Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

8
5 Jan van der Heide: ‘Ik had me geen mooiere baan kunnen voorstellen’ 7 Wim Nolden gelooft niet in projectmatige aanpak van energiebesparende maatregelen 24 e jaargang - nummer 3 - oktober 2010 Stadsvernieuwingskrant voor Groningen & De onderste steen pag 2 De spijker op z’n kop pag 2 Commentaar pag 8 Uitgave: Stichting BewonersTaal SPI J KERHARD De komende vier jaar zullen de be- woners van de veertien aandachts- wijken in de stad het wat zuiniger aan moeten doen met hun wijk- budget. Vooruitlopend op de verlen- ging van het Nieuw Lokaal Akkoord (NLA) hebben de gemeente en de corporaties besloten minder geld uit te trekken voor de wijkbudgetten. De bezuiniging voor de komende vier jaar is een opvallende veran- dering in de werkwijze die de ge- meente en de corporaties in 2007 in hun Nieuw Lokaal Akkoord intro- duceerden. Veertien wijken waarin de corporaties veel bezit hebben, kregen toen de beschikking over een eigen wijkbudget, waarmee de bewoners eigen initiatieven ten be- hoeve van de leefbaarheid en parti- cipatie konden financieren. Elke wijk kreeg een wijkteam, be- staande uit professionals (later in de meeste wijken aangevuld met bewo- ners), dat waakte over de kwaliteit van de bewonersplannen. In de afge- lopen periode van vier jaar werden ruim driehonderd projecten uit de wijkbudgetten gefinancierd, waar- bij van de beschikbare 20 miljoen euro ruim 16 miljoen een besteding vond. Vier jaar na de introductie wordt de aanpak door alle betrokken par- tijen beoordeeld als een succes. Zowel bij de gemeente en de cor- poraties als bij de georganiseerde bewoners in de wijken overheerst de opvatting dat de aanpak voortzetting verdient. Dat de gemeente en corporaties nu toch een tandje terug willen schakelen, ligt dus niet aan tegenval- lende resultaten. De gemeente staat voor zware bezuinigingen en heeft het geld er niet meer voor over. En de corporaties lijken dat spoor te volgen. Het beeld dat met de bezuiniging wordt opgeroepen, steekt scherp af tegen de hoge ambities die vier jaar geleden nog werden uitgesproken. Gemeente en corporaties waren in de ban van de boodschap die oud- minister Pieter Winsemius destijds uitdroeg en wilden volgens diens motto ‘vertrouwen in de buurt’ in de wijken aan de slag. Volgens Winsemius raken bewo- ners pas bij hun buurt betrokken als de gemeente en de professio- nele organisaties hun controlerende houding laten varen en meer aan de bewoners durven overlaten. De wijkbudgetten werden gepresen- teerd als het instrument bij uitstek om bewoners ruimte te geven eigen oplossingen voor buurtproblemen uitgevoerd te krijgen. Bij de presentatie in de wijken be- nadrukte wethouder Frank de Vries dat het ging om een experiment. Zou dit slagen, dan mochten de bewoners na 2010 rekenen op een veelvoud van de 20 miljoen euro die het startkapitaal van de wijk- teams vormde. In de verdragstekst van het NLA werd zelfs een bedrag genoemd van 120 miljoen euro (60 miljoen van de gemeente en 60 mil- joen van de corporaties) waarover de wijkteams zeggenschap zouden krijgen. De contractpartners meenden dit bedrag in de daaropvolgende jaren te kunnen sparen, onder andere door met eenvoudiger vergunnings- procedures de bouw van nieuwe woningen te versnellen en de par- keernorm bij nieuwbouw te versoe- pelen. Maar de spaarpot raakte nooit gevuld omdat de afspraken niet doorgingen en de omstandigheden op de woningmarkt een domper zetten op de bouwdrift van de cor- poraties. Naar verluidt zullen de wijkteams voor de periode tot 2015 nog maar 10 miljoen euro te verdelen hebben, waarvan de ene helft uit de gemeen- tekas komt en de andere helft geza- menlijk door de corporaties wordt opgehoest. Tezamen met al eerder aangekon- digde bezuinigingen op wijkgericht beleid, zoals Zorgen voor Morgen en de Wmo, moeten de veertien wij- ken dus vrezen dat de gemeente hen in de komende jaren minder tege- moet zal komen. Maar ook de corporaties staan niet meer te springen om leefbaarheids- projecten te sponsoren. Hun armslag om te investeren in de sociale struc- tuur van hun wijken is behoorlijk afgenomen nadat de Rijksoverheid met verschillende aanslagen (o.a. de vennootsschapsbelasting en Voge- laarheffing) het op hun vermogens heeft voorzien. Bovendien wordt van de kant van de EU getornd aan de maatschappelijke functie van wo- ningcorporaties en de daarbij ho- rende economische voordelen. ‘Hoog tijd voor een herbezin- ning’, zegt directeur Pieter Bregman van woningcorporatie Nijestee. ‘De ideeën over een breed maatschap- pelijk speelveld van de corporaties zijn wel geërodeerd, maar in de stad moeten we de discussie daar- over nog voeren. Met het oog op de komende bezuinigingen van de gemeente is het dringend nodig dat we komen tot een herprioritering van doelstellingen en wat dat bete- kent voor de rol van de corporaties.’ Bregman vindt niet dat het snoei- en in de wijkbudgetten betekent dat de NLA-partners hun ambities met bewonersparticipatie hebben laten varen. ‘De ambities zijn nog even groot, alleen is er nu minder arm- slag dan vier jaar geleden. We moe- ten dus nadenken hoe we met een bescheidener armslag zo veel moge- lijk van onze ambities overeind kun- nen houden.’ Binnenkort zal ook de Groninger gemeenteraad zich buigen over de toekomst van de wijkbudgetten en de wijkteams. De raad stemde vier jaar geleden nog in grote meerder- heid in met de doelstelling de be- woners meer zeggenschap over hun eigen wijk te geven. De wijkstemdagen en de uit de wijkbudgetten bekostigde activitei- ten hebben veel positieve energie losgemaakt, denkt PvdA-raadslid Roeland van der Schaaf. ‘Wij geloven in het idee van de wijkteams. Maar we horen ook veel kritiek, dus we vinden dat het beter moet.’ Gezien de krappe financiële mo- gelijkheden van de gemeente kan Van der Schaaf wel begrip opbren- gen voor de verlaging van de wijk- budgetten. Maar hij waarschuwt ook voor de mogelijk negatieve ef- fecten. ‘Het kan niet zo zijn dat de gemeente zegt: het gaat leuk en we gaan nu verder met de helft van het geld. Dat zou te kort door de bocht zijn, dan zie je de ambitie langzaam wegebben.’ ‘Je moet nu een stap verder dur- ven zetten. Je kunt andere vormen ontwikkelen om de participatie van bewoners te versterken, dat hoeft niet in termen van meer geld te zijn. Misschien moet je het geld van de wijkbudgetten dat over blijft, ge- woon aan de bewoners geven en zeggen: bedenk er maar wat mee.’ Minder geld voor wijkbudgetten De gemeente en de corporaties willen fors gaan snoeien in de wijkbudgetten. Bezuinigingen dwingen hen daartoe, zeggen ze. Maar wat betekent dit voor de ambities die zij vier jaar geleden nog uitspraken over bewonersparticipatie en verbetering van de leefbaarheid? door Bert Hidding Burgemeester Rehwinkel deelt op de wijkstemdag in de Korrewegwijk een cheque uit aan speeltuin DIB van 77.350 euro.

description

Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

Transcript of Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

Page 1: Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

5Jan van der Heide: ‘Ik had me geen mooiere baan kunnen voorstellen’ 7Wim Nolden gelooft niet in

projectmatige aanpak van energiebesparende maatregelen

24e jaargang - nummer 3 - oktober 2010

Stadsvernieuwingskrant voor Groningen

&De onderste steen pag 2De spijker op z’n kop pag 2Commentaar pag 8

Uitgave: Stichting BewonersTaal

Spijkerhard

De komende vier jaar zullen de be-woners van de veertien aandachts-wijken in de stad het wat zuiniger aan moeten doen met hun wijk-budget. Vooruitlopend op de verlen-ging van het Nieuw Lokaal Akkoord (NLA) hebben de gemeente en de corporaties besloten minder geld uit te trekken voor de wijkbudgetten.

