Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam School of Health Professions, opleiding Fysiotherapie Linda Klungel

05-07-2016

Thomas Kolk Birger Mecklenburg

InhoudDankwoord.............................................................................................................................................3

Introductie..............................................................................................................................................4

Verwachtingspatroon en leerdoelen......................................................................................................6

Evaluatie leerdoelen en kritische reflectie.............................................................................................8

Reflectie of verschillen opleiding en praktijk........................................................................................11

Patiëntverslagen...................................................................................................................................12

Neurologie: CVA...............................................................................................................................12

Musculoskeletaal: Total Knee Prothese............................................................................................16

Verwijsbrief..........................................................................................................................................18

Tussentijdse en eindbeoordeling kennis/vaardigheid/attitude............................................................20

Urenverantwoording............................................................................................................................26

Algemene conclusie..............................................................................................................................27

Mini-CEX (minimaal 3)..........................................................................................................................28

Dankwoord Vanaf 11 april tot en met 18 juni heb ik EFLP-1 stage gelopen in Verpleeghuis Bloemkamp in Bolsward. Hier heb ik bij verschillende therapeuten mee mogen kijken in het dagelijks behandelen van patiënten uit de eerste en tweede lijn. In deze 10 weken heb ik veel geleerd en ervaring opgedaan over het handelen van een therapeut in een verpleeghuis.

Ik wil in eerste instantie Birger Mecklenburg bedanken voor het begeleiden van mijn stage. Door zijn sturing en motivatie heb ik een leerzame en leuke tijd gehad in Bloemkamp.

Ik wil natuurlijk ook alle andere therapeuten van Fysiotherapie Bloemkamp bedanken voor een leuke en leerzame tijd. Met in het speciaal Danielle Molenaar, Anneke Dinkla en Feikje Gerbrandi van Het CVA-Team. Door de gekregen begeleiding ben ik veel meer te weten gekomen over het ziektebeeld van een CVA-patiënt, de diversiteit in het ziektebeeld en de bijbehorende behandelingen. Bedankt dat ik mee mocht kijken, vragen mocht stellen, handelingen zelf heb uit mogen voeren en natuurlijk voor de gezelligheid.

Ook wil ik de andere disciplines bedanken voor het bij mogen wonen van bijvoorbeeld verschillende multidisciplinaire overleggen en bij het aanmeten van een zit-orthese.

Ook wil ik Thomas Kolk, mijn stagebegeleider van school, bedanken voor het begeleiden. Het geven van informatie over het stage proces voorafgaande, het contact houden met mijn begeleider op stage en het altijd open staan voor vragen.

Introductie Bloemkamp in Bolsward is een sfeervol woonzorg- en behandelcentrum voor ouderen. Er is 24 uur zorg en toezicht beschikbaar en er worden veel verschillende patiënten behandeld, begeleid en ondersteund. Zo is er bijvoorbeeld een speciale afdeling waar patiënten met de ziekte van Huntington worden behandeld. De afdeling waar ik vooral ben geweest is de afdeling Goudsbloem, dit is de revalidatie afdeling waar veelal patiënten verblijven na een herseninfarct.

Bloemkamp biedt ook veel voorzieningen en faciliteiten aan, zoals een zwembad en fitnessruimte. Daarbij worden er nog meer activiteiten gedaan, zoals een speciale bewegingsgroep voor patiënten met de ziekte van Parkinson.

Het multidisciplinaire team van Bloemkamp bestaat uit:

Diëtist Ergotherapeut Fysiotherapeut Logopedist Psycholoog Bewegingstherapeut Maatschappelijke werker Specialist ouderengeneeskunde1

In Bloemkamp is er plek voor ouderen die na een ziekenhuis opname bijvoorbeeld niet in staat zijn om meteen naar huis te gaan. Zo komen er patiënten na een gebroken heup of na een herseninfarct bij Bloemkamp. Maar ook patiënten met de ziekte van Parkinson of Huntington kunnen terecht in Bloemkamp. Patiënten worden dus doorgestuurd van uit het ziekenhuis om te verblijven in Bloemkamp, maar ook eerste lijns patiënten kunnen terecht in Bloemkamp. Met verwijzing van bijvoorbeeld de huisarts of door middel van Directe toegankelijkheid Fysiotherapie. De patiënten populatie verschild daarom enorm, er komen mensen met blessures van bijvoorbeeld de schouder, rugklachten, nekklachten, neurologische klachten etc. De meest toegepaste interventies op de revalidatie afdeling zijn vooral oefentherapie, mensen weer leren lopen doormiddel van oefenen. Daarbij komt natuurlijk veel coaching en motiveren van patiënten bij kijken. Ook wordt er veel gebruik gemaakt van fitness om spierkracht op te bouwen of te onderhouden.

Op de revalidatie afdeling, Goudsbloem, is het afnemen van een anamnese verschillend per patiënt. Dit omdat sommige patiënten niet kunnen vertellen wat er gebeurd is(herseninfarct) of omdat de patiënten niet kunnen praten etc. dan wordt de anamnese afgenomen met bijvoorbeeld familie of worden er doelen gehaald uit de verwijzing. De anamnese bij patiënten die wel kunnen vertellen wat zij graag willen gaat vooral over het activiteitenniveau in het verleden, het huidige activiteiten niveau en het te behalen niveau. Ook wordt er aandacht besteed aan het gebruik van hulpmiddelen en of er thuis aanpassingen zijn. Dit zijn belangrijke punten in de anamnese bij ouderen.

