De volgende factoren hebben invloed op de kosten van het sorteren zoals tijdens de proef op

18 mei 2010.

Tijdens de proef waren 13 personen aanwezig om het sorteerproces goed te laten verlopen. Een

medewerker die verantwoordelijk was voor het leegdraaien van de bunkers en het persen van de

balen heeft wat tijd moeten besteden aan de monsterneming. Het was duidelijk dat dit een taak

bovenop de normale taken was want deze medewerker moest soms uit de installatie geroepen

worden als er iets omgeschakeld moest worden. Een tweede medewerker die vooral bezig was

met het laden en lossen van harde kunststoffen in een ander gedeelte van het bedrijf heeft ook af

en toe taken uitgevoerd om het nemen van de monsters mogelijk te maken.

Het toevoeren van het materiaal heeft wat extra tijd en moeite gekost. Dit omdat de balen voor

verwerking moesten worden geopend. Het openen van de balen is vrij arbeidsintensief.

Page 144: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

H Samenvatting en beschrijving analyseresultaten proeven sortering

Page 145: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Samenvatting en beschrijving analyseresultaten 1\8

Contactpersoon ir. Jurgen Ooms

Datum 10 september 2010

Kenmerk N033-4682119JUO-srb-V06-NL

Samenvatting en beschrijving analyseresultaten

1 Inleiding In deze notitie staan de analyseresultaten van de sorteerproeven die zijn uitgevoerd in het kader

van het kostenonderzoek kunststof nascheiding samengevat. Waar mogelijk zijn de resultaten

van de proeven die in opdracht van Attero zijn uitgevoerd bij verschillende sorteerders ook

weergegeven en vergeleken. In de eerste versie van deze notitie was de proef met het Attero

materiaal bij Tönsmeier nog niet opgenomen. In deze versie zijn de resultaten van deze proef ook

verwerkt.

2 Overzicht van de uitgevoerde proeven In tabel 2.1 staan de uitgevoerde proeven en enige gegevens bij deze proeven. Attero heeft

daarnaast bij meer sorteerders proeven uit laten voeren (bij Alba en Hubert Eing). Tauw heeft

geen gegevens over deze proeven. Een beschrijving van de installaties tijdens de proeven staat

in bijlage 1 bij deze notitie.

Tabel 2.1 Overzicht van de uitgevoerde proeven waar van gegevens bekend zijn

Datum Locatie Monsters genomen Welk materiaal Opmer kingen

27-01-2010 Dela Ja, beperkt Attero (hard) Opdracht van Attero

22-02-2010 Dela Ja, uitgebreider Attero (hard) Opdracht van Attero, lossere

balen

26-02-2010 Nehlsen Ja, beperkt Attero (hard) Opdracht van Attero

29-03-2010 Tönsmeier Ja, uitgebreid Omrin (gemengd) Opdracht van Nedvang

19-04-2010 Tönsmeier Ja, uitgebreid Omrin (gemengd) Opdracht van Nedvang

18-05-2010 Tönsmeier Ja, uitgebreid Attero (gemengd) Opdracht van Nedvang

Notitie

Page 146: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N033-4682119JUO-srb-V06-NL

Samenvatting en beschrijving analyseresultaten 2\8

3 Interpretatie van de analyses De proeven die hierboven staan weergegeven zijn lastig te vergelijken omdat ze bijna allemaal op

minimaal twee parameters van elkaar verschillen. Hieronder wordt toch geprobeerd een

vergelijking te maken op basis van de kwaliteit van de uitgaande fracties. Hierbij moet opgemerkt

worden dat de monstername niet bij iedere proef voldoende zekerheid geeft over de kwaliteit van

de uitgaande stromen. Bij de interpretatie van de kwaliteiten is gebruik gemaakt van de tabel

zoals zie weergegeven is in bijlage 1. Omdat in de proeven van Attero de niet-verpakking

kunststoffen bij de analyse niet onderverdeeld zijn in de verschillende materiaalstromen is de

interpretatie van de voor Attero uitgevoerde proeven niet zo precies als bij de proeven die voor

Nedvang zijn uitgevoerd. In de onderstaande tabel is een indeling gemaakt in ‘voldoet niet aan de

norm’ (O(nvoldoende)), ‘voldoet niet aan de norm zit er zeer dicht tegen aan’ (B(ijna)) en ‘voldoet

wel’ (V(oldoet)). ‘Bijna’ wordt geïnterpreteerd als de waarde van de norm binnen de

95 % betrouwbaarheidsinterval van de meting valt. Voor de proeven die niet bij Tönsmeier

hebben plaatsgevonden kon geen betrouwbaarheidsinterval worden berekend. In bijlage 2 zijn

tabellen te vinden met de resultaten van alle proeven met daarbij een betrouwbaarheidsinterval.

In praktijk komt het er op neer dat de betrouwbaarheidsintervallen ongeveer lopen van het

gemiddelde minus 5 % tot het gemiddelde plus 5 %. Deze grens is aangehouden in de

onderstaande tabel.

Tabel 3.1 Overzicht van de resultaten van de uitgev oerde proeven

Locatie en

Datum

PET

(eventueel

helder en

bont)

PE flessen

(hoogwaardig

PE)

PE (folies) PP (indien

voldoende

aanwezig)

Harde

kunststoffen

Gemengde

kunststoffen

(lichte

kunststoffen)

Dela

27-01-2010

B B O O O V

Dela

22-02-2010

O O O O O B

Nehlsen

26-02-2010

B B - O V O

Tönsmeier

29-03-2010

B V V B B B

Tönsmeier

19-04-2010

B V V B B B

Tönsmeier

18-05-2010

B V V B O O

Page 147: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N033-4682119JUO-srb-V06-NL

Samenvatting en beschrijving analyseresultaten

3\8

Bij de test van Attero bij Nehlsen zijn geen folies geproduceerd.

Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de kwaliteit van de proef bij Tönsmeier met gemengd

materiaal van Omrin een goed resultaat geeft. Hierbij moet nog opgemerkt worden dat de ‘bijna’

waarden bij de proeven bij Tönsmeier zeer dicht tegen de norm aanliggen. De afwijking is

hoogstens 2,5 % in de proef op 29 maart 2010 en hoogstens 1,5 % in de proef op 19 april 2010.

