SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject...

61
|||||||||||||||||||||||||||||||||De||creatieve||professional|||| Opleidingsprofiel en opleidingskwalificaties Sociaal Pedagogische Hulpverlening Landelijk opleidingsoverleg SPH

Transcript of SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject...

Page 1: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

|||||||||||||||||||||||||||||||||De||creatieve||professional||||

Opleidingsprofiel en

opleidingskwalificaties

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Landelijkopleidingsoverleg SPH

Page 2: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

21 Inleiding

Page 3: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding
Page 4: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Eind 1997 werd in opdracht van het Landelijk OpleidingsoverlegSociaal Pedagogische Hulpverlening het Projectplan GezamenlijkeOpleidingskwalificaties gepresenteerd. Het plan voorzag in derealisering van een gemeenschappelijk opleidingsprofiel, datgedeeld zou worden door opleidingen en waarin het werkveldzich zou herkennen. De tijdspanne was kort, binnen een jaar zouhet werk klaar zijn, opdat de opleidingen in september 1999 aande implementatie van de geformuleerde kwalificaties zouden kun-nen beginnen. Dat de juiste richting werd gekozen, bleek toen inmaart 1998 het Visitatierapport SPH uitkwam. De voornaamsteaanbeveling in dit rapport was om de opleidingstrajecten van de(toentertijd) twintig opleidingen meer te uniformeren. De oplei-dingen hadden dit echter reeds opgepakt, ondermeer gestimu-leerd door het Sectoraal Adviescollege HSAO van de HBO-Raad.Het projectplan voorzag in vier deelprojecten: een toekomstver-kenning (deelproject 1), de formulering van de gemeenschappe-lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding (deelproject 3) eneen traject om samen met het werkveld te komen tot een werk-veldplatform (deelproject 4).Nu, in januari 1999, kan geconstateerd worden dat het ambitieu-ze plan ook daadwerkelijk is uitgevoerd. De toekomstverkenning- u treft deze aan op de bijgevoegde cd-rom - was gereed inapril. Deze studie diende als input voor het opstellen van dekwalificaties, waarbij de eis was meegegeven dat ze een zekeretoekomstgerichtheid en toekomstvastheid moesten hebben. Indeelprojectgroep 2, de projectgroep die zich bezighield met deformulering van de kwalificaties, werkten docenten van zevenhogescholen samen. In mei 1998 was het format voor de kwalifi-caties in concept gereed en kon dit besproken worden in het Lan-delijk Opleidingsoverleg. Er volgde nog een drietal conferenties.De kwalificaties werden op basis van deze besprekingen steedsverder uitgewerkt en aangepast.Tegelijkertijd werd een traject uitgezet door deelprojectgroep 4.Het werkveld werd betrokken bij de samenstelling van de kwali-ficaties en op basis van hun commentaar werden de kwalifica-ties aangescherpt.

Het opleidingsprofiel Sociaal Pedagogische Hulpverlening draagtde titel ‘De creatieve professional’. Daaruit blijkt al dat de voor-naamste competentie van de Sociaal Pedagogische Hulpverlenerbestaat uit: inventiviteit, verbeeldingskracht en het kunnen

< 4Woord vooraf

Page 5: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

bedenken van onorthodoxe aanpakken voor dikwijls nieuweproblemen en situaties. Deze competentie wordt aangewend inde hulpverlening aan mensen die zich vanwege bijzondereomstandigheden, beperkingen en belemmeringen niet alleen inhet alledaagse leven staande kunnen houden. Daarmee zijn degrenzen van de beroepsuitoefening voorlopig gedefinieerd. De voor u liggende opleidingskwalificaties zijn kaderstellend, eenbindmiddel tussen de opleidingen en richtinggevend voor deinrichting van de curricula. Dit betekent echter niet dat de oplei-dingen veroordeeld zijn tot eenheidsworst. Iedere opleiding heeftde mogelijkheid om eigen accenten aan te brengen en de oplei-ding te kleuren en daarmee haar (aankomende) studenten teinspireren. Afgesproken is echter dat 85% van de opleidingstijdwordt besteed aan het aanleren van de afgesproken competen-ties en kwalificaties.

Het vaststellen van de opleidingskwalificaties en het feit dat zijzijn herkend door het werkveld maken dat deze gebeurtenis kanworden gezien als een historisch moment in de professionalise-ringsgeschiedenis van de jeugdzorg, de psychiatrie en de versla-vingszorg, de gehandicaptenzorg, de ouderenzorg, de maat-schappelijke opvang en het vluchtelingenwerk en de justitiëlehulpverlening. Samen met het werkveld slaan de scholen eennieuwe weg in. Professionalisering wordt ‘opgehangen’ aancompetenties en kwalificaties die in de beroepspraktijk eennoodzakelijk set beroepsvaardigheden vormen om adequaat tekunnen handelen.

Een document als dit komt niet tot stand zonder stimulerendemensen en inspirerende begeleiding. Alle SPH-opleidingen heb-ben met veel inzet en enthousiasme hun aandeel aan dit docu-ment geleverd. De ondersteuning vanuit de sectorale adviesraadHSAO van de HBO-raad was ook werkelijk ondersteunend.Sascha Bloemhoff van Pricewaterhouse Coopers was als externebegeleider altijd adequaat aanwezig. De projectgroep kan dankbaar en trots dit project afsluiten. Deopleidingen SPH staan nu voor de uitdaging om de competentiesen kwalificaties in de dagelijkse onderwijspraktijk vorm te geven.

Utrecht, januari 1999Namens de projectgroep Landelijke Opleidingskwalificaties SPHRia Wijnen, voorzitter

5

Page 6: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Verantwoording 7

1. Doelstelling en opdracht 101.1 Doelstelling1.2 Beoogd eindresultaat1.3 Richtinggevende documenten1.4 Het indelingskader voor de kwalificaties

2. De sociaal pedagogisch hulpverlener 162.1 Wat is sociaal pedagogische hulpverlening?2.2 Het beroep in zijn context2.3 Ontwikkelingen in het werkveld2.4 Het beroepshandelen van de SPH’er

3. De HBO-opgeleide professional 263.1 De professionele SPH’er3.2 Kenmerken van het HBO-niveau3.3 Naar een normatieve professionaliteit

4. Hoger onderwijs: werken aan competenties 324.1 Ontwikkelingen4.2 Leren leren4.3 Competenties4.4 Opleiden voor een brede beroepsbekwaamheid4.5 Consequenties voor het opleiden

5. Competenties en opleidingskwalificaties 385.1 De competentie van de SPH’er in de hulp- en dienstverlening

aan en ten behoeve van cliënten (segment 1)5.2 Kwalificaties van segment 1: de hulp- en dienstverlening aan

en ten behoeve van cliënten5.3 De competentie van de SPH’er met betrekking tot het werken

binnen en vanuit een zorginstelling of hulpverleningsorgani-satie (segment 2)

5.4 Kwalificaties van segment 2: het werken binnen en vanuit eenzorginstelling of hulpverleningsorganisatie

5.5 De competentie van de SPH’er met betrekking tot het werken aan professionalisering (segment 3)

5.6 Kwalificaties van segment 3: het werken aan professionalisering

Bijlage 1: gehanteerde begrippen 50Bijlage 2: gebruikte literatuur 56Bijlage 3: deelnemers aan het project

gemeenschappelijke opleidingskwalificaties 58Bijlage 4: betrokken hogescholen 59

< 5Inhoud

Page 7: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Het Opleidingsprofiel Sociaal Pedagogische Hulpverlening ishet resultaat van het project Herkende kwaliteit, dat tot doelheeft gemeenschappelijke opleidingskwalificaties tot stand tebrengen voor de SPH-opleidingen in Nederland.

Dit document is in een zeer constructieve samenwerking totstand gekomen. Er is ook met enthousiasme aan gewerkt. Alwerkende werden in vele gesprekken nieuwe ideeën geborenen inzichten aangescherpt. Het is dan ook een collectief resul-taat. De deelprojectgroep Opleidingskwalificaties worstelde metvragen en dilemma’s die niet eenvoudig oplosbaar waren. Eendilemma was vooral de vraag op welke wijze de kwaliteiten diehet nagestreefde HBO-niveau aanduiden en de normatieve,beroepsethische aspecten van de beroepsuitoefening in hetgekozen indelingskader een plaats moesten krijgen.

De keuze die gemaakt is voor een indelingskader waarbinnenkwalificaties worden ontleend aan clusters van beroepstaken,maakt een nauwe aansluiting bij het BeroependomeinprofielSociaal Pedagogisch Werk mogelijk. Wel verhoudt het zichmoeizaam tot genoemde HBO-kenmerken en normatieve enberoepsethische aspecten. Gepoogd is zo goed mogelijk eenverbinding aan te brengen tussen het opleidingsprofiel enerzijds

< 7Verantwoording

Page 8: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

(hoofdstuk 2, 3 en 4) en de in hoofdstuk 5 beschreven compe-tenties en kwalificaties anderzijds. In de beschrijving van decompetenties bij de verschillende subsegmenten is geprobeerdde beoogde competentie van de SPH’er op samenhangendewijze in beeld te brengen. De kwalificaties zijn van dezebeschrijvingen afgeleid, maar de selectie ervan berust op analy-se van richtinggevende documenten. Na veel discussies en tus-sendocumenten is uiteindelijk gekozen voor in totaal 23 kwalifi-caties, in de verwachting dat hiermee de kern van deberoepsuitoefening adequaat is omschreven.

Besloten is verder tot het opstellen van kwalificaties in termenvan competenties. Het denken in termen van competentiesstelt de beroepskracht en diens handelen in beroepssituatiescentraal. Het benadrukt de samenhang van competentiegebie-den en het geïntegreerd aanwezig zijn daarvan in de persoonvan de beroepskracht. Het is een dynamisch en ontwikkelings-gericht concept, dat naar onze opvatting uitstekend aansluit ophet realiseren van het HBO-niveau.Wij realiseren ons dat dit gevolgen heeft voor de inrichting vaneen curriculum. Dat beschouwen wij als een uitdaging. Het aan-leren van competenties vindt immers het beste plaats in reëleberoepssituaties of situaties die deze benaderen. Het veronder-stelt ook een integrale benadering van het handelen in beroeps-situaties en een concentrische opbouw van het curriculum.

Wat ons met de beginnende professional voor ogen staat, iseen creatieve en geïntegreerde beroepsbeoefenaar die de ver-schillende terreinen waarop hij competent geacht wordt te zijn,op zijn eigen en voor anderen overtuigende wijze integreert. Hijkan in steeds nieuwe situaties zelfstandig en op oorspronkelijkewijze zijn handelen vorm geven; hij kan zijn handelen toetsenaan professionele maatstaven en zich daarover verantwoorden.

Dit document is als volgt opgebouwd. In het eerste hoofdstukis de opdracht uitgewerkt. Naast de doelstelling worden deeisen omschreven waaraan het opleidingsprofiel moest beant-woorden en de wijze waarop de deelprojectgroep Opleidings-kwalificaties hiermee is omgegaan. Het gekozen indelingskadervoor de kwalificaties is terug te vinden in paragraaf 1.4. Inhoofdstuk 2 wordt de sociaal pedagogisch hulpverlener inbeeld gebracht. Hier is geprobeerd om een herkenbaar en toe-

8Verantwoording

Page 9: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

komstgericht beeld te schetsen van de beroepsuitoefening.Daarvoor is uitvoerig gebruik gemaakt van richtinggevendedocumenten als het Beroependomeinprofiel SPW en de trend-studie ‘Morgen is er weer een dag’. In hoofdstuk 3 wordt speci-fiek ingegaan op de kenmerken van de professionaliteit van deSPH’er als hoger opgeleide. Aan de orde komen aspecten alscomplexiteit, verantwoorden van beroepshandelen, bijdragenaan de methodiek- en beroepsontwikkeling en het normatievekarakter van de professionaliteit. In aansluiting op dit hoofdstukwordt in hoofdstuk 4 de vraag beantwoord hoe de werker hetbest kan worden opgeleid. Ontwikkelingen in de samenlevingen in het werkveld leiden tot de behoefte aan een bredebekwaamheid, die functioneel is in een beroepscontext die aangrote veranderingen onderhevig is. Het benadrukken vanberoepscompetentie als ‘het gestructureerd en geïntegreerdvermogen tot het adequaat verrichten van arbeidshandelingenen het oplossen van arbeidsproblemen’ (Onstenk 1997) stelt deberoepsbeoefenaar centraal en de persoonlijke wijze waaropdeze aan beroepskwalificaties voldoet. De beoogde competentie van de SPH’er en de kwalificaties zijnbeschreven in hoofdstuk 5. Ze zijn gerelateerd aan de drieniveaus waarop de beroepsbeoefening gestalte krijgt. Aldus isgeprobeerd een samenhangend document tot stand te brengen,waarin de sociaal pedagogisch hulpverlener herkenbaar, toe-komstvast en toekomstgericht is beschreven.

< 9Verantwoording

Page 10: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

1.1 Doelstelling

Doel van het project ‘Op weg naar landelijke opleidingskwalifi-caties SPH’ was het afleveren van een gedeeld beeld voor deopleidingen ‘Sociaal Pedagogische Hulpverlening’ waarin hetwerkveld zich herkent (Verdieping van het projectplan, p. 5).Elke SPH-opleiding dient zich te committeren aan sturende enrichtinggevende landelijke opleidingskwalificaties, die toekomst-gericht en toekomstvast zijn, door het werkveld als relevant her-kend worden, het HBO-niveau specificeren en tenminste 85 %van het curriculum beslaan.

