Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk...

16
Startrekenen 1F Leerwerkboek rekenen deel A SANDER HEEBELS IRENE LUGTEN JELTE FOLKERTSMA JASPER VAN ABSWOUDE SHARON TELKAMP MARK OOMEN SARI WOLTERS ROB LAGENDIJK RIEKE WYNIA Startrekenen 1F

Transcript of Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk...

Page 1: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

Startrekenen 1FLeerwerkboek rekenen deel A

SANDER HEEBELS • IRENE LUGTEN • JELTE FOLKERTSMA • JASPER VAN ABSWOUDE

SHARON TELKAMP • MARK OOMEN • SARI WOLTERS • ROB LAGENDIJK • RIEKE WYNIA

Twee leerwerkboekenStartrekenen 1F bestaat uit twee leerwerkboeken. In deel A oefen je met de domeinen Getallen en Verhoudingen. In deel B oefen je met de domeinen Meten & meetkunde en Verbanden. Elk domein bestaat uit een aantal hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een eigen onderwerp.

Opbouw van een hoofdstukElk hoofdstuk is op dezelfde manier opgebouwd:

• startopdracht: deze opdracht aan het begin van een hoofdstuk probeer je op je eigen manier op te lossen.

• theorie, voorbeelden en opdrachten: na de startopdracht lees je theorie en bekijk je voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Daarna maak je de opdrachten die bij de theorie horen.

• eindopdracht: aan het einde van een hoofdstuk maak je een eindopdracht waarin alles wat je in een hoofdstuk hebt geleerd opnieuw aan bod komt.

EindprojectAan het eind van elk domein, maak je een eindproject. In dit eindproject los je een lastig rekenprobleem uit de praktijk op.

Extra oefenenIn Startrekenen Online kun je extra oefenen met opdrachten en onderwerpen die je lastig vindt. Je kunt ook oefenen met opdrachten en onderwerpen op een hoger niveau. De extra oefeningen maak je in overleg met de docent. Voor het online oefenen heb je namelijk een inlogcode nodig.

Startreken

en 1F d

eel A

ISBN 978-94-91699-412

789491 6994129

ISBN 978-9-491-69941-2

Startrekenen 1F A-Omslag.indd 1 12-03-15 15:39

Page 2: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

3

Inhoudsopgave

Verantwoording van de methode 5

Woord aan de leerling 10

Domein 1: Getallen

Hoofdstuk 1 Getallen1.1 Cijfers en getallen 131.2 Vergelijken van getallen 171.3 Grote getallen en afronden 21

Hoofdstuk 2 Optellen2.1 Hoofdrekenen 292.2 Optellen op papier 37

Hoofdstuk 3 Aftrekken 3.1 Hoofdrekenen 453.2 Aftrekken op papier 51

Hoofdstuk 4 Vermenigvuldigen4.1 Hoofdrekenen 594.2 Afronden en schatten 664.3 Vermenigvuldigen op papier 69

Hoofdstuk 5 Delen5.1 Deeltafels 775.2 Afronden en schatten 845.3 Delen op papier 87

Hoofdstuk 6 Breuken6.1 Wat zijn breuken? 976.2 Gelijkwaardige breuken 1006.3 Breuken optellen en aftrekken 1076.4 Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken 115

Hoofdstuk 7 Decimale getallen7.1 Wat zijn decimale getallen? 1237.2 Afronden en schatten 1297.3 Rekenen met decimale getallen 1367.4 Decimale getallen op papier 143

Eindproject Getallen 150

Startrekenen 1F deel A

Boek startrekenen 1F-A.indb 3 12-03-15 15:40

Page 3: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

3

Inhoudsopgave

Verantwoording van de methode 5

Woord aan de leerling 10

Domein 1: Getallen

Hoofdstuk 1 Getallen1.1 Cijfers en getallen 131.2 Vergelijken van getallen 171.3 Grote getallen en afronden 21