Het onderzoek is op Goudsbloem minder aanwezig omdat er vaak al duidelijk is wat de beperkingen van een patiënt zijn, wel wordt er veel gebruik gemaakt van klinimetrie. Zoals de MI, TCT, 10 meter loop test, 6MWT en de Tinetti. Zo kan goed de voortgang bij worden gehouden van de patiënten. De therapie is bij alle patiënten zo mogelijk functioneel, dus het kunnen zitten in de rolstoel, het kunnen staan voor het uitvoeren van transfers en het lopen met of zonder hulpmiddel. Wat ook een belangrijk onderdeel is van de behandeling is het multidisciplinaire werk, als er patiënten zijn met bijvoorbeeld een spasme in de arm, wordt er met de ergotherapeut zo snel mogelijk overlegt over het aanmeten van een spalk, zodat het herstel van de patiënt sneller en beter zal verlopen.

Verwachtingspatroon en leerdoelen Bloemkap is een verzorgingstehuis met revalidatie afdeling.

Tijdens mijn stage bij Bloemkamp verwacht ik van mijn begeleiders dat ze mij zoveel mogelijk laten zien, dus de intake van patiënten, het onderzoek en behandelingen. Daarbij verwacht ik dat ik eventuele vragen aan ze kan stellen en daarbij een duidelijk antwoord zal krijgen. Ik verwacht dat ik feedback zal krijgen als ik handelingen zelf mag uitvoeren, feedback tijdens het uitvoeren van de handelingen zodat ik het op die manier meteen goed kan gaan doen. Ook na de handelingen verwacht ik een korte evaluatie met daarin de feedback en uitleg waarom het verbeterd of anders zou moeten, zodat ik dit de volgende keer meteen goed kan doen en mijn handelingen kan onderbouwen. Ik verwacht dat ik zelf handelingen mag gaan doen, zoals het lopen met patiënten die valgevaarlijk zijn, het afnemen van een intake gesprek, het doen van een onderzoek bij valgevaarlijke patiënten door het afnemen van de Berg Balance Scale bijvoorbeeld. Het behandelen van patiënten die val gevaarlijk zijn door middel van oefentherapie. Het bewijs voor het halen van mijn doelen zal zijn door middel van feedback van mijn begeleiders, of door een score lijst van afgenomen testen.

Van mijn begeleiders verwacht ik het volgende:- De student te informeren over de (on)mogelijkheden op de stage-instelling;- Opbouwende feedback te geven over de leerdoelen (plan van aanpak) van de student voor

de deadline, zodat de doelen realistisch zijn binnen de stage-instelling;- Verdere afspraken te maken over de wijze van begeleiding en evaluatiemomenten (minimaal

1x per week);- Het leerproces van de student de monitoren, controleren en waar nodig bij te sturen;- De student te informeren over zijn ontwikkelingen binnen de beroepscompetenties;- Relevante literatuur, computer faciliteiten en/of toegang tot internet en e-mail voor de

student beschikbaar te stellen;Ik heb gekozen voor Bloemkamp voor stage omdat ik het werk in een andere setting wilde zien. Ook vind ik het werken met oudere mensen erg leuk! Daarbij vind ik neurologie erg interessant en in Bloemkamp zijn veel mensen die neurologische problemen hebben. In mijn voorgaande stages, werkveldoriëntaties, heb ik veel patiënten gezien met rug- en nekklachten, daarom wilde ik graag in deze stage andere patiënten groepen zien en ook een andere setting.

Fysiotherapeutisch handelen:1. Aan het einde van EFLP-1 wil ik iemand, die valgevaarlijk is, veilig kunnen ondersteunen

tijdens het maken van een transfer en tijdens het lopen. - Door middel van het zelf oefenen met patiënten en het observeren van technieken van

therapeuten wil ik dit gaan halen. - Dit zal te meten zijn door mondelinge feedback van de begeleidende therapeut, KVA lijst,

Mini-CEX, korte wekelijkse evaluaties met stage begeleider.

2. Aan het einde van EFLP-1 wil ik een onderzoek en behandeling op kunnen stellen. - Door middel van het zelf uitvoeren van een onderzoek en behandeling wil ik dit gaan halen. - Dit zal te meten zijn door middel van mondelinge feedback van de begeleidende therapeut,

ervaring en feedback van de patiënt, KVA lijst, Mini-CEX, korte wekelijkse evaluaties met de stage begeleider.

Communiceren: 3. Aan het einde van EFLP-1 wil ik een uitgebreide en inhoudelijk goede screening en anamnese

uit kunnen voeren. - Door middel van het uitvoeren van de screening en anamnese wil ik dit gaan halen. - Dit zal te meten zijn door middel van mondelinge feedback van de begeleidende therapeut,

ervaring en feedback van de patiënt, KVA lijst, Mini-CEX, korte wekelijkse evaluaties met de stage begeleider.

4. Aan het einde van EFLP-1 wil ik een goede communicatie hebben met patiënten, door goed door te vragen, de patiënt uit te laten praten en niet te snel conclusies te trekken.

