STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas...

328
TEN KATE STICHTELIJ HUISB0EK

Transcript of STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas...

Page 1: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

TEN KATE

STICHTELIJ

HUISB0EK

Page 2: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom
Page 3: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom
Page 4: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

_,A,__ -e•

---- -17-':7- -.-- -&-"

--(z_- ----Z-e----7----------------.=,' -4.----e--- ----(--e,-.-

--'--34-12"---- -/..z-:-; ' –..--...-e_--- - -t3--------.-------- ,

--:7--o.-- -.---.--. --- -t7- --e-----,------- __:--2-

ee-- f X 4-"'31-0---.n, -, 4,4') , =::;---

Page 5: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

STICHTELIJK RU1SBOEK.

Page 6: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom
Page 7: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

STICHTELLIK HUISBOEK

VAN

J. J. L. TEN KATE.

TWEEDE, VEEL VERMIERDERDE EN VERBETERDE DRUK.

TE LEYDEN, BIJ A. W. SIJTHOFF.

Page 8: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom
Page 9: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

OPIDR_A_CIIT

VAN DEN EERSTEN DRUK VAN HET „ STICHTELIJK HUISBOEK"

A A N

HARE MAJESTEIT,

DE

KONINGIN DER NEDERLANDEN,

GEBOREN PRINCES VAN WIJRTEMBERG ,

ENZ. ENZ. ENZ.

Zoo • doet Ge 's Dichters hart zijn vollen wensch ontfangen ,

0 Welbeminde Koningin ?

Zoo dringen ongeweerd zijn kunsteloze zangen

IJw stile binnenkamer in ? . . .

Page 10: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(--

Welaan dan ! molten zij , in de eenzame oogenblikken

Als Gij van 's levens zorg verpoost ,

U met een nagalm nit dat Hemelsch Boek verkwikken ,

flat zielen heiligt en vertroost :

U spreken van den God die onder ons wil woven

Met eindeloze Vadermin ,

Die U gezegend heeft met Brie der schoonste kroonen ,

Als Vrouw, , als Moeder, als Vorstin :

U sterken in dien Heer, Uw hoop ook en Uw leven ,

Uw levenslicht en levenskracht ,

Van Wien Ge meer dan heel een waereld ons kan geven ,

Uw allerschoonste kroon , verwacht !

De Zanger heeft zijn loon, als hij een ziel verfrischte ,

Wie zesciveel liefde wordt gewijd ,

Als hij een enklen traan nit Vorstlijke oogen wischte ,

Wier glimlach heel een Volk verblijdt.

1859.

J. J. L. TEN KATE.

Page 11: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

INHOUD.

EERSTE BOEK.

OUD-TESTAMENTISCHE BIJBELPOEZY.Bladz.

Het scheppingslied 3.

Het lied van Mozes 10.

Job 13.

I. De klagende lijder 13.

II. De moeielijke trooster 16.

III. De ondoorgrondelijke God 20.

Avondlied 25.

De ware Godsdienst 26.

Het lied van den goeden Herder. 27.

God in de gatuur 29.

LofLied 32.

Jesses Spruit. 36.

Triomf over Babel 39.

De bloeiende Woestijn 427

Gods grootheid 44.

De uitverkoren Knecht des Heeren. 47.

De lijdende Knecht des Heeren 49.

Het woord des Heeren. 52.

De roepstem des ontfermens 54.

De belle des berouws 55.

Vloek en ze&en. 56.

Het doodenveld. 57.

De val van Ninev e. 59.

De voorspelling van den Messiaanschen Heildag 66.

Judiths lofzang 69.

De Bijbel in huis. ' 70.

Page 12: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

INHOUD.

TWEEDE BOEK.

NIEUW-TESTAMENTISCHE BIJBELPOtZY.Bladz.

Maria van Bethanie 73.Johannes Markus 82.Jozes toegenaamd Barnabas 91.De zaligsprekingen 99.Het allervolmaaktste Gebed 101.Het Evangelie der Natuur. 103.De ware schat bij den waren Heer 104.De wijze en dwaze Maagden 106.Jairus dochtertjen , 108.Mariaas lofzang 110.Zacharias' lofzang. 111.Simeons lofzang 113.De onvruchtbare vijgenboom 113.In geest en waarheid 115.De rank moet in den wijnstok blijven 117.Dit gebied Ik u, dat gij elkander lief hebt 118.De hoogepriesterlijke voorbede 120.Bijna! 123.De liefde Gods in Christus 124.Het beeld der Christelijke Liefde • 125.Aan den eindpaal 127.De opstanding der dooden 128.Er blijft een ruste over 129.De roem en roeping der kinderen Gods. 131.De verschijning des Verheerlijkten aan Johannes op Patmos.. 132.Het nieuwe lied 134.Het Hemelsch Loofhuttenfeest 135.De val van Batylon. 136.

DERDE BOEK.

CHRISTELIJKE FEESTZANGEN.

I. Nieuwjaar. 143.Op Nieuwjaarsmorgen. 143.Ben Nieuwjaarshymne 145.Nog een Nienwjaarshymne 148.

II. Goede Vrijdag 150.'t Is Volbracht 150.Het Stabat-Mater 154.

Page 13: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

INROUD.

Bladz.

III. Paschen. 156.Paaschmorgen 156.Verrij zen 156.Een Paasch- Kantate 159.Paaschhymne. 165.Opstanding 170.

IV. Hemelvaart 171.Kinderliederen op Hemelvaartsdag 171.Hemelvaartshymne 173.

V. Pinksteren 174.Pinksterhymne 174.Een Pinksterbede 178.Nog een Pinksterbede 179.

VI. Kerstfeest. 181.Een Adventslied 181.De Geboorte van Jezus 183.De Engelenzaug 185.Drie Koningen 195.Kerstlied 197.Kinderliederen op den tweeden Kerstdag 198.Een Kerstavond-vertelling 200.

VII. Oude - jaar 204.Een Oudejaarsnacht 204.

VIERDE 'BOEK.

LIEDEREN EN OVERDENKINGEN.

Hymne aan den Schepper 211.Aan God. -) 13.Des Scheppers heerlijkheid 214.Gods orde 217.Uit God en tot God 219.De Mensch 220.In Gelderland 222.Natuur en openbaring 227.Christus in de Natuur r 232.God in het vleesch geopenbaard 240.Naar boven 241.Wijsheid 243.Algemeene Litany 245.Gelijk de Zon 253,Avond 254.

Page 14: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

INHOUD.

Bladz.

Zomeravond. 257.In den nacht 258.Het lentefeest des kranken. 259.In de herfst 260.Des Heeren 261.Het kruis 262.Aan Jezus. 264.Hymne aan Jezus 265.Een psalm in den nacht -267.De opwekking van Lazarus 268.Het lied des geloofs. 275.Zalig de barmhartigen 277.Zalig die treuren 279.V erlangen naar het aangezicht des Heeren 280.Paradoxen 282.Troost in den nacht. 283.Hebt gij Mij lief? 283.Hoop op God. 285.Uit de diepte 288.Na lijden , verblijden 289.Uit de N eanders- Hale 290.

I. Aller heemlen talloos heir 290.II. Hoe snelt des menschen tijd voorbij 291.

III. Lof zij den Heer. 293.Een zestal liederen om op Steenbeek to zingen , en overal waar

men de Liefde van Jezus kent 294.I. Morgenlied 294.

II. Avondlied ,. III. Aan Jezus' voet 296.IV. Zondagslied . 297.V. Lathed 298.

VI. Vrijdagslied. 299.De moeder aan haar kind in den Hemel. 300.Ver van huis 303.Het menschelijk leven 304.Zucht a.... 305.Onkruid- wieden 305.Geduld. 306.De Zending onder de Heidenen. 308.

Page 15: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EERSTE BOER.

OUD-TESTAMENTISCHE BIJBELPOEZY.

Page 16: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r

Page 17: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET SCH EPPINGSLIED.

(Genesis I.)

CHOOR VAN ENGELEN.

Hallelujah ! Looft den Heere,

De Eeuwige Oorzaak van 't Heelal !

Al Zijn schepslen ! geeft Hem eere ,

Hem , die was en wezen zal !

Looft d' Algoede , Alwijze , Almachte !

Driemaal heilig is Zijn naam.

De Aarde en alle Heemlen saam',

Zijn ea enkle Godsgedachte ,

Die Zijn Woord verwerklijkt heeft.

Hallelujah ! Looft den Heere, Hem , die leeft en Leven geeft !

EERSTE AARTSENGEL.

In den aanvang alley Bingenschiep de Oneindige al wat is.

De Aarde nu was woest en ledig ,enkel zee en duisternis.

Maar Gods Geest , de vleuglen spreidendover de onbewogen zee,

Page 18: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

4 HET SCHEPP1NGSLIED.

Deelde leven en bewegingaan den gantsclien baaiert mee.

En : „ Daar zij licht !" sprak Jehovah,en daar was licht ! zuiver licht ,

Eerstling aller kreaturen ,weerglans van Gods aangezicht!

En God scheidde licht en duisterdoor des waerelds halve rond :

Blonde Dag , gij waart geboren !donkre Nacht , en gij bestondt !

CHOOR VAN ENGELEN.

Avond werd het morgen werd hetde allereerste scheppingsdag !

Heerlijk was het en volkomenwat het oog des Scheppers zag !

TWEEDE AARTSENGEL.

En God sprak : „ Daar zij in 't midden

een doorschijnend firmament,

„ Wateren van waatren scheidend ,

als een uitgespannen tent !"

Alzoo maakte God de raimte

en de wateren beneen ,

En de wateren daarboven ,scheidden op Zijn weak van 66n.

Van de logge last ontslagen ,hief de waereldoceaan

Op den maatslag zijn.er golven't oudste Lied der schepping aan.

Dunne dampen, grijze wolken ,stegen dwarlend naar omhoog ,

Page 19: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET SCHEPPINGSLIED. 5

En 't gewelf, waarin ze dreven ,noemde God den Hemelboog.

CHOOR VAN ENGELEN.

Avond werd het ; morgen werd het :'t was de tweede scheppingsdag t

Heerlijk was het en volkomenwat het oog des Scheppers zag !

DERDE AARTSENGEL.

Toen sprak God : „ Dat daar benedenalle waatren samenvlien !"

En ze vloten tot elkander, ,en het drooge werd gezien.

Al 't gebergte werd geboren ;rotsgevaart' en heuveltop ,

Diepe dalen en valleienklommen uit den afgrond op.

Aar de noemde God het drooge ;Z e e den wijden watervloed :

En God wilde 't en het was zoo ,en God zag het en 't was goed !

En God sprak : „ Nu drage de Aardejonge planten , teeder kruid ,

„ En 't geboomte sprei' zijn takkenover heel de waereld uit ,

„ Lommer wevend , vruchten gevend ,zich herteelende uit zijn zaad !"

En daar blonk de jeugdige Aardein het groene feestgewaad!

Planten groeiden , wouden bloeiden ,vol van blozende' overvloed :

Page 20: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r -------,,6 HET SCHEPPINGSLIED.

IATant God wilde 't en het was zoo,

en God zag het en 't was goed !

CHOOR VAN ENGELEN.

Avond werd het , morgen werd het :

't was de derde scheppingsdag!Heerlijk was het en volkomen

wat het oog des Scheppers zag !

VIERDE AARTSENGEL.

Toen sprak God : „ Dat in de ruimte

nu een kroon van Lichten hang',„ Die en dag en nacht beheerschen

door hun op- en nedergang;„ Die de wisselronden reeglen

zoo van jaar als jaargetij' ,„ En wier schijnsel nit den hoogen

de Aarde ter vertroosting zij !"En God wilde 't en het was zoo;

en in 's hemels blaauwe sfeerHing ilij , tusschen duizend starren ,

twee der grootste Lichten neer.Zij verdeelden licht en duister

met hun beurtelingschen glued ,Dagmonarch en Nachtvorstinne !

En God zag het en 't was goed !

CHOOR VAN ENGELEN.

Avond werd het ; morgen werd het :

't was de vierde scheppingsdag !Heerlijk was het en volkomen

wat het oog des Scheppers zag !

Page 21: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET SCHEPPINGSLIED.

VIJFDE AARTSENGEL.

Toen sprak God : „ In alle waatren

leve een waereld van gediert' ,„ vat met uitgeslagen vinnen

't golvend element doorzwiert,„ En een waereld van gevogelt

stijge in onvermoeide vlucht ,„ Drijvende op gepluimde wieken

door den oceaan der lucht !"En God schiep den leviathan,

al wat wemelt in de kolk ,

D'aadlaar en het piepend muschken ,

al 't gevedert vleugelvolk.

En God zegende ze en zeide :

„ Gnat en kiest uw wegen nu,„ Waterburgers, luchtbewoners ,

en vermenigvuldigt u !"

CHOOR VAN ENGELEN.

Avond werd het ; morgen werd het :

't was de vijfde scheppingsdag!Heerlijk was het en volkomen

wat het oog des Scheppers zag!

ZESDE AARTSENGEL.

Toen sprak God : „ Nu brenge de aarde

levendige zielen voort,„ Tam, ontembaar, , gaande en kruipend,

menigvoud van vorm en soort !"En het was zoo ! Al 't gedierte,

duizendvuldig , klein en groot ,

Page 22: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET SCHEPPINGSLIED.

Worstelde overal bij parenuit des aardrijks moederschoot ,

Forschgeklaauwd, gehoefd , gehorend ,dichtgepantserd , bontgevacht ,

Steeds bezintuigd en volwassen,in de volheid hunner kracht !

't Wormtjen naast den alligator,'t miertjen naast den behemoth,

Wolf en lam, to saam geboren ,alles leefde en loofde God !

CHOOR.

Met een opslag Zijner oogen,

Even als ten eersten maal ,

Toetste de Eeuwige uit den hoogen

't Wonder van Zijn alvermogen

Aan Zijn Godlijk Ideaal :

't Was volmaakt ! een Godenwoning ! —

Maar nog faalde 's waerelds trots,

't Meesterstuk der Liefde Gods ,

Een onsterflijke Onderkoning ,Die , door 's Heeren geest bezield

En in godlijk zelfbewustzijn , omgang met den Hemel hield!

ZEVENDE AARTSENGEL.

Daarom , „ Laat ons ," sprak de Heere ,

„ Menschen scheppen naar ons beeld ,

„ Wezens , in wier Rede een zweemselvan ons eigen Wezen speelt ,

„ Dat ze , als ooze stedehouders ,heerschen over alle vee ,

„ Alle vogelen des hemels ,alle visschen van de zee,

Page 23: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i--HET SCHEPPINGSLIED. 9

„ Al wat 'even heeft ontfangen

en de weemlende aard bewoont !"En daar stand de Mensch , Zijn beeldtnis ,

met Zijn heerlijkheid gekroond.

Godlijke Adam , godlijke Eva,

offerden hunne eerste bee :„ Amen !" ruischte 't; en wij Englen,

baden : „ Amen ! Amen !" mee.

CHOOR VAN ENGELEN.

Avond werd het; morgen werd het :

't was de zesde scheppingsdag !

Heerlijk was het en volkomen

wat het oog des Scheppers zag.

Hallelujah ! Looft den Heere,

Hem , die leeft en leven geeft !

Die ten spiegel Zijner eere

Stof en Geest geheiligd heeft !

Wij omvleuglen onze slapen

Voor Zijn heilgeheimenis.

Alles WERD of WORDT : Hij is !

Gij hebt alle ding geschapen,

En door Uwen wil, o God !

Zijn en blijven zij geschapen. -- Looft Jehovah-Zebaoth!

Page 24: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

10 HET LIED VAN MOZES.

HET LIED VAN MOZES.

(Exod. X V.)

MIRJAM.

Zingt nu , blijde Reien !

Zingt een jubelchoor!

Trommels en schalmeien ,

Klinkt den hemel door!

DE REIEN.

Eere den Bevrijder !

Alles love mee !

't Paard en zijn berijder

Wierp Hij in de zee!

MOZES.

'k Zing den Heer der legerscharen;

Hoogverheven is de Heer !

In de wentelende baren

Wierp hij ros en ruiter neer.

Hij is al mijn heil , mijn eer ;

'k Mag Hem mijn. Verlosser noemen ;

'k Zal Hem boven alles roemen —Hij is God en niemand meer !

anze God , de God der Vaadren ,

Is een Held, ten krijg bekwaam :

EEUWIG-LEVENDE is Zijn naam !

Faro& trotsche wagenraadren ,

Al zijn paarden, heel zijn drom,

Page 25: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r HET LIED VAN MOZES. 11

Stiet Hij 'in de golven om.

Door de waatren overrompeld,

Van den oever afgesneen ,

Zijn ze in d' Afgrond neergedompeld

Xis een uitgeworpen steen !

Aangewandeld op de waatren,

Deedt ge, o Heer! Uw woord gestand.

Gij verbrijzelde onze haatren

Met Uw sterke rechterhand.

Tegen al die U weerstonden

Hebt ge Uw gramschap uitgezonden :

Gij bedwongt den Dwingeland ,Gij hebt al zijn macht verslonden

Als een felle stoppelbrand!

Door Uw storm , met kracht ontwakend ,

Splitste zich de waterkolk ,

En bij 't schijnsel Uwer wolk

Hebt Gij 't zeepad afgebakend

Voor Uw uitverkoren Volk.

Maar de vijand sloeg aan 't woelen :

„ Heden zal mijn wraak zich koelen!

„Heden wordt de buit vergaArd!

'k Zal hem al mijn haat doers voelen,

„ Al de scherpte van mijn zwaard !"

God ! daar bliest ge, en — met de golven

Overstroomde hen de flood!

Door de dwarrelzee bedolven,

Plompten ze in den vloed als lood!

En terwijl wij 't strand bestegen,

Grijnsden ons de lijken tegen,

Dobbrende uit des Afgronds schoot!

Page 26: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET LIED VAN MOZES.

Wie der Goden , Heere HEERE !

Die U ooit ter zij de staat?

Wie gelijkt U ? hoog in eere ,

Groot in macht , geducht in daad !

Op Wiens wenk een yolk vergaat,

Of een natie wordt herboren ;Wien de doove golven hooren

En de Wilde storm verstaat !

Naar Uw eigen heilge woning

Leidt Ge voortaan , tred voor tred ,

Ms zijn God en Vredekoning,

't Isrel, door Uw gunst gered.

Nu de Heidnen dit vernemen ,

Worden zij van schrik verplet !

Palestina staat ontzet ,

Moab is van angst bezwemen ,

Kanan stuiptrekt aan Uw voet ,Die zijn bodem dreunen doet !

Dat zij vreezen , dat zij beven,

Raadloos en van schrik versteven

Voor Uw onweerstaanbre • hand !

Dat ze Uw yolk een toegang geven

Tot het langbeloofde Land!

Worde daft Uw Volk geplant ,

Met zijn wortels vastgeweven,

Tot Uw Heiligdom verheven

In Uw eigen Lustwarand' !

Gij zult heerschen , God der Goden!

Heerschen door alle eeuwigheen.

Alles bukt voor Uw geboden :

Page 27: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET LIED VAN MOZES. 13

Gij zijt God en antlers geen !

Gij Almachtige en Alhooge !

Gij hebt Faros heir vernield ,Toen Ge Uw eigen Volk behieldt ,

Dat , gewandeld over 't drooge ,

Nu aanbiddend nederknielt !

MIRJAM.

Zingt nu, blijde Reien !

Zingt een jubelchoor !

Trommels en schalmeien ,

Klinkt den hemel door !

DE REIEN.

Eere den Bevrijder !

Alles love mee !

't Paard en zijn berijder

Wierp Hij in de zee !

.J 0 B.

I.

DE KLAGENDE LIJDER.

(Job III, VI, VII, XIV , XVII.)

Verga de dag, waarop ik ben geboren ,

De nacht , waarin mijn moeder mij ontfing !

Die dag ! hij zij verworpen in Gods toren

En weggewischt uit onze erinnering I

Page 28: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

14 JOB.

Zijn hemel zij in duisternis verborgen,

En scheure nooit het dikke wolkgordijn ,

Een doodsche mist benevele zijn morgen ,

Een pestdamp moet zijn middagsluier zijn !

Die nacht ! hij moog' in donkerheid verzinken!

Hij tell' niet in de rij der broeders mee !

Hij hoore nooit een kreet der vreugde klinken ,

Onvruchtbaar als een rotsklip in de zee !

Hij wachte 't licht , maar 't licht blijve immer dralen ,

Geen avondster verhelder' zijn gelaat ,

Nooit moet hij meer de zilvren maan zien stralen ,

Of de oogleen van den purpren dageraad !

Will hij den schoot niet toesloot die mij baarde ,

Noch tegen 't leed mij in bescherming nam !

Ach , waarom gaf de moederschoot der aarde

Geen toevluchtsoord aan 't pas geboren lam ?

Ach , waarom vond ik knien , die me ontfingen ,

En borsten die mij zoogden ? . . . 't Stille graf

Zou antlers met zijn schaduw mij omringen ,

En ' niets brak ooit mijn zoete sluimring of !

'k Sliep dan bij hen wie de aarde koning kroonde ,

Wier hoogmoed zich een pronknaald heeft gebouwd ,

Bij 't vorstenkind , dat in paleizen woonde ,En — 't wicht , dat nooit het daglicht heeft aanschouwd !

Daar onder houdt de booswicht op met kwellen :

Hij ligt er stom en machteloos ter neer !

Daar voelt geen slaaf zijn ketenen meer knellen ,

Daar striemt de zweep des drijvers hem niet meer !

Daar zijn zij Een, de kleinen met de grooten ,

De koningen den bedelaars gelijk ! ....

Waarom , o God! ons 't levee ingestoten ?

Ons , lijders , dus geworpen in dit slijk ?

Page 29: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOB. 15

Wij smachten naar den dood, maar hij blijft toeven!

Hij is de schat , waarnaar onze onrust wroet!

Wij ijlen als gevleugeld naar de groeven,

Wij juichen als ons oog de lijkterp groet !

Wat leeft de man , die op den weg van 't leven

Geen uitzicht ziet ? wien God in de engte sloot?

Want tranen zijn voor water mij gegeven ,

En zuchten in de plaats van daaglijksch brood !Zoo is meer dan ik vreesde me overkomen!

Meer dan ik ooit geducht heb , is mijn lot !

Toch leefde ik niet in zorgeloze droomen :

Ik waakte en bad ! En toch verliet mij God!

Och , wierd slechts mijne ellend gewogen!

Een eeuwigheid schijnt elke dag.

Verhoor me, o God ! uit mededoogen,.

En geef me in 't eind den laatsten slag!

Een ander zal bij boezemvrindenNog, balsem voor zijn lijden vinden ,

Al had hij ook zijn God verzaakt!

Maar ik — mijn broeders zijn me ontweken

Als trouweloze winterbeeken,

Verdampende als de zomer blaakt !

Mijn webbe is bijna afgeweven :

De draad ontglipt ! mijn krachten vlien!

Gelijk een damp vervloeit mijn leven :

Zal nooit het goede wederzien!

Mijn beendren zijn van smart gebroken ;Het hart is in mijn borst doorstoken:

'k Daal als een schim ter schimmen neer!Dan, weggedeinsd uit alle y oogen,

Page 30: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

s\16 JOB.

Aan eigen huis en hof onttogen,Kent mij mijn eigen plaats niet meer !

Hoevelen zijn des menschen zorgen ,

En ach , wat is zijn leven kort I

Zijn luister duurt een lentemorgen :

Dan is hij als een bloem verdord!Toch, als de wolken haar besproeien ,

Mag soms de kranke bloem herbloeien ,

Zoodat ze nieuwe knoppen schiet;

Maar is des menschen geest ontvloden,

Hij keert niet weder van de dooden :

Een tweede lente wacht hem niet!

Verwaassemd zijn mijn levensdagen,Gelijk een handvol sneeuw versmelt.

Mijn jongste sponde is opgeslagen ,

Mijn laatste huizinge is besteld.

0 Graf! gij zult voortaan mijn moeder, ,

0 bleeke Dood! g- ij zult mijn broeder, ,

Gewormte! gij mijn maagschap zijn.

Mijn hoop gaat naar mijn legerstede

Diep onder de ijzeren grendels mede . . . .

Vaar eeuwig wel, 0 Zonneschijn.!

II.

DE MOEIELIJKE TROOSTER.

(Job IV, V.)

1k vrees , dat gij mijn woord verachten

En u to meer verheffen zult ;

Page 31: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rJOB. 17

Maar wie kan luistren naar uw klachten

En tintelt niet van ongeduld? —

Gedenk de dagen van Voordezen!

Gij waart zoovelen tot een licht,

Gij hebt den dwalende onderweaen ,

Gij hebt den struiklende opgericht :

Nu treft u 't onheil , en — gij zwicht?

't Zijn wanhoopstranen wat we aanschouwen ;

Gij zit in zak en assche neer :

Is dan uw godsvrucht uw vertrouwen ,

Is dan uw deugd uw hoop niet meer ?

Bedenk toch, wanneer zijn de vromen

Nog ooit onschuldig omgekomen ?

Neen , driemaal heilig is de Heer !

Die ondeugd ploegen , kwelling zaaien,

Doet Hij aan deze zij' van 't graf

Reeds de oogst van zijn vergelding maaien :

Hij snijdt hen zelf als halmen af!

Hij blaast hen weg als stuivend kaf!

Laat vrij den leeuw de manen schudden,

God breekt de tanden uit zijn muil,

En doet den schrik der lammrenkudde

Van honger sterven in zijn kuil !

Eens is er, , in mijn stile droomen,

Toen alles nederlag en sliep ,

Een Godspraak tot mijn oor gekomen ,

Die fluisterend mij wakker riep.

Angst en ontzetting deden me ijzen

En rilden mij door merg en been ;

Ik voelde 't hair to berge rijzen :Een Geest ging voor mijn aanschijn heen !

2

Page 32: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

18 JOB.

Daar stond hij , vormloos , onbewogen ;

Als door een nevel zag ik hem ;

Een schaduwbeeld was voor mijne oogen ;

't Was doodstil en ik hoorde een stem :

„ Wat stervling durft zich heilig noemen ,

„ Zich refiner dan zijn Maker roemen?

„ Zelfs in den blinkende' Englenrei

„ Weet Hij gebreken aan to toonen :„ Hoe dan in zwakke rnenschenzonen ,

„ Die huizen in een hut van klei?

„ Zij worden als het haft vertreden,

„ Dat slechts een zomermorgen leeft :

„ Zij. gaan , met hun voortreflijkheden,

„ Ter wijl er niemand acht op geeft,

„ En zonder dat hun blinde Reden

„ De wijsheid ooit gevonden heeft !"

Zoek liever hulp in uwe ellenden,

0 gij , die moedloos murmureert !

Tot wien der Heilgen wilt Ge u wenden ?

Wel dwaas is wien 't verdriet verteert !

Wel onverstandig, die zijn, dagenVerspilt in ongeduldig klagen !

Ik zelf, ik heb een dwaas gekend ,

Die vaste wortlen had geschoten :

Maar 'k zag zijn woning omgestoten ,

Gelijk een broze herderstent!

Ik zag zijn kindren hulploos dolen ,

Verworpen in de poorte staan :

Gem voorspraak trok zich hunner aan ,

Hunne oogst werd vratig weggestolen ,

Page 33: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I -\

JOB. 19

De weezen moesten beedlen gaan!

Neen, de ondeugd moog met bloesems pralen ,

Geen vruchten rijpen uit haar zaad.

Verhardt de zondaar zich in 't kwaad,

Straks dreigen hem de bliksemstralen!

Val dan bij tijds uw God to voet!

Laat Hij u troosten , Hij u raden ,

Die ondoorgrondelijke daden,

Onnoemelijke wondren doet!

Die regen geeft na felle droogte,

En water als de bloemhof treurt ;

Verschopten opheft in de hoogte ,

Verdrukten aan Zijn zijde- beurt ,

En al de ontwerpen kan beschamen,

Die de ongerechtigen beram.en !

Al zijn hun listen fijn bedacht;

God zal ze in eigen net benaauwen;Dan zien ze op eens een tastbren nacht

Op helderlichten middag graauwen :

Zoo redt Hij de armen uit hun klaauwen,

De zwakken uit hunne overmacht!

Zoo gaat Hij 't onrecht wrekend tegen ,

Zoo voert Hij , na een korten strijd,

De godsvrucht op gebaande wegen!Welzalig, wien de Heer kastijdt!

Zijn tuchtiging is enkel zegen.

Hij slaat wel, maar ook balsemt Hij ;

Hij wondt, maar kan genezing schenken ;

In zes benaauwdheen staat Hij bij,

In zeven zal u 't kwaad niet krenken.

Gij wordt in d' oorlog tegen 't zwaard ,

In honger voor gebrek bewaard.

Page 34: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r20 JOB.

Gij zijt Hem de appel Zijner oogen :

De laster, , die zijn zwadder schiet ,

De pest, verwoestend aangevlogen ,

De grijnzende armoe, treft u niet !

Gij lacht, als gij den woudleeuw ziet ,

Gebreideld door Gods alvermogen.

Gij werpt uw zaaisel in den grond ,

En 't veldgedierte spaart uw koren :

Uw halmen schieten uit de voren,

Zelfs met de steenen in verbond.

De vrede zweeft uw tenten rond ,

Niets in uw woning gaat verloren.

Uw stamboom breidt zijn loten uit,

Zoo talrijk als het heidekruid.

Eerst in uw grijze winterdagen ,

Wordt ge in de groeve neergevlijd ,

Gelijk eerst ter bekwamer tijd

De rijke schoof wordt thuis gedragen ! .. .

Onthoud het , en laat of van klagen ,

Ms gij voor God onschuldig zijt!

III.

DE ONDOORGRONDELIJKE GOD.

(Job XXXVI1I, XXXIX.)

Wie durft Miju raad met zijn dwaasheid verduistren?

Maak als een held u ten strijde gereed!

Spits uw vernuft om aandachtig to luistren!

Ik zal u vragen : gij , leer me , als gij 't weet!

Page 35: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOB.

Wart gij er bij , toen ik de Aarde fondeerde ?

Leidde misschien mij -Uw godlijk verstand?

Zeg , wie haar maat mij berekenen leerde !

Hebt gij het paslood gezien in Mijn hand ?

In welken grond zijn haar zuilen gedrongen ?

Kent gij haar hoeksteen? de plaats waar hij zonk ?

Toen al de starren des dageraads zongen ,

't Juichen der Englen den hemel doorklonk !

Hebt gij de Zee zien ontstaan in haar kolken?

Wie sloot haar machtige sluisdeuren af,

Toen ik een sluier haar weefde nit de wolken ,

En haar den nacht tot een windeldoek gaf?

Gingt gij de vaart parer zwellende stroomen

IJlings met grendlen en poorten to keer ?

Riept ge : „ Niet verder dan hier zult gij komen !

„ Hier buig' de trots uwer golven zich neer" ?

Kunt ge in zijn schuilhoek den Morgen bezoeken ?

Wekt gij hem op , dat hij 't Oosten ontsluit?Grijpt hij deze card als een kleed bij de hoeken ,

Schudt hij , gehoorzaam , de boozen er nit?

Volgt hij uw wenk , als de glans zijner stralen

't Duister gebroed der godlozen verstrooit,

Als hij de bloemen penseelt in de dalen ,

Hoven en heuvelen in feestgewaad tooit?

Kunt gij de klippen des Afgronds beklimmen ?Hebt gij de diepten der Zeen bespied?

Zaagt gij de zwijonde wachters der Schimmen?

Kent gij de poorten van 't Doodengebied?

Hebt gij den omvang der Schepping gemeten?

Kent gij haar gants ? Zoo verkondig het mij!

Waar is het Licht op zijn zetel gezeten ?

Waar , op heur troon , voert de Nacht heerschappij ?

Page 36: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

l-22 JOB.

Wijs mij wat grenzen hun rijken verdeelen!

Toon mij wat weg naar hun lustpaleis gaat !

Immers , gij weet het ? rw dagen zijn velen ,

U heugt de wording van al wat bestaat !

Zaagt gij de sneeuw in haar schatkamers wachten?

Zaagt ge in zijn tuighuis den hagel vergaard?

Wapens , bestemd voor de hand des Almachten ,

Tegen den dag der gerichten bewaard !

Langs welk een pad stort, in blinkende stroomen ,

't Schijnsel der zon zich zoo stil naar keneen?

Langs welk een baan is de stormwind gekomen?

Wie gaf hem vleugelen ? en w6gr gaat hij peen?

Wie heeft der stortvlaag kanalen gegraven ?

Wie leidt de drijvende bui door de lucht;

Dat zij de dorre woestijnen zou lave-n,

't Grasjen zou drenken, dat eenzaam verzucht?

Wie teelt den daauw ? en wie baart er den regen?

Wie maakt den rijm , en wie strooit hem als asch?

Wie stolt rivieren tot marmeren wegen ,

Golvende meiren tot spiegels van glas?

Bindt gij het Zevengesternte aan elkandren?

Hebt ge ooit den strik des Orions geslaakt ?

Kunt gij des Dierenriems teeken verandren.?

Hebt gij de wetten des hemels gemaakt ?

Zendt gij de bliksemen uit , en zij vliegen?

Keeren ze en zeggen : „ Hier zijn wij , o Heer"?

Hebt gij de wolken geteld, die daar wiegen?

Drupt ge nit haar flesschen de vruchtbaarheid neer ?

Kunt gij den leeuw met zijn wulpen verzorgen?

Hebt gij de prooi in zijn klaauwen gevoerd,

Als hij , bij struiken en stronken verborgen ,

Liggend op 't nest , uit zijn hinderlaag loert?

Page 37: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOB.

Wie heeft de rave heur voedsel doen vinden ?

Wie hoort haar jongen en waakt voer haar lot,

Als ze daar, fladdrend op d'adem der winden ,

Krijschen van honger en schreeuwen tot God?Zeg , wie de banden des woudezels slaakte ,

Wie hem verzond met het woord : ll Gij zijt vrij !"Wie hem een huis in de wildernis maakte ,

Herberging gaf in de zoutwoestenij ?

Ziet , daar belacht hij 't gewoel uwer steden ,

Door geen geroep van den drijver gestoord !

Schraal is zijn spijs , maar met weinig to vreden ,

Graast hij in stilte op de berghelling voort.

Slaat gij d' ontembaren woudstier in banden ?

Zal hij vernachten waar 't rund overnacht ,

Ploegen uwe akkers en eggen uw landen ,

Voeren um zaad waar de dorschvloer het wacht ?

Hoort gij 't ? Het klapwiekt daar ginds in 't bosschaadje !

Wie maakt zoo vrolijk een vleugelgeruisch?Is dat des eibers geveerte en pluimaadje?

Neen, 't is de onhartlijke moeder, de struis !Zij last aan 't noodlot haar eieren over,

Laag in het zand , waar de hette ze broedt ,

Koel en lichtzinnig vergeet zij den roover, ,'t Vratig gedierte of den plettrenden voet.

Kan zij haar kroost wel als 't hare beschouwen ?Kent zij haar kindren ? Het jammert haar Diet :

God heeft haar liefde en geheugen . onthouen ,Haar , wie 66k eenmaal de moeder verliet !

Zorgloos vervolgt zij haar pad door de heiden ,

En als zij voortijlt in suizende vaart ,

Kan wel geen renbo6 haar vlucht begeleiden.,

Lacht ze in heur wedloap met ' miter en paard ! --

Page 38: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

24 JOB.

Geeft gij het paard al de fierheid der helden?

Kleedt gij zijn hals met de pracht die er wuift?

Schrikt gij het op als een sprinkhaan der velden ,

Als het omhoog springt en rookdampen snuift?

Ziet , hoe het vlamoogt en stampt met de hielen,

Trappelt en steigert in brieschenden moed,

Spot met de vrees van bekrompene zielen,

Vrolijk het weerlicht der wapens begroet!

Ratelt de pijlbus en trillen de lansen,

Klikklakt het zwaard, tot de slachting gewet,

't Schijnt op den maatslag der trommels to dansen,

't Schuimbekt van drift op den klank der trompet.

Luider nog doen de klaroenen zich hooren ,

't Hinnikt hen toe, riekt van verre den strijd,

En waar de veldheer het drijf' met de sporen ,

't Blijft hem in leven en sterven gewijd ! . ..

Schiept gij dat paard ook ? — En schiept gij daarneven ,

Dicht bij de wolken , den koning der lucht?

Hebt gij den sperwer zijn vleuglen geweven?

Gaaft gij den arend zijn reuzige vlucht ?

Leerde ilw verstand hem zijn rotskasteel bouwen?

Want hij vernacht op de bergen omhoog :

D gAr overziet hij de lage landouwen,

De eindloze verten, met bliksemend oog.

D6,6r yorscht hij road naar zijn voedsel beneden ,

't Aas , dat de onzinnige menschen hem bier ' :

Want waar de bloedige strijd wordt gestreden,

Boven de dooden , d6,6r zult ge hem zien ! . • . .

Kom , zal de mensch , die met God durfde rechten,

Waanwijs zich mengde in des Eeuwigen raad,Zal hij zijn pleit nu met eere beslechten?

Page 39: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOB. 25

Toonen hoe ver ziju voorzienigheid gaat?

Of — zal het heeten : „ Mijn schuld is gebleken ,

„ Waar is de worm , die d' Alwijze doorgrondt?

„ 1k ben te nietig , o God! om te spreken !

„ Tk leg aanbiddend de hand op den mond" ?

AVONDLIED.

(Psalm VIII.)

0 God , onze God ! hoe gevierd is uw naam !

Heel de aard roept U uit als den Heere ;

De hemel daar ginds , al de hemelen saam',Weergalmen , uw grootheid ter eere!

De kinderkens staamlen aanbiddend uw lof!

En waar zij 't Hosanna doen stijgen ,Daar knielen uw haatren beschaamd in het stof,

Daar blozen uw lastraars en -- zwijgen !

Wanneer ik omhoog blik Haar d' eeuwigen trans ,

Het wonderlijk werk uwer vingren ,

De maan en de starren, die , reiend ten dans ,

Heur blaauwende banen doorslingren :

Wat is dan de Mensch , dat Gij zijner gedenkt ,

Het stofkind , gebukt aan uw voeten,Dat Gij hem uw aandacht , uw tederheid schenkt

Dat Gij — als U w kind hem wilt groeten ?

Gij gaaft hem een ziel , waar uw licht in weerkaatst ,

Gij doet hem met de eerekroon prijken :

Page 40: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i.26 AVONDLIED.

Uwe Englen alleen zijn iets hooger geplaatst,

Maar eens zal hij d' Englen gelijken !

Gij hebt hem gezalfd tot een koning der Aard ,

Die heerscht over 't werk uwer handen ,

't Buigt al voor zijn staf wat er leeft in de gaard ,

Of zweeft in de wijde waranden :

De wollige schapen , het zuivelrijk vee ,

De dieren die 't mastbosch bevolken ,

't G-evogelt' des hemels, de visschen der zee,

En al wat er plascht in de kolken !

0 God , onze God ! hoe gevierd is uw naam !

Heel de aard roept U uit als den Heere !

De hemel daar ginds , al de hemelen saam ,

Weergalmen, uw grootheid ter eere !

DE WARE GODSDIENST.

(Psalm XV.)

Wien hebt Ge , o Heer der heeren !Een rustplaats in uw tent bereid?

Wie mag als vriend verkeeren

Op 't Sion uwer heiligheid?

Die onberisplijk wandelt ,

De vreeze Gods in stilte kweekt ,

Die naar zijn woorden handelt,

En met zijn ziel de waarheid spreekt!

Page 41: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

1DE WARE GODSDIENST. 27

..n

Die met geen lasterreden

In 's naasten hart een angel slaat ,

Maar, , wordt de deugd vertreden ,

Den huichlaar in 't gezicht weerstaat !

Die 't kwaad durft openbaren ,

Al school het achter 't purperkleed,

En , schoon zij beedlaars waren,

De kindren Gods zijn broeders heet !

Die , heeft hij eens gezworen ,

Al kostte 't ook zijn goed , zijn goud ,

Al ging zijn brood verloren ,

Zijn Godgeheiligde eeden houdt !

Die niet in de ijzren koffer

Gewoekerd bloedgeld samenhoopt ,

En voor het kostlijkst offerHet recht der onschuld niet verkoopt !

Wie treedt op zake wegen :Vindt in Gods tent zijn plaats bereid :

Hij wandelt met Gods zegen ,

En — wankelt niet in eeuwigheid !

HET LIED VAN DEN GOEDEN HERDER.

(Psalm XXIII.)

Mijn Herder voedt mij !

Wat zou me ontbreken ?

In frissche vlakten

Voert mij de Heer.

Page 42: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i28 HET LIED VAN DEN GOEDEN HERDER.

In groene streken

Bij stille beeken

Word ik verzadigd,

Leg ik mij neer!

Nlijn. God geleidt mij !

Wat zou mij falen?

Op al mijn paden

Is Hij nabij.

Al moest ik dwalen

Door doukre dalen ,

Uw staf, mijn Herder!

Beveiligt mij.

Mijn God bereidt mij ,Spijt 's vijands woede ,

Een eeremaaltijd ,

Waar vreugd mij wenkt.

Ziet , hoe de Algoede,

Die mild mij voedde ,

Met heil mij balsemt ,Met kracht mij drenkt!

Ja , zoetheen spreidt Hij

Op al mijn wegen :

Zijn goedheid ademt

In 't windgezuis ,

Mij waait Zijn zegen

Uit alles tegen !

Heer ! in Uw woningBen 'k eeuwig thuis!

Page 43: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IGOD IN DE NATUUII. 29

GOD IN DE NATUUR.

(Psalm CI V .)

U , Heere God ! U wil ik zingen ,

Wiens grootheid tot aanbidding wekt,

Wien heerlijkheid en eere omringen ,

En 't lucht gelijk een kleed bedekt ;

Die boven lucht en stargewemel

Uw throonzaal zoldert, en den hemel

Uiteenrolt als een tentgordijn ;

Wien de onweerwolken tot een wager ,

De bliksemen en stormwindvlagen

Tot boden en trawanten zijn !

Gij gaaft deze Aard haar grondpilaren :

Zij wankelt niet in eeuwigheid !

Gij halt haar met uw waterbaren

&1s met een sluier overspreid;

Daar deedt ge , 0 Heer uw donders klaatren ,

Daar deinsden op uw stem de waatren ,

Daar groenden heuvel en landouw :

Zoo legdet Gij de zee aan banden ,

Opdat zij Bergen en warandenNiet andermaal bedekken zou!

Uw beekjens hupplen van de rotsen

In dartle sprongen naar beneen,

En wandlen , met welluidend klotsen ,

Door beemden en woestijnen heen.

Ziet , hoe ze met hun koele teugen

Het smachtend woudgediert' verheugen ,

Page 44: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

30 GOD IN DE NATUUR.

Bij 't blaken van uw middaggloed !

Hoort , hoe aan hun bemoschte zoomen

't Gevogelt' , wiegende in de boomen ,

U 't jubellied weergalmen doet !

Van uit uw blaauwende opperzalen

Drenkt Gij het dorre berggevaart ' :

Met levendige waterstralenVerzadigt Gij de dorstende A ard :

Dan graast het vee in vette weien ,

Dan bloeien velden en valleien ,En werpen de oogst in 's menschen schoot ;

Dan doet de olijf heur olie vloeien ,

De wijudruif schijnt als goud to gloeien ,

En 't koren rijpt tot levend brood !

't Geboomte ontvouwt zijn bladertrossen

In koestring uwer lentezon;Hoe saprijk staan uw cederbosschen

Geworteld op den Libanon !

Daar zwermen gantsche . vooglenheiren

Van allerlei muziek en veeren, _En zoeken naar een mooning rond ;

De sperwer huist in 't dennenlover, ,

De steenbok springt de klippen over,

Het bergkonijn doorgraaft den grond.

De maan kept haar gezette tijden ,De zon weet waar heur slaapkoets wacht.

Daar wenkt Gij : licht en duister strijdenKortstondig om 't gezag — 't wordt nacht !

Nu gaat het hongrig woudgebroedsel

Ter jacht , nu bruit de leeuw om voedsel ;

Page 45: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IGOD IN DE NATUUR. 31

Maar weldra is de dag nabij ,

Nu liggen ze in hun holen neder;

De Mensch keert tot den arbeid weder,

En de aard erkent zijn heerschappij !

0 Heer uw werken zijn volkomen ,

Met wondre wijsbeid toebereid !De waereld tot heur verste zoomen

Vloeit over van uw heerlijkheid !

Zie hier de Zee ! Heur golven krielen

Mom van levendige zielen ,

Een zilverschubbig watervolk.

Daar wandelen de zeekasteelen

De azuren vlakte door daar spelen

De Leviathans in de kolk !

U wachten die millioenen scharen ,

0 Bron van alles wat bestaat !

Geeft Gij hun spijze , zij vergaaren :

Ontsluit Ge uw hand , zij zijn verzaad!

Verbergt Ge uw aangezicht , zij beven ;

Neemt Gij hun adem weg , zij sneven

En keeren weder tot hun stof!

Zendt Gij uw geest uit , zij verjongen

Heel de Aard vernieuwt Ge ! en aller tongenVerkondigen in 't rond uw lof !

Die lof weerklinke onafgebroken

U , die den troon der eeuwen drukt

Die neerziet , en de bergen rooken,

Die aansnelt , en de waereld bukt !

Verblijdt U in uw werken, HeereAls in de tolken uwer eere ,

Page 46: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r32 GOD IN DE NATUUR.

De teekens van uw hoog gezag !

En gun me — ai , doe mij 't voorrecht smaken !

Een ziel , die voor uw grootheid blaken ,

Een tong , die haar bezingen mag !

Ja , Heere ! ik wil uw lof doen rijzen

Met dankgebed en harpgezang !

Uw wensch ik als m ij n God te prijzen

Elke' ademtocht , mijn leven lang !

't Is zalig U zijn hart te wijden ,

Zich in de aanschouwing te verblijden

Van uw almachtige gena.

Wel hem , dien zij heeft uitverkoren !Aileen d' ondankbre wacht uw toren.

Waak op , mijne ziel ! . . . Hallelujah !

L ()FLIED.(Psalm CXLVII.)

CHOOR.

Hallelujah ! Zingt den Heer !

Itoert de snaren tot' Zijne eer !

Hij is lieflijk : Hem te loven

Gaat al 's waerelds vreugd te boven.

EERSTE STEM.

Heere God ! uw sterke hand

Zal Jeruzalem herbouwen !

Gij verbreekt den slavenband ,

Page 47: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

LOFLIED. 33

En verzamelt uw getrouwen

In 't herboren Vaderland !

Alle zorgen, alle zonden ,

Wentelt Gij van 't hijgend hart :

Gij geneest de felste smart ,

Gij verbindt de diepste wonden !

's Hemels starren al to saam'

Noemt Gij bij getal en naam.

Eeuwig-heerlijk zijn uw krachten :

Wie doorgrondt den kennis-schat ,

Wie de oneindige gedachten ,

Heer ! die uw verstand bevat?

Gij beschermt den hulpeloze ,Die bij U een schuilplaats koos ,

Gij , der zwakken kracht altoos,

Werpt den hoogmoed van den booze

Neder tot in 't stof des doods!

CHOOR.

,Prijst den Heer bij beurtgezangen !

Eeuwig moet Hij lof ontfangen!Brengt , bij luit- en citherklank ,

Hem de aanbidding , Hem den dank !

TWEEDE STEM.

In de hoogte ,Hemelheer !

Hangt Ge uw zilvren wolken neer.

Ms de droogte't Veld verschroeit ,

Als vallei en heuvel treuren,

Opent Gij des Hemels deuren ,

3

Page 48: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

34 LOFLIED.

n

En — de malsche regen vloeit !

De akkers geuren,

Mild besproeid ,

't Bloemtapeet hernieuwt zijn kleuren ,

En de dorre weide bloeit!

Allen strooit Ge uw milde gaven ,

't Schaapjen ,dat den klaver scheert ,

't Vogeltjen dat kwinkeleert ,

Zelfs der jonggeboren rave,Die een mondvol spijs begeert !

Niet in 't woedend

Oorlogspaard,

Niet in 't bloedend

Krijgsmanszwaard ,

Niet in dreigende banieren ,Of de macht

Van stalen spiereu ,

Hebt ge uw lust , o God der kracht !

Maar uw zegen

Komt hem tegen ,

Die U kent op al zijn wegen,Die van U zijn Neil verwacht !

CHOOR.

Luider moet uw zangstroom vlieten ,

Prijs uw God, Jeruzalem !

Sionieten ,

Lofzingt Hem !

DERDE STEM.

Ja , Algoede !

't Is ii.w hoede ,

Page 49: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

LOFLIED. 35

Die ons veilig wonen doet !

Brood en vrede

Deelt Ge ons mede

Uit uw hemelsche' overvloed!

Naar alle oorden ,

Hoog in 't Noorden ,

Ver in 't afgelegen Zuid',

Zendt Ge uw boden ,

God der goden !

Vaardigt Ge uw bevelen uit.

Uit uwe opperzalen

Dalen

Sneeuw als wolle , rijm als asch.

Langs den wijden waterplasch

Werpt Ge uw ijs als stukken henen :

Vijver en moeras

Versteenen ;

Heel Natuur , in diepen rou.w

Trilt van vreeze , rilt van kali

Maar daar zendt Gij uit den hoogen

Wederom uw machtwoord neer :

's Hemels boogen

Bliauwen weer;

Zefierzuchtjens

Lenteluchtjens ,

Blazen van de dorenheg

't Laatste witte vlokjen weg.

Alle baren ,

Alle stroomen ,

Spartlende nit den winterboei,

Spelevaren

Langs hun zoomen ,

Page 50: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

36 LOFLIED.

Op uw enkel machtwoord : „ Vloei !"

CHOOR.

Onvolprezen

Opperwezen ,Die uit 's hemels blaauwe tent't Oog naar 's aardrijks grenzen wendt !

Klinke 't loflied,U verrezen,

Zonder end!

Jakob leert Ge uw rechten vreezen ,

Isrel maakt Ge uw wet bekend !

Gij zijt vriendlijk en weldadig :

Alle volken slant Gij ga, —Maar geen natie, v6Or noch na ,

Waart Gij immer z66 genadig ! ....

Looft den Heer! Hallelujah!

JESSES SPRUIT.

(Jes. XI : 1-11; XII.)

Voorwaar, , daar zal een rijsken bloeien

Uit Jesses omgehouwen tronk !

Fen lot zal uit zijn wortel groeien,

Met bladerpracht en bloesempronk.

Hij zal gewenschte vruchten geven ,

Hem zal des Heeren geest omzweven,

Die wijsheid ademt en verstand ,

Die kennis brengt en raad en krachten ,

Page 51: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(--JESSES SPRUIT. 37

En, vol der heiligste gedachten ,

De vreeze Gods in 't harte plant !

Ja , 's Heeren vrees zal Hem verlichten !

Hij zal niet straffen naar den schijn ,

Maar, , onpartijdig in zijn richten,

De steun der onderdrukten zijn.