1.2 Beoogd eindresultaat

Het opleidingsprofiel en de opleidingskwalificaties moeten aaneen aantal eisen voldoen. Deze zijn:

HerkenbaarheidDe kwalificaties dienen een bijdrage te leveren aan een herken-baar beroepsbeeld en de basis te vormen voor communicatiemet het werkveld. Alle betrokkenen moeten het indelingskaderen de kwalificaties herkennen als relevant voor de beroepsuit-oefening. Van belang voor de herkenbaarheid is in de eerste

101. Doelstelling en opdracht

Page 11: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

plaats het in 1996 verschenen Beroependomeinprofiel SPW.Hierin wordt het beroep van de sociaal pedagogisch werker uit-gewerkt naar vijf niveaus van beroepsuitoefening, beroepsva-rianten, taakgebieden en kwalificaties. Uit onderzoek is geble-ken dat het beroependomeinprofiel onder vertegenwoordigersvan verschillende SPH-beroepsgroepen voldoende herkenbaaris (SPH: eenheid in verscheidenheid, 1997). Er bestaat overeen-stemming over de omschrijving van het beroep en de vereisteHBO-kwalificaties op de volgende punten:

• hulpverlening aan cliënten met problemen in hun ontwikke-ling en in het functioneren in hun woon- en leefomgeving;

• het gecombineerd aanwezig zijn van aspecten van verzor-ging, begeleiding en behandelingin het werken in de woon-en leefsituatie;

• de omschrijving van het handelen van de beroepskracht:relationeel, procesmatig, persoon als instrument;

• interventiedoelen met een sterk accent op het versterken vancompetenties van cliënten;

• de gewenste HBO-kwalificaties: probleemoplossend vermo-gen, reflectievermogen, transfervermogen, innovatief vermo-gen, kunnen samenwerken, coördineren en leidinggeven.

De deelprojectgroep heeft alles in het werk gesteld om het adviesvan de Visitatiecommissie, om versneld uitwerking te geven aanhet profiel van de SPH’er, waar te maken. De nadrukkelijke aan-dacht die de commissie vraagt voor inzicht in de culturele, histori-sche en politieke inbedding van vraagstukken van zorg en wel-zijn, is in profiel en kwalificaties terug te vinden, evenals demeerwaarde die zij toekent aan de integratie van muzische enagogische onderdelen in relatie tot theoretische inzichten overhulpverlening en in relatie tot overige methodieken.

Toekomstgerichtheid en toekomstvastheidIn de visie op de afgestudeerde SPH’er en zijn beroep, en vervol-gens in het indelingskader en de kwalificaties, moet tot uitdruk-king komen welke eisen nieuwe ontwikkelingen aan de beroeps-uitoefening stellen. Toekomstverkenningen geven zicht op trendsin de samenleving die van belang zijn voor cliënten die aange-wezen zijn op hulp- en dienstverlening, en op de betekenis diedeze kunnen hebben voor de beroepsuitoefening en de kwalifi-caties waarover de beroepskracht moet beschikken.

< 111. Doelstelling en opdracht

Page 12: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

In dit profiel zijn de uitkomsten van de trendstudie ‘Morgen iser weer een dag’ verwerkt in de beschrijving van het beroep(hoofdstuk 2) en bij de competenties en kwalificaties (hoofd-stuk 5). De toekomstvastheid van de kwalificaties wordt gega-randeerd door de aansluiting die is gezocht bij belangrijke rich-tinggevende documenten en door het aggregatieniveauwaarop de kwalificaties zijn geformuleerd

Sturende en inspirerende kwalificatiesOpleidingen moeten de kwalificaties daadwerkelijk gaan gebrui-ken voor de inrichting van hun curricula. Gevraagd werd om eenbeperkt aantal kwalificaties te formuleren. De beoogde sturendewerking komt tot stand door de onderbouwing van de kwalifica-ties met een visie op de beginnende professional, door een her-kenbare beschrijving van de beroepsuitoefening op HBO-niveau,door een onderwijskundig concept van het opleiden tot datberoep en door de kwalificaties te laten voorafgaan door eenbeschrijving van de beoogde competentie. Een gemeenschappe-lijk gedragen visie, de herkenbaarheid van het document alsgeheel en de samenhang die is nagestreefd binnen het docu-ment moeten de inspiratie opleveren om enthousiast met devertaling ervan naar de curricula aan de slag te gaan.

HBO-kwalificatiesDe kwalificaties moeten het HBO-niveau specificeren. In eenafzonderlijk hoofdstuk is het beoogde HBO-niveau beschreven.De visie is vertaald naar de competenties en kwalificaties inhoofdstuk 5. In de opdracht werd gevraagd de kwalificaties teformuleren in termen van te verwerven (beroeps)competentiesdan wel te kiezen voor een indeling gebaseerd op kennis,inzicht, houding en vaardigheden. Er is een keuze gemaakt voorhet formuleren van kwalificaties in termen van competenties(handelingsbekwaamheid) van de beginnende beroepskracht,verbonden met de uitoefening van clusters van beroepstaken. Inhoofdstuk 4 zijn de opvattingen achter deze keuze verwoord.Het competentiebegrip is een dynamisch begrip. De beginnendeberoepskracht heeft zich competenties eigen gemaakt, maarstaat tevens voor de opgave en uitdaging deze in deberoepspraktijk verder te ontwikkelen. In hoofdstuk 5 is de com-petentie van de beginnende beroepskracht beschreven en uitge-werkt naar de indeling in taakgebieden.

121. Doelstelling en opdracht

Page 13: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Eisen aan de vormgevingEr is gestreefd naar een beperkt aantal handzame kwalificaties,bestaande uit helder gedefinieerde en toegelichte begrippen,met gebruikmaking van de terminologie van de HBO-raad. Hetindelingskader moest handzaam, overzichtelijk en toegankelijkzijn. Dit betekent dat het aantal indelingsniveaus en catego-rieën is beperkt tot een hoofdindeling in drie segmenten. Er isgestreefd naar een geïntegreerd geheel in samenhang met eenvisie op de professionele SPH’er en zijn beroep en een visie ophet opleiden tot het beroep.

1.3 Richtinggevende documenten

De deelprojectgroep heeft uit de vele documenten die zij heeftbestudeerd de volgende als richtinggevend genomen voor hettot stand brengen van het opleidingsprofiel: • het Beroependomeinprofiel SPW;• het Profiel van het vernieuwd HBO; • de Basistypering Opleidingen SPH.

Tot de belangrijkste inputdocumenten voor de gedachten-vorming binnen de deelprojectgroep behoorden verder:• het opleidingsprofiel dat de opleidingen MWD als pilot heb-

ben ontwikkeld;• de trendstudie SPH ‘Morgen is er weer een dag’;• het onderzoeksrapport ‘Eenheid in verscheidenheid’;• het rapport van de Visitatiecommissie SPH.

1.4 Het indelingskader voor de kwalificaties

Centraal in het profiel staat de beginnende beroepsbeoefenaar.Hiermee ligt de nadruk op integratie van bekwaamheden op ver-schillende taakgebieden in de persoon van de beroepsbeoefenaar.De persoon van de hulpverlener is instrument van hulpverleningaan en ten dienste van de cliënt. De verschillende niveaus van deberoepsbeoefening komen in deze hulpverlening samen. Van-daaruit vindt verdieping, verbreding en verrijking plaats tijdens deprofessionele ontwikkeling van de beginnende beroepskracht.

De indeling in segmentenEr is voor gekozen om uit te gaan van taakgebieden die zijngebaseerd op clusters van beroepstaken. Overwegingen daarbij

< 131. Doelstelling en opdracht

Page 14: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

waren: de aansluiting op het Beroependomeinprofiel, de her-kenbaarheid voor het werkveld, aansluiting op bestaande inde-lingen in eindtermen binnen de opleidingen, de vergelijkbaar-heid met andere HSAO-opleidingen, en de wens om een éninzichtelijk én inspirerend document met opleidingskwalificatiestot stand te brengen. Aansluitend op de belangrijkste richtinggevende documenten isgekozen voor een indeling in drie segmenten. De segmentenzijn kwalitatief gelijkwaardig. De beginnende beroepsbeoefe-naar moet voor elk van de taakgebieden even goed zijn toege-rust. Het zijn:• hulp- en dienstverlening aan en ten behoeve van cliënten:

de uitvoerende taken van de beginnende beroepskracht alswerker;

• werken binnen en vanuit een zorginstelling of hulpverle-ningsorganisatie: de taken van de beginnende beroepskrachtals medewerker (collega, teamlid, lid van een multidisciplinairteam, samenwerkingspartner met het cliëntsysteem);

• werken aan professionalisering: taken van de beginnendeberoepskracht als vertegenwoordiger van een beroepsgroep.

De beginnende professionalDe beroepspraktijkvorming maakt in verschillende leerjaren inbelangrijke mate deel uit van de opleiding SPH. Deze vormingvindt doorgaans in diverse instellings- en beroepscontextenplaats. De student heeft zich daarin competenties eigengemaakt in de hulp- en dienstverlening aan cliënten. Hij zaldeze competenties in de daarop volgende jaren nog sterkermoeten internaliseren (verbreden, verdiepen en verrijken).Ook zijn vermogen om de ontwikkelde competenties in nieu-we en voor hem op dat moment nog onbekende beroepssitu-aties over te dragen, zal geleidelijk verder ontwikkeld moetenworden.Ook met betrekking tot leidinggeven, begeleiden en zelfstandigvormgeven aan beleid, projecten en het verrichten vanbeheerstaken is sprake van een startcompetentie. De opleidin-gen staan er garant voor dat de student geleerd heeft een bij-drage te leveren aan de beroepsontwikkeling. De beginnendeprofessional wordt geacht te beschikken over de bekwaamhe-den die hem in staat stellen zichzelf als professional verder teontwikkelen. Hij heeft een adequate beroepshouding enbeschikt over vaardigheden die hem in staat stellen te blijven

141. Doelstelling en opdracht

Page 15: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

leren en het beroep vorm en inhoud te geven in nieuwe enonbekende situaties. Hij levert van meet af aan een innovatievebijdrage aan de ontwikkeling van het beroep.

< 151. Doelstelling en opdracht

Page 16: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

In dit hoofdstuk beschrijven we kernachtig het beroep vansociaal pedagogisch hulpverlener. We werken het vijfde niveauuit van de beroepsuitoefening die wordt onderscheiden in hetBeroependomeinprofiel SPW. Onze beschrijving moet herken-baar zijn en tevens de toekomstvaste en toekomstgerichte ele-menten bevatten die relevant zijn voor een beroep dat zichontwikkelt.

2.1 Wat is sociaal pedagogische hulpverlening?

Sociaal pedagogische hulpverlening is onderdeel van het sociaalpedagogisch werk, dat in het Beroependomeinprofiel SPWomschreven wordt als: ‘Hulp- en dienstverlening in het kadervan de primaire - al dan niet vervangende - woon- en leefsitu-atie’ (Beroependomeinprofiel, p. 19). Sociaal pedagogisch hulpverleners zijn de HBO-opgeleide soci-aal pedagogisch werkers.

DoelgroepDe doelgroep waar de hulp- en dienstverlening van de SPH’erzich op richt, bestaat uit mensen uit alle leeftijdscategorieën diedoor een combinatie van factoren en omstandigheden (handi-cap, ziekte, stoornissen, relatie- of gezinsproblemen, ontwikke-lingsproblemen) tijdelijk of duurzaam aangewezen zijn op pro-fessionele ondersteuning om te kunnen functioneren in hunwoon- en leefsituatie.

Woon- en leefsituatieOnder woon- en leefsituatie verstaan we: het geheel van activi-teiten, relaties en voorzieningen van en ten behoeve van decliënt met betrekking tot wonen, werken, dagbesteding en vrijetijd. De woon- en leefsituaties en cliëntsystemen zijn divers.Eenduidige sociale, culturele en levensbeschouwelijke kadersbehoren goeddeels tot het verleden. De woon- en leefsituatiekenmerkt zich door zodanige omstandigheden of problematie-ken dat zonder professionele ondersteuning sprake is van stag-natie in de ontwikkeling of zelfs een bedreiging van het func-tioneren van de cliënt of het cliëntsysteem. Professioneleondersteuning is in principe aanvullend op de opvoeding en op(mantel)zorg door betekenisvolle anderen.

162. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 17: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Complexe hulpvragenHulpvragen hebben vaak een complex karakter, bepaald doorcombinaties van fysieke, intrapsychische, psychosociale en maat-schappelijke factoren (Beroependomeinprofiel, p. 22/23). Dezefactoren beïnvloeden de zelfredzaamheid en het probleemoplos-send vermogen van de cliënt zodanig dat ondersteuning in dethuissituatie of een vervangende vorm daarvan noodzakelijk is.

Hulp- en dienstverleningDe hulp- en dienstverlening kan verschillende vormen aanne-men, zoals woonbegeleiding, dagbesteding en ondersteuningvan ontwikkeling en opvoeding. Het omvat aspecten van verzor-ging, begeleiding en behandeling, die veelal in combinatie metelkaar voorkomen en aspecten van preventie in zich dragen. Desociaal-pedagogische context verwijst naar een zekere mate vanbescherming die de hulp- en dienstverleningssituatie kenmerkt.

WerkveldenDe SPH’er is werkzaam in verschillende functies en in uiteenlo-pende werkvelden binnen ambulante, residentiële en semi-resi-dentiële settingen. Hij werkt vanuit een instelling op het terreinvan de volgende sectoren (indeling Winkelaar 1998): Jeugd-zorg; Psychiatrie en Verslavingszorg; Gehandicaptenzorg;Ouderenzorg; Maatschappelijke opvang en vluchtelingenwerk;Justitiële hulpverlening.

2.2 Het beroep in zijn context

De sociaal pedagogisch hulpverlener is een sleutelfiguur in hetalledaagse leven van mensen die vanwege bijzondere omstandig-heden, beperkingen en belemmeringen aangewezen zijn op bij-zondere vormen van hulpverlening om op zinvolle wijze maat-schappelijk te functioneren. De SPH’er heeft vooral te maken metmensen van wie het bestaan gekenmerkt wordt door een combi-natie van problemen die samenhangen met onder meer vastgelo-pen of ontwrichte sociale relaties, aangeboren of verworven beper-kingen in hun functioneren en mogelijkheden, en conflicten met demaatschappij. Dat plaatst hen in een kwetsbare sociale positie enondermijnt de stabiliteit en continuïteit van hun dagelijkse woon-en leefsituatie. Het ontneemt hen en vaak ook hun omgeving hetzicht op hun mogelijkheden om op een zinvolle wijze vorm tegeven aan hun dagelijks leven en maatschappelijk functioneren.