- Door middel van het oefenen van screening en anamnese wil ik dit gaan halen. - Dit zal te meten zijn door middel van mondelinge feedback van de begeleidende therapeut,

ervaring en feedback van de patiënt, KVA lijst, Mini-CEX, korte wekelijkse evaluaties met de stage begeleider.

Maatschappelijk handelen:5. Aan het einde van EFLP-1 wil ik hebben gewerkt met het Elektronisch Cliënten Dossier(ECD),

en daarin een duidelijke rapportage kunnen maken zodat andere disciplines dat ook kunnen gebruiken.

- Door middel van het uitzoeken hoe het ECD werkt en het zelf maken van rapportages wil ik dit gaan halen.

- Dit zal te meten zijn door middel van mondelinge feedback van de begeleidende therapeut, KVA lijst, Mini-CEX, wekelijkse evaluatie met stage begeleider.

Professioneel handelen:6. Aan het einde van EFLP-1 wil ik hebben samengewerkt met het multidisciplinaire team. - Door middel van het bijwonen van multidisciplinaire overleggen wil ik dit gaan halen. - Dit zal te meten zijn door middel van feedback van de begeleidende therapeut, korte

wekelijkse evaluatie met stage begeleider. Kennis delen en wetenschap beoefenen:

7. Aan het einde van de eerste 2 weken van de stage wil ik een case study maken die gaat over een patiënt gezien tijdens de eerste weken stage.

- Door middel van het uitzoeken hoe een case studie te maken en het vinden van een patiënt met een interessante aandoening, waar ik meer van af zou willen weten.

- Dit zal te meten zijn door middel van de feedback van de docent werkplaats, en door de feedback van de stagebegeleider.

Samenwerken:8. Aan het einde van EFLP-1 wil ik zelfstandig een anamnese, onderzoek en behandeling kunnen

maken en uitvoeren. Dit in samenwerking met de patiënt. - Door middel van het opzoeken van informatie over aandoeningen, het vragen van suggesties

of tips aan de therapeuten en het gebruiken van eigen kennis wil ik dit gaan halen. - Dit zal te meten zijn door middel van mondelinge feedback van de begeleidende therapeut,

ervaring en feedback van de patiënt, KVA lijst, Mini-CEX, korte wekelijkse evaluaties met de stage begeleider.

9. Aan het einde van EFLP-1 wil ik hebben samengewerkt met andere disciplines in het multidisciplinaire team.

- Door middel van het bijwonen van multidisciplinaire overleggen en het behandelen met andere disciplines.

- Dit zal te meten zijn door middel van mondelinge feedback van de begeleidende therapeut, KVA lijst, Mini-CEX, korte wekelijkse evaluaties met de stage begeleider.

Evaluatie leerdoelen en kritische reflectie Fysiotherapeutisch handelen:

1. Aan dit doel heb ik veel gewerkt tijdens mijn stage door het dagelijks lopen met valgevaarlijke patiënten. Door verschillende keren feedback te vragen bij de therapeuten heb ik mijn technieken verbeterd. Ook op mijn KVA-lijst blijkt dit, niveau 2 met 7 bij sturen en oefenen.

2. Aan dit leerdoel heb ik minder gewerkt tijdens mijn stage. Veelal werd mijn mening gevraagd of ideeën hoe ik een patiënt zou behandelen. Qua onderzoek iets meer, zoals het uitvoeren en bedenken wel testen gepast zouden zijn bij een patiënt.

Leerdoel:

In ELFP-2 wil ik gestructureerder te werk gaan in een anamnese en niet te veel afwijken van het belangrijkste onderwerp, dit zal te meten zijn aan de feedback van de beoordelende therapeut.

SWOT:

Mijn sterke punt bij het fysiotherapeutisch handelen is dat ik de kennis van de onderzoeken en behandelingen goed weet. Mijn verbeterpunt daarbij is dat ik zelfverzekerd moet zijn bij het uitvoeren van de onderzoeken en behandelingen. Tijdens mijn stage krijg ik daar goede kansen voor, namelijk het uitvoeren bij echte patiënten, hierbij word ik dan begeleid door therapeuten die gelijk feedback kunnen geven. Het gevaar daarbij kan zijn dat als ik het in eerste instantie niet goed doe, het wel bij echte patiënten gebeurd.

Communiceren:

3. Aan dit leerdoel heb ik tijdens mijn stage ook aan gewerkt, door middel van het afnemen van anamneses en intake gesprekken met patiënten. Op de CEX-lijsten ben ik daarop ook beoordeeld met een 7.

4. Dit leerdoel heb ik ook erg ontwikkeld tijdens mijn stage, ik kreeg als feedback dat ik oprechte aandacht heb voor patiënten, en dat ik op een fijne manier met patiënten communiceer.

Leerdoel:In EFLP-2 wil ik meer kritische vragen gaan stellen aan mezelf om zo mijn stage proces te verbeteren. Maar ook aan mijn stagebegeleider om nog meer kennis te vergaren en meer informatie te halen uit mijn stage.

SWOT:Bij communicatie is mijn zwakke punt dat ik te snel conclusies kan trekken, mijn sterke punt is dat ik open ben met communicatie en gemakkelijk te benaderen ben, tijdens de anamnese kan ik goed luisteren en begrip tonen tegen over de patiënt. Tijdens mijn stage kan ik goed leren dat ik goed moet luisteren naar patiënten en ze dus goed moet laten uitpraten. Het gevaar kan zijn dat ik patiënten te veel laat praten en dat het verhaal dan te uitgebreid wordt.

