Startende huisartsen willen meepraten over de toekomst

2
26 mednet 02I2011 HANS OOSTRUM FOTOGRAFIE Startende huisartsen willen meepraten over de toekomst De jonge huisartsen van het platform Generation Next willen een brug slaan tussen startende huisartsen en de gevestigde orde. Dat doen ze heel bewust als platform, omdat ze niet de zoveelste vereniging willen zijn. actuele kwesties en onderwerpen die in de toe- komst gaan spelen. Inmiddels hebben zich ruim 400 jonge huisartsen aangemeld op de website. “Het vervult dus duidelijk een behoefte”, zegt Weersma. De brug naar de toekomst wordt vooral vorm- gegeven door een werkgroep die nadenkt over de toekomstvisie. Gijsbers is een van de mensen die zich hiermee bezighoudt: “We denken niet alleen na over de toekomst van de huisartsen- zorg in het algemeen, maar ook over wat voor huisarts we precies willen zijn.” Transparantie en het meten van kwaliteit staat hoog op de nieuwe organisatie. Daarom hebben we beslo- ten er een open platform van te maken voor iedereen die mee wil denken over de huidige en toekomstige huisartsenzorg. Mensen die bij ons zijn aangesloten, zijn ook betrokken bij bestaande organisaties als de LHV en NHG. Maar bij ons reageren ze op persoonlijke titel. Wij zijn een netwerk in de meest letterlijke zin van het woord, we zetten overal lijntjes uit en kunnen zo actief meedenken.” Generation Next heeft bij de oprichting van het platform in 2008 doelstellingen geformu- leerd, door de leden bruggen genoemd. Zo is er een brug voor contact tussen de jonge huis- artsen, en er is de brug naar de toekomst. Dan moeten er ook bruggen worden geslagen met de bestaande organisaties en vinden de jonge huisartsen het belangrijk dat er meer bruggen komen tussen de bestaande organisaties. De brug tussen de jonge huisartsen wordt groten- deels vormgegeven met een social network, een website waar de artsen elkaar ontmoeten. Renée Weersma, waarnemend huisarts in Amsterdam en Haarlem en lid van de kern- groep van Generation Next: “We hebben een besloten website waar huisartsen elkaar kun- nen vinden en waar iedereen lid van mag wor- den. Het netwerk houdt het midden tussen Linkedin en Facebook. Je kunt het zien als een voorloper van HA-Web, de netwerksite die nu wordt ontwikkeld door de LHV en het NHG. Onze site was als het ware een proeftuin voor dat project.” Op de Generation Next-website kunnen jonge huisartsen zien wie waar werkt en het is mogelijk om oproepen te doen bij- voorbeeld wie er meegaat naar een nascholing. Een enkele keer wordt er waarneming aange- boden. Op de website is ook een discussiefo- rum waarop kan worden meegepraat over T och raar, zegt Chantal Emaus, praktijk- houdend huisarts in Amersfoort en een van de leden van de kerngroep van Generation Next, tot voor kort waren het vooral de spreek- woordelijke mannen in blauwe pakken met grijze haren die beslissingen namen over de toekomst van de huisartsenzorg. “Zij discussi- eerden over de huisartsenzorg die wij als jonge huisartsen moeten leveren. Dat is vreemd. Natuurlijk is hun inbreng belangrijk, maar wij willen wij als startende huisartsen meedenken en meebeslissen. Dat is een van de pijlers van Generation Next.” Huisarts Pierre Gijsbers, die als waarnemer werkt in een huisartsenpraktijk in Amsterdam en ook lid is van de kerngroep van Generation Next, vult haar aan: “De huis- artsenzorg verandert de komende tijd, er komt veel op ons af, zoals de vergrijzing en kostenbe- heersing. Daar moeten we over meedenken, dan kunnen we het beleid mede vormgeven.” Het idee voor een platform voor startende huis- artsen ontstond in 2005, tijdens de reis naar het WONCA-congres, het internationale con- gres voor huisartsen. Emaus: “Het was voor het eerst dat huisartsen in opleiding uit verschil- lende steden elkaar op grote schaal ontmoetten. Uit gesprekken bleek dat we het gevoel hadden dat we na onze opleiding in een gat terechtkwa- men. Als je nog in opleiding bent, zie je andere huisartsen in opleiding iedere week tijdens terugkomdagen, maar als je je diploma hebt, moet je het ineens alleen doen. Er was behoefte om elkaar te ontmoeten en de jonge huisartsen wilden hun stem laten horen. Toen zijn we gaan nadenken over een organisatie.” De groep initiatiefnemers was er al vrij snel over uit dat ze niet de zoveelste vereniging wilde worden. “Die waren er al zoveel in huis- artsenland, niemand zat te wachten op een TeksT Anouk MIddelkAMp Beeld HAns oostruM FotogrAFIe Chantal Emaus, Pierre Gijsbers en Renée Weersma