Hoofdstuk 2 Optellen2.1 Hoofdrekenen 292.2 Optellen op papier 37

Hoofdstuk 3 Aftrekken 3.1 Hoofdrekenen 453.2 Aftrekken op papier 51

Hoofdstuk 4 Vermenigvuldigen4.1 Hoofdrekenen 594.2 Afronden en schatten 664.3 Vermenigvuldigen op papier 69

Hoofdstuk 5 Delen5.1 Deeltafels 775.2 Afronden en schatten 845.3 Delen op papier 87

Hoofdstuk 6 Breuken6.1 Wat zijn breuken? 976.2 Gelijkwaardige breuken 1006.3 Breuken optellen en aftrekken 1076.4 Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken 115

Hoofdstuk 7 Decimale getallen7.1 Wat zijn decimale getallen? 1237.2 Afronden en schatten 1297.3 Rekenen met decimale getallen 1367.4 Decimale getallen op papier 143

Eindproject Getallen 150

Startrekenen 1F deel A

Boek startrekenen 1F-A.indb 3 12-03-15 15:40

4

Domein 2: Verhoudingen

Hoofdstuk 8 Verhoudingen8.1 Wat is een verhouding? 1598.2 Rekenen met verhoudingen 1618.3 Verhoudingen met een totaal 1718.4 Verhoudingen vereenvoudigen 175

Hoofdstuk 9 Verhoudingen en breuken9.1 Breuken als verhouding 1839.2 Vermenigvuldigen met breuken 1869.3 Breuken en decimale getallen 1969.4 Breuken en verhoudingen vergelijken 201

Hoofdstuk 10 Procenten10.1 Wat zijn procenten? 20710.2 Procenten, breuken en decimalen 20910.3 Percentages uitrekenen 215

Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten11.1 Procenten en verhoudingen 22511.2 Het totaal uitrekenen 22911.3 Afname en toename 235

Eindproject Verhoudingen 246

Boek startrekenen 1F-A.indb 4 12-03-15 15:40

Page 4: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

28

GetallenGetallen

Hoofdstuk 2

OptellenStartopdracht

Roxanne werkt in een restaurant.Ze moet fruit kopen voor de fruitsalades.Ze koopt 1 doos met kiwi’s.Ze koopt ook een aantal trossen bananen. Ze koopt ten slotte nog 24 ananassen.

Reken uit hoeveel stuks fruit Roxanne in totaal koopt.Je mag zelf kiezen op welke manier je dit uitrekent.Laat zien hoe je aan het antwoord komt.

Boek startrekenen 1F-A.indb 28 12-03-15 15:40

Page 5: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

28

GetallenGetallen

Hoofdstuk 2

OptellenStartopdracht

Roxanne werkt in een restaurant.Ze moet fruit kopen voor de fruitsalades.Ze koopt 1 doos met kiwi’s.Ze koopt ook een aantal trossen bananen. Ze koopt ten slotte nog 24 ananassen.

Reken uit hoeveel stuks fruit Roxanne in totaal koopt.Je mag zelf kiezen op welke manier je dit uitrekent.Laat zien hoe je aan het antwoord komt.

Boek startrekenen 1F-A.indb 28 12-03-15 15:40

29

Hoofdstuk 2 Optellen

2.1 Hoofdrekenen

Theorie

Als je twee of meer getallen bij elkaar optelt, noem je dat een optelling. Bij optellen gebruik je het plusteken: +. De uitkomst van een optelling noem je de som.

Voorbeeld optelling

5 + 4 = 9 plus som

Opdracht 1Reken uit.

a. 12 + 3 = f. 53 + 11 = k. 28 + 17 =

b. 16 + 2 = g. 71 + 14 = l. 32 + 29 =

c. 21 + 8 = h. 45 + 33 = m. 44 + 37 =

d. 42 + 6 = i. 62 + 24 = n. 56 + 16 =

e. 38 + 11 = j. 81 + 18 = o. 69 + 23 =

Opdracht 2Schrijf in elk hokje de opgave op en reken de som uit.

a. + 3 5 7 9

10 10 + 3 = 13

12 12 + 9 = 21

14

16 16 + 5 = 21 16 + 9 = 25

b. + 12 14 16 18

31

33

35

37

Boek startrekenen 1F-A.indb 29 12-03-15 15:40

Page 6: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

30

Getallen

Theorie

Je kunt optellen makkelijker maken met splitsen en rijgen.