Maatschappelijk handelen:5. Dagelijks heb ik gewerkt met het rapporteren van patiënten in het Elektronisch Cliënten

Dossier en ook regelmatig met Intramet. Op mijn eindbeoordelings KVA-lijst werd ik ook beoordeeld met een 7 op niveau 3 bij 3.1 en 3.2.

Leerdoel:In EFLP-2 wil ik meer gaan werken met Intramet of een ander patiënten dossier zodat ik ook daar precies weet hoe het werkt. Dit zal meetbaar zijn aan de feedback van mijn aankomende stagebegeleider.

SWOT:Bij maatschappelijk handelen is mijn sterke punt dat ik erg geïnteresseerd ben in het samen werken met bijvoorbeeld andere disciplines, mijn zwakte is dat ik moeilijk de lijn kan trekken tussen wanneer iemand fysiotherapie nodig heeft of een andere discipline. Tijdens mijn stage wordt er veel in het multidisciplinaire team gewerkt.

Professioneel handelen:6. Tijdens mijn stage werd er wekelijks een multidisciplinair overleg gehouden om de

vooruitgang van patiënten te bespreken, daarbuiten werd er nog veel onderling overlegt. Dit leerdoel is dus ook zeker behaald.

Leerdoel:Ik ga meer initiatief nemen in het sturen van mijn stage en ontwikkelingen tijdens EFLP-2 stage, dit zal meetbaar zijn aan de feedback en eigen evaluatie.

SWOT:Bij professioneel handelen is mijn sterke kant dat ik een professionele attitude heb tegen over de patiënten, ik ben een serieus persoon en sta open voor vragen tegenover patiënten. Mijn minder sterke punt is dat ik niet zo snel taken uit mezelf zou doen, ik moet daarin dus meer initiatief nemen.

Kennis delen en wetenschap beoefenen:7. Dit leerdoel heb ik behaald door de case study te maken en in te leveren bij de docent op

school. Hiervoor heb ik een 8 gehaald.

Leerdoel: Tijdens mijn EFLP-2 stage wil ik kritische vragen blijven stellen maar ook veel informatie zelf op gaan zoeken, op deze manier kan ik me verder verdiepen in de stof en onthoud ik de stof beter. Dit zal te meten zijn aan de opgedane kennis aan het einde van mijn stage en de beoordeling van mijn stagebegeleider.

SWOT:Bij de competentie kennis delen en wetenschap beoefenen zijn mijn sterke punten dat ik niet bang ben om vragen te stellen bij onduidelijkheden waarbij er dus kennis wordt gedeeld. Mijn zwakke punt is dat ik snel de neiging heb om dingen te vragen terwijl ik het eigenlijk al weet. Tijdens mijn stage heb ik veel de mogelijkheid om vragen te stellen aan de begeleiders, als gevaar zou kunnen komen dat ik dingen ga vragen zonder zelf op zoek te gaan naar de antwoorden.

Samenwerken:1. Aan dit leerdoel heb ik tijdens mijn stage ook aan gewerkt, door middel van het afnemen van

anamneses en intake gesprekken met patiënten. Op de CEX-lijsten ben ik daarop ook beoordeeld met een 7.

2. Tijdens mijn stage werd er wekelijks een multidisciplinair overleg gehouden om de vooruitgang van patiënten te bespreken, daarbuiten werd er nog veel onderling overlegt. Dit leerdoel is dus ook zeker behaald.

Leerdoel:Ik wil in EFLP-2 stage opnieuw samenwerken in een multidisciplinair team maar dan in een andere setting, hoe ik samenwerk in deze setting zal blijken uit de feedback van mijn stagebegeleider.

SWOT:Bij de competentie samenwerken is mijn sterke punt dat ik een fijn iemand ben om mee samen te werken omdat ik open sta voor feedback en mijn taak serieus neem. Mijn zwakke punt is dat ik soms teveel wil doen. Als mogelijkheid voor samenwerken tijdens mijn stage is het multidisciplinaire team, als gevaar kan zijn dat ik teveel met een patiënt wil gaan doen terwijl dit dan het gebied van een andere discipline kan zijn.

Organiseren:

Leerdoel:

Tijdens mijn EFLP-2 stage wil ik beter en efficiënter om kunnen gaan met tijd en planning, dit door onderzoeken en behandelingen sneller en efficiënter uit te gaan voeren.

SWOT:

Ik ben erg goed in de interactie met collega’s en patiënten, op die manier is het maken van afspraken makkelijker. Mijn zwakte is tijdsbewaking en planning, ik heb moeite met het inschatten van de duur van een behandeling.

Reflectie of verschillen opleiding en praktijk Tijdens mijn stage ben ik verschillende dingen tegen gekomen die verschillend waren ten opzichte van school.

Het eerste wat mij opviel waren die patiënten beelden. De patiënten die ik vooral zag waren patiënten na een CVA, op school waren die patiënten casussen nog relatief makkelijk. De beelden waren niet zo uitgebreid en al in een later stadium. De patiënten op mijn stage kwamen net binnen na het ziekenhuis opname en hadden vaak meerdere problemen dan alleen het niet kunnen praten. Op die manier werd de behandeling langer, ingewikkelder en zwaarder. Doelen die de patiënt wilde halen waren daarom ook vaak niet haalbaar.