Transcript of Startende huisartsen willen meepraten over de toekomst

Page 1: Startende huisartsen willen meepraten over de toekomst

26    mednet 02I2011

Han

s o

ost

rum

fo

tog

rafi

e

startende huisartsen willen meepraten over de toekomst

De jonge huisartsen van het platform generation next willen een brug slaan tussen startende huisartsen en de gevestigde orde. Dat doen ze heel bewust als platform, omdat ze niet de zoveelste vereniging willen zijn.

actuele kwesties en onderwerpen die in de toe-komst gaan spelen. Inmiddels hebben zich ruim 400 jonge huisartsen aangemeld op de website. “Het vervult dus duidelijk een behoefte”, zegt Weersma.De brug naar de toekomst wordt vooral vorm-gegeven door een werkgroep die nadenkt over de toekomstvisie. Gijsbers is een van de mensen die zich hiermee bezighoudt: “We denken niet alleen na over de toekomst van de huisartsen-zorg in het algemeen, maar ook over wat voor huisarts we precies willen zijn.” Transparantie en het meten van kwaliteit staat hoog op de

nieuwe organisatie. Daarom hebben we beslo-ten er een open platform van te maken voor iedereen die mee wil denken over de huidige en toekomstige huisartsenzorg. Mensen die bij ons zijn aangesloten, zijn ook betrokken bij bestaande organisaties als de LHV en NHG. Maar bij ons reageren ze op persoonlijke titel. Wij zijn een netwerk in de meest letterlijke zin van het woord, we zetten overal lijntjes uit en kunnen zo actief meedenken.”Generation Next heeft bij de oprichting van het platform in 2008 doelstellingen geformu-leerd, door de leden bruggen genoemd. Zo is er een brug voor contact tussen de jonge huis-artsen, en er is de brug naar de toekomst. Dan moeten er ook bruggen worden geslagen met de bestaande organisaties en vinden de jonge huisartsen het belangrijk dat er meer bruggen komen tussen de bestaande organisaties. De brug tussen de jonge huisartsen wordt groten-deels vormgegeven met een social network, een website waar de artsen elkaar ontmoeten. Renée Weersma, waarnemend huisarts in Amsterdam en Haarlem en lid van de kern-groep van Generation Next: “We hebben een besloten website waar huisartsen elkaar kun-nen vinden en waar iedereen lid van mag wor-den. Het netwerk houdt het midden tussen Linkedin en Facebook. Je kunt het zien als een voorloper van HA-Web, de netwerksite die nu wordt ontwikkeld door de LHV en het NHG. Onze site was als het ware een proeftuin voor dat project.” Op de Generation Next-website kunnen jonge huisartsen zien wie waar werkt en het is mogelijk om oproepen te doen bij-voorbeeld wie er meegaat naar een nascholing. Een enkele keer wordt er waarneming aange-boden. Op de website is ook een discussiefo-rum waarop kan worden meegepraat over