Den booswicht zal hij nederwerpen ,

Zijn woord zal als een roede snerpen ,

Zijn adem als een geesselstriem.

Eerbiedig zal Hem de aarde vreezen ,

Want waarheid zal zijn heupriem wezen ,

Gerechtigheid zijn gordelriem !

De wolf zal met het lam verkeeren ,

De luipaard dartlen met de geit :

Een jongsken zal den leeuw regeeren,

Die vreedzaam naast de rundren weidt.

Dan ligt het kalfjen , zwak en teller,

Op 't leget der beerinne.neior;.

De zuigling speelt bij d' addrenkuil;

En 't speenkind, moeders oog ontweken ,

Zal ongestraft het handtjen steken

In d' open baziliskenmuil.

Dan zal men leed noch schfi verwekken,

Zoo ver Gods heilge bergen staan ;

Dan zal Gods kennis de aard bedekken ,

Gelijk de waatren d' oceaan.

Dan reikt , tot een banier der volken ,

De boom van Jesse tot de wolken :

De vooglen nestlen in zijn top;

Wel hen, die tot zijn lommer kwamen !

Page 52: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

38 JESSES SPRUIT.

Hij neemt er al de Heidnen samen

En — 't overblijfsel Jakobs op !

II.

Dan , Isrel! heft gij 't hart naar boven ,En jubelt op verhoogden Loon :

„ 0 Heere God, ik zal U loven,

„ En loven uw gezalfden Zoon !

„Ik droeg een korten tijd uw toren;

„ Maar hij versmolt tot medelij'.

„Nu ben ik tot uw yolk herboren ,

„ En Gij vertroost en zegent mij !

„ God is mijn heft ! Mijn jammren weken ,

„ Ik ben gerust en vreeze niet :

„ Gods trouw is wonderbaar gebleken!

„ Hij is mijn heil, mijn lof, mijn lied ! — 15

Dan zult ge u ter fonteine reppen ,

Terwij1 gij vrolijk jubelzingt ,

En haastig uit dat water seheppen ,

Dat tot in 't Eeuwig Leven springt !

Dan zult ge uw dorre ziel verfrisschenUit Gods verjongende adersprank ;

De tranen uit uwe oogen wisschen

En juichen met vernieuwden dank :

„ Gij volken , looft den Heer der heeren !

„Roept mee den naam des Vaders aan!

„ Laat al wat adem heeft , Hem eeren ,„ En roemen in zijn gloriedah!"

Page 53: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JESSES SPRUIT. 39

Gij snaren , klinkt ! en ruischt , gij psalmen !

Want wondren teeknen 's Heeren spoor.

Zijn heerlijkheid moet de acrd doorgalmen ,

En galmen al de heemlen door !

't Moet al den God der Liefde aanbidden !

En Gij , 0 Vredekoning , kom !

En tabernakel in ons midden ,

Als in uw eigen Heiligdom !

TRIOMF OVER BABEL.

(Jesaia XIV.)

Voorwaar ! eens wordt de Heer der heeren

Met teedre ontferming aangedaan:

Hij zal tot Jakob wederkeeren,

En trekt op nieuw zich Ise& aan.

Dap zullen vreemden hen geleiden ,

De Heidnen hun een weg bereiden

Naar 't langgemiste Vaderland :

Dan worden zelfs hun haatren vrienden ,

En de onderdrukkers , die zij diienden.,

Slaan ze op hun beurt in slavenband.

Als dan uw vredezon zal dagenEn 't heil des Heeren u verrast ,

Na al de striemen, u geslagen ,

Na al de ellende, u opgetast ,

Dan schatert uit uw blijde woning

Het zegelied op Babels koning

Tot Aan de verste grenzen weer

Page 54: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r40 TRIOMF OVER BABEL.

Dan juichen duizend rappe tongen :

„ Hoe ? is die dwingeland bedwongen?

„ Is de onverzaadlijke niet meer ?"

Verbroken is des Boozen roede ,Verbrijzeld is des Drijvers staf,

Die volken geesselde in zijn woede ,

En niemand ooit verschooning gaf.

De aaloude striemen zijn vergeten;

't Barst alles los in jubelkreeten,

En 't ritselt in der dennen topEn door de Libanonsche ceedren :„ Nu Gods gerichten u verneedren ,

„ Heft tegen ons Been bijl zich op!"

Hoe ijlde, toen ze nu of zag klimmen ,

De ontroerde Hel u in 't gemoet !

Zij wekte om uwentwil de schimmen ,

Een onafzienbren koningsstoet !

Al de aartstyrannen, die er wonen ,

Verrezen plotseling van hun troonen,

En groetten u in 't Doodenrijk.

„ Gij ook !" zoo doen ze om beurt zich hooren,

„ Hebt al uw heerlijkheid verloren ,

„ En wordt voor immer ons gelijk !"

Uw glorie gaat ten Afgrond mede !

Hier ruischt muziek noch vreugdfestijn !

't Gewormte zal uw legerstede,

De made zal uw deksel zijn !

Wat is de blaauwe hemel verre!

Wat vielt gij diep ! gij Morgensterre ,

Gij blonde zoon des Dageraads !

Page 55: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

TRIOMF OVER BABEL. 41

Wat zijt gij vroeg , o Waerelddwinger, ,

Omvergestoteu door Gods vinger, ,

Gebannen naar uw eigen plaats !

Gij hebt Jehovah 't hoofd geboden ,

En spraakt : „ Ver boven zon en maan ,

„ Te midden van den Berg der Goden ,

„ Zal ik mijn zetel nederslaan !

„ 'k Wil hooger dan de heemlen varen ,

„ IK wil d' A lmachtige evenaren

„ En deelen in zijn koningsglans ."

Daar schoot zijn bliksem uit de wolken ,

En ja ! in 's Afgronds diepste kolken ,In 't hart der Helle ligt gij thans !

De aanschouwers treden u ter zijde ,

En zien u aan met schampren blik :

„ Is dgt die man, die de aard kastijdde ,

„De troonen w len deed van schrik ?

„ De waereld tot een aschhoOp maakte ,

„ Haar velden met zijn fakkel blaakte ,

„ Haar steden slechtte met zijn rhard ?

„ De ref en harer kindren dunde ,

„ En geen gevangene ooit vergunde

„ Te keeren naar zijn eigen haard ?"

Ziet , hoe een eervol praalgesteente

Der vorsten overschot omsluit !

Maar gij , verfoeid wordt uw gebeente ,

Uw eigen tombe werpt u nit !

U wacht daar , onder dam begraven ,

De scherpgewette neb der raven,

Page 56: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r 42 TRIOMF OVER BABEL.

De hongrende hyenenmuil ,

Ten zij uw rif, in 't slijk vertreden ,Bij lijken en verminkte leden

Wordt weggesmeten in den kuil!

Geen uitvaart wordt uwe arch geschonken ,Geen nakroost erft uw wufte macht :

Gij hebt uw Land in bloed verdronken ,

11w Volk als runderen geslacht !

De hand des wrekers zal uw telgen

Om uwer gruwlen wil vergelden :

Het zaad van monsters teelt niet voort !

God wil niet, dat ze uw voetspoor drukken ,En stad bij stad omverre rukken ,

Tot heel deze aard is uitgemoord!

„ Ik !" spreekt de Heer der legerscharen ,

„ Ik-zelf zal opstaan tot den strijd !

„'k Zal Babels kroost noch nakroost sparen ,

„ Haar puin zelfs is 't verderf gewijd!

„ Ik zal haar tot een kuil der draken ,

„ Een eeglennest , een slijkspoel makers ,

„ Een nameloze wildernis !

„ Lang kan Ik dulden en verdragen,

„ Maar is in 't eind Mijn uur geslagen ,

„ Dan toon ik wat vergelden is !

Page 57: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i-DE BLOEIENDE WOESTIJN.

DE BLOEIENDE WOESTIJN.

(Jesaia XXXV.)

I.

Juichen zal de wildernis ,Vreugd de woestenij doorklinken,Als een roze zal zij blinken ,

Die zoo pas ontloken is !Bloeien zal zij lustig bloeien ,

Hupplen in gewiekten dans ;Want zij zal van Sarons glans

En van Karmels schoonheid gloeien ,Schittren als de LibanonIn de voile zomerzon !

Al heur groene lustlandouwenZullen met vernieuwd gelaat

's Heeren heerlijkheid aanschouwenIn hun cierlijk feestgewaad!

Komt , versterkt de slappe handen ,Zet de wankle knien vast !

Weg met ,alle pijn en bandenEn der zorgen looden last !

Laat de ziel van geestdrift branden ,Nu Gods zegen u verrascht !

Want Hij komt , de langverwachte ,Bij der heemlen juichgeschal ,

De Gerechtige en Almachte ,Wiens genade u redden zal!

Page 58: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

44 DE BLOEIENDE WOESTIJN.

IT.

Dan ligt hij de schellen van de oogen des blinden ,

Dan spreekt Hij , en de oore des dooven ontsluit.

Dan springen de kreuplen als hupplende hinden ,

Dan roepen de stomme hun dankbaarheid uit.

Dan zullen fonteinen de heide doorklaatren ;

De dampende poel zal een vijverkom zijn ;

De rotsen versmelten , en levende waatren

Vervange het drogbeeld der heete woestijn.

Ter plaats , waar , in rietbosch en biezen verloren ,

Het drakengebroed zich onthield bij 't moeras ,

Daar fluit nu de vlasvink in 't golvende koren ,

Daar dartlen de runders door 't klaverrijk gras.

Men zal er een weg voor Gods heiligen banen :Hij-zelf voert de zwaksten als gids bij de hand.

Daar schudt geen leeuwinne de dreigende maven ,

Daar bliksemt geen ondier met hongrigen tand!

Geen onheil bejegent de vrienden des Heeren ,

Zij wandlen er veilig , verlost voor altijd ;

Zij trekkers naar Sion; zij komen en keeren

Met jubelgezangen , hun Heiland gewijd.

De bloeiende meien bestrooien hun wegen;

Een hemelsche vreugd gaat hun vrolijk ter zij' :

Daar rust op hun hoofden een eeuwige zegen ,

Voor eeuwig zijn kommer en zuchting voorbij !

Page 59: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rGODS GROOTHEID. 45

GODS GROOTHEID.

(Jes. XL : 12-31.)

Wie heeft , in 't eeuwig licht gezeten ,

Waar alles aan zijn wenken hangt ,

De waatren in zijn vuist geprangd ,

De heemlen met een span gemeten ?

Wiens renbode is de wervelvlaag?

Wiens englen zijn de bliksemstralen ?

Wie woog de heemlen in zijn schalen ,

De berggevaarten in zijn waag?

Wie heeft des Heeren raad doorlezen ,

En wie doorvorschte 's Heeren geest ?

Wat raadsman heeft hem onderwezen?

Wat machtige is zijn Bids geweest ?

Wat wijze wees den Lotsbestemmer

Zijn wegen , godlijk , wonderbaar ?° Ziet , alle volkren bij elkaar

Zijn Hem een droppel aan den emmer ,

Een stofjen aan den evenaar !

Hij strooit uit onuitputbre handen

Zijne eilanden daarheen als zand!

De Libanon , hoe dicht beplant ,

Is niet genoeg om Hem to branden ;

En al 't gedierte uit zijn waranden

Is niet genoeg ten offerand' !

Al 's waerelds volkeren bezwijken

En worden voor Zijn majesteit

Niets , min dan nets en ijdelheid !

Bij wien dan zult gij Hem gelijken ,

Page 60: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r----_4 6 GODS GROOTHEID.

Wat beeldnis hebt gij Hem bereid ?

Een beeld , door kunstenaarshand gegoten ,

Ter smidse omtrokken met fijn goud ,

Aan zilvren ketens vastgesloten :Of — minder duur ! — een duchtig hout ,

Zoo groen gekapt , geschaafd , besneden :

Een. boomtronk , tot een Bier verminkt ,

Een ruwe klomp met doode leden ,

Die wagglend op zijn voetstuk hinkt ! .. .

II.

Weet gij 't dan niet , wat God-zelf openbaarde ?

Klinkt het niet luide , op profetischen toon ?

Gaaft gij geen acht op de gronding der aarde ?

Boven haar schijf zit de Heer op zijn troon ;

Nietig als sprinkhanen zijn Hem de volken ;Als een gordijn spant Hij 't blaauw firmament ,

Hem zijn de wolken

Ter luchtige tent.

Hij vat al 't stof deter aard op zijn drieling ;

Licht en bezielingGaan uit van zijn blik ;

Sterken en grooten ,Verpletterd van schrik ,

Vorsten der aard worden nedergestoten ,

Worden tot niet,

Waar Zijn machtwoord gebiedt !

Naauwlijks geplant, naauw gezaaid in de voren ,

Naauwlijks ' geworteld in 't waereldsche slijk ,

Als zich de donder des Heeren doet hooren ,

Gaan zij verloren ,

Dwarlen zij henen , aan stoppels gelijk !

Page 61: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

GODS GROOTHEID. 47

„ Mgr ," spreekt de Heilge , de Heer aller heeren ,

„ Waar is dat beeld ,

„ Daar maar een zweem van mijn wezen in speelt ,

„ Dat mij zou eeren ?" —

Blikt naar de sfeeren !

Zegt , wie de starren , die duizenden , schiep !

Wie ze vergaarde

En in slagorde schaarde ,

Wie er bij name hen riep ,

Alzoo geducht van vermogen,

Dat er niet een werd gemist voor zijne oogen '

Wat dan , 0 Jakob ! gebukt onder 't lot ?

Wat dan, 0 Isrel ! verzonken in zorgen ?

Zucht niet : „ Mijn weg is den Heere verborgen !"

Klaagt niet : „Mijn recht gaat voorbij van mijn God !"

Weet gij het niet , hebt gij 't nimmer vernomen?

Zijne is de hand, die de heemlen omvat ;

Hij schiep deze aard en hare uiterste zoomen ,

Hij , de Onuitputbre , wordt moede noch mat.

Niemand doorgrondt het verstand des Almachten ,

D' Eeuwge , die krachten

Den biddende geeft ;

Sterkte vermeert die geen krachten weer heeft!

Jeugdigen kunnen verdorren en smachten ,

Jonglingen struiklen en sneven;

Maar die den Heere , hun Heiland, verwachten,

Groeien en bloeien en leven ,

Opwaarts geheven

Op adelaarsschachten !

Want die hen draagt , is de Algoede :

Page 62: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

48 GODS GROOTHEID.

Hij bakent met stralen hun pad —

Zij loopen , en worden niet moede ;

Zij wandlen , en worden niet mat!

DE UITVERKOREN KNECHT DES HEEREN.

(Jes. XLII : 1-9.)

Aanschouwt den dienstknecht , dien Ik schragen ,

Den herder , dien Ik sterken zal!

Ik schep in hem een welbehagen ;

Mijn geest bestuurt hem overal :

Hij zal de zielen zachtkens leiden

Ter groene weiden.

Hij zal niet schelden noch zich wreken :

Hij voert door liefde-alleen gebied.

't Gekrookte riet zal hij niet breken ,

Het rookend lemmet bluscht hij niet;

Met wijsheid zal hij 't recjt des Heeren

Den volken leeren.

Niets zal hem wanklen doen of zwichten ,

Tot hij Mijn rijk gegrondvest heeft ;

Hij zal de donkere aard verlichten

Tot waar de verste nevel zweeft :

En op zijn blijde boodschap wachten

De nageslachten.

Z66 spreekt Hij , die de waereld bouwde ,

Wiens mogendheid geen perken kept,

Page 63: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE UITVERKOREN KNECHT DES HEEREN. 49

Die de aard gelijk een kleed ontvouwde ,

Den hemel uitspande als een tent,

Die ziel en adem heeft gegeven

Aan al die leven :

„Ik heb mijn roepstem u doen hooren

U zeegnend bij de hand gevat :

'k Heb tot Mijn knecht u uitverkoren ,

'k Zal u behoeden op uw pad ;'k Stel u den Heidnen allerwegen

Tot licht en zegen !

„ Uw hand ontsluit der blinden oogen :

Wie kermt in boeien , maakt ge vrij ;

Wie in den kerker ligt gebogen ,

Verlost gij uit zijn slavernij ;

Al wie verbroken is van harte ,

Zalft ge in zijn smarte !

„Ik ben uw God , mijn naam is HEERE:

't Bulge al aanbiddend voor Mijn troon !

'k Deel met Been andren ooit Mijne eere ,

Noch gun Mijn roem den valschen gain.

Ik zal u met Mijn heil verblijden :

'k Vernieuw de Tijden !"

DE LIJDENDE KNECHT DES HEEREN.

(Jes. XII : 13-15. LIII).

Voorwaar ! Ik zal Mijn dienstknecht loonen :1k heb hem zege en eer bereid.

4

Page 64: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(--50 DE LIJDENDE KNECHT DES HEEREN.

Nog mogen duizenden hem honen ,

Zich stotende aan zijn needrigheid ,

Straks juicht , zoo ver daar volkren wonen ,

Hem 't luid hosanna to gemoet ;

De vorsten klimmen van hun throonen ,En werpen hun verwinningskroonen

In spraakloze' eerbied aan zijn voet.

Daar vloeien alle Heidnen samen ,

En die zijn heilmaar nooit vernamen ,

Aanbidden bij zijn vredegroet !

Maar wie van u , gij Volk des Heeren ,

Gij Isrel ! hoort die prediking ?

Wie zal den grooten Zendeling ,

Den langbeloofde , waardig eeren ?

Hij schiet gelijk een .rijske omhoog ,

Een wortel uit onvruchtbare aarde ,

Klein , onaanzienlijk voor het oog ,

Uitwendig zonder glans of waarde.

Hij wordt veracht , van elk gehaat ,

Een man van smarten en ellenden ,

Gelijk een bedelaar gesmaad ,Van wien we 't hoofd ter zijde wenden !

Wanneer hij onze schuld en schand ,

Al onze jammren , wrg zal dragen ,Dan meent men hem van God geslagen ,

Verworpen door des Heeren hand !

Toch wordt hij om ons overtreden

Verwond ! h ij kent de zonde niet ,

En als hij zich verbrijzlen ziet ,

't Is om onze ongerechtigheden.

Op hem de straf, die ons geneest !

Page 65: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE LIJDENDE KNECHT DES HEEREN. 51

Op hem de striemen , die Ons heelen !

Ons , die als schapen zijn geweest ,

Die zich aan 's herders staf ontstelen ,

En aan den rand eens afgronds spelen !

Ons aller misdaad weegt op hem ;

En hij , gekweld , gekneld , gebonden ,

Een lam , ter slachtbank heengezonden ,

Verheft geen enkle maal zijn stem.

Hij wordt zieltogend weggenomenIJit de angst; en wie , van die daar staan ,

Lien 't heilig bloed , dat hij doet stroomen ,

Ms 't zoenbad hunner zonden aan ?

Wordt bij 't gebeent' der goddelozen

Hem niet een schand,kuil. uitgekozen ?Toch gunt hem God een eerlijk graf!

Nooit zat hij in den raad der boozen ,

Nooit week hij van de waarheid af!

Maar 't was des Heeren welbehagen ,

Dat hij verdrukt wend en geslagen !

14.:n als hij zich ten offer gaf,

Verlengen zich zijn levensdagen :

Geheel een heilig nageslacht ,

Zijns geestes kroost , zal hem gelijken ;

En 't raadsbesluit des Liefderijken

Wordt onder Z ii n bestuur volbracht !Zijn ziel , na zooveel smart en lijden ,

Zal onuitspreeklijk zich verblijden

In aller vreugden overvloed.

Hij zal de vrucht zijns arbeids smaken ,

En door zijn woord , zoo rein , zoo goed,

Veel duizenden rechtvaardig maken ,

Wier schuld hij wegwiesch in zijn blued !

Page 66: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

52 DE LIJDENDE KNECHT DES HEEREN.

„ En daarom ," spreekt de Heer der heeren ,

„ Vermenigvuldig ik zijn buit;

Hij zal de machtigen regeeren ,

En eindloos breidt zijn rijk zich uit :

Omdat hij , bij de gruweldaders

Geteld , zich willig offren deed ,En steeds , voor 't aangezicht des Vaders ,

Voor arme zondaars tusschentreedt !"

HET WOORD DES HEEREN.

(Jes. LV.)

Dorstigen! komt waar de waatren a weaken,

Gij , die geen geld hebt komt ! koopt nu en eet !

Ziet , zonder prijs moogt ge u lawn en drenken :God houdt voor de armsten Zijn tafel gereed !

Waarom gezwoegd voor een spijs die niet voedde ,

Voor wat geen brood is , uw schatten verkwist?Doet naar Mijn woord , dan genet gij het goede

Dan wordt uw hart uit mijn volheid verfrischt!Komt toch tot Mij , en uw ziele zal Leven !

'k Ga dan een eeuwig verbond met u aan :

'k Zal de beloften van David u geven ,

Die als de bergen onwankelbaar staan !

'k Heb hem beloofd, dat de kennis zijns HeerenDe Aard zal bestralen als 't licht van omhoog ,

Dat alle volken den God zullen eeren ,

Waar hij aanbiddend de knien voor boog.

Zoekt dan den Heer, want nu is Hij to vinden!

Page 67: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET WOORD DES HEEREN. 53

Roept Hem dan aan , want nu is Hij nabij !

Vliedt van de paden des onrechts , verblinden !

Breekt met de zonde en bekeert u tot Mij !

Voelt ge in uw hart u onwaard en doemschuldig ,

'k Maak tot Mijn dienst u bereid en bekwaam :

Mijne is de kracht ! 1k vergeef menigvuldig :

Liefde is Mijn wet en Ontfermer Mijn naam!

Waant Mijn gedachten niet uwe gedachten ,

Schat niet uw wegen Mijn wegen gelijk !

Hoog boven de uwe is de raad des Almachten ,

Hoog als Zijn Hemel zich welft boven 't Slijk !

Ziet ! even ems als de sneeuw en de regen

Daalt en niet weerkeert , maar de aarde besproeit ,

Tot op de velden , die ruischen van zegen ,

't Levende brood in den korenhalm groeit :

Z66 zal Mijn woord zijn ! Niet leeg keert het weder !

Waar ik het zende, volvoert het Mijn raad :

't Daalt in de harte bezielend ter neder,

't We,kt er een 'even , dat simmer vergaat.

Gaat dan in vreugde ! trekt henen in vrede!

Hemel en dal klinkt van vrolijk gerucht ,

Al het geboomte des velds jubelt mede ,

Wuivend zijn takken tot hoog in de lucht.De aard zal voor doornen een dennenwoud kweeken ,.

Mirten vervarigen het geurloze riet :

Dat zij den Heer tot een naam en een teeken ,Dat niet verwelkt, in der eeuwigheid niet !

Page 68: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

54 DE ROEPSTEM DES ONTFERMENS.

DE ROEPSTEM DES ONTFERMENS.

(Jerem. III : 12-16.)

„ Keer, weerspannig yolk ! keer weder,

Nu gij 's Heeren roepstem hoort !"

Alzoo daalt een vriendlijk woord

Uit den hoogen hemel neder :

„ Vrees niet , dat Mijn aangezicht

U verbolgen aan zal blikken !

'k Wil uw dorre ziel verkwikken

Met den weerglans van Mijn licht!

Maar belijd uw overtreden,

Dat ge een slaap der zonde sliept ,

Dat ge u valsche goden schiept ,

Die ge in 't slijk hebt aangebeden!

Dat ge uw hart hebt toegeschroefd ,

Om zijn wroegingen to smoren,

En , op 't vreemde pad verloren,

Mij , uw Vader, hebt bedroefd!

„ Keer, afkeerig kroost ! keer weder !

Schoon 1k u een wijl verstiet,

Eeuwig duurt Mijn gramschap niet:

Ook de harde Liefde is teeder.

Door de tranen uwer smart

Zal de doodsche wet herleven ,

En 1k zal u herders geven

Naar mijn eigen Herdershart !

Page 69: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rDE ROEPSTEM DES ONTFERMENS. 55

„ En de kudde zal vermeeren !

Schapen van een verren stal ,

Vreemde volken zonder tal ,

Zullen uw Verlosser eeren.

In de woorden Mijnes monds

Zal de waereld zich verblijden :

Alle ziele zal Ik w ij den

Tot een Arke des Verbonds !"

DE BEDE DES BEROUWS.

(Jerem. XIV : 19-22.)

Zult Gij nooit meer naar ons vra gen ?

Vader ! is Uw kroost verweesd ?

Hebt Gij ons zoo hard geslagen ,

Dat de wonde nooit geneest ?

Rust der ziele is onze belle :

Maar, helaas ! daar komt geen vrede !

Om veraaming krijt ons hart :

Maar verdubbeld wordt de smart !

Wij belij den onze zonden

Voor Uw heilig oog , o Heer !

Ach , wij doolden ! ach , wij schonden

Uw geboden d uizend keer !

Toch , al tergden wij de roede ,

Spaar ons om Uw naam , Algoede !

Stel Uw eigen eeretroon

Voor de Heidnen niet ten toon !

Page 70: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(,----_

56 DE BEDE DES BEROUWS.

Wil toch Uws verbonds gedenken !

Dor en dorstig smacht Uw yolk :

Wie zal ons een druppel schenken ?

Wie ontzegelt ons de wolk ?Ziet, de hemel kan niet reegnen :

Gij-alleen, o God ! kunt zeegnen,T'Uwaart strekt de hoop zich heen :

Gij doet wondren , Gij-alleen !

VLOEK EN ZEGEN.

(Jerem. XVII : 5-10.)

Vervloekt, die op een mensch vertrouwt

En 's Heeren hand verlaat !

Die, met versmading van Gods raad,

Op aardsche wijsheid bouwt !

Hij zal gelijk een bremstruik zijn ,

Die midden in de zandwoestijn ,

Geblakerd door den zonnegloed,

Onvruchtbaar sterven moet.

Gezegend, die op God-alleen

Blijft hopen dag en nacht !

Die al zijn heil alleen verwacht

Van 's Heeren mogendheen !

Hij is gelijk een groene boom ,

Geworteld bij een waterstroom ,

Die, immer even groen en frisch,

Met vrucht beladen is.

Page 71: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

7 '\

VLOEK EN ZEGEN. 57

Ja , onstandvastig bovenal ,

Arglistig is het hart !

't Is wisseiziek in vreugde en smart :

Wie die het kennen zal?„ Ik !" spreekt de Heer, „ die t' aller stond'

„De nieren proef, het hart doorgrond,

„ Om ieder eens , aan 't eind der baan ,

„ Te loonen naar zijn dawn !"

HET DOODENVELD.

(Ezech. XXXVII : 1-14.)

De hand des Heeren was op mij :

Ik was de levenden ontvloden

Te midden eener woestenij ,

Vervuld van beenderen der dooden.

Hij voerde mij de vlakte rond ,

En ziet ! daar lagers allerwegen

De dorre beendren op den grond,

Gebleekt door zonneschijn en regen,

Zijn stem ging door mijn ziele heen :

„ Gij mensch ! zal dit gebeent herleven ?"

En ik , vervuld met heimlijk beven,

Sprak : „Heer, Gij weet het , Gij-alleen!"

En weder klonk de stem des Heeren :

„ Gij zult dien beendren profeteeren,

„ En zeggen : dorre beendren , hoort !

„ Z66 luidt des Heeren HEEREN woord:

Page 72: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

58 HET DOODENVELD.

„ Ik zal den geest in u verwekken ,

„ Gij zult herleven als weleer :

„ Ik zal met pezen u bedekken ,„ Met vleesch en huid u overtrekken ,

„ Ik geef u ziel en adem weer :

„ Dan zult gij uit de don verrijzen ,

„ En Mij den God des Levens prijzen ! . . ."

En 'k sprak gelijk de Heer beval :

En ziet , de beendren werden wakker !

Daar ruischte 't op den doodenakker :Rumoer, beweging overal !

De knekels groeiden tot geheelen :

Vast sloot gewricht zich in gewricht;

Ik zag het bloed door de aadren spelen ,

En op de holle bekkeneelen

Op nieuw een menschlijk aangezicht.

Toch lag geen blosjen op die kaken ,

En de oogen waren strak en blind,

VVant geest en ademtocht ontbraken !

En 't was : „ Gij zult , o menschenkind !

„Thus tot den geest des levees spreken :

„ Waai uit op vleuglen van den wind„ Uit alle vier de hemelstreken ,

„ En blaast gij dezen dooden aan ,

„ Tot dat zij levend voor mij staan !"

En 'k deed gelijk mij was geboden —

En daar kwam levee . in de dooden !

Zij aamden en gevoelden weer ,

De doodsgedaante was verdwenen :

Zij trokken voor mijn aanschijn henen ,

Een groot , een onafzienbaar heir !

Page 73: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET DOODENVELD. 59

Toen deed nog eens de Heer zich hooren :

„ Verstaat ge , o mensch ! dit teeken wel?

„ Die beendren, tusschen 't stof verloren ,

„ Zijn 't gansche Huis van Israel.

„ Want zie ! ik hoor hen jammerklagen :

„ „ De laatste hoop is ingestort ,

„„ Wij zijn gebeel en al verslagen ,

„ „ En onze beendren zijn verdord !"

„ En daarom zult gij tot hen spreken :

„ Zoo klinkt des Heeren raadsbesluit :

„ „ Ik zal uw graven openbreken ,

„ „ En voeren u het doodsdal uit !

„ „ Gij zult uw vriendlijke landouwen

„ „ In 't licht der levenden aanschouwen ,

„ „ En 'k zal op nieuw u ondertrouwen

„ „ Gelijk mijn uitverkoren Bruid !

„ „ Voorwaar, voorwaar ! dan zult gij weten ,

„ „ Dat Ik u 't graf heb uitgeleid!

„ „ Dan zult gij Mij uw Leven heeten ,

„' „ En sterven niet in eeuwigheid !" "

DE VAL VAN NINEVE.

(Profecie van Nahum.)

I.

Een ijverzuchtig God, een Wreker is de Heere !

Een Wreker is de Heer in felle grimmigheid !

Een Wreker is de Heer voor wie Zijn macht briveere ,

Volhardende in de straf, Zijn vijanden bereid !

Page 74: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

60 DE VAL VAN NINEVE.

Hij is lankmoedig , maar almachtig in 't verslinden :

Hij ziet den schuldige niet voor onschuldig aan ;

Zijn wegen zijn in storm en dolle dwarrelwinden ,De wolken 't stuifzand , dat Zijn voeten op doen gaan.

Hij droogt de zee : zij droogt , en alle stroomen droogen ;

En Bazan , Karmel kwijnt , als Libans bloementop ;

De bergen sidderen , 't geheuvelt' wordt bewogen,

Deze aarde stuiptrekt voor Zijn oogen ,

Ja , heel de waereld springt met heur bewoners op !

Wie kan het blaken van Zijn gramschap weerstand bieden ?

Wie kan bestaan , wanneer Zijn heete toorne bruist ?

Zijn gramschap is een vuur, dat , in versmeltend zieden ,

De rotsen zelfs to morslen gruist !

De Heer is goed , en zal in de angst ten toevlucht strekken !

Hij kent ze , wier geloof betrouwt op Zijn gena!

Hij zal Zijn haatren met een stortvloed overdekken ,

En tastbaar duister volgt Zijn vijand achterna !Wat broedt gij tegen God ? Hij is 't , Wiens straffend toornen

Door een, een enklen slag een Bind maakt aan bun macht !

Al zijn ze , zad van sap , aaneengehecht als doornen ,

Toch worden zij verteerd , als stopplen zonder kracht.Uit u in een hervoort getreden ,

0 Nineve ! die kwaad beraamd heeft tegen God,

Een raadsman Belials , die gruwlen durfde smeden,

Jehovahs heiligheid ten spot ! 1)

Toen sprak de Heer aldus : „ Zoo bloeiend als zij schijnen ,

„ Zoo sterk , zoo machtig , en zoo talleloos gezaaid ,

„ Z66 zullen zij op eens verdwijnen !

„ Z66 wordt de dwingland weggemaaid !

„Want u, die 'k heb verdrukt , zal Ik niet meer verdrukken !

1) Sanheri b.

Page 75: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE VAL VAN NINEVE. 61

„Ik breek zijn ijzren jok , dat op u lag , aan stukken ,

„ En rijt , o Israel , uw banden van elkaar !"

Maar de Almacht heeft van u, o Sadherib ! geboden :

„ Ik zal uw naam , uw glorie dooden !„ 'k Verniel in 't huis uws Gods geheel die beeldenschaar !

„ Ik zal het u ten grafkuil maken ,„ Omdat ge Mij , den Heer ! Borst smaden en, verzaken !"

Ziet nu : op der bergen rand

Zweven reeds de vlugge voeten

Van den blijden Heilgezant ,

Die met vrede u zal begroeten !

J uda , vier uw feesten thands ,

En betaal uw dankgelofte !Want de macht des D wingelands ,

Die zich op uw erfgrond plofte ,

0 verstroomt u nimmermeer :

Ze is voor eeuwig uitgeworteld door der legerscharen Heer !

II.

Hij rukt aan , de Verstrooier, tot onder uw oogen !

De vesting bewaakt ! stel uw posten ter wacht !

De lendnen omgordeld ! ter uitkijk gevlogen !Versterkt (schoon vergeefs 1) al uw moed en uw kraeht !

Ja , weer doet de Heer Jakobs luister ontwaken ,

En Israels luister herleeft eens op nieuw ,

Schoon 't snoeimes der stropers den wingert deed kraken ,

En doodend in ranken en bladeren hieuw !Op 't schild zijner helden gloeit bloed der verslagenen !

Scharlaken is 't kleed , dat zijn krijgslieden ciert I

Als vuur zijn de zeissens der blikkrende wagenen ,

Wanneer Hij ten aanval den dennenlans zwiert !

Page 76: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i- 62 DE VAL VAN NINEVE.

De krijgskarren ratelen over de wegen :

Zij daavren langs Wijken en pleinen daarheen.

Als fakkelen vlammen hunne oogen u tegen :

Zij rennen als stralen des bliksems dooreen.

Eerst nu roept de Assyrier zijn strijdbre getallen ;

Zij struiklen en vallen van schrik onder gaan :

Wel snellen zia peen naar de omcingelde wallen ,

Maar reeds grijnst er 't stormdak des vijands hen aan !

Daar oopnen de poorten der zwalpende wateren !

De vijand bruist- binnen in golvenden stoet ,

En 's Konings paleis stort met donderen.d klateren

Verbrijzlend ter neer en versmelt in den vloed !

Huzabe , gegchan.dvlekt en sluierloos vluchtend ,

Wordt henengevoerd , door den bloedstroom bemorscht :

Heur maagden zijn met Naar, als duivekens zuchtend,

En slaan voor de adufe de jammrende borst ! .. .

En Nineve is tot een slijkpoel vervallen ,

Een enkelen slijkplas , een drassige kom !

Ziet ! doodsbleek en ademloos - vlieden zij alien.. .Houdt stand toch! houdt stand toch !... maar niemand ziet om.

Rooft zilver ! rooft good ! daar 's geen einde der vaten ,

Der schatten , tot heerlijke pronksels gevormd !

Leeg , uitgeleegd alles ! sniets overgelaten ,Maar alles ten puinhoop omverre gestormd!

Elks harte smelt weg , ieders lendenen knikken ,

Elks knien bezwijken , geschokt en ontwricht !

Een doodende smart overfloerst ieders blikken ,

De vuurgloed der wanhoop dekt aller gezicht !

Wagx is de spelonk nu , wggr zijn nu de paden ,

De bloedige weiden van 't leeuwengeslacht ,

Die Leeuw en Leeuwin met hun wulpen betraden ,

Door niemand ontrust in de moordende jacht ?

Page 77: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE VAL VAN NINEVE. 63

De Leeuw, , die naar lust voor zijn wulpen verscheurde ,En worgde voor de oude Leeuwinnen zijns hofs ,

Die voedsel en buit naar zijn roofholen sleurde ,En prooi zich op een hoopte als heuvelen stofs !

„ Voorwaar ! 't is Mijn wil !" klinkt de stemme des Heeren :„ Ik zal heel uw roofnest door vuurvlam verteren ,

„ Uw leeuwengebroed doen verslinden door 't zwaard !„ Nooit zal uw geweld meer de waereld trotseeren !

„ Nooit stem uwer bodem meer klinken door de aard !" —

Wee der Bloedstad ! vol van logen,Voert zij 't dwanggeweld ten top !

Nooit heeft zij genoeg bedrogen ,En het rooven houdt niet op !

Hoe klappenEn klaatren

De zweepen ! Hoe rammlen de raadren dooreen !Hoe trappen

En schaatrenDe paarden ! .Hoe wervlen de waagnen daarheen !

De miter rent aan !De strijdzwaarden glansen !Hoe vlammen de lansen !

Wat dooden ! wat lijken tot heuvlen gelaan !De overvloed der neergeslaagnen doet u struiklen op uw baan!

De maat der gruwelen is eindlijk volgeschonkenDier schittrende boelin , die , lachjens om den mond ,

En 't. alvermeestrend oog vol wulpsche minnelonken ,In volkren handel dreef, door haar betoovring dronken ,

En natien verkocht , die zij in kluisters bond

Page 78: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

64 DE VAL VAN NINEVE.

„Voorwaar, Ik wil het !" spreekt de Heer der legerscharen :

„U rukk' verwaten spot den sluier van 't gezicht ;

„ Der Heidnen overmoed moge, u in de oogen staren !

„ Der Koninkrijken schimp zij op uw schand gericht !

„'k Zal u met walglijk slijk doen werpen, en voor alien

„ U stellen tot een schande en spiegel van ellend!

„ Dan vlucht u elk en zegt : „ Ja , Nineve is gevallen ,„ „ Maar wie die haar vertroost of deernis voor haar kent ?" "

Of, waant ge u meer dan No 1 ), dat , midden in rivieren

Gelegen , en rondom door wateren bespat,Het meir tot ringmuur, 't meir tot vestingwerk bezat?

Kusch en Egypte was haar sterkte , en soldenieren

Vat Put en Libyen zag ze om zich henen , zwieren

In menigt' , die geen einde had!

En echter werd ook zij in ballingschap gestoten ,

Gevanklijk weggesleept ! Zij zag in arren moed

Heur dierbre kinderkens verplettren voor hear voet ,

Haar Eedlen door het lot verdeelen , en haar Grooten

In ijzren boeien vastgesloten !

Z66 zult ook gij , o Nineve !

Den zwijmelbeker van Gods gramschap drinken moeten !

Gij draagt de teekenen van uw verneedring mee ,

En zoekt aan alien kant , met wankelende voeten ,Tot bij uw vijand-zelfs , een schuilplaats tegen 't wee!

Uw sterkten zijn gelijk aan zooveel vijgeboomen ,Van de eerste vruchten vol : men schudt hen , en zij stroomen

Hem die wil eten in den mond!

Het krijgsvolk in u zag tot wijven zich herkneeden;

Van zelve ontsluiten zich de poorten uwer steden

Hun die vijandig nadertreden ,

1 ) Het honderdpoortige Thebe.

Page 79: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE VAL VAN NINEVE. 65

En knagend waart het vuur heur grendelen in 't rond!

Versterkt uw vestingen van ondren en van boven !

Put water, eer 't beleg den Tiger u ontvreem'!

Verbetert vrij den ticheloven,

En vormt de klei, en kneedt het leem !

Toch zult ge u niettemin aan 't vuur zien overleevren!

Toch woelt weldra het zwaard zich in uw boezem om !

De vlammen zullen u verteren als de keevren .. .

Vermeert als keevren u! ja, als een sprinkhaandrom !Zijn ze ook ontelbaar, uw gehuurde legertallen,

Meer dan des hemels starrenheir, —

't Zijn alle keveren : nog naauwlijks ingevallen,

Ontvliegen zij op eens , en keeren simmer weer!

Zij, die gij uitkoost om uw legers to beschermen,

Uw Oversten des krijgs, zij zijn als sprikhaanzwermen,

Als sprikhaanzwermen al de Hoofden, die ge telt :Zij leegren in de koil zich bij de heiningmuren :

De zon gaat op na weinig uren,

Zij vlien en niemand weet waarheen ze zijn gesneld!

0 Assurs Vorst ! uw herders slapen:Uw legerhoofden zijn in ijdle rust gegleen!

Uw yolk dwaalt op 't gebergt' als hoederloze schapen,

En niemand zamelt ze bijeen!

Daar is geen heeling voor uw breuke : smartlijk brandersDe wonden die u doen vergaan.!

Al wie uw mare hoort, zal klappen in de handen,

Want wien randde uw geweld niet onophoudlijk aa*n?

5

Page 80: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r - \66 DE VOORSPELLING VAN DEN MESSIAANSCHEN HEILDAG.

DE VOORSPELLING VAN DEN MESSIAAN-SCHEN HEILDAG.

(Maleachi I: 6; III: 7, 14-18 : IV.)

„ 1k heb u lief !" zoo spreekt de Algoede :

„ Een Heer, een Vader, noemt gij Mij —

Maar kust dan ook des Vaders roede ,

Erkent des Konings heersehappij !

Ziet , Mijn Verbond was vrede en leven :

Ik ben dezelfde steeds gebleven ;

'k Heb u geduld , gespaard , getroost !

Waarom nog verder afgeweken ?

0 , laat u 't steenen harte breken ,Keer eindlijk weer, afkeerig kroost ! . . ."

Daar steigert tot den troon des HeerenEen klacht van smart , een kreet van smaad :

De dwazen zijn 't , die murmureeren ,

Verwaten tredende in Gods raad :

„ Voorwaar ! 't is vruchtloos God to dienen :

Het aangezicht des OngezienenWordt voor ,de Zijnen niet ontbloot.

Vergeefs geiaakt! vergeefs gestreden !

Wij dragen 't rouwkleed om de leden,En hongren bij ons tranenbrood !

„ Welnu dan , heil den roekelozen !

Zij zaaien spot, en oogsten goud.

Het wankelende huffs der boozen

Wordt zevenvoudig opgebouwd!

---."-,'"

Page 81: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE VOORSPELLING VAN DEN MESSIAANSCHEN HEILDAG. 67

Die trotsch op eigen krachten hopen,

Zien immer 's hemels venstren open,

Waaruit Gods hand den zegen giet.

Ja, zelfs die Deugd en Godsvrucht vloeken ,

De Allerheiligste verzoeken ,

Ervaren Zijn kastijding niet ! . . ."

Gij dwazen , zwijgt! Wat zou er wezen,

Dat God niet hoort, niet ziet , niet weet?

Welzalig die aanbiddend vreezenHem die de Hoogste Wijsheid heet!

Voorwaar ! 't gedenkboek van ons level

Ligt voor Zijn aangezicht geschreven :

Eens zal de Rechter 't openslaan ;

Van al die jagen naar Gods vrede ,

Zal ook geen stamelende bede ,

Geen enkle traan, verloren gaan !

„ 't Zal blijken," z66 doet God zich hooren :

„Wanneer 1k ter vergelding kom ,

Dat Ik de Mijnen heb verkoren

Ten eeuwig dierbaar eigendom!'k Zal hun Mijn voile liefde toonen ,

Als die eens vaders voor zijn zonen,

Wier hart hem in oprechtheid vreest.

'k Zal toonen, dat 1k ze onderscheide ,

Wie trouwe schapen Mijner weide

Of — wreede wolven zijn gew,eest!

„ Want ziet ! de Groote Dag zal komen,

Die als een. vlammende oven blaakt ,

Die aan de goddeloze droomen

Der hovaardij een einde maakt !

Page 82: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

68 DE VOORSPELLING VAN DEN MESSIAANSCHEN HEILDAG.

Die dan tot Mij zich niet bekeeren ,

Voorwaar ! een gloed zal hen verteren ,

Die tak en wortel nederslaat ,

Die , als een helbrand in de winden ,

Hunne ijdle glorie zal verslinden ,

En zelfs geen stoppel overlaat !

„ Maar u , wier hart en mond Mij prijzen ,

U, Vroomen , tot Mijn dienst bereid !

U zal het heerlijk licht verrijzen ,

De Zonne der Gerechtigheid !

Wanneer haar vleuglen u bestralen,

Zult gij genezen van uw kwalen ,

Met frissche krachten aangedaan !

Van vreugde en welvaart zult gij gloren ,

En juichen als de vooglenchooren ,

Die kwinkeleeren in de blaan !

„ Zoo blijft dan dulden en verwachten ,

Volhardende in uw smeekgebed !

Tot Ik wie roekloos Mij verachten

Den voetzool op den schouder zet !

Erkent Mij als den God der goden!

Volbrengt de heilige geboden

Waarvan de Horeb heeft gewaagd!

Tot Ik — het Nieuw Verbond zal stichten ,

Waarin gij 't voorschrift uwer plichten

Op 's harten vleeschen taaflen draagt !

„ Ziet , eer die Dag zijn glans zal spreiden ,

Zend Ik Elia , Mijn Profeet :

Hij zal dien Heer den weg bereiden ,

Die snellijk tot zijn Tempel treedt!

Page 83: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i-JUDITHS LOFZANG. 69

Hij zal , de Boetgezant zijns Heeren ,

Het hart der kinderen bekeeren

Tot dat van 't vrome Voorgeslacht !

Dan , bij der Englen lofgezangen ,

Moog de Aard lien Vredevorst ontfangen ,

Van Wien zij Naar verlossing wacht !"

JUDITHS LOFZANG.

(Boek Jud. XVI : 1-21.)

Geen vlammend zwaard van dreigende titanen,

Geen reuzenvuist:, sloeg Holophernes neer :

De sterke God zag Isrels boetetranen ,

En — 't zwakke werd het werktuig Zijner eer !

Ik zal mijn God een blijden lofzang juichen.

Heer ! Gij zijt groot en wonderlijk van kracht :

Wat ademt , moet voor Uwen geest zich buigen ,

En niets weerstaat de roepstem Uwer macht.

Een wervelwind blaast Assurs legertenten

Als stoppels weg , wanner Gij 't voorhoofd fronst :

't Ontroerd gebergt' ontvalt zijn fondamenten ,

De steenrots ligt in d' afgrond neergebonsd !

Maar Gij zijt goed die op Uw goedheid bogen :'t Godvruchtig hart geneest Gij van zijn schrik !

Wat helden en titanen niet vermogen ,

Dat dodt Gij door ea enklen vrouwenblik !

Page 84: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

70 DE BIJBEL IN HMS.

DE BIJBEL IN HUTS.

Als de Bijbel wordt gelezen

In het christlijk huisgezin ,

Poost de zorge van haar vreezen,

Houdt de scherts haar lachjens in.

Vader voelt zijn diere plichten ,

Moeder sterkt zich in gebeen ,

En Gods liefdestralen lichten

Over 't hoofd der kindren heen' !

Al het goede , in 't harte slapend ,

Waakt en wordt op nieuw gewijd ;

Oud en jong voelt zich gewapend

Voor des Levens heilgen strijd.

Droef zou 's Levens echo wezen,

Klonk er nets dan 's Menschen woordWaar de Bijbel wordt gelezen ,

Wordt des Heeren stem gehoord !

Page 85: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

TWEEDE BOEK.

NIEUW-TESTAMENTISCHE BIJBELPOEZY.

Page 86: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I

Page 87: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

MARIA VAN BETHANIE. 73

MARIA VAN BETHANIE.

I.

Bloem van 't Bethaniesch Huisgezin !

Mijns Heéren trounce zielsvriendin !

Wel stondt gij als een blanke lelie

Bij al de doornen aan Zijn voet !

Wel geurt een balsem , hemelzoet ,

Uit ieder blad van 't Evangelie ,

Wair ik uw lieven naam ontmoet !

Ik spreek hem uit — en 't reinst VERLANGEN

Dat hongert naar gerechtigheid ,'t GELOOF met zijn triomfgezangen ,

De LIEFDE in heel haar majesteit ,Ik zie ze ondeelbaar samenvloeien ,

Tot ea Jonkvrouwlijk beeld vereend ,

Waarin al de Englentrekken gloeien

Maria, die mijn droom u leent !

II.

0 zalige ure , nooit vergeten !

Toen 't eerst tot u, bezwijkend lam,

Page 88: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

MARIA VAN BETHANIE.

De goede Herder binnenkwam ,

Die uit de verte uw zielekreeten ,

Uw spraakloos roepen , lang vernam!

Toen ge , aan Zijn voeten neergezeten

Met ingehouden ademtocht ,

Voor 't eerst die klanken vangen mocht ,

Zoo zalvend voor uw krank geweten ,

Zoo lavend voor uw dorre ziel

Als levendige waterstroomen !

Toen gij — uwe ure zaagt gekomen ,

En de allerlaatste blinddoek viel.

Laat Martha zwoegen , Martha klagen ,

Uw aandeel in haar zorgen vragen ,

Gij hebt aan 't hemelbrood genoeg;

Een spijs, een zorge , een ding is noodig ,

Alle andre kommer overbodig —

Dat weet uw ziel , die 't Beste vroeg !

Gij hebt gehongerd , vele jaren :

Nu moogt ge in 't eind uw manna gaaren ,

Geen gastvrouw meer, maar blijde gast.

Laat Martha dobbren op de baren ,

Door menig wuften wind verrast ,

U w hulk , de haven ingevaren ,

Ligt roerloos aan Gods anker vast.

Zijn de oude Bingen niet verdwenen ,

Bij 't opgaan van een nieuw verschiet ?

Is dat geen Beth-el om u henen ?

Geen hemel , dien gij open ziet ?

En zingt niet , om uw Heer to loven ,

Uw ziel een juichend Azafs-lied :

„Wien heb ik nevens U daar Boven ?

„ Zijt Gij omlaag mijn alles niet ?"

Page 89: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

MARIA VAN BETHANIE. 75 \

Voorwaar ! dat was uw dag der dagen.

Nu hadt gij 't andwoord op uw vragen ,

Nu had uw zelfstrijd uitgewoeld ,

Nu was er zekerheid voor vreezen ;

Want al wat gij hadt vOcirgevoeld ,

Had nu in God zijn grond en wezen.

En altoos zat ge luistrend neer,

En waerelden des lichts verrezen

Op ieder woord van Uwen Heer.

Toen , tot verrukkens toe bewogen ,

Toen — bleeft ge geen Maria meer :

Then , duive , ontfingt gij aadlaarsoogen ,

Om , dwars door 't Nazarener-kleed ,

Te zien wat drangveer uit den Hoogen

Dat godlijk harte kloppen deed !

Toen werd u de aadlaarsgeest gegeven ,

De moed , de vleuglen en de kracht ,

Om Zijn gedachten na to zweven ,

Joannes van uw teer geslacht !

W6k spreidt ge uw stralen , Jakobs sterre ?WaAr zwerft ge , - o voeten ! die nooit rust

En alien rust brengt ? langs wat trust ,Of op wat berg ? -- De Heer is verre ,

D'e proef nabij ! — Hebt gij 't verwacht ,

Gij Zuster met het hart der Moeder,

Maria ? dat ge stil en zacht ,

Zoo zonder tranen , zonder klacht ,

Den langen dag , den langer nacht

Doorwaakt aan 't krankbed van uw broeder ?