Daarnaast was er nog een groot verschil aanwezig in de behandeling van de patiënten. Er vonden namelijk elke week multidisciplinaire overleggen plaats om de voortgang van de patiënten te bespreken. Hierbij waren de zorg, fysiotherapeuten, art, ergotherapeuten, diëtist, logopedist, psycholoog en maatschappelijk werker aanwezig. Hierbij werden de doelen van de patiënt besproken, overlegt of deze haalbaar zijn en er wordt overlegt of er nog andere disciplines nodig zijn bij de patiënt. Zoals de vraag van de fysiotherapeut om de ergotherapeut langs te laten gaan voor rolstoel op maat of een spalk voor spasme.

Op school hebben we veel geleerd om testen manueel uit te voeren en om tijdens de behandeling te masseren. Op mijn stage waren er voornamelijk patiënten die als doel hadden om weer naar huis te kunnen gaan en daarvoor moesten zij weer kunnen lopen of transfers kunnen maken. daarom is er tijdens mijn stage weinig manueel aan bod gekomen, veelal was de therapie in de vorm van oefentherapie. Het begeleiden van patiënten in de fitness, het aanleren van transfers en het ondersteunen bij het lopen.

Een ander groot verschil bij het behandelen van de patiënten die verbleven in Bloemkamp was dat ze elke dag behandeld werden, de behandeling was dan niet precies 20 minuten lang maar elke patiënt kreeg elke dag de benodigde aandacht voor een korte behandeling. Bij 1e lijns patiënten zie je de patiënten meestal maximaal 2 keer per week, en dan is de voortgang minder goed te volgen. Bij deze patiënten kon je de voorgang zien per dag. Het 2 keer per week behandelen was ook de standaard die we op school aangereikt hebben gekregen.

Tijdens mijn stage verbleven patiënten soms een lange tijd op de revalidatie afdeling, daarom werd er goed bijgehouden hoe de vooruitgang gaat. Dit werd voornamelijk gedaan met klinimetrie zoals de 10 meter looptest, de Timed Up and Go, 6 minuten wandeltest, Tinetti en nog meer. Op school tijdens de toetsen bijvoorbeeld werd er wel wat over de klinimetrie verteld maar het stond nooit op de voorgrond van je onderzoek. Dat verschil was hier anders, veelal werd de behandeling opgebouwd vanuit de uitkomsten van de testen.

Patiëntverslagen

Neurologie: CVA Een beroerte of CVA (Cerebro vasculair accident) is volgens de World Health Organization gedefinieerd als ‘plotseling optredende klinische verschijnselen van een focale stoornis in de hersenen die langer dan 24 uur duren of leiden tot de dood, waarvoor geen andere oorzaak aanwezig is dan een vasculaire stoornis’.2

Een TIA, hersenbloeding en herseninfarct vallen alle drie onder een CVA. Bij een bloeding is er een vat in de hersenen dat stuk is en dus stroomt er bloed in de hersenen. Bij een TIA is een vat kort tijdig afgesloten door een dichtgeslibd bloedvat of door een bloedpropje. Bij een herseninfarct is er een afgesloten bloedvat in de hersenen wat kan komen door een dicht geslibd bloedvat of door een propje dat vast is komen te zitten.3

Van alle beroertes is 80% herseninfarct en 20% een hersenbloeding. In 2011 waren er naar schatting 174.400 mensen met een beroerte, exclusief de TIA’s. van die 174.400 waren er 90.900 mannen n 83.500 vrouwen. Dit houd in dat 1.0 per 1.000 mannen en 9.9 per 1.000 vrouwen een beroerte heeft gehad. In 2011 kwamen er ongeveer 26.200 nieuwe patiënten bij. 4

Gevolgen van een CVA kunnen voor iedere persoon verschillend zijn. De een ervaart bijvoorbeeld meer lichamelijke klachten zoals: paralyse, parese, verlies van het evenwicht, verminderde coördinatie, spiervermoeidheid, incontinentie etc.

Ook kunnen er cognitieve, emotionele en gedragsmatige klachten ontstaan zoals: depressieve klachten, trager denken, afasie, apraxie, neglect, agnosie etc.

In de richtlijn beroerte 2014 wordt fysiotherapie aanbevolen ‘De werkgroep is van mening dat adequate fysiotherapie bij patiënten met een CVA kennis en ervaring vergt. Om voldoende expertise te kunnen waarborgen, is het een voorwaarde dat fysiotherapeuten die CVA-patiënten behandelen adequate bijscholing volgen en regelmatig CVA-patiënten behandelen. (niveau 4)’. 5

