Spelling Taaljournaal Woordpakket Groep 6
Transcript of Spelling Taaljournaal Woordpakket Groep 6
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 6 | Mijn Malmberg
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch blz. � van 9
Week 1
de hemden
de jurken
korte
de mutsen
de wanten
de broeken
de mouwen
de riemen
ruiten
de truien
katoen
de kleding
de kragen
de mode
de zebra
dikke
de petten
de rokken
de sokken
de stippen
net-als-woorden: marmot, kuiken, ezel, kikker
Week 2
het gejuich
de lachfilm
gekuch
de aandacht
de achterkant
echte
de klant
het nachthemd
slechts
tachtig
de duiven
de druiven
scheve
de slurven
stijve
de dozen
de laarzen
de hazen
glanzen
vriezen
net-als-woorden: pech, lucht, lieve, boze
Week 3
de aardbei
eigen
het eiland
het geheim
het weiland
het konijn
het nijlpaard
de spijker
de tijger
lijken
angstig
deftig
stevig
veertig
vochtig
dadelijk
duidelijk
eindelijk
makkelijk
vriendelijk
net-als-woorden: ei, ijs, handig, vrolijk
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 6 | Mijn Malmberg
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch blz. � van 9
Week 5
de dirigent
de figuur
de giro
de gitaar
het idee
juni
de kilo
het klimaat
de kritiek
de liter
de minuut
de piano
de piloot
de piraat
het pistool
prima
de rivier
de sigaar
de taxi
de titel
net-als-woord: gitaar
Week 6
het afscheid
allebei
eigenwijs
het gewei
de meisjes
het paleis
de scheiding
steil
het terrein
veilig
de bladzijde
het ijzer
nijdig
het tapijt
de vijand
de wedstrijd
de woestijn
bijten
rijden
slijpen
net-als-woorden: ei, ijs
Week 7
de honger
de honing
de houding
de mening
de omvang
de paling
de ringslang
de spanning
de zanger
de zitting
het anker
blank
Frankrijk
de frisdrank
het geschenk
mank
het stinkdier
de tuinbank
de stronk
de vonk
net-als-woorden: slang, bank
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 6 | Mijn Malmberg
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch blz. � van 9
Week 9
de cel
het cement
de cent
de centimeter
centraal
centrale
het centrum
het cijfer
de cirkel
de citroen
december
de decimeter
de lucifer
het medicijn
de oceaan
de oceanen
precies
de provincie
de provincies
het recept
net-als-woord: cent
Week 10
de acrobaat
actief
de camera
het circus
de clown
de club
de cola
het concert
het contract
de controle
controleren
correct
de disco
de directeur
het insect
de postcode
het product
het project
de reclame
de seconde
net-als-woord: insect
Week 11
de fotograaf
grote
de haren
de loten
het mobieltje
de straten
de tenen
vele
de vogels
nemen
alle
de ballen
de ballon
dapper
kapotte
de puzzel
de strikken
witte
boffen
kussen
net-als-woorden: ezel, kikker
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 6 | Mijn Malmberg
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch blz. � van 9
Week 13
fietsen
fluiten
huilen
klimmen
praten
spelen
springen
vliegen
hij springt
hij fietst
ik fiets
ik fluit
ik huil
ik klim
ik praat
ik speel
ik spring
ik vlieg
hij fluit
hij huilt
hij klimt
hij praat
hij speelt
hij vliegt
Week 14
bakken
dansen
eten
geven
helpen
horen
juichen
lusten
roepen
snappen
ik begin
ik drink
ik gil
ik hol
ik klets
ik krijg
ik lach
ik schreeuw
ik verveel
ik win
Week 15
lopen
ik loop
hij loopt
wij liepen
ik liep
kiezen
ik kies
hij kiest
wij kozen
ik koos
nemen
ik neem
hij neemt
wij namen
ik nam
vragen
ik vraag
hij vraagt
wij vroegen
ik vroeg
weten
ik weet
hij weet
wij wisten
ik wist
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 6 | Mijn Malmberg