De proeven bij Dela en Nehlsen laten een minder goed beeld zien. Slechts twee keer voldoet een

stroom aan de norm. De proef bij Tönsmeier met het Attero materiaal heeft materiaalstromen

opgeleverd met minder hoge zuiverheid. De harde mono materiaalstromen (PET, PE hard en PP)

worden met een redelijk hoge zuiverheid uitgesorteerd. De gemengde stromen hebben een

zuiverheid die ruim onder de norm ligt. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat de

kunststoffen gebaald zijn aangeleverd. De harde kunststoffen komen gemakkelijker los uit de

balen omdat de deeltjes ongelijkvormiger zijn en minder contactoppervlak hebben. Daardoor zijn

zij gemakkelijker te sorteren dan de folies die door het grote contactoppervlak en de

gelijkvormigheid veel meer aaneengekleefd zitten. Er is bij de PE foliefractie een vrij groot

aandeel ‘niet met de NIR detecteerbaar’ materiaal aanwezig. Dit betreft met name snippers van

vuilniszakken die door hun donkere kleur niet door de NIR-apparatuur herkend worden. Omdat

het toch PE betreft is deze fractie als zuiver meegerekend. Bij de gemengde kunststofstromen

bestaat de vervuiling vooral uit organische ondefinieerbaar en papier/karton/drankenkartons.

4 Massagegevens De kwaliteit van de fracties is een belangrijke paramater. Echter ook de hoeveelheid materiaal die

voor elke van de stromen wordt geproduceerd is belangrijk voor het kostenonderzoek. De

geproduceerde massa’s staan hieronder weergegeven als percentage van de input. Tijdens de

tweede proef bij Dela is de gemengde harde kunststof voor een tweede maal door de installatie

verwerkt. De uiteindelijke balans staat in de tweede regel bij deze proef. De balans voor de

tweede run staat in de eerste regel.

Page 148: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N033-4682119JUO-srb-V06-NL

Samenvatting en beschrijving analyseresultaten 4\8

Tabel 4.1 Overzicht van de massa’s van de uitgevoer de proeven in % m/m van de input

Locatie en

Datum

PET

(eventueel

helder en

bont)

PE flessen

(hoogwaardig

PE)

PE (folies) PP (indien

voldoende

aanwezig)

Harde

kunststoffen

Gemengde

kunststoffen

(lichte

kunststoffen)

Totaal

Dela

27-01-2010

13 13 3 19 49 2 99

Dela

22-02-2010

8

11

15

17

2

2

25

27

48

40

1

2

99

99

Nehlsen

26-02-2010

19 13 - 10 23 13 78

Tönsmeier

29-03-2010

25 18 2 7 23 5 80

Tönsmeier

19-04-2010

28 20 1 8 18 4 79

Tönsmeier

18-05-2010

7 3 13 3 26 23 75

In de bovenstaande tabel vallen drie dingen op. Ten eerste: de installatie bij Dela sorteert de

input volledig in de gewenste 6 fracties. De installaties van Nehlsen en Tönsmeier sorteren naast

de 6 gewenste fracties ook nog in andere (afval)-fracties die niet in deze tabel vermeld staan. De

fracties die niet vermeld staan zijn de afvalfracties. Bij Dela komt dit afval terecht in de

6 gewenste fracties. Gevolg hiervan is dat zij niet voldoen aan de kwaliteitseisen. Bij Tönsmeier

en Nehlsen blijft er ongeveer 20 % afval over.

Page 149: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N033-4682119JUO-srb-V06-NL

Samenvatting en beschrijving analyseresultaten

5\8

Ten tweede valt op dat de installaties van Nehlsen en Tönsmeier grotere hoeveelheden PET

flessen uit de input halen. Waneer de input van Dela wordt vergeleken met de output dan blijkt

dat een groot gedeelte van het PET terecht komt in de gemengde kunststoffen. De terugwinning

van de monostromen is bij de hoofdproef bij Tönsmeier (19 april 2010) hoger dan bij de pré-proef

(29 maart 2010). In het materiaal van Attero is veel meer folie aanwezig dan in het Omrin

materiaal. Hierdoor is de opbrengst van de monostromen (PET, PE en PP) verhoudingsgewijs

lager. Veel van de folies komen in de gemengde stromen terecht.

Ten derde lijkt het materiaal van Omrin op alleen de harde kunststof fractie van Attero. De

proeven met Attero-materiaal bij Dela en Nehlsen zijn uitgevoerd met alleen de harde

kunststoffractie uit de nascheidingsinstallatie. De proef met Omrin materiaal bij Tönsmeier is

uitgevoerd met gemengde kunststoffen uit de nascheidingsinstallatie. De proef met het harde

materiaal bij Nehlsen en de proef met Omrin materiaal bij Tönsmeier geven vrijwel gelijke

hoeveelheden van de verschillende stromen.

5 Factoren die van invloed zijn op de kosten 5.1 Ter indicatie: enige kostengetallen Tauw heeft geen gedetailleerde gegevens ontvangen over de kosten voor sorteren van de

nagescheiden kunststoffen. Er is alleen mondeling een grove schatting van de kosten per

gesorteerde ton gegeven voor de proeven die in dit project zijn uitgevoerd. Opgemerkt moet

worden dat deze prijzen af kunnen wijken van de prijzen die in de markt betaald worden. De

sorteerkosten per ton bedroegen in de orde van EUR 100,00 voor het sorteren bij Dela en

Nehlsen. En in de orde van EUR 200,00 voor het sorteren bij Tönsmeier voor het Omrin materiaal

en EUR 140,00 voor het Attero materiaal. Dit verschil is aanzienlijk en is sterk afhankelijk van de

doorzet van de sorteerinstallatie.

5.2 Verband tussen prijs en kwaliteit De prijs voor het sorteren lijkt ook gelinkt te zijn aan de kwaliteiten die worden gehaald. De kosten

bij Tönsmeier zijn wel hoger maar de sorteerresultaten zijn beter. De fracties zijn zuiverder en van

de fracties die het meeste opbrengen, de monostromen, zijn iets groter dan bij de andere

proeven. Dit komt waarschijnlijk gedeeltelijk omdat het inputmateriaal anders was dan bij de

proeven bij Dela en Nehlsen, echter de installatie van Tönsmeier is ook uitgebreider dan de

andere installaties en er wordt ook met de hand gesorteerd om de gewenste kwaliteit te halen.