Aanmelding

- Naam patiënt o X

- Burgerservicenummer (BSN) o X

- Geboortedatum patiënto 08-07-1961

- Geslacht patiënto Vrouw

- Huisartso X

- Verwijzer (indien anders dan de huisarts) o Ziekenhuis

Aanvullende (hetero) anamnese

- Hulpvraago Zelfstandig ADL activiteiten uit kunnen voeren

- Functioneringsproblemen en relevante gezondheidsdeterminanten o Revalidatie na een groot CVA mediagebied links. Na een scan bleek dat er in de

hersenen en in het rechter been een arteriële afsluiting zat. Heeft toen op 4/4 een trombectomie en een embolectomie ondergaan. Op 7/4 geopereerd aan het rechteronderbeen ivm trombo-embolie van arteria polpitea. In eerste instantie was het voor amputatie maar chirurg heeft fasciotomie uitgevoerd en een trombectomie. Hierna was nog de vrees dat de voet geamputeerd zou moeten worden maar dit knapte na een paar dagen op. Grote teen is nog wel dreigend. Kan zijn dat deze alsnog geamputeerd moet worden.

o Gevolgen van het CVA zijn een halfzijdige verlamming rechts (motorisch en sensorisch) en afasie, kan nu ongeveer 30 minuten opzitten.

o Mevrouw was in het verleden heroine verslaafd, zit nu sinds 15 jaar aan de methadon. COPD Gold klasse 2 en paniekaanvallen.

o Functioneren was al beperkt in de thuissituatie, i.v.m. kortademigheid en paniekaanvallen. Woning gelijkvloers, deels samenwonend met vriend. Woning was in slechte staat, weinig ventilatie, schimmel rond de deuren en gladde vloeren. Krijgt hulp van het Leger Des Heils i.v.m. huishouding.

o Seretide 25/250 ug 2x daags 2 pufjesSpiriva respimat 2,5 mg 1 x dgs 2 pufjes.Airomir 100 mcg (dosering onbekend)

Aanvullend onderzoek

o Armfunctie o Beenfunctie o Rompbalans (TCT) o Sensibiliteitsonderzoek: gnostisch sensorisch

Analyse en conclusie

- Functioneringsproblemen in termen van stoornissen, beperkingen en participatieproblemen (oordeel fysiotherapeut)

o Paralyse rechter arm en been o Verminderd algemeen uithoudingsvermogeno Verminderde sensibiliteit en aandacht rechts o Oedeem hand

- Beloop tot nu toeo Paralyse in de arm is een spasme arm geworden o Paralyse in het been bleek een parese te zijn, spierkracht komt langzaam weer terug o Algemeen uithoudingsvermogen is verbeterd, zit nu meerdere keren en langer door

op, kan ook staan

o Begonnen met looptraining, kan ongeveer 25 meter lopen langs een railing of met vier-poot

o Doet bepaalde ADL handeling zelf, zoals het deels wassen en eten /drinken- Wijze van omgang met functioneringsproblemen (oordeel van de fysiotherapeut)

o Wil te veel, heeft niet het besef dat er zoveel aan de hand is - Door de fysiotherapeut gecategoriseerde hulpvraag en de relevante behandelbare

grootheden waarbij – voor zover relevant – rekening is gehouden met persoonlijke, externe en medische factoren

o Zelfstandig uitvoeren van een transfer met behulp van een loophulpmiddel, het zelfstandig kunnen lopen van klein afstanden in huis m.b.v. een loophulpmiddel

- Indicatie voor fysiotherapie (ja/nee)o Ja

- Verwacht herstel (al dan niet in code)o Geen volledig herstel , maar gedeeltelijk herstel van het rechterbeen wat lijd t het

lopen van kleine stukjes met een hulpmiddel, en het zelfstandig uit kunnen voeren van een transfer

Behandelplan

- Beoogd eindresultaat / hoofddoel (SMART-geformuleerd)o Binnen 16 weken in staat om binnenshuis zelfstandig met vierpoot kleine afstanden

te lopen gemeten met de 10mlt en/of TUGo Binnen 16 weken is de functie van het been verbeterd, gemeten met de MI, begin

april een MI van 0.o Binnen 16 weken is de rompbalans verbeterd, gemeten met de TCT, zodat cliënt

veilig met de vierpoot de transfers kan maken. - Besproken met / akkoord van patiënt

o Ja

Behandeling

- Behandelverloop: registreren van relevante behandelgegevenso Begonnen met het zitten op de rand van het bed voor de romp balans o Strekken van de arm tegen spasme o Spierkracht oefeningen met beide benen o Staan met hulpmiddel (steady)o Lopen langs de railing o Lopen met vierpoot

Eindevaluatie en afsluiting

- Realisatie behandeldoelen en behandelresultaat (inclusief eventuele aanbevelingen)o N.v.t.

Kritische reflectie

In de richtlijn Beroerte 2014 van het KNGF word beschreven dat er in verschillende studies is aangetoond dat het herstel van CVA patiënten beter wordt op een ‘stroke unit’. De hierboven beschreven patiënt bevond zich op de revalidatie afdeling. Op die afdeling is er 24 uur per dag zorg aanwezig, komt er elke dag een fysiotherapeut langs en wordt er verder gekeken of er nog een logopedist, psycholoog, maatschappelijk werker etc. nodig is om het herstel te bevorderen.

Onderzoek en behandeling zijn uitgevoerd zoals beschreven staan in de KNGF richtlijn, resultaten worden gemeten met de daarvoor bestemde testen zoals de MI en TCT.