Page 90: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

76 MARIA VAN BETHANIE.

Gij teedre ziel , hebt gij 't gegist ?

Dat gij met zooveel kalm vertrouwen

De klamme droppels die er daauwen ,

Van dat bestorven voorhoofd wischt ?

En speelde langs uw fijne lippen

Daar niet een glimlach , die verried ,

Dat gij den leiddraad niet laat glippen ,

Dat gij des Heere.n werk doorziet ?

Zoo kort toch is de vuurproef niet :

Maria , hebt ge u niet misrekend ?

De boo kwam weer; maar ainder Hem !

De Heer b 1 ij ft weg. . . . En wat beteekent

Dat reutlen van uws broeders stem ,

Dat oog , gelijk een maanlicht brekend ?

Dat is — de flood ! . . . een laatste kus ,

Gij staat bij — 't 1 ij k van Lazarus !

Kom , stort nu nevens Martha neder,

En scheur de vlechten u van 't hoofd ,

En vorder, beurtlings woest en teder,

Van God terug wat God u rooft !

Voel nu de vastigheid bezwijken ,

Zie nu den hoogen rotsgrond wijken ,Waaraan uw ziele had geloofd ! .. .

Gij doet het niet, al snikt uw harte

Naar lucht ! — Gij doet het n i e t , al zit

De felle weerhaak uwer smarte

U diep in 't vleesch ! Maar marmerwit

Tuurt ge op des broeders doode trekkers,

Als kost ge d66,r 't geheim ontdekken :

„ De Meester wist en — ging voorbij ?”

Gij hebt uwe eigene gepeinzen ;

,Gij laat u niet verwarren. Gij

Page 91: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

MARIA VAN BETHANIE. 77

Kunt breken — 't zij zoo ! maar niet deinzen !

Gij , fiere telg van Abraham ,

Geeft , tegen hoop , geen hoop verloren.

Een woord , dat vriendlijk tot u kwam ,

Een raadselklank , vervult uwe ooren ,

En ruischt : „ Die krankte is niet ten flood ,, „ Ze is God tot roem , Gods Zoon tot eere !"

Och , wist ge wat dat in zich sloot !Genoeg — de Heer is trouw en groat,

En gij weet di t : gij mint den Heere !

Maria ! was daar Wee en Ach !

Was daar verbazing in uw blikken ,Toen eensklaps , op den vijfden dag ,

Uw zusters stem u op deed schrikken :

„ Daar is de Meester, die u roept !"

Toen ge , of uw tred gevleugeld ware ,

U ijlings wegdrongt door de schare ,

In 't somber rouwvertrek gegroept ? —

Verbazing ? — Neen ! te lang , te zeker,

Te smachtend halt ge Hem verbeid.

Maar droefheid ? — Ja ! uw tranenbeker

Was tot den rand toe volgeschreid :

Een drop — nu m o e st hij overbruisen.

Toch slingerde u geen Smart-alleen :'t Was Liefde en Vreugde en Smart dooreen :

Het was — een door-elkander-druischen

Van wisslende gevoelens , waar

Uw hart bij trilde in elke snaar ;

Een storm , wiardoor de stralen kruisen

Der berfstzon. . . Ach , de jonge vreugd

BEA , als ons in de laatste dagen

Page 92: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r ,,78 MARIA VAN BETHANIE.

Slechts van gestorven weelde heugt ,

Nog lang het droevig weeskleed dragen. .

„ Ziet , zij gnat weenen bij het graf,"

Z66 waanden die uw spoeden zagen :

Maar gij — gingt bij uw Jezus vragen

Wat u geen kille lijksteen gaf.

Daar stond Hij , dien ge al duizendwerven

Terugriept voor uw moeden geest :

„ Gij Heere , waart Gij pier geweest ,

„ Mijn broeder had niet kiinnen sterven !"

Dus kreet ge , met dat zelfde woord ,

Nu is de laatste lijden-sstonden

Zoo vaak gesproken en gehoord.

Toen zweegt ge — alleen uwe oogen vonden

Nog kracht tot spreken. En gij badt —

Badt , aan Zijn knien half bezweken ,

Met blikken , van ontroering nat ,

Waarin zich 't licht der Hoop kwam breken.

0 liefelijke regenboog !

VVelsprekend zwijgen ! spraakloos smeeken ,

Dat tranen lokte in Jezus' oog ! .. .

„Waar borgt gij hem ?" — Ikon 't anders luiden ,

Z ij n andwoord op z o o'n bede ? Neen.

Mocht Marthaas twijfel 't nog misduiden.,

Gij vulde 't aan : „ Neem weg den steen ,

„ Neem weg! al ware 't lijk ontbonden

„Tot stof verteerd , in 't stof vertreen ,

„ Geen nood ! neem weg ! Hier staat er Een ,

„Die flood en helle heeft verslonden

„ Wanner is Hij trouwloos bevonden ?

„ Neem weg den Steen ! . . ." De grafsteen zonk ;

Het : „Lazarus , kom uit !" weerklonk

Page 93: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

MARIA VAN BETHANIE. 79

Daar ruischte 't uit de grafspelonk ,

Daar laagt ge saam' aan 's Heeren voeten ! .. .

0 groot Geloove ! 0 heerlijk loon !

Mijn Jezus , laat mij voor Uw troon

M ij n dooden ook eens z66 begroeten !

IV.

Het laatste Paaschfeest was nabij :

Ren week , en — 't Treurspel zou beginnen.

Weer trail de Heer Bethanie binnen ,

En riep de welbekende rij

— Op gen na , zielen die Hem minnen —

Voor 't laatste zeegnend aan Zijn zij'.

Maria ! zijn de blijde beten

U wrang aan Simons vriendendisch ?

Wat schaduwbeeld van droefenis

Is zwijgend met u aangezeten ?

Wat staart ge dus uw Heiland aan,

Als kost ge op dat verheven wezen

Zijn hart , Zijn kamp Zijn toekomst lezen ?

En hoe dus haagtig opgestaan ? —

Daar keert ge , en brijzelt onverschrokken

't Albaster, dat uw schat besluit ,

En stort dien op uws Heeren lokken

In voile nardus-golven uit.„Vloeit , vloeit nog voort , gij zoete stroomen !"

Zoo fluistert gij , en buigt u neer :

„ Laaft ook de voeten van mijn Heer !"

Gij hebt ze siddrende opgenomen ,

G-ij kust en zalft ze keer op keer,

En wischt ze met de ontvlochten tresse ,

Page 94: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r80 MARIA VAN BETHANIE.

Waarin een daauw van tranen drijft ,

Tot in uwe oogen , in uw flessche

Geen enkle druppel overblijft. . . .

Hoor Judas , den Verrader, smalen :

„Waartoe is dit verlies geschied?"

Bedroefde , neen ! gij hoort het niet.

Verlies ! och , of ge duizend malen

Al wat gij hebt , uw goed , uw bloed ,

Hem tot een offer kost betalen ,

Die tot uw uiterst ademhalen

Uw liefde is en uw Hoogste Goed !

Of gij uw llarte kost verbreken ! .. .

Gij doet het. Wel u, dat gij 't doet !

Want balsems zijn uw tranenbeken :

Zij geuren Jezus to gemoet.

Zoo lieflijk kan geen nardus leeken :

Geen myrrhe is als de Liefde zoet !

Zie , hoe u 's Heeren blik bejegent !

Rijs op , Maria , weer voldaan!

Fronst u de Jonger morrende aan ,

De Meester heeft uw werk gezegend!

UM Heiland heeft uw doel verstaan !

0 Vrouw , wie scherpte uw schreiende oogen?

Gij zaagt wat geen Joannes zag.

Hoe waart gij dus den lijdensdag

Op vlugge wiek vooruit gevlogen?

De Liefde , die uw ziel doorblaakt ,

Zij heeft u Profetes gemaakt.

Haar — waren reeeds dat hoofd gedoken ,

Die mond verstomd, dat oog gebroken ,

Die voeten bloedende en doorstoken ,

Page 95: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

MARIA VAN BETHANIE. 81

Dat lichaam aan het kruis gehaakt !

Gij woudt den levende niet laven!

Gij bracht een doode de uiterste eer :

Gij — later mocht ge 't licht niet meer

Gij hebt uw lieven Heer begraven.

V.

Gij gistet wel. Uw Heiland stied'.

Maar ook — uw Heiland is verrezen !

En spoedig mocht ge bij Hem wezen ,

Waar u Zijn zoendood plaats verwierf.

Ach ! reeds voor achttienhonderd jaren

Liet Hij , met heel uw huisgezin

En alien die Hem dierbaar waren,

Bij 't juublen Zijner Englenscharen ,

U tot Zijn blijdsten Hemel in.

En aan Zijn Bruiloftsdisch gezeten,

In aller zaligheden schoot,

Zijt gij de wonders , h i e r gereten ,

TJw worstelperk , uw nood en dood ,

Misschien voor eeuwig al vergeten.

Maar, naar uws Meesters heilig woord ,

Leeft n6g, in glle waereldoorden

Die 't Evangelie klinken. hoorden ,

Uw naam en daad onsterflijk vOort.

En waar we, in de aardsche school des Heeren ,

Ooit spreken van een HEILBEGEEREN ,

Dat hongert naar gerechtigheid,

Een vast VERTROITWEN , dat in 't duister

Der doodsvallei van God niet scheidt ,

En LIEFDE in al haar hemelluister, , —

Dggr rijst uw beeld ons voor den geest ,

6

Page 96: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

82 MARIA VAN BETHANIE.

En lispelt: „Heft het hoofd naar Boven!

„ Zij worden zalig die gelooven,„ Maar die beminnen, allermeest !"

JOHANNES MARKUS.

I.

Mariaas blonde troetelzoon !

Gij teere Jongling, op wiens koon

Jonkvrouwelijke blosjens stralen!Johannes Markus ! is het waar ?

Gij — hunkert naar de reissandalen

En de eerkroon van den Martelaar?

't Mag wezen dat uws God erbarmen't Geloofsvuur in uw ziel ontstak,

't Was — onder vaders veilig dak,

't Was — tusschen moeders koestrende armen !

Nog kent gij de ernst van 't leven niet;

Gij koost — en gist niet hoe verbolgen

De waereld zulk een keuze ziet ,

Noch wat het in heeft Hem to volgen ,

. Die ons Zijn kruis tot erfnis liet!

't Is lieflijk in de olijvenblaAren :

Uw vleugels donsden op zijn best;

Slechts de arend mag naast adelaren

Des hemels donders tegenvaren . . . .Blijf, schuwe duive , blijf in 't *nest !

Vergeefs ! . . . Hij voelt den boezem jagen,

En meant zijn jonkheid sterk genoeg

Page 97: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOHANNES MARKUS. 83

Om Hem, die eens zijn zonden droeg ,

Nu 't zwaard des geestes na te dragen.

Ach , wie heeft nooit uw licht gekend ,

Nieuw Leven in uw groene lent' !Als wij voor 't eerst den Heiland minnen ,

En ons een bruiloftsvreugd doorstroomt ,Die waar de strijd nog moet .beginners,

Reeds juichend van de zege droomt !

Hoe fier doet gij die kaken blozen !

Hoe trilt gij uit des jonglings stem :„'Loo vaar dan wel, Jeruzalem !

„ Ik heb het goede deel gekozen !"

Hij gaat; en duizend zielsgebeen,

Hij weet het , trekken voor hem heen ,Klapwiekende om hem aan te vuren.

Hoe troost hem 't woord van eigen bloed ! 1)

Hoe staalt hem Paulus heldenmoed !Hij wuift Antiochiens muren

Met blijde hand den afscheidsgroet.

De dagen vliegen om als uren ,

En altijd verder wil zijn voet.

Hij volgt de trouwe kampioenen

Krijgshaftig na langs berg en dal ;

En 't is of reeds de palmen groenen,

Wier oogst hij met hen deelen zal !

Maar trager wordt de geestverrukking ,

En z waarder wordt de pelgrimsloop ;

Een eerste nevel der verdrukking

Bezwalkt den hemel zijner hoop.

I ) Barnabas.

Page 98: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

84 JOHANNES MARKUS.

't Is nu niet meer dat vredig knielen

In schaduw van Gods tempelzaal :

Geen proef van 't Hemelsch Bruiloftsmaal,

Naast meeverloste broederzielen.

't Is — ademen in 't vreemde land ,

En al wat achter is vergeten ,

Het is een bitter Pascha-eten ,

De heup omgord, de staf ter hand,

't Is zelfverloochnen en ontbeeren ,

't Is worstelen van wee tot wee :

't Is zwoegen in 't gezicht der ree ,

Om telkens weer terug te keeren ,

En alle stormen te braveeren

En alle diepten van de zee.

't Zijn lange nachten , bange dagen ,

En zielehoon en zielsverdriet ,

Bespottingen en geesselslagen ,

De ontsloten kerker in 't verschiet !

't Is — vogelvrij in 't ronde zwerven ,

Gehaat , verfoeid , bij Griek en Jood:

Het is een dagelijkschen dood ,

't Is — daaglijks duizend dooden sterven . . . .

Voorwaar, voorwaar, de proef was groot !

— Eens , als het kwijnend avondrood

Daarheen smolt aan de westertinnen ,

Sloop , met een voetstap zwaar als lood,

Een jongling Sions poorten binnen . . . .

Berg , moeder ! 't voorhoofd in den schoot,En zoek uw schande te overwinnen :

't Is Markus , die — zijn post ontvlood !

Page 99: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOHANNES MARKUS. 85

Wat oproer wemelt door de straten

Der daavrende Alexanderstad? 1)

Wat doodelijke kreet is dat?

Baant hier , van hanger uitgelaten ,

Een kudde tijgers zich een pad?

Neen : 't zijn de duizend feestelingen,

Die , opgecierd in wulpsche pracht ,

Elkander naar de plek verdringen ,Waar 't Heidensch Offerfeest hen wacht.

Hoog boven al .die bonte scharenRijst , met gedrochtelijken kop,

't Verfoeisel der Egyptenaren,Serapis , van zijn voetstuk op.

De leliewitte stieren loeren :De sisters raatlen door elkaar ,

De knetterende vlammen gloeien,

De bloed- en melkrivieren vloeien

En overplasschen 't dankaltaar.

Al wilder wordt het feestgebaar ,

Al woester menglen zich de zangen.

Het yolk omjoelt de priestrenrij :

De vreugde stijgt tot razernij

En bliksemt uit de purpren wangen.Maar huiverend voor zulk een eer,

En van den bleeken schrik bevangen ,

Ziet uit haar reine hemelsfeer

De Paaschzon op die gruwlen neer.Toch zal hun maat nog hooger steigren . . • •

1 ) Alexandria.

Page 100: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

86 JOHANNES MARKUS.

Hoor, , hoe een schelle stem weerklinkt :

„Wee , die met ons niet jubelzingt !

„Wee, die Serapis hulde weigren !"

En alles juicht , in woest gedruisch :„Wee, wee d'aanbidders van het Kruis !"

Nu rukken ze onder knersentanden

Naar 't afgelegen Bedehuis ,

En breken door de schaamle wanders ,

En werpen met verwaten handen

Den heilgen Nachtmaalskelk tot gruis.

Met plegtige ernst en zonder vreezen ,

Ligt daar de Bisschop neergeknield :

't Is uit zijn stralend oog to lezen ,

Wat kracht van Bo ven hem bezielt ..

De Godsman ! h ij zal 't offer wezen !

Men strikt hem vast aan 't knellend koord ;

Men sleept hem mee , men schopt hem voort .

Houdt op , dolzinnige barbaren !

Ziet hoe zijn bloed de steenen kleurt !

Ziet hoe dat lichaam kneust en scheurt !

Hebt eerbied voor die grijze hairen ,

Die gij door 't slijk der straten sleurt ! .

Ach , 't wouddier moog' verteederd worden ,

De mensch put al zijn wreedheid uit.

Aileen de steile zeekant 1 ) stuit

Den wedren der bloeddronken horden ;

En de avond , donker als het graf ,

Breekt onverwachts het treurspel af.

„ Rust zachtkens van uw wandelwegen

„Wij zien elkander morgen weer !"

1) De Bucelus.

Page 101: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOHANNES MARKUS. 87

ZOO grijnzen zij hun offer tegen ;

En hij , bedwelmd ineen gezegen ,

Stort in den vunzen kerker neer.

Maar naauw herademt hij van 't lijden ,

Of hoort ! zijn lippen fluistren zacht :

„ Mijn Jezus ! U zij dank gebracht,

„ Dat ik den goeden strijd mocht strijden,

„ Dat Gij me Uw smaad hebt waard geacht !"

Ziet ! dat is trouwe , dat is kracht ! —

Johannes Markus ! wend uw schreden

Naar dit beschamend schouwspel heen !Wat harde les ! ....

Neen , driemaal neen !'k Herken u , Martelaar van heden :

Gij zijt de Vluchtling van 't verleen!

IV.

Zoo is 't. — Ook hier heeft God de Heere

De wondren van Zijn geest getoond ,

Die 't zwakke met genade kroontEn omschept in een vat der eere.

0 , vraagt ,het aan lien legertros

Van englen , Mahanalm Gods ,

Getrouwe wachters van ons leven ,

Hoe hij van zijn bezoedeld kleedDen smet der jeugd heeft afgewreven

En — leert wat hartsvernieuwing heet !Ja , 't waren bange boetejaren ,

Dat vijftal na ziju laffe vlucht !

Toch heeft hij niet vergeefs gezucht :

Zijn kreeten zijn tot God gevaren ,

Page 102: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

- \88 JOHANNES MARKUS.

Zijn tranen droegen heerlijk vrucht !

Zijn val was hem de groote schrede ,

Die naar des Vaders armen leidt :

Zoo werd zijn trots — oodmoedigheid ,

Zijn pijnlijke onrust — hemelvrede.

De stormnacht baarde een schooner' dig,Die met een Godgeheiligd blaken

Het zielsverlangen deed ontwaken ,

Om 't Wijdperk , dat zijn neerlaag zag ,

Tooneel van zijn triomf te maken.

Hij greep op nieuw den wandelstaf ,

Bewust , dat nu de Heer lien gaf.

Sints heeft hij , droef loch altijd blijde ,

En tegen elke proef bestand ,

Getoond Wien hij zijn ziele wijdde.

Hij heeft gezwoegd aan Petrus' zijde ,

Gekampt aan Paulus regterhand ,

Hij heeft de wonden zijns Messias

Als hij gedragen in zijn leen ,

Hij leidde , als 't hachlijk uur verscheen ,

— Eliza van die twee Eliaas !

Hen naar de doodsjordane heen ,

En 't was als mocht hij bij hun sterven

Een dubbel deel huns geestes erven !

Hoe blonk de Godsvlam die hun dreefEn met de Apostelkrans omstraalde ,

In 't Evangelie dat hij schreef

En Romens pleinen door herhaalde !

Hoe vloog hij , als de Heer hem riep

Naar Aquileia weg te reizen ,

Waar hij de drijvende paleizen

In vaste templen Gods herschiep !

Page 103: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOHANNES MARKUS. 89

Wel mocht Venedig Naar banieren

En standerts met den leeuw versieren,

't Beeld haars Vernieuwers en Patroons :Want als een leeuw heeft hij gestreden

Voor de eer des onvolprezen Zoons !Hij heeft de vijf byreensche steden

Vernederd aan den voet Zijns troons ;

Hij heeft in worstlende gebeden ,

Bekeering preekende en gena ,

0 ongastvrij Marmorica!

Zoo lang uw heuvlen plat getreden ,Tot gij den heuvel Golgotha

't Altaar uws Heilands hebt beleden ! —

En met die kransen niet tevreden ,

Heeft hij de kruisbelijdenis

Gelijk een krijgskreet door de wallen

Der woelige Metropolis ,

Egyptens Romen , doen weerschallen ;

En honderde , op zijn hemelstem ,

Zijn boetende in het stof gevallen

Voor 't Kindeken van Bethlehem !

Zoo heeft hij angsten en gevaren ,

De schande en duizend don getart ,

Den satan aangetast in 't hart ,

En veel geleefd in weinig jaren. —'t Was nu of 't onweer zou bedaren ;

En onophoudelijk wies 't getal

Der hem verknochte Christenscharen . • •

Tot plotsling , als een donderknal,

Dit oproer neerplofte op de altaren ,

Dat hem -- tot Martlaar aadlen zal!

Page 104: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(---'\

90 JOHANNES MARKUS.

V.

Daar ligt hij , bloedende en bezweken ,

Zieltogend in den kerker neer.Zijn voorhoofd boast , zijn wonden steken,

Hij voelt geen zweem van smarte meer :

Want schoon zijn stoflijke oogen breken ,

Zijn ziel blikt road in Hooger sfeer.

Als kwam een duive neergestreken,

Z456 waait een zachte lucht hem aan:

Hij ziet een lichtgestalte staan ,

Zoo heilig-vriendlijk en volkomen

Gelijk zich kindren de Englen droomen.Zij neigt het hoofd , en hemelzoet

Als wen het windtjen onder 't zwevenDe eoolsche harpsnaar zuchten doet ,

Weerklinkt haar stem : „ Houd goeden moed !"

„ Gij staat in 't Boek des Lams geschreven,

„ Ik breng u Jezus' welkomsgroet ?"

't Gezicht verdwijnt. — Daar dringen kreeten

't Verwulfsel van den kerker door;De grendel knerst — een rosse gloor

Van fakkels glinstert door de reeten,

En huilend werpt de beulenschaar

Zich neder op den Martelaar :„Wij hebben de afspraak niet vergeten :

„ Op , Kruisprofeet , de dag is Aar !" . . . .

Zij sleepen 't lichaam , klam van bloede,

De straten langs van wijk tot wijk ,

Onwetend dat ze in blinde woedeHun wrake koelen aan — een 1 ij k !

Want boven wel en wee verheven

Page 105: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOHANNES MARKUS. 91 --

En al des waerelds razernij ,Hoort reeds zijn ziel , met zalig beven ,

De blijde boodschap van nabij :

„Een goede dienstknecht waart gij Mij ,

„ Ontfang de kroon van 't Eeuwig Leven !"

Wie meent to staan , zie biddend toe ,

Eer de overmoed hem vallen doe!Wie viel, rijze op en worstel' vender !

't Schaap , dat het meest was afgedwaald,

Door Gods gena teruggehaald,

Leeft vaak het dichtste bij den Herder;

't Zijn boetelingen, die v6Oraan

In 't leger der Getrouwen staan.Wel hem , die uit zijn zielewonde

Een nieuwe zielekracht bereidt ,

En dus , verwinnaar zijner zonde,

Zijn kerker-zelv' gevangen leidt!

JOZES TOEGENAAMD BARNABAS.

Zoon der Vertroosting! Welluidende naam!

Is u op aarde geen lauwer beschoren,

Boven 't `geroep der verganklijke faam

Klinkt gij met eere in de Hemelsche Chooren,Waar wie zijn leven voor God heeft verloren ,

't Zalige loon der barmhartigheid wint,'t Leven hervindt !

De Godsgemeente , jong en teeder,

Ligt , onaanzienlijk , onbeschermd,

In 't midden der vervolgers neder : --

r

Page 106: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

/ .'\

92 JOZES TOEGENAAMD BARNABAS.

Wie die zich over haar ontfermt?

Wie zal heur dorre grijzaards laven?Wie dekt heur schaamle kinderschaar ?

Wie deelt zijn eeuwge en aardsche gaven ,

Zijn bloed, maar ook zijn goed , met haar? .

Zie "ginder! — Met een zeegnend groeten

Dringt J o z e s tot de Apostlen door,En werpt zijn schatten voor hun voeten ,

En lokt er honderde op zijn spoor !

Wat weelde eens 't oog des Meesters boeide ,

Als uit uw lusthof, Salamis !

't Geboomt', waaruit de honing vloeide,

De voile olijftak , altijd frisch ,

En 't knikkend graan hem tegengloeide ,

Hij vond een hooger erfenis ,

Waar liefelijker oogstveld bloeide !

Sints Jezus arm werd , ook voor hem ,

Was voor zijn heilig zielsverlangen

Het geven zaalger dan 't ontfangen ,

En heel zijn hart juicht in zijn stem:

„ Neemt , mannen ! bij mijn heilgebeden

„ Het offer mijner blijdschap aan!

„ Laat me in Zijne uitverkoren leden

„ Mijn Jezus voen, mijn Jezus kleeden :

„Wat wij den minste hunner deden ,„Dat hebben wij den Heer gedaan !"

Nu wordt atom de deernis wakker,Waar ze onbezorgd aan 't sluimren was :

En huis en hof en wood en akkerVersmelt tot goud , en stijft de kas.

Een tweede en voller mannaregen

Schijnt uit den hemel neergezegen :

Page 107: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(JOZES TOEGENAAMD BARNABAS. 93

Geen bang Te Kort , geen wuft Te Veel

Doet een der schalen Overwegen

De Liefde heiligt elk zijn deel !

Gods Englen juichen van verrukken ,

En zelfs de Joodsche woestaardij

Kan naauw de weeklacht onderdrukken:

„ Ai ziet , hoe teen beminnen zij ! ... .

Zoon der V ertroosting, gezegend zijt gij!

De Heer des Hemels heeft gesproken :

Het paard ploft neer uit zijn galop ,

De staf des drijvers ligt verbroken ,

En — Saulus rijst als Paulus op!

Maar wie zal d'ommekeer gelooven?

Wee , die van doornen druiven hoopt !

Al is zijn blinddoek weggeschoven ,

Al is zijn buigend hoofd gedoopt,

Al heeft hij ook ter zelfder "stonde

Voor duizenden zijn Heer beleen ,

Al zwerft hij , boetende om zijn zonde,

In worstelende zielsgebeen

Drie lange jaren achtereen

Arabiens woestijn in 't ronde

De bleeke schrik gaat voor hem heen !

De Jongren, ten gebed vergaderd,Verstommen plotsling waar hij nadert.

Hem groet geen blijde vredekus,

Hem wordt geen vinger toegestoken:

Het martelbloed van Stefanus

Schijnt van zijn kleederzoom to rooken --

Seen tranen hebben 't uitgewischt !

Hij mog een argloos lam gelijken ,

Page 108: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

1 94 JOZES TOEGENAAMD BARNABAS.

De yacht bedekt een wolvenlist :

„ Op , Broeders !" en — de broeders wijken .. •

0 smart ! o smaad ! verdient hij dat ?

Mag , waar de Hemel heeft vergeven ,

De vloek der Aard niet opgeheven ?

Maar moet wie struikelde op zijn pad ,

Al heeft hij ook Gods hand gevat ,

Verworpen bij de menschen sneven ? .. .

„ Dat heeft geen Heiland voorgeschreven ,

„ Die 't rookend lemmet niet vertrad !"

Zoo spreekt er een, met diep erbarmen ,

En zoekt den eedlen boeteling ,En drukt trouwhartig hem in de armen ,

En leidt hem in d' Apostelkring :

„ Kan iemand ook Gods almacht weeren ?„ Ziet hier een broeder die u groet !

„ Ontfangt hem in den naam des Heeren,

„ Als een gewasschene in Zijn bloed !

„ De Hemel juicht ze to gemoet

„ Die van den dwaalweg wederkeeren ! • • •,,

Daar vloeit der Jongren vreugdetraan ,Daar nemen zij den zwervling aan ,

Daar hooren zij met weibehagen ,Wat licht zijn ziele heeft zien dagen ,

En : //Amen ! Amen !" juichen zij :„ Gij zult den naam des Heeren dragen ,

„Verkoren vat ! a zeegnen wij ! . . ."

Zoon der Vertroosting, gezegend zijt gij!

't Vervolgings-onweer mocht niet schaden :Hoe sterker vleuglen 't had ontplooid ,

Page 109: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOZES TOEGENAAMD BARNABAS. 95

Te wijder had het ook de zaden

Van 't Evangelie rondgestrooid.

Eerst predikten de vluchtelingen'

Alleen den Joden 's Heeren kruis :

Straks waagden 't enklen door te dringen

Tot buiten Vader Abrams huis ;En weldra zag Antiochie

Hoe ook voor 's Heidens smachtend hart

De heilige Eerstling van Marie

De Zoon des Allerhoogsten werd ,Die voorhuid en besnijdnis beiden ,

Met d' Eeuwige en elkaar verzoend ,

Naar 't eigen vaderhuis zal leiden ,

Waar 't palmenloof des vredes groent ,

En nood noch dood Gods kindren scheiden !

Dat hooren ze in Jeruzalem :

Daar juicht de aanbiddende Gemeente :

„ Gezegend zij des Geestes stem ,

„ The leven schept in 't doodsgebeente ! .. .

„Wie zet daar Binds den arbeid voort?

„Wie wekt daar, wat , nog zorgloos slapend ,

„In 't duister ligt ? Wie rukt , gewapend

„ Met onzes Gods tweesnijdend Woord ,„ Dat nieuw ontsloten strijdperk binnen ,„ Om voor den Hemel te overwinnen

„Wat nog der Helle toebehoort ?

„Wie is bereid , 4n rust en leven

„voor Jezus' naam ten prijs te geven r. . .

En naauwlijks is de vraag gedaan ,

Daar spreekt er een : „ Gunt mij die eere !"

Daar schoeit de liefde tot den Heere

Page 110: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

96 JOZES TOEGENAAMD BARNABAS.

Den goeden krijgsknecht vleuglen aan.

Hoe klopt zijn hart , hoe gloeit zijn boezem ,

Als hij A.ntiochie groet,

En menig liefelijken bloezem

Van Hoop , Geloof en Liefde ontmoet !

„ Korn over !" juicht hij Paulus tegen ,

En — Paulus komt ! 0 heilig paar ,

Hoe vriendlijk steunen zij elkaar ,

Gods arbeid deelende en Gods zegen !

Dat waren welbebaande wegen!

Dat was een roemrijk jubeljaar !

Daar groeit en bloeit een Christenschaar

Uit alle volkeren en stammen:'t Zaad wordt een boom , en schiet naar 't zwerk !

De vuurdoop van Gods pinkstervlammen

Besproeit der Heidnen Moederkerk !

De blinden zien , de dooven hooren,

De geestlijk dooden zijn herboren,

De onttroonde Sathan wijkt ter zij ! .. .

Zoon der Vertroosting, gezegend zijt gij!

Ja 't vriendelijk Tr oos te s-licht , gebroken in drie kleuren ,

Omringt u als een zonneschijn:

Het hongrige te van, 't gevallene op te beuren,

Atom Gods vreegezant te zijn,

Dat, Jozes-Barnabas ! is 't leven van uw leven,Waar ge aardsche schat , en leviraat ,

En al de stelsels door Gamaliels geweven,

Als schande en rook voor achterlaat ! ..

Ga ! deel, Judea rond, den zegen der verkwikking,

Dien gij vergaird hebt in uw schoot ;

Bezweere uw staf des broods het spooksel der verschrikking,

Page 111: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOZES TOEGENAAMD BARNABAS. 97

En tern den bleeken hongersnood !

Of, trek, aan Paulus' zij', Klein-Azie in en over ;

Werp Paphos' schandaltaren am :

Richt Lystrens kreuplen op ; tref; balsem ; en herover

Op dood en vloek Gods eigendom !

Of, breng , als booze twist de broeders wil verdeelen ,

Jeruzalem d' olijftak, aan,

En leere uw voorbeeld ons de breuke Sions heelen ,

Als Christnen over Christnen staan ;

Of, .waar des Tarzers kracht het zwakke heeft verstoten ,

Toon dat ge een boetling smeeken hoort ,

En zet , uw heldenarm in 's jonglings arm gesloten ,

Met Markus uw triomfen voort ! —

Wanneer en waar dan ook ge uw kampstrijd hebt gestreden ,

Gij zijt u-zelv' alom gelijk :

En T r o o s t e r blijft de naam , die naruischt op uw schreden

In Jezus' Hemelsch Koninkrijk !

Gij mocht de hooge gunst verwerven ,

Die zich uw hoop gebeden heeft :

Gij , die voor Jezus hebt geleefd ,

Gij wenschtet ook voor Hem to sterven :

Zoo werd u — heilig liefdeloon ! —

De Apostelkrans- een Martelkroon.

Had mooglijk , in gewijde droomen ,

Uw veege ziel het v6Orgevoeld,

Dat eindlijk de ure was gekomen?. . . .

Een Engel schijnt ge op 't leergestoelt':

Welluidende hozannaas stroomen

Uw aangeblazen lippen af,

Als waar' de sluier weggenomen ,

Die tusschen hemel hangt en graf:

7

Page 112: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

98 JOZES TOEGENAAMD BARNABAS.

Uw zielsoog ziet den Ongeziene ,

Een Patmos wordt uw Salamine !

Maar eer uw mond den zegen gaf,

(Uw harte had hem lang gesproken !)Daar naakt een woedend Jodenrot .. .

Het Bedehuis wordt ingebroken ,

En halfverbrijzeld en dporstoken

Ontfangt u 't vunzig .kerkerkot !

Naauw daalt de nacht , of ruwe handen

Verscheuren met een ruk uw banden ,

En sleuren u de straten door.

Gij bidt, terwijl zij knarsentanden,En als het juublend duivienkoor

U vloekt, ontfermt gij u en — zegent !

Tot — op uw borst, in 't slijk vertrapt ,

Een wolk van steenen nederregent,

En — uw ontbonden ziel ontsnapt.

O welgelukkig binnentreden

Daar Boven in Gods heerlijkheid!

Neen , wat u van de zaligheden

Die d' overwinnaar zijn bereid,

Uw droomen ook verwachten deden,

De helft was u niet aangezeid!

Nu blijkt het boven hoop en beden,

Dat gij het beste deel verkoost:

Gij trouwe Trooster van zoovelen,

Nu wordt gij op uw beurt vertroost !

O zielverrukkende tooneelen ,

Als ziel aan ziel , en rij aan rij ,

II met den jubel tegenzweven :

„Wees welkom ! gij hebt mij het leven,

Page 113: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JOZES TOEGENAAMD BARNABAS. 99

„ ziele mij behouden , gij !"

Als gij u bij de hand voelt vatten

Door 's Vaders koninklijken Zoon,

U dus begroetend van Zijn throon :

„ Gij werdt mij arm — aanvaard uw schatten !

„ Gij werdt me een dienstknecht neem uw kroon ! ..."

Zoon der Vertroosting! Welluidende naam!

Is u op aarde geen lauwer beschoren ,

Boven 't geroep der verganklijke faam

Klinkt gij met eere in de Hemelsche Chooren ,

Waar wie zijn leven voor God heeft verloren,'t Zalige loon der barmhartigheid wint ,

't Leven hervindt !

DE ZALIGSPREKINGEN.

(Matth. V: 3 —12.)

Zalig zijn de geestlijk armen :

Hunner is Gods Koninkrijk !

't Onuitputlijk Godserbarmen

Maakt aan de Englen hen gelijk :

Uit -Zijn eindloze' overvloed

Schenkt de Heer hun 't Hoogste Goed:

Zalig die berouwvol treuren,

Want de Trooster is nabij ,

Die hen vriendlijk op zal beuren

Met een hemelsch medelifl

Tranen, dus tot God geschreid ,

Werken eeuwge zaligheid.

Page 114: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE ZALIGSPREKINGEN.

Zalig die zachtmoedig dragen,

Met geen boozen wrok vervuld,

Die , waar andren morrend klagen ,

Stil zich oefnen in — Geduld!

Hoe misdeeld hun lot ook schijn',

't Aardrijk zal hun erfgoed zijn.

Zalig zij die dorstend smachten ,

Hongren naar gerechtigheid ,

Die naar beter voedsel trachten

Dan de waereld toebereidt !

Wie verlangend opwaarts blikt ,

Wordt verzadigd en verkwikt.

Zalig die barmhartig deelen

In des broeders jammerstaat ,

Tranen droogen , wooden heelen,

Zegenen met woord en daad !

Hun , als zij hun Rechter zien ,

Zal barmhartigheid geschien.

Zalig zijn de reine harten ,

Die, hoe zoet de zonde streelt,

Biddend onder strijd en smarten,

Jagen naar Gods deugdenbeeld !

In een onbeneveld licht,

Zien wij 's Heeren aangezicht.

Zalig zij die vrede maken ,

Stormen stillen waar zij woen,

Waar de Liefdebanden braken,

't Koude hart weer gloeien doen!

Treft hen ook der menschen spot,

Als Zijn kindren mint hen God.

Page 115: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE ZALIGSPREKINGEN. 101

Zalig die als ware vroomen ,

Hoe de waereld hen verstoot ,

Haat noch smaad noch laster schroomen ,

God getrouw tot in den dood!

Heerlijk is voor 's Heeren throon

Eens des Overwinnaars loon.

Wreest het tout, het licht der aarde !Wandelt tot des Vaders eer !

't Hart geeft aan het werk zijn waarde :

Legt het in Gods handen neer !

Wenscht ge een Hemel voor uw deel ,

Hemelsch zij uw hart geheel !

HET ALLERVOLMAAKTSTE GEBED.

(Mattheus VI: 9-13).

Gij Hemelsclie Vader, , die rondom Uw troon

Uw kindren als broeders verzamelt !

Die wil dat wij bidden , in naam van Uw Zoon ,

Die hoort wat in 't stof wordt gestameld!

0 , geef dat niet enkel de mond tot U spreek',

Maar 't hart uit zijn binnenste sehuilhoeken smeek' !

Uw Naam zij geheiligd ! Leer Gij ons Uw woordOnschendbaar en zuiver bewaren !

Lcid Gij bij de star Uwer waarheid ons voort ,

Te midden der bruischende baren !

En waak dat geen dwaallicht van menschlijken trots

Ons schipbreuk bereide op de loerende rots !

Page 116: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

102

HET ALLERVOLMAAKTSTE GEBED.

Uw Koninkrijk kome , eeuw aan eeuw, uur aan uur,

En namaals altoos en volkomen!

Bereid ons ten oorlog , en loop ons met vuur,

En staal Gij ons hart in de stroomen

Uws Geestes , die lafaarts tot helden herbaart,

En d'afgrond verwint met zijn tweesnijdend zwaard !

Uw Wille geschiede ! als bij de englen omhoog,

Zoo ook bij Uw kindren beneden !

Geef ons bij beproeving den Hemel in 't oog ,

En leer ons ten Kruisheuvel treden !

Graveer in ons binnenste Uw levende wet !

Roei uit wat zich tegen Uw almacht verzet !

Geef heden, o Vader ! ons Dagelijksch Brood

En wat wij als pelgrims behoeven!

Laat krankte noch krijg noch verslindende nood

Ons voorhoofd ontijdig doorgroeven !

Lok de oogst uit de lente , 't genot nit de hoop !

En geef dat geen ziel zich den Mammon verkoop' !

Vergeef ons , o Heer ! onze oneindige Schuld,

En balsem ons wroegend geweten!

Leer zelf ons , bezield door Uw godlijk geduld ,

Verdragen , vergeven , vergeten!

Den vijand beminnen , z66 innig , z66 warm,

Totdat hij , vermurwd, ons als broeder omarm' !

Bewaar ons, o God ! voor het lokkende net,

Dat ons de Verzoekingen strenglen !

Geef waakzaamheid, Heere ! en omring onzen tred

Alom met Uw waarschuwende Englen !

Uw kracht zij ons heil, en 't geloof zij ons schilii. ,

Waarop de Verleider zijn pijlen verspilt !

Page 117: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET ALLERVOLMAAKTSTE GEBED.

Verlos van de Zonde, en bezweer met Uw staf

Den Booze, in wiens leger wij zwerven !

Verzoen ons bij tijds met den schrik van het graf!

Vertroost ons in 't uur van ons sterven !

Maak zacht onze ziele uit de windselen los ,

En weef uit Uw licht haar een eeuwigen dosch!

Ja, Amen ! z66 zij het ! want U is het Rijk ,

De Macht , en de Kracht , en de Glorie !

Wie is U in hemel of aarde gelijk ?

Uw trouw is ons borg der viktorie!

Ja, Amen ! Gij hebt ons den Zoon niet gespaard :

In Hem gaaft ge ons hlles , den hemel en de aard!

HET EVANGELIE DER NATUUR.

(Matth. VI: 26-34.)

Blank Lelietjen der dalen !

Hoe weeft ge uw bruidskleed eeuw aan eeuw ?

Uit welke maanlichtstralen?

Uit welke lentesneeuw ?

Rap Vogeltjen der heemlen !

Hoe vindt ge dus van uur tot uur,Waar maar uw wiekjens weemlen ,

Fen voile voorraadschuur ?.

„Wij werken niet noch weven ,

„Wij zaaien en wij maaien niet :

„ De God van alle leven

„ In alien nood voorziet ! . .

Page 118: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET EVANGELIE DER NATUUR.

Vaartwel dan , bleeke zorgen ,

Wier heidensche angst de rust verbant !

De sleutel van mijn Morgen

Is in mijns Vaders hand !

Laat maar Gods rijk regeeren

In 't diepst van mijn vernieuwd gemoed ,Dan werpt een wenk des Heeren

Al 't andre voor mijn voet !

DE WARE SCHAT BIJ DEN WAREN HEER.

(Match. VI: 19-25, 33. X: 29-31.)

Geen Christen vergadert

Met hunkerend oog

Lich schatten op aarde :

Zijn schat is omhoog !

Dien knagen, dien schenden

Geen motte , geen roest ;

Die wordt door geen dieven

Geroofd of verwoest ,

Niet angstig begraven,

Of zorgloos verteerd ,

Maar immer genoten

En — immer vermeerd!

Wie diende ooit twee heeren ,

Die eindelijk niet

Page 119: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE WARE SCHAT BIJ DEN WAREN HEER.

Den eenen zich wijdde ,

Den tweede verliet ?

Die tracht naar den Hemel ,

Verloochen' deze Aard I

Geen God en de Mammon

Gaan samen gepaard.

En had ook de laatste

Zijn duizenden veil :

Niet zwaar is de keuze —

In God is ons heil !

Vaartwel dan , gij zorgen

Voor waereldschen nood ,

Voor lichaam en leven ,

Voor deksel en brood !

Twee muschkens zijn naauwlijks

Èen penningsken waard ,

'Poch 'alt er geen enkle

Vergeten ter aard :

Wat vader heeft immer,

Spijt de inspraak van 't bloed ,

Zijn kindren doen hongren ,

Zijn vogels gevoed?

Wees , Hemelsche Vader !

Voor eeuwig geloofd.Gii hebt zelfs de hairen

Geteld op ons hoofd.

Gij gaaft ons het Meeste :

Zoudt Ge immer of ooit

Ons 't Mindere onthouden ?

Neen , Vader, dat nooit !

Page 120: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE WARE SCHAT BIJ DEN WAREN HEER.

Is niet , zoo maar 't harte

Naar 't Eeuwige grijpt,

Ons kleed ook geweven ,

Ons koren gerijpt ?

DE WIJZE EN DWAZE MAAGDEN.

(Matth. XXV : 1-13.

Tien Maagden togen blij daarheen ,

Den Bruigom te gemoet' :

De lampen spreidden voor heur schreen

Een liefelijken gloed.

Een vijftal had de kruik , die 't droeg ,

Met olie vol gekocht :

Maar de andren meenden , 't was genoeg

Zoo 't lampjen branden mocht.

De Meester toefde , toefde lang,

En uur op uur vervloog ;

Daar zong de slaap zijn sluimerzang

De Maagden loken 't oog.

Maar midden in den stillen nacht ,

Weerklinkt op eens de stem :

„ Daar is de Bruigom , dien gij wacht !

„Vooruit ! verwelkomt hem !"

Der dwazen lamp was uitgegaan :

Nu werd haar bang te moe ,

Nu zochten zij heur zusters aan :

„ Reikt ons uw olie toe !"

Page 121: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE WIJZE EN DWAZE MAAGDEN. 107

Maar 't heet : „Wij hebben niets te veel!

„Voorkomt den Bruidegom :

„Vliegt haastig heen, en koopt uw deel,

„ En keert bij tijds weerom !"

Zij gaan, maar ziet! daar komt de Heer :

De vijf, die vaardig zijn,

Gaan mee — de deur ontsluit niet meer!

Ten Bruilofts-vreugdfestijn.

De dwazen keeren : maar te spa !

Zij slaan , door schrik gespoord,

Den leeggestroomden voorhof ga.,

En — kloppen aan de poort.

„ Doe op ! 't is immers niet te laat !"Zoo klaagt Jieur angstgekrijt.

Maar 't andwoord klinkt : „ Gij dwazen , gaat!

„ Ik weet niet wie gij zijt !". . .

Z66, kindren ! vliegt al 't schijngenot

Der valsche waereld heen.

Wie streeft naar 't zalig Rijk van God,

Is wijs, en hij-alleen!

De Christennaam behoudt hem niet ,Die lust in zonde schept.

Wat baat een vlam , die ras verschiet,Als gij geen olie hebt?

En hebt gij olie? is uw hart

Met liefde Gods vervuld?

0, dan. bespaart ge u-zelf de smart

Van onherstelbre schuld.

Page 122: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

K108 DE WIJZE EN DWAZE MAAGDEN.

Dan zijt gij waarlijk voorbereid ,

Met Jezus in te gaan :

Dan lacht Zijn voile heerlijkheid

U eens daar Boven aan!

Ziet , zondaars ! hoe de Hemelpoort

Voor u ook open staat !

Treedt binnen op uws Heilands woord !

't Is morgen licht te laat.

De Heer klopt aan uw hart met kracht ,

Vol teedre zondaarsmin.

Hij roept : „ Ik heb reeds lang gewacht :

„ 0 , laat Mij eindlijk in !"

Die weigert , zal ook eens zoo staan

En kloppen keer op keer,Maar 't Paradijs niet binnen gaan :

Want heilig is de Heer I*

(Naar M'CHEYNE.)

JAIRUS DOCHTERTJEN.

(Markus V.)

AAN EENE TREURENDE MOEDER.

Gij moeder, sedert kort geen moeder meer !

Wat staart ge zoo, een grooten traan in 't oog.

Droefgeestig op het Evangelieblad ,Als miste 't nu, voor 't allereerst , zijn troost?

Wat leest ge ? Van een vader, rijk als gij ,

Een vader met een teeder moederhart,

Dat siddert bij het ziekbed van zijn kind !

Page 123: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I.JAIRUS DOCHTERTJEN. 109

Gij ziet hem vallen aan des Heeren voet ,

— 0 , dat ook g ij die voeten kussen mocht! —

Gij hoort hem smeeken in bezield geloof ,

— 0 , dat u w ziel toch meer geloove had ! —

„ Barmhartige ! kom merle , en leg miju kind,

„ Mijn eenige , de handen zeegnende op ,

„ Dat zij behouden worde en leve !" Gij ,

Gij ook , gij bidt , en wat er 't eerste volgt ,

Zeg , is u dat geen eigen levensbeeld ?

Men heeft uw klachten ook , uw bee , verstoord ,

Waarmee gij voor den Grooten Meester kwaamt :

„ Ei , wees uw Heer niet moeilijk meer, 't is dood ,

„ Uw kind is dood ! Nu zwijge uw smeekstem ook !"

Maar wat ge verder leest , is niet gebeurd ,

U niet , JaIrus wel ! Tot h e m dat woord :

„Vrees niet , geloof alleenlijk !" In z ij n huis

Die stem , die tranen afwischt : „ Krijt niet meer,

„ Gij klagers ! en wat weent gij ? 't Kind is niet

„ Gestorven , 't slaapt !" Voor h e m het heilgezicht,

De hand der doode in die des Levenden ,

Die leven schept , ach ! door twee woorden slechts :

„ T a li tha kumi! Dochtertjen , sta op !"Voor u — helaas ! het zwijgen van den dood,

De looden slaap , het dicht gesloten graf,

De lange rouw, , het uitgestorven huis,

Het moederh a r t — niet meer de moedern a a m ! .. .

0 , ware uw Jezus hier ! Waarom toch ook

Ging Hij zoo ver ? De hemel is zoo hoog ,

Uw bee zoo zwak : helaas , U hoort hij niet !

Hij hoort u , moeder ! Wisch uw tranen of !

Jairus' vreugd wordt de uwe : uw kind ook slaapt ,

Page 124: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

JAIRUS DOCHTERTJEN.

De Heiland komt ; alleenlijk duurt Zijn komst

Jets langer ; maar Hij komt ! Hij komt gewis !

Dan staat Hij naast u op den Grooten Dag,

Bij 't graf, waarin uw dierbaar kroost Hem wacht ;

(Uw graf is dan reeds ledig!) en Hij spreekt :

„ Gij dochtertjen , sta op !" en zij staat op.

Geduld, gij moederhart , de Heiland komt !

Gij houdt uw moedernaam ! Hij komt p-,,,ewis !

MARIAAS LOFZANG.

(Lukas I: 46-55.)

Mijn ziel maakt groot den Heere !In God verblijdt zich mijn gemoed,

Die zooveel hemelsche eere

Op de arme dienstmaagd dalen doet !

Hoe zult ge, o Nageslachten!

Mij zalig spreken van nu aan ,

Want o, de God der krachten

Heeft wonderen gedaan !

Zijn naam zij hooggeprezen ,

Wiens eeuwige barmhartigheidVoor alle die Hem vreezen

Een onverganklijk heil bereidt !

Hij heeft van nit den hoogenZijn yolk met nieuwe gunst bezocht,

Een werk van alvermogen

Met sterken arm gewrocht !

Page 125: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

MARIAAS LOFZANG.

Hij heeft den trots der Grooten

Met heel hun gruwelraad verplet ,

Tyrannen omgestoten ,

Verdrukten op den troon genet ,

Nooddruftigen verzadigd ,

Verrijkten ledig weg doen gaan ,

En — Isrel begenadigd ,

Want Isrel nam Hij aan !

Zoo heerlijk en almachtig ,

Blijft Hij die leeft en leven geeft ,

Den Buren eed gedachtig ,

Dien Hij Zijn knecht gezworen heeft !

Zijn trouw zal nooit besehaman :

Wat Abrams zaad is toegezeid ,

Dat blijft ook Ja en Amen

Tot in alle eeuwigheid!

ZACHARIAS' LOFZANG.

(Lukas I: 68-79).

Isrels God ! U wil ik loven,

Die genadig ons gedenkt,

Die ons yolk , zoolang verschoven ,

Vrijheid en verlossing schenkt ,

Die de orakels van 't verleden

Heden in vervulling bracht ,

En uit Davids nageslacht

D' eeuwgen Koning op doet treden ,

Die gezalfd is met 134 kracht !

Page 126: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

112 ZACHARIAS' LOFZANG.

Uit verjaarde slavenbanden,

Uit der Heidnen tyrannij ,

Uit der haatren wreede handen,Maakt hij ons voor eeuwig vrij !

Daartoe hebt ge ons uitverkoren,

Gij , die nooit Uwe eeden schondt !

ZOO bevestigt Gij 't verbond,

Eens aan Abram toegezworen ,

Voor het gantsche waereldrond !

Nu dan ook , gij Heere HEERE !