< 172. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 18: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Zowel de persoon van de cliënt met zijn specifieke behoeften,mogelijkheden en beperkingen als diens woon- en leefsituatievormen aangrijpingspunt voor professioneel handelen. De wijzevan hulpverlenen impliceert dat mensen en groepen niet als opzichzelf staande grootheden worden benaderd, maar medevanuit de context, de situatie, waarin ze zich bevinden.

Als participant aan de dagelijkse woon- en leefsituatie zal deSPH’er met de cliënt en het systeem van de cliënt zoeken naarzinvolle bestaansmogelijkheden, werken aan het herstel of deinstandhouding van het gewone leven, aan het scheppen vanvoorwaarden daartoe in de sociale omgeving en aan het beïn-vloeden van verantwoordelijken in de samenleving die in staatzijn structurele belemmeringen weg te nemen. De ondersteu-ning van de cliënt, diens zelfstandigheid en het versterkenen/of instandhouden van diens competenties staan daarbijcentraal. De handelwijze van de SPH’er kenmerkt zich tevensdoor een preventieve gerichtheid, het gericht zijn op het voor-komen van problemen of van verergering daarvan of terugvaldaarin.

Het werken aan de hulpvragen van de cliënt vanuit de contextvan het dagelijks leven kenmerkt de sociaal pedagogische hulp-verlening. De SPH’er moet een basis voor samenwerking totstand brengen in interactie met de cliënt, ondanks het feit datlang niet altijd sprake is van vrijwilligheid van de kant van decliënt en van bereidheid tot samenwerken.

De SPH’er moet de situatie waarin de cliënt zich bevindt, kun-nen analyseren, met inbegrip van diens ziens- en zijnswijze, deaanwezige beperkingen en belemmeringen, zijn gedrag en desociale en maatschappelijke factoren die hem in een kwetsbarepositie plaatsen. Hij speelt daarop in door programma’s te ont-werpen en uit te voeren die gericht zijn op een zinvol en accep-tabel leven, op zelfredzaamheid, sociale competentie en maat-schappelijke integratie

De SPH’er maakt deel uit van een zorginstelling of hulp- ofdienstverleningsorganisatie. Hij kan ook werkzaam zijn binneneen justitiële context. Werken in en vanuit een organisatiebrengt met zich mee dat de SPH’er in staat moet zijn bij te dra-gen aan visie, beleid, preventie-activiteiten en hulpverlenings-

182. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 19: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

methodiek van de instelling en dat hij de behandeling/begelei-ding om kan zetten in behandelings- en begeleidingsplannen.

Tot de beroepscontext behoren niet in de laatste plaats ookmaatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op hetmaatschappelijk functioneren van de doelgroep en (daarmee) opde inhoud en de werkwijze van het beroep. Van buitengewoonbelang daarbij is het in toenemende mate interculturele karaktervan de samenleving, nationaal en internationaal. De SPH’er kandeze ontwikkelingen in kaart brengen en analyseren, bijdragenaan de verbetering van de maatschappelijke positie van de doel-groep en de verdere profilering en maatschappelijke legitimeringvan zijn beroep.

Van de SPH’er wordt dus het nodige verwacht. Hij is in staatzijn interventies te richten op de mogelijkheden van de cliënt enzijn omgeving dankzij een adequate beroepshouding, commu-nicatieve bekwaamheid, agogische deskundigheid, maatschap-pelijk inzicht, gedragswetenschappelijke en medische kennis enhet kunnen hanteren van muzische middelen. Samenwerkenmet de cliënt, het cliëntsysteem, andere professionals en vaakmet vrijwillige medewerkers, gebruik maken van de deskundig-heid van anderen, het ontwikkelen en onderhouden van eennetwerk en het adequaat hanteren van tegenstellingen en con-flicten nemen in zijn werk een belangrijke plaats in. Als hogeropgeleide kan hij omgaan met complexiteit, beschikt hij overeen groot reflectievermogen, kan hij zijn handelen verantwoor-den en legitimeren en draagt hij bij aan de ontwikkeling vanzijn beroep.

2.3 Ontwikkelingen in het werkveld

Bij de beschrijving van het beroepshandelen van de SPH’er isgebruik gemaakt van de uitkomsten van de trendstudie SPH‘Morgen is er weer een dag’. Ook in de hier geschetste ontwik-kelingen in het werkveld is van deze studie gebruik gemaakt.De SPH’er ziet zich geconfronteerd met een samenleving diewordt omschreven als een risicomaatschappij, die gekenmerktwordt door marginalisering van bepaalde groepen en tendensentot tweedeling op verschillende gebieden. Groepen burgers kun-nen niet meer voldoen aan de hoge normen die de samenlevingstelt aan burgerschap. Individualisering leidt weliswaar tot

< 192. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 20: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

bevrijding uit traditionele verbanden, maar kan ook leiden totverlies aan sociale binding en controle. Tegelijkertijd heeft deburger te maken met een terugtredende overheid, die hemmeer verantwoordelijkheid en keuzevrijheid toestaat. Dit vraagtom een hoge mate van sociale competentie. Er zal meer aan-dacht nodig zijn om ‘uitvallers’ een eigen plaats te geven in desamenleving en om risicogroepen op te sporen. SPH’ers moetendaarom ook de mogelijkheden benutten die een preventieve enoutreachende aanpak biedt om marginaliserende groepen tesignaleren, te benaderen en te ondersteunen. Aandacht vraagtin dit verband de achterblijvende integratie van groepen die eenslechte positie op de arbeidsmarkt hebben en oververtegen-woordigd zijn in jeugdhulpverlening en justitiële voorzieningen.

De woon- en leefsituaties van cliënten kennen verder een steedsgedifferentieerder karakter. Naast residentiële hulp- en dienst-verlening ontstaat een steeds grotere variëteit in vormen vanambulante hulp- en dienstverlening. Er is sprake van een geva-rieerd aanbod, afgestemd op de individuele cliënt en onder-steund door diens eigen beslissingsrecht. De zorg vermaatschap-pelijkt en begeleidingsvormen als rehabilitatie, job coaching enwoonbegeleiding nemen een prominentere plaats in binnen hetaanbod. Van de cliënt en zijn omgeving wordt veel gevraagdom de eigen verantwoordelijkheid waar te maken. Het beroepop de eigen verantwoordelijkheid en competenties en hetbenutten van steunstructuren staan haaks op het gegeven dater sprake is van kleiner wordende sociale netwerken, waarvande leden tevens minder bereid lijken te zijn tot informele zorg-verlening. Daarom mag verwacht worden dat professionele zorgeen grote rol zal blijven spelen. De SPH’er zal een goed even-wicht moeten vinden tussen de mogelijkheden van de cliënt ende hulpbronnen in zijn omgeving enerzijds en de noodzakelijkeprofessionele ondersteuning anderzijds.

De SPH’er heeft voorts te maken met ontwikkelingen in hetstelsel van zorg. Er is sprake van regionalisering, schaalvergro-ting, schaalverkleining binnen grootschalige organisaties, ont-schotting, intensieve samenwerking van zorginstellingen, trans-muraal werken en flexibele zorgprogrammering. De ontwikkelingnaar een fijnmazige afstemming van zorgaanbod op zorgvraagnoodzaakt de hulpverlener om gedifferentieerder en meer indivi-dugericht te werken. Vraaggericht werken vraagt flexibel inge-

202. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 21: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

stelde beroepsbeoefenaars, die kunnen functioneren in verschil-lende rollen en settingen en die creatief zijn in het ontwerpenvan een bij de situatie passende werkwijze.

Binnen de zorg is ook sprake van verzakelijking. Er ligt een ster-ker accent op budgetbeheersing, doelgerichtheid en doelmatig-heid, meetbare resultaten en aantoonbare kwaliteit. Informatie-en communicatietechnologie doet meer en meer zijn intrede.Gegeven de complexe cliëntproblematiek is samenwerking in deontwikkeling en uitvoering van een hulp- en dienstverleningspro-gramma met andere beroepsbeoefenaren - met ieder een eigenverantwoordelijkheid daarin - een gegeven. De structurele, lang-durige en procesmatige hulpverlening van weleer komt door ditalles onder druk, of tenminste in een ander kader te staan.

Ontwikkelingen naar regionale samenhang, ambulantisering,vermaatschappelijking van de zorg, het toenemende beroep opgezondheidszorg als gevolg van vergrijzing en de internationaleontwikkeling van sociale beroepen brengen de traditioneelmeer op zichzelf staande beroepen als maatschappelijk werker,sociaal pedagogisch hulpverlener en verpleegkundige dichter bijelkaar. De SPH’er ziet zich voor het vraagstuk geplaatst deeigen beroepsidentiteit en deskundigheid scherper te benoe-men, om in debatten over afbakenings- en samenwerkings-vraagstukken te kunnen participeren

Kort samengevat zijn enkele van de belangrijkste ontwikkelingen:• vermaatschappelijking van de zorg;• meer nadruk op preventie;• zorg op maat: vraaggerichte in plaats van aanbodgerichte

hulp- en dienstverlening;• meer nadruk op het zelfbeschikkingsrecht en eigen verant-

woordelijkheid van de cliënt ;• hulpverlening wordt meer gericht op activeren van mogelijk-

heden;• hulp wordt daar waar mogelijk ambulant aangeboden;• meer multi- dan monodisciplinaire hulp- en dienstverlening.

Wat de organisatorische ontwikkelingen betreft, zien we:• processen van organisatorische schaalvergroting;• hulpverlenen vanuit kleinschalige voorzieningen van grote

organisaties;

< 212. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 22: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

• professionalisering van het management;• expliciet kwaliteitsbeleid;• multifunctioneel aanbod;• van een voorzieningengerichte naar een functiegerichte

benadering;• oriëntatie op internationale beroepsontwikkelingen;• toenemend gebruik van informatie- en communicatietech-

nologie.

2.4 Het beroepshandelen van de SPH’er

In deze paragraaf beschrijven we specifieker het beroepsmatighandelen van de SPH’er. In de beschrijving is geprobeerd zowelaan de herkenbaarheid als aan de toekomstgerichtheid recht tedoen. Het handelen van de SPH’er laat zich als volgt omschrijven.

Specifiek hulpverlenen en opvoeden: inzet van hart, hoofd en handenDe sociaal pedagogische hulpverlening richt zich op cliënten incomplexe en tevens specifieke probleemsituaties, die ontstaan zijndoor beperkingen en belemmeringen in henzelf of in hun woon-en leefomgeving. Het kunnen zeer uiteenlopende probleemsitu-aties zijn, die hoge eisen stellen aan de beroepskracht en vragenom een volledige inzet van hoofd, hart en handen. De hulpverle-ner moet een zesde zintuig hebben voor het aanboren van despecifieke mogelijkheden die de cliënt ter beschikking heeft of diede situatie hem biedt. Hij dient te beschikken over een breed han-delingsrepertoire (systeemgericht, gedragsgericht en muzisch-agogisch werken) en dient in zijn handelen gebruik te maken vankennis uit de ortho(ped)agogiek en de ontwikkelingspsychologieen van kennis over pathologie en probleemgedrag.

Systeemgericht werken: aanboren van hulpbronnen De SPH’er werkt in en vanuit de woon- en leefsituatie met decliënt en personen uit zijn directe omgeving. Hij doet dat in eenagogische of pedagogische context. Dit systeemgerichte werkenmoet de cliënt in staat stellen zijn eigen wensen, behoeften enmogelijkheden af te stemmen op de hulpbronnen uit zijn omge-ving. Systeemgericht werken kent verschillende invalshoeken:samenwerking met het systeem van de cliënt, vanuit een gedeel-de (opvoedings)verantwoordelijkheid, werken aan gezamenlijkprobleeminzicht en probleemoplossingsstrategieën met de cliënten het cliëntsysteem, en (samen)werken aan herstel, instandhou-

222. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 23: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

ding of ontwikkeling van de woon- en leefsituatie. De hulpverle-ner helpt de cliënt een sociaal netwerk te ontwikkelen of weerop te bouwen. Een probleem is dat nu reeds, maar ook in detoekomst sprake lijkt te zijn van afnemende sociale netwerken eneen afnemende bereidheid tot informele zorg. Professioneleondersteuning is, mede ook door de toenemende zorgbehoefte,meer dan wenselijk en zal blijvend nodig zijn.

Muzisch-agogisch werken: creativiteit als voorwaarde Van de SPH’er wordt verwacht dat hij de cliënt binnen zijnmogelijkheden en beperkingen kan helpen nieuwe ervaringenop te doen die bijdragen aan een nieuwe kijk op zichzelf, aanbetere ontplooiingsmogelijkheden en aan een meer bevredi-gende verhouding tot de omgeving. De SPH’er hanteert daarbijmuzisch-agogische methoden en middelen, die ertoe bijdragendat de cliënt op eigen en voor hem en voor anderen zinvollewijze vorm geeft aan zijn bestaan. Voorwaarde voor het ade-quaat hanteren van deze methoden en middelen is dat deSPH’er zelf creatief is in het bedenken van oplossingen en aan-pakken die passen bij verschillende cliënten en problemen.

Vraaggericht werken: de cliënt centraalDe hulpverlening krijgt in toenemende mate een meer vraagge-richt karakter. Uitgangspunt is daarbij een grote mate van eigenbeslissingsrecht en eigen verantwoordelijkheid van de cliënt.Daarbij stuiten hulpverlener en cliënt op grenzen en beperkin-gen. Desondanks is de hulpverlener erop gericht de hulp- endienstverlening af te stemmen op de hulpvragen van cliënten,door daarvoor op maat gesneden werkwijzen en programma’ste bedenken en uit te voeren. Dit vraagt de nodige creativiteiten flexibiliteit. Vraaggericht werken legt een grote zorgverant-woordelijkheid bij alle betrokkenen. In de hulp- en dienstverle-ning is daarmee het spanningsveld tussen de inzet en draag-kracht van de cliënt zelf en zijn direct betrokkenen enerzijds ende inzet van de hulpverlener anderzijds prominent aanwezig.