Musculoskeletaal: Total Knee Prothese In 2011 werden er in totaal 19.566 operaties uitgevoerd voor het plaatsen van een nieuwe knie. Dat zijn 11.8 per 1.000 inwoners.6 Door artrose in de knie kan er besloten worden om een Total Knee Prothese te plaatsen. Artrose is de meest voorkomende aandoening aan het bewegingsapparaat, het tast vooral het kraakbeen aan, maar ook het bot kan aangetast worden. Er kunnen bijvoorbeeld osteofyten ontstaan.

Ongeveer 197.000 mannen en 353.000 vrouwen in Nederland hadden op 1 januari 2007 heup- en/of knie artrose. Dat zijn 24.5 op de 1.000 mannen en 42.7 op de 1.000 vrouwen. In 2007 werd er geschat dat er ongeveer 23.100 mannen en 42.900 vrouwen nieuwe patiënten waren. Dat waren dus 2.8 op de 1.000 mannen en 5.1 op de 1.000 vrouwen. Knie artrose komt vaker voor dan heupartrose.

Risicofactoren voor het krijgen van artrose zijn: leeftijd, geslacht, BMI, werk, artrose in de familie, knieletsel in de voorgeschiedenis.

In de richtlijn Artrose knie-heup wordt fysiotherapie aanbevolen ‘Op basis van de huidige evidentie en best practice wordt postoperatieve oefentherapie aanbevolen, bij voorkeur kracht- en functionele oefeningen ter verbetering van het fysiek functioneren (niveau 2).’

Uit de richtlijn blijkt ook dat oefentherapie na een knie operatie effectiever is dan na een heupoperatie. De kracht en functionele oefeningen blijken dan het meest effectief. 7

VerwijsbriefHuisarts: Dhr. X Patiënt: Mw. X Praktijk: Fysiotherapie Bloemkamp Geb. Datum: 08-07-1961Straat/ nr.: Floridus Campuslaan 1 Geslacht: Vrouw Telefoon: 0515 572 944 Staat/ nr.: XFax: X Telefoon: XEmail: abcgeriatrie@patyna.nl Verz. Nummer: X

Verzekeraar: De Friesland Specialist: Logopedist Datum: 09-06-2016

Geachte collega,

Hierbij verwijs ik bovengenoemde patiënt in verband met spraak en slik klachten, deze klachten zijn de gevolgen van CVA Media links.

Klacht, vraagstelling:

Diagnose: CVA mediagebied links 03-04-2016Reden van verwijzing: Patiënt heeft als hulpvraag dat zij weer beter wilt kunnen spreken, verder heeft mevrouw moeite met slikken. Graag uw verdere begeleiding.

Anamnese:

Mevrouw X is bij ons binnen gekomen na een CVA mediagebied links. Zij is ten gevolge van het CVA rechtszijdig verlamd en in de rechter arm/hand heeft zich een spasme ontwikkeld. CVA ontstaan door vaatafsluiting in de hersenen, ook in het been is een vaatafsluiting waardoor er risico bestaat tot amputatie van de rechter teen. Mevrouw is snel vermoeid. Er lijkt sprake te zijn van afasie, mevrouw kan geen woorden vormen. Lijkt de gestelde vragen wel te begrijpen, daarbij kan zij ja of nee schudden. Door het niet kunnen praten is mevrouw snel gefrustreerd. In het verleden was mevrouw verslaafd aan heroïne, sinds 15 jaar gebruikt ze methadon. Verder krijgt mevrouw zondevoeding en drinken is dik vloeibaar. Daarbij krijgt mevrouw ook regelmatig zuurstof omdat zij COPD Gold II heeft. In het verleden heeft zij verschillende paniekaanvallen gehad.

De medicijnen die mevrouw toegediend krijgt zijn:

- Seretide 25/250 ug 2x daags 2 pufjes- Spiriva respimat 2,5 mg 1 x daags 2 pufjes- Airomir 100 mcg (dosering onbekend)

Lichamelijk onderzoek:

- Verlamd rechterzijde - Spasme linker arm/hand - Verminderd algemeen uithoudingsvermogen - Verminderde sensibiliteit en aandacht rechts - Oedeem hand - Zwarte teen ten gevolge van vaatafsluiting

Behandeling:

- Zitten op de rand van het bed voor de romp balans en het algemeen uithoudingsvermogen - Strekken van de arm/hand tegen spasme- Spierkracht oefenen van de benen - Staan met hulpmiddel (steady)

Ik hoop u hierbij genoeg geïnformeerd te hebben over bovengenoemde patiënt. Bij eventuele vragen kunt u altijd contact opnemen met het bovengenoemde e-mail adres of telefoon nummer.

Met vriendelijke groet,

Linda Klungel, Stagiaire Afdeling Fysiotherapie Bloemkamp Bolsward.

Tussentijdse en eindbeoordeling kennis/vaardigheid/attitude

Tijdens de tussentijdse heeft mijn stagebegeleider beoordeeld hoe ik tot dusver had gefunctioneerd. Daarbij hebben we besproken welke punten ik nog zou moeten verbeteren en welke punten nog niet aan bod waren geweest na mijn stage. Daarbij hebben we ook besproken hoe ik de nog niet behaalde onderdelen zou gaan halen.

Uit de evaluatie bleek dat mijnbegeleider tevreden was over mijn stage tot dusver. Feedback die ik me kreeg was dat ik zelfverzekerder moest zijn over mijn eigen kunnen.