De bezuiniging voor de komende vier jaar is een opvallende veran-dering in de werkwijze die de ge-meente en de corporaties in 2007 in hun Nieuw Lokaal Akkoord intro-duceerden. Veertien wijken waarin de corporaties veel bezit hebben, kregen toen de beschikking over een eigen wijkbudget, waarmee de bewoners eigen initiatieven ten be-hoeve van de leefbaarheid en parti-cipatie konden financieren.

Elke wijk kreeg een wijkteam, be-staande uit professionals (later in de meeste wijken aangevuld met bewo-ners), dat waakte over de kwaliteit van de bewonersplannen. In de afge-lopen periode van vier jaar werden ruim driehonderd projecten uit de wijkbudgetten gefinancierd, waar-

bij van de beschikbare 20 miljoen euro ruim 16 miljoen een besteding vond.

Vier jaar na de introductie wordt de aanpak door alle betrokken par-tijen beoordeeld als een succes. Zowel bij de gemeente en de cor-poraties als bij de georganiseerde bewoners in de wijken overheerst de opvatting dat de aanpak voortzetting verdient.

Dat de gemeente en corporaties nu toch een tandje terug willen schakelen, ligt dus niet aan tegenval-lende resultaten. De gemeente staat voor zware bezuinigingen en heeft het geld er niet meer voor over. En de corporaties lijken dat spoor te volgen.

Het beeld dat met de bezuiniging wordt opgeroepen, steekt scherp af tegen de hoge ambities die vier jaar geleden nog werden uitgesproken. Gemeente en corporaties waren in de ban van de boodschap die oud-minister Pieter Winsemius destijds uitdroeg en wilden volgens diens motto ‘vertrouwen in de buurt’ in de wijken aan de slag.

Volgens Winsemius raken bewo-ners pas bij hun buurt betrokken als de gemeente en de professio-nele organisaties hun controlerende houding laten varen en meer aan de bewoners durven overlaten. De wijkbudgetten werden gepresen-teerd als het instrument bij uitstek om bewoners ruimte te geven eigen oplossingen voor buurtproblemen uitgevoerd te krijgen.

Bij de presentatie in de wijken be-nadrukte wethouder Frank de Vries dat het ging om een experiment. Zou dit slagen, dan mochten de bewoners na 2010 rekenen op een veelvoud van de 20 miljoen euro die het startkapitaal van de wijk-teams vormde. In de verdragstekst van het NLA werd zelfs een bedrag genoemd van 120 miljoen euro (60 miljoen van de gemeente en 60 mil-joen van de corporaties) waarover de wijkteams zeggenschap zouden krijgen.

De contractpartners meenden dit bedrag in de daaropvolgende jaren te kunnen sparen, onder andere door met eenvoudiger vergunnings-

procedures de bouw van nieuwe woningen te versnellen en de par-keernorm bij nieuwbouw te versoe-pelen. Maar de spaarpot raakte nooit gevuld omdat de afspraken niet doorgingen en de omstandigheden op de woningmarkt een domper zetten op de bouwdrift van de cor-poraties.

Naar verluidt zullen de wijkteams voor de periode tot 2015 nog maar 10 miljoen euro te verdelen hebben, waarvan de ene helft uit de gemeen-tekas komt en de andere helft geza-menlijk door de corporaties wordt opgehoest.

Tezamen met al eerder aangekon-digde bezuinigingen op wijkgericht beleid, zoals Zorgen voor Morgen en de Wmo, moeten de veertien wij-ken dus vrezen dat de gemeente hen in de komende jaren minder tege-moet zal komen.

Maar ook de corporaties staan niet meer te springen om leefbaarheids-projecten te sponsoren. Hun armslag om te investeren in de sociale struc-tuur van hun wijken is behoorlijk afgenomen nadat de Rijksoverheid

met verschillende aanslagen (o.a. de vennootsschapsbelasting en Voge-laarheffing) het op hun vermogens heeft voorzien. Bovendien wordt van de kant van de EU getornd aan de maatschappelijke functie van wo-ningcorporaties en de daarbij ho-rende economische voordelen.

‘Hoog tijd voor een herbezin-ning’, zegt directeur Pieter Bregman van woningcorporatie Nijestee. ‘De ideeën over een breed maatschap-pelijk speelveld van de corporaties zijn wel geërodeerd, maar in de stad moeten we de discussie daar-over nog voeren. Met het oog op de komende bezuinigingen van de gemeente is het dringend nodig dat we komen tot een herprioritering van doelstellingen en wat dat bete-kent voor de rol van de corporaties.’

Bregman vindt niet dat het snoei-en in de wijkbudgetten betekent dat de NLA-partners hun ambities met bewonersparticipatie hebben laten varen. ‘De ambities zijn nog even groot, alleen is er nu minder arm-slag dan vier jaar geleden. We moe-ten dus nadenken hoe we met een bescheidener armslag zo veel moge-lijk van onze ambities overeind kun-nen houden.’

Binnenkort zal ook de Groninger gemeenteraad zich buigen over de toekomst van de wijkbudgetten en de wijkteams. De raad stemde vier jaar geleden nog in grote meerder-heid in met de doelstelling de be-woners meer zeggenschap over hun eigen wijk te geven.

De wijkstemdagen en de uit de wijkbudgetten bekostigde activitei-ten hebben veel positieve energie losgemaakt, denkt PvdA-raadslid Roeland van der Schaaf. ‘Wij geloven in het idee van de wijkteams. Maar we horen ook veel kritiek, dus we vinden dat het beter moet.’

Gezien de krappe financiële mo-gelijkheden van de gemeente kan Van der Schaaf wel begrip opbren-gen voor de verlaging van de wijk-budgetten. Maar hij waarschuwt ook voor de mogelijk negatieve ef-fecten. ‘Het kan niet zo zijn dat de gemeente zegt: het gaat leuk en we gaan nu verder met de helft van het geld. Dat zou te kort door de bocht zijn, dan zie je de ambitie langzaam wegebben.’

‘Je moet nu een stap verder dur-ven zetten. Je kunt andere vormen ontwikkelen om de participatie van bewoners te versterken, dat hoeft niet in termen van meer geld te zijn. Misschien moet je het geld van de wijkbudgetten dat over blijft, ge-woon aan de bewoners geven en zeggen: bedenk er maar wat mee.’

Minder geld voor wijkbudgettenDe gemeente en de corporaties willen fors gaan snoeien in de wijkbudgetten. Bezuinigingen dwingen hen

daartoe, zeggen ze. Maar wat betekent dit voor de ambities die zij vier jaar geleden nog uitspraken over

bewonersparticipatie en verbetering van de leefbaarheid?

door Bert Hidding

Burgemeester Rehwinkel deelt op de wijkstemdag in de Korrewegwijk een cheque uit aan speeltuin DIB van 77.350 euro.

Page 2: Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

( S p i jkerhard )pagina 2 - oktober 2010

Burgemeester

Tot zijn pensioen wil hij blijven. Peter Rehwinkel als burgemeester van Groningen. Dat geeft hij te kennen in een interview met het Dagblad van het Noorden. Hij heeft hier de baan van zijn leven en wil hier nooit meer weg.