Voorbeeld226 + 48 =

Splitsen

Stap 1 Splits beide getallen. 226 splits je in 200, 20 en 6. 48 splits je in 40 en 8.

Stap 2 Tel de honderdtallen, tientallen en eenheden bij elkaar op.

honderdtallen: 200 tientallen: 40 + 20 = 60 eenheden: 8 + 6 = 14

Stap 3 Tel de uitkomsten op. 200 + 60 + 14 = 274

226 + 48 = 274

Rijgen

Stap 1 Splits het tweede getal. 48 splits je in 40 en 8.

Stap 2 Tel de tientallen bij het eerste getal op.

226 + 40 = 266

Stap 3 Tel de eenheden bij de uitkomst op.

266 + 8 = 274

226 + 48 = 274

Theorie

Grote getallen kun je splitsen in duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden.

Voorbeeld• Hetgetal27splitsjein20en7.• Hetgetal364splitsjein300,60en4.

Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40

Page 7: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

30

Getallen

Theorie

Je kunt optellen makkelijker maken met splitsen en rijgen.

Voorbeeld226 + 48 =

Splitsen

Stap 1 Splits beide getallen. 226 splits je in 200, 20 en 6. 48 splits je in 40 en 8.

Stap 2 Tel de honderdtallen, tientallen en eenheden bij elkaar op.

honderdtallen: 200 tientallen: 40 + 20 = 60 eenheden: 8 + 6 = 14

Stap 3 Tel de uitkomsten op. 200 + 60 + 14 = 274

226 + 48 = 274

Rijgen

Stap 1 Splits het tweede getal. 48 splits je in 40 en 8.

Stap 2 Tel de tientallen bij het eerste getal op.

226 + 40 = 266

Stap 3 Tel de eenheden bij de uitkomst op.

266 + 8 = 274

226 + 48 = 274

Theorie

Grote getallen kun je splitsen in duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden.

Voorbeeld• Hetgetal27splitsjein20en7.• Hetgetal364splitsjein300,60en4.

Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40

31

Hoofdstuk 2 Optellen

Opdracht 3Reken uit.Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of rijgen.

a. 53 + 44 = b. 335 + 26 =

Stap 1 Stap 1

Stap 2 Stap 2

Stap 3 Stap 3

Stap 4

Opdracht 4Reken uit.Schrijf de berekening op.

a. 32 + 18 =

b. 143 + 22 =

c. 154 + 135 =

d. 167 + 43 =

e. 42 + 153 =

f. 121 + 247 =

g. 264 + 121 =

h. 312 + 275 =

Boek startrekenen 1F-A.indb 31 12-03-15 15:40

Page 8: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

34

Getallen

Opdracht 7Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt.Schrijf de berekening op.

a. 16 + 14 + 17 =

b. 23 + 221 =

c. 3 + 37 +18 =

d. 80 + 24 =

e. 13 + 57 + 21 =

f. 234 + 624 =

g. 461 + 118 =

h. 367 + 27 + 3 =

i. 104 + 200 =

j. 1.223 + 706 =

Opdracht 8Pieter en Anna gaan kamperen.

a. Pieter koopt een slaapzak voor € 165 en een matje voor € 112. Hoeveel kosten deze spullen in totaal? Schrijf de berekening op.

b. Anna koopt een zaklamp voor € 28, een klapstoel voor € 19 en een rugzak voor € 62. Hoeveel kosten deze spullen in totaal? Schrijf de berekening op.