Handelingsgericht werken: concrete en haalbare doelenDe SPH’er werkt aan concrete verbeteringen die de cliënt in staatstellen zich binnen zijn mogelijkheden te ontwikkelen of zich inzijn situatie te handhaven. Hij stelt zijn doelstellingen en inter-venties af op de mogelijkheden van de cliënt zelf en van het net-

< 232. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 24: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

werk rond de cliënt. De SPH’er staat voor de opgave zorgvuldigom te gaan met de draaglast en draagkracht van de cliënt en hetcliëntsysteem. Hij stelt haalbare doelen, die de kans op positieveervaringen en succesvolle resultaten optimaal maken.

Hanteren van complexiteit en diversiteitDe SPH’er werkt aan complexe problemen en moet in staat zijnde meervoudigheid van de aanwezige problematiek te doorzienen daarnaar te handelen. Hij moet in staat zijn veel en ingewik-kelde informatie te hanteren. Zijn uitvoerend handelen moet hijkunnen verbinden met de voorwaarden vanuit de organisatie enmaatschappelijke kaders. De diversiteit in hulp- en dienstverle-ning vraagt van hem dat hij kan functioneren in verschillendesettings en vormen van hulp- en dienstverlening, dat hij in staatis hulp- en dienstverlening te coördineren en dat hij zijn werkwij-ze kan afstemmen op cliënten en cliëntsystemen met uiteenlo-pende achtergronden en van verschillende levensfasen.

Hanteren van beroepsdilemma’s: verantwoordelijk omgaan met tegenstellingen De SPH’er moet verantwoordelijk kunnen omgaan met de veletegenstellingen, spanningsvelden en dilemma’s die hij in zijn werktegenkomt. Hij moet in staat zijn spanningen en onzekerheden inde omgang met de cliënt te hanteren, hij moet kunnen omgaanmet afstand en nabijheid, met symmetrie en asymmetrie in rela-ties, met tegenstellingen in belangen en pluriformiteit in levens-beschouwing, waarden en normen en cultuur en leefstijl. Hijheeft te maken met spanningsvelden en afstemmingsproblementussen zijn eigen professionele verantwoordelijkheid en de eisenen verwachtingen vanuit de organisatie waarbinnen hij werkt. Hijziet zich ondermeer geconfronteerd met de vraag naar resultaat-gerichtheid en de behoefte aan standaardisering, die op gespan-nen voet kunnen staan met de ruimte die hij als werker nodigheeft voor het eigen verhaal en het proces van de cliënt. Ditbrengt allerlei keuzeprocessen met zich mee, die verantwoordworden vanuit normatieve professionaliteit.

Een adequate beroepshouding zichtbaar makenDe SPH’er werkt op basis van een beroepshouding die onder-meer gekenmerkt wordt door respect voor de cliënt en dienseigen zijns- en zienswijzen, het kunnen hanteren van diensafhankelijkheid, het bevorderen van diens autonomie, het han-teren van diens eigen verantwoordelijkheid en het zorgvuldig

242. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 25: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

omgaan met privacy. Hij moet bereid en in staat zijn het eigenhandelen te verantwoorden naar de cliënt, de instelling en desamenleving en hij moet beschikken over een vermogen tot kri-tische (zelf)reflectie. Hij is creatief, flexibel en authentiek enbereid zichzelf professioneel te ontwikkelen en nieuwe inzich-ten in zijn handelen te integreren.

Professioneel samenwerken: meerwaarde in dienst van de cliëntDe SPH’er werkt zelden solistisch. Doorgaans werkt hij samenen in teamverband met beroepsgenoten en andere hulpverle-ners, vanuit een situatie van gedeelde professionele verant-woordelijkheid voor eenzelfde cliënt of groep cliënten. Hij staatvoor de opgave zijn aandeel in de samenwerking te expliciterenen te verantwoorden en zal in staat moeten zijn met verschillenin visie, opvattingen en werkstijl, samenhangende met verschil-len in beroepssocialisatie, om te gaan. Hij is erop gericht dedeskundigheid van andere professionals, vrijwilligers en mantel-zorgers om te zetten in een meerwaarde voor de cliënt.

Zorg dragen voor kwaliteit De SPH’er staat garant voor een kwalitatief verantwoorde uit-voering van zijn taken. Hij is gericht op het realiseren van derandvoorwaarden die daarvoor nodig zijn en levert binnen deorganisatie waarvan hij deel uitmaakt een bijdrage aan de kwa-liteitszorg.

< 252. De sociaal pedagogisch hulpverlener

Page 26: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

3.1 De professionele SPH’er

De sociaal pedagogisch hulpverlener representeert kwalificatie-niveau 5 binnen het sociaal pedagogisch werk. Kenmerkenddaarvoor is de hoge mate van zelfstandigheid in het plannenvan activiteiten en interventies, het dragen van verantwoorde-lijkheid voor de organisatie van hulp- en dienstverlening, hetscheppen van randvoorwaarden voor verbetering van het pri-maire hulp- en dienstverleningsproces en het uitvoeren vancomplexe interventies. HBO- en MBO-opgeleide professionals(kwalificatieniveau 3 en 4) vervullen in de beroepspraktijk rollendie elkaar aanvullen. De HBO’er beschikt naast beroepsspecifie-ke ook over beroepsonafhankelijke vaardigheden, tot uitdruk-king komend in zijn vermogen op meta-niveau te reflecteren opeigen handelen en het handelen van anderen in multidisciplinairverband. Daarin onderscheidt hij zich van MBO-opgeleide pro-fessionals. Dat geldt ook voor zijn vermogen te werken in situ-aties waar geen of nauwelijks handelingsvoorschriften voorhan-den zijn, zijn vermogen complexere interventies toe te passenen een hulp- en dienstverleningsproces te coördineren. Hetwerk van dit type professionals definieert Van Delden (1991)als werk waarin steeds opnieuw oplossingen voor nieuwe, unie-ke problemen gevonden moeten worden. Kenmerken van ditsoort werk zijn dat resultaten moeilijk van tevoren te specifice-ren zijn (maatwerk) en dat het noodzakelijk is dat selectiefgebruik gemaakt wordt van veel en sterk gestructureerde ken-nis. Met het gebruik van standaardprocedures kan dus nietworden volstaan.

De diversiteit in onze samenleving (verschillende culturen, leef-stijlen, wijzen van zingeving, behoeften en problemen) neemtsterk toe, en daarmee de behoefte aan specifieke antwoorden.De inbreng van professionals wordt daarom in alle sectoren vande samenleving van steeds groter belang. Dit geldt ook binnenhet SPH-domein. Het beroepshandelen van SPH’ers heeftbetrekking op het dagelijks leven van cliënten in hun woon- enleefsituatie. Leefstijlen, cliëntsystemen en hun woon- en leefsitu-aties worden steeds diverser, terwijl er tegelijk met deze veelvor-migheid sprake is van meerduidigheid, dat wil zeggen dat erminder sprake is van eenduidige culturele, levensbeschouwelijkeen theoretische kaders waarbinnen geïnterpreteerd en gewerktkan worden. Deze veelvormigheid en meerduidigheid vragen om

263. De HBO-opgeleide professional

Page 27: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

een benadering die wordt gekenmerkt door een hoog niveauvan reflectie, een groot ontwikkelvermogen en een bereidheidhet eigen beroepshandelen te verantwoorden. Dit vraagt weerom een creatieve professional, die in staat is het vertrouwdezodanig los te laten dat er ruimte is voor nieuwe en vaak onor-thodoxe oplossingen voor de problemen die zich aan hem voor-doen. HBO-niveau wordt hier opgevat als het inhoud geven aanhet bovenbedoelde begrip professionaliteit.

3.2 Kenmerken van het HBO-niveau

Het HBO-niveau wordt getypeerd aan de hand van vijf samen-hangende kenmerken.

ComplexiteitDe complexiteit van het beroepshandelen van de SPH’er komttot uiting in de eisen die gesteld worden aan het methodischhandelen. We spreken van methodisch handelen wanneer denoodzakelijk te maken keuzen maximaal worden geëxpliciteerd,onderbouwd en verantwoord. De complexiteit komt dan totuiting in de volgende aspecten.

• Methodisch handelen heeft betrekking op verschillende niveausHet hulpverlenend handelen van de SPH’er heeft betrekkingop: het cliëntsysteem in diens woon- en leefsituatie; het kiezenen uitvoeren van methoden, technieken en middelen; hetervoor zorgen dat de hulpverleningsorganisatie in voldoendemate voorwaardelijk is voor de hulpverlening als zodanig; hetrelateren van het hulpverlenend handelen aan maatschappelijkgehanteerde normen, waarden en (bijvoorbeeld juridische)kaders.Kenmerkend voor dit beroepshandelen (dit geldt bij uitstek voorSPH’ers) is dat deze niveaus dikwijls ’tegelijkertijd, ter plekke enop dit moment’ op elkaar betrokken moeten worden, een zeercomplexe vorm van ‘reflection in action’ (Schön 1983).

• Reflecteren vanuit en op theoretische en normatieve kadersDe SPH’er dient veelvuldig, zo niet continu, te reflecteren optheoretische en normatieve kaders die belangrijk zijn voor hethulpverlenen in het algemeen en in concrete situaties. Boven-dien kan deze reflectie zich niet beperken tot overwegingen enkeuzen bínnen gestelde theoretische en normatieve kaders. De

< 273. De HBO-opgeleide professional

Page 28: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

gesignaleerde veelvormigheid en meerduidigheid vragen datkeuzen gemaakt moeten worden ten aanzien van de te gebrui-ken kaders zélf.

• Hanteren van complexe problematiekDe SPH’er is in staat adequaat om te gaan met meervoudigecliëntproblematieken, ook in situaties waarin niet of nauwelijkskan worden teruggegrepen op bestaande procedures en han-delingsvoorschriften.

• Hanteren van veel en complexe informatieEr worden bij dit alles hoge eisen gesteld aan het kunnen verza-melen, selecteren, interpreteren, bewerken en gebruiken vaninformatie.

Verantwoorden/legitimerenIn een situatie van meerduidigheid is het van groot belang datde keuzen die worden gemaakt zoveel mogelijk worden verant-woord ten overstaan van de verschillende betrokkenen. Daar-door kunnen deze keuzen met hen bediscussieerd en/of doorhen getoetst worden. Als mogelijke betrokkenen dienen (tenminste) onderscheiden te worden: cliënt en cliëntsysteem, deeigen hulpverleningsorganisatie, opdrachtgevers (zorgtoewij-zers, financiers) en de samenleving als geheel (het gaat danvooral om toetsing aan wet- en regelgeving en verantwoordingin het openbare debat).Met het verantwoorden op al deze niveaus legitimeert deSPH’er zijn eigen beroepshandelen en levert hij tevens een bij-drage aan de maatschappelijke legitimering van het beroep.

Ontwikkelen van methodiek en beroepOmdat het beroepshandelen van de SPH’er in veel gevallenbetrekking heeft op nieuwe, unieke situaties en vraagstukken ishij genoodzaakt continu te reflecteren en te ontwikkelen. Wan-neer de noodzakelijke reflectie van de SPH’er resulteert in hetvastleggen en communiceren van ervaringen op een wijze diebijdraagt aan de kwaliteit van het beroepshandelen van zichzelfen van collega’s, spreken we van beroepsontwikkeling. In deeerste plaats zal dit betrekking moeten hebben op de ontwik-keling van het beroepshandelen van de SPH’er zelf. Het HBO-niveau komt echter vooral tot uiting in de volgende drie ele-menten:

283. De HBO-opgeleide professional

Page 29: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

• binnen de instelling waarin de SPH’er werkzaam is, kan hijbijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van werken tenbehoeve van bepaalde (categorieën) cliënten en zo bijdragenaan de verbetering van de instellingsmethodiek;

• ook kan de SPH’er zich daarbij richten op beroepsgenotenbinnen een bepaald werkveld van de sociaal pedagogischehulpverlening, en zo bijdragen aan wat wij noemen deberoepsmethodiek SPH;

• van beroepsontwikkeling SPH is ook sprake wanneer de bij-dragen gericht zijn op de legitimering en profilering van hetberoep SPH als zodanig.

Wetenschappelijk verankeren Niet alleen HBO- en MBO-opgeleiden, maar ook HBO’ers enwetenschappelijk opgeleiden vervullen in principe rollen dieelkaar aanvullen. Het wetenschappelijk onderwijs richt zich ophet leren onderzoeken van de werkelijkheid en het verzamelenvan gegevens en het ontwikkelen van theorieën die betrekkinghebben op die werkelijkheid. HBO’ers zijn onderdeel van desociale werkelijkheid, zij handelen daarbinnen en reflecteren ophet eigen handelen in de contexten waarbinnen dit handelenplaatsvindt.De rol die HBO’ers hebben bij (wetenschappelijke) kennisontwik-keling is als volgt te typeren. Enerzijds maken HBO’ers gebruikvan theorieën, gegevens en opvattingen waaraan de weten-schappen essentiële bijdragen leveren. In deze zin is er sprake vanhet toepassen van resultaten van wetenschappen door SPH’ers.Anderzijds ondersteunen SPH’ers de ontwikkeling van weten-schappen doordat zij kennis en ervaringen verzamelen en syste-matiseren en wetenschappelijke theorieën op hun bruikbaarheidvoor het beroepshandelen evalueren en becommentariëren. Het primaire doel van HBO’ers is het wetenschappelijk veran-keren van het beroepshandelen c.q. van de beroepsmethodiek.