Peter doet het nu een jaar en het moet gezegd: hij doet het hartstikke leuk. Van dichtbij heb ik gezien hoe hij tijdens de wijkstemdag in de Kor-rewegwijk de winnaars bekendmaakte. Dat deed hij op een wat jongensachtig schuchtere, maar daarom niet minder charmante wijze. Toen ik er uitflapte, dat de burgemeester het er maar druk mee heeft, glimlachte hij mij vriendelijk toe. Dat zijn contact met kinderen wat schutterig over-komt, zal niemand hem kwalijk nemen.

In het interview vertelt hij over het bezoek aan het supportershome van de FC. Niet bepaald een broeinest van homovriendelijkheid zou je zeggen, maar samen met zijn man Michiel Zegelaar was het blijkbaar erg gezellig en werd om half twee het licht uitgedaan.

Het is een heel andere man dan zijn voorgan-ger, de gladde, politiek al te correcte praatjesma-ker Jacques Wallage, die het als burgemeester misschien niet zo slecht deed, maar als staatsecre-taris van onderwijs een spoor van vernieling heeft achtergelaten, waar we nog dagelijks de zure vruchten van proeven.

Zou het overigens toeval zijn, dat binnenkort de noordelijkste en de zuidelijkste hoofdstad van dit land een homo als burgemeester zullen heb-ben? In Maastricht zal dat Onno Hoes, oud- gede-puteerde van Noord-Brabant, worden. Ze boffen maar in Limburg, want ze krijgen Albert Verlinde, echtgenoot van Onno en bekend van RTL-Boule-vard, er gratis bij.

Zoals bekend mag worden verondersteld is Albert met afstand de valste nicht van Nederland. Dat hij steevast de publieke omroep staatsomroep noemt kan nog, maar dat hij met een gemeen lachje Wouter Bos neerzet als profiteur vanwege het gebruik van wachtgeld na zijn aftreden als minister is erg onbeschaafd.

Rondom de verkiezingen was Geert Wilders te gast in Boulevard. Toen medepresentator Hum-berto Tan de blondine uit Venlo van repliek diende in de discussie over het wegzetten van groepen mensen zat Albert er wat bedremmeld bij en was het gedaan met het verbale gekir. Het kan bijna niet anders of het wordt bal bij de supporters van de plaatselijke voetbalclub, om over een ontmoe-ting in het beruchte woonwagenkamp nog maar te zwijgen.

Nee, dan Peter. Hoe aandoenlijk hij ook is in zijn optredens, van zijn leidinggevende kwali-teiten zal de komende tijd het uiterste worden gevergd. De communicatie tussen gemeente en burger verliep de laatste tijd bepaald niet vlekke-loos. Dat dreigt nu weer.

In de Moesstraat en de H.W. Mesdagstraat wil het Leger des Heils in een aantal panden ex-delinquenten en ex-psychiatrische patiënten huisvesten als voorportaal tot een terugkeer in de maatschappij. Bewoners voelen zich overvallen door gemeente, Leger en woningbouwvereniging Lefier. Daarom lopen ze te hoop tegen de voorge-nomen plannen. Hier kan een burgervader wel-licht een bemiddelende rol spelen.

Het zijn tijden, waarin gemeenten fors moeten bezuinigen. Zo ook Groningen. Het is de vraag of hij Karin Dekker in toom kan houden, als zij de OZB-belasting exorbitant wil verhogen. En kan hij er voor zorgen, dat het Forum er voor álle Stadjers zal zijn en niet alleen voor de Groninger grachten-gordelelite?

Als hem dit allemaal lukt, dan is hij mijn man. Als burgemeester dan…

Peter Beukema

den. Samen, in overleg, werkten ze toe naar het eindresultaat. Een bouwloodsproject was nooit het product van één persoon.

Hoogland werkt op dezelfde wijze als zijn middeleeuwse voor-gangers. Ook hij heeft zich omringt met een team deskundigen: zijn partner Hannah Versteegh, projec-tarchitect Eric de Leeuw (toenter-tijd DAAD Architecten), beeldend kunstenaar (tevens allround am-bachtsman en staalbouwer) Jakob Vogel, diverse vaklieden en ge-meentemedewerkers.

Aan de glazen toren wordt nu dertien jaar gewerkt. De geschie-denis begint met de aankoop van een verwaarloosd huisje. Als deze is afgebroken wil Hoogland een tuin aanleggen op de locatie. Kan niet volgens de gemeente want er staat een gesloten straatgevel voor-geschreven, er moet dus een ge-bouw komen. Hooglands ontwerp wordt goedgekeurd: een stalen ge-vel doorklieft door een grote glazen erker. ‘Mooi, maar mag ik ook een voorstel doen’, reageert De Leeuw. Hij komt met het huidige ontwerp: de glazen toren. Hoogland: ‘Als meester van het werk moet je wel kunnen accepteren dat anderen ook ideeën hebben.’

In 1997 gaat het bouwteam aan de slag met De Leeuws ontwerp. Er is geen vooraf vastgelegd eind-beeld, detailleringen en materiaal-soorten zijn niet omschreven. Daar is bewust voor gekozen want de bouwers willen de uitwerking laten afhangen van wat we ze tegenko-men. De werkwijze van het team is trial and error. De ene keer pakken materialen en technieken goed uit, de andere keer niet. Soms wordt

iets overgedaan, of wordt een plan gewijzigd. Op het dak van de eerste bouwlaag wilde Hoogland een tuin. Maar het voorschrift luidt dat dan een borstwering is vereist. ‘Zo’n ding wil ik niet, dan maar geen daktuin.’

In verticale vorm werd wél een soort van tuin gerealiseerd. De to-ren is namelijk een geabstraheerde boom, de vier kolommen vormen de stam en in de glasmassa moeten we ons takken en bladeren voorstel-len. De klimplanten tegen de glazen verwijzen naar het bladerdek van een boom.

Van de ooit gedachte daktuin leidt een provisorische trap naar de bovenliggende bouwlaag. Het bouwteam heeft nog niet besloten welke vorm de uiteindelijke, vaste trap krijgt en uit welk materiaal ze zal bestaan. Metaal, hout of mis-schien toch een ander materiaal?

De bouwloodsmethode houdt dus in dat ideeën en resultaten wor-den besproken, dat ze desnoods worden overgedaan en dat die re-sultaten ook weer worden beke-ken alvorens verder te gaan. Voor buitenstaanders ongetwijfeld een onrendabele, omslachtige én tijdro-vende werkwijze.

‘En dat is het ook,’ beaamt Hoog-land. ‘Maar wij doen het rustig aan omdat we het groepsproces en de factor tijd essentieel achten voor het slagen van het project. We wil-len een eindresultaat waar we al-lemaal achter staan, waarvan we zeggen: dit is het, beter had het niet gekund.’ De Bond van Neder-landse Architecten (BNA) vond dat drie jaar geleden blijkbaar al, want in 2007 verkoos ze de toren tot Ge-bouw van het jaar Regio Noord.

De bouw van de dom in Keulen

begon in 1248 en duurde 632

jaar. In 1884 legde Gaudi de eerste

stenen voor de Sagrada Familia.

Hij schatte een bouwtijd van

tweehonderd jaar. De afbouw van

de markante glazen woontoren

aan het Gedempte Zuiderdiep zal

waarschijnlijk minder lang duren,

maar toch ….

Opdrachtgever, bewoner, projecti-nitiator en ‘meester van het werk’ Wouter Hoogland knikt instem-mend als de dom en de Sagrada Fa-milia worden genoemd. ‘Beide pro-jecten zijn gerealiseerd volgens de middeleeuwse bouwloodsmethode, mijn toren ontwikkelt zich op ver-gelijkbare wijze.’Werken volgens de bouwloodsme-thode houdt vaak in dat de bouw tijden stilligt. Omdat het geld op is, omdat gewenste materialen niet verkrijgbaar zijn of omdat er een tekort is aan vaklieden. Als het werk stilligt, hebben de bouwers alle tijd om rustig na te denken over het project. Om tot nog meer inzicht te komen, het plan bij te stellen of ri-goureus te wijzigen. Hoogland: ‘Tij-den van bezinning leiden meestal tot verbeteringen. Werk je continue, dan ontstaan al gauw slordigheden die je had kunnen voorkomen als er meer tijd was geweest.’