Toch raar, zegt Chantal Emaus, praktijk-houdend huisarts in Amersfoort en een

van de leden van de kerngroep van Generation Next, tot voor kort waren het vooral de spreek-woordelijke mannen in blauwe pakken met grijze haren die beslissingen namen over de toekomst van de huisartsenzorg. “Zij discussi-eerden over de huisartsenzorg die wij als jonge huisartsen moeten leveren. Dat is vreemd. Natuurlijk is hun inbreng belangrijk, maar wij willen wij als startende huisartsen meedenken en meebeslissen. Dat is een van de pijlers van Generation Next.” Huisarts Pierre Gijsbers, die als waarnemer werkt in een huisartsenpraktijk in Amsterdam en ook lid is van de kerngroep van Generation Next, vult haar aan: “De huis-artsenzorg verandert de komende tijd, er komt veel op ons af, zoals de vergrijzing en kostenbe-heersing. Daar moeten we over meedenken, dan kunnen we het beleid mede vormgeven.”Het idee voor een platform voor startende huis-artsen ontstond in 2005, tijdens de reis naar het WONCA-congres, het internationale con-gres voor huisartsen. Emaus: “Het was voor het eerst dat huisartsen in opleiding uit verschil-lende steden elkaar op grote schaal ontmoetten. Uit gesprekken bleek dat we het gevoel hadden dat we na onze opleiding in een gat terechtkwa-men. Als je nog in opleiding bent, zie je andere huisartsen in opleiding iedere week tijdens terugkomdagen, maar als je je diploma hebt, moet je het ineens alleen doen. Er was behoefte om elkaar te ontmoeten en de jonge huisartsen wilden hun stem laten horen. Toen zijn we gaan nadenken over een organisatie.”De groep initiatiefnemers was er al vrij snel over uit dat ze niet de zoveelste vereniging wilde worden. “Die waren er al zoveel in huis-artsenland, niemand zat te wachten op een

TeksT Anouk MIddelkAMp Beeld HAns oostruM FotogrAFIe

Chantal Emaus, Pierre Gijsbers en Renée Weersma

Page 2: Startende huisartsen willen meepraten over de toekomst

  27 

Daniël moolenburgH is reumatoloog

in meDiscH centrum alkmaar (mca).

De man tegenover mij had wat tobberigs. Hij was van middelbare leeftijd en sprak met een licht buitenlands accent. Hij kwam mij bekend voor en terugkijkend in de papieren zag ik dat ik hem in

het verleden gedurende enige tijd gezien had met nekklachten. Op mijn vraag hoe het daar nu mee ging, antwoordde hij dat die problemen goed hanteerbaar waren, maar dat hij nu voor iets anders kwam. Inderdaad bleek uit de verwijsbrief van de huisarts dat deze hem dit keer door-stuurde met de vraagstelling of er sprake kon zijn van de ziekte van Sjögren, een aandoening die vaak gekenmerkt wordt door droge slijm-vliezen, spier- en gewrichtsklachten en vermoeidheid. Anamnestisch bleek hij inderdaad dikwijls het gevoel te hebben dat er zand in zijn ogen zat en regelmatig last te hebben van een droge mond. De meeste last had hij echter van een droge eikel. Verschillende malen tijdens de anamnese kwam hij hierop terug. De rest van de anamnese en ook het lichamelijk onderzoek leverde verder weinig aanknopingspunten op. Aan het eind van het consult maakte ik daarom een aantal specifieke testen afspraken voor hem waaronder een traanvochtmeting, speekseltest en labonder-zoek. Voordat hij de spreekkamer verliet, vroeg hij of ik hem in afwach-ting van de uitslagen toch niet al iets kon voorschrijven voor zijn droge eikel. Ik adviseerde hem een simpel lubricans, dat hij in de drogist zou kunnen kopen. De laatste jaren ben ik er wegens de lange wachtlijsten toenemend toe overgegaan om consulten die voornamelijk bestaan uit het mededelen en bespreken van uitslagen telefonisch af te handelen. Aangezien ook daar-voor helaas zo langzamerhand een wachtlijst ontstaat en de patiënt ondertussen nog op vakantie ging, duurde het geruime tijd voor ik met hem telefonisch de uitslagen kon bespreken. Hij was opgelucht toen ik hem kon mededelen, dat niets in de uitslagen wees op de ziekte van Sjögren. Toen ik hem vroeg hoe het nu ging, vertelde hij dat het best wel goed ging de laatste tijd. Hij had geen last meer van een droge eikel. ‘Oh’, zei ik, ‘dus de gelei heeft gelukkig geholpen’. Het was even stil aan de andere kant van de lijn. ‘Nou nee’, hoorde ik hem toen op serieuze toon zeggen. ‘Om u de waarheid te zeggen, heb ik het nooit gehaald, maar ik heb ondertussen een nieuwe vriendin en sindsdien is het probleem over’. Toen ik de telefoon had neergelegd, kon ik de opkomende lach niet meer onderdrukken. Als dokters leren wij vanaf het begin van onze opleiding om in differentiaal diagnostische rijtjes van ziektebeelden te denken. In de specialistische vervolgopleiding wordt die tendens nog eens verder versterkt. Dit geval leerde mij weer eens hoe belangrijk het is om ook als gewoon mens naar de patiënt te blijven kijken. En dan blijkt de oplossing soms verassend eenvoudig!