Boek startrekenen 1F-A.indb 34 12-03-15 15:40

Page 9: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

34

Getallen

Opdracht 7Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt.Schrijf de berekening op.

a. 16 + 14 + 17 =

b. 23 + 221 =

c. 3 + 37 +18 =

d. 80 + 24 =

e. 13 + 57 + 21 =

f. 234 + 624 =

g. 461 + 118 =

h. 367 + 27 + 3 =

i. 104 + 200 =

j. 1.223 + 706 =

Opdracht 8Pieter en Anna gaan kamperen.

a. Pieter koopt een slaapzak voor € 165 en een matje voor € 112. Hoeveel kosten deze spullen in totaal? Schrijf de berekening op.

b. Anna koopt een zaklamp voor € 28, een klapstoel voor € 19 en een rugzak voor € 62. Hoeveel kosten deze spullen in totaal? Schrijf de berekening op.

Boek startrekenen 1F-A.indb 34 12-03-15 15:40

35

Hoofdstuk 2 Optellen

Opdracht 9Drie van de vier getallen zijn opgeteld 20, 50 of 100.Welk getal gebruik je niet?Streep dat getal door.

a. b. c. d.

e. f. g. h.

i. j. k. l.

Boek startrekenen 1F-A.indb 35 12-03-15 15:40

Page 10: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

40

Getallen

Opdracht 14Er hangt een bord bij de ingang van een parkeergarage.

Hoeveel parkeerplaatsen heeft de parkeergarage in totaal?

Stap 1 Schrijf de opgave op.

Stap 2 Reken uit in het raster.

+

Stap 3 Geef antwoord op de vraag.

Opdracht 15Reken uit.

a. Er zitten 364 jongens en 98 meisjes op voetbalclub S.V. Toppers. Hoeveel leden zijn dit in totaal?

+

b. 1.283 leerlingen komen met de fiets naar school. 148 leerlingen komen met de scooter naar school. Hoeveel leerlingen zijn dit in totaal?

+

Boek startrekenen 1F-A.indb 40 12-03-15 15:40

Page 11: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

40

Getallen

Opdracht 14Er hangt een bord bij de ingang van een parkeergarage.

Hoeveel parkeerplaatsen heeft de parkeergarage in totaal?

Stap 1 Schrijf de opgave op.

Stap 2 Reken uit in het raster.

+

Stap 3 Geef antwoord op de vraag.

Opdracht 15Reken uit.

a. Er zitten 364 jongens en 98 meisjes op voetbalclub S.V. Toppers. Hoeveel leden zijn dit in totaal?

+

b. 1.283 leerlingen komen met de fiets naar school. 148 leerlingen komen met de scooter naar school. Hoeveel leerlingen zijn dit in totaal?

+

Boek startrekenen 1F-A.indb 40 12-03-15 15:40

41

Hoofdstuk 2 Optellen

c. Er liggen 689 appels en 412 bananen in een winkel. Hoeveel stuks fruit zijn dit in totaal?

+

d. Er passen 873 mensen in de kleine zaal en 1.692 mensen in de grote zaal. Hoeveel mensen passen er in totaal in de twee zalen?

+

Opdracht 16Tel steeds twee getallen in de piramide die naast elkaar staan op.Schrijf de uitkomst in het vakje boven de twee getallen.Gebruik kladpapier om getallen onder elkaar op te tellen.Reken op dezelfde manier door tot je de hele piramide hebt ingevuld.

Boek startrekenen 1F-A.indb 41 12-03-15 15:40

Page 12: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

42

Getallen

Eindopdracht

Roxanne werkt in een restaurant. Ze heeft een paar keer op de markt fruit gekocht. Bij een kookwinkel heeft ze keukenspullen gekocht. Helaas is Roxanne vergeten goed op te schrijven hoeveel geld ze heeft uitgegeven.

Je gaat uitrekenen hoeveel euro Roxanne in totaal heeft uitgegeven. Je doet dat in een aantal stappen.