De middeleeuwse bouwloods werd geleid door een ‘meester van de wercke’. Deze kwam met het concept en legde dat vervolgens voor aan werkmeesters en vaklie-

SpijkerhardStadsvernieuwingskrant

voor Groningen

UitgeverStichting BewonersTaal

oplage: 2500 ex.

HoofdredacteurHans Bergman

RedactieDerk Jaap Bessem

Jouke de JongBert Hidding

MedewerkersPeter Beukema

Jaap EkhartEduard van den HoffMenno Hans Alkema

Fotog rafieHans Bergman

TekeningFolker Visser

AbonnementenEllen Vissia

tel 577 02 [email protected]

AdvertentiesHans Bergmantel 5716189

[email protected]

Vor mgevingHouse - of - Media

Dr ukNDC | VBK

Redactie-adresMenadostraat 1B

9715 KT Groningentel 5716189

[email protected]

De uitgave van Spijkerhard wordt mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Groningen en de

Groningse corporaties.

Spijkerhard verschijnt vier maal per jaar in een oplage van 2500 exemplaren en wordt op aan-

vraag GRATIS toegezonden. Voor abonnementen buiten het ver-spreidingsgebied van Stadspost Groningen worden portokosten

in rekening gebracht.

Naast de uitgave van Spijkerhard levert BewonersTaal bijdragen aan publicaties over volkshuis-

vesting en ruimtelijke ordening, of geeft die publicaties in eigen beheer uit. In deze uitgaven ligt

de nadruk op een voor bewoners verstaanbaar taalgebruik.

door Jaap Ekhart

Tijd

De onderste steen boven heeft oog voor architectuur in de stad Groningen. Niet voor prestigieuze grootschalige projecten, want daar wordt al genoeg over

geschreven. Wel voor de kleinschalige krenten in de pap, die bij het grote publiek minder bekend zijn. Maar daarom niet minder

de moeite van het beschouwen waard.

steen boven

de onderste steen boven

Page 3: Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

( S p i jkerhard )pagina 3 - oktober 2010

Onderzoek wijst uit dat de bewo-ners van een aantal wijken zich onveiliger voelen dan de gemid-delde Groninger. Ook ervaren ze meer overlast. Politie, gemeente, corporaties, MJD en Stiel hebben na overleg een top 5 van straten in de Korrewegwijk en De Hoogte samengesteld die een gezamenlijke inzet vergen. Het gaat om Flores-straat en -plein, Borgwal en –plein, Menadostraat en een deel van de Timorstraat, Johan de Wittstraat en de Javalaan. Om de hier geldende problemen aan te pakken hebben de betrokken partijen projectgroep ‘Stratenaanpak’ opgericht.

Liesbeth van de Wetering is in-terim Stadsdeelcoördinator en pro-jectleider Stratenaanpak. ‘Om een goed inzicht in de problemen te krijgen en om later ook de resul-taten van onze aanpak meetbaar te maken, is er een nulmeting uitge-voerd’, vertelt ze. Daaruit rolden de

de bewoners over te halen meer initiatieven te lanceren’, vertelt Van de Wetering, ‘is de Wijkstemdag De Hoogte/Selwerderwijken bedacht. Men kan ideeën aanleveren ter ver-betering van de eigen woonomge-ving en op de stemdag kiezen de bewoners voor het beste idee. Maar hiermee zijn we er nog niet. We kennen tien personen die verant-woordelijk zijn voor veel overlast en criminaliteit. Die tien worden nu constant op de huid gezeten door de politie. Ook worden extra stadswachten ingezet in delen van de wijk.’

In De Hoogte en de Korreweg-wijk wonen veel ex-gedetineerden, (ex-) verslaafden en (ex-) psychia-trische patiënten. Van de Wetering: ‘Om met hen en hun omgeving in contact te komen, zijn we met een buurtteam langs de deuren gegaan. We zijn begonnen in de Timor- Me-nado- en Johan de Wittstraat. Zo

belangstelling voor een buurtpanel. Daarom ging de projectgroep van start met alleen de huurders. Op diverse punten zijn de bewoners tevreden over het optreden van de politie in de straat. Van de Wetering: ‘Maar gaat het om het terugdringen van inbraken en fietsdiefstallen, dan moet ik erkennen dat we ondanks heel veel politie-inzet, niet altijd de gewenste resultaten bereiken. Dat komt ondermeer doordat een ‘heterdaad’ moeilijk te realiseren is en daders na te zijn opgepakt snel weer op straat staan.’

Aan de Borgwal wilden de bewo-ners aanvankelijk niet eens meepra-ten over hun eigen straat. Toch werd er een succesje behaald. De project-groep had signalen opgepikt dat men zich ergerde aan scheurende auto’s in de straat. Een verkeersdes-kundige nam contact op met enkele bewoners en dat resulteerde in de aanleg van verkeersdrempels. ‘Om

volgende problemen: kwetsbare in-dividuen en gezinnen, dealadressen, drugs- en geluidsoverlast, gevoelens van onveiligheid en zwerfvuil. De projectgroep kon aan de slag! De intentie was bewoners actief te be-trekken bij de aanpak.

Voor de Floresstraat werd een buurtpanel opgericht van bewoners en ondernemers. ‘Om het werkbaar te houden’, zegt Van de Wetering, ‘hebben we niet alle bewoners uit-genodigd. Heel gericht vroegen we twaalf personen zitting te nemen in het panel. In grote openheid heb-ben zij ons gesproken en dat heeft onder andere geresulteerd in het oprollen van een drugspand, ar-restaties van dealers en de inzet van extra stadswachten.’

Het blijkt niet altijd even ge-makkelijk om mensen actief te be-trekken bij de problematiek. In de Javalaan was er vooral vanuit de be-woners van koopwoningen weinig

hopen we de hulpverlening beter op gang te brengen en overlast te be-perken.’

Het mag duidelijk zijn: de werk-methode is zeer arbeidsintensief en daardoor duur. De schaduw die het komende rechtse kabinet voor-uitwerpt, stemt niet vrolijk. ‘Toch houd ik moed’, glimlacht Van de Wetering, ‘want de politie handhaaft haar verhoogde aandacht voor de straten en de gemeente blijft inves-teren in de buurtveiligheid. Boven-dien scoren we goede resultaten. In het Veiligheid in de Buurtpand, dat zich aan de kop van de Flores-straat bevindt, werken alle instanties met elkaar samen en vormen zij een aanspreekpunt voor de wijkbewo-ners. Daar wordt goed gebruik van gemaakt.’

Inmiddels is er ook een nulme-ting geweest in de Oosterparkwijk, zodat ook daar de problemen ge-richt kunnen worden aangepakt.

Gemeente, politie, corporaties en maatschappelijke instanties

hebben in 2009 een top 5 samengesteld van straten in de

Korrewegwijk en De Hoogte waarin bewoners zich onveilig voelen

en veel overlast ervaren. Inmiddels is er een aantal straatgerichte

programma’s opgesteld. Bewonersparticipatie wordt zeer op

prijs gesteld, maar het blijkt soms lastig de bewoners bij de

problematiek te betrekken.