Leiding geven en ondersteuning bieden aan medewerkersIn samenhang met hun vermogen complexere interventies uitte voeren en een integraal hulpverleningsproces te coördinerenc.q. een inhoudelijke regiefunctie te vervullen (Beroependo-meinprofiel, p. 44/45), vervullen veel SPH’ers in hulpverle-ningsorganisaties een functie waarin zij het beroepshandelenvan andere medewerkers aansturen, coördineren, ondersteunenen verantwoorden.

< 293. De HBO-opgeleide professional

Page 30: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

3.3 Naar een normatieve professionaliteit

In de afgelopen decennia heeft de professionalisering van(ondermeer) het beroep sociaal pedagogische hulpverlener inhet teken gestaan van het kunnen verantwoorden van hetberoepshandelen. Deze verantwoording was sterk gericht opcontroleerbaarheid door reproduceerbaarheid en kwantificeer-baarheid. Er kwam daardoor een sterke nadruk te liggen op hettechnisch-instrumentele aspect van het beroepshandelen.Hierdoor ontstaat een spanning met het steeds diverser en per-soonlijker worden van de individuele leefwereld en de individu-ele bestaansethiek van zowel cliënt als hulpverlener. Het com-municatieve en het normatieve aspect van het hulpverlenendhandelen worden steeds belangrijker en vragen om werkzamebenaderingen, zonder dat de noodzaak het beroepshandelen teverantwoorden wordt ontkend. Dit is in een zuiver technisch-instrumentele benadering echter niet mogelijk.Kunneman (1995, 1996, 1997) pleit voor een normatieve pro-fessionaliteit waarin het technisch-instrumentele, het normatie-ve en het communicatieve aspect worden geïntegreerd. Juist inhet kunnen vormgeven en integreren, in combinatie met hetkunnen verantwoorden van deze drie elementen, wordt hetprofessionele zichtbaar. De door Kunneman geformuleerdeopdracht sluit aan bij het wijdverspreide gevoel dat essentiële,maar moeilijk te benoemen aspecten van hulpverlening steedsmeer in de knel komen. Gebruikte termen zijn bijvoorbeeld:motivatie, betrokkenheid, creativiteit, inspiratie, bezieling ensoms ook spiritualiteit.Het ontwikkelen van een dergelijke normatieve professionaliteitis voor beroepsbeoefenaren een opgave, maar ook een uitda-ging. Enkele conclusies kunnen al wel getrokken worden.

In de eerste plaats gaat het dus om het integreren van het tech-nisch-instrumentele met het communicatieve en normatieve.Daarbij moet ervoor gewaakt worden dat het legitimeren vanhet beroepshandelen in het algemeen (ondermeer door hetverder ontwikkelen van het beroepshandelen en het weten-schappelijk verankeren ervan) en het zich verantwoorden inconcrete situaties op de achtergrond raken.

In de tweede plaats speelt in een dergelijke professionaliteit hetreflectieve element een centrale rol. Standaardprocedures en

303. De HBO-opgeleide professional

Page 31: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

standaardoplossingen vormen een onderdeel van het werk vande HBO-opgeleide professional, maar een ervaren professionalzal zich in de eerste plaats onderscheiden door het vermogen omin steeds weer nieuwe situaties op een persoonlijke en effectievemanier om te gaan met beroepsdilemma’s (zie hiervoor ook dehoofdstukken 2 en 4).

Ten derde kan vastgesteld worden dat professionaliteit zich, bin-nen de kaders van het beroep, op verschillende wijzen manifes-teert, afhankelijk van de specifieke contexten en de verschillendeberoepsbeoefenaren. Dit betekent dat kwalificaties op een maniermoeten worden geformuleerd die de eisen formuleert waaraanalle beroepsbeoefenaren dienen te voldoen en die tegelijkertijdruimte geeft aan, of liever aanstuurt op het realiseren van eenpersoonlijke invulling van professionaliteit. Het zoeken is dus naarkwalificaties die voldoende ’scherp’ en sturend zijn, maar dievooral ook noodzaken tot het vormgeven van een normatieveprofessionaliteit. Ten vierde: professionaliteit kenmerkt zich door een persoonlij-ke en effectieve combinatie van kennen, kunnen en willen. Zodienen de aspecten van professionaliteit, zoals beschreven in dithoofdstuk, dan ook gelezen te worden. Kennis en (met namecognitieve en communicatieve) vaardigheden zijn voor deberoepsbeoefenaar onontbeerlijk, maar minstens zo belangrijkis een houding die wordt gekenmerkt door betrokkenheid, fas-cinatie, gerichtheid op reflectie en onderzoek, steeds verder wil-len ontwikkelen en vooral ook door een grote mate van verant-woordelijkheidsgevoel.Kennis, vaardigheden en houding kunnen daarbij onderschei-den, maar niet gescheiden worden. Professioneel handelen kaneigenlijk alleen goed beschreven en geëvalueerd worden doordit te doen aan de hand van het handelen van de beroepsbeoe-fenaar in specifieke, voor het beroep kenmerkende contextenen aan de hand van voor het beroep kenmerkende criteria(waaronder de algemene criteria die in dit hoofdstuk beschre-ven zijn). Dit is de achtergrond van het begrip competentieswaarop in het volgende hoofdstuk wordt ingegaan.

< 313. De HBO-opgeleide professional

Page 32: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

4.1 Ontwikkelingen

Binnen het (beroeps)onderwijs is sprake van ontwikkelingen diesamenhangen met trends in de samenleving. De hoeveelheidnieuwe data, feiten en opvattingen waar we mee geconfronteerdworden, neemt enorm toe. Ontwikkelingen als ICT en internatio-nalisering dragen daaraan bij (zie bijvoorbeeld Weggeman 1997).Daarbij is in toenemende mate sprake van diversiteit en veelvor-migheid en worden ook de interpretatiekaders steeds gevarieer-der en in toenemende mate ‘particulier’ (meerduidigheid).

In het onderwijs wordt op deze ontwikkelingen gereageerd doorhet belang van ‘levenslang leren’, ‘leren leren’ en verwantebegrippen te benadrukken. In samenhang met deze ontwikkelin-gen zien we dat de meeste beroependomeinen aan sterke veran-deringen onderhevig zijn. We zien ook dat functies snellerkomen en verdwijnen. Beroepen verbreden zich, zodat beroeps-beoefenaren beter zijn toegerust om te kunnen functioneren inverschillende beroepscontexten en op een arbeidsmarkt waarinde eisen diverser worden en aan verandering onderhevig zijn. Vanuit pogingen om de kwalificaties van werknemers teomschrijven en te verbeteren, heeft zowel in het onderwijs alsin het bedrijfsleven de term ‘competenties’ aan belang gewon-nen (Onstenk 1997).

Beide ontwikkelingen (‘leren leren’ en het denken in termenvan competenties) liggen in elkaars verlengde en leiden in hetnavolgende tot een keuze voor het beschrijven van opleidings-kwalificaties in termen van competenties.

4.2 Leren leren

Aan het onderwijzen en leren worden andere eisen gesteld danvoorheen. Meer nog dan aan de te verwerven kennis zelf, moe-ten hoge eisen worden gesteld aan het zelfstandig ‘leren teleren’. Het kunnen verzamelen, selecteren, interpreteren, bewer-ken en gebruiken van informatie (zie ook 3.1) is daarvan eenbelangrijk aspect. Hiervoor is nodig dat bepaalde leerstijlen wor-den ontwikkeld (geleerd). In de reeks ‘ongerichte, reproductie-gerichte, toepassingsgerichte en betekenisgerichte leerstijl’(Vermunt 1995) moet het accent steeds meer op de betekenis-gerichte leerstijl worden gelegd. De noodzaak van het zelfstan-

324. Hoger onderwijs: werken aan competenties

Page 33: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

dig en betekenisgericht (leren te) leren wordt overal - internatio-naal en in alle mogelijke onderwijssoorten - sterk benadrukt.

Wat betekent dit voor het onderwijs? Genoemd werd reeds dathet ‘leren leren-onderwijs’ veel aandacht heeft voor het lerenverzamelen, selecteren, interpreteren, bewerken en gebruikenvan informatie. Naast ruimte voor reproductiegerichte en toepas-singsgerichte leerstijlen stimuleert en ondersteunt het vooral eenbetekenisgerichte leerstijl. Volgens huidige onderwijskundige inzichten (zie ondermeerLodewijks 1993) betekent dit dat ‘leren leren-onderwijs’:• primair activiteiten van studenten aanstuurt en ondersteunt

(studentgericht in plaats van docentgericht);• zelfstandigheid van studenten stimuleert en ondersteunt (van

sturing naar zelfsturing);• aansluit bij het gegeven dat (leren) leren altijd cognitieve,

affectieve en regulatieve activiteiten integreert;• vooral het werken aan uitdagende opdrachten inhoudt, bij

voorkeur in de vorm van het oplossen van problemen (pro-bleemgericht);

• uitgaat van en ‘oefent’ met zo realistisch mogelijke praktijk-situaties en -opdrachten.

4.3 Competenties

De in paragraaf 3.1 genoemde ontwikkelingen leiden tot debehoefte aan een brede bekwaamheid die functioneel is in eenberoepscontext die aan grote veranderingen onderhevig is. Devoor beroepsbeoefenaren te formuleren kwalificaties kunnendaarom niet te gedetailleerd zijn (zij zullen dan immers snel ver-ouderen) en zullen het kunnen hanteren van de veranderingenin de beroepscontext tot uitdrukking moeten brengen.Daarbij is gebleken dat het beroepshandelen onvoldoendegoed beschreven kan worden door het uiteen te rafelen in bij-voorbeeld kennis, houding en vaardigheden. Daarvoor is ditberoepshandelen (meestal) te complex en is het belang vanmoeilijk te omschrijven ervaring en ‘tacid knowledge’ te groot.In deze context heeft het omschrijven van kwalificaties gerela-teerd aan competenties terrein gewonnen.Onstenk (1997) definieert competentie als ‘het gestructureerd engeïntegreerd vermogen tot het adequaat verrichten van arbeids-handelingen en het oplossen van arbeidsproblemen’ (in de in deze

< 334. Hoger onderwijs: werken aan competenties

Page 34: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

nota gehanteerde terminologie gaat het dus om het beroepshan-delen en het oplossen van beroepsvraagstukken). Onstenk ver-volgt met: ‘Competentie heeft een eigen structuur en valt nietsamen met een opsomming van taken of een lijst benodigdevaardigheden. Het gaat om de samenhang en relaties tussen desamenstellende kennis en vaardigheden’ (Onstenk 1997, p. 92).Deze omschrijving sluit aan op het gestelde in paragraaf 3.3.

Er is een onderscheid tussen de begrippen kwalificatie en com-petentie. Kwalificaties worden gedefinieerd vanuit het perspec-tief van de functie of het beroep. Eenvoudig gezegd wordtbeschreven wat de beroepsbeoefenaar moet kunnen. Compe-tenties betreffen de persoon van de beroepsbeoefenaar enbenadrukken per definitie de persoonlijke wijze waarop dezeaan de kwalificaties voldoet. Hoewel dit onderscheid principieel van groot belang is, kunnenformuleringen van kwalificaties en competenties sterk op elkaarlijken of zelfs samenvallen. In deze brochure gaat het om opleidingskwalificaties. Deze zijngeformuleerd aan de hand van beschikbaar materiaal overberoepskwalificaties. Er is gekozen voor het formuleren vanopleidingskwalificaties in termen van competenties. Gesteldwordt dus: wanneer afgestudeerden de omschreven competen-ties demonstreren, voldoen zij aan de opleidingskwalificaties.

344. Hoger onderwijs: werken aan competenties

Page 35: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

De formuleringen van de competenties zullen ‘integraal’ dienente zijn (geen opsplitsing in bijvoorbeeld kennis, vaardighedenen houding) en zullen in het algemeen verwijzen naar beroeps-contexten.

4.4 Opleiden voor een brede beroepsbekwaamheid

Competenties zijn niet statisch, maar ontwikkelen zich op dedimensies uitgebreidheid (taakinhoud), beheersingsniveau en zin-geving. Ze kunnen zich dus verbreden, verdiepen en verrijken(Onstenk 1997, p. 92). De ontwikkeling van competenties is duseen continu, nooit eindigend proces dat doorgaat (of wellicht pasecht goed begint) wanneer de beginnende beroepsbeoefenaarzijn diploma heeft behaald. Kenmerkend voor de professional isdat deze zich verantwoordelijk voelt voor deze ontwikkeling,daar zelf sturing aan geeft en daartoe initiatieven ontwikkelt.Kwalificaties (en competenties) kunnen betrekking hebben opberoepen en functies. De opleidingskwalificaties hebbenbetrekking op de initiële beroepsopleiding en daarmee op hetberoep. In de meeste beroepen, zo ook binnen de SPH, kan de(beginnende) beroepsbeoefenaar in veel verschillende functiesterecht komen. Bovendien is het beroep continu in beweging.Daarom moet gezocht worden naar een brede beroepsbe-kwaamheid, die de beroepsbeoefenaar zo goed mogelijk instaat stelt in deze context te functioneren en zich verder te ont-wikkelen. Onstenk (1997, p. 128) komt tot de volgendeomschrijving van brede vakbekwaamheid: ‘Een multi-dimensio-nele, gestructureerde en samenhangende set vakmatige,methodische, organisatorische, strategische, sociaal-communi-catieve, normatief-culturele en leercompetenties, gericht op eenadequate aanpak van de kernproblemen van het beroep’.