Daar de bange kluister viel ,

Geef dat heel Uw yolk U eere

Uit de volheid zijner ziel !Dat we , Uw groote liefde waardig ,

Zonder vreeze , zonder dwang ,

Onder vrolijk lofgezang ,

Needrig , heilig en rechtvaardig ,

U ons wijden levenslang !

En gij , Kind ! hoe zult gij heeten ?

Bode van Gods heerlijkheid,

Laatste en grootste der Profeeten ,

Die des Heeren weg bereidt ,

Die den goeden strijd leert strijden ,

't Hart ons richt op God die leeft

Wiens geni de schuld vergeeft ,

Wien een innig medelijden

Over ons bewogen heeft !

Daartoe straalt ge in vollen luister,

Opgang uit de Hoogte , ons aan.

't Volk, dat nederzat in 't duister,

Page 127: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rZACHARIAS' LOFZANG. 113

Ziet den morgen opgegaan :

't Mag de Zon des Levens groeten ,

Die heur stralen overal

Uitstort over 't sehaduwdal ,

En den moegezworven voeten

't Pad des Vredes wijzen zal !

SIMEONS LOFZANG.

(Luk. II : 29-32.)

Nu laat Uw dienstkneeht gaan in vrede ,

0 Heer, naar 't woord hem toegezeid !

Getrouwe God , Gij kroont zijn belle :

Zijn oog aanschouwt Uw zaligheid ,

Die Gij voor al wat leeft bereidt !

Voor eeuwig zij Uw naam geprezen !

Verdwenen is het nachtgordijn !

Het Licht der Waereld is verrezen :

Dat zal der Heidnen zonneschijn ,

De heerlijkheid Uws Isrels zijn !

DE ONVRUCHTBARE VIJGENBOOM.

(Luk. XIII: 6-9.)

In 's wijngaards grond , in vruchtbaar land ,

Stond de eedle vijgenboom geplant ,

s

Page 128: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

-\114

DE ONVRUCHTBARE VIJGENBOOM.

llerpleegd door zonneschijn en regen ;

Zijn takken waren breed en groen ,

En uit het weeldrig looffestoen

Woei bloesemgeur het windtjen tegen.

En telkens als de wijnoogst kwam ,

Weerschitterde die fiere stam ,

Gewiegd door streelende Oosterluchten.

Zijn twijgen waren vol en schoon :

Maar hem ontbrak de beste kroon

Zijn bloeisel loog : hij droeg geen vruchten.

„ Drie lange jaren achtereen

„ Zoek ik naar vrucht , en vind er geen !"Dus liet des Meesters spijt zich hooren :

„ Ondankbre , met uw trotsche blain !

„ De bijl zal u aan splinters slaan :

„ Waartoe den kostbren grond verloren ?"

Daar bad de trouwe gaardenier :

„ Och Neer, laat hem dit jaar nog hier !

„'k Wil hem verplegen , dubbel teeder !

„ten zomer nog ! en — 't najaar koom'!

„ Indien hij draagt , gij wont den boom

„ Zoo niet , gij houwt hem namaals neder !"

Hoe lang, mijn hart ! hoe lang, mijn geest !

Is niet die boom uw beeld geweest?Gij prijkt met groen geblaart en bloemen;

U blonk Gods vriendlijk aangezicht ,

U schonk Hij dauw en zonnelicht ,

Maar gij , kunt gij uw vruchten noemen?

Hoe vaak heeft Jezus' smeekgebed

Ij van den dag des doods gered ,

Page 129: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IDE ONVRUCHTBARE VIJGENBOOM. 115

Om alle middlen to beproeven!

Genot en tranen, vreugde en pijn ,

Hoe lang zal alles vruchtloos zijn ?

Hoe lang wilt gij uw God bedroeven ?

Leer , o mijn ziel ! wat Hij begeert :

Geen mond, die Hem met klanken eert ,

Maar vruchtbaarheid van hart en leven.

Wie Jezus kent , volg' Jezus na !

Be Heiland slaat hen zeegnend ga ,

Wier werken Hem getuignis geven.

(Naar M'CHEYNE.)

IN GEEST EN WAARHEID.

(Johannes IV : 24.)

Vergeefs gebogen bij de altaren ,

Waarom een wolk van wierook zweeft ,

Als voor den God der legerscharen

Uw wil zich niet gebogen heeft !

Vergeefs het maagdlijk wasch ontstoken

Op luchters van gedreven good ,

Ms gij uw hart niet hebt verbroken ,

Als u de zonde niet berouwt

Een ziel, vervuld van Christus' vrede ,

Zietdaar wat de Eeuwge gadeslaat !

't Geloovig staamlen is een belle

Voor Hem die elken zucht verstaat.

Al ciert ge uw Tempel nog zoo heerlijk ,

Wat baat het , mensch ! als uw semoed ,

Page 130: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

116

IN GEEST EN WAARHEID.

Nog onbekeerd en onbekeerlijk ,

Den gruwel der onreinheid voedt ?

Als gij den spot drijft met uwe eeden,

Als gij de blanke waarheid hoont ,

Als gij den brave durft vertreden ,

Als gij den zwakke niet verschoont?

Als gij de weduwen en weezen

In hun verdrukking niet bezoekt ,

Als gij door vleiers wordt geprezen

Terwijl u stervend de onschuld vloekt ?

Als ge , om een handvol waereldsche eere ,

Met 's waerelds Overste u bevriendt ,

Of met uw lippen God den Heere ,

En met uw ziel den Mammon dient ?

Kunt gij den hoogen God bedriegen?

Kunt gij ontvluchten voor Zijn geest ?

Kunt gij voor Hem een godsvrucht liegen ,

Die diep in uw geweten leest ?

Gij leeft in ongerechtigheden ,Terwijl ge uw eigen broeder haat ,

En waagt het voor Gods oog to treden ,

Een huichlend masker voor 't gelaat ?

Beklaagbre ! is dgt uw Schepper prijzen?

D6,t , wandlen met uw Middelaar ?

In 't hart moet 's Heeren Tempel rijzen ,

In 't harte brande 't reukaltaar!

Keer , zondaar ! tot den Vader weder

Met d' eersten waren boetetraan !

En dan , buig in den geest u neder

En — bid uw God in waarheid aan !

(Gevolgd.)

Page 131: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rDE RANK MOET IN DEN WIJNSTOK BLIJVEN. 117

DE RANK MOET IN DEN WIJNSTOK BLIJVEN.

(J oh. XV: 1-8.)

Laat me in U blij ven , groeien , bloeien,

0 Heiland, die de wijnstok zijt !

Uw kracht moet in mij overvloeien,

Of 'k ben een wis verderf gewijd.

Doorstroom , beziel en zegen mij ,

Opdat ik waarlijk vruchtbaar zij !

Wat vruchten zou de landman plukken ,

Die blaaren maar geen bloesems ziet?

Leer mij de zelfzucht onderdrukken ,

Die niet dan Wilde loten schiet !

Des landmans wijsheid snijde en snoei

Opdat de druif to voller gloei!

Ik kan mij zelf geen wasdom geven :

Niets kan ik zonder U , o Heer !

In tw gemeenschap kiemt er leven

En levensvolheid meer en meer !

Uw geest moet in mij uitgestort :

De rank die U ontvalt , verdort.

Daarom, herhaal het duizendwerven ,

Herhaal het , Heed van uur tot uur:

„ Die zich aan Mij niet houdt , zal sterven ,

„De doode ranken zijn voor 't vuur !"

Geef dat ik naauwer me aan U bind',

Hoe zwakker ik mij-zelven vind' !

Keen, Heer ! ik wil van U niet scheiden :

'k Blijf de Uwe altijd, blijf Gij de mijn !

Page 132: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i------118 DE RANK MOET IN DEN WIJNSTOK BLIJVEN.

Uw liefde moet alom mij leiden ,

Uw leven moet mijn leven zijn ,

Uw licht moet schijnen in mijn huis ,

Bij kruis naar kracht , en kracht naar kruis !

Dan blijft mijn ziel voor U gewonnen ,

Dan wint mijn ziel door U in kracht!

Het werk , in needrigheid begonnen ,

Wordt dan in heerlijkheid volbracht !

Wat in de windslen sliep , ontbot ,

En komt in 't licht , en rijpt voor God !

Welaan , mijn Heiland ! blijf mij dragen !

Leer mij de winterkoil doorstaan !

En breek', na dorre lentedagen ,

Een volgeladen zomer aan !

Dan werp ik mee , voor de oogst van 't graf,

Aan 's Vaders voet mijn vruchten af!

DIT GEBIED IK U, DAT GIJ ELKANDER

LIEFHEBT.

(Joh. XV : 17 en volg.)

Zielen , die den Hemel zoekt !

Vreemdelingen hier beneden !Als de waereld a vervloekt ,

Als haar burgers u vertreden ,

Weest getroost : der Englen schaarZegent u!... Bemint elkail.r!

)

Page 133: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

'

DIT GEBIED IK U, DAT GIJ ELKANDER LIEFHEBT. 119

Weet , als u geen roede spaart ,

Jezus werd het eerst geslagen !

Als gij van de waereld waart ,

Zou ze u op de handers dragen ,Maar den scheidsbrief gaaft gij haar :

Duldt heur wrok!... Bemint elkaar!

Zijt gij meerder dan Gods Zoon ,

Gij , tot dienaars uitgekozen ?

Jezus droeg een doornenkroon :

Wacht voor u geen krans van rozen !

Boven 't kruis , hoe bang en zwaar ,

Groent de .palm!... Bemint elkaar!

Ach ! wat weet de waereld toch

Van de vreugde in Gods geboden ?

In ellendig zelfbedrog

Offert ze aan gewaande goden !Buigt niet voor heur schandaltaar,

Dient den Heed... Bemint elkaar!

Jezus' Vrienden al to maal ,

Schoon verspreid in verre landen ,

Spreken toch dezelfde taal ,

Zijn vereend door broederbanden :

De eigen trouwe MiddelaarRicht hun voet. Bemint elkaAr!

Sterkt elkander door 't Gebed !

't Is uw kracht , uw schild en wapen.

Volgt den Herder tred voor tred ,

Die u rangschikt bij Zijn schapen :

Wijst elkaar de weiden aan ,

Waar de waatren zachtkens gaan !

Page 134: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(120 DIT GEBIED IK U, DAT GIJ ELKANDER LIEFHEBT.

Nioed gehouden , trouw bewaard ,

Ook al kronkelden uw wegen !

Ook al grijnsde 't beulenzwaard

Of de mutsertgloed u tegen. !Uit de vlammen, van 't schavot ,

Stijgt ge samen op naar God !

Dat heeft Jezus ons geboOn,

Die ons 't voorbeeld heeft gegeven.

Op Zijn hoogen glorietroon

Is de Liefde nog Zijn leven :

Lijden , Strijden , lieven wij !

En — wij leven eens als Hij !

Heer en Heiland ! in Uw naam

Willen wij den Vader smeeken,

Dat Hij ons ten strijd bekwaam',

En dien vuurgloed aan blijv' kweeken ,

Die , onbluschbaar, Hem verwant ,

Zielen rijpt voor 't Vaderland!

(Ten deele naar LEHMUS.)

DE HOOGEPRIESTERLIJKE VOORBEDE.

(Joh. XVII: 24.)

„ Vader ! 't is mijn zielsveriangen ,

„ Dat voor immer, waar ik ben ,

„ Ook die alien plaats ontfangen ,

„ Die ik als de mijnen ken!

„ Hun ook zij een deel beschoren

Page 135: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE HOOGEPRIESTERLIJKE VOORBEDE.

„ Aan de groote heerlijkheid,

„ Eer de waereld was geboren

„ Uw Geliefde weggeleid r

Z66 hebt ge ook voor ons gebeden ,

Hoogepriester onzer hoop !

Als wij in Uw voetspoor treden

Heel onze' aardsche' pelgrimsloop !

Leer ons bidden en vertrouwen ,

Schep ons geestlijke oogen , Heer !

Dat ook wij IT ginds aanschouwen

In de volheid Uwer eer !

Zijn het nu nog lijdensweken ,

Onder 't kruis zijn wij gewis

Dat uw heillicht aan zal breken ,

Pascha der verrijzenis !

Onder alle strijd en zorgen

Houden wij 't verschiet in 't oog ,En de vO6rglans van dien morgen

Schijnt reeds nil de tranen droog !

Hem to zien begeert ons harte ,

Wien het ongezien reeds mint !Opwaarts blikt de heimwee-smarte :

't Huis des Vaders trekt het kind !Ging , bij dagen en bij nachten ,

Onverdeeld en ongestuit ,

Al mijn wenschen , al mijn smachten

Enkel naar den Hemel uit !

'k Zou dan denken onzer 't Goede :

„% Zal daar ginds nog beter zijn ;

„ Wat ik droomde noch vermoedde ,

Page 136: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

122 DE HOOGEPRIESTERLIJKE VOORBEDE.

„ Bloeit er in Gods zonneschijn !"

'k Zou dan denken onder 't Kwade :

„ Boven blaauwt de vredekust,

„ Waar, in schaauw van Gods genade ,

„'t Hart van al zijn arbeid rust !"

Wat zou 's waerelds liefde baten

Als ik U, mijn God , verliet?

Vrij moge ons de waereld paten,

Wij zijn van de waereld niet!

Die bewustheid heeft een klaarheid,

Die de vreeze buiten drijft.

Heilig ons in Uwe waarheid,

Gij, Wiens woord de waarheid blijft!

Heilig ons ! 0 , spreek het Amen

Op die smeekstem der gebeen!Strengel onze zielen samen,

Dat wij -een zijn, alien een!

ten in Hem , aan Wien we ons wijden,

In Zijn deugden al te maal,

In Zijn lijden , in Zijn strijden,

In Zijn flood en — zegepraal!

Vadet! Gij , die , ons ten leven ,

Allereerst den Zoon ons gaaft ,

Om ons aan den Zoon te geven ,

Die met Zijn belofte ons laaft !

Leer ons bidden en vertrouwen,

Maak ons hart in ons bereid,

Dat wij Jezus eens aanschouwen,

Jezus in Zijn heerlijkheid!

(Ten deele naar HILLER.)

Page 137: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rBIJNA. 123

BIJNA!(Handel. der Apost. XXVI: 29.)

„ B ij n a ! .. bijna dwingt ge mij ,

„ Om voor Christus neer to knielen ! . . ."

't Woord en de indruk is voorbij ,

En — verloren gaan de zielen !

B ij n a ! . . . Ach , daar grijnst de klip :

V661- de haven strandt het schip !

Ik geloof in U, o Heer !

'k Vind in dat geloof mijn leven ,

Allen weerstand wierpt Gij neer, ,'k Moest mijn hart gevangen geven :

Nu dan , Overwinnaar ! kom ,

Heersch ook in Uw eigendom !

Mocht , door booze lust gespoord ,

Ooit mijn ziel Uw dienst vergeten,

Dan doorklinke Uw heilig woord

Elken schuilhoek van 't geweten :

„ Ik ben de Uwe , gij zijt Mijn :

„'k Moet u niets of — alles zijn!"

IAA mij , „ bijna en geheel ,"

Laat mij heden , laat mij morgen ,

U verkiezen tot mijn deel ,

Zonder schaamte of valsche zorgen !

Wortelvast zij mijn besluit ,

En — geen waereld roeie 't uit !

Dan eerst zal ik onverpoosd

Naar den blijden Hemel blikken :

Page 138: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

124

BIJNA.

Wn eerst zal de ware troost ,

Ook in 't sterven , mij verkwikken

En 't volkomen hart verbeidt

Een volkomen zaligheid !

(Vrij naar HILLER.)

DE LIEFDE GODS IN CHRISTUS.

(Rom. VIII: 33-39.)

Wie doet nog een aanklacht hooren,Waar de Heer de schuld vergaf?

Wie wijst onbarmhartig of

Wat Gods liefde heeft verkoren?

De oude schuldbrief is verscheurd!

God verklaart ons voor rechtvaardig ,

God keurt ons Zijn liefde waardig :

Wie die ons Onwaardig keurt?

Is de Christus niet gestorven ?

Ja (nog meer !) niet opgewekt?Heeft Hij niet de schuld bedekt?

't Eeuwig leven niet verworven?

Is Hij , die daar nederzit

Op den troon, waar de Englen knielen ,

Niet de Heiland onzer zielen,

Die gedurig voor ons bidt?

Schoon wij heete tranen schreiden ,

Schoon de haat ons bloed vergiet ,

Bloed en tranen kunnen niet

Ons van Jezus' liefde scheiden !

Page 139: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE LIEFDE GODS IN CHRISTUS. 125

Neen, geen nood, die hem weervaart ,

Rukt den Meester van Zijn Jonger :

Wij braveeren druk en honger,

Naaktheid en gevaar en zwaard !

Zijn wij de afschuw en verachting

Van een Eeuw die ons verstoot ,

Zijn we , in dagelijkschen flood ,

Schapen , voortgesleurd ter slachting:

Voortgeworsteld moed gevat !

Daar wij meer dan triomfeeren

Door de sterke hand diens Heeren ,

Die ons steeds heeft liefgehad !

'k Ben verzekerd : flood noch leven ,

Tegenwoordig noch verleen

Engelen noch overheen ,

Macht noch kracht , hoe trotsch verheven ,

Graf noch helle hoog noch diep ,

Kan Gods liefde mij ontrooven ,

Die me in Jezus leert gelooven ,

En mij voor Zijn Hemel schiep !

HET BEELD DER CHRISTELIJKE LIEFDE.

(I Kor. XIII.)

Al sprak ik der Menschen en Engelen taal ,

En ik had niet de Liefde betracht ,

'k Waar' een klinkende schel, 'k waar' een ijdle cymbaal ,

Een geluid zonder leven of kracht.

Page 140: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

126

HET BEELD DER CHRISTELIJKE LIEFDE.

En schoon ik de zeldzaamste Kennis der wet

En Profetische gaven bezat ,

Ja , zelfs het Geloof , dat gebergten verzet ,

'k Ware niets , zoo 'k de Liefde niet had !

En schoon ik voor de armen mij uit had geschud ,

Voor de godsdienst mij blakeren liet ,

Zoo 'k de Liefde niet had , waar het offer onnut,

En de martelkroon baatte mij niet !

De Liefde is lankmoedig , geduldig en goed,

Door afgunst noch trotschheid gekrenkt ,

Nooit zoekt zij zich-zelve , geen wrok dien ze voedt ,

Geen boosheid , geen kwaad dat ze denkt.

Haar lust is geen schijn dien de zonde verkoopt ,

Maar zij is in de waarheid verblijd.

Niets dat zij niet dekt , niet gelooft , en niet hoopt ,

En hoe draagt zij niet alles altijd !

Neen , de Liefde houdt stand ! Maar de Talen vergaan ,

PrOfecy en Geleerdheid verdwijnt :

't Is stukwerk , dat eenmaaI to niet wordt gedaan ,

-Wanneer het Volmaakte verschijnt !

Zoo dan blijven — mijn Jezus ! behoud Gij ze mij ! —

Deze hemelsche en eenige drie ,

Het Geloof, en de Hoop , en de Liefde mij bij ,

Maar de Liefde, de meeste van die !

Page 141: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

AAN DEN EINDPAAL. 127

AAN DEN EINDPAAL.

(II Tim. IV : 7.)

'k Heb den goeden strijd gestreden

In des Heeren kracht ,

Veel geleden , veel gebeden ,

Met geduld verwacht,

En , al beefden sours mijn schreden,

'k Heb den loop volbracht !

Rotsen, waar wij op vertrouwden ,

Bogen 't hoofd ter aard ,

Luchtpaleizen , die wij bouwden ,

Bleven niet gespaard ;'k Heb het Beste toch behouden :

'k Heb 't Geloof bewaard!

Doornen, tot een krans geweven ,

Heeft mij de Aard bereid ,Maar de kroon van 't Eeuwig leven ,

Eeuwge heerlijkheid ,

Als de Hemel slechts kan geven ,

Is mij weg geleil !

Ook mijn uiterst ademhalen

Looft den trouwen Heer!

Mijn Geloof gaat zegepralen ,

Vrienden , weent niet weer !

Laat de zon ter kimme Olen,

Schooner rijst zij weer !

• • •

Page 142: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

128 DE OPSTANDING DER DOODEN.

DE OPSTANDING DER DOODEN.

(I Cor. XV : 36 en volg.)

Even als het tarwegraan ,

Dat gezaaid wordt in de voren ,

Maar om straks weer op to staan ,

Gansch verjeugdigd en herboren ,

Ja herschapen , wonderbaar !

Tot een gouden korenair :

ZOO daalt ook ons lijk in 't graf ,

Waar het , eenzaam weggeborgen ,

Inkrimpt tot een handvol kaf,

Sluimrend tot den grooten Morgen ,

Als , op 't luid bazuingeschal ,

't Hemelsch lichaam rijzen zal !

't Was verganklijk , zinlijk , broos ,

Wat ter groeve neer moet zinken :

Duurzaam , geestlijk , smetteloos

Zal 't verrezen hulsel blinkers :

't Werd in oneer weggeleid ,

Opgewekt in heerlijkheid !

De eerste Mensch was aardsch uit de aard :

Dragen wij zijn beeld niet merle ?

Aller englen hulde waard ,

Heer des Hemels is de tweede :

Ook z ij n hemelsch heerlijk beeld

Wordt ons eenmaal toebedeeld !

Neen , voorzeker ! vleesch en bloed

Kunnen 't Godsrijk niet beerven :

Page 143: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE OPSTANDING DER DOOD EN. 129

Eeuwig is het Hoogste Goed ;

Wat verderflijk is , moet sterven —

DAn eerst leeft in voile kracht

De echte Mensch, van Gods geslacht.

'k Juich dan , schoon mijn avond daal',En de lijkwa straks me omwikkel' :

„ Graf ! waar is uw zegepraal?

„ En gij , flood ! waar is uw prikkel ?"

Dank zij God , die eel-twig leeft,

En ons de overwinning geeft

Zoo dan , broeders ! zijn wij sterk ,

Onbeweeglijk en kloekmoedig !

In des Heeren heilig werk

Onvermoeibaar , overvloedig !

Dat de Richter dan verschijn' ,

De arbeid zal niet ijdel zijn !

ER BLIJFT EEN RUSTS OVER.

(Hebr. IV : 9)

Onze God heeft voor de Zijnen

Ginds een ruste weggeletd.

't Sabbatslicht der Eeuwigheid

Blijft het pelgrimsoord beschijnen ,

Pat nog van de Godsstad scheidt !

Laat mij nimmermeer bezwijken ,

Sterke God, op Wien ik bouw !

9

Page 144: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

--\

130

ER BLIJFT EEN RUST; OVER.

Trouwe God, maak mij getrouw !

Leer mij volgen, wie er wijken ,

Hopen , als ik niets aanschouw !

Schijnt de tocht wat lang te Buren,

Rijst geen eindpaal in 't verschiet —

Als 't geloof naar Boven ziet ,

Krimpen jaren in tot uren :

Die gelooven , haasten niet !

Vrij ga door den tijd verlorenVat, maar voor een tijd ontstaan ,

Bloesems afwierp op mijn paan :

't Eeuwige is uit God geboren ,

't Godlijke zal nooit vergaan !

Dat vertrooste ons onder 't lijden ,

Als we , moe en afgemat ,

Weenend stilstaan op ons pad!

Dat versterke ons om te strijden

Tot de poort der Hemelstad !

DgAr eerst wordt de rust gevonden :

Elders dan in de enge kluis

Roest de ruste ! — Zonder kruis ,

Zonder tranen, zonder wonden ,

Komt niet een met ee. re thuis !

Jezus , Bron van alle leven !

Zie ons , vuur ons , voer ons aan !

Als wij voor de Podsstad staan ,

Blijke er niemand nagebleven

Uit de dierbre karavaan !

Page 145: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

-,\

DE ROEM EN ROEPING DER KINDEREN GODS. 131

DE ROEM EN ROEPING DER KINDEREN GODS.

(I Joh. III: 1 en volg.)

Welk een liefde, vol van leven,

Steeds , en noOit genoeg , geroemd,

Heeft de Vader ons gegeven,

Dat Hij ons Zijn kindren noemt !Neen , de waereld weet het niet,

Wat Gods groote liefde ons biedt :

Als .zij 't wist , met zielsbegeeren

Zou zij mee tot God zich keeren !

Wat wij eenmaal wezen zullen ,

BHA verborgen tot den stond,

Die de wondren zal onthullen

Van het eeuwig Vreeverbond!

Maar dit weten we : als Gods Zoon

Is verschenen op Zijn troop ,

Zullen we als de Zijnen prijken ,

Hem aanschouwen, Hem gelijken !

Door Zijn woorden, die wij hooren ,

Door Zijn werken , die wij zien ,

Waar geen wanklank ons zal storen

En de laatste neevlen vlien,Door Zijn heiligend verkeer ,

Adelt Hij ons meer en meer,

Tot wij , als Gods jonger zonen ,

's Oudsten Broeders beeld vertoonen.

Wie in zulk een hoop mag leven ,Reinigt zich van elken smet ;

Page 146: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

132

DE ROEM EN ROEPING DER KINDEREN GODS.

't Vlekloos voorbeeld na to streven ,

Is zijn lust en hoogste wet.

't Is zijn strijd- en zegelied :

„ Die in Hem blijft , zondigt niet ;

„ Kinderen , uit God geboren ,

„ Zijn tot heiligheid verkoren !"

DE VERSCHIJNING DES VERHEERLIJKTENAAN JOHANNES OP PATMOS.

(Openb. I : 9-18.)

Ik , Johannes , die uw broeder, ,die uw mededeelnoot ben ,

Die den druk, het rijk des vredes,

en 't geduld der heilgen ken ,Ik was eenzaam in het eiland,

banneling op Patmos' rots ,Om 't getuigenis van Jezus ,

om de woorden onzes Gods.

Op den hoogen dag des Heeren,

toen de geest in mij ontstak ,Hoorde ik achter mij een stemme ,

die als een bazuine sprak :„ Ik ben de Alfa en de Omega ,

„ de Eerste en Laatste ! die gebiedt :„ Schrijf ter neder in een boekrol

„ alles wat gij hoort en ziet !"'k Wendde me om , en zocht de roepstem ,

die mij dus in de ooren klonk ,

Page 147: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE VERSCHIJNING DES VERHEERLIJKTEN AAN JOHANNES. 133

Als van zeven gouden luchters

mij een lichtglans tegenblonk ;En in 't midden van de luchters ,

's Menschen Loon, de Levensvorst,In de lange priesterkleeding

en gegordeld om de borst !En de hairlok , wit als sneeuwwol,

kronkelde om Zijn wenkbraauwboog ;

Als een bliksemende vuurvlamvonkelde Zijn heldenoog ;

En Zijn voetzool was als koper, ,

dat gegloeid is in 't fornuis ,

En Zijn stem gelijk het klaatren

van der waatren stroomgebruisch.

Zeven sterren Meld de Ontzachlijke

in Zijn rechterhand vergaard ;

Uit Zijn lippen ging het lemmervan een scherp , tweesnijdend zwaard ;

En zijn aanblik — als de zonne ,

schijneinde in haay middaggloed !

'k Viel , bij 't vreesselijk aanschouwen ,

als een stervende aan Zijn voet.

Daar beroerde mij Zijn rechte,

en Hij troostte : „ Niet gevreesd !

„ Ik ben de Eerste en Laatste tevens ,

„'k leve en ik ben flood geweest.

„ En nu , zie ! ik ben de Levende ,

„ Amen ! eeuwig en altoos

„ 'k Heb de grendelen der graven,'k heb de sleutelen des doods!"

Page 148: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

134

HET NIEUWE LIED.

f

HET NIEUWE LIED.

(Openbar. V : 8-13.)

Als nu Christus het boek , waar Gods raad staat geschreven ,

Voor den Troon uit de handen des Eeuwigen nam ,

Ziet , toen wierpen , door heilige aanbidding gedreven ,

Alle zaalgen hun kroon aan de voeten van 't Lam.

En zij sloegen te saam' in verrukking hun luiten ,

En zij zongen een Lied , dat nooit oor had begroet :

„ Gij zijt waardig het Boek met zijn zegels te ontsluiten ,

„ Die geslacht zijt en Gode ons herkocht met Ijw bloed !

„ Die t uit alle de volken en tongen en talen,

„Die uit alles wat leeft, ons bijeen hebt gegaard ,

„Die voor God ons als Priesters en Vorsten doet stralen ,„ Die ons Koningen maakt om te heerschen op aard !"

En ik hoorde , om den Troon als een waterval bruizend,

Aller Engelen stemmen in jubelgeschal ,En zij waren tien duizende malen tien duizend ,

En veel duizenden , duizendnaaal groot in getal.

En zij zongen te gader : „ Het Lam dat geslacht is ,

„ Hij is waardig te ontfangen den rijkdom en de eer ,„ En voor Hem , Wiens de wijsheid, de sterkte en de macht is ,

„ Buige in lofzang en dank al wat ademt zich neer !"

En al 't schepsel omhoog , alle schepselen samen ,

Op deze aard , onder de aard , in de diepte der zee ,

Al wat leeft in 't heelal , tong aaribiddend zijn : „ Amen !"

Zong zijn : it Amen in eeuwigheicf!" me&

Page 149: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

---------135HET HEMELSCH LOOFHUTTENFEEST.

HET HEMELSCH LOOFHUTTENFEEST.

(Openbar. VII : 9-17.)

1k zag nadien , en ziet ! een oiigetelde menigt' ,

Uit alien volke en alien stam

Uit alle taal en tong van 't waereldrond vereenigd ,

En staande voor den Troon en 't Lam !

Zij wuifden palmen rond , in 't witth kleeil der eere ,

En riepen met een groote stem :

„De Troon der zaligheid is onzen God en Heere ,

„En 't vlekkeloze Lam met Hem !"Al de Englen, als een wolk rond de Oudsten saamgedrongen ,

Omringden d' ongeschapen Troon;Zij vielen op 't gelaat , aanbaden God , en zongen

Op daverenden jubeltoon :„ Ja , Amen ! prijs en eer den God van alle leven ,

„ De roem der kracht en majesteit ,

„ Der wijsheid lof en dank den Hoogen God gegeven !

„ Ja , Amen in alle eeuwigheid !"

*Nog werd de nagalm door mijn siddrend hart vernomen ,

Daar sprak mij een der Oudsten ' aan :

„ Wie zijn ze , zeg het mij , wie ? en van w.6.6ir gekomen ?

„ Die daar in witte kleedren staan ?"

En ik : „Gij weet het, Heer!"— Toen hij : „Dat zijn de scharen ,

„ Op aard door 't vuur des druks geblaakt :„ Haar waschte 't bloed des Lams de ontreinigde talaren ,

„ En 't heeft ze wit als sneeuw gemaakt 1

„ Zij dienen , zonder ooit in ijver to verflaauwen ,

„ God in Zijn Tempel dag en nacht :

„ Die op den Troon zit , zal hen vriendlijk overschaauwen

Page 150: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

136 HET HEMELSCH LOOFHUTTENFEEST.

„ Met de eeuwige loofhut Zijner kracht !

„ Zij zullen nimmermeer van fellers honger kwijnen ,

„ Geen Borst verdroogt hun lippen meer :„ En nimmer valt op hen verschroeiend zonneschijnen

„ Of eenige andre hette neer.„ Want zie ! het Lam dat op den Troon zit , zal hen weiden

„En hoeden met Zijn herdersstaf:„ Hij zal hen ter fontein van 't Levend Water leiden ,

„ En — God wischt al hun tranen af!"

DE VAL VAN BABYLON.

(Openbar. XVIII.)

Ik zag een Engel nederdalen :

Des Heeren macht omgordde hem ;

Hoe bliksemde zijn krans van stralen !

Hoe donderde zijn sterke stem !

„ 't Hoogmoedig Babel is gevallen!

„ Schrikgeesten zeetlen in haar wallet',

„ Demonen hurken er bijeen ,

„ En al 't onreine nachtgeveugelt'„ Ontplooit er 't lederen gevleugelt',

„ En giert er door haar bouwval heen.

„ Zoo strafte haar de hand des Wrekers ,

„ Haar — van ontuchtigheid geblaakt ,

„ Die door het vloeiend vuur haars bekers„ De Volken dronken heeft gemaakt ;

„ Haar — die de Koningen en Grooten ,

Page 151: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE VAL VAN BABYLON. 1371

„ Wellustig in haar arm gesloten ,

„ In laffen sluimer heeft gekust ;

„ Haar — die den kooplien deter aarde

„ Een rijkdom uit haar ontucht gaArde ,

„ Waarop des Hemels gramschap rust !"

En 'k hoorde een andre stem , als op een storm gedragen ,

Losbarstende uit de wolk :

„ Peel in haar zonden niet , en deel niet in haar plagen ,

„ Ga van haar uit, Mijn Volk !

„ Haar gruwlen hebben God in 't aangezicht gescholden :

„ Maar God gedacht haar schuld !

„ Hij wil , dat ge op uw beurt, gelijk ze a heeft vergolden ,

„ Nu haar vergelden zult.

„ Verdubbel dubbel haar de ellenden die zg u mengde,

„ Ten welverdienden dank !

„ Pleng haar in d' eigen kelk , waar ze ii. haar brouwsel plengde ,

„ Een dubblen jainmerdrank !

„ Betaal met felle wraak haar Godvergeten minne ,„ Den hoogmoed van haar hart ,

-„ Want altijd roemt ze nog : „ Ik zit als Koninginne !

„ „ Nooit ken ik Moedersmart !"

„ Dies treft haar op een dag de voile straf des Heeren :

„ Pest , Rouw en Hongersnood ;„ Een zee van viammend vuur zal haar tot asch verteren .. .

„ Want die haar richt , is groot !"

En 's waerelds Eedlen , die haar eerden ,

En al de Koningen der aard ,

Die met de Ontuchtige boeleerden ,

Slaan de oogen schreiend nederwaart,

Zij zullen jammeren en rouwen

En bevende van verre staan ,

Page 152: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

138 DE VAL VAN BABYLON.

Als zij den rook haars brands aanschouwen !

Zij zullen voor haar pijnen grouwen ,

En heffen dus den klaagzang aan :

„ Wee , wee

de groote Stad !

„ Babylon ,

de groote Stad!

„ Nu de Heer haar in Zijn oordeel in an enkel uur vertrad !"

De kooplien der aard zullen rouwen en weenen ,

Nu niemand meer koopt uit haar schat van weleer ;

Haar zilver en good , en haar kostbare steenen ,

Haar paerlen , en byssus , zoo fijn en zoo tear ;

Haar zijde en haar purper, , haar gloeiend scharlaken ;

Haar vaten , gebeeldhouwd door konstige hand,Die tintlen van staal, of van koperglans blaken ,

Uit warmer gewrocht, of -uit elefantstand ;Haar zalve , en kaneel , en welriekende koornen ,

Haar wierook , en olie , en meelbloem , en wijn ,

Haar lastvee en rundren , met sn' eeuwwitte hoornen,

Haar schapen en lammren , met wol van satijn ,

Haar paarden , en waagnen , met daavrende wielen ,

Haar rijkdom van slaven , en zuchtende zielen ,

En al wat begeerlijk kan zijn !

Zoo heeft uw wellust-oogst gelogen ,

En wat uw ziele maaide, is kaf!

Uw lekkernijen zijn vervlogen ,

Uw pronksels vielen raaflende af:

Gij zult ze nimmermeer aanschou wen ,

En trokken ze eens de koopers aan ,

Die zullen jammeren en rouwen,

Page 153: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE VAL VAN BABYLON. 139

En bevende van verre staan;

Die zullen voor uw pijnen grouwen ,

En heffen dus den klaagzang aan:

„Wee, wee

de groote Stad!

„ Die in byssus nederzat,

„ Die bekleed was met scharlaken , en met purper opgetooid,

„ Met een goudglans overtogen, met juweelen overstrooid!„Ziet nu , hoe de Heer haar schat

„ Met den voetzool Zijner sterkte in een enkel uur vertrad!"

En al wat op de waterwellen

Een roerpen in de vingren klemt ,De schippers en de bootsgezellen

Van ieder vaartuig dat er zwemt ,

Zij riepen, bevende en verslagen,

Als zij van ver' den rookwalm zagen :

„ Wat stall was deter Stad gelijk?"

Zij strooiden 't hoofd met asch en slijk ,

En barstten uit in jammerklagen —

Een hartverscheurend treurmuzyk :

„ Wee, wee

de groote Stad!

„ Die met duizend zeilen prijkte,„ Uit haar overvloed verrijkte

„Wat een schip in zee bezat !

„ Ziet, hoe haar des Heeren sterkte in een enkel uur vertrad !"

„Gij hemelen, bedrijft nu vreugde!

„Roept uit uw blijdschap over haar!

„ Zingt, hoe de Almachtige u verheugde,

„Gij lang bedroefde Apostelschaar!

Page 154: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE VAL VAN BABYLON.

„I3arst los in dankbre jubelkreeten ,

„ Gij Godgeheiligde Profeten,

„Wier hart in ijvervuur ontstak !

„ Herhaalt uw lofzang allerwegen,

„Nu God Zijn richtstoel heeft bestegen ,„ En tegen Babel youths sprak !"

Een Engel hief met sterke handen

Een rotsklomp als een meulensteen,

En wierp die, dwars door 't golveubranden,In d' open afgrond naar beneen,

En riep : „ Z66 zullen ook Gods vingren

„ Het groote Babel nederslingren,

„ Tot dat zij sporeloos verdween!

„ Geen melodie der minnezangen-kweelders,

„Bazuingeblaas noch smeltend luitakkoord,

„Nock schelle fluit, noch klank van citherspeelders,

„ Wordt immer in uw muren meer gehoord.

„ Geen kunstnaar zal er meer zijn wondren scheppen,

„ Geen molenrad er meer zijn spaken kleppen,

„ Geen wimpel waait meer voor uw poorten uit!„ Geen fakkelgloed zal door uw nachten blozen,

„En nimmermeer herhaalt gij 't fluistrend kozen

n Van bruidegom en bruid!

„ Want gij hebt bij de kooplien der Heidnen gezeten:

„ Met uw zwijmelkelk hebt gij de Volken verpest!

„En aan hen wreekt de Heer nu het bloed der Profeten,

„ Met het bloed aller Heilgen , dat de aard heeft gemest !"

Page 155: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DERDE BOEK.

CHRISTELIJKE FEESTZANGEN.

Page 156: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

1

Page 157: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i'OP NIEUWJAARSMORGEN. 143

I. NIEUWJAAR.

OP NIEUWJAARSMORGEN.

'k Hell mijn zangstem opgeheven ,

U ter eer,

Mijn Heil en Heer !

Springbron van mijn leven !

Tijden komen , tijden gaan —

Christus , mij ten gids gegeven ,

Gij blijft staan !

Zou ik jammren om mijn zorgen?

Zorgen zijnMaar schemerschijn

Op Uw klaren morgen !

Duizend klachten raden niet

Wat Uw wijsheid houdt verborgen

In 't verschiet.

Dieper dan de diepe stroomen,

Hooger dan

Het wolkgespan ,Voert Uw hand de vroomen.

Page 158: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

144 OP NIEUWJAARSMORGEN.

Gij hebt hun een heerlijkheid ,

Stouter dan de stoutste droomen

Weggeleid.

Loitter liefde zijn Uw werken :

Uw gena

Slaat alles ga ,

Zij kept paal noch perken !

Voor de wondren , die zij sticht ,

1)ekken de Englen met de vlerken

't Aangezicht.

'k Zal Uw goedheid eeuwig prijzen !

Hoe gering ,

Moet alle dingMee mijn heil doen rijzen.

Waar 't Geloof Uw stem maar hoort,

Worden rotsen paradijzen

Op een woord !

Sneller dan de golven stoven ,

Drijven wij

Den tijd voorbij ,

Door omlaag naar Boven.Koning op Uws Vaders throon!

Weldra schenkt Gij die gelooven

De eerekroon!

Page 159: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN NIEITWJAARSHYMNE. 145

EEN NIEUWJAARSHYMNE.

Eer wij hun naadring ontwaren ,

Weven de rustloze jaren

't Web onzer jonkheid reeds af ;

En tusschen tranen en lachjens ,

Stormen en zomersche dagjens ,Wandlen wij voort naar — ons graf!

Bloemen en doornen verfiensen ;

Wisslende droomen en wenschen

Zweven op d' adem van 't lot ;

En onder zoetheen zorgen

Predikt de nacht aan den morgen :

ll Niets is bestendig dan God !"

Boven alle eeuwen verheven ,Stort Hij een vonk van Zijn leven

D' eindigen boezem ons in ;

En uit Zijn eeuwige gaven ,

't Zij ze kastijden of laven ,

Ademt Zijn eeuwige Min !

Onder het dorren der blahren ,

Onder het bleeken der hairen ,

Onder het snerpen der smart ,

Lacht zij zoo zeker ons tegen ,

Als bij gebloesemden zegen

En bij lento van 't hart !

Eere zij God in den Hoogem,

Die , van ontferming bewogen ,Christus , Zijn Eenige , ons schonk ,

Die , toen wij redloos vervielen ,

10

Page 160: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN NIEUWJAARSHYMNE.

't Leven hergaf aan de zielen ,

Dat in de zonde verzonk !

Eere zij God in den Hoogen ,

Die, die van ontferming bewogen ,

Alles ons schenkt met dien Zoon !

Voedsel en zielespijs tevens ,

Kracht bij de worstling des levees ,En ng, de worstling — een kroon ! . .

Zalig die Christus vertrouwen !

Looft en aanbidt Hem , gij Vrouwen ,

Midden in blijdschap en rouw !Angstige twijflaars geloofden ,

Lasteraars bogen de hoofden

Op het gebed eener Vrouw !

Marthaas vol ijvrende zorgen ,

Teedre Mariaas , verborgen

Achter de schaailw van Zijn Woord !

Dient Hem ! en Iciest u dat eene ,

Bat , schoon een waereld verdwene ,

U onontvreembaar behoort !

Looft en aanbidt Hem , gij Moeders !

't Onderpand uwes Behoeders

Glimlacht u toe van uw borst :

U ook heeft de Engel bejegend,

En ook uw naam is : Gezegend",

Sints gij een zuigeling torscht !

Voedt Gij dien op tot Zijne eere !

Psalmzingt : ii Wij dienen den Heere ,

llIk , en mijn Kind, en mijn Huis !"

Dan , als de stormen ontwaken ,

Page 161: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN NIEUWJAARSHYMNE. 147

Kunnen zij 't wiegjen niet naken :

't Staat aan den voet van het Kruis !

Looft en aanbidt Hem , gij Wichtjens !

Gij , op Wier blanke gezichtjens't Beeld van uw Schepper nog gloort !

Al wat gij biddende stamelt ,

Wordt door Zijn Englen verzameld ,

Wordt door Zijn liefde verhoord !

Bij het gezicht van uw vrede ,

Fluistert ons harte de bede :

1 Heed maak ons hunner gelijk.

/1 Want wie als kindren gelooven ,

1, Opent Uw trouwe dAar Boven

/I Immers Uw zaligend Rijk ?" .. .

Ja ! wat geen ooge ooit bekoorde ,Ja ! wat geen oore hier hoorde ,

Ja ! wat geen hart heeft vermoed ,

Dat wordt het erfdeel der Zijnen ,-1166,r waar de graven verdwijnen ,

En waar geen zonde meer woedt !

Laat dan de scheemrende jaren

Snel als sekonden ontvaren ,

Eeuwiglijk vast is Gods Woord !

En ieder tikjen in d' ader, ,

Voert ons den dageraad nader, ,

Dat ons Zijn Hemel behoort !

Page 162: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

-\NOG EEN NIEUWJAARSHYMNE,

NOG EEN NIEUWJAARSHYMNE.

Komt , laat ons samen nederknielenVoor Hem die ons gesdhapen heeft !

Hem zij de aanbidding onzer zielen ,

Die 't Leven is en 't Leven geeft !

Hij strooit de jaren voor zich henen ,

Gelijk de landman 't koren strooit.

De Tijden kwamen en verdwenen ,

Der Tijden God verandert nooit !

0 Heer ! Gij waart van eeuwigheden ,En zijt tot in alle eeuwigheen !

Wij , die op aarde een span bekleeden ,

Vergaan als 't gras voor onze schreen.

Hoe spoedig grijzen onze hairen !

Straks dreunt de laatste klepelslag.

Gij — telt een dag als duizend jaren,

En duizend jaren als an dag !

Maar ook Uw liefde , o God van zegen !

Is eeuwig , wijl Gij Liefde z ij t !

Gij leidt ons op de rechte wegen ,Gij sterkt ons in den goeden strijd !

Gij toonde Uw godlijk welbehagen

Ons van den moederschoot of aan :

Gij hebt ons op de hand gedragen

En — wondren van genA gedaan !

Schoon wij de starren tellen konden ,Uw gunstbewijzen telt niet een !

Wij — steeds vermeerdren we onze zonden :

En Gij — Uw goedertierenheen !

i148

Page 163: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

NOG EEN EEN NIEUWJAARSHYMNE.

Als we in den geest al 't heil verzaamlen ,

Dat Ge in een enkel jaar ons schenkt ,

Dan buigen we ons in 't stof en staamlen :

„ Wie zijt Gij , Heer ! dat Ge o n s gedenkt?"

Waar zijn uw achtmaal duizend uren ,

0 Jaar ? — Voorbij ! voor goed voorbij !

Maar eeuwig zal de erinnring duren

Van Gods ontfermend medelij'.

Ik ben geringer , Heere HEERE !

Dan al het heil dat mij weervaart :

Uw goedheid, die ik heden eere ,

Is wel een eeuwig danklied waard !

In 's Heilands naam kom ik U smeeken ,

Vernieuw me Uw liefde in 't nieuwe jaar !

Laat me Uw vertroosting niet ontbreken !

Omring mij met Uw Englenschaar !

Breng mij terug van elke dwaling !

Maak mij van alle banden vrij !

Eh geef dat iedere ademhaling

Een lofzang Uwer liefde zij !

Laat me in Uw zegen mij verblijden ,

Als mij de blijdschap heilzaam is !

Zoo niet — beschik mij kruis en lijden ,

En — heilig mij de droefenis !

Laat mij geen waereldsch goed bejagen,

Dat met de waereld henendrijft ,

Maar naar lien waren rijkdom vragen ,

Die onverderflijk overblijft !

Versterk ons hart bij alle nooden !

Verkwik de ziel die angstig vreest !

Page 164: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I150 NOG EEN NIEUWJAARSHYMNE.

Bescherm Uw Evangelieboden ,

En zalf de Vorsten met Uw geest !

Wees gij der armen hulp en railer,

Der kranken arts , der zwakken staf,

Der weeilwen man , der weezen vader, ,Ons alien — 't Leven uit het Graf!

En — moest dit jaar mijn 1 a a t s t e wezen ,Geef, dat het ook mijn best e zij !

Die a11e wonders kan genezen ,

Hij balseme en geneze mij !

Wees , Heiland mij van God gegeven ,

Het Licht , waar 't brekend oog op staart !

Dan wordt mij 't Sterven een Herleven ,

De Dood een blijde Hemelvaart !

Vergelijk in KNAPPS Evangelischer Liederschatz,VI. B., No. 2489.

II. GOEDE VRIJDAG.

'T IS VOLBRACHT.

Op den Berg der Jammren ,

Herder zonder lammren ,

Sprakeloos en koud ,

Met gebroken oogen,

't Heilig hoofd gebogen ,

Hangt de Heer aan 't hout.

Welk een troon

Voor 's Vaders Loon !

Page 165: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I'T IS VOLBRACHT. 151

Is clan 't gapend graf een wooing

Voor den Hemelkoning?

Ach, wat angsten lijdt Hij !

Ach , wat doodskamp strijdt Hij ,Bloedende overal!

Is van al Zijn vrinden

Dan niet een te vinden

Die Hem redden zal ?

Menschen gaan

Voorbij , en staan

't Wee , dat de Englen weg doet schrikken ,

Spottende aan te blikken !

Brandend van genade ,

Sloegt Ge, o Heer ! ons gale ,

Voeldet Ge onzen hood :Goddelijken vrede

Bracht Ge , o Heiland mede

Uit des hemels schoot.

En , Gods licht

Op 't aangezicht ,Sterft Gij nu als offerande

Op 't altaar der schande!

Gij , de Zoon des Vaders

Tusschen gruweldaders !

Wat ontzinde waan ,

Welk een duivlenwoede,

Eenig Reine en Goede !

Heeft U dat gedaan ?

Ach, een Ras

Van stof en asch ,

Page 166: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

152 'T IS VOLBRACHT.

Kains zaad , maar tienmaal wreeder, ,

Sloeg U , Abel ! neder.

Ja , ter Hoofdscheelplaatse

Bracht U dit melaatsche ,

Doodsche zondaarshart.

Ik , in schuld verloorne ,

Vlocht de scherpste doorne

Door Uw kroon der smart !

Want de schuld

Die m ij vervult ,

Wilt G ij in de reine plasschen

Van Uw zoenbloed wasschen !

'k Zal het nooit doorgronden ,

Hoe Gij , zonder zonden ,

„ Eli, Eli !" zucht.

'k Zie den hemel tanen

In een fibers van tranen ,

En de tonne vlucht !

'k Zie de don

Hun graf ontvloOn —

Van de ellend , die U weervaarde ,

Brak het hart der aarde !

Sterke Boeienslaker !

Trouwe Zaligmaker !

Groote Immanuel !

Gij hebt al mijn plagen

Op het hout gedragen ,

En versloegt de Hel.

Sta mij bij ,

En heilig mij ,

Page 167: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

'T IS VOLBRACHT. 153

Dat ik nimmer jets begeereDan Uw liefde , o Heere !

Met Uw bloed besproeide !

Doodelijk vermoeide !

Bust hier in de rots !

Uw ver volgers weken ,Half van schrik bez weken

Bij de teeknen Gods !

Nader spoedtT5w Jongrenstoet ,

En zij z weeren , vol van rouwe ,

U den eed der trouwe.

Gij hebt overwonnen !

Woedend aangeschonnen ,Stondt Ge on wrikbaar pal !

Door het Helsche duister,

Door der Heemlen luister,

Door het wijd Heelal ,

Klinkt met kracht

Uw : „'t Is volbracht !"

En de palmen der viktorie

Groenen tot Uw glorie !

Als een heldre sterreStraalt Uw kruis van verre

Allen volken aan.

't I s de Boom des Levens :

Vrucht en bloesems tevens

Menglende in zijn blaan !

Wie verrukt

Die vruchten plukt ,

Page 168: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

154 'T IS VOLBRACHT.

Die wordt , rijk en begenadigd ,

Eeuwiglijk verzadigd ,

Op den Berg der Vreugde ,

Rijker dan U heugde ,

Vol der heerschappij ,

Vol der zaligheden ,

Zit Ge , in 't Eeuwig Eden ,

Aan des Vaders zij' !

's Vaders Zoon !

Dk is Uw Troon :

Gods paleizen zijn *Uw woning ,

(Jroote Hemelkoning !

(Van verre naar LANGE gevolgd).

HET STABAT MATER.