Tijdens de proef bij Tönsmeier is ook sterker gestuurd op de kwaliteit van de output dan bij de

andere sorteerinstallaties. Hierdoor was de doorzet lager waardoor de prijs per ton hoger uitkomt.

Page 150: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N033-4682119JUO-srb-V06-NL

Samenvatting en beschrijving analyseresultaten 6\8

5.3 Omgekeerd evenredig verband tussen doorzet en k osten Het verschil in doorzet tussen de proef met het Attero materiaal en het Omrin materiaal is vrij

groot. De doorzet van de proef met het materiaal van Omrin (5,6 ton/uur) is veel lager dan de

doorzet tijdens de proef met Attero materiaal (9,1 ton/uur). Hiervoor zijn twee redenen. Bij de

Omrin proef is veel sterker gestuurd op de kwaliteit van de uitgaande stromen en was de doorzet

hieraan ondergeschikt. De doorzet is in de hoofdproef nog iets naar beneden bijgesteld ten

opzichte van de pre-proef omdat in de pre-proef de kwaliteitseisen net niet gehaald werden. Bij

de Attero proef was uitgangspunt wel dat de kwaliteitseisen gehaald moesten worden maar bij

een zo hoog mogelijke doorzet.

Een tweede reden is dat in het Attero materiaal veel meer folie aanwezig is dan in het Omrin

materiaal (33 % tegenover 8 %). Daarmee komt het Attero materiaal meer overeen met het DSD

materiaal dat normaal in de installatie van Tönsmeier wordt verwerkt. De installatie van

Tönsmeier is uiteraard geoptimaliseerd voor het DSD materiaal waardoor ook het Attero

materiaal met een hogere snelheid gesorteerd kan worden. Normaal wordt een doorzet gedraaid

van ongeveer 16 ton per uur met DSD materiaal. Met het DSD materiaal kan een hogere doorzet

worden behaald dan met de nagescheiden kunststoffen omdat in DSD materiaal ook metaal en

drankenverpakkingen aanwezig zijn. De delen in de installatie waar metalen worden

afgescheiden en waar drankenkartons worden afgescheiden zijn tijdens de sorteerproeven met

nagescheiden kunststoffen nauwelijks gebruikt. Door deze delen had extra doorzet behaald

kunnen worden indien metalen en drankenverpakkingen aanwezig waren geweest. In DSD

materiaal kan tot 40 % metaal en drankenkartons aanwezig zijn.

5.4 Verhogen van de doorzet Uit mondelinge communicatie met de bedrijfsvoering bij Tönsmeier en experts van HTP, het

bedrijf dat de installatie van Tönsmeier heeft ontworpen, bleek dat de doorzet bij de Omrin proef

waarschijnlijk wel een stukje kan worden verhoogd zonder dat de kwaliteit van de outputstromen

zeer sterk afnemen. Omdat de kwaliteit tijdens de pre-proef van Omrin nog niet voldeed voor alle

stromen is er echter voor gekozen om de doorzet niet te verhogen tijdens de hoofdproef van

Omrin. Tijdens de hoofdproef met Omrin materiaal waarbij met een lagere doorzet werd gedraaid

waren enkele output stromen zuiverder dan de normen. Dit is ook een indicatie dat de doorzet

nog verhoogd kan worden.

Page 151: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N033-4682119JUO-srb-V06-NL

Samenvatting en beschrijving analyseresultaten

7\8

5.5 Verband tussen kwaliteit en de doorzet Wanneer de doorzet langzaam verhoogd wordt zal de kwaliteit van de output langzaam achteruit

gaan doordat de handsorteerders steeds minder tijd hebben om alle verontreinigingen uit de

outputstromen te verwijderen. Een handsorteerder kan namelijk een bepaald aantal kilogrammen

per uur verwijderen. Dit is vrijwel onafhankelijk van de doorzet op de transportband. Er komt bij

het opvoeren van de doorzetsnelheid echter een punt waarbij de laag kunststoffen op de

transportband zo dik wordt dat de vervuiling niet meer kan worden gezien doordat er ander

materiaal op ligt. Bij een doorzetsnelheid die hoger ligt dan dit punt zal de kwaliteit van de output

sterk afnemen. Dit punt ligt voor het Omrin materiaal in ieder geval boven een doorzet die

ongeveer 10-15 % hoger ligt dan bij de hoofdproef van Omrin is gehanteerd. Deze hogere

snelheid is ook al gebruikt bij de pre-proef. Mogelijk ligt het omslagpunt nog hoger, maar daar kan

geen uitspraak over gedaan worden zonder verdere metingen.

Voor het materiaal van Attero lijken de handsorteerders van de harde fracties niet de beperkende

factor te zijn. Deze stromen voldoen binnen de betrouwbaarheidsmarge aan de normen. Echter

de kwaliteiten van de fracties die veel folies bevatten zijn lager dan de norm. Enerzijds komt dit

omdat er meer papier aanwezig is in de Attero foliefractie. Met het afzuigen van de folies komt

ook dit papier mee. Anderzijds zijn deze fracties lastig handmatig na te sorteren omdat de

stromen veel folies bevatten. Omdat folies een groot oppervlak hebben ontstaat snel een

afdekkende laag op de sorteerband waardoor de vervuiling slecht gezien wordt. De doorzet lijkt

voor deze stromen al boven het omslagpunt te liggen.

Page 152: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Kenmerk N033-4682119JUO-srb-V06-NL

Samenvatting en beschrijving analyseresultaten 8\8

Page 153: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Bijlage 1 Omschrijving van de sorteerinstallaties

DELA

DELA GmbH te Beckum heeft een sorteerinstallatie om gemengd kunststofafval in enkele

hoogwaardige fracties te scheiden. Deze door hoogwaardige NIR apparatuur gescheiden fracties

worden gebruikt om gerecycled te worden. De sorteerinstallatie in Beckum kan ongeveer 10 ton

gemengd kunststofafval per uur sorteren. In de sorteerinstallatie wordt voornamelijk kunststof uit

het Duitse terugnamesysteem (Duales System Deutschland) gesorteerd, maar ook andere post-

consumer afval uit zowel binnen- en buitenland.

Sorteerinstallatie

De installatie van Dela kan volledig automatisch de onderstaande lijst van materialen sorteren.