Stap 1Bekijk de afbeelding op de volgende bladzijde. Je ziet bij elk soort fruit welke eurobiljetten en euromunten Roxanne er aan heeft uitgegeven. Je ziet ook het bonnetje van de kookwinkel.

Stap 2Reken voor elk soort fruit uit hoeveel euro Roxanne heeft uitgegeven.

Aardbei: Banaan:

Ananas: Kiwi:

Stap 3Reken in het linker raster uit hoeveel euro Roxanne in totaal heeft uitgegeven aan het fruit. Reken in het rechter raster uit hoeveel euro ze heeft uitgegeven aan de kookspullen.

+

+

Boek startrekenen 1F-A.indb 42 12-03-15 15:40

Page 13: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

42

Getallen

Eindopdracht

Roxanne werkt in een restaurant. Ze heeft een paar keer op de markt fruit gekocht. Bij een kookwinkel heeft ze keukenspullen gekocht. Helaas is Roxanne vergeten goed op te schrijven hoeveel geld ze heeft uitgegeven.

Je gaat uitrekenen hoeveel euro Roxanne in totaal heeft uitgegeven. Je doet dat in een aantal stappen.

Stap 1Bekijk de afbeelding op de volgende bladzijde. Je ziet bij elk soort fruit welke eurobiljetten en euromunten Roxanne er aan heeft uitgegeven. Je ziet ook het bonnetje van de kookwinkel.

Stap 2Reken voor elk soort fruit uit hoeveel euro Roxanne heeft uitgegeven.

Aardbei: Banaan:

Ananas: Kiwi:

Stap 3Reken in het linker raster uit hoeveel euro Roxanne in totaal heeft uitgegeven aan het fruit. Reken in het rechter raster uit hoeveel euro ze heeft uitgegeven aan de kookspullen.

+

+

Boek startrekenen 1F-A.indb 42 12-03-15 15:40

43

Hoofdstuk 2 Optellen

Stap 4Schrijf de totale uitgaven aan het fruit en aan de kookspullen op de juiste plek op de volgende bladzijde. Reken daarna uit hoeveel euro Roxanne in totaal heeft uitgegeven.

Uitgaven fruit c

Uitgaven kookspullen c +

Totaal c

Boek startrekenen 1F-A.indb 43 12-03-15 15:40

Page 14: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

246

Verhoudingen

Eindproject

VerhoudingenNiels werkt voor een cateringbedrijf. Het bedrijf moet een groot diner bereiden.Niels moet ervoor zorgen dat alle ingrediënten klaar staan voor de koks.Het diner bestaat uit een voorgerecht, een hoofdgerecht en een nagerecht.

Onderdeel 1: De ingrediënten

Opdracht 1Er zijn 80 mensen uitgenodigd voor het diner.90% van deze mensen komt naar het diner.Het bedrijf gaat voor dat aantal mensen koken.Voor hoeveel mensen gaat het bedrijf koken?Schrijf de berekening op.

Opdracht 2Het voorgerecht is pompoensoep. Het recept is voor 6 personen.Er is al voldoende groentebouillon, kaneel, komijn en koriander.Reken de overige ingrediënten om naar het juiste aantal personen.Schrijf de berekening op.Schrijf de uitkomsten op de schrijflijnen in het rechtervlak.

Boek startrekenen 1F-A.indb 246 12-03-15 15:41

Page 15: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

246

Verhoudingen

Eindproject

VerhoudingenNiels werkt voor een cateringbedrijf. Het bedrijf moet een groot diner bereiden.Niels moet ervoor zorgen dat alle ingrediënten klaar staan voor de koks.Het diner bestaat uit een voorgerecht, een hoofdgerecht en een nagerecht.

Onderdeel 1: De ingrediënten

Opdracht 1Er zijn 80 mensen uitgenodigd voor het diner.90% van deze mensen komt naar het diner.Het bedrijf gaat voor dat aantal mensen koken.Voor hoeveel mensen gaat het bedrijf koken?Schrijf de berekening op.