Met de tranen in hare oogen ,

Stond de Moeder neérgebogen ,

Bij het kruis daar Jezus hing ,

Waar de schrik haar voer door 't harte ,

VVaar het felle zwaard der smarte

Midden door haar ziele ging.

Wat al droefheid , wat al rouwe ,

Prangde die verkoren vrouwe ,

Wie Gods Eenge moeder heed

Ach , hoe kreet zij ! Ach , hoe leed zij!

Met wat naamloze angsten streed zij ,

Ziende wat die Reine leed!

Page 169: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i"HET STABAT MATER. 155

0 , wien zou geen traan ontvloeien ,

Waar de moedertranen gloeien

Op die uitgebleekte koon?

Wie voelt niet Zijn hart verscheuren ,

Die dat moederhart ziet treuren,

Lijdende in haar lieven Zoon?

Voor de zonden van de Zijnen

Ziet zij daar heur kind verkwijnen,

Wreed gegeesseld en bespot !

Ziet zij Hem die doornen dragen ,

Stervende aan het pout geslagen ,

En verlaten van Zijn God !

Moeder ! mocht me uw liefde treffen !

Mocht ik al uw pijn beseffen ,

Mocht ik treuren aan uw zij'!

Mocht mijn hart voor Jezus blaken ,

Al des waerelds goed verzaken

Voor een Heiland zooals Hij !

Gij , mijn Jezus ! hoor mij klagen !

Laat mij mee Uw striemen dragen ,

Laat mij d.eelen in Uw pijn !

Laat mij bloeden aan Uw wonden !

Laat mijn zorgen en mijn zondenAan Uw kruis gekruisigd zijn !

Wil mij bij die smart bewaren !

Laat mij in Uwe oogen staren

Met onafgewenden blik !

Laat mij , van Uw liefde dronken ,

Aan Uw voeten neergezonken

Tot mijn alledongsten snik !

Page 170: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I-156 HET STABAT MATER.

Zij me Uw kruis ten staf gegeven !

Zij Uw dood mijn eeuwig leven ,

Uw gena mijn hoogste prijs !

En moet eens mijn lichaam sterven ,

Doe mij dan de glorie erven

Van Uw Hemelsch Paradijs !

III. PASCHEN.

PAASCHMORGEN.

De doodsklok weergalmt van den statigen Dom;

In 't bloeiende dal kaatst een juichtoon weerom.

Het uitvaartslied zucht waar de doodsgroeve gaapt ;De leeuwerik jubelt : // Ontwaakt , gij die slaapt !"Het lijk zinkt in de aard , die het dekt en zich sluit ;

Het jeugdige groen breekt de grafzerken uit,

De sneeuwvlok versmelt , en de stroom heft zich op ;

't Herlevende woud schudt den dauw uit zijn top.

En tusschen 't gemengeld gejuich en geklag

Geeft de Lente 't gevoel van een Op s t a n d i n g s d a g.

(Uit RIEHMS Friilingsrosen , 8. 62.)

VERRIJZ EN.

Verrijzen ! Heerlijke gedachte !

Welzalig die u mag verstaan !

Page 171: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rVERRIJZEN. 157

Gij waait den kranke die versmachtte ,

Als de adem van den Levende aan.

Een voorglans van des hemels weelden

Poet ge opgaan in dit heilig uur ,

En juichend kleedt ge uw zinnebeelden

In alle vormen der natuur.

Het beekjen smelt zijn winterteugels ,

De bloemen klimmen nit heur graf,

De vooglen schudden van hun vleugels

Een dauw van melodien af. .

't Geboomte heft, als palmenmeien ,

De nieuw geboren takken op.

'I Hozanna !" fluistren de valleien ,

En // Amen !" ruischt de heuveltop.

/1 Hernieuwing !" preékt de jonge lelie ;

Fen Godsbelofte is 't kleinste blad ;

De gantsche hof een Evangelie ,

Een weg ten Nebo ieder pad.Ja , zelfs de vlinder schijnt to roemen

' II 1k spon mij stervende in mijn web ,

// Daar wekt me een hemel vol van bloemen ,/14En 'k zweef waar ik gekropen heb !"

De hoop der lente kleurt elk levee ,

En groent zelfs over 't lijkgesteent'.

Wat droomgestalten zien we zweven ,

Sints lang begraven en beweend !

Wat lofgebeden , frisch en teeder, ,

Gaan op in 's harten heiligdom !

De Jeugd der Ziele bloesemt weder, ,

En de Eerste tiefde keert weerom !

In klank en kleur, , beneén en boven ,

Tot waar de blaauwe kimmen vlién ,

Page 172: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

VERRIJZEN.

Roept Aarde en Hemel tot gelooven :

llOnsterflijkheid en Wederzien!"

Hoe zalig zal dat Opstaan wezen ,

Als uit den schoot der eeuwigheid

Een Paradijshof is verrezen ,

Die onvergankbre lommer spreidt ,

Waar de eens gescheiden paren knielen ,

Waar Jakob bij zijn Jozef rust,

Waar de aangebroken Lent' der Zielen

Den Boom der Menschheid wakker kust ,

Waar alles heerlijk zal ontknoppen

Wat hier in 't Stof niet bloeien kon ,

Waar elk gebroken hart zal kloppen

In koestring van Gods Liefdezon!

Waar ik u juichend weer zal vinden ,

Goede Englen op mijn pelgrimsbaan !

Gij , kort bezeetnen , lang beminden ,

Die mij zoo vroeg zijt voorgegaan!

Waar 'k eindlijk , eindelijk ! IJ zal groeten ,

Mijn Heer, , mijn Heil, mijn Levensvorst ,

En grijpen Uw doorboorde voetent

En zinken aan Uw broederborst ! .. .

0 Christen Paaschfeest ! Dag der dagen !

Uw licht vertroost en heiligt mij :

Een andwoord Gods op al mijn vragen ,

De rots van mijn geloof, zijt gij !

Gij maakt het graf een Hemelpoorte ,

Aan d' uitgang van dit schaduwdal,

Den strijd des doods de weergeboorte

Voor 't leven dat niet sterven zal !

Het schijnbaar slapen is — ontwaken :

Page 173: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rVERRIJZEN. 159

En als de zweetdoek 't overspreidt ,

Voelt juist het oog zijn windsels slaken ,

En — ziet des Hemels heerlijkheid !

Gij menschengeest, zijt onverganklijk :

't Is groot — en groot is 't, dat gij 't weet .

Maar wie zijt Gij, die, onafhanklijk ,

De Vader aller Geesten heet ?Wie kept den polsslag van Uw leven ,

0 Gij , die eind hebt noch begin ?

Wat schepsel kan den maatstaf geven

Voor zooveel Wijsheid , Macht en Min ?

Gij buigt U zeegnend naar beneden ,

Gij beurt het stof tot U omhoog :

0 diepte van verborgenheden !

0 afgrond , deinzende uit mijn oog !

Uw wezen, Heer! is niet te peilen :

Hier voelt de cherub zich een worm ,

En 's menschen rede strijkt de zeilen ,

GeWk de zeeman in den storm.

Wij wagen 't staamlende U te prijzen ,

Wij slaan Uw grootheid duizlend ga:

Ver boven Sterven en Verrijzen ,

Staat Gij , o God ! . . . Hallelujah !

EEN PAASCH-KANTATE.

CHOOR.

Wi.rzE: Psalm 65.

Wij naadren met onze offergaven

De kille doodsspelonk ,

Page 174: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN PAASCH-KANTATE.

Waarin de Lijder is begraven ,

Die ons den vrede schonk.

Wij leggen daar, met zalig beven ,

Geen myrrhe of balsems neer,

Maar heel ons hart en heel ons leven ,

Uw eigendom , o Heer!

RECITATIEF.

De dag werd nacht ; de tempelzuilen kraakten ,

De voorhang golfde , en scheurde van elk aar ;

De dooden in hun schimmenrijk ontwaakten ;

En Sions dochtrenschaar

Sloeg kloppende op heur borst , in nokkend rou wmisbaar.

En als de Heer zijn ziel had uitgegoten

Op de ijzren lans die door zijn zijde ging ,

En , of Hem aarde en hemel had verstoten ,

Vermoord aan 't vloekhout king,

Daar naakte 't vriendenpaar den bleeken Kruiseling !

Zii beurden Hem al zachtkens naar beneden ,

En balsemden de wonden van het kruis ;

De blanke wade omwindelde Zijn leden ,

De rotsgrot werd Zijn huis ,

Waarop de nachtdauw weende , in 't avondwindgezuis.

ARIA.

WIJZE : Gezang 29.

Vloei nu , laat u niet bedwingen ,

Stine traan , voor God geschreid !

Onder 't schreien wil ik zingen ,

Heer ! van Uw barmhartigheid.

Onder 't lijden , onder 't strijden ,

Wil ik U mijn ziele wijden ,

Page 175: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN PAASCH-KANTATE. 161

Tot door U de dag ontwaakt ,

Die haar laatste banden slaakt.

FUGE.

Des Hoogsten raad is wonderbaar :

Maar de uitkomst heerlijk , hemelklaar !

RECITATIEF.

De Heere was in 't graf in zachten slaap gegleden ;Hoe stoorloos rustten daar zijn uitgestrekte leden ,

Na zooveel gruwzaam.heen ! .. .Hij , op wiens wenk zich eens de Apostelen verdrongen ,

De kreuplen huppelden , de stommen 't hallel zongen ,

Hij lag nu gants alleen !

Een zevenvoudig zwaard doorboorde 't hart der Moeder ;

Zijn Jongren vloden heen als lammren zonder hoeder,

Als duiven zonder wijk :

De rotsman was vergruisd , de schoolvriend was verdwenen :

De luistrende Engel slechts ging door de grafzerk henen ,

En hield de wacht bij 't Lijk.

ARIA (of DUET.)

Vredig moogt ge slapen ,Lijder, voor een korten tijd!

Al Uw arme schapen

Dwalen wijd en zijd.

Maar Gij zultze leiden

Naar de frissche weiden ,

Naar het kristallijn

Van de Levenswaatren ,

Waar het hallelschaatrenZonder eind zal zijn !

11

Page 176: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

162 EEN PAASCH-KANTATE.

FUGE.

Zijn sluimring was Hem zoet , en balsem na de pijn !

BECITATIEF.

Zijn moorders , die hun prooi tot in den dood nog haatten ,

Zij repten , kruipend laf, zich naar Pilatus heen ,

Omcingelden het graf met heidensche soldaten,

Verzegelden den steen.

ARIA.

Zoo wilde de onmacht de Almacht weeren ,

Zoo sloot de dood het Leven in!

Maar eeuwig blijft de raad des Heeren ,

Wat vonden ook de haat verzin'

Hij weet de arglistigheid te buigen ,

Z66 dat zij-zelf der waarheid moet getuigen !

CHOOR.

Vreest d'Allerhoogste , den Vader der dingen !

Licht is Zijn kleed, en 't heelal Zijn gebied.

Wee , die d'Almachte Zijn staf wil ontwringen,

Alles regeert Hij , die alles voorziet !

De Engel aanbid' Hem , de dwaze bespot' Hem ,

Alles is uit Hem en door Hem en tot Hem :

En op Zijn weak start de Boosheid in 't Niet!

RECITA.TIEF.

Maar ziet , reeds draagt het morgengraauwen ;

De nacht neemt afscheid van den hof,

Waar Gods Gezalfde slaapt in 't stof.

Daar naderen de droeve vrouwen,

Om — zoete smart ! — de plaats te aanschouwen,

Waar heur gestorven Heiland ligt,

Page 177: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN PAASCII-KANTATE.

Om — zoeter nog ! — zijn vriendlijk aangezicht

Mat liefde-zalve en tranen to overdauwen.

Maar hoor ! daar knalt

Een plotselinge Bonder .. .De bodem golft , en — zielontzettend wonder !

Een Engel daalt , de grafsteen valt.

Sneeuw wit zijn zijn kleedren ,

Van zijn duivenveedren

Straalt een bliksemgloed.

Ziet , de wachters wij ken ,

Struiklen voet voor voet !

Gij Heldenschaar, is at uw moed ?

De Helden zijn als lijken ! .. .

Maar tot de vrouwen klinkt een toon ,

Zoo hemelsch-schoon ,

Of Davids harpsnaar ruischte :

„ Ai , vreest niet meer !

„Gij zoekt den Heer,

„ TJw Jezus , den Gekruiste ,

„ Zijn raad geschiedt :

„ Hij is hier niet,

„ Hij is het graf ontstegen.

„ Komt hier, en ziet

„ De plaats waar de Heer heeft gelegen !"

CHOOR.

Hij is hergeven !

Hij is verrezen

Uit angst en vreezen ,

Uit 's aardrijks schoot!

Het Nieuwe Leven

Is nu begonnen ,

Page 178: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN PAASCH-KANTATE.

De Hel verwonnen ,

De Dood gedood ;

En Englen zweven

Met vredepalmen ,

Met jubelgalmen ,

In 't morgenrood !

RECITATIEF.

Nog zochten ze heur rustenden Messia :

0 zoete schrik ! Hij was reeds opgestaan.

Hartroerend zacht sprak Hij de weenende aan :

„ Maria !"Toen viel op eens de blinddoek van haar oog ,

En 't schokte haar door hart en ader :„ Nu vaar ik tot m ij n God omhoog

„En u wen God , tot mijn en u wen Vader !"

Den Jongeren , nog treurende om Zijn lot,

Verscheen Hij om hun vrede to verkonden ;

Hij toonde hun de teeknen Zijner wonden ,

En Thomas riep : „ Gij zijt mijn Heer en God !"

VERSCHEIDEN ZANGSTEMMEN.

De Heer verdreef den zielennacht ,

Die onze groeve omwaarde !

CHOOR.

Verlosten , juicht ! De Heer omzweeft U.

Verheft Zijn hemelmajesteit !

Want Hij was dood , en ziet , Hij leeft nu

Van eeuwigheid tot eeuwigheid !

FU GE.

Hem is gegeven alle macht

In hemel en op aarde.

Page 179: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IEEN PAASCII-KANTATE. 165

CHOOR.

WIJZE : Gezang 96.

Hallelujah , Jezus is verrezen !

Jezus leeft en bidt voor mij.

'k Heb voor dood noch helle meer te vreezen ,

Mijn Verlosser streed mij vrij

Schachtend zucht mijn brandend zielsverlangen

Urn de kroon der heerlijkheid te ontfangen.

Heer ! ontsluit mij , naar Uw woord,

't Eeuwig bloeiend Palmenoord!

(Van verre naar voN MAYER).

PAASCHHYMNE.

Jezus is verrezen !

Aarde en heemlen , hoort het aan !

't Moet uw wachtwoord wezen :

„ Hij is opgestaan !"

Al de zarken , al de zooden,

Schudden op 't geluid :

't Is een stem tot alle dooden :

„ Lazarus , kom uit !"

Bij het morgengrauwen,

Tusschen 't groen olijvenlof,

Naderen de vrouwen

Jozefs stiller' hof.

Ach , zij zien het licht ten halven ,

't Breekt in traan bij traan --

Page 180: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

166 PAASCHHYMNE.

Om het dierbaar lijk to zalven

Zijn zij opgegaan.

't Lied der nachtegalen

Klinkt haar als een uitvaartlied ,

En de lentestralen

Koesteren haar niet

Wie heeft myrrhe voor haar smarten ?

En wie scoot van 't graf,

En wie wentelt van haar harten

Dezen lijksteen af?

Hij is neergezegen !

Itoerloos staan zij waar hij zonk.

't Leven straalt haar tegen

"fit de doodspelonk.

't Angstig oog blijft vruchtloos zoeken :

Wat het liggen ziet,

Zijn de windsels en de doeken —

't Is de Heiland niet !

Nieuwe tranen stroomen;

En zij snikken , zi'elsbedroefd :

„ Hij is weggenomen!

„ Zeg ons waar Hij toeft!„ Slaapgroeve, in de rots gehouwen !

„ Kalme olijvendreef!

„ Zegt , o zegt het zijn getrouwen,

„ Waar heur Heiland bleef!"

Maar een glans der heemlen

Schrikt de vrouwen nit elkaar :

Serafswieken weemlen —

't Is een Englenpaar !

Page 181: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(PAASCHHYMNE. 167

En hun zilvren stemmen zweven ,

Aan muziek gelijk :

„ Zoekt den Vorst van 't Eeuwig Leven

„ In geen doodenrijk !

„ Denkt ge een lijk te vinden ?

„ God , wiens Koningskind ik dien,

„ Heeft Zijn welbeminden„ Geen verderf doen zien.

„ Jezus rees — zijn windselen vielen ;„ En zijn sterke hand

„ Sloeg den Vijand uwer zielen

In dien zelfden band !

„ Jammerende schapen!

„ Toen gij Hem verloren dacht ,

„ Lag Hij bier te slapen„ Tusschen de Englenwacht.

's Vaders wekstem trof zijn ooren . . . .

„ Schiet nu vleuglen aan ,

,, Doet Iet al zijn Jongren hooren :

„ „ Hij is opgestaan !"

„ Hij heeft al den Zijnen

„ 't Zaligst wederzien bereid !

„ Hij zal straks verschijnen

In zijn heerlijkheid !

„ Trekt Hem langs de groene wegen ,

„ Hupplend waar gij gaat ,

„ Met uw hallelujahs tegen ,

„ Tot Hij voor u staat !"

Vrees en vreugd des Heeren

Brengt den droeven 't Englenwoord ;

Page 182: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r168 PAASCHHYMNE.

Als op duivenveeren

Haasten zij zich voort ,

Om de trouwe A.postelschare,

Die nog angstig treurt ,

't Hart to zalven met de mare,

Englen op h66.r beurt !

En daar staat , daar blinkt Hij ,

Jezus-zelf, in zonnegloed !

Toevende, wat zinkt gij

Twijflende aan zijn voet?

't Is uw Meester, , uw Messia ,

Waar uw hart aan kleeft ;

Hoor, Hij noemt uw naam : „ Maria !"

Amen, ja, Hij leeft!

Ja, dat zijn die wonden !

't Is zijn koningsblik , zijn stem !

Hij is weergevonden,

En — de vree met Hem !

Palmen van 't herwonnen Eden

Ruischen in den wind ;

De oude slang is platgetreden ,

't Hemelrijk begint !

Kust zijn kleed, gij Elven ,

In aanbiddend zielsgenot !

't Beeld des Vaders-zelven

Is uw Heer en God!

Volgt Hem , tot Hij , henenvarend

Met zijn zegekroon,

Als een breedgevleugelde arend

Opstijgt naar Gods Troon!

Page 183: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

PAASCHHYMNE. 169

Gaat nu, Vreugdeboden !

Met de last die Hij u geeft :

Roept tot alle dooden ,

Want de Redder leeft !

Duizenden , reeds half versteven

In den nacht des floods,

Zullen door en voor Hem leven ,

Eeuwig en altoos !

Wij ook , Man van Smarten ,

Die ons vrijkocht met uw bloed !

Leggen onze harten

Neder aan uw voet.

Wij ook, Koning onzer Vrede !

Bidden om uw geest :Peel ons al uw schatten mede ,

En uw liefde 't meest !

't Poet ons hart geen schade ,

Schoon ook de aarde aan gruizlen sloeg :

Aan Uw heilgenade

Hebben wij genoeg. ,

En , of 't lijkkleed ons omwikkel',

Straks verbreekt de eel,

Bij ons : „ Dood ! waar bleef uw prikkel?

„ Waar uw zege, o Hel ? . . ."

Komt dan , Broederscharen !

Ook ons Pascha is geslacht :

Looft Hem met uw snaren !

Psalmt Hem dag en nacht !

De oude windslen die u bonden ,

Zijn voor Hem gezwicht :

Page 184: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

PAASCHHYMNE.

Stapt dan uit het graf der zonden

In de schoot van 't Licht !

OPSTANDING.

Als ge een dierbaar panel moet missen ,En uw hart in stilte schreit ,

Neem dan al uw droefenissen

Met u mede in de eenzaamheid !

DgAr is 't, of een hemelbode

Balsem druppelt in uw smart,

Of op eens de lieve doode

Levende opstaat in uw hart.

Onder 't lommerloof der linden ,

In den klaren zonneschijn ,

In de fluisterstem der winden ,

Schijnt hij u nabij te zijn.

Somtijds blikt gij troad u henen ,

Of hij daar niet naast u staat ,

Hij , wiens hand u onder 't weenen

Zachtkens over de oogen gaat.

0 , veel schooner dan v66rdezen

Zweeft hij voor uw aangezicht : —

Want zijn doodswond is genezen ,En hij straalt van hemelsch licht:

0, veel t r o u w e r dan te voren

Is hij voortaan u gewijd : —

Nooit is hij voor u verloren ,

Want gij hebt hem nu altijd!

Page 185: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

OPSTANDING.

Ook de donkre ziel der droeven

Heeft heur Pascha, heerlijk schoon :

Hoeveel don we in 't hart begroeven ,

Naar herrijzen alle dam !

Is de Liefde niet het Leven,

't Leven, dat den dood verwint?

Eeuwig blijven ze u gegeven ,

Die gij eeuwig, eeuwig mint !

(Naar aanleiding van een Sonnet

van EM. GEIBEL.)

IV. H EMEL V A ART.

KINDERLIEDEREN OP HEMELVAARTSDAG.

1. Voorzang.

WinE: Gezang 155.

Lieve Jezus , Heer en, Koning!

Zie ons voor uw zetel staan!

Op den feestdag uwer krooning

Heffen we U den lofzang aan ,

Zenden wij de bede omhoog,

Dat het Godsrijk komen moog'!

't Koom', o Heer ! zoover de wolken

Henenwandlen op den wind!

't Koom' bij ons , bij alle volken ,

Ook bij 't arme Heidenkind!

Jezus ! uw ontfermend hart

Onderscheidt geen blank of zwart.

Page 186: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r172

KINDERLIEDEREN OP HEMELVAARTSDAG.

Allen , Alien moeten 't hooren ,

Dat daar ginds een Vader leeft ,

Die ons tot Zijn dienst verkoren ,

Tot Zijn heil geschapen heeft !

Naar den Hemel wijst uw Kruis ,

Als naar aller Vaderhuis !

2. Nazang.

WIJZE: Gezaug 79.

Ja , Heer ! Gij hebt het zelf verklaard :

„ Mij is in hemel en op aard

„ De heerschappij gegeven !

„ Gaat heen en predikt overal

„ Den God die is en wezen zal,

„De Bron van Licht en Leven !"

Sints wordt uw Evangeliewoord ,

0 Heer ! tot 's waerelds eind gehoord !

Al zijt Ge , als Gods geliefde Zoon ,

Gezeten op den hbmeltroon ,

Gij hebt ons niet vergeten !

Gij buigt U zeegnend tot ons neer;

En , schoon ons aller hoofd en Heer ,

Gij wilt ons broeders heeten;

Ja , in uw eigen heerlijkheid ,

Hebt Ge ons , ook ons , een plaats bereid!

0 Gij , Wien de Englen hulde bien ,

Wil ook op kindren nederzien,

En onze bede kroonen !

Gij, nu verhoogd ver boven de Aard,

Trek aller harten hemelwaart,

Page 187: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

KINDERLIEDEREN OP HEMELVAARTSDAG. 173

Waar immer menschen wonen !

Pat alles , door uw heerschappij ,

ten Herder en een Kudde zij !

HEMELVAARTSHYMNE.

Gij stijgt van de Aard naar Boven ,

Gekroond met eer en majesteit ,En uw verlosten loven ,

0 Heer ! uw macht en heerlijkheid.Gingt Ge als een lam ter slachting,

Nu rijst Ge als de aadlaar naar omhoog :In zalige verwachting

Volgt U ons starend oog.Hier zaagt Ge U doornen strenglen ,

En droegt Gij smart en spot :Ginds huldigen IJ de Englen

Op d' eigen troon van God!

Met tranen op de wangenZiet ,Ge ons , als Gij , door 't zaadveld gaan ,

Gestild wordt ons verlangen:Straks breekt het feest des oogstes aan !

Als we in uw vrede sterven,Verlost Ge ons van de laatste pijn :

Ginds zullen voile gervenHet loon des arbeids zijn !

Schijnt bier Gods weg verborgen ,Gij predikt ons geduld :

Reeds daagt de Groote Morgen ,Die ons Gods raad onthult.

Page 188: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HEMELVAARTSHYMNE.

Wij dragen onze vroomen

In heilgen weemoed uit naar 't graf,

En minder brandend stroomen

De tranen op hun lijkzerk af.

Gij toogt ten Hemel henen ,

En de Uwen komen waar Gij zijt !

Het scheiden wordt hereenen ,

De zege volgt den strijd.

Doe Uwen geest ons erven !

Sterk ons , waar 't kruis bezwaart!

En maak ons 't uur van sterven

Het uur der Hemelvaart !

V. PIN KSTEREN,

PINKSTERHYMNE.

Hoe heilig straalt des fK.onings Bruid !

Gelijk een dnive blinkt zij uit

Met zilverwitte veeren.

Wat bloeit ze in stille majesteit ,

Vol schoonheid en oodmoedigheid ,

De jonge Kerk des Heeren !

Keer weer , gij vroegste Christentijd !

In de eerste lentestralen ;

En Gij , die 't Licht der waereld zijt ,

Doe weer den Trooster dalen!

Hij houdt Zijn woord , Hij blijft getrouw, ,

Hij , die de zwakken sterken zou

En zaligen die treuren ;

Page 189: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

PINKSTERHYMN E.

Zijn Jongren buigen biddend neer :

Daar dreunt het huis , daar komt de Heer

IJit Sions open deuren !

Daar daalt gelijk een stormgeluid ,

De Heilige G eest van Boven ,

En stort zich als een vuurdoop uit

Op alien die gelooven !

Ziet nu die handvol visschers staan ,

Met englenkrachten aangedaan ,

Gezalfd tot hemeltolken !

Een Thabor wordt die Pinksterzaal ,

Die Pinksterrede ea lofchoraal ,

Dat heendringt door de wolken.

Des Heeren liefde die lien blaakt ,

Doet hen in alle talen

Het heil dat zielen zalig maakt ,

De wonderen Gods , verhalen !

Dat is die Simon , buigelid riet ,

Die driemaal zwoer : „ Ik ken Hem niet!"

Verwonnen door een vrouwe :

Daar rijst hij , als een rots geplant !

Schoon heel een waereld knarsentandt ,

Nu houdt hij Jezus trouwe.

Verneem het nu , gij Jakobs Huis ,

Gij Vriend en Vijand tevens !

De Heer , genageld aan een kruis ,

Herleefde als Vorst des Levens !

Dat zijn die lammren , zwak en laf ,

Gevloden van den berclersstaf, ,

Bij de eerste wervelvlagen :

Page 190: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

176 PINKSTERHYMNE.

Wel lammren nog in lijdzaamheid ,

Maar leeuwen ook, ter flood bereid,

Ja, stervende alle dagen.

Geen saamgezworen wolfsgebroed

Zal nu hun mond doen zwijgen:

Eer zullen ze in hun martelbloed

Van 't kruis ten hemel stijgen!

Ja , Godswoord! ja , ilw adem ruischt :

Een moker, die de rotsen gruist,

Tweesnijdend zwaard, dat zijt ge!

Uw scherpte dringt door merg en been;

De diepste zielsverborgenheen,Gemoed en geest, doorsnijdt ge!

Gestorvnen rijzen , waar gij spreekt ,

Tot bidden en tot boeten!

Gevangenen, wier kluister breekt ,

Omhelzen Jezus voeten !

Dat had de stoutste niet gehoopt:

Drieduizend. door den Geest gedoopt!

Een graanoogst op de klippen!

Wat Godgewijde Heldendrom !

Wat weer dan Vorstlijk Priesterdom ,

Vernieuwd van hart en lippen !

Op cherubsvleuglen zweeft de maar',

Om alle vleesch to zeegnen:

De Joelsprofecy wordt waar —

Gods almachtsteekens reegnen !

Zij blijven bij de Apostelleer,

Begiftigd door hun Hoofd en Heer

Met alle Geestes-gaven.

Page 191: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

PINKSTERHYMNE. 177

Het Evangelic blijft hun licht ,

De lamp , waarop hun oog zich richt ,

De goudmijn, waar ze uit graven!

Zij gaan , om een banier geschaard ,

Op de eigen pelgrimsbane,

En Englen dekken met hun zwaard

De heilge karavane !

In alien klopt ea zelfde hart,

Wat zondelust en zondesmart

Hen vroeger ook verdeelde ;

Terwijl hun ziel ea Koning vreest ,

De tempel is van eenen Geest ,

En blaakt van eene weelde.

In 't duizendstemmig Hallellied

Mengt elk zijn jubeltonen :

Zij wijken of bezwijken niet ,

Zij deelen wonde en kroonen !

Want ranken zijn ze op eene plant :

Als broeders staan ze, hand aan hand ,

Die tot een Vader bidden.

Hier is noch vorst noch bedelaar :

ta heildisch voert hen tot elkaAr, ,

En Jezus is in 't midden.

Geen loert er bij zijn eigen goud :

't Is al van elk en alien ,

Terwijl een broodboom jonk en oud

Zijn vruchten toe doet vallen !

Hun wenschen zweven Over 't graf;

Hun vrede daalt van Boven af,Daar Boven ligt hun Eden :

12

Page 192: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

PINKSTERHYMNE.

D6.6,r is hun hart , d6,6,r is hun schat ,

Die alle hemelheil bevat

En englenzaligheden.

Hun smeekgebeden vliegen uit ,

En — Jakobsladders blinken ;

En daaglijks groeit hun zielenbuit ,

Bij 't hallelujah-klinken !

Hoe heilig straalt des Konings Bruid !

Gelijk een duive blinkt zij nit

Met zilverwitte veeren.Wat bloeit ze in stille majesteit ,

Vol schoonheid en oodmoedigheid ,

De jonge Kerk des Heeren !

Keer weer, gij eerste Christentijd

In de eerste lentestralen ,

En Gij , die 't Licht der waereld zijt ,

Doe weer Ilw heilgeest dalen !

(Vrij gevolgd.)

EEN PINKSTERBEDE.

Daal nu met Uw reinste stralen .

Zoo als 't eerste Pinksterfeest

"U bezielend neér zag dalen ,

Zielentrooster, , Heilge Geest !

Zie , eendrachtig zijn wij samen

In des Heeren Heiligdom :

Zijn belofte is Ja en Amen —

Levenwekker , kom , ai kom !

Page 193: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN PINKSTERBEDE.

Tintel ons door hart en aken

Met uw heilige' ademgloed !

Tokkel , tot Gij Ail de snaren

Onzer zielen trillen. doet !

Geef den ouden , geef den jongen

Kracht en wijsheid meer en meer !

Nieuwe harten, nieuwe tongen ,

Overvloeiend tot Gods eer !

Wil ons licht en liefde geven ,Zon van Liefde ! Bron van Licht !

En vermeerder ons dat Leven ,

Dat ook in den dood niet zwicht !

Geest der Waarheid ! blaas daar henen ,

Dat de nevel samenroll' !

Maak heel de Aard , door U beschenen ,

Van des Heeren kennis vol!

Geest der Vrijheid ! dat de keten

Onzer diensbaarheid verdwijn'!

En — getuig in ons geweten

Dat wij 's Vaders kindren zijn !

NOG EEN PINKSTERBEDE.

Ik bid U om geen waereldsch goed ,

Maar om Uw Geest, o Heer!

Ai, stort hem met een pinkstergloed

In 't koude hart ter neér !

Page 194: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i-180 NOG EEN PINKSTERBEDE.

Hij dale niet bij stormgebruisch ,

Maar zachtkens in mijn ziel ,

Daar ik, gevloden tot Uw kruis ,

Geloovig nederkniel !

Hij blaze een vlam van teerheid aan

In 't hart dat U behoort ,

En doe mij 't zalig feestuur slaan

Der hemelsche geboort' !

Hij schenke mij de zekerheid

Dat ik U toebehoor ,

Dat Gij mij heiligt en geleidt

Langs 't eenig-ware spoor !

Hij zij mijn baken aan de kust ,

Mijn lichtwolk der woestijn ,

En als mijn zonde mij ontrust,

Laat Hem mijn trooster zijn !

0 Jezus ! zie ontfermend neér !

Verhoor ! vernieuw ! verblijd !

Is niet al 't Uwe 't mijne , Heer!

Nu Gij de mijne zijt ?

Page 195: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN ADVENTSLIED. 181

VI. KERSTFEEST.

EEN ADVENTSLIED.

Hoe zal ik u ontfangen ,

U , 's Vaders lieven Loon ,

Des waetelds hoogst verlangen ,

Der menschheid schoonste kroon?

Geef dat ik , Heer der heeren!

Uw geest in 't harte draag' :

Die kan mij 't beste leeren

Hoe ik IT 't meest behaag' !

Uw Sion strooit IT meien

En palmen voor den voet :

Ik meng mij in de reien

Met blijden welkomstgroet.

Mijn hart wenscht U to bloeien

Gelijk een eerekraas ,Waar dank en liefde in gloeien

Met zachten rozenglans.

Ver van den Troon der troonen

En 's Hemels zonneschijn,

Wilt Ge onder menschen wonen ,

Der menschen broeder zijn !

Met God wilt Ge ons verzoenen ,

Tot God heft Ge ons omhoog :

En onder millioenenHebt Ge ook op mij het oog !

'k Lag machteloos gebonden :

Gij komt — en maakt mij vrij.

Page 196: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

182

EEN ADVENTSLIED.

Ik was bevlekt met zonden :

Gij komt — en reinigt mij.

Het leven was mij sterven,

Tot Gij mij op deedt staan :

Gij doet mij schatten erven ,

Die nimmermeer vergaan !

Wat deed uit 's Hemels zalen ,

0 Heer der heerlijkheen !

Op aarde U nederdalen?

Uw groote liefde alleen !

Uw eindeloos erbarmen

Met onzen grooten nood ,

Dat als met zeegnende armen

En reddend ons omsloot !

Ja , schrijf dat in uw harte ,

Gij diepbedroefde schaar !

Bij 't nijpen van de smarte,

Bij 't barnen van 't gevaar!

Al kneusde 't kruis uw schouder, ,Al doofde 't laatste licht,

De Trooster en Behouder

Staat voor uw aangezicht.

Nu hoeft gij niet to vragen ,

Of God wel vrede biedt :

„ In menschen welbehagen !"

Z66 klinkt het Englenlied.

't Klinkt voort, waarheen we ook zwervenUit Bethlem- Efrata :

Het klinkt, ook onder 't sterven,

Nog in ons harte na!

Page 197: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN ADVENTSLIED.

Hoe de afgrond ons bestrijde ,

De waereld ons verschrikk' ,

De Heer staat ons ter zijde

Tot onzen jongsten snik.

Wat haatren ons begrimmen ,

't Ligt al voor Hem gebukt ,

Die zelfs het rijk der schimmen

De ,zegepraal ontrukt !

Nog eenmaal zal Hij komen

.Als Richter van 't heelal,

Die 't moede hoofd der vroomen

Voor eeuwig kroonen zal.

Nog is die dag verborgen :

Ai , wacht hem biddend af,

Terwijl de groote Morgeri

Reeds schemert boven 't Graf!

(Vrij gevolgd naar PAUL GERHARD.)

DE GEBOORTE VAN JEZUS.

EEN LIED VAN LUTHER.

De starren blonken in den nacht ;

De herders hielden trouw de wacht ;

Daar straalde op eens Gods Hemelhof

Den glans van maan en sterren dof.

Daar klonk gelijk een jubellied ,

De stem des Engels : „ Siddert niet !

„ 1k melde u groote zaligheid ,

„Voor u en al het yolk bereid.

Page 198: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

\\

184 DE GEBOORTE VAN JEZUS.

„ Hij kwam , uw Redder uit den nood,

„ Geboren uit der Jonkvrouw schoot!

„ Hij kwam , die al uw heil be vat ,

„ De Christus Gods , in Davids stad !

„ En dit sal u het teeken zijn :

„ In doeken ligt het kindekijn ;

„ Een schaamle krib , een arme stal,

„ Omringt den Koning van 't Heelal !"

0 vreugdemaar ! Gods eigen Zoon

Verliet voor mij Zijn glorietroon !

Op , op , mijn ziel ! naar Bethleem !

Diar vind ik , daar aanbid ik Hem!

Gegroet , doorluchte Vreemdeling ,

Wien de aarde tot heur gast ontfing!

Gij , Eeuwig Woord! wordt Mensch genoemd :

Wat mensch , die U naar waarde roemt?

0 Zoon van God, der Englen Heer!

Hoe ligt ge daar zoo machtloos neer?

Gods Erfgenaam , behelpt ge u zoo ,Gepeluwd op een handvol stroo?

Maar, schoon hij goud en paerlen droeg,

Wat wiege was er schoon genoeg ?

Heel de Aard , met al heur heerlijkheen ,

Was nog te schamel , nog te kleen!

Toch hebt Gij alle koningspracht

En purper en fluweel veracht :

Gij vindt een armen stal gereed,

Een houten sponde , een linnen kleedt,

Page 199: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE GEBOORTE VAN JEZUS. 185

Dat hebt Ge , o Heer ! voor ons gedaan :

Zoo toont Gij reeds als kind ons aan ,

Dat al des waerelds glans en goud

Geen hart voldoet , geen ziel behoudt.

0 liefste Jezus ! Gij zijt mijn :

Laat mij voor eeuwig de Uwe zijn !

Gij , die geen kribbe u hebt geschaamd,

Of Ge in mijn harte wonen kwaamt!

Och, klonk der Englen zalig choor

In lief en leed mijn harte door !Och , wierp tot in mijn donker graf

Gods heerlijkheid heur schijnsel of !

Och , was het sterfbed dat mij wacht ,

Gelijk die kribbe rein en zacht !0 Heiland ! schenk mij die gena :

Gij kunt en wilt ! — Hallelujah!

DE ENGELENZANG.

I.

„ EERE ZIJ GOD' IN DE HOOGSTE HEMELEN."

Een vreugdezang, een lied van lof,

Weerklinkt nu heinde en veere,

Neerdalende uit den Hemelhof,

Den Hoogen God ter eere :

Dat wonderzoet hallelujah

Page 200: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I

186 DE ENGELENZANG.

Maakt doode harten levend,

En laat alom zijn weerklank na ,

Op duizend stemmen zwevend.

Het Scheppingslied klonk heerlijk schoon

De hemelen in 't ronde —Daar kraste op eens een valsche toon :

De wanklank o n z e r Zonde!Deze aard — geschonden heiligdom ! —

Vergat haar God to loven :

Heur hoogmoed en ellende klom

Gelijk een walm naar boven.

De vogel tong in 't boomrijk hout

Voor God zijn melodien :De mensch boog voor den boom van 't woud

In blinden waan de knien.Den steen aanbad hij — zelf een steen

Voor God en 't Eeuwig leven;

In peilloze ongerechtigheén

Al dieper voortgedreven.

En nu — daar kamt Gods eigen Zoon

Den droom der dwaling storen :Hij brengt nieuw leven van Gods troon ,

En 't Menschdom wordt herboren.

Hij lost de wangeluiden op,

Als hoogste Heilverkonder :

En voert de liefde Gods ten top

In 't groot Verzoeningswonder.

In Hem zien wij Gods aangezicht ;

Hij brengt alle Englen mede ;

Zijn glimlach is een morgenlicht,

Page 201: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE ENGELENZANG. 187

Zijn gang , een weg van vrede.

Hij troost — gelijk Been moeder troost ;

Hij glimlacht en — vertedert ;

Hij strait — het schaamtloos voorhoofd bloost ,

De onbuigbre ligt vernederd!

Gods Jaatste en heerlijkst Woord is Hij ;

Z ij n woord is geest en leven ;

Zijn oogblik vonnist of spreekt vrij ,

Zijn straffen is — vergeven.

Hij sterft — vernietigd zinkt de flood

Met Hem in 't graf ter neder :

Hij vaart omhoog uit 's aardrijks schoot

En — brengt den Hemel weder !

Het lied , dat bij Zijn krib begint

Op juichende englentongen ,

Wordt door elk weergevonden kind

Van nu of voortgezongen :

't Klinkt in der Magdalenen dank,

En waar de Apostlen knielen ;

0 Martlaars , in uw zwanenzang ,

Uw bee, verloste zielen !

De glorie van Zijn naam blinkt uit

In 't leven van de Zijnen ,

Alomme waar Zijn zaad ontspruit ,

Zijn gulden vruchten scbijnen.

Zij wordt in 't klokgelui gehoord ,

Waar 't vroome yolk vergaarde;

Als in triomftocht draagt Zijn woord

Haar tot aan 't eind der Aarde !

Page 202: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r188 DE ENGELENZANG.

1Jit elk geslacht en tong en stam

En natien en volken,

Stijgt nu ter eer van God en 't Lam

Het Nieuwe Lied ten volken.

Verscheiden klanken vormen zij ,

Toch smelten ze allen samen

Tot 66n akkoord, an harmony,

Èen duizendstemmig Amen !

Nu staat de Waarheid als een rots

In 't machtloos woén der baren;

Nu wordt deze Aarde een tempel Gods:

De harten zijn altaren !

De Heer is God en niemand meer,

Zoo ver daar zonnen weemlen :

Zijne is de macht, de liracht, en de eer

Tot in de Hoogste Heemlen !

II.

„VREDE OP AARDE !"

Wij duchtten 't heilig strafgericht ,

Wij durfden naar Gods aangezicht

Het angstig oog niet wenden :

Wij brachten bloedige offers aan ,

Maar bleven toch van verre staan,

Bij altijd nieuwe ellende.

Vrede!

Vrede !

Page 203: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE ENGELENZANG. 189

Welk een mare

Voor die schare

Van vermoeiden ,

Die met tranen 't stof besproeiden!

0 gij , die daar nog eenzaam dwaalt ,

Heft de oogen op ! Nu rijst , nu straalt

De heerlijkheid des Heeren !

De Hemel daalt bij Bethlehem ;

Der Englen lied , des Vaders stem

Vermaant u weer to keeren .. .

Vrede !

Vrede !Laat u leiden

Naar de weiden

Des Algoeden :

Jezus zal uw zielen hoeden !

't Zij vrede nu in 't Kinderhart,

Na lange schuld , in bange smart

Vervreemd van God en 't Leven !

Hij komt , die d' afstand wijken doet ,

En 't ons bezegelt met Zijn bloed :

„ De zonden zijn vergeven !"

Vrede !

Vrede !

'5 Vaders zegen

Stroomt u tegen —

Zelfs in 't lijden

Kiemt een nooit gekend verblijden !

't Zij vrede nu in 't Huisgezin ,

Naar Ouderliefde en Kindermin

Page 204: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

190

DE ENGELENZANG.

De zielen samenstrenglen ,

Waar 's Heeren wenk het water wijn ,

't Gebed het Brood der ziel doet zijn.

De dorpelwachters , Englen !

Vrede !

Vrede !

Trouwe leden ,

Saam' gestreden !

Saam' genoten !'t Leed zal slinken , 't Lief vergrooten.

't Zij Vrede nu, heel de Aarde in 't rond !

Komt , sluit alom den broederbond !

Vernagelt uw kanonnen !Dat al uw strijd een wedstrijd zij

Van Deugd en Liefde en Medelij' ,

Steeds biddend weer begonnen !

Vrede !

Vrede !

Alle veeten

Zijn vergeten ;

Liefdebanden

Strenglen om de verste stranden !b

Gegroet , gegroet , o Vredevorst !

Die willig onzen jammer torscht ,

En sterft aan o n z e wonden !Die d' eeuwenouden strijd beslecht ,

En aan uw kruis het handschrift hecht

Van al des waerelds zonden !

Vrede !

Vrede !

Page 205: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE ENGELENZANG. 191

Palmen groenen ,

Millioenen

Jubelchooren

Doen het eeuwig danklied hooren !

„IN DE MENSCHEN EEN WELBEHAGEN!"

Nu deinzen aan de kimmen,

Bij nieuwe morgenpracht ,

De schaduwen en schimmen

Van d' eeuwenouden nacht.

De starrenvonken vloeien

Daarheen in 't zonnegloeien ,

En — 't oog des Hemels lacht !

God slaat met welbehagen

Het arme Menschdom ga ;

Op alle levensvragen

Heeft Hij een zalig : Ja!

En onuitspreeklijk teeder

Roept Hij 't verloorne weder

Met smeekende genii !

Wilt gij het alvermogen

Der Liefde Gods verstaan?

Moet voor uw eigen oogen

Een hemel opengaan?

Zoo bidt dan , gij verloornen ,

Mariaas Eerstgeboornen

Als Zoon des Vaders aan !

Page 206: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

192

DE ENGELENZANG.

Die Zoon is ons gezonden

Als bode van Gods vree:

Vergeving onzer zonden,

Het Leven, brengt Hij mee!

Hij doet den schrik bedaren ;

Hij draagt ons door de baren

Der zwarte doodenzee !

Die Zoon in 't vleesch verschenen,

In alles Mensch als wij,

Wil menschlijk met ons weenen

ITit godlijk medelij1

Hij deelt in al het mijne ,

Hij geeft mij al het Zijne ,En — duizenden met mij!

Hij komt niet als een Koning,

Wiens majesteit verblindt ,

Hij , Vredevorst Wiens krooning

In 't spotgewaad begint :

Zijn scepter heet — erbarming ;

Zijn purperkleed — ontferming ,

Zijn naam — Gods liefste Kind !

Maar door Zijn doornen henenWeerblinkt een hemelsch licht,

Als van den glans doorschenen

Van 's Vaders aangezicht ;

En aan het kruis zieltogend,

Begint Hij , alvermogend,

Het heilig Eindgericht!

Doet Hij uw liefde ontbranden?

De Liefde kent geen schroom.

Page 207: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i-DE ENGELENZANG. 193

Zoo grijpt Zijn beide handen ,

Zoo vat zijn kleederzoom ,

Zoo volgt Hem op Zijn wegen !

U groet zij ,eerste zegen

In 't vriendelijk : „ Wellekoom !"

Wij zien Hem aan — daar scheuren

De wolken onzer smart :

Niet langer zijn de deuren

Van 't Vaderhuis verspard.

Gods armen staan ons open :

Wij grijpen moed en hopen ,

En — „ Abba!" juicht ons hart.

In Zijn gena te leven ,

In Zijn verbond te staan ,

Zijn voorbeeld na te streven

En in Zijn licht te gaan,

Zich tot Zijn strijd te gorden

Om Hem gelijk te worden ,

Wat schoone gloriebaan !

Slechts dit nog doet ons blozen

Met heilig zielsverdriet ,

Dat Hij , Wiens weg wij kozen ,

Zoo vaak ons struiklen ziet!

Maar toch — wij gaan naar Bowen :

Ons twijflen wordt gelooven ,

En Hij — begeeft ons niet!

Waar wij Zijn omgang smaken,

Daar wordt ons alles goed.

Wat vreugden die ontwaatten

In 't Godgewijd gemoed !'

13

Page 208: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE ENGELENZANG.

Wat nieuwe zegeningen !

Fonteinen die ontspringen ,

En bloemen voor den voet !

„ De Hooge God zal zorgen !

„ Hij draagt u in Zijn schoot !"

Zoo lezen we elken morgen

In 't gloeiend ochtendrood ;

Zoo staat in 't stargewemel

Geschreven aan den hemel ,

Tot de ure van den dood !

Nu God Zijn Zoon niet spaarde,

Is alle heil gewis.

Nu blinkt de donkere garde,

En bloeit tie wildernis.

En gij , Zijns Zoons beminden !

Zult eeuwig ondervinden

Dat God Uw Vader is.

(Van verre naar LANGE gevolgd.)

Page 209: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DRIE KONINGEN.

DRIE KONINGEN.

Ze is opgegaan uit 's waerelds Oosten ,

De Jakobsstar, zoolang verwacht ,

Die Adams kindren zal vertroosten

Van veertig-eeuwschen zondenacht!

Der Tijden volheid is verrezen

Uit Bethléms armen herdersstal :

Hij kwam, die hun bestemmer wezen,

Hun godlijk keerpunt worden zal!

Wat aarzelt gij , o langverjaarde,

U-zelven onbewuste Drie ,

Gij Koningsmachten deter aarde,

Wet , Heerschappij en Profecie !

Naar Davids stad ! Aan Jezus' voeten !

Gaat , op de schaamle krib geleend ,

Aanbiddend den Gezalfde groeten ,

Die u vervult, vernieuwt, vereent !

Wat blijft gij in uw plechttalaren ,

Gescheiden van den grooten drom ,

Hoogmoedig op uw Thora staren ,

Gij Priesterkaste in 't Heiligdom?

Die steenen Tafelen verplettren —

Hij , levendige Zedewet ,

Hij Wendt den vloek der doode Lettren ,

En brengt den Geest, die zielen redt !

Wat al uwe offers niet vermochten ,

Vermag Zijn heilig hartebloed :

Ontzondigden en vrijgekochten

Voert Hij Gods Tempel to gemoet;

Page 210: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r196 DRIE KONINGEN.

Hij scheurt Gods dochteren en zonenDen voorhang van 't veroud gordijn ,

En doet in 't Heiligste hen wonen ,

Waar ze Mien G ode Priesters zijn!

Wat tast ge in schemerende droomen ,

Gij Leeraars ! naar het wezen rond?

De blinddoek is uw oog ontnomen :'t Onzeker schaduwbeeld verzwond.

Uw raadsels vinden hun verklaringIn Hem, Gods eeuwigsprekend Woord,

Gods klaarste en heerlijkste Openbaring ,

In Wien gij 't Hoogste ziet en hoort :

a' Onzichtbre , die zich zienlijk maakte ,

De Waarheid , in uw vleesch en bloed ,

Den God, naar wien uw ziele blaakte,

Den Mensch, gelijk hij warden moet ,

Die door al 's aardrijks vlakten henen

De zee der Kennisse verwijdt,

En zelfs de kinderkens en kleenen

Tot juichende Profeten wijdt !

En Vorsten ! gij , wier purperwade

Met bloed en tranen was bemorscht !

Wordt Koningen bij Gods genade ,

En dienaars van den Vredevorst 1Hij kwam , Wien alle troonen wijken ,

Die zelf uw kroon boetseerde uit slijk ,

Die eenmaal alle koninkrijkenDoet smelten tot een , eeuwig , Rijk .

Waar zwaard en schild to samen roesten

In 't algemeene olijvendal,Waar 't recht des sterken niet verwoesten ,

Page 211: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

BRIE KONINGEN.

Noch zwakheid onrecht wezen zal ;

Waar zij , die hier de minsten heetten ,

In de eersten zich herschapen zien ,

Wien , op huns Konings troon gezeten

Prot zelfs Gods Englen hulde bien !

Naar Davids stall ! Aan Jezus' voeten !

Drie Koningsmachten dezer aard !

De Star , wier aarde en hemel groeten ,

Leidt door de diepte Hemelwaart !

KERSTLIED.

WIJZE : Gezang 144 , met verandering , naar de kompositie

van J. A. GLEIM.

Zalige Englen, looft den Heere !

Gij hoogste Heemlen , geeft Hem eere !