• PE (folies)

• PET helder

• PET bont

• PE (hoogwaardig PE)

• PP

• PS/PO

• Rest

De gesorteerde kunststoffen worden in balen geperst en afgevoerd naar erkende verwerkers. De

reststroom wordt naar een verbrandingsoven afgevoerd.

Sorteerproces

Het inputmateriaal wordt met een shovel de shredder ingevoerd, waar het materiaal wordt

verkleind tot een grootte < 200 mm. Hierna komt de massastroom op de aanvoerband van de

sorteerinstallatie, waar als eerste stap in het sorteerproces een windzifter volgt. Hier wordt de

lichte fractie gescheiden van de massastroom. De lichte fractie wordt afgevoerd uit het systeem

en los op de productievloer gestort. De overgebleven zware fractie wordt vervolgens over een

vijffasen NIR-kaskade systeem geleid waar alle waardevolle kunststoffen van elkaar gescheiden

kunnen worden. Dit gebeurt met behulp van NIR’s die de verschillende kunststoffen herkennen

door middel van gedeeltelijke kleurdetectie en/of via infrarood licht. De herkende kunststof delen

worden vervolgens met kleine ‘luchtpistolen’ uit de massastroom op een aparte transportband

geschoten, waarna de stroom uitkomt in een voor dat materiaal bestemde bunker. In de eerste

fase wordt de massastroom van HD-PE ontdaan, waarop in de tweede fase PET-helder en

PET-lichtblauw worden gescheiden. In de derde fase vindt de scheiding van PET-bont plaats.

Vervolgens wordt in de vierde fase PP van de massastroom gescheiden, waarna in de vijfde stap

PS wordt gescheiden. Al deze stromen worden automatisch in een bunker gestort, waarna deze

uitgedraaid kunnen worden om in balen geperst te worden. Hierna vindt transport plaats naar de

erkende verwerkers. De overgebleven reststroom wordt automatisch los gestort om vervolgens

afgevoerd te worden naar een verbrandingsoven.

Page 154: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Figuur B1.1 Schematische weergave werking NIR

Page 155: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Figuur B1.2 Processchema sorteerinstallatie Dela

Page 156: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Tönsmeier

De installatie van Tönsmeier in Porta Westfalica is ontworpen voor het sorteren van gemengde

kunststoffen, dat in Duitsland ingezameld worden via het DSD programma (Duales System

Deutschland). De installatie is in april 2007 in gebruik genomen en heeft een productiecapaciteit

van 80.000 ton per jaar. Tijdens de proeven werd gedraaid met een productie tussen de 8 en

12 ton/uur.

De sorteerinstallatie

De installatie van Tönsmeier kan volledig automatisch de onderstaande lijst van materialen

sorteren.

• PE (folies)

• Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen)

• Harde kunststoffen. Komt op twee plaatsen vrij maar wordt gemengd

• PET (Helder en bont gezamenlijk)

• PE (hoogwaardig PE)

• PP

• Rest >20 mm

• Ferro

• Dranken kartons

• Non-ferro

• Papier en karton

• Rest <20 mm

Daarnaast is er de mogelijkheid om visueel, dus door middel van hand-picking, uit de reststroom

nog kunststoffen te halen. De gesorteerde kunststoffen worden in balen geperst en afgevoerd

naar erkende verwerkers. De reststroom wordt naar een verbrandingsoven afgevoerd.

Sorteerproces

Het inputmateriaal wordt met een shovel gelijkmatig verdeeld in twee containers met daarin een

doseerschroef die het materiaal op de opvoerband van de installatie brengt. Tevens is er de

mogelijkheid het materiaal via een shredder op de opvoerband te brengen. De shredder verkleint

het materiaal tot een grootte < 200 mm. Hierna komt de massastroom op de aanvoerband van de

sorteerinstallatie, waar als eerste stap in het proces een zakkenscheurder wordt gebruikt om de

folies te verkleinen. Vervolgens worden de metalen met behulp van een magneetband uit de

massastroom gescheiden. Daarna komt het materiaal in twee trommelzeven, waar het materiaal

gescheiden wordt in een lichte en een zware fractie. De lichte fractie en zware fractie worden

vervolgens afzonderlijk over een NIR-kaskade systeem geleid waar alle waardevolle kunststoffen

gescheiden kunnen worden. Dit gebeurt met behulp van NIR’s die de verschillende kunststoffen

herkennen door middel van gedeeltelijke kleurdetectie en/of via infrarood licht.

Page 157: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

De herkende kunststof delen worden vervolgens met kleine ‘luchtpistolen’ uit de massastroom op

een aparte transportband geschoten, waarna de stroom uitkomt in een voor dat materiaal

bestemde bunker. In deze fase wordt uit de lichte fractie PE folies, gemengde kunststoffen (licht)

en drankenkartons gescheiden. Uit de zware fractie worden PET, PE, PP en harde kunststoffen

gescheiden. Al deze stromen worden automatisch in bunkers gestort, waarna deze uitgedraaid

kunnen worden om in balen geperst te worden. Hierna vindt transport plaats naar de erkende

verwerkers. De resterende massastroom kan nog visueel beoordeeld worden om het eventueel

resterende positieve kunststoffen te kunnen scheiden. De overgebleven reststroom, dat bestaat

uit een licht fractie (<20 mm) en een zware fractie (>20 mm) worden automatisch in een bunker

gestort om vervolgens afgevoerd te worden naar een verbrandingsoven.

Een flowdiagram van de installatie zoals die gefunctioneerd heeft tijdens de proeven staat

weergegeven op de volgende bladzijde.

Page 158: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Figuur B1.3 Processchema sorteerinstallatie Tönsmei er

Page 159: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Nehlsen

Nehlsen heeft sinds april 2006 een sorteerinstallatie in Breinermoor staan om gemengd

kunststofafval in zuivere hoogwaardige fracties te scheiden. Deze fracties worden door NIR

apparatuur gescheiden en gebruikt om gerecycled te worden tot nieuwe kunststoffen. In de

installatie bestaat ook de mogelijkheid om handmatig bepaalde verontreinigingen te verwijderen

in een sorteercabine. De sorteerinstallatie in Breinermoor kan ongeveer 6 ton gemengd

kunststofafval per uur sorteren. In de sorteerinstallatie wordt voornamelijk kunststoffen uit het

Duitse terugnamesysteem (Duales System Deutschland) en bedrijfsafval gesorteerd, maar ook

ander afval uit binnen- en buitenland wordt in deze plant verwerkt.