Kernproblemen zijn te omschrijven als problemen en dilemma’sdie centraal staan in de beroepsuitoefening. Het zijn problemenwaar een beroepsbeoefenaar regelmatig mee in aanraking komt,die kenmerkend zijn voor het beroep en waarbij van de beroeps-beoefenaar een oplossing en een aanpak wordt verwacht. Kern-problemen benadrukken een holistische benadering van hetberoep. Er wordt uitgegaan van ‘volledige’ handelingen (voorbe-reiding, organisatie, uitvoering, controle), en tevens van denoodzaak om niet alleen de handeling te leren uitvoeren, maarook het hoe en waarom, inclusief de context en de achterliggen-

< 354. Hoger onderwijs: werken aan competenties

Page 36: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

de theorie, te leren begrijpen. Reflectie op ervaringen en beteke-nisvolle incidenten speelt daarbij een essentiële rol (Onstenk1997). Volgens deze inzichten geeft een set kwalificaties gefor-muleerd in termen van competenties de beste ‘vertaling’ van devereisten van het beroep, en wel op een wijze die (in een steedsveranderende beroepscontext) herkenbaar en toekomstvast is.

4.5 Consequenties voor het opleiden

De vraag is hoe kwalificaties sturing kunnen geven aan het cur-riculum of de ontwikkeling van het curriculum. In het onderwijszullen het leren omgaan met kernproblemen van het beroep enhet leren oplossen van beroepsproblemen in praktijksituatiescentraal dienen te staan. Studenten zullen het beroepshandelen dan vooral leren in (reëleof gefingeerde) beroepssituaties, waarin hen gevraagd wordtrealistische beroepsproblemen aan te pakken en tot een oplos-sing te brengen. De ordening van een ‘competentiegericht cur-riculum’ zal derhalve beroepsgericht moeten zijn. Gedacht kanworden aan het in studieonderdelen werken met bepaaldeberoepsthema’s of beroepsdilemma’s (‘kernproblemen van hetberoep’). Een sterk analytische benadering in de beschrijvingvan kwalificaties schiet tekort als het gaat om het definiërenvan de samenhang en kern van het beroep (Moerkamp enOnstenk, 1991). De ‘ontleedmethode’ kan leiden tot onderwijsdat sterk gericht is op het oefenen van deelvaardigheden,waarbij integratie van vaardigheden vergeten wordt.

Een competentiegericht curriculum zal primair concentrisch vanaard zijn. Er wordt door studenten gewerkt aan beroepsvraag-stukken, en al doende zullen de competenties van de studenten‘zich verbreden, verdiepen en verrijken’. Ten slotte komen afstudeerrichtingen, specialisaties, differentia-ties et cetera in deze opvatting in een specifiek licht te staan.Het leren vindt steeds plaats in beroepscontexten. Het is aan teraden om deze per student te laten variëren, waarbij dit nietvoor elke student op dezelfde wijze behoeft te gebeuren.Essentieel is wel dat (althans binnen het als generiek te betite-len gedeelte van het curriculum) wordt gewerkt aan de ontwik-keling van dezelfde brede beroepsbekwaamheid, dat wil zeg-gen aan dezelfde set competenties.

364. Hoger onderwijs: werken aan competenties

Page 37: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

< 37

Page 38: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

5.1 De competentie van de SPH’er in de hulp- en dienstverlening aan en ten behoeve van cliënten (segment 1)

In dit document wordt gebruik gemaakt van de in het Beroe-pendomeinprofiel gehanteerde terminologie ‘Hulp- en dienst-verlening’. Deze hulp- en dienstverlening omvat elementen vanverzorgen, begeleiden en behandelen, die in veel gevallengecombineerd aanwezig zijn met daaraan verbonden aspectenvan preventie. In de bijgevoegde begrippenlijst wordengenoemde begrippen omschreven, evenals andere begrippendie in de kwalificaties worden gehanteerd.In segment 1 worden de kwalificaties van de SPH’er in dehulp- en dienstverlening aan en ten behoeve van cliënten uit-gewerkt.

Bij het benoemen van de competenties van de SPH’er in hetwerken met en ten behoeve van cliënten zijn zowel de tech-nisch instrumentele als de normatieve en communicatieveaspecten van diens professionaliteit in het geding. De technischinstrumentele dimensie komt tot uitdrukking in zijn bekwaam-heid om bewust, doelgericht, planmatig en systematisch tewerken volgens de professionele standaarden die daarvoor gel-den en met gebruikmaking van een breed instrumentarium aanmuzische en agogische methoden en technieken.

38>5. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 39: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Hulp- en dienstverlening als sociaal psychologische werkelijk-heid wordt evenwel gekenmerkt door verschillende dimensies:feiten, normen, waarden en gevoelens. In het omgaan daar-mee beschikt de hulpverlener over diverse handelingsmogelijk-heden. Hij erkent dat de cliënt geen object en dus niet louterdoelwit van instrumenteel handelen is en zal proberen ondererkenning van genoemde dimensies een basis voor samenwer-king tot stand te brengen. De SPH’er werkt samen met part-ners die ten opzichte van elkaar en de samenleving deel uitma-ken van een vaak probleemgeladen context, gekenmerkt doorverschillen in macht, belangen, zienswijzen en vermogens. Hetadequaat hanteren van hieruit voortvloeiende tegenstellingenen spanningsvelden vraagt van de SPH’er een groot communi-catief vermogen. Werken in deze context veronderstelt dat hijin staat is het verhaal van de cliënt tot zijn recht te latenkomen, ruimte biedt aan diens ziens- en zijnswijze, niet verhul-lend omgaat met aanwezige tegenstellingen, maar tegelijker-tijd een basis schept waarop samenwerking mogelijk is. Directdaarmee verbonden is de noodzaak het eigen handelen voort-durend te onderwerpen aan reflectie, door gebruik te makenvan theoretische en normatieve kaders. Daarbij moet de hulp-verlener ook in staat zijn zich te verantwoorden voor zijn han-delen en de keuzen die hij daarbij wenst te maken. Hij moeteveneens in staat zijn om de eigen zienswijze duidelijk temaken aan de cliënt, het cliëntsysteem en andere professionalsbinnen en buiten de eigen organisatie (zie kwalificatie 8 en 9).

Reflectievermogen, het toetsen van eigen handelen en opvat-tingen aan professionele standaarden en kaders en het vermo-gen verantwoording te dragen en af te leggen kenmerken dezelfstandige beroepskracht. Dat geldt tevens voor zijnbekwaamheid om adequaat om te gaan met zware problema-tiek en complexe hulpvragen en nieuwe en onvoorspelbaresituaties. Van de SPH’er mag verwacht worden dat hij verbin-dingen tot stand kan brengen tussen zijn handelen op het uit-voerende niveau, de voorwaarden die hij nodig heeft vanuit deorganisatie om zijn werk op verantwoorde wijze te verrichtenen de van toepassing zijnde maatschappelijke context en pro-fessionele kaders. Hij kan activiteiten en interventies plannen enuitvoeren aan de hand van handelingsvoorschriften. Daar waardeze niet aanwezig zijn, kan hij diagnoses stellen en interventieskiezen. Hij kan het beroep in verschillende settings en vormen

> 395. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 40: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

van hulp- en dienstverlening en met cliënten van verschillendeleeftijdsfasen gestalte geven. Hij is in staat zijn interventies spe-cifiek af te stemmen op de problemen en hulpvragen van uit-eenlopende cliënten, in vaak nieuwe en onvoorspelbare situ-aties en rekening houdend met verschillen in cultuur enleefpatroon. Hij is in staat verschillende interventiemethodentoe te passen, zowel bij de cliënt als het systeem van de cliënt,en hij kan relevante anderen op methodische wijze betrekken inde hulpverlening aan de cliënt.Bij de formulering van de meer vakinhoudelijke en methodi-sche competenties staat centraal het werken aan competentiesvan cliënten. In de begeleiding van de cliënt stuurt de SPH’eraan op het ontwikkelen of in standhouden van het geïnte-greerd vermogen tot adequaat handelen in verschillende situ-aties. De SPH’er stelt de cliënt en zijn situatie centraal en zal demogelijkheden die de dagelijkse woon- en leefsituatie biedtuitbuiten om zijn competenties te versterken of te onderhou-den ten aanzien van ondermeer zelfzorg en zelfredzaamheid,betekenisvolle relaties tot anderen, zinvolle tijdsbesteding enmaatschappelijke integratie. De hulpverlener maakt daarbijgebruik van zijn bekwaamheid om een optimaal leefklimaat tescheppen, de relatie en communicatie met de cliënt adequaatte hanteren, gedragsinterventies toe te passen en gedragsalter-natieven aan te reiken, groepsprocessen te hanteren, activitei-ten te ontwerpen met inzet van muzische middelen, voorlich-ting, advies en informatie te geven, problemen te signaleren endoor te verwijzen (kwalificatie 3 en 4).

Kwalificatie 5 en 6 gaan over het mobiliseren van socialeondersteuning en (het ondersteunen van) de belangenbeharti-ging van cliënten. De hulpverlening ontwikkelt zich in een rich-ting waarin de samenleving en de thuissituatie in toenemendemate het speelveld vormen waarop hulpverlener en cliëntactief zijn (pedagogische thuisbegeleiding, trajectbegeleiding,rehabilitatie, job coaching). De grotere verscheidenheid invoorzieningen en begeleidings- en behandelvormen in eensamenleving waarin sprake is van levensbeschouwelijke, socialeen culturele pluriformiteit, vragen van de SPH’er dat hij in staatis in verschillende rollen te functioneren, zich nieuwe opgavente stellen en een creatieve en innovatieve bijdrage te leverenaan product- en methodiekontwikkeling.

40>5. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 41: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

5.2. Kwalificaties van segment 1: hulp- en dienst-verlening aan en ten behoeve van cliënten

De beginnende beroepskracht demonstreert dat hij in staat is:

1. Zelfstandig en samen met cliënten, andere hulpverleners en/ofdirect bij cliënten betrokkenen de woon- en leefsituatie te ver-kennen en te analyseren, samen te komen tot het formulerenof herformuleren van hulpvragen, het vaststellen van hulpver-leningsdoelen en hulpverleningsaanbod en het vormgeven vanhulp- en dienstverleningsplannen.

2. Programma’s voor hulp- en dienstverlening te ontwerpen insituaties die gekenmerkt worden door complexe problematieken -hulpvragen, afgestemd op de behoeften en mogelijkhedenvan de cliënt.

3. Met een cliënt afzonderlijk en met cliënt en cliëntsysteemgezamenlijk te werken aan het ontwikkelen en in standhoudenvan competenties ten aanzien van: • zelfredzaamheid en zelfzorg;• het functioneren in de woon- en leefsituatie;• het organiseren van de eigen woon- en leefsituatie;• het ontwikkelen en onderhouden van betekenisvolle relaties

tot anderen;• het ontwikkelen van perspectief en zingeving;• het vormgeven aan het samenleven in sociale netwerken en

aan maatschappelijke participatie.

> 415. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 42: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

4. Sociaal agogische en muzisch-agogische methoden, techniekenen middelen te hanteren, in het bijzonder met betrekking tot: • het tot stand brengen en instandhouden van een optimaal

woon-, leef- en opvoedingsklimaat;• het bevorderen van de cognitieve, emotionele, sociale en

motorische ontwikkeling en idem functioneren;• het beïnvloeden van het gedrag en het uitbreiden van het

gedragsrepertoire;• het begeleiden van groepen in verschillende stadia van

groepsontwikkeling en het hanteren van verschillende vor-men van groepswerk;

• het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van activiteiten;• probleemsignalering en verwijzing;• het integreren van preventieve activiteiten in verzorging,

begeleiding en behandeling;• voorlichting, advies en informatie.

5. Sociale ondersteuning voor de cliënt te creëren of te versterkendoor sociale systemen en maatschappelijke instellingen dievoor de cliënt in de woon- en leefsituatie belangrijk zijn, opmethodische wijze te beïnvloeden.

6. De belangen te behartigen van cliënt en cliëntsysteem of hendaarin te ondersteunen door met hen of namens hen op te tre-den naar derden binnen de instelling of binnen de samenleving.

7. Over de (voortgang van de) hulp- en dienstverlening te rap-porteren en deze te evalueren; hulp- en dienstverleningsplan-nen te evalueren en bij te stellen.

8. In situaties van hulp- en dienstverlening keuzen van in te zet-ten methoden en middelen te formuleren, te onderbouwen ente verantwoorden, met gebruikmaking van theoretische, ethi-sche en juridische kaders.

9. Het eigen beroepshandelen te verantwoorden ten overstaanvan cliënten en/of diens vertegenwoordigers, de eigen hulp-verleningsorganisatie en/of andere opdrachtgevers en/of desamenleving.

42>5. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 43: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

5.3 De competentie van de SPH’er met betrekking tot het werken binnen en vanuit een zorg-instelling of hulpverleningsorganisatie (segment 2)

De sociaal pedagogische hulpverlening bestrijkt een breedgebied van instellingen en activiteiten, gericht op leven enwonen, arbeid en dagbesteding en leren en vrije tijd. In deomschrijving ‘zorginstelling’ of ‘hulpverleningsorganisatie’wordt de breedte en gevarieerdheid van de huidige zorgverle-ning weerspiegeld. Het begrip organisatie verwijst ook naar devaak complexe en grootschalige context van waaruit hulp-verlening georganiseerd wordt. Het begrip ‘vanuit’ duidt op devele activiteiten, die vanuit de instelling door de beroepskracht(samen met de cliënt) in samenwerking met andere instellingenof professionals worden verricht. Het handelen van de SPH’erkent een sterke beleidsmatige en inhoudelijke inbedding insamenwerking met andere professionals binnen en buiten deeigen instelling. De SPH’er levert binnen zijn instelling een bij-drage aan de ontwikkeling van de instellingsmethodiek en deimplementatie daarvan in het uitvoerend werk.

In segment 2 worden de kwalificaties van de SPH’er op hetvoorwaardenscheppende niveau weergegeven in de volgendeclusters van beroepstaken:• professioneel samenwerken;• bijdragen aan de ontwikkeling en implementatie van de

instellingsmethodiek;• leiding en begeleiding geven aan beroepsgenoten, vrijwilli-

gers en mantelzorgers;• signalering en preventie;• uitvoeren van beheerstaken en bijdragen aan kwaliteitszorg;• instellingsvertegenwoordiger zijn.