Droge eikelpolitieke agenda en wij willen daar graag over meepraten. Als jonge artsen zijn we niet bang om transparant te werken, het is alleen wel de vraag met welke indicatoren je de kwali-teit van de zorg echt meet.” Hij verwijst daarbij naar de situ-atie in Engeland waar huisartsen worden afgerekend op basisparameters van de patiënt, zoals de tensie en het HbA1c en of de patiënt al dan niet rookt. “Het is de vraag of wij dat hier ook moeten willen. Daar wordt binnen onze groep over gediscussieerd, waarbij niet zozeer de vraag centraal staat of we wel indicatoren willen, maar vooral welke indicatoren een goed beeld kunnen geven van de kwaliteit die we leveren en hoe we dit het beste kunnen meten.”Een ander item waar de groep over nadenkt, is de vraag hoe de huisartsenzorg georganiseerd gaat worden nu steeds meer mensen parttime gaan werken. Chantal Emaus: “Er komen steeds meer vrouwen in het huisartsenvak, maar het is onzin om te denken dat er daardoor minder betrokkenheid is. Het idee dat iedereen die parttime werkt in loondienst wil werken, is ook achterhaald. Een paar jaar geleden heeft de Landelijke vereniging van Aspirant Huisartsen (LOVAH) een onderzoek gedaan naar de wensen van huis-artsen in opleiding en daaruit bleek dat 70 procent van de huisarts een eigen praktijk ambieert.” Zelf heeft Emaus ook een eigen praktijk. “Er wordt vaak gezegd dat het manage-mentdeel van zo’n eigen praktijk een last is, maar juist de combinatie maakt het leuk.” Een aantal mensen van Generation Next is nu druk met het opzetten van een traineeshipprogramma voor bestuurlijk actieve huisartsen. Renee Weersma: “We merken dat er wei-nig artsen zijn die bestuurlijk actief zijn of willen worden. Wij denken dat dit te maken heeft met gebrek aan scholing en ruimte hiervoor binnen de opleidingen. Daarom hebben we met de Jonge Orde het idee ontwikkeld voor een trai-neeprogramma. We vinden dat er een cultuuromslag nodig is en dat artsen al in een vroege fase van de opleiding moe-ten worden gestimuleerd en opgeleid om zich in te zetten voor medische organisaties.” Over de opzet voor een pro-gramma wordt met beroepsorganisaties nagedacht. Ook is Generation Next in gesprek met de KNMG, want het liefst willen ze het initiatief breder trekken. “Dit jaar willen we gezamenlijk een symposium organiseren om hierover verder te discussiëren”, vertelt Weersma. Naast al deze activiteiten organiseert Generation Next ook workshops. De kerngroep van Generation Next gaat binnenkort de visie voor de komende jaren bepalen. Duidelijk is al wel dat het platform de komende jaren blijft bestaan. “Er zijn immers altijd nieuwe huisartsen die hier behoefte aan heb-ben”, zegt Emaus. “Iedereen mag zich ook aansluiten; we zijn blij met iedereen die met ons mee wil denken.”

De eerstvolgende vergadering van Generation Next is 13 maart in Utrecht. Meer informatie op: gnhuisarts.ning.com