De sorteerinstallatie

De sorteerinstallatie van Nehlsen kan de volgende fracties scheiden:

• PE (folies)

• PET (Helder en bont gezamenlijk)

• PE (hoogwaardig PE)

• PP

• Ferro

• Non-ferro

• Papier en karton

Daarnaast is er de mogelijkheid om visueel, dus door middel van hand-picking, uit de reststroom

nog kunststoffen te halen. De gesorteerde kunststoffen worden in balen geperst en afgevoerd

naar erkende verwerkers. De reststroom wordt naar een verbrandingsoven afgevoerd.

Het sorteerproces

Bij ontvangst in de sorteerinstallatie wordt de afvalstroom van grove delen en afwijkingen

ontdaan, dit gebeurt met een kraan. Vervolgens wordt het materiaal met een shovel de

sorteerband opgebracht. Het sorteerproces begint in een zeeftrommel waar kleinere

verontreinigingen gescheiden worden van de materiaalstroom. De zeeftrommel met gaten van

verschillende grootte verdeelt de materiaalstroom op transportbanden in drie stromen (grof,

middelgroot en klein). De grove materiaalstroom wordt handmatig gesorteerd op de verschillende

zuivere stromen, deze worden in de betreffende bunkers opgeslagen.

Uit de kleine fractie worden eerst de ferro en non-ferro materialen gescheiden met behulp van

een magnetische separator, waarna de reststroom als residu wordt afgevoerd. De middelgrote

fractie wordt over een windzifter geleid waar het in een lichte en zware fractie wordt gescheiden.

De lichte fractie wordt daarna opgeslagen in een bunker. De zware fractie wordt via een

ballistische scheider geleid waar vervolgens de secundaire grondstoffen op grootte en gewicht

gescheiden worden. Deze stromen worden vervolgens over twee NIR-apparaten heen geleid.

Page 160: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Deze apparaten maken gebruik van kleurherkenning en infrarood licht om de materialen er

vervolgens met behulp van perslucht uit te werpen. Hier worden stromen als papier, folie of

verschillende types van kunststof (PE, PP en PET) gescheiden, die vervolgens in verschillende

bunkers worden opgeslagen. Uit de reststroom kunnen vervolgens door middel van hand-picking

de laatste zuivere kunststoffen gehaald worden. De reststroom komt ook uit in een bunker en

wordt afgevoerd naar een verbrandingsoven. De overige zuivere stromen worden in balen

geperst en afgevoerd naar erkende verwerkers voor recycling.

Figuur B1.4 Processchema sorteerinstallatie Nehlsen

Page 161: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Alba

In de recyclinginstallatie van Alba in Niedersachsen wordt voornamelijk gescheiden ingezameld

lichtgewichtverpakkingen vanuit het Duitse terugnamesysteem (Duales System Deutschland)

gescheiden, maar ook andere afvalstromen vanuit het buienland en bedrijfsafvalstromen worden

hier gescheiden. De beschikbare capaciteit van de installatie bedraagt 12 ton per uur. De

sorteerinstallatie biedt de mogelijkheid om de materiaalstroom in 13 verschillende fracties te

scheiden.

De sorteerinstallatie

De sorteerinstallatie van Alba kan de volgende fracties scheiden:

• Film

• Ferro

• Non-Ferro

• Kartonnen drankverpakkingen

• PE (folies)

• PET (Helder en bont gezamenlijk)

• PE (hoogwaardig PE)

• PP

• PS/PO

• Gemengde kunststoffen

• Papier en karton

• Elektronisch afval

• RDF producten

Daarnaast is er de mogelijkheid om visueel, dus door middel van hand-picking, uit de reststroom

nog kunststoffen te halen. De gesorteerde kunststoffen worden in balen geperst en afgevoerd

naar erkende verwerkers. De reststroom wordt naar een verbrandingsoven afgevoerd.

Het sorteerproces

Het materiaal wordt met behulp van een shovel op de aanvoerband gebracht. Vervolgens wordt

het materiaal met behulp van trommelzeven in verschillende groottes gescheiden, waarna de

stromen over verschillende NIR-apparaten worden geleid. Hier worden de stromen gescheiden in

vier verschillende soorten kunststoffen, metalen, folies, kartonnen drankverpakkingen, papier en

hout. De gescheiden stromen kunnen vervolgens nog visueel beoordeeld worden, waarna de

laatste verontreinigingen eruit gehaald worden en de zuivere stromen opgeslagen worden in

bunkers. Hierna worden de verschillende stromen naar een balenpers geleid waar ze verpakt en

vervolgens afgevoerd worden naar erkende verwerkers. De reststroom wordt afgevoerd naar een

afvalverbrandingsoven.

Van de installatie van Alba was geen processchema beschikbaar.

Page 162: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek
Page 163: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Bijlage 2 Interpretatie van de gesorteerde fracties naar de normen van het uitvoeringsprotocol

Tabel B2.1 Overzicht indeling van de uitgesorteerde fracties naar de normen van het uitvoeringsprotoco l

Fractie PET PE

(hard)

PE

(folie)

PP Gemengd

hard

Gemengd

Zacht

Kunststof Flessen en Flacons (KFF)

Drankflessen PET

>PET Helder Drank - </= 0,5 l X X X X X X

>PET Bont Drank - </= 0,5 l X X X X X X

>PET Helder Drank - > 0,5 l X X X X X X

>PET Bont Drank - > 0,5 l X X X X X X

Drankflessen PE X X X X X X

Drankflessen PP X X X X X X

Flacons PET X X X X X X

Flacons PE X X X X X X

Flacons PP X X X X X X

Flacons anders X X X X X X

Vormvast verpakkingen (overig)

Dieptrekverpakkingen

>PET dieptrek X X X X X X

>PE dieptrek X X X X X X

>PP dieptrek X X X X X X

>PVC dieptrek1 X X X X X X

>PS dieptrek X X X X X X

Vormvast verpakkingen (overig)

>PET vormvast X X X X X X

>PE vormvast X X X X X X

>PP vormvast X X X X X X

>PVC vormvast1 X X X X X X

>PS vormvast X X X X X X

Folies

Draagtasjes (PE) X X X X X X

Overige folies (PE, PP)