Juich , Aarde ! om • 't hell u toegezegd.

God heeft in den mensch behagen ,

De bergen znllen vrede dragen ,

En alle heuvels heilig recht.

Want van zijn hoogen troon

Zendt God Zijn eigen Loon,

Hallelujah ! In EfrataToont God Zijn gunst. Hallelujah !

Welkom , welkom hier beneden !

Gij Koning uit Gods Hemelsch Eden ,

Die ons komt hoeden met Uw staf,

Die met God ons komt verzoenen ,

Page 212: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r 198 KERSTLIED.

En de eeuwge levenkrans doet groenen ,

Ook in de schaduw van ons graf!

Laat , Godlijk Kindekijn ,

Ons hart Uw krebbe zijn !

Hallelujah ! Uw heilgena

Verlate ons nooit. Hallelujah !

KINDERLIEDEREN OP DEN TWEEDEN KERSTDAG.

1. Voorzang.

WIJZE : Psalm 25.

Zouden wij niet vrolijk zingen ,

Liefste Jezus , Kindervrind!Daar Uw goedheen ons omringen ,

Daar Gij ons zoo teer bemint ?

Gij , Gods Zoon , werdt ons gelijk ,

In een armen stal geboren,

Opdat kindren , arm en rift,

Naar Uw heilstem zouden hooren !

Ja , wij komen U begroeten :

Eindloos is Uw liefde , o Heer !

Zie, wij buigen aan Uw voeten

Bij de schaamle krib ons neer !

Blik ons aan met vriendlijk oog !

Leer ons danken , leer ons bidden !

Trek ons kinderhart omhoog ,

En woon altijd in ons midden!

Page 213: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(KINDERLIEDEREN OP DEN TWEEDEN KERSTDAG. 199

2. Tusschenzang.

WIJZE : Gezang 36.

Jezus is geboren!

Poet die heilmaar hooren,

Englen van den Heer!

Kindren juichen mede:

Vreugd en hemelvreele

Daalt met Jezus neer !

Spreekt van Hem

Met luider stem,

Dat wij leeren Hem te leven ,

Hem ons hart te geven !

3. Nazang.

WIJZE : Gezang 2.

Ja , Jezus ! U zij roem en eer !

Gij daaldet uit den Hemel neer,

En bracht ons 't Eeuwig Leven.

Door IJ, o Heer! zijn wij gewis,

Dat God ook ooze Vader is,

Die nooit ons zal begeven!

Gij maakt ons hart zoo recht verheugd,

Gij voedt ons op voor ware Deugd ,Gij wijst den weg naar Boven.

Gij geeft ons plaats in 't Paradijs :

Hoe zalig, (lair, op Englenwijz',

Voor eeuwig U te loven!

Och, waart Gij , tot aan 's waerelds end,

Dien Heidenkindren ook bekend,

Die van Uw heil niets weten ,

Page 214: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

200 KINDERLIEDEREN OP DEN TWEEDEN KERSTDAG.

Wat zouden zij gelukkig zijn ,

En U , verlost van zonde en pijn ,

Hun lieven Jezus heeten!

Heer ! zend Uw goede herders uitNaar Oost en West, naar Noord en Zuid ,

Tot aan de verste stroomen!

Opdat , o Heer ! niet wij-alleen ,

Maar, a11% kinderen , groot en kleen ,

Ja , Mle , tot U komen !

EEN KERSTAVOND-VERTELLING.

Ik kreeg van avond , in den schemerhoek

Der boekencel, een vriendelijk bezoek :

Het blonde Kerstmis-starretjen keek door

Het venster heen : een snelle flikkergloor

Vloog dartlende over 't wit papier , en 't was

Als 'schreef een straal er neder wat ik las :

„'k Heb veel gezien , veel, sinds den schooners nacht ,

Toen 'k wandelde naar Bethlem-Efrata ,

En , op den beurtzang van het g 1 o r i a,

De Wijzen naar des Heilands krebbe bracht.

Dagr leidde ik sedert menig Wijze keen,

En menig schaamle hut en naakte stalZag 't heerlijk Licht des Heeren ; want het scheen

Voor elk , voor arme herders bovenal.Dees avond nog . . . Maar hoor , wat ik verhaal !

'k Had door 't geschilderd glas der Kathedraal

De schaar begroet , die 't Danklied rijzen dee ,

Page 215: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IEEN KERSTAVOND-VERTELLING. 201

Doormengd met Englen : want in 't Lofchoraal

Van 't Kersfeest zingt nog steeds de Hemel meé.

'k Had zachtkens met mijn fijnsten zilverstraal

Het voorhoofd van de kinderkens gekust ,

Die pond den Kerstboom dansten , met zijn schat

Verrassingen en lichtjens — straks gebluscht,Want vreugd vermoeit : het volkjen ging ter rust.

Tom zwierf mijn straal ver van de drokke stad

Naar buiten , naar het dorpjen , slapende ook,

Behalven waar de kronkelende rook

Nog even wegflaauwde over 't rieten dak ,

Dat huivrig in de witte sneeuwpels dook.

'k Gleed neder van den naakten lindetak

En gluurde, tusschen de ijspluim , door de ruit

Van 't huisvertrek der Pastorij. — Daar scheen

Een lampjen, kwijnend levensteeken uit

Die doodspelonk ! en schaduwde aan den wand

De schim des grijzen Leeraars , -gants all n,

Het rimplig hoofd gebogen in de hand,

Staroogende in den haard, waar 't stervend vuur

Zijn laatste vonken onder de asch begroef.

Hoe was die mond zoo bleek , die blik zoo droef?

Had hij niet zelf in 't eigen avonduur

't Kerst-Evangelie meé verkondigd ? — Ach,

Terwijl hij zielen troostte , mistte hij

Den troost , als een die andren drenken mag,

Zelf dorstend ; en , in sombere mijmerij

Verzonken, droomt hij in zijn eenzaamheid

Zijn ouden droom.Wat droomt hij ? — Van een kind,

Fen Engel, hem door God aan 't hart geleid,

Zijn eerste en anige, al to teêr bemind,

Page 216: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

202

EEN KERSTAVOND-VERTELLING.

Die ook eens — maar dat was al lang geleen !

Gedanst had rond den groenen Kerstboom heen ,

En nu, als zoovele andren, lang getrouwd

En blijde moeders , ook haar eigen wicht

Op d' arm had kunnen dragen naar hot Licht

Der Kerstnacht ! ...

Maar de droeve Grijze aanschouwt

Haar niet, aanschouwde haar sints lang niet weer.

Waar was zij ? . . . Ach , to snel had zij gebloeid,

De Boos der Pastorij , die onbesnoeidHaar wilde loten uitschoot ! Ras ontgloeid

En vroeg verleid, had zij het pad der eer

Verlaten .... In den Kerstnacht , voor een jaar ,

Ontvlood ze 't vaderhuis en kwam niet weer —

Ondankbre ! 's vaders vreugde vlood met haar ! .. .

En weken , maanden — ach , hoe eindloos duurt

Het wachten ! — had die varier 't graauwe hair

Zien grijzer en door 't venster heengetuurd,

Of eindelijk zijn arm verloren lam

Niet boetend tot den herder weder kwam.

Vergeefs ! Toen werd allengs de bitterheid

Der wanhoop — valsche vriend die ons bezoekt

Ms de andren weken ! --- door zijn hart verspreid ,

En — raadloos had hij 't wufte kind gevloekt ,

Dat hij , als had ze nooit voor hem bestaan,

Vergeten zou .... Vergeefs ! Natuur behoudt

Haar macht , en zelfs de vadervloek, hoe koud ,

Dooit weg in d' eersten , warmen vadertraan,

Gesmolten tot een zegen!

Nu vooral,

Dees avond vol herinring , stond het beeld

Van 't kind hem voor den geest, zijn eenig Al ,

Page 217: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN KERSTAVOND-VERTE LLING.

Na Moeders dood zijn eenling , toebedeeld

Met al den glans der . Lent', den blos der Jeugd,

Den blik der Liefde, al 't zonnelicht der Vreugd ;

En diep geroerd vouwt hij de handen saam!

- ED zie ! daar zweeft een schaduw langs het raam ,En poor ! daar tikt , maar schuw, , een vingertopDaar buiten op de deur -7- de klink springt op —

Wie treedt daar binnen in des kluiznaars eel?

Wie staat daar , dubbel bleek bij 't scheemrend licht ,

Gebogen , uitgeteerd ? . . . God ! heeft hij 't wM ,Ziet hij zijn dierbaar kind in 't aangezicht ?

Of is 't schim der doode , die in 't graf

Geen rust vindt eer heur vader haar vergaf?

Zij spreekt geen woord, maar met een stillen vloed

Van tranen , valt zij neder aan zijn voet ,

Zooals de Magdaleensche nederboog

Voor Hem die heden werd geboren . . . . Ziet

Dien grijzaard ! Als een dreigend onweer schietEen wolk hem over 't voorhoofd. Naar omhoog

Heft hij de hand ; maar , eer hij wenkt : „ Keer weer,

„ Ik ken u niet ," valt ze aan zijn voeten neér .. •

Hem duizelt — ieder zintuig schijnt verdoofd ,

Een huivring rilt door ieder zwellende' ag.r

Hem naar het hart — stom , roerloos zit hij daar!

Een oogenblik , — daar ligt die hand op 't hoofdDer boeteling ! daar is de wolk voorbij ,

En 't fluistert , luider dan haar angstgesnik :

„Hebt Gij in menschen welbehagen! Gij,

„ De Vader in den Hemel ? Wat zou ik ,

„ Arme , aardsche vader ? . . . Mijn verloren kind !

„ Gij , dochter mijner liefde , mijner smart,„Wees welkom ! Altijd heb ik u bemind:

Page 218: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I.204 EEN KERSTAVOND-VERTELLING.

„ Sta op hier is uw plats!"...

Daar zinkt ze aan 't hartDes vaders, weenende als een zuigeling

Aan moeders borst . .. .

't Was in de Pastorij

Doodstil; maar 't scheen dat oogenblik , als ging

Een Engel langs dat eenzaam huis voorbij ,

En bij die stille omhelzing blonk zijn glans

Om beider hoofd gelijk een stralenkrans.

En hoor ! daar speelde 't plotsling middernacht

Op de oude dorpsklok , en met wondre kracht

Weêrklonk het in heur sidderende slagen :

„Aan God zij de eer! In menschen welbehagen!"

VII. OUDE-JAAR.

EEN OUDEJAARSNACHT.

Een grijsaard, in den laatsten middernacht

Van 't Oude Jaar, stood bij den vensterboog,

En zag van daar, met hooploos-starend oog,

Naar boven op de onsterfelijke pracht

Des hemels , en naar ondren op den glans

Van 't aardrijk, in zijn glinstrende kleedij

Zoo stil, zoo rein, en waar Been stervling thans

Zoo vreugdeloos , zoo slaaploos was — als hij!

Itampzalige! twee derden eener eeuw

Vergingen reeds; hij was zijn graf nabij :

't Was enkel nog verborgen door de sneeuw

Page 219: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN OUDEJAARSNACHT. 205

Des Ouderdoms , niet meer door 't groen der Jeugd !

En hij had niets vergaard dan — dwaze vreugd ,

Een lichaam , vroeg aan 't doodsch verderf gewijd ,

Een hart vol gif, een ziel verkleumd van kott ,

Een grijsheid vol van foltrend naberouw ! .. .

Daar zweefde op eens zijn jonge Lentetijd ,

Gelijk een geest die 't schimmenrijk verlaat,

Zijn blik voorbij , en riep den dageraad

Terug, toen hem de trouwe vaderhand

Geleide en op den Tweesprong stil deed staan ,

Waar rechts de Deugd haar heldre zonnebaan

Doet uitgaan naar een groot en vreedzaam LandVol oogsten en vol englen , een warand

Van Liefde en Licht — maar waar ter slinkerkant

De weg des Kwaads door menig molshoop heen

Zijn bochten wringt , tot in een wildernis ,

Waar nooit een straal van 't licht des Levens scheen ,Vol druipend gif en sijfilend slauggesis !

De slangen , ach ! zij kronklen om zijn hart,

't Gif schroeit zijn tong — nu weet hij waar hij is !

En raadloos en met onbeschrijfbre smart

Zag hij omhoog naar 's hemels heldre sfeer,

En snikte luid : „ 0 , Beef mijn jeugd mij weer !„ Mijn varier, sta deze eene bede toe !

„ Plaats me op des levens Tweesprong als weleer,

„ Opdat uw kind een andre keuze doe !"

Maar lang reeds was zijn prille jeugd niet meer,

En lang reeds borg het graf zijns vaders asch.

Dwaallichten zag hij Jansen op 't moeras,

Page 220: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

206 EEN OUDEJAARSNACHT..

En dwarlende op het kerkhof ondergaan :

„ Dat zijn mijn dwaze dagen !" riep hij uit.

Een wilde star schoot flikkrende uit Naar baan ,

En spatte' uiteen in 't vochtig heidekruid :

„ Helaas , dat ben ik-zelf!" verzuchtte hij ;

En"t bijtend gif der doodsche wanhoop viel

Nog dieper in de wonden zijner ziel.

Nu toonde hem de ontstelde fantazy

Nachtwandelaars , zich wiegende in den top

Der boomen ; en de molen , reuzengroot,

Hief dreigend zijn verplettrende armen op ;

En grijnzend nam, in 't wachthuis van den Dood,

Een bekkeneel zijn eigen trekken aan.

Daar hoorde hij den torenklepel slaan ,Daar speelde op eens , met zilvren klokgeklank,

Een nieuwjaarslied, dat , murmlende op den wind ,

Versmolt als een verwijderd kerkgezang.

Hij luisterde , ach ! bewogen als een kind,

Maar kalmer dan zoo even. Hij zag rood

Langs de effen kim , waar 't helder maantjen stond ,

En over de aard , al even stil als zij.

Hij dacht aan al de vrienden zijner jeugd ,

Die, beter en gelukkiger dan hij ,

Gelauwerd met de kroon der burgerdeugd ,

Gezegend door 't ontluikende geslacht,

De eer van hun huis en hunner kinderen trots ,

Zich koesterden in de eeuwge Liefde Gods.

„ 0, ik kon ook", zoo jammerde zijn klacht ,

„ Met traanloos oog den stillen middernacht

„ Doorsluimeren ! .. Maar ik heb niet gewild !

„ Mijn vader en mijn moeder! ik kon ook

Page 221: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i"EEN OUDEJAARSNACHT. 207

„ Gelukkig zijn — maar 'k heb mijn jeugd verspild ,

„ En al mijn hoop is opgelost in — rook !"

En 't was hem bij die wreede erinnering,

Die koortsig zijn geschokten geest doorvloog,

Alsof op eens het doodshoofd zich bewoog

In 't beenderhuis, en levenskracht ontfing :

Het zag hem aan met vriendlijk stralend oog ,

Blaauw als het waas der jonge veldviool ;

't Veranderde in een rankers jongeling,

Zoo manlijk-schoon, zoo vol van jeugd en moed,

Den Jongeling gelijk van 't Kapitool ,

Die van de vlijm des dorens zich ontdoet.

Zijn EIGEN IK - Wien 't enkel aan de stem

Nog faalde — stond verwijtend Over hem !

Dat kon hij niet meer aanzien. Zijn gemoed

Schoot vol; een wolk dreef voor zijn oogen heen,

Die hij bedekte ; een heete tranenvloed

Stroomde in de sneeuw; hij steunde en zuchtte alleen ,

Steeds troosteloos en zinneloos : „ Ai , keer

„ 0 Jeugd, keer weer ! — —"

En ziet, zij keerde weer!

Hij had gedroomd! Hij was die jongling nog,

Vol moed en kracht ! — Alleen zijn zingenot

En zonde was geen ijdel droombedrog.

Nu boog hij neer en dankte hij zijn God,

Dat hij nog vroeg ontwaakt was uit zijn waan,

En 't glibberpad der Ongerechtigheid

Verwislen kon voor Godsvruchts zonnebaan,

Die naar het Land der hemelsche oogsten leidt.

Page 222: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

208 EEN OUDEJAARSNACHT.

Keer weer met hem, gij Jongling , die dit hoort ,

Indien gij op zijn ‘dwaalspoor u verloort !

Deez' droom zal in 't vervolg uw richter zijn !

Want, als gij eens zoudt krijten in uw pijn :

„ Keer , schoone Jeugd!” uw klacht bleve onverhoord.

(Uit JEAN PAULS Gedachten„ I. D. no. I.)

Page 223: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

VIERDE BOEK,

LIEDEREN EN OVERDENKINGEN.

Page 224: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom
Page 225: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

1HYMNE AAN DEN SCHEPPER. 211

HYMNE AAN DEN SCHEPPER.

Groot , eindloos groot is God , de Bouwheer dezer aard' !

Hij vormt Zijn vloertapeet van blaauwe starrenbanen,Zijn trotsche zegekoets van 't dondrend wolkgevaart',

't Gespan dat Hij omklemt, van ratelende orkanen.

Het licht des dageraads , dat 's hemels kristallijn

In blozend purper hult met onbezwemen luister ,Is van Zijn mantelzoom de flaauwe wederschijn ,

En tegen Zijnen glans zinkt alle glans in 't duister.

Hij lacht — de vreugde zweeft langs vlakte en heuveltop ,De welvaart kust den grond en dartelt langs de plasschen ,

Hij toorent — de afgrond scheurt tot aan den navel op ,

En 't schokkend waereldrond bonst krakend uit zijn assen.

Loof d' onnaspeurbren God, gij gloeiend zonnenheir,

Rondom Zijn gloriestoel als luchters opgehangen!Ja, vlamt Zijn Majesteit , Zijn Liefde en Macht ter eer !

Zingt , aarde en hemel ! zing Zijn lof in jubelzangen!

Verhef, o tuimlend meir , uw onverdoof bre stem !Bazuin Zijn Almacht uit met luchtdoordaavrend klotsen !

En gij , o ceedren ! buigt in 't stof u neer voor Hem ,

Gij , Wier vergrijsde kruin de wolken schijnt to trotsen !

Page 226: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HYMNE AAN DEN SCHEPPER.

Monarchen van het woud , gij Leeuwen , bruit Zijn lof !

Gevogelt' , orgel dien in de afgebogen twijgen !

Gij , outers der natuur , wiens 's Heeren bllksem trof ,

0 bergen , laat uw damp als wierook opwaarts stijgen !

Prijst , echoos , prijst den Heer ! Verhoog hem , zefierstoet ,

Wier wieken door den dauw Zijns hemels zijn bepaereld !

En gij , o 1Viensch , die de aard doet knielen aan uw voet ,

Smelt weg in harmony , Gebieder dezer waereld !

U schenkt Hij eindloos meer dan 't uitgestrekt heelal !

U , die u broeder noemt der blijde Hemelingen ,

U schonk Zijn liefde een ziel die eeuwig Leven zal,

Een ziel , die door den bouw der schepping heen kan dringen.

Hef voor d' Oneindige dan 't juublend hallel aan,

Voor Hem , die iedren plooi uws boezems kan doorlezen !

Wat ramp u tegengrimme op 's levens kronkelpaan ,

Hij zal u (bouw op Hem !) ten burcht en beukelaar wezen !

Het ' zij de zon ontwaakt in 't zwijgend morgenuur ,

Of bij heur ondergang de westerpoort doet gloeien ,

Laat immer met den tang der juichende Natuur

Uw heilig psalmakkoord verteedrend samenvloeien !

Het zij de regen brnischt , de orkaan de lucht beroert

En 't bloemrijk akkerveld zijn bruidskleed komt ontrooven ,

De winter stroom en meir met marmer overvloert ,

Het zij de lent lacht — wil steeds den Schepper loven !

Ja , loof Hem ! zelfs ook dan, als de opgeruide vloed

Met hongerigen muil het land dreigt in to zwelgen ,

Ms u de pest omwalmt , of 't krijgsvuur rond u woedt :

God schlep u tot geluk , en zal u niet verdelgen!

Page 227: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HYMNE AAN DEN SCHEPPER. 213

Hoe teer, , hoe liefdrijk zorgt Zijn goedheid ook voor mij !

Zijn zegen bleef mijn deel , en rust mij op de, schoudren :

Hij schonk me een gloeiend hart vol liefde en poezy, ,

Een ziel , to groot voor de aard , en — tederminnende oudren !

Behoud mij deze uw gift , o immerweldoend God !

Kweekt ze in mijn binnenst' aan , de jonge dichtvuurspranken !

Hoe innig zal ik dan voor 't mij besehoren lot,

U , Bron van al wat is ! in siddrende' eerbied danken !

Ja , 'k dool dan menigmaal bij 't lied der filomeel ,

Het zwijgend woud in 't ronde , aan 't aardsch gewoel onttogen ,

En wend , met U alleen in 't welvend boschprieel ,

Den blik verzuchtende op naar gindsche starrenboogen.

Daar zet ik , vangt voor mij de strijd des levens aan ,

Mij neer aan 't eenzaam strand , in diep ontzag verloren ,

En zal , terwijl Gij zweeft op vleuglen van d' orkaan ,

In elke golf U zien , in elken donder hooren !

Dan zal ik , als de zon in 't dagend oosten glimt ,

Op 't eenzaam duingevaart , dat in de zee zich spiegelt ,

U zoeken , tot de nacht d' azuren trans beklimt ,

En zich mijn vlotte ziel in zoete droomen wiegelt.

(Naar VON KLEIST.)

AAN GOD.

Juist z66 als ik Uw beeld , o Beer!

In 't Evangelie vied,

Zijt gij de God diet* ik begeer, ,Uw zwak en zondig kind.

Page 228: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i.

214

AAN GOD.

Hoe dankbaar juich ik elken dag ,

Dat Gij niet anders zijt,

Dat ik u z66 erkennen mag ,

En z66 me in U verblijd!

Ik ben zoo nietig , Gij zoo groot ,Ik arm, en Gij zoo rijk ;

Ik , raadloos ; Gij , hebt raad in nood

En redding to gelijk.

Ik smaak Uw liefde in vreugde en smart,Gij zijt alom nabij ;

En leg ik stil de hand op 't hart,

Ik voel , ook daar zijt Gij.

En daarom juich ik , d a t Gij zijtG el ij k Gij zijt, o God!

De Vader, Wien mijn ziel zich wijdt ,

Mijn eeuwig heilgenot !

(Naar SPITTA.)

DES SCHEPPERS HEERLIJKHEID.

EERSTE STEM.

Gij Vader der geesten ,

Die kindren der Aard

Uw aanschijn ontsluiert ,

Uw wezen verklaart !

U zoekt , met al 't heimwee

Van it vaderloos kind,

De ziele des menschen ,

Page 229: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rDES SCHEPPERS HEERLIJKHEID. 215

Tot ze eindlijk U vindt.

Dan wijdt zij zich-zelve

Met zalig genot

Op 't altaar der Liefde

Haar Heer en haar God!

CHOOR.

Uit alle heemlen groet U , Heer !

Een eeuwig lofgezang.

Tot U ook rijst, uit lager sfeer,

Laatste echo van dien jubelklank ,

Ons : „ Amen ! lof en dank !"

Neen , 't Hallel, dat dit stof doorklinkt,

Behoeft Uw grootheid niet :

Toch, waar het hart ons drijft en dringt ,

En 't lied gelijk een stroom ontspringt ,

Daar neigt ge U tot ons lied !

U ruischt de beek , U geurt de bloem ,

De Schepping heeft geen rust,

Maar meld alom des Scheppers roem ,

En vindt bewust of onbewust ,

In U zijn hoogste lust !

TWEEDE STEM.

Gij , steeds geprezen , nooit volprezen !

Hoe straalt Uw glorie ons in 't oog!

De bergen, op Uw wenk verrezen ,

Gaan als heur zuilen naar omhoog ,

De hemel is haar koepelboog.

Voor U is Toekomst Hoch VOOrdezen ;

't Woont al in U , die nergens woont,

Maar overal Uw werking toont;

Page 230: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

-'1216 DES SCHEPPERS HEERLIJKHEID.

Die , buiten alle wisselingen

En boven alle ruimte en tijd ,

Alziende-onzichtbaar, alle Bingen

Omvattend , onbevatlijk zijt !

De waereldstelsels, die daar zweven,

Zijn stofjens , door Uw wil gedreven ,

Dien niets of niemand keeren zal ,

En uit de volheid van Uw levee ,

Vervult , bezielt Gij 't gantsch Heel-Al !

CHOOR.

In al de hooge heemlen ,

In elke diepte , is God nabij :

Waar juichende Englen weemlen ,

Waar menschen bidden , daar is Hij !

Hij heeft de vlam ontstoken

Der zonnefakklen heinde en ver, ,

Op Zijn gebod ontloken

Uw paradijzen , ster bij ster !

Des Heeren lof vermelde

Wie dezen God z ij n God gelooft !

Hij , die de starren telde ,

Telde ook de hairen van ons hoofd !

EERSTE STEM.

Op Zijn wenk worden Englen geboren , en knielen

Met een eerste hozanna ter neer voor Zijn troon !

TWEEDE STEM.

Op Zijn wenk komen duizend onsterflijke zielen

Met een jongste gebed in Zijne armen gevloOn !

Page 231: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DES SCHEPPERS HEERLIJKHEID. 217

EERSTE STEM.

En ook mij , schonkt Ge, o God ! tot Uwe eere het leven ;

Gij formeerdet, Oneindige ! ook mij naar Uw beeld.

TWEEDE STEM.

Daarom hebt Gij me een deel Uwes geestes gegeven,

Waar een zweem van Uw goddelijk wezen in speelt !

CHOOR.

0 God ! die hemelen en aardZoo heerlijk schiept, zoo trouw bewaart!

Die hier ons in den Voorhof plaatste,

Daar ginds het Heiligste ons verbeidt!

U , Beste en . Eenigste! Eerste en Laatste!

U zij de lof in eeuwigheid!

(V oor een klein gedeelte aan het Wallishaussensche

Andachtsbuch ontleend.)

GODS ORDE.

Gij , die , in 't Eeuwig Licht gezeten,Het blauw gewelf des hemels spant ,

De baan der starren hebt gemeten,

De starren leidt aan vasten band!

Op Uw- onschendbre wetten passers

De Dagmonarch, de Nachtvorstin;

Gij spreekt — hij rijst aan de oostertin,

Of zwenkt naar 't west op gloeiende assen ;

Zij dolt haar zilvren lichtschijf wassen,

Page 232: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r'218 GODS ORDE.

Of krimpt heur blanke hoornen in.

Dezelfde star, wier tinteloogen

Ons d' Avond boodschapte aan 't azuur,Wordt op een wenk van 't Alvermogen

Heraut van 't nuchter Morgenuur.

Uw wil verkort de vlucht der Dagen

Bij winterkoude eu hageljacht ;

Gij kortwiekt de uren van den Nacht ,

Zoo lang de velden bloemen dragen

In liefelijke zomerpracht.

Gij wenkt — de zefier kust de blaaren ,

En zij . ontzwachtlen bij zijn kus :

Gij wenkt op nieuw — en Sirius

Herschept in goud de groenende airen.

Niets , niets van alles wat Gij schept,

0 God ! zocht ooit den band to ontwringen

Der onverbreeklijke ordeningen ,

Die Gij 't Heelal gegeven hebt !

Maar nu dan ook , gij Heer der heeren !

Zoudt Gij der menschen wandelbaan

Niet even heilig gadeslaan ,

Hun lot en leven niet regeeren ?

Draait dan dat lot naar eigen wil

Rondom zijn wentelende spil ? —

De Misdaad plant heur roode vanen

En sticht een Rijk van smaad en smart ;

De Boosheid waadt in bloed en tranen

En treedt de Onnozelheid op 't hart;De \Torsten , die TJwe eer bedoelen ,

Zijn ballingen en bedelaars ;

En roovers, schennig en barbaarsch ,

Beklimmen hunne onteerde stoelen!

Page 233: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i.GODS ORDE. 219

Zie, hoe Uw snoode lastraars woelen !

Het Onrecht nestelt overal ,

Verkracht beloften en verdragen ,

Schept in 't bedrog een helsch behagen ,

En sleept de volkeren ten val!

Almachte ! geef ons dan een teeken ,

Dat Gij op aarde nederziet !

Dat Gij , die 't starrenheir gebiedt ,De harten leidt als waterbeeken !

Betem de wilde waereldzee !

Herstel alom de zuil der Orde ,

En geef dat z66 de bange beeEen jubelende lofzang worde !

(Naar BOETIUS.)

UIT GOD EN TOT GOD.

De School iiiet , waar uw geest pas staamlend leerde lezen ,

De Wieg niet , waar uw hart zijn kindertranen schreit ,

Niet de Aarde — kan uw woning wezen ,

Mensch ! pleegzoon der onsterflijkheid !

Ver uit uw kalme stulp , in schaduw der valleien ,

Ver over ieder duin en d' allerhoogsten top

Der eiken en der Alpenreien ,

Heft , bandeloos , uw geest zich op.

Hij wenscht zich vleugelen, en schept ze , en baant zich wegen ,

Waar zelfs de bliksemvaart des arends werd gestuit :

In 't middenpunt der zon gestegen ,

Vorscht hij nog hooger zonnen nit!

Page 234: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

220 UIT GOD EN TOT GOD.

Maar eindlijk, hoe hij stijg', zal toch een grenspaal blaauwen ,

En hoeveel hemelen uw ruimte dan omvat ,

Toch zal ze u eindlijk meer benaauwen

Dan de omvang , dien uw hulp bezat.

Uw plaats is , waar geen ruimte , o geest ! u meer omvademt ,

Want breeder is uw vlucht dan alle stargewelf:

U heeft de Oneindige uitgeademd,

Gij vindt geen rust dan in God-zelv' !

DE MENSCH.

Wat is de Mensch ? Half dier, half engel ;

Klein , arm , onmachtig , — heerlijk , groot!

Wat is zijn lot ? Een bout gemengel

Van zoete weelde en bangen nood.

Hem bloeit een duizendvoud verblijden ,

Schoon menig roosjen doornen heeft :

Hem kwelt een duiiendvoudig lijden —

Hij kiest — verzwakt — wordt oud en — sneeft !

Gij Meesterstuk van 't Alvermogen!

Is uw bestaan zoo kort van duur?

Zou hier uw roeping einden mogen ?Blijft gij een raadsel der natuur ?

Neen ! God schiep u voor de eeuwigheden ,

Tot tempel van Zijn heilgen geest :Na korten proeftijd hier beneden ,

Wacht u een eeuwig zegefeest.

Page 235: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE MENSCH. 221

Het struiklen in de kinderjaren

Zal voor den man ervaring zijn :

Eerst uit het onweér der gevaren

Verrijst des Vredes zonneschijn.

Wel hem , wiens onverzaadbre blikken

Zicli oopnen waar de Waarheid blinkt :

Eerst dan kan ons het licht verkwikken

Wanneer de blinddoek nederzinkt !

'k Aanschouw het wonderwerk des Heeren ,Wien 'k biddende als m ij n God erken ;

Ik zie , dat i k in lager sfeeren

Het eerste Zijner schepslen ben.

Niets dat de vleuglen evenaarde ,

Waarmee verbeelding mij omgordt .. .

En straks bedekt een handvol aarde

Mij , worm des stofs , die stoffe word !

De zoon van eeuwen en van uren ,V91 zwakte en kracht , vol vreeze en moed ,

De koning aller kreaturen ,

De slaaf van eigen vleesch en bloed :

Z66 klimt de Mensch tot wondren 'ulster,

Doorvorscht Natuur en 't Geestenrijk ,

Buigt zuchtend neer, , en — torscht een kluister

En wordt het reedloos dier gelijk !

Hij zwaait der Deugd het wierook tegen ,

En noemt de Wijsheid zijn vriendin :

Vergeet de Deugd , verlaat Gods wegen ,

En — slaapt in d' arm der Misdaad in !

Hij droomt , en siddert bij 't ontwaken ;

Voelt , dat hij 't Goede nog bemint ,

Page 236: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

222 DE MENSCH.

Strijdt manlijk waar zijn driften blaken,

En — toont zich zwakker dan een kind!

D6Ar, , waar de verste heemlen blaauwen ,

Zal ik des Heeren zaligheid,

Zal ik des Scheppers werk doorscliouwen ,

Omstraald van licht en majesteit!

De nevels worden weggeschoven :Het onnaspeurbre laat zich zien

Ik stijg op englenwiek naar Boven ,

En zonnen en planeeten vlien!

(roegeschreven aan SCHILLER.)

IN GELDERLAND.

Ik schud het stof der zorgen van mijn voeten ,

Mijn Betuwe ! nu ik uw grond betreed,

Waar , stap voor stap , mij de oude vrienden groeten ,

Zoodra uw Rhijn mij haastig welkom heet !

Zoo juichte ik eens , met tranen op de wangen,

Toen ik als knaap, na menig langen dag ,

Verduizendvoud door d' afstand en 't verlangen ,

In 't eind op nieuw in moeders armen lag .. • •

Ik heb u lief, als in mijn lentejaren,

Gij zijt mij steeds dezelfde lustwarand,

En, de eerste sneeuw moog' glinstren door mijn hairen ,

Mijn hart bleef jong als gij , zoet Gelderland!

0 mengeling van ritselende geuren!

Welriekende geluiden die daar zucht !

Page 237: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IN GELDERLAND. 223

0 wisslend spel van schaduwen en kleuren !

Veelstemmig choor der geesten in de lucht !

Wel ken ik u. Ruischt , boomen nit mijn Eden !

Mijn heuvels , golft ! Zingt voort , mijn nachtegaal !

Blaauw wolkje' omhoog , blaauw beekjen hier beneden ,

Mijn oog , mijn oor, , mijn hart , verstaat uw taal !

Mij straalt , mij spreekt een liefelijk herdenken

Uit kleur en klank betoovrend to gemoet :

'k Zie beelden door de dichte takken weaken ,En schimmen gaan voorbij in rozengloed.

Mijn blijde jeugd is eensklaps weergekomen :

Elyseums gaan me open , tred voor tred —

Ik Broom op nieuw mijn eerste Liefdedroomen !

Ik bid op nieuw mijn eerst Geloofsgebed !

't Arme eendtjen ziet met smachtend zielsverlangen

De koningsvlucht der blanke zwanen na ,

En geeft een kreet 1 ) — de zuchten worden zangen —

Daar ruischt in 't eind ook m ij n Hallelujah !

'k Doorleef dat weer, bij 't onvermoeid doordwalen

Dier heuielen , zich reiend ten festoen ,

Pier dalen , steeds gevolgd door schooner dalen ,

Zoo als in mij de erinneringen doers.

Mijn ziel wordt warm , en schiet in hare ontroering

De vleuglen aan ter nieuwe hemelvaart ,

En vindt , als zij ontwaakt uit Naar vervoering ,

Den Hemel Gods nog weer terug op Aard.

En alles wat zij voelde — feiten — namen —

Verleden — Heden — Schepping — Leven — Lot

't Vloeit alles tot ea machtig denkbeeld samen ,

Dat lucht zoekt in een dankgebed aan God !

9 Men herinnere zich „Het lee lij k e Eendtjen ," van ANDERSEN.

Page 238: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

224 IN GELDERLAND.

Ja , 1J een lied , o God ! in Wien ik leve ,

Bewege en ben ! een Hymne tot Uwe eer !

Uw goede geest beziel' mijn geest en zweve

De Aeeolsche harp mijns harten op en neer !

Hij spreke , als mijn verganklijken gedachten

De maatstaf van een heerlijkheid ontbreekt ,

Die overal , in millioenen krachten

En teekenen , van Uw nabijheid spreekt !

Groot is deze Aard met al heur lieflijkheden ,

Waarover Gij 't azuren dundoek spant :

En toch , wat is ze ? t6n enkele Uwer schreden !

De breedte van Uw zegenende hand !

Mijn fantazie blijft zoeken , en vindt nimmer

Het midden van Uw grensloos Heiligdom :

Hoe ver zij ook heur lijnen voorttrekt , immer

Oneindigheid ! Oneindigheid alom !

Ziet ! wonderen ontluiken voor mijn voeten ;

Ziet ! heerlijkheén gain wolkend voor mij op !

Ziet ! scheppingen op scheppingen begroeten

Mijne oogen in een enklen waterdrop

En als het fibers der deinzende avbndheemlen

Zich uitrolt als een onafzienbre kaart ,

Waar waerelden als eilandgroepen weemlen ,

Dan zwijmt mijn geest , neérduizlende uit zijn vaart.

Wat zijn zij toch , die lichten , die daar gloren ,

Het glinstrend stof dat voor Uw voeten waait !

En wat , o God , Uwe eeuwigheén ? De voren

Des akkers , waar Gij zonnestelsels zaait !

Wat afstand , die de oneindigheid kan meten ?

Wat diepte put Uw volheid uit , o Heer ?

Onnoemlijke ! hoe sullen wij U heeten ?

Onzienlijke ! wat beeldtnis kaatst U weer?

Page 239: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IN GELDERLAND. 225

Uw wezen overstroomt me en sleept mtj merle ,

Gelijk een zee die me op haar golven draagt ,

Maar zonder dat voor mijn bedwelmde rede

Een horizont verschijnt , een never draagt !

Maar Gij , Gij slaat om aarde en hemel beiden

Den mantel heen , die Uwe ontferming weeft ,

En houdt niet op Uwe armen uit to breiden

Naar al wat in Uw vaderliefde leeft.

Uw rechterhand stort zilvren melkwegstroomenb

De ruimte door , en , Heer ! Uw linker giet

Het. beekjen nit , en sprenkelt aan zijn zoom en

Den druppelspat op 't dor vergeet-mij-niet.

Rondom Uw troon blaast Ge Uw aanbiddende' Englen

Hozannaas in , en aan Uw voetschabelLeert Gij het vinkje' U eerste klanken menglen ,

En schrijft Ge Uw naam op 't wiekjen der kapel.

Uw wijsheid , die de zwervende Nomaden

Van de eene pool naar de andere geleidt ,

Bestuurt ook Binds op al zijn wandelpaden

Des pelgrims gang , en deelt zijne eenzaamheid.

Wekt Gij niet , Heer ! Uw duizende alle dagen

Op 't minste struikje'? En. staan niet eeuwen lang

Uw tafels der verkwikking opgeslagen

Van morgenrood tot zonnenondergang ?

Wie telt op aarde Uw goedertierenheden ?

Mist ooit Uw lente een bloem ? Uw herfst ea vrucht ?

Speelt thands Been geur van ons verloren Eden ,

Als keerde 't weer , op 't Zuider windgezucht ? —

Maar bovenal ; o Heer ! als wij de bladen

Van 't levensboek des harten openslaan ,

Hoe trekken ons de ontelbre wonderdaden

Van Uw genade op elken regel aan !

Page 240: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

7-

226

IN GELDERLAND.

't Is een verhaal van zegen, neergeschreven

Met goud der liefde ; en aller wondren kroon ,

Uw meesterstuk van liefde , is 't overgeven ,

0 Vader ! van U-zelven in Uw Zoon!

Een beedlaar lag voor 's Konings deur en kermde,

De ellende boog zijn naakte schouders krom :

Maar 's Konings zoon trad buiten , en omarmde

't Verloren kind , en hing hem 't purper om ! .. .

Tienduizende verrukte Jongren groepen

Zich nevens 't Kruis , om met een groote stem

Licht , Leven, Liefde en Vrijheid uit te roepen.

I k sta er bij ! ... 0 Vader, , zaagt Ge ook hem,

Dien armen knaap , die daar in 't eenzaam dwaalde ,

En rondzocht naar zijn „ onbekenden God ,"

Waarvan hem 't beekjen zong, het woud verhaalde ,

't Hart profeteerde , in smachtend zielsgenot?

Hebt Gij ook hem iets anders doen vermoeden ,

Een Betuwe des Hemels, 't Beter Land?

En deedt Ge in hem die wond des heimwees bloeden ,

Die niet geneest dan door Uw eigen hand?

Hebt Gij ook hem, den zondaar, , aangenomen ?

Gaaft gij hem deel atm 't Leven , aan Uw geest?

Een ziel , die in gezangen uit kan stroomen?

Een oog, dat in Uw schepping wondren leest?

Een Pinkstertong, om jezus te verkonden?

Rust , vrede en hoop , die op 15w toekomst beidt,

U-zelven, God? . . .• Mijn harte wordt verslonden

Door 't diep besef van mijne onwaardigheid.

Wat zonder U , Ontfermer ! zou ik we'zen?

Ik heb geen schaduw , 'k ben een schaduw ! Gij ,

Met welken naam alle andren ooit U prezen ,

Dit weet ik, Heer ! m ij n 1e ven zijt Ge mij !

Page 241: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i-IN GELDERLAND. 227

Tot U ben ik geschapen. 0 , bevredig

Een zucht , die te Uwaarts hijgt , door vreeze en strijd !

Onttrek mij aan mij-zelven , en ontledig

Mijn zwoegend hart van al wat Gij niet zijt.Mijn hoogste wensch is U te hebben , 't Leven,

Niet half maar gants , niet eens , maar straks , maar nu !Gij , Vader ! die mij alles hebt gegeven ,

Neem alles weer ! — 't Is immers n i e t s voor U?

NATUUR EN OPENBARING.

God heeft Zijn middelen als ons Zijn vaderzegen

Wil trekken , en Hij voert langs duizend tusschenwegen ,

In duizend richtingen ons naar den Levensstroom.

Hij zoekt een ieder bij zijn eigen vijgenboom

En geeft hem van zijn vrucht, opdat Hij hem verzade

En zoo hem grijpen moog'. Zijn heilige genade

Neemt onverbiddlijk hem zijn dierste wenschen af,

Om Al zijn wenschen tot een hooger vlucht dan 't graf

Te loutren door de smart , te vleuglen met gebeden.

Gods Liefde is eindloos rijk in goedertierenheden ,

In wijsheid, werkzaamheid en koninklijke kracht.

Zij voert den stervling waar Been stervling 't heeft gedacht ,

Geen Engel 't heeft gedroomd. Wie kan haar waarde loven ?

Wie staamlen wat zij is ? Heur wandelpaan zijn boven

De vogelen der lucht, haar strikken uitgezet

In d' afgrond. Voor uw deur heeft zij haar lokkend net,

Aan de allerverste zee haar weefslen uitgehangen,

Om menschenkinderen tot zaligheid te vangen,

Page 242: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r228

NATUUR EN OPENBARING.

Om haar verloren zoons to zeegnen ! Overal

Wekt alles tot gebed , aanbiddend lofgeschal

En zielsbekeering , 'Um geschiedenis en de mijne ,

De stem van 't hart die ons bij God verklaagt , de Zijne

Die van 't geweten nog, als eens van Sinai,

In donders uitgaat , heel ons aanzijn , ons genie,

Die schepper onder Hem die alles schlep ! ons streven

Naar heil , ons voorgevoel van een onsterflijk leven ,

En , bij en bovenal , Gods afdruk : Gods Natuur !

Hoe straalt . Zijn almacht , in die luchtzee van azuur, ,

Van de eindloze archipel der starren af! Roe bloeien

De heuvelen van lof , lien elke stroom in 't vloeien

Vermenigvuldigt met zijn golfslag , iedere plant

Verjeugdigt met haar blad , en elke wind van strandTot strand in zoet gezang en geuren boodschapt. De garde

Roept Hemwaart. Zelfs de kloof, , waar zich de sneeuw vergaarde ,

De wieg des winters , zingt Zijn liefde , en nit het slib

Der oceanen rijst de naakte steenrotsklip

Ten spiegel Zijner trouw. Tot in de vleugelklepping

Des vlinders spreekt Hij. Ook de diepgezonken schepping

Is pracht en adel , ook het zondig menschenkind ,

Ook de allerminste worm die zelfs geen webbe spint ,

Ontfing zijn wonderbouw, , ontfing bij Gods d a a r w o r d e,

Gelijk Gods waerelden , maat , tijd , getal en orde.

0 , hier vloeit Licht de traan die de eerste heildrop is !

Dan geeft ons smachtend hart van God getuigenis

Als \ an den Levende , de Bron van alle leven ,

Die , eindloos hooger dan Zijn schepping is verheven ,

En toch dat smachtend hart gedurig nader wordt ,

Zijn gaven meedeelt en met zegen overstort.

Dan scheurt de sluier der onwetendheid. Wij merken

Den grooten Meester uit de grootheid Zijner werken ,

Page 243: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

NATUUR EN OPENBARING. 229

Den Vader alles goeds uit de ongestilde zucht

Des weemoeds , die ons blaakt. De lamp der ziele lucht,

En dringt reeds door den nacht die 't hart had ingenomen.

Haar falen nog alleen de voedende oliestroomen

Van d' Openbaringsgeest ! Maar eerst voltooid de Heer

Het zwak Natuurgeloof en werpt zijn twijfel neer.

Hoe vaak , als wij verrukt de huppelende dalen

Der frissche moederaard in 't groene kleed zien stralen,

Haar krachten peilen en doorvorschen , haar cieraan

In soorten ordenen , haar wondren gadeslaan

Moet ons ontwaakt Geloof daar vriendlijk tusschen treden

En staamlen als een kind : „ Ziet , al die heerlijkheden

„ Schlep God !" Dan brengt het uit het dubbeld wonderrijk

Van mijngebergte en zee , een goeden geest gelijk ,

In naam des Scheppers goud en paerlen mede, voedstert

Als zorgende Engel 't wild en wapent het , en koestert

De vooglen met gepluimt'. En als ons duizlend oog

Rondwandelt door 't gestarnt', dan zweeft het d' etherboog

Gelijk een Seraf door en psalmzingt : „ Lc! en eere

„ En majesteit en kracht zij aller Heeren Heere ,

„Wiens woord de hemelen met lichten overstrooit

„ En uitbreidt tot een kleed dat om Zijn voetbank plooit !"

Dan zuchten wij tot God , en onze ontroerde blikken

Zien starend v66r zich : niets kan onze ziel verkwikken.

Zij voelt het : haar ontbreekt haar God nog, dien zij heeft

En niet heeft , Wien haar hoop verlangend tegenzweeft !

Zien we eindelijk de zon der voile Waarheid stralen

In heldren zielevree , zien wij Gods Englen dalenEn opwaarts klimmen langs den ladder der Natuur

En Christus-zelv' omhoog , o zeegnen wij dat uur !

De aard wordt een Beth-el, wordt een voorhof van Gods

[heemlen!

Page 244: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

230

NAMUR EN OPENBARING.

Gaan wij dan niet voorbij , om doelloos rond te weemlen

In blinkende ijdelheid , maar klemmen we ons aan 't W o o r d

Dat ons verschenen is , en worstelen wij voort ,

Tot onze tranen en gebeden God doen zwichten !

Dan zal Hij ons de heup der zinlijkheid ontwrichten ,

Dan zullen wij de ellende en doodsche tijrannij

Der zonden erkennen maar , de Trooster staat ter zij' !

Die zonde en dood verwon , kan beider angsten stillen.

Zien we op den Zone Gods ! Hij heeft alleen te willen

En — is almachtig ; maar Hij wil en wordt een kind !

Die grooter is dan de aarde en al de heemlen , vindt

Een krebbe niet te klein ! Gelijk een lam gebonden ,

Met smaad en vloek gekroond , doorpriemd van duizend wonden ,

Met alle ellend belast, bewandelt zijn genaDen harden kruisweg naar 't verzoenend Golgotha.

DAar wijzen zegenend Zijne uitgespannen levenNaar oost en westen heen , naar boven en beneden ,

Door heel de rnimte van die waereld , wie Zijn dood

Voor eeuwig heiligt , en zij storten in haar schoot

De balsemdropplen neer van een volmaakter leven.

Want ziet ! Hij-zelf, Hij leeft. De dood en 't Graf hergeven

Hun overwinnaar. Als een wonder staat Hij daar

In vriendlijken triomf, te midden van de schaarDer Jongren , wie Zijn groet van vreugd doet duizlen. Vrede

Verwierf Hij , en Hij deelt voor eeuwig hun lien mede.

Zijn zegen zalft hen tot gezanten van zijn kroon :

Almachtig vaart Hij op naar 's Vaders glorietroon,

En echter noemt Hij hen zijn broeders. Lit den hoogen

Stort Hij zijn heilgeest neer. Die schept hun andere oogen,

Vernieuwde harten en oprechten kinderzin ;

Die leidt ze 't heiligdom van alle Waarheid in ,

Verbreekt den prikkel waar de menschenvrees mee griefde ,

Page 245: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rNATUUR EN OPENBARING.

En snoert hen samen met de banden eener liefde ,

Die zelfs de haatren Gods jaloersch maakt en bekeert !

Z66 voert Gods Zoon den staf der schepping ! Hij regeert

De hemelen en de aard. Hij wandelt nog beneden

Onzichtbaar om. Hij blijft tot in alle eeuwigheden

Dezelfde. Hij verschijnt een Saulus in den gloed

Des bliksems , die de ziel doet siddren ; en begroet

Den Jonger lien Hij lieft , in al de vredestralen

Der voile middagzon. Hij ziet Zijn schapen dwalen ,

En zoekt en draagt ze voort en koestert ze aan zijn borst.

Hij ziet de moeden en belasten — ziet hun dorst

En honger naar Zijn heil , en Weg en Leidsman tevens ,

Brengt Hij ze samen bij de springfontein des Levens ,

En geeft hun 't brood dat uit den Hemel daalde. In Hem

Is alles heerlijk en begeerlijk. 't Is Z ij n stem

Die roept , Z ij n hand die klopt : „ Sluit mij uw harten open ,

„ En avondmaalt met Mij ! Ik zal u leeren hopen ,

„ .Vertrou wen , loven en aanbidden. Komt tot In' ij !

„ Zijt ge arm ? ik maak u rijk. Of slaaf? ik maak u vrij.

„ Of naake.0 ik kleede uw ziel. Of blind ? ik open de oogen.

„ In 't stof verneerd ? ik zal den needrige verhoogen !

„11w boetetranen zijn de paerlen mijner kroon.

„'k Schenk eer ik eische ; ik geef al wk ik eische ; ik loon

„ Wat ik gegeven heb. Zoo vliegt dan in Mijne armen ,

„ Want J e z u s is Mijn naam , en eindloos Mijn ontfermen !"

Ja , Heere Jezus , ja ! hier zijn wij ! Spreek nu , Heer !

Wat wilt Gij dat wij doers? Wij scheiden nimmermeer.

Page 246: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I232 CHRISTUS IN DE NATUUR.

CHRISTUS IN DE NATUUR.

Groote Schepping des Almachten!

Daar was Èen die u verstond,

ten , die al uw wonderkrachten,

Al uw raadslen , heeft doorgrond ,

Die bij dagen en bij nachten

U gekend heeft en erkend

Voor zijn groene pelgrimstent ,

Voor zijn eigen Vaderwoning :

Jezus — aller schepselen Koning !

Heel de verte was zijn huis ,

Was zijn vrijstad , was zijn tempel ,

Was zijn burcht en hemeldrempel ,

Was zijn stille bedekluis.

Diep in de Jordaanstroomplasschen ,

Waar geen zonnesprank meer vlamt,

Duikt Hij neér en laat zich wasschen,

Wijden tot zijn heerlijk ambt.