Top 5 onveilige straten aangepakt

In de Javalaan zijn de bewoners op diverse punten tevreden over het optreden van de politie.door Eduard van den Hoff

Page 4: Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

pagina 4 - oktober 2010( S p i jkerhard )

Gedempte Zuiderdiep 22 | Groningen t 050 - 369 36 93 | [email protected] | www.lefier.nl

Wonen is voor iedereen anders. Lefier biedt oplossingen voor uiteenlopende woonwensen. Samen met bewoners werken we aan een prettige wijk om in te wonen. Verbonden, doelgericht en integer: lefier!

lefier

FR IESESTRAATWEG 18

POSTBUS 546 � 9700 AM GRONINGEN

T (050) 3657171 � F (050) 3183124

www.dehuismeesters .n l � in fo@dehuismeesters .n l

OPENINGSTIJDEN KANTOOR MA. T/M VR. VAN 08.00 - 17.00 UUR

TELEFONISCH BEREIKBAAR MA. T/M VR. VAN 08.00 - 17.30 UUR

startersleninggemeente Groningen

Voor meer informatie kunt u terecht bij de gemeente, dienst RO/EZ, afdeling Wonen & Monumenten, tel. (050) 367 81 88 of SVn, tel. (033) 253 94 01

Wilt u een huis kopen, maar krijgt u de financiering net niet rond? Met een starterslening lukt dat misschien wel!De starterslening overbrugt het verschil tussen de verwervingskosten van uw woning en het maximale NHG-bedrag. Maximaal 40.000, of 20% van de verwervingskosten. Eerste 3 jaar rente- en aflossings vrij. Voorwaarden: U bent starter op de koopmarkt, d.w.z. u heeft niet eerder een woning gekocht. Verwervingskosten van de woning maximaal 200.000.

Jean Sibelius, Eindhoven - genomineerd voor BNA gebouw van het jaar 2007

KAW is een bijzonder bureau. We werken aan de verbetering van de woon-, werk- en leefomgeving van mensen in buurten, wijken en dorpen. Hiervoor zetten we een unieke combinatie van disciplines in: architectuur, stedenbouw, volkshuisvesting, procesmanagement, vastgoed- en bouwkunde. We werken met 90 mensen vanuit Groningen, Rotterdam, Nijmegen en Barcelona. We geloven in kansen voor wijken die achterop zijn geraakt, voor bewoners die vooruit willen en in opdrachtgevers die dat mogelijk willen maken.

Meer informatie kunt u vinden op www.kaw.nl

VISIE GENOEG OM

NAAR MORGEN

TE KIJKEN

NUCHTER GENOEG

VOOR DE REALITEIT

VAN VANDAAG

VASTGOEDONTWIKKELING

BURGERLIJKE & UTILITEITSBOUW

BEHEER & ONDERHOUD

INFRA & MILIEU

CONCEPTUELE WONINGBOUW

STERK DOOR COMBINATIE

WWW.PLEGT-VOS.NL

Page 5: Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

( S p i jkerhard )pagina 5 - oktober 2010

Jan van der Heide heeft zich dertig jaar met hart en ziel ingezet voor de volkshuisvesting in de stad. Op 1 november gaat hij met pensioen.

‘Dan ga ik een boek schrijven over mijn tijd bij Patrimonium’. Of dat ooit wordt uitgegeven weet hij niet.

‘Ik had me geen mooiere baan kunnen voorstellen’

Van der Heide trad in 1979 in dienst van Patrimonium als hoofd technische dienst. In 2000 werd hij benoemd tot directeur. Zijn mooiste herinneringen bewaart hij aan die eerste periode. ‘Dat was de stadsvernieuwing in de jaren 80. Binnenstad-Zuid en de Oosterpoort. Een prachtige tijd was dat. Toen zat het allemaal nog niet zo dichtge-timmerd met regels. En trokken we samen op met de mensen van het Zuiderdiep (de dienst RO –red.) en de bewoners. De bewoners maakten zich sterk, de wethouder bemoeide zich ermee en op een bepaald mo-ment liep het als een trein door de stad.’

En hij kwam nog eens op plek-ken waar hij nog nooit was geweest. ‘Als onze voorvaderen gezien zou-den hebben waar we in die jaren naar toe gingen, zouden ze zich in hun graf hebben omgedraaid. Want er zat natuurlijk heel veel prostitu-tie in Binnenstad-Zuid. We hebben hier van die echte pooiers in huis gehad, waarmee we dan moesten onderhandelen wanneer we met de bouwactiviteiten zouden starten. Dat kun je je nu niet meer voorstel-len.’

Begin jaren 90 verbouwde Pa-trimonium pakhuis Albion aan de Noorderhaven tot een apparte-

mentencomplex. Ook daar kijkt hij met plezier op terug. ‘Dat was een locatie waar geen projectontwikke-laar brood in zag. Op een dag komt Ypke (Gietema, toenmalig wethou-der RO –red.) hier en die zegt te-gen ons: zien jullie dat misschien zitten? Dan moeten we hier even naar gaan kijken, zeg ik. ’s Avonds ga ik naar een commissievergade-ring in het stadhuis en Ypke loopt naar de publieke tribune en vraagt: Jan, lukt het? Ik zeg: jawel hoor, dat lukt wel. En Ypke gaat weer op zijn stoel zitten en zegt: Patrimonium gaat Albion verbouwen. Zo ging dat in die tijd. Maar dat kan nu allemaal niet meer.’

Hij noemt de relatie tussen Patri-monium en de dienst Ruimtelijke Ordening destijds bijzonder goed. Maar de verhoudingen bekoelden in rap tempo toen Patrimonium eind jaren 90 weigerde mee te wer-ken aan de wijkvernieuwing van Vinkhuizen. Met name de relatie met wethouder Smink kwam onder vuur te liggen. ‘Dat plan voor Vink-huizen was verschrikkelijk ambiti-eus. En daarbij werd ook nog eens verondersteld dat Patrimonium zo gek zou zijn om duizend wonin-gen te slopen. Daar hebben wij toen duidelijk stelling tegen genomen. Dat vonden de collega’s niet leuk, maar dat viel voor mijn gevoel ach-teraf nog wel een beetje mee. Maar de wethouder was furieus. De dis-

cussies die ik met die man gevoerd heb, daar vlogen de spetters vanaf.’

Van der Heide heeft daar nooit een minuut van wakker gelegen. ‘Want ik wist dat ik het gelijk aan mijn kant had. Van alle collega’s in de stad hield ik de leegstandscijfers bij in mijn computer. Nou, de cij-fers die zij presenteerden klopten niet. Zij hadden het over een leeg-stand van 5 à 6 procent, maar de leegstand is nooit meer dan 2 pro-cent geweest. Die problematiek zou zich met name gaan voordoen in de portiek-etagewoningen. Want de zogenaamde deskundigen riepen toen al dat deze woningen het pro-bleem zijn van de volkshuisvesting. Wij hebben nog nooit leegstand ge-had in die woningen! Mensen mo-gen graag in een portiek-etagewo-ning wonen, want als je een beetje op kunt schieten met de andere bewoners in het portiek creëert dat al snel een vertrouwde omgeving. Je bent daarin niet zo anoniem en mensen vinden dat gewoon prettig.’

‘Wat natuurlijk wel in Vinkhui-zen speelde was dat de wijk nogal eenzijdig van opbouw was en dat men iets aan de differentiatie moest doen. Men had het idee, dat wan-neer je er koopwoningen aan toe-voegde, dit de kwaliteit ten goede zou komen. Heb ik persoonlijk nooit in geloofd. Want mensen die in een koopwoning wonen hebben toch het gevoel dat ze wat meer

zijn dan huurders. Dus die integra-tie gaat heel moeizaam.’

Als hij nu in Vinkhuizen komt vindt hij dat ‘de collega’s wel mooie plannen hebben gerealiseerd’. Maar hij signaleert ook dat er een ver-huisbeweging op gang is gebracht van Vinkhuizen naar Paddepoel en van Paddepoel naar Selwerd. ‘En dan vind ik dat de mensen in Sel-werd uiteindelijk de rekening beta-len voor de operatie in Vinkhuizen. De beste ingreep in Vinkhuizen was het nieuwe winkelcentrum, maar die andere dingen hebben ook ne-gatieve bijeffecten. Althans, in mijn filosofie. Maar wie ben ik?’