>Folie PET X X X X X X

>Folie PE X X X X X X

>Folie PP X X X X X X

>Folie PVC1 X X X X X X

>Folie PS X X X X X X

Buiten definitie van Nedvang

Page 164: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Fractie PET PE

(hard)

PE

(folie)

PP Gemengd

hard

Gemengd

Zacht

Laminaatfolie, doordrukstrips X X X X X X

>PVC houdende doordrukstrips1 X X X X X X

Piepschuim trays2 X X X X X X

Piepschuim blokken2 X X X X X X

Siliconentubes/kitspuiten X X X X X X

Kunststof niet-verpakking

>PET X X X X X X

>PE (vormvast) X X X X X X

>PE (folie) X X X X X X

>PP X X X X X X

>PVC1 X X X X X X

>PS X X X X X X

Plastic Hero zakken (PE) X X X X X X

Restafval (niet kunststof)

>Organisch / ondefinieerbaar X X X X X X

>Papier, Karton, Drankenkarton X X X X X X

>Metaal3 X X X X X X

>Glas X X X X X X

Restkunststoffen niet NIR sorteerbaar X X X X X X

Restkunststoffen (PC, PLA, etc.) X X X X X X 1 Totaalgehalte PVC is de som van deze fracties 2 Totaalgehalte EPS is de som van deze fracties 3 Van de metaaldelen wordt bijgehouden of er een deel tussen zit >100 gram

Verklaring:

X Deze fractie wordt toegerekend aan het zuivere gedeelte in deze stroom

X Deze fractie wordt toegerekend aan de vervuiling in deze stroom

X Deze fractie wordt toegerekend aan het zuivere gedeelte in deze stroom mits het aandeel niet

boven 4 % uitkomt.

Page 165: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Bijlage 3 Analyseresultaten

In deze bijlage staan de analyseresultaten vermeld van de proeven bij Tönsmeier. Voor iedere

stroom is de norm, het gemiddelde en de ondergrens en bovengrens van de 95 %

betrouwbaarheidsinterval gegeven. De 95 % betrouwbaarheidsinterval betekent dat wanneer we

de proeven onder gelijke omstandigheden nog 100 keer uitvoeren en op basis van de resultaten

van die 100 proeven opnieuw een gemiddelde wordt berekend per proef, dat van die 100

gevallen er 95 gevallen zijn waarbij het gemiddelde (van die specifieke proef) binnen het

opgegeven interval ligt.

Opgemerkt moet worden dat er slechts 4 grepen zijn genomen per stroom en in een enkel geval

slechts 3. Dit is zeer minimaal voor statistische bewerkingen. Als verdeling is gekozen voor een

normaalverdeling hoewel de verwachting is dat een scheve verdeling aanwezig is voor een aantal

gemeten waarden (vooral voor de stoffen met een klein aandeel). Door het ontbreken van een

groter aantal metingen kan de juiste verdeling slecht bepaald worden. Ondanks de harde getallen

in de onderstaande tabellen moeten de resultaten dan ook worden geïnterpreteerd met deze

kennis in het achterhoofd.

Page 166: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Tabel B3.1 Analyseresultaten PET

Omrin pré-proef Omrin hoofdproef Attero

Omschrijving Norm Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens

Zuiverheid 97 90 96 100 91 96 100 90 96 100

Metaal >100 g Niet aanwezig N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t.

Andere metaaldelen <0,5 0 0 0 0 0,02 0,1 0 0,1 0,3

PVC <0,1 0 0,02 0,1 0 0,06 0,2 0 0,07 0,3

EPS <0,5 0 0,1 0,2 0 0,2 0,5 0 0,03 0,1

Andere kunststoffen <2 0 3 7 0 3 7 0 3 8

Andere reststoffen <2 0 1 3 0 1 2 0 1 3

Alle waarden zijn in % m/m

Tabel B3.2 Analyseresultaten PE-flessen (hoogwaardi g PE)

Omrin pré-proef Omrin hoofdproef Attero

Omschrijving Norm Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens

Zuiverheid 98 98 99 100 99 99 100 95 98 100

Metaal >100 g Niet aanwezig N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t.

Andere metaaldelen <0,5 0 0 0 0 0 0 0 0 0

PVC <0,1 0 0 0 0 0 0 0 0 0,01

EPS <0,5 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Andere kunststoffen <2 0 1 2 0,4 0,7 1 0 2 4

Andere reststoffen <2 0 0,1 0,3 0 0,03 0,1 0 0,1 0,3

Alle waarden zijn in % m/m

Page 167: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Tabel B3.3 Analyseresultaten PE (folies)

Omrin pré-proef Omrin hoofdproef Attero

Omschrijving Norm Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens

Zuiverheid 95 94 97 99 96 98 99 89 95 100

Metaal >100 g Niet aanwezig N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t.

Andere metaaldelen <0,5 0 0 0 0 0,1 0,3 0 0,1 0,3

Andere kunststoffen <4 1 3 4 1 2 2 0 2 5

Andere reststoffen <4 0 1 2 0 1 2 0 4 8

Alle waarden zijn in % m/m

Tabel B3.4 Analyseresultaten PP (indien voldoende a anwezig)

Omrin pré-proef Omrin hoofdproef Attero

Omschrijving Norm Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens

Zuiverheid 97 90 95 100 92 96 100 94 96 98

Metaal >100 g Niet aanwezig N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t.

Andere metaaldelen <0,5 0 0,5 1 0 0 0,1 0 0,1 0,3

PVC <0,1 0 0 0,1 0 0,1 0,3 0 0 0,1

EPS <0,5 0 0,2 0,5 0 0,1 0,2 0 0 0,1

Andere kunststoffen <2 0 3 9 1 2 4 1 1 2

Andere reststoffen <2 0 2 4 0 2 5 1 3 4

Alle waarden zijn in % m/m

Page 168: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Tabel B3.5 Analyseresultaten Harde kunststoffen

Omrin pré-proef Omrin hoofdproef Attero

Omschrijving Norm Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens

Zuiverheid 90 85 88 90 89 93 97 68 78 88

Metaal >100 g Niet aanwezig N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t.