De open heemlen jubelschaatren

Als Hij opklimt uit de waatren,

Vol van z66 veel majesteit ,

Of Hij , blinkende van zegen ,

Uit de golven kwam gestegen

Van den oceaan der Liefde , van de zee der Zaligheid.

Zonder girls en zonder spoor

Dwaalt Hij 't diep woestijnvlak door.

Middaggloed en avondkilte

Drijven onbemerkt daarheen :

Page 247: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I"CHRISTUS IN DE NATUUR. 233

Hij , in feestelijke stilte

Met den Vader gants-alleen,

Leeft in hemelsche gepeinzen en geheiligde gebeén.

Tusschen statige almachtsteekens , tusschen steile rots aan rots,

Onder 't bruisen van de wolken ,

Zwierend boven alle volken

Als de vreêbanieren Gods ;

Onder 't ruischen van de winden, dat Hem zacht in de ooren

Of er geestenstemmen zweven , — [glijdt,

Smaakt Hij d' eersten rozentijd

Van 't God-Menschlijk ziele-leven ,

D' eersten lentemorgenstond

Van 't ontluikend Nieuw Verbond!

En in zaligzoete ontroering,

Als het deel geens engels word ,

In een Godlijke vervoering ,

Zinkt Hij innig en voor eeuwig aan het minnend Vaderhart.

Vrede en Eenzaamheid regeeren

Hier het onafzienbaar vlak ,

Waar geen tred het zwijgen brak.

Hier is de aarde alleen des Heeren ,

De aarde , zoo eenvoudig groot ,

Dat de rijkdom dubbel schittert aan de hemelsche gewelven.Hier vergeet de Heer zich-zelven ,

Itustende in des Vaders schoot.

Dienstdoende Englen zijn de Jongren ,

Lettende op zijn pelgrimsgang.

En Hij vast er zonder hongren

Veertig voile dagen lang ,

Door het Eeuwig -Woord gevoedstert , dat zijn ziele-lafenis

En zijns 'evens leven is.

Page 248: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

234

CHRISTUS IN DE NATUUR.

Zoo verslaat Hij, rein en krachtig, de eerste, tweede en derde maal,

I)' ouden Satan , zijn Verzoeker I — Zegepraal op zegepraal !

Nu dwaalt Hij en toeft Hij bij 't wieglend kristal

Van Gennezareths lokkende stroomen ,

Op lichtende heuvlen , in schaduw van 't dal,

Geschakeerd aan de bloeiende zoomen.

Hij bidt er te nacht , of Hij kr uist op het meir ,

Dat er slaapt in zijn glinstrende bedden ,

Nu derwaards , dan herwaards , al over en weer ,

Om verloornen te roepen te redden.

In 't spieglende vlak , waar geen rimpeltjen speelt ,

Waar geen waassemend neveltjen dwaerelt ,

Begroet Hem profetiesch het schemerend beeld

Van de klare Toekomstige Waereld.

Hij sluimert op 't scheepje', en al ratelt de wind,

Dat de wolken den hemel betrekken ,

Hij droomt zoo gerust als het zorgeloos kind,

Tot zijn angstige Jongren Hem wekken.

Dan stilt Hij de stormen , en preékt van de bark

Tot de duizende luistrende zielen ,

Die (leende haar ditmaal de duive heur vlerk !)

Aan den rand van den meirboezem knielen.

Daar blikt Hij , op 't gebergt', bij 't vriendlijk maanlichtstralen ,Naar 't Vaderhuis omhoog.

De vele woningen , de blinkende opperzalen

Slaan open voor zijn oog.

Hij telt de waerelden die aan den melkweg wolken,

En tintelt van de zucht

Om ze al te samen met Verlosten te bevolken ,

In heilig zielsgenucht.

Page 249: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

1-CHRISTUS IN DE NATUUR. 235

En als dan 't zwerk zich fronst , doorvlamd van bliksemflitsen ,

En de almachtsdonder knalt ,

Staat Hij , in nacht en storm , op de onbewoonde spitsen ,

Gelijk een geestgestalt'.

Dan staat Hij op zijn post , de trouwe waereldwachter, ,

Naar 't eeuwig Oost gericht ;

En laat er aan zijn voet alle andre wenschen achter

Voor de eene belle — om Licht !

Dan smeekt Hij voor de zoons die nog verloren kermen,

Hij , 's Vaders liefste Zoon!

En draagt zijn schapen en zijn lammerkens op de armen

Naar Gods genadetroon!

En daar wandelt voor Hem geen verschrikking

Door den loeienden middernacht om.

Hem is 't lied van den storm een verkwikking ,

De muziek in Gods eeuwigen Dom.

Hij verstaat al het spraakloos gefluister,

Hij doorziet het geheimvolle duister, ,

Waar de kronklende bergrug in schuilt ;

Hij daalt of in de weemlende kloven ,

Onder zwarte struweelen verschoven ,

Waar de sissende slang ligt gekuild ;

En Hij zweeft als de vlugge gazelle,

Van de klip op de klettrende welle ,

Waar de schuimende branding in huilt.En de schuddende klip wordt bedolven ,

Maar Hij-zelf schrijdt als Koning daarheen

Op het vonkelend vloerkleed der golven,

Dat zich gladt bij den kus zijner schreen.

En Hij juicht in dat bruisen en galmen :

De elementen zijn levende psalmen

Page 250: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

236 CHRISTUS IN DE NATUUR.

En de krachten een jubelgeschal ,

Om den lof van dien Naam to verkonden ,

Dien Hij-zelf door zijn wondren en wonden

Voor de waereld verheerlijken zal.

En Hij verheerlijkt dien Naam , als Hij genade verkondigt ,

Duizenden , pluimloos en blind , onder zijn vleugelen groept ;

Ms Hij hun lichamen spijst , als Hij hun zielen ontzondigt ,

Als Hij hun kranken geneest , als Hij hun dooden herroept.

En Hij verheerlijkt met Hem 't Lichtrijk der Orde en der Vrede,

Als Hij de geesten der nacht wegschrikt met vlammenden blik;

Als Hij de demons verjaagt , krimpende in siddrende bede ,

Als Hij 't bewijst met een' weak : „Neer aller Geesten ben 1k !"

En Hij verheerlijkt zich-zen Ziet , hoe zijn innerlijk wezen ,

Stralend van hemelschen glans , breekt door zijn sterflijken

[dosch ,Rein als de sneeuw in de zon , luid door zijn Vader geprezen ,

Hoog op de tinne der aard , d'eeuwigen Thabor zijns Gods !

Uit de frissche watersprank ,

Ruischende op zijn wandelbane ,

Reikt Hem de Samaritane ,

Naar zijn wil , den morgendrank.

En gedrenkt en drenker tevens ,

Laaft Hij haar verdroogde borstUit de springfontein des Levens ,

Alzoo dat haar nimmer dorst.

Tusschen 't gastvrij vijgenloover,

Dat den wandluar tot zich noodt ,

Plukt Hij zich zijn morgenbrood :

't Vaderhuis , zoo vrij en groot ,

Vloeit voor Hem van schatten over.

Page 251: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

CHRISTUS IN DE NATUUR. 237

't Groen geblaart' omlommert Hem :

Bij d' Olijf berg zit Hij neder ;

En zijn blik , weemoedig teeder, ,

Dwaalt naar 't arm. Jeruzalem.

En Hij hoort de Godsstad kraken ,

En Hij ziet het bloedrood Licht

Loeiend barsten uit heur daken ,

Hut en Huis en Tempel blaken .. .

Ach ! zij zieltoogt . . . Ach ! zij zwicht

Onder Romens adelaren ,

Die klapwiekend nedervaren

Ten gericht !

Die als gieren zich vergaaren

Waar het aas to rotten ligt !

En Hij hoort met zielsontfermen ,

D wars door 't staalgekletter heen ,

't Barenswee der vrouwen kermen ,

En het jammrend angstgesteen

Van de kinderkens heurs boezems, door den paardenhoef vertreen !

In den stillen schemerschijn

Van Gethsemanees olijven ,

Is zijn donkey kamerkijn ,

Waar zijn boezemzuchten drijven ,Naar Hij met den Vader spreekt ,

Waar zijn heilig angstzweet leekt.

In den donkren nacht der Zonde, die de waereld heeft misvormd ,

Onder 't dreigen van de Helle , die Hem woedende bestormt ,

Staat Hij biddend, stort Hij neder, zielsbedroefd, tot stervens mod,

En z66 ledigt Ilij den beker : z66 behaalt Hij in, don strijd

De overwinning, die de, waereld van den eeuwigen vloek bevrijdt !

Wat is ze schoon , die groote Sabbatsrust ,

Page 252: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r238

CHRISTUS IN DE NATUUR.

Die Paaschdag, waar zijn wonder hen verzadigt ,

Die Jongren, ter Tiberiasche kust

Op nieuw verga'a',rd , op nieuw weer begenadigd!'t Is Alles nieuw. En 't heilig feest aan 't meir.

Wijst heen naar 't feest , dat , bciven 't golfgewemel,

Den zaligen bereid wordt door den Heer,'t Feest van Gods Trouw, , in d' allerhoogsten Hemel!

Dan , ten laatsten afscheidsgroet,

Leidt de Heer zijn. Jongerstoet

Naar Bethanies dreven ,

Tot hen de oude Berg ontmoet ,

Van zijn krans omgeven ,

Uit olijf geweven.

D6,6,r, aan diens Olijfbergs voet ,

Die tot d' afgrond. daalde ,

Klonk nog straks hem 't golfgetier

Van een Belialsrivier :

De open Hel klapwiekte hier, ,

Dat zijn bloedzweet straalde !

Thinds, naar diens Olijfbergs top,

Klimt Hij , gaat Hij , zweeft Hij op ,Dat de bergportalen

Drijven , scheemren , dalen.

En daar staat Hij , beeld van God,

In een zalig feestgenot,

In een gloed van stralen !

En heeft den het ooit ontwaard,

Dat ze heerlijk is , Gods Aard',

Met Naar duizend wondren ,

Hij gevoelde 't diep en zoet

Page 253: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

CHRISTUS IN DE NATUUR. .239

Maar met lichtgewiekten voetStiet Hij haar naar ondren ,

En met zegenende hand

Trok Hij haar naar boven :

Uit lees schoone lustwarand

Voer Hij naar de hoven

Van het schooner Vaderland ,

Waar de laatste sluierband

Neêrvalt van zijn oogen ,

Die zijns Vaders aangezicht

In het ongeschapen liehtWeer aanschouwen mogen.

Want het Scheppingsheiligdom

Is zijn Vaderhuis alom ,Waar maar zon kan schijnen :

Maar zijn erve is Hem bereid

In het Rijk der heerlijkheid ,

Aan den Troon der Majesteit ,

Hem en al den Zijnen !

Op de hoogten van 't HeelalWacht Hem 't luid triomfgeschal :

Troonen , Serafijnen ,

Machten , Cherubij nen ,Dragen Hem ter gloriespits' ,

Waar Hij 't licht der Woningen ,

Koning aller Koningen ,

Allen alles is!

(Zip Dr. J. P. LANGE'S Gedichte, S. 113; en Das Leben

Jesu, II D. I Th. S. 206).

Page 254: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r 240 GOD IN HET VLEESCH GEOPENBAARD.

GOD IN HET VLEESCH GEOPENBAARD.

Waar is de Kunstenaar, die 's waerelds tempel bouwde?

Die 't firnament aldus

Met starren overstrooide en als een tent ontvouwde ? —

Dat ik Zijn voeten kuss'!

Waar mag het lichtgewaad dier Godsgestalte weemlen?

Op welken balsemwind?Mijn ziel verliest zich in de oneindigheid der heemlen,

Waar zij Been rustplaats vindt!

Ik wensch mijn oogen aan Zijn aanblik te vergasten,

Ik wensch, in zoete smart ,Een God dien ik kan zien, een God dien ik kan tasten,

Een. GOD-MENSCH zoekt mijn hart

De stormvlaag vliegt voorbij — ikloor Zijn voetstap klinken

Op 't dondrend wolkgewelf:

In elken zonnestraal zie ik Zijn scepter blinken —

Maar waar , w6,6,r is Hij-zelf? ...

Ach ! heeft er dan niet Een gewandeld op deze Aarde

In stoffelijken dosch,

Die ons de heerlijkheid des Eeuwigen verklaarde,Beeld des onzienbren Gods ?

Gaf Hij de Liefde niet in menschenvorm te aanschouwen?Nam Hij den Mensch niet aan?

En doet Hij alien niet, die op Zijn woord vertrouwen;

Een Hemel opengaan?

Zegt Hij niet : „Die Mij mint , dien zal de Vader minnen !

„ Wij keeren tot hem in,

Page 255: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

GOD IN HET VLEESCH GEOPENBAARD. 241

„Wij woven in zijn huis, wij leeren hem verwinnen:

„ Bemin dan en verwin !"

Hoogste Openbaring des Verborgnen ! Zoon des Menschen

En Zone Gods , gegroet!

Gegroet , Vervuller van mijn eerste en laatste wenschen!

Mijn Allerhoogste Goed !

Gezegend is mij de uur, toen U mijn hart gevonden ,

Mijn ziel begrepen heeft !

Sints hield haar honger op , sinds sloten zich haar wonden,

Sints voelt zij dat ze leeft!

Al wat de Vader heeft is 't Uwe ! — al 't Uwe 't mijne —

'k Zit aan Uw voeten neer :

DgAr is mijn plaats der rust. Wat sterflijk is , verdwijne ,

Mijn liefde sterft niet meer !

NAAR BOVEN.

Want nit Hem , en door Hem , en tot Hem,zijn alle dingen.

PAULUS.

Neen , beneden is het niet !

Rozengeur en Lauwerblaaren

et Hoogste wat de Waereld biedt !)

Koelen 't vuur niet in onze daren.

't Zielsverlangen blikt omhOcig :

Wel wie d' arm ten hemel strekte!

Waar de Heer de Borst verwekte ,

Liet Hij nooit de lippen droog.

16

Page 256: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

-\

242 NAAR BOVEN.

'k Heb den Weeldekelk geproefd :

'k Droomde , ontwaakte , en — stond bedrogen ,

Hooploos , tot der dood bedroefd ,

Met een afgrond voor mijn oogen.

'k Heb den Roem een lach ontvleid :

't Floers zonk neer, o leegte en schaamte 1

'k Had geknield voor een geraamte ,

Voor eene doode majesteit !

0 , hoe zegen ik die smart ,

't Loutrend branden van Naar stralen

't Ware leven van het hart

Eischt den dood der Idealen.Aardsche waan en wensch moet heen ,

En de hoogmoed onzer Rede —

Zoektge vreugde ? zoektge vrede?

Zonder Waarheid is er geen !

Waarheid Gods ! de bittere eerst:

Kennis wat onredbre wondeZelfgeslagen ons beheerscht ,

Hartverbrijzling om de Zonde.

Dan de zaalge : Gods Gel&

Jezus' bloed , voor ons vergoten ,

En de Levensboom gesproten

Uit de doodsplek Golgotha!

Stort dan om voor Jezus' blik

Zelfbedriegsels , valsche weelden ,

Lust van 't eigenzuchtig Ik ,

Heilverdervende afgodsbeelden!

Hoor, gij Jericho der ziel!

De bazuin des Geestes schallen ,

Page 257: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

INAAR BOVEN. 243

Om verpletterd neer to vallen :

Eeuwig leeft hij Wien het viel !

't Kruis zij ons begin en end

Al ons juichen, al ons roemen !

't God' gereinigde talent

God' gebracht met vrucht en bloemen !

Uit erbarming neemt Hij 't weer,

't Uit erbarming ons geschonkene ;

En de ziel, de vreugdedronkene ,

Deelt de volheid Zijner eer !

NV IJ S 11 E I D.

De wijsheid dezer waereld is dwaasheid bij God.PAULUS.

Is de Wijsheid niet des Hemels ,

Ze is een blinde logengids

In den nacht des golfgewemels ,

Waar 't Geloof de poolstar is.

Hoe veel wanens , willens , wetens ,

Lokt ons of van 't Vaderhuis !

Mij — de zegen des vergetens ,

Mij — inijn Jezus en Zijn kruis !

't Sterfbegin pas ingeslopen ,

Dat het stofkind Leven hiet ,

Ai, hoe knellen reeds de knopen

' Van den Dwaasheids-leiband niet !

't Beter bittre doet ons krimpen ,

Page 258: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

244 WIJSHEID.

Tuk op laffe honingzeem ,

't Handtjen grijpt naar alle glimpen ,

't Hartjen bouwt op alle leem !

Wat zijn jaren ? Zelfbedriegsels !

Kindren zijn we , n6 als voor,

Droomende in wat wijder wiegsels ,

Tastend naar wat hooger gloor !

Hoop weeft rag tot lustkasteelen ,

Rook tot heil dat eeuwig sta :

't Huidig spel is 't vroeger spelen ,

Op den vrede en de onschuld na !

Glorie , Goud, waar de aard voor kniele ,

Weelde , is 't wild Bier vlinderjacht,

Waaruit nooit de ontruste ziele

Blanke vleugels wederbracht.

Aan zich-zelve rookt elk harte ,

Naam en outer slechts verschilt:

De eigen vruchte — schande en smarte —

Wordt in 't zondig vuur vêrspild.

't Is vergeefs op 't ros gezeten ,

Zonder hoeven , zonder toom.

Scheef en stukwerk is ons weten ,

Doodlijk Onze kennisboom.

Wat wij zoeken, wat wij willen

Op den weg van vleesch en bloed ,

Kan de dorst van 't hart niet stillen ,

Die zich rustloos gelden doet.

Eenig Wijze en Eenig Ware!

Neem mij elken blinddoek of !

Dat mijn ziel dien vrede ervare ,

Page 259: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

----245WIJSHEID.

Dien geen arme waereld gaf!

Breek een Broom waarover 't waas leit

Van een schitterend bederf :

Ituil m ij n wijsheid voor 11 w dwaasheid !

Leer mij leven eer ik sterf!

ALGEMEENE LITANY.

Eenige , Eeuwige en Almachte ,

Heer en Schepper van 't Heelal !

Wien geen eindige gedachte

Kennen noch bereiken zal !

Wien we ontelbre namen geven ,

Schoon de heerlijkste , Ti- gewijd ,

Niet verklaren wat Gij zijt :Kracht en Wijsheid , Liefde en Leven !

Al Ilw namen vloeien saam'

In den eenen Vadernaam !Erbarm Il ' onzer !

Erbarm U onzer !

0 Gij , die als een blaauwe tente

Den hemel uitspant in zijn pracht !

Die bloemen zaait op 't kleed der lente

En starren op het fibers der nacht !

Gij , die uit leveed goud en stralen

Der zonne smolt , die berg en dalen

Omhingt met lusthof en warand ,

Die alle stroomen die er hupplen ,

Gesprenkeld hebt als waterdrupplen

Page 260: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

246

AL GEMEENE LITANY.

Van uit het holle van Uw hand!Erbarm U onzer !

Erbarm U onzer !

De dieren , die 't heelal bevolken,Schiept Gij ! den reuzige' elefant ,

Den walvisch, uit de waterkolkenOpduikende als een drijvend land ,

Den arend , wiegende op de wolken,

Het wormtjen , wentlende onder 't nand!

Gij hebt den Mensch uit stof genomen,

En deelde in levendige stroomenHem d' adem Uwer Godheid mee !

Gij wilt, o God ! en — wij verschijnen !

Gij wenkt , o God ! en — wij verdwijnen!Dies rijst alom , van zee tot zee ,

Uit diepten en woestijnen

De luide kinderbeé :

Erbarm U onzer !

Erbarm U onzer !

Gij , die met sterke hand de teugels van 't heelal

Millioenen eeuwen voerdet ,

Planeeten zonder naam en zonnen zonder talOnzichtbaar samensnoerdet ;

Die in de gouden schaal van Uw voorzienigheid

Ons lot hebt afgewogen ;

Die nit ons cozen strooit en stras ons doornen spreidt ,

Maar steeds aanbidlijk blijft in Wijsheid, Majesteit

En liefdrijk Alvermogen !Erbarm U onzer !

Erbarm U onzer !

Erbarm U (Kizer !

Page 261: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

ALGEMEENE LITANY. 247

Jezus Christus ! Zone Gods !

Zoon des Menschen ! Zielenhoeder !

Aller zaalgen roem en trots ,

Gij , mijn Koning en mijn Broeder!

Zon der Waarheid, opgegaan

Over ooze schemerpahn

En gestorven idealen!

Licht der Waereld ! Star der Hoop !

Die een nieuw verschiet doet stralen

Aan den eindpaal van mijn loop !

Die me een open Hemel toonde,

Die me een eeuwig heil verwierft ,

Toen Gij voor mij leeft en stierft tEens gekruiste, nu gekroonde !

Gij die ook , als onzer een ,

Hebt geworsteld en gebeen,

lArees nu zeegnend in ons midden ,

Leer ons bidden, hoor ons bidden !

Erbarm U onzer !

Erbarm U onzer !

Onzichtbre ! Gij , zoo zichtbaar toch

In alles wat Gij doet !

0 Heilge Geest, wat toeft Gij nog?

Doorlouter ons gemoed!

0 Gij , die leeft en leven geeft,

Die op de waatren hebt gezeefd

In 's waerelds morgenstond!

Gij , 's Heeren Kracht en Mogendheid ,

Die gaat en, komt en zegen spreidt

Door heel het scheppingsrond !

Wat Gij beroert, wordt opgericht ,

Page 262: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i'248 AL GEMEENE LITANY.

Wat Gij doordringt , wordt rein ,

Gij zijt Gods Licht, de springfontein

Van alle Godlijk Licht !

't Is nacht , als Ge ons uw glans onthoudt ,

Verwarmt Ge ons niet , dan zijn wij koud;

Bezielt Ge ons niet , dan sterven wij :

Want God in ons zijt Gij !

Vertroost Gij die daar lijdt en vreest !

Versterk Gij die bezwijkt en smacht !

0 heilig ons , gij Heilge Geest !

Wij zijn van Gods geslacht !

Erbarm U onzer !

Erbarm U onzer !Erbarm U onzer !

Gevaren omringen Uw kind, wggr het gaat ;En daarom , behoed ons , o God !

Voor dwaling en schuld , voor den dolk van den haat ,En 't bijtende gif van den spot,

Voor 't lokaas der zonde , en den prikkel van 't kwaad ,

Voor ieder onheilig genot !

Bewaar ons voor 't oproer, , dat troonen verplet ,Voor d' oorlog , van menschenbloed rood!

Voor dijkbreuk en vuurbrand , voor kankrenden smet ,

En vruchtlozen honger naar brood,

Voor plotsling verderf, zonder ziekte of gebed ,

En ach , voor den eeuwigen flood !

Behoed ons!

Behoed ons !

Behoed ons , o Heer onze God !

Door Uw Vadergunst , Erbarmer !

Trouwe God, zoo groot als goed !

Page 263: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

1-AL GEMEENE LITANY.

- \249

Door Uw middlaarsliefde, Ontfermer !

Door al wat Gij zijt en doet ,

Door Uw woord , Uw geest en bloed ,

Door Uw voorbeeld, ons gegeven ,

Door Uw sterven en herleven ,

Door Uw zitten op Gods troon ,

0 beschut bet machteloze ,

Heel het kranke , stut het broze ,

Wijs ons in 't verschiet de kroon ,

En verlos ons van den Booze!

Verlos ons , Heer!

Verlos ons , Heer !

Velos ons van den Booze, Heer !

Lieve Vader ! sta ons bij

Met Uw godlijk medelij',

Als de rampen ons bezwaren ,

Als in 't barnen der gevaren

Niemand redden kan dan Gij !

Wees ons in de wilde baren ,

En in 't vlammend vuur ter zij',

Ons , die eenmaal zondaars waren ,

Nu van vloek en zonde vrij !Groote God! U bidden wij :

Wil ons verhooren!

Wil ons verhooren !

Wil ons verhooren !

Wie was of is aan U gelijk ,

0 God der mogendheden?Bescherm , vernseér Uw Koninkrijk

En zegen al zijn leden !

Geef ze alien wijsheid , kracht en lust,

Page 264: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

250 ALGEMEENE LITANY.

Om , met Uw wapens toegerust,

Te worstlen in gebeden,

Tot voor Uw alverwinnend licht

De laatste nacht des Satans zwicht !

Wij bidden U !

Wij bidden U !

Wij bidden U, verhoor ons , Heer !

Wil in Uw waarheid de Leeraars bewaren !

Deel Gij de zalving des Heilgen hun mee!

Dat ze ons 't geheim Uwer liefde verklaren,

't Hart ons vervullen met hemelschen vree !

Voer naar den Dag die in 't duister vertoefden ,Breng al wie dwaalden op 't Levenspad weer !

Sterk de beproefden , vertroost de beproefden,

Ga alle schennis en scheuring to keer !

't Bijgeloof wijk' met zijn nevels en schimmen !

't Ongeloof zwicht' met zijn waanzin en trots !

Hoog rijz' de zon der Genade ter kimmen ,

De Aarde zij vol van de kennisse Gods!

Verhoor ons , Heer !

Verhoor ons , Heer!

Verhoor ons , o Heer onze God !

Gord Gij de Vorsten dezer aarde

Met menschenliefde en wijsheid aan!

Stort ze eerbied in voor menschenwaarde ,

Ook bij den minsten onderdaan,

Met wien ze , als straks hun kroon ontbla'arde,

Te samen voor Uw vierschaar staan!

Laat eendracht bij de yolk(' wonen

En vreeze voor Uw Hoogst Gebod :

Vergaar ze , als eenes Huizes zonen,

Page 265: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rALGEMEENE LITANY. '251

Rondom de olijf, die welig bott' !

Wil U, o onzer vaadren God!

Den Vader onzer kindren toonen,

En schenk hun een gezegend lot !Geef aller harten , aller huizen

Den vrede van Uw Nieuw Verbond,

En klinke er steeds het lieftijk suizen

Dier stilte, Heer! die U verkondt!

Verhoor ons , Heer !

Verhoor ons , o Heer onze God!

En boven alle Vorsten , .Heer !Ai, zegen onzen Koning !

Dale in zijn ziel Uw geest ter neér, ,Haar wijdend tot Zijn woning !

Wees Gij zijn leidsman tot aan 't graf!

Wend van zijn stam de stormen af,

Die elders dreigend broeien

Laat onder zijn Oranje-staf

Oud-Neerland welig bloeien!

Laat Englen, wakende aan den grens ,

Verraad en jammer keeren :

Vervul alzoo zijn hartewensch

En aller zielsbegeeren !

Verhoor Gij ons , Heer onze God !Wij bidden IJ!

Wij bidden U !

Hoor der MoederStille bede

Voor het wichtjen

Op haar schoot!

Page 266: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

-\252 ALGEMEENE LITANY.

Albehoeder !

Houde Uw vrede

't Lief gezichtjen

Itozenrood,

En de reine

Ziel der kleine

Even zuiver, even zacht ,

A ls zij nu uit de oogjens lacht!

Steun der Armen ,

Vriend der Weezen,

Kracht der Grijsheid,

Zie in 't rond' !

Uw erbarmen

Moog' genezen,Waar Uw wijsheid

Heeft gewond !

Uw genade

Sla ze gade ,

Die vernederd in het stof,

Toch versmelten in Uw lof!

Wees lankmoedig,

Allerhoogste !

Spaar ons koren !

Dat de vlijt

Overvloedig

Vruchten oogste

Uit de voren

Wijd en zijd !

Laaf de knoppen

Met Uw droppen ,

Vol de schuren , klein en groot !

Page 267: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

ALGEMEENE LITANY. 253

Geef ons 't aardsche en 't Hemelsch brood!

Dat geve God !

Dat geve God !

Dat geve God !

Verhoor ons , Gij die 't leven voedt

Als aller Levensader !

Gij Schepper, eeuwig wijs en goed ,

Getrouwe Hemelvader !

Verhoor ons , Gij die zielen redt

Als aller Zielenhoeder !

Gij , zelf geoefend in 't gebed ,

Gods Zoon, der menschen Broeder !

Verhoor ons , Geest van kracht en licht ,

Die alle lijden lenigt ,

Die hart en voet ten hemel richt

En ons met God vereenigt !

AMEN.

(Zeer vrij bewerkt naar 't metriesch Hoogduitsche.)

GELIJK DE ZON.

Wij slingren hier tusschen een Lach en een Traan.

Uit rag zijn de dagen geweven.

Misschien is de droom van dit vluchtig bestaan

Aileen maar 't v e r l a n g e n naar Leven.

Hoeveel, o mijn ziel ! is de waereld wel waard?

Ach , n i e t s voor de slapende dooden ;

Page 268: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

254 GELIJK DE ZON.

En w einig voor de armen , wier najaarsgeblaare

De vruchten en vogels ontvloden.

Maar m e e r der voor hen , die op wieken der vreugdAls vlinders hun morgen beginnen ;

En v eel voor de duizend begeerten der Jeugd ,

En alles voor hen die beminnen !

Neen , niet in haar-zelv' , maar bij U en bij mij ,

In 't Hart , heeft de waereld haar waarde.

Wij trekken haar over , en door , en voorbij ,

Uw beeld , o gij zon onzer aarde!

Zoo rein als ons licht in d' ons wachtenden hof ,

Zoo warm onze vuurgloed mocht heeten ,

Zoo veel als wij bloemen ontlokten aan 't stof ,

Z66 rijk was de dag dien we sleten.

De maan zou niet veel van de kleurige pracht

Der bonte valleien verhalen ,

Omdat zij onze aarde niet ziet dan bij nacht ,

En dan nog — met ijskoude stralen.

AVON D.

Mijn ziele dorst naar God, naar den leven-den God: wanneer zal ik ingaan, en voorGods aangezicht verschijnen?

Psalm XLII: 3.

Weer is een dag verdwenen

Van scheiden en hereenen ,

Van worstlen met den Heer :

Page 269: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rAVOND. 255

Het waren de oude zorgenEn de oude zuchten weer :

„ Mijn ziel wacht op den morgen ;„ Den morgen — ach , wanneer ?"

En nu — hoe zoet , hoe zedig ,

Hoe vriendelijk en vredigIs de avond neergezweefd !

Zij drijft de velden overZoo ver het maantjen beeft,

En wiegt in 't wingertlover ,

Dat om mijn venster weeft.

't Verschiet wijkt ver en verder ;

Maar 'k voel mijn Zielenherder

Mij telkens naderbij.Hoe meer de wonden schrijnen ,

Te zachter balsemt Hij.

Zoo doet Hij al den Zijnen :

Zoo doe Hij ook aan mij !

Zijn kracht verjongt mijn leven ;

Zijn heilbeloften zweven

Door mijn herinring heen,

Als zooveel troostende Englen

Die zangen en gebeén

Tot eene roepstem menglen :

„ Vrees niet , geloof alleen !"

Ja , 't zoekend hart naar Boven !

Ik wil zoolang gelooven,Tot ik in 't eind aanschouw.

Gods waarheid gaat m ij openAls 't bloemtjen in den dauw :

Page 270: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

7256 AVOND.

Het morgen van mijn hopen

Is 't heden van Zijn trouw !

Ziet , hoe aan de avondkimmen

De Witte wolkjens klimmen

Uit purpren schemerschijn ,

En naderen en wijken ,

Tot zij vereenigd zijn :

Tot zij een burcht gelijken

Op zuilen van robijn !

Mijn Heiland nooit volprezen!

Hoe zal bet dan wel wezen ,

Wanneer geen zon weer straalt ,

Maar uit uw klaren Hemel

Uw eeuwig Sion daalt ,

Waar waerelsch lichtgewemel

Noch aardsche droom bij haalt ?

Uw Stad , wier gouden straten

Geen schaduw binnenlatenVan wat ons hier vermoeit ;

Waar al het Goede en ReineOnsterflijk groeit en bloeit ,

Bij 's Levens springfonteine ,Die uit Uw Godstroon vloeit —

1.34 Stad , van 't Hallel ruischend

Dier duizendmaal tien duizend',

Wier tranen en geklag

Versmolt tot een akkoorde ,

ten zalig-zoeten lach .. . .

06 , of mijn oor ze al hoorde !

Och , of mijn oog ze al zag !

Page 271: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

1.-AVOND. 257

Hoe rekt mijn ziel heur keten !

Hoe zucht zij. door de reten

Der aardsche kerkerkluis !

Hoe schudt zij van 't geveérte

Al 's waerelds stof en gruis ! .. .

Heer ! kortwiek haar begeerte,

Of — haal haar spoedig thuis !

ZOMERAVOND.

Zij nadert , de droeve , de zachte ,

Die lieflijker is dan de dag :

Ze ontwaakt als een weemoedsgedachte ,

Zij komt met een traan en een lach.

0 vond, vertrouwde der smarten !

0 troost van 't geloovig gemoed !

Ontsluitster van bloemen en harten ,

Zijt mij in uw schoonheid gegroet !

Uit licht en uit donkey geweven

Ontrolt zich uw twijfelend fibers ;

Al verder en verder verzweven

De stemmen des aardschen rumoers.

Zie, hoe ze nu wieglen en weemlen ,

Met stralen en blozend geblaart',

De starren, die bloemen der heemlen !

De bloemen , die starren der acrd!

17

Page 272: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

i-258 ZOMERAVOND.

Het dennenbosch wijkt en verduistert ,

Maar 't ruischt door zijn levenden Dom,

Als of er een orgeltoon fluistert,

Als wandelden Englen er om.

Mijn knie zinkt in 't stof tot: Gods eere ,

Mijn harte springt op nit zijn plaats' :

Die stilte is de tred van den Heere,

Die schemer de zoom Zijns gewaads !

Niets meer ? ... 0 welzalig Nadezen,

Als ik in Zijn hemel verschijn !

Wat zal daar Zijn spreken wel wezen?

Wat zal daar Zijn glimlach wel zijn?

IN DEN NACHT.

Neen! vrees niet in den donkren nacht,

Verhaast uw schreden niet I

Een houdt er over u de wacht ,

Die ook in 't duister ziet.

Hij leidt u door den schemer voort,

Uw schaduw teekent Hij ,In ieder windtjen ruischt Zijn woord:

„Ik ben u steeds nabij !"

Omlaag, omhoog , en overal,

In heel de Oneindigheid ,

Is Hij , die nooit verlaten zal

Wie zich van Hem niet scheidt.

Page 273: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IN DEN NACHT. 259

Vooruit , door nacht en stormgedruisch !Den blik omhoog gericht !

De Vader waakt in 't Vaderhuis :Zijn vensters zijn verlicht !

(Vrij gevolgd.)

HET LENTEFEEST DES KRANKEN.

0 blonde Lent' ! 0 schoone Moederaarde !Nooit zag ik frisscher groen, nooit klaarder zonneschijn !

En dit verdubbeld mij hun waarde :Het zal mijn 166tste lente zijn.

Klink voort , zoet Lied , dat mij de vogels fluiten !Schijn voort , bekoorlijk Licht ! 't Is voor een korte poos :

Nog eer dit jaar zijn kring zal sluiten ,Dekt mij de stille nacht des floods.

Dan kiemt op nieuw het blaadtjen aan de boomen ,Het zonnetjen verjongt , de vogels zingers weer :

De 'wandlaars zullen wederkomen Aileen m ij n voetstap ruischt niet meer.

En als mijn asch dan slapen zal in vrede ,Ach , is er dan wel een , die mijner nog gedenkt ?

Die mijn verlaten legerstedet6n bloemtje' nit z66veel bloemen schenkt ?

Wel stroomen mij de tranen langs de wangen ,Toch zijn ze niet ontperst door hopeloos verdriet :

Neen ! 't zijn de tolken van 't verlangen ,Dat zijn vervulling naadren ziet.

Page 274: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

260

HET LENTEFEEST DES KRANKEN.

Is daze Lent , die de ondermaansche dalen

Zoo weelderig versiert met voile bloemenpracht ,

Zoo ruischen doet van nachtegalen ,

Dan de eenge Lente , die ons wacht ?

Bloeit daar geen Lente in reiner hemelluchten ,

Waar nooit de zon verzengt , waar de eeuwge hymne vloeit ,

Waar 't goud der voile Ievensvruchten

Door 't zilver van de bloesems gloeit ?

Is Hij niet daar, die ook in 't stof beneden

't Geloovig hart vertroost in alle droefenis,

Maar ons bestelpt met zaligheden ,

Waar wij Hem zien gelijk Hij is?

Van Hem, van Hem spreekt alles allerwegen ,

Het bloemetjen, de zon, de vogel die mij wekt.

In 't koeltjen waait me een roepstem tegen ,

Een heimwee, dat naar Boven trekt !

Ook daar zal ik mijn liefde niet verleeren ,

Ook daar omvang ik u, Gij die ik achterliet !

U weer to zien, blijft mijn begeeren ,

Hetzij ge mij gedenkt — of niet!

Naar FRANZ THEREMIN.

IN DE HERFST.

Wat ligt er een waas van weemoedige vreugd

Op 't ernstige Najaar gezegen :

Dat bonte geboomte, zoo groen in zijn jeugd ;Die purperen bladerenregen ;

Page 275: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IN DE HERFST. 261

Die zon , die meewarig een glimlach verspilt

Aan de aard die verweeilwd ligt to droomen ;

Dat dartelende koeltjen , dat plotsling trilt ,

Als voelde 't de stormen reeds komen :

Hoe 't alles de naadrende scheiding verraadt ,

De smarte onder 't mom des verblijdens !

Wij noemen 't , waar 't schijnt op eens Menschen gelaat,

„ De heilge Schaamte des Lijdens."

(Vrij gevolgd.)

DES HEEREN.

Heer ! Gij hebt me Uw woord geschonken ,

En i k geef het nooit weérom :

Uw genabeloften klonken

In mijns harten heiligdom.

NU met vreugde , d A, n met smarte,

Hebt Ge, o Heer ! mij opgezocht ,

Of Gij dat gesloten harte

Winnen en vernieuwen mocht !

Dat ik zwak ben, moet Gij weten ;

Dat Gij sterk zijt, weet ook ik :

Mijn verwinnaar zult Gij heeten

Tot mijn uiterst oogenblik.

Niets , o Heiland ! zal ons scheiden :

Ik ben de Uwe, Gij zijt mijn.

Blijf mij steunen, blijf mij leiden ,

Tot wij bij den Vader zijn !

Page 276: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

(

262 DES HEEREN.

Gij zijt mijne! want Uw leven,Want Uw heilig hartebloed,

Heeft Uw liefde prijs gegeven,Die mijn zonde heeft geboet.

Alle zorgen en bezwarenMaakt Gij tot een Hate last:

'k Zal U nimmer laten varen,'k Houd U immer , eeuwig vast!

Gij zijt mijne ! 0, laat Uw vredeMij verkwikken als ik bad!

Noachsduive, keer' mijn bedeMet een groen olijvenblad!

Gij zijt mijne ! 0, laat uw lijdenMij vertroosten in den nood!

Leer mij naar Uw voorbeeld strijden,Als ik worstel met den dood!

Ja , hoe fel Zijn prikkel woele,Ik ben de uwe en Gij zijt mijn!

Als ik U maar bij mij voele,Zal mijn einde zalig ziju.

HET KRUIS.

Gezegend zij het kruis!Het komt van uit eens Vaders hand,

Uit touter liefde en welbehagen:Hoe dor het schijn', 't zal bloesems dragen;

't Is van Gods trouwe een onderpand.Gezegend zij het kruis!

Page 277: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

HET KRUIS. 263

Gezegend zij het kruis !

Het maakt het harte los van de aard ;

Het richt het oog der ziel. naar Boven :

Het leert ons hopen en gelooven ,

Dat daar wat beters is bewaard.

Gezegend zij het kruis !

Gezegend zij het kruis !

't Gestarnte schijnt des nachts alleen :

Uit zwarte wolken stroomt de zegen ;

De winter baant der lent' heur wegen:

Geslepen eerst blinkt de edelsteen.

Gezegend zij het kruis !

Gezegend zij het kruis !

De tranenstroom , die 't oog ontvloeit ,

Moet d' akker van 't gemoed verweeken ;

De spade moet de korst verbreken ,Dan kan het onkruid uitgeroeid.

Gezegend zij het kruis !

Gezegend zij het kruis !

Het leert , waar eigen kracht bezwijkt ,

Te meerder ons op God vertrouwen ,

Aan de Eeuwge Liefde ons vast to houen ,

Waar de ijdle igunst der menschen wijkt.

Gezegend zij het kruis !

Gezegend zij het kruis !

En wordt het tastbre duisternis ,

En is de nood op 't hoogst geklommen ,

Dan , mogen hymne en harp verstommen ,

Dan leert men eerst wat Bidden is.

Gezegend zij het kruis !

Page 278: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r264

HET KRUIS.

Gezegend zij het kruis!

Het maakt ons klein in eigen oog ;

Het vormt ons naar het beeld des Heeren,

Wien' nu de hoogste heemlen eeren ,

Maar die eens onder 't kruis zich boog.

Gezegend zij het kruis !

Gezegend zij het kruis!

De Vader trekt ons tot den Zoon,

De Zoon wordt ons den weg ten leven:

Des Heeren geest zal ons omzweven ,

En boven 't kruis weérblinkt de kroon.

Gezegend zij het kruis!

(Naar het Hoogduitsch van eenarmen schoolmeester.)

AAN JEZUS.

0 Gij , die elken traan wilt droogen!

Wie zou niet smachten naar den flood ,

ails wij , verslagen en bedrogen,

Niet schuilen konden in Uw schoot ?

Des avonds is de 'vriend verdwenen,

Die 's morgens in ons zonlicht leeft :

Hij moet alleen zijn tranen weenen,

Die niets dan tranen over heeft.

Maar Gij verhoort de smeekgebeden

Der ziele , U lovend daar ze treurt,

Gelijk, door 's wandlaars voet vertreden ,

De balsemplant het lieflijkst geurt!

Page 279: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

AAN JEZUS. 265

Als 't lied der vreugd niet meer wil klinken ,

En zelfs de hoop , Wier flikkering

De tranen voor een poos deed blinken ,

In zwarte wolken onderging,

Wie zou zijn klachten nog beteuglen ,

Wie in den stormnacht blijven staan ,

Brack niet Uw liefde op duivenvleuglen

De vredeolijf des Hemels aan ?

De smart , door U gewijd , verdonkert

Alle aardsche blijdschap door haar glans,

Gelijk de nacht van starren flonkert ,

Bij dag onzichtbaar aan den trans.

(Naar MOORE.)

HYMNE AAN JEZUS.

0 Heer der heerlijkheid en tevens Man der smarte !

Al wie U lief had , heeft tot lijden zich bereid.

Wie immer U verkoos tot koning van zijn harte ,

Erft eerst Uw doornenkroon en dan Uw heerlijkheid !

Men lijdt om Uwentwil , o Heer ! tot in zijn droomen :

Zoo leed , schoon ze U niet kende, uws valschen Rechters ga.

Wie op uw weg verschijnt , zal 't vonnis niet ontkomen ,

Maar draagt , als Simon , straks U 't zware kruishout na.

Uw Jongren zijn gehaat , zij worden schuw ontscholen :

De waereld mijdt hen of verstoot hen waar ze kan.

En in dit ballingsoord , waar Adams kinderen dolen ,

Zijn die U volgen , Heer ! dus tweemaal in den ban.

Page 280: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I.

266

HYMNE AAN JEZUS.

Al wie U minde , leed ; maar wie voor U ook leden,

Zij hebben er Uw dienst to meerder om bemind.

De smart verbindt aan U , bij tranen en gebeden ,

Gelijk , bij lath en lied , de vreugde aan de Aard verbindt.

Gelijk een eedle wijn verrukt de smart uw Jongren ,

Die Gij , o Heer ! tot Uw onzichtbaar feestmaal noodt

Zij danken , als zij bij hun leége spinde hongren ,

Zij zingen hymnen , ook bij 't grijnzen van den dood !

Gezegend hij , die, als die Simon van Cyrenen ,

Gewillig deelt in 't kruis dat hij U dragen ziet ,

Die d' alsem drinken wil en al de tranen weenen ,

Die Ge in Uw lijdenskelk voor de Uwen achterliet

Gezegend , die, als Gij vol herderlijk erbarmen ,

Uw offer voortzet en uw lijdenslasten. torscht !

Mijn droom — terwijl hij strijdt — aanschouwt Hem in Uwe armen ,

Gelijk Joannes eens ter neerlag aan Uw horst !

Hij-zelf, terwijl hij zwoegt naar 's kranken legerstede ,

Het dwalend schaap bejaagt , het zooglam draagt en kweekt ,

Hij-zelf rust aan Uw hart in kalmen sabbatsvrede,

En luistert naar Uw stem , die in de stilte spreekt.

Gezegend , die , als Gij, getrouw in zijn bescherming ,

De kudden leidt en weidt , tot aan het dal der &On !

Zijn arbeid groeit door zijn ontferming , zijn ontferming

Groeit door zijn arbeid aan ! Liefde is zijn kracht en — loon !

Gezegend , die al* Gij , het toezicht houdt der zielen !

Hem is de tftak , die zich elk Christen wenscht bereid.Hij kan zoo vaak hij wil aanbiddend voor U knielen ;

Gij zijt zijn waereld , waar geen Waereld hem van seheidt !

Page 281: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IHYMNE AAN JEZUS. 267

Gezegend hij , als 't rein verlangen hem mag drijven ,Om stemmen toe te doen bij 't Loflied daar omhoog,

In de algemeene vreugd gants onbekend te blijven ,Gezaligd door den blik van Gods goedkeurend oog!

(Zie A. VINET , Theologie Pastorale,

Introd. § L pag. 23.)

EEN PSALM IN DEN NACHT.

Als het avondt aan den hemel,Vangt een heilig feestuur aan,

Pat in 't woelig daggewemelVoor de harten niet kan slaan.

Zangerige nachtegalenKweelen hun bezielde klacht ,

En de hooge hemelzalenTintlen van juweelenpracht.

Moog' de lucht een sluier wevenVoor den klaren sterrenglans ,

Mogen schrikgestalten zwevenIn een wilden schimmendans

0, de vreeze zal niet Buren !Kalm en kalmer wordt Natuur :

En na weinig donkere urenBloost de morgen aan 't azuur.

Stroomen tranen langs uw wangen ,Biedt uw cel geen vrede meer,

Straks ontwaakt een zoet verlangen,

Page 282: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

268 EEN PSALM IN DEN NACHT.

En — een Engel Gods daalt neer.

Hij verzamelt uw gebeden ;

Biddend heiligt zich uw smart,

En uit 's hemels heerlijkheden

Daalt het Amen in u hart.

Voelt ge op nieuw uw kruis u wekken ,

Drukt u 's waerelds lust en leed ,

Durft de Twijfel weer bedekken

Wat de Hoop verrijzen deed —

0 , 't Geloof zal zegevieren !

God verlaat de Zijnen niet.

Onder Christus' heilbanieren

Woont het Eeuwig Jubellied.

DE OPWEKKING VAN LAZARUS.

EEN CANTATE.

MARIA, bij het graf.

Hij ging ! hij ging ! Gods sterke hand 'Heeft ons den vriend ontnomen !

Hij ging! hij ging naar 't vreemde land ,

Dat niemand weer laat komen !

Mijn klachten dringen tot zijn oor, ,

Mijn tranen tot zijn hart niet door !

Hoe koud zijn mijn gebeden,

Als drukte ook hen die doodensteen !

Wat slaapt ge daar beneden

Zoo eenzaam en alleen ! .. .

Page 283: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I

DE OPWEKKING VAN LAZARUS. '269

Hij was mijn lust, mijn troost , mijn staf :

Nu rust mijn hart bij hem in 't graf ,

Nu staar ik naar den hoogen ,

Alsof een blinde sterveling

Den Engel na kon oogen ,

Die naar den Hemel ging ,Alsof een halfgebroken zucht

Een ziel kon volgen in haar vlucht !

MARTHA.

Maria ! durft ge 't wagen,

Den God van levenden en don

Dus morrende aan te klagen ,

Te steken naar de kroon P

Kan 't graf u hooren als ge schreit ?

Ai , laat tot onderworpenheid

Een zuster u vermanen !

Kom , kus de roe, en zwijg den Heer !

Nooit gaven duizend tranen

Een enklen doode weer !

MARIA.

En wat ik denk en spreek en doe,

Mijn ziele blijft zoo droef te moe :

Mijn hart moet breken als ik zwijg. —

Mijn klagen is geen morren.

God weet, hoe ik Hem tegenhijg !

Maar toch, gebroken is de twijg,

Nu moet het bla. d verdorren !

MARTHA.

En is niet Jezus onze vrind?

Kan Hij zich niet erbarmen ?

Of bracht hij nooit het doode kind

Terug in moeders armen?

Page 284: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

\\

270 DE OPWEKKING VAN LAZARUS.

MARIA.

Och , dat ik aan zijn voeten zat !Ik maakte ze met tranen nat ,

1k zoo. ze , in 't stof gebogen ,Met deze lokken. droogen ! .. .0 nooit , hoe lang mijn proeftijd duur',Vergeet ik dat gezegend uur !

MARTHA.

Mij dunkt , een stem , een profecy, ,

Komt mij vertroostend tegen ,En spreekt van nieuwen zegen :

Mij dunkt , de Meester is nabij I(Zij ijlt weg.)

MARIA.

Wat baten mij haar zorgenEn duizend teederheen?

Mijn nacht yerwacht geen morgen;En troost ? ik vind er geen!

1k ken maar eeene sterre ,

1k hoor maar eene stem :Hoe is mijn Heer zoo verre?

Helaas ! waar vind ik Hem?CHORAAL.

Ms de ziel in bange dagenNergens hoop of uitkomst ziet,

Als wij boven krachten dragen ,En geen mensch ons redding biedt ,Dan, aan 's afgronds steilen rand,Reikt de Almachtige ons de hand

Om behoud en hulp to schenken ,Boven bidden , boven denken!

Page 285: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE OPWEKKING VAN LAZARUS. 271

MARTHA.

Houd goeden moed, verslagen geest !Nog is er nets bedorven :

Hij komt , die elke woad geneest !

MARIA.

Ach, Heere ! waart Gij hier geweest ,Uw vriend was niet gestorven.

JEZUS.

Weet, dat uw broeder op zal staan !

MARIA.

0 ja — ten jongsten dage ! .. .Maar dan ook grijnst geen dood meer aan ,Dan heeft de jongste smart gedaan :

Och, of mijn oog het z age!

JEZUS.

Gij zult het zien.

MARIA.

Mijn Heil en HeerAch , waarom waart Gij hier niet eer?

CHOOR.

Lof zij Hem gegeven ,Die uw Heiland is,Uw verrijzenis

En uw Eeuwig Leven!Elk die Hem verbeidt,

Leeft al moest hij sterven ,Die Zijn levee leidt ,

Zal niet meer verdervenIn der eeuwigheid !

Page 286: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

272

DE OPWEKKING VAN LAZARUS.

CHORAAL. (Oude Kerkmelodie.)

Ik weet, dat mijn Verlosser leeft !