Hij ontkent met klem dat door de terughoudende opstelling bij de wijkvernieuwing het bezit van Patrimonium verouderd is. ‘Echt niet. Ons bezit staat er gelikt bij. Wij hebben alles geïsoleerd en er zit overal dubbel glas in. Als ik kijk naar de energielabels is het groten-deels B,C en D. Het enige minpunt dat ik kan bedenken is de gehorig-heid. Maar voor de rest is er weinig mis met onze woningen.’

Ook met zijn huurders onder-houdt Van der Heide goede contac-ten. Als het even kan is hij aanwezig op de avonden die de huurders-verenigingen met hun achterban beleggen. ‘Mensen kunnen mij daar altijd vragen stellen, dat is een vast onderdeel van het programma. Maar ook als een huurder hier naar

kantoor belt en hij heeft mij echt nodig, dan krijgt hij mij gewoon aan de telefoon en kan hij zijn verhaal doen. Want wil je de ver-standhouding met je huurders goed houden, dan moet je er ook wat aan doen. Dus dat neem ik bloedse-rieus. We hebben een heel prettige relatie met elkaar.’

Zo werd hij onlangs aangenaam verrast door de huurdersvereniging in Vinkhuizen. ‘Die mensen hebben voor mij, en dat heeft mij heel veel gedaan, een kunstwerk laten ma-ken door een zilversmid. Geweldig, daar kan geen ridderorde tegenop. Dat ding staat bij mij op de schoor-steenmantel en daar hecht ik ont-zettend veel waarde aan.’

‘Ik zal je vertellen dat ik er meer moeite mee heb, dat ik dadelijk van een grote groep bewoners af-scheid moet nemen, dan van alle aannemers en al die andere relaties, ondanks dat ik daar ook hele fijne mensen heb ontmoet.’

In november wordt hij 65. ‘Dan heb ik het toch redelijk volgehou-den’, zegt hij met een glimlach. ‘Ik heb echt een gouden tijd gehad. Ik had me geen mooiere baan kunnen voorstellen. Het werk in de volks-huisvesting is gewoon genieten. Als ik door de stad loop en ik zie hoe het bezit erbij staat en wat er alle-maal gebeurt, dan denk ik: wat een voorrecht dat ik zo’n kans gekregen heb.’

door Jouke de Jong en Hans Bergman

Jan van der Heide: ‘Ik heb echt een gouden tijd gehad’.

Gedreven volkshuisvester verlaat de arena:

Page 6: Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

( S p i jkerhard )pagina 6 - oktober 2010

Euwema is in zijn nopjes met de nieuwe studio’s. ‘Ze worden door de Groninger Studentenbond wel intellectuele legbatterijen ge-noemd’, lacht hij, ‘maar het zijn prima woningen waarmee we het tekort aan kwalitatieve jongeren-huisvesting willen terugdringen.’

Volgens Euwema is het betrekken van een studio de tweede stap in de wooncarrière van jongeren. ‘Eerst gaan ze op kamers en delen ze een voordeur, diverse ruimtes en facili-teiten met andere medebewoners. Maar in een later stadium willen jongeren meer op zichzelf wonen en zoeken ze een kwalitatief betere leefruimte. De studio’s die wij aan-bieden, vormen volkomen zelfstan-dige wooneenheden. Ze kosten 350 euro per maand en tellen 30m2. Er zit een keuken in, toilet en badka-mer. In de nieuwste studio’s zijn zelfs wasmachine-aansluitingen en zonweringen aangebracht.’

Voordat Nijestee de plannen voor nieuwe studio’s ontwikkelde, hield ze een enquête onder de bewoners van de studio’s aan de Antillenstraat. ‘Die zijn van de tweede generatie. We hebben ze destijds gestoffeerd aangeboden zodat ze een eenheid vormen.’ De eerste generatie stu-dio’s bevindt zich aan het Damster-diep. Die kenmerken zich in een lange, smalle vorm en eenvoudige inrichting.

Een studio kost 44.000 euro en de gemiddelde levensduur bedraagt zo’n vijftien jaar. Dat ze geen per-manent karakter hebben, is geen enkel probleem volgens Euwema. ‘Want de jongerenhuisvesting vormt een wiebelige markt. Uiteraard is het aantal jongeren afhankelijk van allerlei demografische ontwikke-lingen, maar ook regeringsbeleid heeft invloed op de vraag.’

‘Immers als er minder buiten-landse studenten worden toegelaten,

zakt een deel van de jongerenvraag weg. Met studio’s kun je goed flexi-bel reageren op de marktontwik-kelingen. Ze zijn relatief snel afge-schreven en hebben een laag risico.’

Euwema wil studenten, een van de doelgroepen voor de studio’s, niet concentreren op een campus. ‘Studenten horen midden in de stad te wonen. Neem de studentenwo-ningen in Beijum en Lewenborg. Aan het begin van het collegejaar zitten ze vol, maar geleidelijk aan trekt men toch naar de kamers in de stad. In een 15 procent regeling geloof ik ook niet. Je moet gewoon voldoende zelfstandige jongeren-huisvesting bieden. Daarvoor zet-ten wij de studio’s in, die heel goed kunnen concurreren met de par-ticuliere woningverhuur. Veel van onze bewoners komen zelfs uit die sector.’

Mooi bijkomend voordeel van de studio’s is dat ze een goede

invulling vormen voor braaklig-gende terreinen in de stad. ‘Als er nog geen definitieve bestemming rust op een terrein, kun je er goed studio’s plaatsen’, vindt Euwema.

‘Neem bijvoorbeeld het Damster-diep. Dat moet in de toekomst een rol spelen in de ontsluiting van Meerstad. Maar de ontwikkeling gaat niet zo vlot en onlangs is onze vergunning weer met vijf jaar ver-lengd.’

De nieuwste studio’s komen op het Bodenterrein. De bouw start deze maand. Het gaat om in totaal 345 stuks en ze worden opgesteld in blokken van 69 en driehoog ge-stapeld. Om het geheel een beetje aantrekkelijk aan te kleden, krijgen de studio’s, die overigens in Neder-land worden geproduceerd, Louvre-deurtjes.

Euwema: ‘We konden ook kie-zen voor Franse balkonnetjes. Maar uit vrees dat het stapelplaatsen voor

bierkratten en volle vuilniszakken worden, hebben we dat idee maar verlaten.’

Vuilnis gaat in ondergrondse containers en huismeesters letten er op dat het netjes blijft. Bijzonder detail is overigens dat de studio’s op temperatuur worden gehouden met pompen die hun warmte diep uit de grond halen.

Er wordt vaak gedacht dat de stu-dio’s alleen bedoeld zijn voor stu-denten, maar niets is minder waar. ‘Het gaat om alle jongeren tot 27 jaar’, benadrukt Euwema. ‘Momen-teel zijn we in gesprek met diverse grote partijen. Met Novo bijvoor-beeld, zodat hier ook jongeren met een verstandelijke beperking be-geleid kunnen wonen. Een andere partij is Housing Office, dat buiten-landse studenten aan tijdelijke huis-vesting helpt.’

De studio’s zijn het ei van Co-lumbus.

Nijestee bouwt 345 jongerenstudio’s op het Bodenterrein

In de strijd tegen de kamernood lijken tijdelijke jongerenstudio’s, in de

volksmond ook wel wooncontainers genoemd, een prima oplossing.

In elk geval is corporatie Nijestee die mening toegedaan, want zij gaat

345 nieuwe studio’s plaatsen op het Bodenterrein.

‘Het gaat om de derde generatie studio’s en die biedt haar bewoners nog

meer comfort’, aldus directeur Woondiensten Gaaike Euwema.

door Eduard van den Hoff

Page 7: Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

( S p i jkerhard )pagina 7 - oktober 2010

Directeur Wim Nolden van wo-

ningcorporatie Woonstade gelooft

niet in een projectmatige aanpak

van energiebesparende maatre-

gelen aan woningen. ‘Geef de be-

woner zelf de keuze’, zegt hij, ‘dan

voorkom je oeverloze discussies

over een hogere huur en lagere

energiekosten.’

door Bert Hidding

Zestien kleine woningen aan de Christinastraat en Prinses Margriet-straat in Hoogkerk moesten begin dit jaar het eerste proefprojectje worden, waarmee Woonstade er-varing hoopte op te doen met een energiebesparingsproject. De wo-ningen waren toe aan een opknap-beurt, bij uitstek de gelegenheid voor een forse labelsprong. Maar het liep anders.