De SPH’er is een creatieve professional, die in staat is stan-daardoplossingen en het vertrouwde los te laten zodat ruimteontstaat voor nieuwe en vaak onorthodoxe oplossingen voorde vraagstukken die zich voordoen. De keuzen, die hierbijgemaakt worden, weet hij ondermeer op basis van theoretischeinzichten te verantwoorden en overtuigend te bepleiten bij col-lega’s en vertegenwoordigers van andere beroepsgroepen.Zoals in hoofdstuk 3 is aangegeven, brengen de veelvormigheid

> 435. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 44: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

en meerduidigheid van culturele, levensbeschouwelijke en theo-retische kaders met zich mee dat keuzen niet beperkt blijven totkeuzen binnen gestelde theoretische en normatieve kaders.Keuzen moeten ook gemaakt worden ten aanzien van de tegebruiken kaders zelf. Zo zullen onder meer antwoorden gefor-muleerd moeten worden op ontwikkelingen in de samenlevingals de marginalisering van bepaalde groepen en het proces vanindividualisering, met zijn dreiging van stabiliteitsverlies (Trend-studie, p. 9/10). Door op ontwikkelingen als deze te reflecteren,draagt de SPH’er bij aan verbetering van de kwaliteit van wer-ken van de zorginstelling of hulpverleningsorganisatie.

Met deze kwaliteiten kan de SPH’er de spilfunctie vervullen dievan hem verwacht wordt binnen de hulp- en dienstverlening.Allereerst levert hij een bijdrage aan de ontwikkeling en imple-mentatie van het hulpverleningsbeleid van de instelling en vande instellingsmethodiek, bijvoorbeeld om de omvorming tebewerkstelligen van een aanbodgerichte wijze van werkennaar een vraaggerichte wijze van werken. De gehele sectorzorg en welzijn vraagt immers om een cultuuromslag, naar eendenken en handelen waarin concepten als sociale steun enprotectieve en compenserende omstandigheden richtingge-vend zijn. De SPH’er beschikt over de competenties om aandeze cultuuromslag een bijdrage te leveren. Hij beschikt overlef, creativiteit en flexibiliteit, die nodig zijn om standaardoplos-singen achterwege te laten en meer op maat gesneden oplos-singen te bedenken.

In de context van de uitvoering van de hulp- en dienstverle-ning werkt hij samen met collega’s, andere professionals, hetsysteem van de cliënt en vrijwilligers. Aan die samenwerkingkan hij leiding geven, doordat hij ondermeer kan bepalen wel-ke interventies moeten worden uitgevoerd, in welke volgordeen door welke beroepsbeoefenaren. Hij is in staat een integraalhulp- en dienstverleningsproces te coördineren en werkonder-steuning te bieden aan andere professionals/medewerkers. Hij is in staat randvoorwaarden te bepleiten c.q. te realiseren dievoor de kwalitatieve uitvoering van de hulp- en dienstverleningnoodzakelijk zijn. Hij levert in instellingsverband een actieve bij-drage aan het signaleren van risicogroepen en maatschappelijkeomstandigheden die problemen kunnen veroorzaken, en aanhet ontwikkelen van preventie-activiteiten. Tevens draagt hij bij

44>5. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 45: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

aan de kwaliteitsborging en de kwaliteitsbevordering. Hij is instaat de instelling te vertegenwoordigen in extern overleg envandaaruit een bijdrage te leveren aan regionale beleidsontwik-kelingen. Het HBO-niveau komt tot uitdrukking in de zelfstan-digheid waarmee de taken worden vormgegeven en uitgevoerd.

5.4 Kwalificaties van segment 2: het werken binnen en vanuit een zorginstelling of hulp-verleningsorganisatie

De beginnende beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is:

10. Zich als sociaal pedagogisch hulpverlener te profileren en posi-tioneren in een organisatie of samenwerkingsverband en deeigen bijdrage als sociaal pedagogisch hulpverlener te definië-ren en te legitimeren.

11. Samen te werken met collega’s en vertegenwoordigers vanandere beroepsgroepen in het kader van de ontwikkeling enuitvoering van hulpverleningsbeleid en hulpverleningsprogram-ma’s.

12. Condities te bewerkstelligen binnen de organisatie die een ver-antwoorde uitvoering van de hulp- en dienstverlening mogelijkmaken.

13. Leiding en begeleiding te geven aan collega’s, andere beroeps-beoefenaren, vrijwilligers en mantelzorgers in het kader van dehulp- en dienstverlening aan cliënten.

> 455. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 46: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

14. Doelgroepen te signaleren die zich in problematische leefsitu-aties bevinden en maatschappelijke factoren op te sporen dieproblemen kunnen veroorzaken in de woon- en leefsituatievan doelgroepen en deze onder de aandacht te brengen vanverantwoordelijke personen en instanties.

15. De noodzaak te signaleren van preventieve activiteiten tenbehoeve van bepaalde (groepen) cliënten en deze te plannenen vorm te geven, al dan niet in de context van reeds bestaan-de vormen van hulp- en dienstverlening.

16. Een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en vernieuwingvan de instellingsmethodiek, door beroepsrelevante ontwikke-lingen in de samenleving en in de zorg in kaart te brengen ente analyseren en aanzetten te geven die leiden tot verbeteringvan beleid en werkwijzen met betrekking tot hulp- en dienst-verlening binnen en vanuit de organisatie.

17. Een bijdrage te leveren aan de uitvoering en evaluatie vankwaliteitszorg binnen de organisatie en beheerstaken uit tevoeren op financieel, administratief, personeelsplannings- enonderhoudsgebied met behulp van ICT en voorzover directverbonden met de hulp- en dienstverlening waarvoor hij ver-antwoordelijk is.

18. Als vertegenwoordiger van de eigen organisatie samen te wer-ken met personen en instanties buiten de eigen organisatie.

46>5. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 47: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

5.5 De competentie van de SPH’er met betrekking tot het werken aan professionalisering (segment 3)

Werken aan professionalisering omvat de taken van de profes-sional met betrekking tot de eigen professionele ontwikkeling,tot de bijdrage die hij levert aan de maatschappelijke erkenningen legitimatie van het beroep, en tot de ontwikkeling van deberoepsmethodiek

In hoofdstuk 3 werd het belang van het ontwikkelen van eennormatieve professionaliteit benadrukt. Dit uitgangspunt heeftbetrekking op alle competenties in alledrie de segmenten. Tochis gekozen voor het opnemen van de kwalificaties 19 en 20,die de elementen van een dergelijke professionaliteit nogmaalsbenoemen. Bovendien wordt hiermee benadrukt dat de pro-fessionele SPH’er bij voortduring bewust met de eigen norma-tieve professionaliteit bezig zal moeten blijven.In zekere zin is kwalificatie 21 hiervan een onderdeel. In hoofd-stuk 4 werd de noodzaak van doorleren, of beter van het ver-breden, verdiepen en verrijken van competenties in een zichvoortdurend veranderend beroepsveld, onderbouwd. Ook hierwordt verwacht dat een professional zelf initiatiefnemer is.In kwalificatie 22 wordt het leveren van een bijdrage aan dekennisontwikkeling met betrekking tot hetberoepsmatig/methodisch handelen benoemd; in kwalificatie23 het bijdragen aan de maatschappelijke herkenbaarheid,relevantie en acceptatie van het beroep. Deze belangrijkeonderdelen van de beroepsbekwaamheid van de SPH’er zijn inhoofdstukken 2 en 3 behandeld.

Een wat uitgebreidere omschrijving van de hier beoogde com-petenties van de SPH’er luidt als volgt: de SPH’er is zichbewust van de culturele, historische en politieke inbedding vanhet beroep in de samenleving. Hij is in staat ontwikkelingen inde samenleving, in de politiek en in de economie te analyserenop consequenties voor de beroepsuitoefening. Hij kan in hetdebat daarover stelling nemen. Hij kan zijn eigen handelenbeschrijven, analyseren en toetsen aan theoretische en norma-tieve kaders; hij draagt bij aan de kennisontwikkeling overberoepsvraagstukken en de ontwikkeling en wetenschappelijkeverankering van de beroepsmethodiek. Hij beschikt over het

> 475. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 48: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

vermogen tot kritische zelfreflectie en demonstreert een ade-quate beroepshouding als beginnend beroepsbeoefenaar,gekenmerkt door ondermeer zelfvertrouwen en durf. Hij toontzich een assertieve vertegenwoordiger van de beroepsgroep enis in staat samenwerkings- en grensvlakdiscussies met andereberoepen aan te gaan, in relatie tot trends en ontwikkelingenin de zorg en gericht op een optimale kwaliteit van hulp- endienstverlening. Hij demonstreert verantwoordelijk te zijn voorde bevordering van zijn deskundigheid en de eigen loopbaan-ontwikkeling.De competenties die in dit segment aan de orde komen, zijnkenmerkend voor professionaliteit (zoals omschreven in hoofd-stuk 3) en in die zin niet onderscheidend voor de SPH. Hier isechter sprake van een paradox. De competenties zettenimmers aan tot een invulling van een professionaliteit die juistkenmerkend is voor zowel het beroep SPH’er als de persoonvan de SPH’er in kwestie.Ten slotte moet nog het volgende, wellicht ten overvloede,worden vastgesteld: de professionaliteit c.q. het HBO-niveauvan de SPH’er komt niet alleen tot uiting in segment 3. De inhoofdstuk 3 beschreven elementen van professionaliteit zijnverwerkt in alledrie de segmenten.

5.6 Kwalificaties van segment 3: het werken aan professionalisering

De beginnende beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is:

19. Kritisch te reflecteren op eigen beroepsmatig handelen, hou-ding en motivatie vanuit theoretische en normatieve kaders.

48>5. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 49: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

20. Een adequate beroepshouding zichtbaar te maken in de inter-actie met cliënten, collega’s, leidinggevenden en vertegen-woordigers van maatschappelijke instellingen en overheden.

21. De eigen loopbaan te sturen en vorm te geven door actiefgebruik te maken van mogelijkheden die de organisatie biedtom de eigen deskundigheid verder te ontwikkelen.

22. Een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de beroeps-methodiek en de wetenschappelijke verankering van deberoepsmethodiek SPH door ondermeer praktijkgestuurdonderzoek te verrichten, praktijktheorieën te ontwikkelen ennieuwe vragen en ontwikkelingen te doordenken op de conse-quenties voor bestaand beleid en de methodiek.

23. Een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke profilering enlegitimering van het beroep sociaal pedagogische hulpverleneren positie te bepalen in de maatschappelijke discussie overvraagstukken van zorg en welzijn en over de maatschappelijkefunctie, identiteit en legitimiteit van het beroep van SPH’er.

> 495. Competenties en opleidingskwalificaties

Page 50: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Een adequate beroepshouding zichtbaar maken‘Het in de interactie met cliënten, collega’s, leidinggevenden envertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen demon-streren over een houding te beschikken die geacht wordt pas-send te zijn voor de uitoefening van het beroep’.

Analyseren‘Het systematisch onderzoeken van factoren en omstandighe-den die van invloed zijn op de situatie van de cliënt en diensfunctioneren daarin’.

Begeleiding‘Het ondersteunen van de cliënt bij wonen, werken, leren, ont-spannen en samenleven met anderen, gericht op het vergrotenvan diens zelfstandigheid en probleemoplossend vermogen’.

Begeleiding geven‘Ondersteuning geven aan de werkuitvoering van collega’s,stagiaires en vrijwilligers individueel en in groepsverband,gericht op een zo zelfstandig mogelijk functioneren vanbetrokkenen’.

Begeleidingsplan‘Instrument waarmee begeleiders en leden van een multidisci-plinair team de zorg en diensten voor een cliënt optimaal kun-nen afstemmen op diens individuele hulpvragen en begelei-dingsbehoeften’(Hanekamp en Steman 1994).

Behandeling‘Het hanteren van direct op de persoonlijkheidsontwikkelinginwerkende trainingen of therapieën met concreet omschrevendoelstellingen en werkwijzen’.

Behandelingsplan‘Beschrijving van de wijze waarop de behandeling of hulpverle-ning vorm krijgt, inclusief een motivering van de aanpak inrelatie tot de diagnostiek van de gesignaleerde problematiek’(Van Veen en Verheij 1991).

Beheerstaken uitvoeren‘Met behulp van informatiesystemen, procedures en regelge-ving binnen de instelling/organisatie administratieve, financië-

50>Bijlage 1: gehanteerde begrippen

Page 51: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

le, personeelsmatige en onderhoudstechnische werkzaamhe-den verrichten die verbonden zijn met de eigen taakverant-woordelijkheid’.

Beroepsmethodiek‘Samenhangend geheel van visie, uitgangspunten en metho-den van werken waarmee een beroepsgroep haar beroepshan-delen herkenbaar maakt en verantwoordt’.

Beroepsontwikkeling‘Het vastleggen en communiceren van ervaringen die bijdra-gen aan de kwaliteit van het beroepshandelen van zichzelf envan collega’s’.

Bijdragen aan beroepsmethodiek‘Het leveren van een bijdrage aan het ontwikkelen van kennisover het methodisch handelen binnen het beroepsdomein’.

Bijdragen aan beroepsprofilering‘Het leveren van een bijdrage aan de profilering en legitimeringvan het beroep SPH’.

Bijdragen aan kwaliteitszorg‘Aanleveren van gegevens in het kader van een integraal kwa-liteitszorgsysteem, aspecten van het methodisch handelentoetsen met behulp van protocollen en procedures uit het vige-rende systeem en bijdragen aan de evaluatie van het gebruikvan een kwaliteitszorgsysteem’.

Cliënt‘De persoon aan wie de hulp- en dienstverlening wordt ver-strekt’.

Cliëntsysteem‘Het primaire netwerk van de cliënt, bestaande uit ouders,gezin, directe verwanten, en/of eventuele andere opvoeders’.

Competentie‘Het gestructureerde en geïntegreerde vermogen tot het ade-quaat verrichten van arbeidshandelingen en het oplossen vanarbeidsproblemen’.