En ik zal met Hem levee:

Ik zal ten hemel zweven ,Daar Hij mij vleuglen geeft.

In hemelsehe landouwen ,In 't Eeuwig Koninkrijk ,

Zal ik mijn Heer aanschouwen ,

Herboren, Hem gelijk !

0 blijde weergeboorte !

0 flood, gij zijt geen sterven meer :

Ge ontsluit des Levens poorte ,

Gij brengt mij bij den Heed

MARTHA.

Hier is de stille doodenwijk :

Hier werd bij heengedragen.

Och , Heer ! alreede riekt het lijk:

Het woonde er vier eindloze dagen.

TOESCHOUWERS.

1.

Ziet, Jezus weent

Om den flood des beminden !

2.

Kon dan Hij , die den blinden

't Gezicht verleent ,Den band dezes doods niet ontbinden?

JEZUS.

Ik heb gezegd, o gij die schreit !

En zeg op nieuw : Geloof alleen!Dan ziet uw oog Gods heerlijkheid.

Page 287: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r -\DE OPWEKKING VAN LAZARUS. '273

En nu — neem weg den steen !Dank, Vader ! dank, die voor mijn woord

Ook thands uw Godlijk oar niet sluit !

Maar 'k wist dat Gij mij altijd hoort ! .. .

Gij Lazarus, kom uit!

TOESCHOUWERS.

1.Hoor ! 't ruischt in 't graf!

Werd de dood reeds verslonden?2.

Werpt een lijk, half ontbonden,

Den zweetdoek af?

Ja , daar staat hij , met doeken omwonden!

JEZUS.

Ontbind hem ! Laat hem henengaan !

— En gij, wat is u dat gij beeft ,Maria ? . . . Neem uw broeder aan :

1k geef hem u : hij leeft !

Gij , leef met hem ! ea hart , een zin !

En keert bet uur der scheiding weer,Gaat samen dan ten Hemel in ,

En sterft er nimmermeer !

CHORAAL.

1.

Ziet , hij is herrezen

Uit der graven schoot !

Nu zal onze dood

Slechts een slapen wezen !

Hoe, na 't jongst Vaarwel,

Ons de wade omwikkel',

Open springt de cel.

18

Page 288: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

274

DE OPWEKKING VAN LAZARUS.

CHOOR.

Dood! waar is uw prikkel?

Waar uw zege, o Hel?

CHORAAL.

2.

Ziet , hij is herboren !

Broeders , goeden moed!

Jezus' vredegroet

Ruischt ook ons in de ooren.

Toog de Heiland heen

Naar des Hemels zalen ,

Wij zijn niet alleen !

CHOOR.

Zon, wij zijn Uw stralen!

Hoofd, wij zijn T.Jw leen!

CHORAAL.

3.

Wij ook gaan naar Boven ,

Waar geen traan meer vloeit,

Waar de ziel, ontboeid ,

Eeuwig U zal 'oven.

Blijf ons steeds nabij

Met Uvv goede gaven !

Stervend leven wij.

CHOOR.

Dat het eind des braven

Eens mijn einde zij !

(Vrij gevolgd naar HERDER.)

Page 289: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rHET LIED DES GELOOFS. 275

HET LIED DES GELOOFS.

Als mijn God maar voor mij is,

Wie is dan mij tegen?

Alle druk en droefenis

Werken mij ten zegen.

Aan des vogelvangers strik

Zal Hij mij ontrukken :

't Enkel stralen van Zijn blik

Doet mijn haatren bukken !

Hij, die in Zijn lieven Zoon

Mij Zijn kind wil heeten ,

Zal mij op Zijn hemeltroon

Nimmermeer vergeten :

Als ik wandel in Zijn licht,

Zal ik nooit bezwijken —

Leeuwenmuilen sluit Hij dicht ,

Bergen doet Hij wijken !

Schoon mijn laatste vriend verdween',

'k Blijf mijn Heer verbonden :

Want door Hem en Hem-alleen

Heb ik God hervonden.

'k Ben een arme vreemdeling ,

Zonder schat op aarde:

Slechts wat ik door Hem ontfing ,

Heeft voor eeuwig waarde.

't Is Zijn geest, wiens heerschappij

Al mijn laden regelt ,

Die Gods heilig kindschap mij

Aan de ziel bezegelt ,

Page 290: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

276

HET LIED DES GELOOFS.

Die den bleeken schrik verdrijft ,

Waken leert en wachten ,

Die mijns levens leven blijft,

En de bron der krachten I

Staat mijn hut in 't stof gebouwd,

0, mijn hart is boven!

Mag ik waarlijk aan 't behoud

Mijner ziel gelooven ?

Jezus is mijn. vastigheid

In al 't aardsch gewemel :

Die tot God mij heeft geleid,

Leidt mij ook ten Hemel!

Zeker , wie de Meester wenkt ,

Heeft een strijd te strijden:

Hem ook wordt de kelk gemengd

Van Zijns Heilands lijden.

Hij zal deelen in Zijn smaad,Deelen in zijn plagen ,

En de doornen van den haat

Op het voorhoofd dragen.

'k Wist het en ervoer het al,

Zonder bang te vreezen :

Hij die is en wezen zal,Wil mijn helper wezen.

Kostte 't mij ook geld en goed ,

Goed en blovl en leven,

'k Volg mijn Heiland voet voor voet,

'k Zal Hem nooit begeven!

Of de waereld mij verstoot ,

God blijft mij geleiden :

Page 291: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

IHET LIED DES GELOOFS. 277

Vuur noch zwaard noch hongersnood

Kan van God mij scheiden.

Ja , al rukten Dood en Hel

Onheilspellend Vader,

Hel noch Dood , ik weet het wel ,

Scheidt mij van den Vader.

Maar geen vreugde ook op mijn pad,

Maar geen lauwerkroonen ,

Maar geen opgehoopte schat

En geen koningstroonen ,

Maar geen enkel heilgenot ,

Buiten God to smaken ,

Zouden mij dien trouwen God

Immer doen verzaken.

'k Heb mijn God : dht is genoeg !

'k Wensch mij niets daarnevens :

Meer dan 't meeste wat ik vroeg ,

Alles is Hij tevens :

't Hoogste goed , het zoetste zoet , —

En ik ben de Zijne !

Aller vreugden overvloed , —

En Hij blijft de mijne !

ZALIG DE BARMHARTIGEN.

Gij zijt schoon , als de waereld haar wierook u biedt,

Als verrukte bewondraars u loven;

Maar het schoonste van al , waar geen ander u ziet,

Dan een arme en -- Gods Englen daar Boven :

Page 292: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

278 ZALIG DE BARMHARTIGEN.

Als het goud van uw hart nog veel lieflijker blinkt ,

Dan die aalmoes , wier goud in uw hand is ,

Ms gij troost met een stem , waar die deernis uit klinkt ,

Die aan Jezus' ontferming verwant is :

Als ge , oodmoedige dienstmaagd , uw Heiland begroet ,

Waar de kranke en bedroefde a bejegent ,

En , barmhartigheid wachtend , barmhartigheid doet,

En , zelf biddend , den biddende zegent ! —

Geen juweel is zoo eel als de traan dien gij weent ,

Waar gij andren de tranen komt droogen ,

Onbewust hoe die drop tot een paerel versteent ,

Die den glans uwer kroon zal verhoogen.

Nu gij geeft uit Geloove , is elk kleed dat gij geeft,

Om de naaktheid uws Heeren gehangen ;

En geen draad , die niet meê aan het lichtgewaad weeft ,

Dat Gods kindren hier Boven ontfangen !

Toch is 't uitzicht des loons niet de kracht die u dringt

Gij doet wel , wijl uw Heer het gedaan heeft ,

Even vrij als de leeuwrik zijn lofzangen zingt ,

En de lichtende star langs heur baan zweeft.

0 , werk voort in den kring , dien uw Liefde zich schiep ,

Steeds geloovend en minuend en hopend ,

Tot de Heer, die u hier tot Zijn navolging riep ,

Ginds den kring der voleinding u opent !

Page 293: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

7ZALIG DIE TREUREN. 279

ZALIG DIE TREUREN.

Niet hun-alleen die juichen mogen,

Heeft God Zijn zegen weggeleid :

Zijn troostende barmhartigheid

Verschijnt ook slaaploos-schreiende' oogen.

De blik , die nu door rieevlen ziet ,

Wordt ras glimlachende opgeslagen ;

Want pijnlijke uren , dorre dagen ,

Zijn heilbeloften voor 't verschiet !

Daar is een dag van licht en vrede

Voor elken zwarten , bangen nacht ;

En houdt de Droefheid to avond wacht,

De morgen brengt de Vreugde merle !

0 gij , wier oog, de jaren door,

Met bittre drupplen 't graf bepaerelt !

Ai , wendt het naar die Beter Waereld,

. Die 't eerst hergeeft wie 't vroegst verloor t

Gelooft ! al bracht u de oogst van 't leven

De leége halmenschoof der smart !

Hebt lief en hoopt ! en brak u 't hart,

Dit zij uw psalm: Daar staat geschreven!

God telde elk traantjen dat er dreef;

Uw winter wacht Zijn lange lente ;

En de Eeuwigheid betaalt met rente

Wat• Kier de Tijd u schuldig bleef.

(Van verre naar WILLIAM BRYANT.)

Page 294: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I280 VERLANGEN NAAR HET AANGEZ1CHT DES HEEREN.

VERLANGEN NAAR HET AANGEZICHT

DES HEEREN.

Heer, , mijn Heil! wat houdt Ge U dus verborgen?

Zie , hoe zich mijn ziel voor U ontsluit !

Wakend zucht ik naar den tragen morgen ,

Smachtend zie ik naar Uw weerkomst uit.

Zoudt Gij dan geen deernis meer gevoelen ,

Gij die mensch waart , voor eens menschen smart?

Is mijn naam verdwenen uit Uw hart?

Weet Uw liefde , als de onze , van verkoelen?

Als Joannes heb ik aangelegen

Aan Uw trouwe borst , en 'k vond er rust;

In Uw omgang smaakte ik hemelzegen ,

Uw gemeenschap was mijn hoogste lust.

Sints Gij me opleidde op de rechte paden ,

Ben ik eeuwig vast aan IT verknocht.

Sinds mijn zielsoog U aanschouwen mocht,

Kan' ik aan Uw beeld mij niet verzaden!

Waart Gij niet • mijn Heiland en mijn Hoeder?

Hebt Gij me ooit verlaten als ik viel,

Mij niet aangenomen als Uw broeder ,

Geen gestalte ontfangen in mijn ziel?

Hebt Ge in mij geen godlijk licht ontstoken?

Mijn geloof niet op een rots gegrond ? .. .

En nu tast ik blind en hulploos rond,

'k Mis U , en ik voel mijn kracbt gebroken.

't Is als ligt een nevel op mijn oogen ,

't Is hier binnen donkre middernacht.

'k Wil ontworstlen -- ijdel is mijn pogen!

Page 295: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

VERLANGEN NAAR HET AANGEZICHT DES HEEREN. 281

'k Zoek een lofzang , en ik vind — een klacht!

'k Spreek mij zelven moed in — 't wil niet baten !

Waar ik ga , 'k ben eenzaam en alleen :

Ach , mijn vreê , mijn vreugd , mijn rust is heen .Vredekoning ! waarom mij verlaten ?

Gij-alleen , o Heiland ! zijt mijn Leven ,

Gij mijn Levensbron , mijn Levenslicht !

De oogen naar Uw heiligdom geheven ,

Zoek ik , Heer ! Uw vriendelijk aangezicht.

Maar ik mag den drempel niet betreden ;

'k Wacht vergeefs van verre 't morgenrood

't Is zelfs of er lood hangt , drukkend lood ,

Aan de vleuglen mijner smeekgebeden !

Gij , die ik zoo dikwerf heb gevonden ,

Laat U vinden ! Neem op nieuw mij aan !

Scheidt ons nog de veelheid mijner zonden ?

Neen , die zijn aan 't kruis te niet gedaan !

Op Uw woord heb ik genA. verworven ,

En Gij kocht mij Gode met Uw bloed :

'k Viel mijn God op Golgotha te voet ,

'k Ben der zonde op Golgotha gestorven !

Laat U dan , mijn Vriend ! o , laat U vinden !Wentel Gij de zorgen van mijn borst !

Drijf de neevlen weg , die mij verblinden ,

Wees de mijne op nieuw , m ij n Vredevorst !Leer mij bidden , hopen en vertrouwen !

Wie U eenmaal heeft gekend , o Heer !

Kan voor eeuwig buiten U niet meer . . . .

Laat me op nieuw Uw aangezicht aanschouwen !

(Vrij gevolgd.)

Page 296: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r282 PARADOXEN.

PARADOXEN.

Laat de Alwijsheid voor u kiezen:

Draag de slagen en 't gemis !

Wat er best en kostlijkst is,

Moet gewinnen door verliezen :

Slijpen moet men d' edelsteen ;

't Goud moet in de kroes gezuiverd ;

En de pijn der droefheid huivert

Loutrend door de ziele heen.

Tot de Aanschouwing door Gelooven ;

Door de Ontbeering naar 't Genot ;

Door het eigen Hart naar God,

En de Diepte door naar Boven !

't Is de regel in Gods Itijk ,

't Is de wet van Gods genade.

't Grafkleed eerst, dan de Englenwade ;

Straks de Heemling, eerst het Lijk !

Die behouden wil, zal derven ;

Maar die geven wil, behoudt ,

Ja , vermeedert honderdvoud;

Om to leven, moet men sterven ;

Waar een kroon hangt , rijst een kruis ;

Elke dood is weergeboorte;

De uitgangsdeur een ingangspoorte ,

't Graf, portaal van 't Vaderhuis !

Page 297: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

TROOST IN DEN NACHT. 283 -.)

TROOST IN DEN NACHT.

't Koninklijke hoofd omstrengeld

Met den starrendiadeem ,

Komt de stille Nacht en mengelt

In de galle honigzeem.

Droomen , zoet en schoon , bezoeken

Zegenend de harde spond ,

En des levens scherpe hoeken

Worden lieflijk afgerond.

Alzoo strookt de Nacht de smarten

Met fluweelen vingertop ,

Alle bitterheid des harten

Lost ze in zachten weemoed op.Tranen die niet vloeien konden,

Stroomen mild en onverlet,En uit diepe zielewonden

Rijst een stil Geloofsgebed.

(Naa GOTTFRIED KINKEL.)

H,EBT GIJ MIJ LIEF?

Of ik U min P — Gij weet het , Heere!

Ook d6,6r waar ik in twijfel sta. —

Ervaart mijn ziel Uw heilgena ,Ja , dan ontvlamt zij tot Uwe eere ,

En wordt ze Uw vriendlijk oog gewaar,

Dan valt geen offer haar to zwaar.

Page 298: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I284

HEBT GIJ MIJ LIEF ?

Maar als Gij -- even ! — schijnt to ontwijken ,

En mij alleen in 't duister laat,

Dan smart het eerst , tot de angst vergaat,En mijn gebeen de vleuglen strijken :

Dan sluipt de koude in 't traag gemoed,

En langzaam kleumt de levensgloed.

Ook dan nog klopt mijn hart U tegen ,

Maar och ! de vuurvlam blaakt niet;

En bliest Gij 't hart niet aan , o Heed

't Lag spoedig onder de asch gezegen:

't Zou dan niet koud zijn en niet warm

0 Heer! wat voelt mijn ziel zich arm.

Maar Gij, door mijne ellend verteederd,

Gij , wetend wat Uw knecht behoeft ,

Gij spaart de roe niet , maar — bedroeft !

Gij spaart het kruis niet , maar — vernedert !

En schoon dan hart en vleesch bezwijk',

Dan voelt mijn ziel zich naamloos rijk.

Ja , 'k zoek U, Heer ! als Gij mij tuchtigt —

Ik weet wat iedre slag beduidt.

Door d' onspoed zet het hart zich uit ,

Met nieuwen liefdegloed bevruchtigd.

Dies zegen ik bij elken strijd

Uw roede, Uw kruis , Uw liefde altijd !

Page 299: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

1HOOP OP GOD. 285

HOOP OP GOD.

1k wil wachten , ik wil hopen ,

God en Koning van mijn hart !

Morgen staat de Hemel open ,

Die mij heden is verspard.

Heden dekt een spraakloos duister

D' ingang der genadepoort :

Morgen blinkt ze in middagluister, ,

Bij der Englen harpakkoord.

Heden drukt de wintertente

Op het uitgestorven land :

Wie blijft wachten op de lente ,

Keert met bloemen in de hand !

'k Wil gelooven , 'k wil belijden ,

-Uw beloften zijn gewis ,

Ik wil wachten , ik wil strijden ,

Tot IJw wil mij alles is !

Gij beschikt den moede krachten ;

Tegen hoop hoopte Abraham ,

En mijn Jezus liet zich slachten

Als een weerloos offerlam.

'k Zal mijn vrede niet verliezen ,

En als Gij 't gebiedt , o Heer !

Kruis en pijn en banden kiezen

Boven al des waerelds eer.

Page 300: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r 286 HOOP OP GOD.

Oogen zien noch harten droomen

Wat al heil en heerlijkheid

Hun die uit verdrukking komen ,

Door Uw liefde is weggeleid.

't Schoonste wat deze Aard kan toonen,

Rijkdom, Boera en Heerschappij ,

Alle kroonen, alle troonen,

Zijn er beedlaarslompen bij!

Al wat stof is, moet verdwijnen ;

Wat de tijd brengt, rooft de tijd:

Maar wat God geeft aan de Zijnen,

Is een schat die nooit verslijt.

Kan ik 't arendsjong verzellen?

't Pad des leviathans gaan?

't Starrenstof des melkwegs tellen?

Zweven langs de zonnebaan?

Heb ik tusschen beide polen

't Blaauwe meetsnoer uitgestrekt?

Of in 's afgronds kerkerholen

't Albevruchtend vuur gewekt?

Spreek ik — en de waatren vloeien?

Wenk ik — en de stormwind waait?

Heeft mijn hand den berg doen groeien,

En de klip in zee gezaaid?

Spon ik 't goud der morgenstralen?

Weefde ik 't purper' wolktapeet?

Dankt het lelietjen van dalen

Mij heur smetloos bruiloftskleed ?

Page 301: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I-HOOP OP GOD. 287

Strooit mijn almacht sneeuw als vlokken ,

Dauw als diamantengruis ?

Kan mijn stem de waereld schokken ,

Ponders roepen uit hun kluis ?

Heb ik zelf met scheppershanden

Mij dit lichaam aangegord ?

't Lampjen van mijn geest doen branden ?

Leven in mijn ziel gestort ?

Hoe zou ik dan zelf bepalen

Wat mij nuttig is en goed?

Ik, die ieder ademhalen

Van mijn Schepper leenen moet?

Weet ik wat er morgen nadert ?

Wat er straks geschieden zal?

Wie van avond wordt vergaderd

In het zwijgend schimmendal?

Zou ik dan het plan beramen

Van een beter weg en lot,

Dat de liefde moet beschamen

Van den eenig-wijzen God ?

Zou ik twijflen , ik vertsagen ,

Morrend klagen : it Hoe ?" en ii Wat ?"

Aan mijn eigen zielrust knagen ,

Aardworm op een dorrend blad?

Neen ! 'k wil liever biddend hopen,

God en Koning van mijn hart !

Morgen staat de Hemel open,

Die mij heden is verspard.

Naar VON MEYER.

Page 302: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

288 UIT DE DIEPTE.

UIT DE DIEPTE.

(EEN OUD-DUITSCH KERKLIED.)

Gij Jezus ! Toevlucht van mijn hart!

Mijn Lichtstar uit den Oosten !

Gij ziet mijn nacht, Gij kept mijn smart:

Gij kunt en zult mij troosten.

0 maak mij stil,

In Uwen wil,

En leer me in dood en leven

U heel mijn ziele geven!

Gij Jezus ! Rots van mijn gemoed!

Ai , zie mij tot U treden!

Besprenkel met Uw heilig bloed

Mijn zondige gebeden!

Draagt Gij ze, o Zoon!

Naar 's Vaders troon,

En laat mijn geestlijke' ooren

Het godlijk : „Amen!" hooren.

Gij Jezus ! Leven van mijn ziel!

Geef leven aan al de Uwen!

Doe, waar de winter nederviel,

Uws geestes lente luwe!

Bescherm alom

Uw eigendom,

Dat Uw verlosten Boven

U eens voor eeuwig loven!

Page 303: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

NA LIJDEN, VERBLIJDEN. 289

NA LIJDEN, VERBLIJDEN.

De Heer verblijdt Zijn gunstelingen :

Toch mag de ziel die Gode leeft ,

Niet steeds den psalm der vreugde zingen ,

Alsof zij nimmer droefheid heeft.

Zij kent haar uren en haar dagen,

Waarin zij al haar vlekken ziet ,

En , met een diep en spraakloos klagen ,

Beschaamd naar Jezus' voeten vliedt !

Wel is de smart der blijdschap tegen ,

Maar voert de droefheid tot berouw,

Dan is er in de smart een zegen ,

Dan zijn de tranen hemeldauw.

Zij kunnen 't hard gemoed verweeken ,

Zoo dat, bij 's Heeren zonneschijn ,

De bloesems uit de windsels breken ,

De liefdevruchten zichtbaar zijn !

Die nimmer wist van zieletreuren ,Die nooit geweend heeft voor zijn God,

Ving nooit een straal uit 's Hemels deuren ,

En kende nimmer zielsgenot.

De middag zal het schoonste blinken

Na korte zonsverduistering ,

De Sionsharp het helderst klirkken

Als ze eenmaal aan de wilgen hing.

Hiern6 zal 't eeuwig blijdschap wezen !

DgAr zal mijn ziel ten reie gaan ,

Geen slaanden satansengel vreezen

19

Page 304: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

290 NA LIJDEN, VERBLIJDEN.

Noch 't branders van den boetetraan.

Want met de bronaar aller Zonden

Verdwijnt de bron van alle Pijn.

Indien de Zaalgen schreien kOnden ,

Het moest van groote vreugde zijn !

UIT DE NEANDERS-HOHLE

NAKLANKEN VAN DRIE LIEDEREN VAN NEANDER.

„Joachim Neander (Neumann) geb. 1640 in Bre-men, ist der erster Dichter der reformirte Kirche,voll eigenthitmlicher Kraft , Tiefe and Innigkeit.

A. KNAPP.

„In de Zifs en Adullams worden de Davids ge-vormd, en de Leuchtenburg en de Engelskammerdaar ginds, hebben dezen geestelijken zoon van Da-vid zijn schoonste liederen in de pen gegeven. 't Isof wij op gindschen rotstop nog de voetsporen desgezaligden dichters ontdekken : 't waren zijne laatsteop aarde."

TEN KATE, Langs den Rhijn, bl. 11, 12.

I.

ALLER HEEMLEN TALLOOS HEIR.

Aller heemlen talloos heir ,

Hoogte, diepte , lucht en zee ,

Zingen tot des Scheppers eer :

Gij mijn dankbre ziel , zing mee !

Page 305: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

UIT DE NEANDERS-HOHLE. 291

't Zonnestraaltjen brengt Hem lof, ,

Want Zijn glimlach geeft het gloed ,

Vrolijk prijst Hem 't starrenstof, ,

Dat daar opgaat voor Zijn voet.

leder frissche waterspat ,

Bigglend aan Zijn vingertop ,

Schrijft Zijn naam op bloem en blad

Met een vloeibren paereldrop.

leder vogeltje' op zijn takPrijst de Algoedheid die hem riep ,

Die hem in de veeren stak ,

En geboren zanger schiep.

Laat me , o Gij , die 't Al gebiedt !

U, den God der Majesteit ,Met mijn licht , mijn loop , mijn lied ,

Loven 'tot in eeuwigheid !

II.

HOE SNELT DES MENSCHEN T1JD VOORBIJ.

Hoe spelt des menschen tijd voorbij !

Hoe igen wij , hoe vliegen wij ,

Op vleugelen der oogenblikken !

Tot — plotsling , meest onvoorbereid ,

De klepelgalm ons op doet schrikken ,Die voorslag speelt der Eeuwigheid !

Page 306: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

292

UIT DE NEANDERS-HOHLE.

Hoe menig leven is een waan ,

Vol schijngestalten die vergaan ,

Een droom , een schaduwbeeld van leven ,

Dat werklijkheid en waarheid mist :

Een glinstrend spinrag , vastgeweven

Van 't wiegjen aan de zwarte kist !

Van alles waar men ooit op bouw',

Is eindlijk God-alleen getrouw, ,

De Geyer, meer dan al Zijn gaven ,

Die alle dooden overleeft ,

Vreugd , eer, , lust, kracht , in 't hart begraven ,

— Naakt kerkhof, dat Been opschrift heeft !

0 Gij , die alle banden slaakt ,

Die dorre beenderen levend maakt ,

Gestorven vreugden doet verrijzen ,

Maar beter , reiner dan weleer --

0 , laat niet eenzaam mij vergrijzen ,

Beziel, vervul mijn hart , o Heer !

Geen ledig, uitgestorven huis ,

Geen doodenakker zonde r kruis , —

Een tempel moog' mijn ziele wezen ,

Waar Hoop en Liefde bij elkaar

U prijzen , eeuwige Onvolprezen !

En Englen bidden aan 't altaar.

Page 307: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

rUIT DE NEANDERS-HOHLE. 293

LOF ZIJ DEN HEER.

Lof zij den Heer, den almachtigen Koning der eere!

Dat aarde en hemel den lof Zijner glorie vermeere!

Meng in 't geklank ,

Ziele ! uw aanbiddenden dank !

Zinge al wat ademt den Heere!

Lof zij den Heer , die de waerelden dacht , en zij waren !

Die al de dropplen geteld heeft der golvende jaren,

Die met Zijn staf

Heerscht van uw wieg tot uw graf:

Psalmzinge uw hart uit de snaren!

Lof zij den Heer, die u bootste nit vergankelijke aarde,

Maar heel Zijn volheid uw eeuwigen geest openbaarde !Hij had u lief,

Die tot Zijn kind u verhief,

Hooger dan de englen in waarde!

Lof zij den Heer, van Wiens leiding de starren gewagen ;

Die ook uw leven op adelaarswiek heeft gedragen !

Breed en geducht

Was Zijn aanbidlijke vlucht,

Ruischend met machtige slagen!

Lof zij den Heer , die uw bevende vrees zal bescbamen!

Noemt Hem uw Vader : de kroon van Zijn heerlijke namen!

Dwars door den dood

Neemt Hij u op in Zijn schoot.

Loof Hem in eenwigheid , Amen !

Page 308: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I

294 EEN ZESTAL LIEDEREN.

EEN ZESTAL LIEDEREN

OM OP STEENBEEK TE Z1NGEN , EN OVERAL WAAR

MEN DE LIEFDE VAN JEZUS KENT.

1. MORGENLIED.

WuzE : Gezang 43.

Christus, Zon van alien zegen!U begroet ons morgenlied.

Wat zou ooit ons hart bewegen ,

Deed Uw groote liefde 't niet?

Hadden wij den dood verdiend,Lof zij U , o Zondaarsvriend!

Gij hebt ons 't verbeurde leven ,

Boven duizend , weergegeven.

Doe ons heden ondervinden ,

Dat Gij 't treurig hart verblijdt ,

Dat Gij 't oogenlicht der blinden

En de kracht der zwakken zijt!

Maak ons zedig , zacht en stil!

Heer, herschep ons naar Uw wil!

Leer ons zelf, met ziel en zinnen

Boven alles U beminnen!

Uit den zwijmel der ellenden ,

Uit de schaduw van den dood ,

Bracht Gij ons , die U niet kenden,

Tot het eeuwig morgenrood.

Page 309: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN ZESTAL LIEDEREN. 295

Voer in ons Uw gunst ten top :

Ga in onze zielen op !

Dat ze groenen , dat ze bloeien ,

Waar Uw voile stralen gloeien !

II. AVONDLIED.

W1JZE: Psalm 24, of Psalm 62.

0 Heer, die de Eerste en Laatste zijt !

U zij ons staamlend lied gewijd ,

U loven onze dankgebeden.

Hoe diep beschaamt ons Uw gena!

Zij sloeg ons als een moeder ga,

Zij kroonde ons met barmhartigheden.

'Vergeving , Heer ! nu de avondstond

Die ons op nieuw gezegend vond ,

Op nieuw ons schuldig heeft bevonden!

Och , wasch in Uw verzoenend bloed

De onreinheid van ons krank gemoed ,

En doe ons niet naar onze zonden !

Bescherm ons in den donkren nacht!

Omring ons met Uw Englenwacht !

Doe onzer ziele Uw vrede smaken !Stort, naar Uw groote zondaarsmin ,

Ons krachten der vernieuwing in,

En doe ons gants ver,jongd ontwaken !

Page 310: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN ZESTAL LIEDEREN.

En als de levensavond komt ,

Waarop ons laatste lied verstomt,

Ontneem Gij dan den dood zijn wapen!

En laat Uw Woord de peluw zijn,

Waarop wij d' eeuwgen morgenschijn ,

Door U verzegeld , tegenslapen !

III. AAN JEZUS' VOET.

WIJZE : Psalm 42.

Heer en Heiland ! aan Uw yoeten

Buig ik mij aanbiddend Weer,

Om te bidden en te boeten,

Om te juichen tot Uw eer.

Ach, waar elders zou ik gaan?

Dreigend blikt de waereld m' aan,

En ik voel nog al de wooden

Van haar zorgen , van haar zonden.

Maar gij zaagt mij in de verte,

Dwalend schaap , die U niet zocht !

Diep bewogen met mijn smerte,

Riept Gij , of ik volgen mocht.

Trouwe Herder ! met Uw bloed

Hebt Gij al mijn schuld geboet ,

Want Gij droegt me in stervende armen

Naar den schoot van Gods erbarmen.

Tot de waereld wederkeeren?

Neen , d6t niet in eeuwigheid!

Sterk mij , goede Geest des Heeren ,

Page 311: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN ZESTAL LIEDEREN. 297

Die mij hiertoe hebt geleid

Voed in mij een droefenis ,

Die aan God gevallig is,

Die mij straks een vreugd zal geven ,

Boven alle vreugd verheven !

Heer ! Uw arme Magdalene

Vindt in U haar hoogste Goed.

Niets begeert zij dan dit eerie:

Laat mij blijven aan Uw voet!

Troost , vernieuw en heilig mij ,

Tot ik gants gelouterd zij ,

Tot ik , juichend voor Uw troone ,

Eeuwig boven bij U wone !

IV. ZONDAGSLIED.

WIJZE : Gezang 96.

Wees gegroet, gij Eersteling der dagen!

Morgen der verrijzenis !

Bij wiens licht de macht der hel verslagen

En de flood vernietigd is !

Heere Jezus , Trooster aller smarten!

Zon der Waereld ! schijnt in onze harten !

Deel ons zelf den voorsmaak mee

Van der Zaalgen Sabbats-vree !

Op Uw woord , o Leven van ons leven!

Schudt ons hart den doodslaap af.

Door de kracht Uw Geestes uitgedreven,

Page 312: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

298

EEN ZESTAL LIEDEREN.

Treden we nit ons zondengraf.

Leer ons daaglijks, leer ons duizendwerven,

In Uw Kruisdood meégekruisigd sterven ,En , herboren opgestaan ,

Achter U ten Hemel gaan!

In Uw hoede zijn wij w4I geborgen :

En schoon eerlang 't oog ons breek',

't Zal ontsluiten op den Grooten Morgen ,

Na deez' aardsche Lijdensweek !

Welk een Dag der Ruste zal dat wezen,

Als we , onsterflijk uit onze asch verrezen ,

Knielen voor Uw dankaltaar .....

Amen, Jezus ! maak het waar !

V. LOFLIED.

WIJZE : Psalm 118.

0 Heer ! wien ooit Uw goedheen treffen ,

Ons past het danklied bovenal.

Leer ons een herderstrouw beseffen ,

Die niemand ooit doorgronden zal!

Daar duizenden wanhopig dwalen,

kiept Ge Ons van d' open afgrond weer !

Wij zullen 't eeuwig U herhalen :

Oneindig is Uw liefde, o Heer!

Ons geeft ge, in schaduw van Uw wieken,

Een schuilplaats tegen Zonde en Hel:

paar zegt, bij 't Hemelsch morgenkrieken,

Ons hart den nacht des doods vaarwel.

Page 313: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

EEN ZESTAL LIEDEREN. 299

Ook Onze heildorst wilt Gij lesschen,

Ook ons verlost Gij door Uw kruis ,

En van verloren zondaressenMaakt Gij ons dochters in Gods Huis!

Hoe zullen we U naar waarde danken?

Verlosser, neen ! wij kunnen 't niet.

Wat tranen en gebroken kianken

Is alles wat ons overschiet.

Ach, in ons-zelve stof en assche,

Is dit ons daaglijksch smeekgebed:

Dat ons Uw Geest volkomen wassche

Van d' allerlaatsten zielesmet !

Voltooi ons in Uw werk , o Heere !

Bekwaam ons tot den goeden strijd

Opdat wij leven U ter eere,Die 't Leven onzer zielen zijt !

Opdat we in U den Vader lovers,

Den Vader van barmhartigheid,

Bij wien Ge, in 't Hoog Vertrek daar Boven ,

Uw IVIagdalenaas plaats bereidt!

VI. VRIJDAGSLIED.

WLTZE : Psalm 65.

0 dag des doods, o dag des levens ,

Gevreesd en toch begeerd ! .

Ge ontzet en gij vertroost mij tevens,

Zoo vaak gij wederkeert.

Page 314: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I

300 EEN ZESTAL LIEDEREN.

Gij zaagt Gods eigen Zoon gebonden,

Bezwijken in Zijn bloed;

Maar ook , het handschrift mijner zonden

Vernietigd aan Zijn voet!

Zijt Gij, o Heer aan 't kruis geslagen,

Om 't geen ik overtrad?

Hebt Ge, eer mijn oogen 't daglicht zagen,

Mij alzoo lief gehad?

Ontneem dan , daar ik voor 13 kniele,

Mij dit zelfzuchtig I k,

En word de liefde mijner ziele,

Tot aan mijn jongsten snik !

Dan licht steeds in den dag van heden

Me een Goede Vrijdag aan,

Die mij met psalmen en gebeden

Ten Kruisberg op doet gaan :

Die mij ziet lijden aan Uw wonden,

En sterven aan Uw dood,

Mij ouden mensch met al mijn zonden

Begravende in zijn schoot!

DE MOEDER AAN HAAR KIND IN DEN HEMEL.

Gij , dierbaar kind, zoo spoedig mij ontvlogen !

Verlaat voor mij de blijde Hemelboogen

Een oogenblik!

Och , of mijn ziel nog eenmaal u ontmoette!

Vergoed mij door een eerste vredegroete

Uw laatsten snik!

Page 315: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE MOEDER AAN HAAR KIND IN DEN HEMEL. 301

Zoo 't mooglijk is , in zalige Englenchooren

Het klaaggeschrei der sterflijken to hooren ,

Dan hoort gij nu ,

Dan ziet gij nu mijn moederlijke smarte ; —

En ik , mijn kind ? in dit mijn moederharte

Hoor, , zie ik u !

Neem eenmaal nog uw schuilplaats in mijn armen ,

Laat mij nog eens die maagre hand verwarmen ,

Die leest omvaan !

Uw lokkig hoofd zij in mijn schoot gebogen ,

En zie nog eens met die verteedrende oogen

Uw moeder aan !

Des winters , als de storm daar buiten loeide ,

Vertelde ik u, daar 't knappend haardvuur gloeide ,

-V an God den Heer ;

Wilde ik in 't eind u dan in 't wiegjen leggen ,

Dan kost ge soms zoo zacht , zoo vleiend zeggen :

„ Vertel nog meer !"

Uw moeder , ach ! zij kan u niets meer leeren ,

Gij weet nu van de heerlijkheid des Heeren

Veel meer dan zij.

Gij zult voortaan uw moeder onderrichten.

Blijf, Engel ! haar in 't strijdperk harer plichten

Beschermend bij !

Verhaal mij van de majesteit der Heemlen ,

Hoe voor Gods troop de goede geesten weemlen ,

Waar 't wierook geurt :

En 't „ Heilig ! driemaal heilig !" wordt gezongen !

Vertel nog meer , vertel nog meer , mijn jongen !

't Is thands u w beurt !

Page 316: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

r302 DE MOEDER AAN HAAR KIND IN DEN HEMEL.

0 , houd mijn ziel met zoete droomen bezig

Des Wederziens ! . . . Gij waart zoo lang afwezig ,

Ik leed zooveel:

Gods vredelicht wijkt uit mijn schreiende oogen :

Mijn hoop is niet gebroken , maar gebogen

Op d' armen steel !

Ontsluier mij , die neerkniel op de zooden ,

De wondren van 't geheimvol Rijk der Dooden ,

Waar 't Graf van zwijgt !

Zeg me , of de ziel , waar zooveel Zaalgen wenken ,

De ballingen der aarde blijft gedenken

En tegenhijgt !

Versterk gij mij in 't kinderlijk Gelooven!

Troost door de vreugd , die gij genet daar Boven ,

Mijn aardsch verdriet !

Heeft Jezus bij uw aankomst u gezegend ?

Hebt gij omhoog mijn moeder niet bejegend ,

Uw zuster niet?

Gij spreekt ! Ik hood Ik raad! Ik ken de meening

Pier geestenstem : zij fluistert van hereening

Voor ' g Heeren troon :

Zij spreekt van banden nimmer losgereten :De Hemel kan Been Moeder doen vergeten ! .. .

Heb dank , mijn noon !

(Vrij gevolgd.)

Page 317: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

VER VAN HUIS. 303

VER VAN HUIS.

Wie maar met God zijn Heer mag trekken ,

Vindt overal zijn pad bereid:Hem zal Uw eeuwig schild bedekken ,

Barmhartige Voorzienigheid !

Een lichtstraal speelt op al mijn wegen ,

Een vogel zingt bij elken tred :

Een varier volgt mij met zijn zegen ,

Een moeder met haar smeekgebed !

Hoe wonder zijn Uw werken, Heere !Hoe zweeft Uw schaduw over 't dal!

Ik hoor den lofzang Uwer eere,

'k Hervind Uw Hemel overal.Het groene bosch , de frissche beemden ,

't Draagt al de sporen van Uw voet ;

En hoorbaar klopt in 't Land der vreemdenMe Uw hart vertrouwlijk in 't gemoet!

Wil Gij mijn hope nooit beschamen ,

Wees Gij mijn weg , mijn girls , o Heer !

Zend de Englen die tot Jakob kwamen ,

Beschermend tot den zwerver neer !Gun me , in hun vleuglenschaailw gezeten,

Een schuilplaats tegen zon en wind,

En weef ze tot een Hemelketen ,Die me aan mijn verre vrienden bindt!

Sohrijf Uw beloften en geboden,Heer, op de taaflen mijner ziel!

Verhoor mij steeds in al mijn nooden ,

Aanschouw mij , waAr ik nederkniel!

Page 318: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

304 VER VAN HUIS.

En als de donkere uren komen ,

Waarin Uw Engel schijnt te vlien ,

0 , laat mij van mijn moeder droomen ,

Ja , droomen van ons wederzien !

HET MENSCHELIJK LEVEN.

Il passato non 6, ma se lo pingeLa viva rimembranza.Il futuro non 6 , ma se lo fingeLa credula speranza.Il presente sol e , the in un balenoPassa .del nulla in servo.Dunque la vita 6 appnntoUna memoria, una speranza, un punto.

Het Verleden is niets dan een weemlende droom ,

Waar de maan des herdenkens op speelt ;

Het Toekomende een vormloos verschiet op den stroom ,

Waar het hart zich de haven verbeeldt.

Slechts het Heden bestaat : maar schier enkel in naam ,Want : het nadert — ik spreek — 't is ontvlucht ! .. .

Zoo dan vatten Brie woorden heel 't leven te saam' :

Een Herinring , een Hoop , en een Zucht !

Page 319: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

'-'ZUCHT. 305

ZUCHT.

't Hart moge in droomen zich wiegen ,

Droomen en beelden bedriegen ,

Wenschen verdringen elkaAr ,

Vriendschap en Liefde vervliegen —

Niets dan de Hemel is waar !

Lipjens van roode robijnen ,

Blosjens en bloemen verkwijnen ,

Dof wordt de blinkendste kroon ,

Starren en zonnen verdwijnen —

Niets dan de Hemel is schoon !

Speelbal van duizend gevaren ,

Stormen die nimmer bedaren ,

Ver van de blaauwende kust ,

Slingert de mensch op de baren —

Niets dan de Hemel geeft rust !

(Gevolgd.)

ONKRUID -WIEDEN.

Ach , op d' akker van mijn harte ,

die den Heere bloeien moest ,,

Staat het onkruid al to welig ,

dat het goede zaad verwoest.

't Heeft zijn Braden z66 gevlochten

in den grond van mijn bestaan 7

Dat mijn Schepper mee moet helpen ,

zal het ooit geheel vergaan.

--- ...,..^..4...

20

Page 320: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

306

ONKRUID-WIEDEN.

Als ik zwoeg in eigen krachten ,

werp ik blad en stengel neer, ,Maar de kiem blijft ongetroffen ,

en — zij keeren morgen weer.

Doch wanneer God-zelf den vinger

aan de diepste wortel slaat ,

Ziele ! is 't wonder , dat in 't wieden

menig aardklop mede gaat ?

't Itooien van het zondeweefsel

gaat niet zonder angst of smart :

't Kost een deel van d' ouden akker !

't kost een stuk van 't oude hart!

Maar veel liever nil geleden ,

dan hierna vergeefs getreurd !

God , mijn God ! vaar voort met wieden,

tot de laatste vezel scheurt!

G E D TJ L D.

Ach, hoe lang nog zal ik wachten ,

Zal ik vreezen, zal ik smachten?

Uren worden eeuwen lang :

Vader ! 't is Uw kind zoo bang.

— Geduld!

Banden der vreeze belemmren de vrijheid ,

Maatloos verlangen ontzenuwt de kracht;

Eeuwen zijn uren in 's Heeren nabijheid :

Volg gij Zijn schreden door nevel en nacht !

Page 321: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

GEDULD. 307

Ach , hoe lang nog zal ik lijden ,

Zal ,ik zwoegen zal ik strijden ?

Is dan alles wat ik droeg ,

Immer, , immer niet genoeg ?— Geduld!

Doof eerst dien gloed , die uw boezem doet hijgen !

Draag eerst uw kruis met oodmoedig geduld !

Breng dien oproerigen wil eerst tot zwijgen :

H ij moet het doen , die de tijden vervult !

Ach , hoe lang , in 't stof gebogen ,

Zie ik uit met schreiende oogen ?

Gij , die droeven troost verleent !

Heb ik nog niet uitgeweend ?

— Geduld!

Tranen , God zond ze en God telde ze tevens ;

Blonken ze ook niet in het oog van Gods Zoon ?

Tranen zijn dauw op den akker des levens !

Tranen zijn paerlen in de eeuwige kroon !

Ach , hoe lang nog zal ik klagen ,

Vruchteloos om uitkomst vragen ?

God der Liefde , treft mijn smart

Dan niet meer Uw Vaderhart ?— Geduld!

't Hart van den Vader staat steeds voor u open !

De eindloze Liefde verloochent zieh niet !

Geeft ze u niet alles in alles to hopen ,

Dan ook wanneer gij heur raad niet doorziet ?

Ach , hoe lang , van wee bevangen ,

Smelt mijn ziel in klaaggezangen ?

Zing ik , als in 't blij weleer, ,

Page 322: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

308 GEDULD.

Nooit een psalm der vreugde meer ?— Geduld!

Oodmoed en hoop en geduld en vertrouwen ,

Moeten beproefd en gehard in den strijd.

Slechts die geloofd heeft , zal klaarlijk aanschouwen !

Slechts die getreurd heeft , wordt waarlijk verblijd !

(Vrij gevolgd.)

DE ZENDING ONDER, DE HEIDENEN.

Gij Christnen ! vaart op uw festijnen

U soms geen huivring door het bloed ,

Die 't waschlicht op uw kroonen kwijnen ,

De geur uws bekers flaauwen doet ?

Leert geen geheime schaamte u blozen ,

Wanneer de schaar der zorgelozen

Zich brassende om uw tafel groept ?

En hoort ge , dwars door 't vreugdrinkinken ,

Geen zucht , geen kreet , geen bede klinken ?. . .

— Dat is de Heiden , die u roept.

Als jagers , afgericht ten strijde ,

Koost gij den Wilde tot uw prooi ,

Gij stiet hem , voor zijn goud en zijde ,

Gelijk een tijger in een kooi.

In gruwlen , die ten hemel rezen ,

Hebt gij zijn blindheid onderwezen.

Den wreedsten afgod bracht gij hem :

Voor U moest hij „ hozanna" juichen ,

Voor • U de kranke knien buigen ,

Of — siddren voor uw beulenstem !

Page 323: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE ZENDING ONDER DE HEIDENEN. 309

Bezoedeld hebt ge uw blanke handen ,

Als gij den zwarten broeder sloegt.

Gij deedt zijn rug van striemen branden ,

Waarmeé ge uw Heiland hebt doorploegd.

Wee , zoo ge voortwoedt in de zonde !

Wee , zoo de Heer eens wond voor wonde

Terug kwam brengen met Zijn zwaard!

Ondankbren ! zijn de kostbaarheden ,

Die gij ontperst hebt en — vertreden ,

U zelfs Been handvol bijbels waard ?

Maar lof zij God ! ze is weer ontstoken ,

De liefde die van Troas voer

De slavenkluister is verbroken,

A an Harden ligt het geesselsnoer.

De Kerk bevleugelt haar gezanten

Om de eeuwge lichtbanier to planter',

Waar maar een harte kloppen mag.

En nacht aan nacht zien onze droomen

Den bleeken smeekling wederkomen ,

Wiens eerste tranen Paulus zag !

Noemt hem — een stem uit grafgesteenten,

Een zielskreet nit den zondenacht,

Een ruischen onder lijkgebeenten ,

Een v6Orgevoel der Levenskracht ,

Een tasten van het kind der smarte

Naar 't lang verloren Vaderharte ,

Een liefdekoord. der Vadermin .. .

Wat namen hij U of moog' dwingen ,

VOcir alles, ziet hem handenwringen ,

En — scheept u tot zijn redding in !

Page 324: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

I310

DE ZENDING UNDER DE HEIDENEN.

Nu schreit hij uit de Morgenlanden :

„Keer weder, Star van Efrata !"

Dan uit de heete Middagzanden :

„ Spring los , fonteine der Gena !"

Straks nit de Noordsche winternachten •

„0 Levenszon, waarnaar we smachten,

„ Zie , de ijskorst smelt : wij zijn bereid !"

Uit de eilanden der Avondkimmen :

„Wanneer zal ons uw morgen klimmen,

„O Vaste-Land der Zaligheid ?"

Hier rammelt hij zijn slavenboeien;

DAAr zucht hij bij zijn Fetisch-boom;

Ginds vischt hij, waar de Kiangs vloeien,

De zuigelingen uit den stroom;

Hier heft hij nit den Molochs-oven

De kleene kinderhand naar boven ;

DAar kermt hij als de Hindoevrouw ,

Die voor den mutsaart wordt verslagen :

Maar wat gestalte hij moog' dragen ,

Het hart der Menschheid breekt van rouw !

Fen oog vol Goddelijk erbarmen

Ziet neêr op zoo veel arren moed.

Niet vruchtloos riep de Ileer alle armen,

Niet vruchtloos gaf Gods Zoon Zijn bloed.!

Dat voelt Zijn yolk , met dank der Zielen :

't Vloeit samen om aan 't strand te knielen ,

waar straks Gods wimpel waaien zal.

Hij waait! Ziet,- hoe zij de ankers lichten,

Om 't kruis des troostes op te richten

In elk rampzalig Hinnomsdal!

Page 325: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

DE ZENDING ONDER DE HEIDENEN. 311

0 vloot des Heeren ! vloot des Heeren !

Hoe klapwiekt gij de waatren door,

Om d' ouden jammer to bezweeren ,

Waarin de Heiden God verloor !

Nooit , schoon ze ook Ofirs stofgoud droegen,

Zag de afgrond rijker kielen zwoegen :

Want uit een Hemelsche Levant

Brengt gij het kleinood der kleinooden :

Het eeuwig leven uit de dooden ,

En 't weergevonden Vaderland !

Een krijgsvloot zijt gij ! kopren mondenEn vuurge tongen voert gij aan::

Gij komt het gruwelrijk der zonden

Met Cherubijnenzwaard verslaan !Door deuren , eeuwen onbezweken ,

Door rotsgevaarten zult gij breken ,

Tot dat de laatste slagboom springt;

En in geen haven zult gij rusten,Eer ' aan de verste waereldkusten

Het Hallel van Gods Vrede klinkt !

Trekt , Heiden ! tot uw zegefeesten :

De Heiden smacht naar 's Heeren heil.

Houdt goeden moed ! Gods Zeven Geesten

Zijn blazende in uw zwellend zeil!

En gij , die blijft ! o zendt uw bede

Op vleuglen eener duive mede!

Hangt aan die vleuglen wat gij hebt ,

Jets van uw goud en heel uw harte ,

Dat medeworstelt uit de verte ,

En kracht uit hun triomfen schept !

Page 326: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom

312 DE ZENDING ONDER DE HEIDENEN.

Wie heeft den grooten strijd begonnen

De Zendling nit Gods heerlijkheid,

Die aan Zijn vinger alle zonnen

En waerelden en volken leidt !

Hij ving hem aan in smaad en schande ,

Gekruisigd tot een offerande ,

Verworpen als eens menschen zoon !

En Hij voltooit hem in den Hoogen,

Gezalfd met 's Vaders alvermogen,

Gehuldigd op den Scheppingstroon !

Blikt opwaards door de lichtgordijnen

Des derden hemels ! . . . Welk een heir,

Wiens kleederen als bliksems schijnen,

Werpt daar zijn palm voor Jezus neer?

Die Heiden , juichend van verrukking ,

Zijn de eerstelingen der verdrukking ,

Gevallen op de A.postelbaan !

De phalanx , die aan 't voorhoofd bloedde

Van 't leger, in wiens achterhoede

De Giitzlaffs onder 't wapen staan !

Rijs Christus Gods ! rijs ter voltooiing

Van 't wonder, dat ten einde spoedt !

Breng nit hun afval en verstrooiing

En Jood en Gojim aan Uw voet !

En dan , o Zoon des Hooggeloofden!

Neem van de uit stof geschapen hoofden

De bleeke diademen af!Versmelt ze tot an kroon der kroonen ,

En kom Gij-zelf als Koning wonen

Bij 't Volk , dat saamschuilt rond Uw staf!

Page 327: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom
Page 328: STICHTELIJ HUISB0EK - dbnl · De wijze en dwaze Maagden 106. Jairus dochtertjen , 108. Mariaas lofzang 110. Zacharias' lofzang. 111. Simeons lofzang 113. De onvruchtbare vijgenboom