Verder waren er punten die nog niet aan bod gekomen waren zoals het stellen van een fysiotherapeutische diagnose, het uitvoeren van een behandeling, werken met Intramet en het uitvoeren van meer specifieke testen. Dit waren de belangrijkste aandachtspunten voor het verdere verloop van mijn stage.

UrenverantwoordingWeek Datum Uren1 11-04 8-5

12-04 8-513-04 8-514-04 8-12

2 18-04 8-519-04 8-520-04 8-521-04 8-12

3 25-04 8-526-04 8-528-04 8-529-04 8-12

4 02-05 8-503-05 8-504-05 8-506-05 8-12

5 09-05 8-510-05 8-511-05 8-512-05 8-12

6 17-05 8-518-05 8-519-05 8-520-05 8-12

7 23-05 8-524-05 8-526-05 8-527-05 8-12

8 30-05 8-531-05 8-502-06 8-503-06 8-12

9 06-06 8-507-06 8-509-06 8-510-06 8-12

10 13-06 8-514-06 8-516-06 8-517-06 8-12

12 29-06 Eindbeoordeling

Algemene conclusieTijdens de laatste 10 weken heb ik erg veel geleerd, veel gezien en het erg naar mijn zin gehad. Ik heb mijzelf op verschillende fronten verbeterd en nieuwe dingen geleerd. Zo heb ik bijvoorbeeld veel geleerd over het behandelen van patiënten in een verzorgingstehuis op een revalidatie afdeling, hoe zwaar dit kan zijn en hoeveel verschillende disciplines erbij komen kijken. Ook heb ik veel geleerd over het ziektebeeld CVA, de beperkingen die patiënten er aan over kunnen houden, maar ook hoe goed patiënten kunnen herstellen van een CVA.

Daarbij is het duidelijker geworden voor mij wat de rol is van de fysiotherapeut in een verzorgingstehuis, een belangrijk onderdeel van de revalidatie bij patiënten is het bewegen en het oefenen van dingen die leiden tot het doel van de patiënt. De fysiotherapeut is degene die het meeste naar de doelen toewerkt met de patiënt. Het trainen van balans, lopen, spierkracht opbouwen etc.. De fysiotherapeut komt daarom ook elke dag langs om intensief te gaan trainen met de patiënt.

Verder heb ik veel geleerd over het samenwerken met andere disciplines, er wordt veel overlegt om tot de beste behandeling te komen voor een patiënt. Zo vinden er elke week multidisciplinaire overleggen plaats waarbij iedereen verteld over hoe de patiënt zich gedraagt en hoe de behandeling verloopt. Ook heb ik geleerd dat zonder de ene discipline de andere discipline niet ervoor kanzorgen dat de patiënt de best mogelijke behandeling krijgt. Bijvoorbeeld als de ergotherapeut er niet voor zorgt dat er aanpassingen komen in het huis van de patiënt kan de fysiotherapeut wel gaan oefenen met het lopen met rollator maar dan heeft de patiënt daar thuis geen profeit van.

Ook heb ik geleerd dat ik meer kan dan ik zelf dacht aan het begin van mijn stage. Ik ben zelfverzekerder geworden in de omgang met patiënten en ook tijdens het behandelen van patiënten. Wat ik ook geleerd heb zijn aan welke punten ik nog moet werken tijdens mijn volgende stage. Bijvoorbeeld tijdsbewaking tijdens het afnemen van een anamnese, onderzoek en behandeling. Maar ook het zelfverzekerd blijven en niet bang zijn om kritisch vragen te stellen. Ook het zelf meer initiatief nemen is een verbeterpunt wat ik mee zal nemen tijdens mijn volgende stage.

Mini-CEX (minimaal 3)

Literatuurlijst

1 Patyna. Bloemkamp. https://www.patyna.nl/locaties/bolsward/bloemkamp/ 2 KNGF- richtlijn Beroerte 2014. http://kngfrichtlijnen.nl/images/pdfs/richtlijnen/beroerte_2014/beroerte_praktijkrichtlijn.pdf3 Hersenletsel uitleg. Hersenletsel door een beroerte / CVA. 2013-2016. http://www.hersenletsel-uitleg.nl/oorzaken-ziektenbeelden/hersenletsel-door-cva-beroerte-bloeding-of-infarct. 4Vaartjes I (Julius Centrum), Bots ML (Julius Centrum), Poos MJJC (RIVM). Hoe vaak komt een beroerte voor en hoeveel mensen sterven eraan? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheidstoestand\Ziekten en aandoeningen\Hartvaatstelsel\Beroerte, 25 juni 2014.

5 KNGF- richtlijn Fysiotherapeutische dossiervoering 2016. http://kngfrichtlijnen.nl/images/pdfs/richtlijnen/fysiotherapeutische_dossiervoering_2016/fys_dossierv_2016_praktijkrichtlijn.pdf6 Centraal Bureau van Statistiek. Operaties in het ziekenhuis; soort opname, leeftijd en geslacht, 1995-2010. 5 januari 2014. Totale knie vervanging. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=80386NED&LA=NL 7 KNGF Richtlijnen. Artrose heup-knie 2010. http://kngfrichtlijnen.nl/images/pdfs/richtlijnen/artrose_heup-knie_2010/artrose_heup-knie_praktijkrichtlijn.pdf