> 51Bijlage 1: gehanteerde begrippen

Page 52: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Condities bewerkstelligen‘Zorgdragen voor het realiseren van materiële en immateriëlevoorwaarden die de kwaliteit van de eigen werkuitvoering endie van anderen waarvoor men verantwoordelijkheid draagt,waarborgen’.

Evalueren‘Het tijdens en na afloop van het hulp- en dienstverleningspro-ces op systematische wijze vaststellen van resultaten en effec-ten op basis van geformuleerde aandachtsgebieden, doelstel-lingen en daarover gemaakte afspraken’.

Formuleren van de hulpvraag‘Het vertalen van probleemomschrijvingen in vraagstellingenvanuit het perspectief van de cliënt’ (Verheij 1993).

Hanteren van complexiteit en diversiteit‘Hulp- en dienstverleningssituaties hanteren door de verschillendeniveaus van handelen op uitvoerend, voorwaardenscheppend enmaatschappelijk vlak op elkaar te betrekken; door afgestemd opde cliënt en zijn situatie geëigende procedures te bedenken en uitvoeren; door te kunnen functioneren in verschillende settings envormen van hulp- en dienstverlening, wat ondermeer te realiserenis door het vermogen te ontwikkelen het handelen af te stemmenop cultuur, leefpatroon en problematiek van uiteenlopende cliën-ten/cliëntsystemen en cliënten in verschillende levensfasen’.

Hulp- en dienstverleningsplan‘Een integraal of specifiek zorg-, begeleidings- of behande-lingsplan’.

Hulp- en dienstverlening in de al dan niet vervangende primaire woon- en leefsituatie‘Het geheel van activiteiten op het gebied van leefbegeleiding,dagbesteding en ondersteuning van ontwikkeling en/ofopvoeding, dat het karakter draagt van verzorging, begeleidingen behandeling, die veelal in combinatie met elkaar wordenuitgevoerd en aspecten van preventie in zich dragen’.

Instellingsmethodiek‘Hulpverleningsbeleid en -methodiek op grond waarvan deinstelling haar aanpak en die van haar medewerkers verant-woordt’.

52>Bijlage 1: gehanteerde begrippen

Page 53: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

De instelling vertegenwoordigen‘Optreden als vertegenwoordiger van de instelling in overlegmet vertegenwoordigers van lokale/regionale overheden eninstellingen over vraagstukken van hulpverleningsbeleid en -organisatie’.

Kritisch reflecteren‘Het eigen beroepshandelen onderwerpen aan reflectie doortoetsing aan theoretische en normatieve kaders en het verant-woorden van de keuzes voor de gebruikte kaders’.

Kwalificatie‘Een uitspraak waarin een bekwaamheid van een beginnendberoepsbeoefenaar zichtbaar wordt gemaakt in een cluster vanberoepstaken’.

Leefsituatie‘Geheel van activiteiten, relaties en voorzieningen die hetdagelijks leven bepalen met betrekking tot onderwijs, dagbe-steding, arbeid en vrije tijd’.

Leiding geven‘Sturing geven aan werkprocessen van collega’s, stagiaires envrijwilligers, individueel en in groepsverband, die de voorberei-ding en uitvoering van programma’s van hulp- en dienstverle-ning omvatten’.

Normatieve professionaliteit‘Wijze van beroepsuitoefening waarin technisch instrumentele,waardengebonden en communicatieve aspecten van het han-delen door de beroepskracht worden geïntegreerd’.

Preventie‘De activiteiten die gericht zijn op het voorkomen van proble-men, het voorkomen van verergering van problemen of hetvoorkomen dat terugslag plaatsvindt’.

Rapporteren‘Het op gesystematiseerde wijze overdragen van (schriftelijke)informatie ten behoeve van overdracht en besprekingen overde uitvoering en evaluatie van de hulp- en dienstverlening’.

> 53Bijlage 1: gehanteerde begrippen

Page 54: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Samenwerken‘De eigen bijdrage aan de ontwikkeling, uitvoering en evaluatievan hulp- en dienstverlening afstemmen op de bijdragen vancollega’s, andere beroepsbeoefenaren en vrijwilligers en daarbijde eigen bijdrage als beroepsbeoefenaar kunnen profileren’.

Sociaal pedagogische hulpverlening‘Hulp- en dienstverlening in de al dan niet vervangende woon-en leefsituatie, uitgevoerd door HBO-opgeleide sociaal peda-gogisch werkers’.

Vaststellen hulp- en dienstverleningsaanbod‘Het vaststellen van de doelen van de hulp- en dienstverlening,de fasering van doelen, het vaststellen van middelen en werk-wijze en het opstellen van een specifiek integraal zorg-, bege-leidings- of behandelingsplan’ (De Ruyter 1997).

Verantwoorden‘Het eigen handelen beschrijven en analyseren, keuzes explici-teren en beargumenteren en ter discussie en toetsing voorleg-gen aan cliënten, de eigen organisatie, opdrachtgevers en desamenleving (bijvoorbeeld aan wet- en regelgeving)’.

Verkennen‘Het inventariseren van vragen, tekorten of problemen en aan-wezige kwaliteiten en mogelijkheden van mensen die eenberoep doen op hulp- en dienstverlening’.

Verzorging‘Het ondersteunen bij algemene dagelijkse levensverrichtingen,waar mogelijk gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid enhet verschaffen van elementaire praktische en materiële hulp’.

Woon- en leefsituatie‘Het geheel van activiteiten, relaties en voorzieningen van enten behoeve van een cliënt met betrekking tot wonen, onder-wijs, dagbesteding, arbeid en vrije tijd’.

Woonsituatie ‘De situatie of de geheel of gedeeltelijk vervangende situatiewaarin de cliënt woont en zijn thuis heeft’.

54>Bijlage 1: gehanteerde begrippen

Page 55: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Zorgplan‘Een ontwerp voor zorg voor een individu, dat bestaat uit eenbeeld van de persoon, een perspectief voor de persoon en eenhandelingsplan om dat perspectief te bereiken’ (Nakken, Vrie-sema en Van Gemert, 1993).

> 55Bijlage 1: gehanteerde begrippen

Page 56: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Richtinggevende documenten

Verdieping van het projectplan Gemeenschappelijke oplei-dingskwalificaties SPH; HBO-raad 13 maart 1998.

Beroependomeinprofiel SPW, Stuurgroep Beroepenstructuur,auteurs: H. Hens en M. Geomini, NIZW, Utrecht 1996.

Profiel van het vernieuwde Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs,HBO-raad juni 1993.

Basistypering opleiding SPH, Landelijk Overleg opleidingenSPH, 1994.

Opleidingsprofiel MWD, februari 1998.

Rapport van de Visitatiecommissie SPH, maart 1998.

Belangrijkste overige literatuur

Van den Berg, G. Van Deur, H., Hens H., Morgen is er weereen dag, trendstudie Sociaal Pedagogische Hulpverlening,NIZW mei 1998.

Van den Berg, G. en Radema, D., SPH, Eenheid in verscheiden-heid, NIZW, Stichting Vijfbergen, Utrecht 1997.

Van Bommel, M., de Haas, M., Ravelli, A., Repping, T., Segondvon Banchet, T.J., Spreij, E., Oriëntatie op Sociaal Pedagogi-sche Hulpverlening, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten 1997.

CMV opleidingen: Het Format CMV, 14 april 1998.

Delden, P. van, Professionals: Kwaliteit van het beroep, Con-tact, Amsterdam 1992.

Hedendaags SPH: HBO-professionals in hulpverlenende func-ties, Gezamenlijke SPH-opleidingen 1996.

Kunneman, H., Narratieve individualiteit en normatieve profes-sionaliteit, in: Baars, J. en D. Kal (red.), Het uitzicht van Sisy-phus, Maatschappelijke contexten van geestelijke (on)gezond-heid, Wolters Noordhoff, Groningen 1995.

56>Bijlage 2: gebruikte literatuur

Page 57: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Kunneman, H., Van theemutscultuur naar walkman-ego, con-touren van postmoderne individualiteit, Boom, Amsterdam1996.

Kunneman, H., De sociaal pedagogisch hulpverlener als nor-matieve professional, Tijdschrift SPH, nr. 15, april 1997 (p. 18 t/m 21).

Lodewijks, J.G.L.C., De kick van het kunnen, over arrangementen engagement bij het leren, inaugurele rede KUB, Tilburg1993.

Onstenk, J., Kernproblemen, ICT en didactiek van hetberoepsonderwijs, SCO-rapport 475, 1997.

Onstenk, J., Lerend leren werken: Brede vakbekwaamheid ende integratie van leren, werken en innoveren, Uitgeverij Ebu-ron, Delft 1997.

Riet, N. van en H. Wouters, Met het oog op Morgen, studietoekomstverkenning MWD, 1997.

Ruyter, D. de, Hulpverlening op een hoger plan, NIZW,Utrecht 1997.

Schön, D.A., The reflective practioner, How professionalsthink in action, Basic Books, 1983.

Vermunt, J.D.H.M., Leerstijlen. In: Peters, J.J., Schramade,P.W.J. en J.G.L. Thijssen, Handboek bedrijfsopleidingen, BohnStafleu Van Loghum, Houten 1995, januari 1994.

Weggeman, M.C.D.P., De onzekerheid van de digitale leerom-geving. In: Mirande, M., Riemersma, J. en W. Veen (red.), Dedigitale leeromgeving, Wolters-Noordhof, Groningen 1997.

Winkelaar P., SPH-Basismateriaal voor opleiding en werkveld,SWP, Utrecht 1998.

> 57Bijlage 2: gebruikte literatuur

Page 58: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Leden van de Projectgroep

Sascha Bloemhoff namens Pricewaterhouse CoopersCor Hammen Hogeschool Brabant, Breda (HBO-

Raad)Oebele Herder Ichthus HogeschoolWiep Koehoorn Christelijke Hogeschool Noord-

Nederland, LeeuwardenJan Loovers Christelijke Hogeschool

Windesheim, ZwolleBieke De Mol Haagse Hogeschool, Den HaagRia Wijnen (voorzitter) Hogeschool Brabant, Breda

Leden van de Deelprojectgroepen

Deelprojectgroep II Formulering opleidingskwalificaties

Sascha Bloemhoff namens Pricewaterhouse CoopersWilfred Diekmann Hogeschool van AmsterdamJef van Eijken (voorzitter) Hogeschool van Utrecht Oebele Herder Ichthus Hogeschool (namens de

Projectgroep)Leo van Hoorn Christelijke Hogeschool EdeJaap van der Horst Hogeschool EnschedeArend de Nobel Hogeschool RotterdamEd van Tienen Hogeschool van Arnhem en

Nijmegen

Deelprojectgroep III Deskundigheidsbevordering en Accreditering

Jan van der Born Hogeschool HaarlemJan Loovers Christelijke Hogeschool Windes-

heim, Zwolle (namens de Project-groep)

Wenda Tijssen Hanzehogeschool, GroningenJustine Verschoor (voorzitter) Hogeschool Rotterdam/Hoge-

school Leiden

Deelprojectgroep IV Relatie Werkveld-OpleidingenJan Baarveld Hogeschool De Horst, DriebergenDirck van Bennekom Hogeschool RotterdamJan Dankers (voorzitter) Hogeschool van Arnhem en

NijmegenBieke De Mol Haagse Hogeschool, Den Haag

(namens de Projectgroep)

58>Bijlage 3: deelnemers aan het project gemeenschappelijke opleidingskwalificaties

Page 59: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Hogeschool van Amsterdam Hogeschool BrabantPostbus 2241 Postbus 901161000 CE AMSTERDAM 4800 RA BREDA

Hogeschool De Horst Christelijke Hogeschool EdePostbus 121 Postbus 803970 AC DRIEBERGEN 6710 BB EDE

Fontys Hogescholen Hogeschool EnschedePostbus 347 Postbus 700005600 AH EINDHOVEN 7500 KB ENSCHEDE

Haagse Hogeschool Hogeschool HaarlemPostbus 19320 Postbus 1372500 CH DEN HAAG 2000 AC HAARLEM

Ichthus Hogeschool Hogeschool LeidenLouis Couperusplein 19 Zernikedreef 11 2514 HP DEN HAAG 2333 CK LEIDEN

Hanzehogeschool Groningen Christelijke Hogeschool Postbus 3032 Noord-Nederland9701 DA GRONINGEN Postbus 1298

8900 CG LEEUWARDEN

Hogeschool Maastricht Hogeschool van Arnhem en Brusselseweg 150 Nijmegen6217 HB MAASTRICHT Postbus 6970

6503 GL NIJMEGEN

Ichthus Hogeschool Hogeschool RotterdamPostbus 23145 Museumpark 403001 KC ROTTERDAM 3015 CX ROTTERDAM

> 59Bijlage 4: betrokken hogescholen

Page 60: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

Hogeschool Limburg Hogeschool van UtrechtPostbus 69 Postbus 853976130 AB SITTARD 3508 AJ UTRECHT

Christelijke Hogeschool Gereformeerde Hogeschool Windesheim Postbus 10030Postbus 10090 8000 GA ZWOLLE8000 GB ZWOLLE

Sectoraal Adviescollege HSAOPostbus 1232501 CC DEN HAAG

Colofon

De creatieve professionalOpleidingsprofiel en opleidingskwalificatiesSociaal Pedagogische Hulpverlening

© Landelijk opleidingsoverleg SPH, 1999

Vormgeving: Witchcraft in grafix, UtrechtFoto’s omslag en pag. 2, 7, 10, 25, 34, 37: Human Touch PhotographyFoto’s pag. 15, 55: Willem Mes

60>Bijlage 4: betrokken hogescholen

Page 61: SPHopleidingseisen - swphost.compdf.swphost.com/sph/SPHCREA.pdf · lijke kwalificaties (deelproject 2), een bijscholings- en implemen-tatieplan voor iedere afzonderlijke opleiding

|||||||||||||||||||||||||||||||||De||creatieve||professional|||