Andere metaaldelen <2 1 1 2 0 0,2 1 0 0,1 0,2

Andere reststoffen <3 10 12 14 4 7 11 12 22 32

Papier en karton <5 0 3 6 0 2 3 5 10 15

PET-flessen transparant <4 0 1 1 0 1 2 0 0,4 1

Alle waarden zijn in % m/m

Tabel B3.6 Analyseresultaten Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen)

Omrin pré-proef Omrin hoofdproef Attero

Omschrijving Norm Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens Ondergrens Gemiddeld Bovengrens

Zuiverheid 95 93 94 96 90 94 98 78 84 89

Metaal >100 g Niet aanwezig N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t. N.v.t. Niet aanwezig N.v.t.

Andere metaaldelen <2 0 0,1 0,2 0 0,1 0,3 0 0,2 0,6

Andere reststoffen <3 4 6 7 3 2 6 11 16 22

Papier en karton <5 2 4 5 2 2 3 6 12 18

PET-flessen transparant <4 0 1 2 1 1 2 0 1 2

Alle waarden zijn in % m/m

Page 169: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

I Validatie kostenposten en referenties

I.1 Validatie kostenposten

I.1.1 Inputstroom De tonnages van de inputstroom zijn gevalideerd aan de hand van onderliggend bewijs van de installaties en gegevens uit de praktijkproef. De percentages kunststof gemeten in de inputstromen komen overeen met gegevens van Agentschap NL (voorheen SenterNovem) en van inschattingen van experts.3

I.1.2 Inzamelkosten

Inzamelkosten zijn de kosten voor inzameling, transport en op/overslag van huishoudelijk restafval. Zoals besproken in hoofdstuk 4.3 zijn de inzamelkosten gebaseerd op NVRD informatie gecombineerd met CBS informatie. Eventuele additionele transportkosten van gemeentelijke op/overslagpunten naar nascheidingsinstallaties zijn niet bekend en zijn niet inbegrepen in het tarief voor inzamelkosten.

De resulterende inzamelkosten zijn weergegeven in onderstaande tabel. In het kostenmodel is stedelijkheidsklasse C gebruikt (CBS stedelijkheidsklasse 3, 4 en 5) op basis van een inschatting van de aard van de inzamelgebieden, waarin de twee nascheidingsinstallaties zich bevinden.

Stedelijkheidsklasse restafval/ inwoner/ jaar

(NVRD)

kosten/ aansluiting

(NVRD)

kosten/ton

(berekening)

klasse A: deelnemers met een zeer sterk stedelijk verzorgingsgebied

(CBS stedelijkheidsklasse 1)

290 kg

€ 59

€ 92

klasse B: deelnemers met een sterk stedelijk verzorgingsgebied

(CBS stedelijkheidsklasse 2)

255 kg

€ 40

€ 71

klasse C: deelnemers met een matig stedelijk, weinig stedelijk en niet stedelijk verzorgingsgebied

(CBS stedelijkheidsklasse 3, 4 en 5)

232 kg

€ 37

€ 72

Tabel 5.1 Kosten voor inzameling per aansluiting en kosten per ton afhankelijk van stedelijkheidsklasse

3 SenterNovem, januari 2009, Samenstelling van het huishoudelijk restafval. Resultaten sorteeranalyses 2008

Page 170: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

Ter vergelijking is beide nascheidingsinstallaties gevraagd een (onderbouwde) schatting van de inzamelkosten in hun gebied (Friesland respectievelijk Groningen) te geven4

I.1.3 Indirecte kosten

. Ook experts is gevraagd om een inschatting te geven van inzameling, inclusief transport en overslag. Tevens is gekeken naar voorgaande rapporten, waarin inzamelkosten werden besproken. De NVRD kostenbandbreedte blijkt goed overeen te komen met informatie verkregen uit bovengenoemde bronnen.

De indirecte kosten zijn verdeeld over scheiding en nascheiding op basis van het aantal FTE’s, de benodigde managementtijd en overhead taken. Voor deze gegevens is onderliggende informatie opgevraagd. Financiële experts binnen KPMG hebben een gebruikelijk percentage voor indirecte kosten aangeven. Volgens deze inschatting zijn de door de installaties genoemde gegevens niet afwijkend.

I.1.4 Personele kosten Personeelskosten zijn gespecificeerd en toegelicht door de installaties. Er wordt een extra percentage meegenomen voor ziekte, verlof, training, etc. Ook wordt inhuur gespecificeerd. Onderliggend bewijs voor personeelskosten van de installaties is opgevraagd en gevalideerd, onder andere op basis van gegevens van andere installaties en expert opinions. Kosten voor management en directie vallen onder overhead. Kosten voor leidinggevenden specifiek voor het scheiding/nascheidingsproces zijn verdisconteerd in de personeelskosten voor de operators.

I.1.5 Installatiekosten

I.1.5.1 Investeringskosten De kosten van de installaties zijn gevalideerd op basis van facturen die zijn betaald aan de leveranciers. Tevens is gebruik gemaakt van informatie over investeringen verkregen van andere afvalverwerkingsinstallaties. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van kosteninformatie afkomstig van leveranciers van relevante bedrijfsmiddelen voor nascheiding en sortering van kunststof.

Energieverbruik

Energieverbruik is gecontroleerd aan de hand van de verbruiksoverzichten aangeleverd door beide installaties. De verdeling voor scheiding en nascheiding is gebaseerd op het energieverbruik van de installaties specifiek voor scheiding resp. nascheiding.

4 Voor de inzameling in Friesland wordt een globale kostprijs van circa € 30,- per huishouden gehanteerd wat ongeveer neerkomt op € 60,- tot € 70,- per ton (bron: Omrin). Voor de inzameling in Groningen zijn de inzamelkosten (zonder transport en overslag) naar schatting ook in door de NVRD aangegeven range van € 70,- per ton (bron: Milieudienst Groningen).

Page 171: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

Onderhoud

De totale onderhoudskosten zijn gespecificeerd door de installaties. In een vergelijkingsstudie is een vergelijking gemaakt tussen het procentuele aandeel van de onderhoudskosten in de totale kosten van beide installaties met andere vergelijkbare installaties zoals hierboven bij investeringskosten omschreven. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat de onderhoudskosten conform de verwachting zijn.

Verzekeringen

De verzekeringskosten zijn aangeleverd door beide installaties aan de hand van een percentage van de investeringen. In de vergelijkingsstudie is een vergelijking gemaakt tussen de verzekeringskosten als percentage van de investeringen van beide installaties en het procentuele aandeel van de verzekeringskosten in de totale kosten van beide installaties met andere vergelijkbare installaties. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat de kosten conform de verwachting zijn.