‘Volgens het energielabel zouden de woningen een jaarlijks gasver-bruik moeten hebben van 2500 kuub’, vertelt Nolden. ‘Maar toen wij dat bij de bewoners gingen navragen, bleek het echte gebruik gemiddeld maar 1500 kuub te zijn. Dan heb je het dus over bewoners-gedrag. Op zo’n moment kunnen wij niet meer bij ze aankomen met het verhaal, u gaat een stukje meer huur betalen, maar dankzij de ener-giemaatregelen gaat uw gasverbruik terug van 2500 naar 1500 kuub.’

En dus besloot Woonstade haar proefproject voorlopig maar af te

blazen. De woningen krijgen wel-iswaar nog wel dubbel glas, maar van een dubbele labelsprong wordt afgezien.

Met zijn verhaal illustreert de di-recteur van Woonstade zijn reserves bij de energielabels voor wonin-gen. De rekenmodellen waarmee de labels worden vastgesteld, ko-men lang niet altijd overeen met de werkelijkheid, meent Nolden. Vaak spiegelen ze de corporaties een te optimistisch beeld voor van de effecten die energiebesparende maatregelen zullen hebben. Met als gevolg dat de corporatie bij een projectmatige energierenovatie op de onwil van de huurders stuit.

Nolden: ‘Een deel van de investe-ring in energiemaatregelen zal door de huurders moeten worden op-gebracht. Maar dan moet je het de huurders wel aantrekkelijk maken. En je moet hun een betrouwbaar vooruitzicht kunnen bieden op een besparing van energiekosten.’

Nolden vreest dat onzekerheid over de opbrengsten van energie-maatregelen de communicatie tus-sen de corporatie en de huurders zal blijven belasten. Voor hem de voornaamste reden om vraagtekens te plaatsen bij het nut van een pro-jectmatige aanpak.

‘Je moet collectieve maatregelen eigenlijk niet eens willen. Wij zijn op zoek naar een individuele aan-pak, waarbij bewoners zelf voor energiemaatregelen kunnen kiezen. Bij ingrepen als een nieuwe HR-ke-tel, dubbel glas of een zonnecollec-tor is dat goed te doen. Je werkt dan per woning. Het voordeel van zo’n aanpak is dat je ook meteen aan de

slag kunt als een woning leeg komt en dan kun je de kosten in de huur doorberekenen.’

Vooral bij eengezinswonin-gen (80 procent van het bezit van Woonstade) is een individuele aan-pak per woning gemakkelijk uit-voerbaar, denkt Nolden. ‘Alleen bij ingrepen in de constructie zal aan collectieve uitvoering niet te ont-komen zijn. Met maatregelen zoals dakisolatie en spouwvulling wacht je gewoon tot je in het kader van langjarig onderhoud toch iets aan de woningen moet doen.’

Behalve een klein project in Oos-terhoogebrug, waar 65 huurders zonnecollectoren lieten plaatsen, heeft Woonstade nog geen concrete stappen gezet om haar woningen te verduurzamen. Dat zijn corpo-ratie niet zo hard van stapel loopt, schrijft Nolden vooral toe aan de inspanningen die in de afgelopen jaren al zijn verricht.

‘We hebben net tien jaar wijkver-nieuwing in Hoogkerk-Zuid ach-ter de rug. Die was vooral op ver-betering van het comfort gericht, maar we hebben ook HR-ketels en dubbelglas geplaatst en bergingen geïsoleerd. We hebben dus al veel gedaan in de afgelopen paar jaar. Je kunt zeggen dat we een beetje last hebben van de wet van de remmen-de voorsprong.’

Ook met vervangende nieuw-bouw heeft Woonstade de ener-getische kwaliteit van haar 1800 woningen al een flinke duw in de goede richting gegeven, hetgeen blijkt uit de labeltoekenning. Van de woningen valt 54 procent in de hoogste drie klassen (A, B of

C) waarvan 20 procent een A-label heeft. Daarmee laat Woonstade de grotere corporaties in de stad ver achter zich. In de op papier minst energiezuinige klasse (de labels F en G) maken nauwelijks honderd woningen deel uit van het bezit. Waarvan de meeste worden gekoes-terd omwille van andere kwaliteiten zoals een uitzonderlijk lage huur.

De aandacht zal in de komende jaren vooral uitgaan naar de ener-getische verbetering van de ruim 800 woningen met een D- en E-label, denkt Nolden. Geen opgave waarvan hij wakker ligt. Met het oog op de huidige mutatiegraad en de meerjaren onderhoudsplanning moeten de woningen in een jaar of vijftien een aanvaardbare energie-kwaliteit kunnen hebben, schat hij.

Hoeveel Woonstade daarmee bijdraagt aan de klimaatdoelen die de gemeente Groningen zich heeft opgelegd, kan hij niet zeggen. ‘Als het gaat over doelstellingen is ons beleid: energiebesparing is prima maar het maakt wel gewoon deel uit van ons strategisch voorraadbe-leid.’

Elk jaar beoordeelt Woonstade daarom opnieuw wat ze met haar woningen gaat doen. ‘En daaraan koppelen we dan de mogelijkheden van energiebesparing. Soms hebben woningen andere kwaliteiten, waar-door we accepteren dat ze minder energiezuinig zijn. We gaan dus ook niet zeggen, over acht jaar hebben we 80 procent van ons woningbezit op minimaal label D.’

Woonstade laat zich dan mis-schien geen doelstellingen opleg-gen, Nolden toont wel begrip voor

de ambities die de gemeente uit-draagt in zijn duurzaamheidsbeleid. Hij waardeert de stimulerende rol die de gemeente op zich neemt om andere partijen bij dit beleid te betrekken. Woonstade nam in 2009 deel aan het project Hoogkerk Duurzaam waarin ook de gemeente als partner optrad.

Nolden: ‘Met een subsidiepotje van Essent hebben we een jaar lang hele leuke projectjes kunnen draaien. Op het terrein van wonen waren die vooral gericht op voor-lichting en op het bewust maken van bewoners van het belang van energiebesparing. We hebben toen besloten om na dit jaar ook te pro-beren bewoners in de particuliere voorraad mee te krijgen met con-crete energiemaatregelen.’

Nog maar heel recent schoof hij aan bij een nieuw duurzaamheids-project in Oosterhoogebrug. In dit project staan energiemaatregelen in de particuliere woningvoorraad prominent op het programma. Nol-den ziet er een bescheiden rol voor zijn corporatie weggelegd. ‘Wij kunnen niet de leiding nemen in energiebesparing in de particuliere voorraad. We kunnen als corpora-tie wel een functie vervullen bij de communicatie en voorlichting, of we kunnen een voorbeeldwoning ter beschikking stellen.’

Hij zoekt nog naar een rol die zijn corporatie hierbij kan spelen. ‘Maar bij de eerste bijeenkomst heb-ben we meteen gezegd: we willen eerst het feitelijk energiegebruik van de woningen in beeld hebben, voordat we met een gericht plan aan de gang gaan.’

‘Collectieve energiemaatregelen moet je niet eens willen’Wim Nolden geeft bewoners liever zelf de keuze:

De woningen in de Prinses Margrietstraat worden voorzien van dubbel glas.