Opdracht 2Het voorgerecht is pompoensoep. Het recept is voor 6 personen.Er is al voldoende groentebouillon, kaneel, komijn en koriander.Reken de overige ingrediënten om naar het juiste aantal personen.Schrijf de berekening op.Schrijf de uitkomsten op de schrijflijnen in het rechtervlak.

Boek startrekenen 1F-A.indb 246 12-03-15 15:41

249

Eindproject

Opdracht 5Niels kan geen losse tenen knoflook of eetlepels citroensap, olijfolie of munt kopen.Reken uit hoeveel citroenen, bollen knoflook, bosjes munt en liters olijfolie er in totaal nodig zijn.Schrijf de berekening op.

1 citroen = 6 eetlepels citroensap 1 bol knoflook = 12 tenen knoflook 1 citroen = 6 eetlepels citroensap 1 bol knoflook = 12 tenen knoflook

1 citroen = 6 eetlepels citroensap 1 bol knoflook = 12 tenen knoflook

1 bosje munt = 6 eetlepels munt 1 liter olie = 60 eetlepels olie 1 bosje munt = 6 eetlepels munt 1 liter olie = 60 eetlepels olie

1 bosje munt = 6 eetlepels munt 1 liter olie = 60 eetlepels olie

Opdracht 6Schrijf de totale hoeveelheden die je hebt uitgerekend op het boodschappenlijstje van Niels

Boodschappenlijstje Boodschappenlijstje

Groentekraam Supermarkt

Pompoen kilogram Olijfolie liter

Citroen stuks Zalm kilogram

Mango stuks Roomboter gram

Munt bosjes Suiker kilogram

Knoflook bollen Eieren stuks

Bloem gram

Melk liter

Boek startrekenen 1F-A.indb 249 12-03-15 15:41

Page 16: Startrekenen 1F - Uitgeverij Deviant · Boek startrekenen 1F-A.indb 30 12-03-15 15:40 31 Hoofdstuk 2 Optellen Opdracht 3 Reken uit. Kies zelf welke manier je gebruikt: splitsen of

Startrekenen 1FLeerwerkboek rekenen deel A

SANDER HEEBELS • IRENE LUGTEN • JELTE FOLKERTSMA • JASPER VAN ABSWOUDE

SHARON TELKAMP • MARK OOMEN • SARI WOLTERS • ROB LAGENDIJK • RIEKE WYNIA

Twee leerwerkboekenStartrekenen 1F bestaat uit twee leerwerkboeken. In deel A oefen je met de domeinen Getallen en Verhoudingen. In deel B oefen je met de domeinen Meten & meetkunde en Verbanden. Elk domein bestaat uit een aantal hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een eigen onderwerp.

Opbouw van een hoofdstukElk hoofdstuk is op dezelfde manier opgebouwd:

• startopdracht: deze opdracht aan het begin van een hoofdstuk probeer je op je eigen manier op te lossen.

• theorie, voorbeelden en opdrachten: na de startopdracht lees je theorie en bekijk je voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Daarna maak je de opdrachten die bij de theorie horen.

• eindopdracht: aan het einde van een hoofdstuk maak je een eindopdracht waarin alles wat je in een hoofdstuk hebt geleerd opnieuw aan bod komt.

EindprojectAan het eind van elk domein, maak je een eindproject. In dit eindproject los je een lastig rekenprobleem uit de praktijk op.

Extra oefenenIn Startrekenen Online kun je extra oefenen met opdrachten en onderwerpen die je lastig vindt. Je kunt ook oefenen met opdrachten en onderwerpen op een hoger niveau. De extra oefeningen maak je in overleg met de docent. Voor het online oefenen heb je namelijk een inlogcode nodig.

Startreken

en 1F d

eel A

ISBN 978-94-91699-412

789491 6994129

ISBN 978-9-491-69941-2

Startrekenen 1F A-Omslag.indd 1 12-03-15 15:39