Huisvestingskosten

De huisvestingskosten zijn gedetailleerd aangeleverd door beide installaties. De kosten zijn gevalideerd tijdens de validatiebijeenkomsten. De afschrijvingstermijnen gebruikt voor de gebouwen en terreinen zijn daarnaast in een vergelijkingsstudie vergeleken met die van vergelijkbare partijen.

Materiaalkosten

De materiaalkosten bestaan voornamelijk uit de folie en het draad dat nodig is voor het binden van de balen uit de balenpers. In de validatiebijeenkomsten is besproken aan welke processtap het materiaal kan worden toegerekend en hoe deze kosten kunnen worden verdeeld.

Handlingskosten

Voor de handlingskosten zijn facturen gereviewed en is overleg geweest met de installaties over de bedrijfstijd. De bedrijfstijd geldt als cost driver voor het gebruik van de transportmiddelen.

Hulpstoffen

De kosten voor de hulpstoffen zijn door KPMG gerelateerd aan de activiteiten die plaatsvinden voor de handeling en het verbruik van hulpstoffen tijdens deze activiteit.

Afschrijvingen per jaar

De hoogte van de afschrijvingen per jaar zijn afhankelijk van de investeringskosten en de gekozen afschrijvingstermijn. Zoals eerder aangegeven is de hoogte van de investeringskosten gevalideerd aan de hand van facturen van de investeringen die door beide installaties zijn aangeleverd.

Page 172: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

Met betrekking tot de gekozen afschrijvingstermijn is gebruik gemaakt van benchmark gegevens uit een vergelijkingsstudie en informatie van fiscaal specialisten bij KPMG.

Rente

De rentelasten voor de investeringen van de beide installaties zijn in een vergelijkingsstudie vergeleken met de rentelasten van vergelijkbare installaties en gevalideerd met specialisten op het gebied van waardering en bedrijfsfinancieringen.

Werkkapitaal

KPMG-experts hebben gekeken naar de hoogte van het werkkapitaal en de gehanteerde methodiek voor de berekening.

Sortering

De berekende kosten zijn vergeleken en gevalideerd met kostengegevens van drie andere sorteerders in Duitsland, namelijk Alba, Nehlsen en Dela. Bij deze sorteerders zijn namelijk proeven met nagescheiden materiaal uitgevoerd, zie hoofdstuk 6 en bijlage H (Samenvatting en beschrijving analyseresultaten proeven sortering).

I.1.6 Referenties voor validatie van kostenposten In onderstaande tabel worden per kostenpost de gebruikte referenties (bron en/of onderliggend bewijs) weergegeven.

Kostenpost Bron/onderliggend bewijs

Inzamel-kosten

Arthur D Little, 2005, Beoordeling van nascheiding voor afvalverwerking

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), 2009, Statline, diverse statistische publicaties

CREM/IVAM/PwC, december 2005, Onderzoek naar de invulling verpakkingenbeleid op lange termijn

Interviews afvalexperts, Milieudienst Groningen, NVRD, Omrin, SenterNovem, Tauw

NVRD, 17 maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007

SenterNovem, mei 2009, Afvalstoffenheffingen 2009 Uitvoering Afvalbeheer

SenterNovem, januari 2009, Samenstelling van het huishoudelijk restafval Resultaten sorteeranalyses 2008 Uitvoering afvalbeheer

Bureau Milieu en Werk BV, 9 juni 2008, Afvalmonitor/effect meting Regio Noord -Veluwe 2007/2008

Page 173: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding

KPMG Advisory B.V. Amstelveen, november 2010

Kostenpost Bron/onderliggend bewijs

Indirecte kosten

Attero: Validatiemeetings en specificatie/onderliggend bewijs van input

Omrin: Validatiemeetings en specificatie/onderliggend bewijs van input

KPMG Transaction Services: Percentage indirecte kosten t.o.v. totale kosten

Personele kosten

Attero: Validatiemeetings en specificatie salariskosten/overzicht personeelsadministratie

Omrin: Validatiemeetings en specificatie personeelskosten

KPMG Transaction Services: Inschatting salariskosten eigen personeel/kosten inhuur

Afvalexperts: Inschatting salariskosten

Installatie-kosten

Attero: Validatiemeetings, specificaties (bijvoorbeeld onderhoudskosten) en facturen (bijvoorbeeld investeringskosten en handlingskosten)

Omrin: Validatiemeetings, specificaties (bijvoorbeeld energiekosten) en facturen (bijvoorbeeld investeringskosten en handlingskosten)

Machinefabrikanten, installateurs en leveranciers: Investeringskosten onderdelen, hulpstoffen, materiaalkosten en onderhoud van scheiding en nascheiding

Vergelijkbare afvalverwerkinginstallaties waaronder AVR-Van Gansewinkel, Rova, Twence en ARN.): Installatiekosten

KPMG Transaction Services en KPMG Meijburg: Kennis afschrijving, werkkapitaal, verzekeringen, OZB, percentage onderhoud en percentage rente/risico

Praktijkproeven nascheiders Omrin en Attero: gegevens input en output installatie

Transport-sortering

SITA, ROVA, Delta, Van Gansewinkel, AVRI, Sortiva, ARN.Midwaste: tarieven transport

Sortering Praktijkproeven sorteerder Tönsmeier

Praktijkproeven sorteerders Dela, Nehlsen en Alba

Page 174: Stichting Nedvang · 1 NVRD, 17 Maart 2009, Algemene ontwikkelingen en bedrijfspresentatie NVRD Benchmark Afvalinzameling Peiljaar 2007 . Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek

kpmg.nl

Dit rapport is opgesteld door KPMG Advisory N.V., een Nederlandse [naamloze/besloten] vennootschap, een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit, en is in alle opzichten onderhevig aan onderhandeling, overeenstemming en ondertekening van een opdrachtbevestiging of een contract. KPMG International verleent geen diensten aan klanten. Geen enkel lid van het KPMG-netwerk heeft de bevoegdheid om KPMG International of enig ander lid jegens derden te binden of tot iets te verplichten, noch heeft KPMG International de bevoegdheid om enig ander lid te binden of tot iets te verplichten.

© 2010 KPMG Advisory N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 33263682, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Nederland.

KPMG en het KPMG-logo zijn geregistreerde merken van KPMG International Cooperative (“KPMG International”), een Zwitserse entiteit.