Page 8: Spijkerhard 24e jaargang nr 3 oktober 2010

( S p i jkerhard )pagina 8 - oktober 2010

Vanaf het gereedkomen van de Ven-sterschool in 2000 verloor de Tref-koel haar functie als wijkcentrum door de verhuizing van de Open-bare Bibliotheek en de samenwer-kende welzijnsinstanties. Nieuwe plannen voor het gebouw bleken niet echt levensvatbaar. Sloop om plaats te maken voor nieuwbouw leek de meest logische optie. In afwachting van sloop werd de Tref-koel in beheer gegeven aan anti-kraakbedrijf Ad Hoc. Dat kon echter niet voorkomen dat het gebouw alsnog gekraakt werd. Het complex begon langzaam steeds meer te ver-loederen.

Nadat het gebouw eigendom was geworden van wooncorporatie Nijestee werd het beheer in 2004 overgedragen aan Carex. ‘Anders dan bij de meeste anti-kraakbe-drijven gebruikelijk is, is hun doel-stelling niet beperkt tot het louter bezet houden van een gebouw zo-dat het niet gekraakt kan worden’, vertelt kunstenaar Wouter Nijland, die vanaf 2006 hier woonruimte en een atelier heeft. ‘Hun streven is vooral gericht op het tegengaan van leegstand en een optimaal gebruik van de door hen beheerde panden.’

Nu woont er in de Trefkoel een groep van ongeveer 35 vooral jon-ge mensen van tussen de twintig en dertig jaar oud. Daarvan is een kleine helft actief als kunstenaar. De

rest is zeer gemêleerd: er wonen studenten, maar ook een fietskoe-rier, een ambtenaar en mensen die in een fabriek werken. De meeste woonunits bevinden zich op de bovenverdieping in de voormalige kantoren. Beneden zijn de ateliers te vinden van onder andere kunst-schilders en beeldhouwers, interi-eurbouwers en een decorbouwer. Hier hebben zich ook een paar startende ondernemers gevestigd waaronder een meubelmaker en een naaiatelier.

Aan de zijde van de Zonnelaan is er bovendien een grote galerie en werkplaats van de Antilliaanse kunstenaar Salustiano Martha. Hij vertelt dat het hier in 2007 toen hij deze plek kreeg aangeboden een grote puinhoop was. Met zijn eigen handen heeft hij alles schoonge-maakt en gerepareerd. Nu maakt hij hier keramiek en organiseert cur-sussen voor wijkbewoners.

De vroegere kerkzaal deed een tijd dienst als algemene opslag. Bin-nenkort gaat de HuurdersVereni-gingKunstenaars van Groningen hier nog een vijftal ateliers inrich-ten zodat er straks in totaal zeven-tien ateliers zijn. Ook komt er nog een projectruimte met een woon-gelegenheid waar kunstenaars van buiten de stad uitgenodigd kunnen worden om een tijdlang op project-matige basis te wonen en te werken.

‘Wonen in een dergelijke omge-ving heeft allerlei voordelen’, zegt Nijland. ‘Niet alleen is het finan-cieel aantrekkelijk, maar er is een natuurlijke uitwisseling tussen de bewoners waarbij gebruik gemaakt kan worden van elkaars hulp en ex-pertise.’

Dat betekent overigens niet dat de bewoners als groep georgani-seerd zijn. Iedereen is vrij om te leven zoals hij of zij wil. Alleen bij overlast kan Carex de gebruikers-overeenkomst beëindigen.

Wel heeft Nijland, die tijdelijk hoofdbewoner is, een schoonmaak-rooster gemaakt voor de gezamen-lijke keukens en doucheruimtes op de bovenverdieping.

Begin dit jaar werd duidelijk dat de bouwplannen van Nijestee voor-alsnog geen doorgang vinden als gevolg van de financiële crisis. Om verdere verloedering tegen te gaan hebben de corporatie en Carex de bewoners materialen verschaft om het gebouw aan de buitenzijde weer toonbaar te maken. In twee weekenden werden muren, kozij-nen en beplating geschilderd en ka-potte ramen vervangen.

Het leverde de bewoners veel positieve reacties van passanten op, die vonden dat met deze opknap-beurt de Trefkoel weer iets van zijn oude uitstraling heeft teruggekre-gen.

aapDerk

Wonen in de TrefkoelHet voormalige zalen- en wijkcentrum de Trefkoel in Paddepoel wordt al jaren bewoond door

tijdelijke bewoners. De benedenverdieping biedt onderdak aan startende ondernemers en

kunstenaars. Het plan van Nijestee voor de bouw van een appartementencomplex in 2011 is

uitgesteld. Ondersteund door de wooncorporatie en beheerder Carex hebben de bewoners

het gebouw deze zomer weer toonbaar gemaakt.

door: Menno Hans Alkema

De student als melkkoe

De studentenhuisvesting in Groningen blijft de aandacht trekken. Nadat onderzoek aan het licht bracht dat er in de stad ongeveer tienduizend studenten meer wonen dan de gemeente tot begin dit jaar dacht, werd er razendsnel een plan gepresenteerd om in de komende jaren zeker 4500 wooneenheden voor jongeren (feitelijk studenten) bij te bouwen.

Ondanks deze bouwwoede zal zo’n 75 procent van alle studenten op kamers in particuliere huizen en wooncomplexen aangewezen blijven. En daar zitten de grootste problemen, zoals geluidsover-last, te veel fietsen op de stoep, een afwijkend leefritme, verwaar-loosde tuintjes en soms langdurig verwaarloosde panden. De huren in dat soort huizen blijken meestal te hoog en de kwaliteit is vaak te laag, omdat de particuliere woningen eigenlijk niet voor kamer-bewoning geschikt zijn. Dat is niet de schuld van de studenten, maar van de huiseigenaren/verhuurders.

Nu blijkt, dat de gemeente Groningen, net als andere steden met een studentenpopulatie, jaarlijks 800 euro per ingeschreven student van het Rijk ontvangt. Kennelijk heeft men in Den Haag al jarenlang door, dat een flinke studentenpopulatie, die weinig directe belastingen aan de gemeente afdraagt een flinke druk op het gemeentelijke apparaat kan leggen.

In totaal omvat het bedrag voor Groningen dus zo’n 27 miljoen euro per jaar. Dan ga je toch eens denken wat het gemeentebestuur de afgelopen jaren met die jaarlijkse 27 miljoen heeft gedaan?

Na lang in het geheugen speuren kwam uiteindelijk als eerste, maar ook als enige project, de grote ondergrondse fietsenstalling bij het Hoofdstation in gedachten. Deze stalling is in ieder geval, inclusief de permanente bewaking, als een succesvolle studenten-faciliteit te beschouwen.

Maar dan? O ja, er zijn twee speciale studentcontactagenten bij de politie

aangesteld, die veel nuttig, maar natuurlijk in verhouding tot de problemen, weinig werk doen. En dan zijn er in meerdere ‘stu-dentenstraten’ veel extra fietsklemmen bij gezet, die voor een wat ordelijker straataanblik zorgen.

Mogelijk steekt de gemeente nog wat geld in de organisatie van de KEI-week en worden andere activiteiten waaraan relatief veel studenten mee doen met enige duizenden euro’s gesubsidieerd. Maar dat is het wel zo’n beetje.

Er moeten miljoenen van deze speciale studententoelage in de algemene middelen verdwijnen. Terwijl er nu bijvoorbeeld dringend behoefte is de handhaving van de regelgeving rond kamerverhuur en bouwkundige vereisten voor studentenhuisvesting grootschalig uit te breiden. Voor twee miljoen euro per jaar kun je makkelijk der-tig inspecteurs aanstellen, die de hele studentenhuisvestingssector jaarlijks grondig onder de loep nemen. Maar dat gebeurt niet, daar is geen geld voor!

Zo wekt de gemeente de indruk, dat de nog steeds groeiende studentenpopulatie in Groningen in de eerste plaats een melkkoe is, die wel op allerlei manieren bijdraagt aan een levendige stad, maar verder vooral niets mag kosten!

Derk Jaap Bessem

Een van de ateliers in de Trefkoel.