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch blz. � van 9
Week 17
Afrika
de bami
gitaar
de benzine
het diploma
de familie
de finale
de file
juli
de kantine
de kapitein
de klarinet
de kiwi
de minister
de muzikant
de olifant
de pagina
de sigaret
de sirene
de spinazie
het uniform
net-als-woord: gitaar
Week 18
Ameland
Amsterdam
Europa
Friesland
Jaap Smit
Leeuwarden
Nederland
Noord-Holland
Rozenstraat
Waddenzee
‘s avonds
‘s middags
‘s morgens
‘s nachts
‘s ochtends
‘s winters
‘s zomers
m’n
‘t
zo’n
net-als-woorden: Europa, ‘s morgens
Week 19
huppelen
knutselen
puzzelen
stapelen
stempelen
struikelen
wandelen
oefenen
openen
regenen
rekenen
tekenen
fladderen
gisteren
de kinderen
knikkeren
luisteren
slenteren
toveren
de wonderen
net-als-werkwoord: tekenen
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 6 | Mijn Malmberg
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch blz. � van 9
Week 21
blazen
ik blaas
hij blaast
schrijven
ik schrijf
hij schrijft
brengen
ik breng
hij brengt
staan
ik sta
hij staat
buigen
ik buig
hij buigt
voelen
ik voel
hij voelt
denken
ik denk
hij denkt
weten
ik weet
hij weet
net-als-werkwoord: lopen
Week 22
begrijpen
ik begrijp
hij begrijpt
knippen
ik knip
hij knipt
betalen
ik betaal
hij betaalt
komen
ik kom
hij komt
durven
ik durf
hij durft
pakken
ik pak
hij pakt
fluisteren
ik fluister
hij fluistert
tekenen
ik teken
hij tekent
net-als-werkwoord: lopen
Week 23
doen
eten
komen
lezen
luisteren
schieten
slapen
sluiten
vallen
vouwen
meedoen
opeten
tegenkomen
voorlezen
afluisteren
opschieten
uitslapen
opsluiten
omvallen
opvouwen
lopen
net-als-werkwoord: lopen
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 6 | Mijn Malmberg
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch blz. � van 9
Week 25
de auto’s
de diploma’s
de eskimo’s
de foto’s
de iglo’s
de kano’s
de kilo’s
de komma’s
de menu’s
de oma’s
de opa’s
de pagina’s
de paraplu’s
de piano’s
de pinda’s
de programma’s
de salto’s
de ski’s
de taxi’s
de zebra’s
net-als-woord: zebra’s
Week 26
de bezigheid
de boosheid
de duidelijkheid
de eenzaamheid
de gelegenheid
de gezelligheid
de gezondheid
de hoeveelheid
de moeilijkheid
de mogelijkheid
de narigheid
de schoonheid
de snelheid
de veiligheid
de viezigheid
de vrijheid
de waarheid
de werkelijkheid
de wijsheid
de zekerheid
net-als-woord: vrijheid
Week 27
de bezem
de boterham
bovenop
de deken
de glazen
helemaal
de lepels
de vazen
de wagen
wonen
de emmer
de flessen
de matrassen
de messen
de pannen
de vissen
de zakken
vallen
net-als-woorden: ezel, kikker
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 6 | Mijn Malmberg
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch blz. � van 9
Week 29
aankleden
antwoorden
braden
(zich) branden
glijden
houden
landen
luiden
melden
onthouden
ophouden
opwinden
raden
redden
rijden
snijden
verbinden
verbranden
verkleden
vinden
net-als-werkwoord: rijden
Week 30
beantwoorden
bidden
bieden
broeden
laden
optreden
schudden
verraden
voeden
worden
dromen
duren
halen
kraken
logeren
pesten
rusten
slapen
stoppen
zitten
net-als-werkwoorden: rijden, lopen
Week 31
hebben
ik heb
jij hebt
hij heeft
u heeft
kunnen
ik kan
kun jij
jij kunt
hij kan
u kunt
mogen
ik mag
jij mag
hij mag
u mag
zijn
ik ben
jij bent
hij is
u bent
zullen
ik zal
zul jij
jij zult
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 6 | Mijn Malmberg
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch blz. 9 van 9
Week 33
de actie
de advertentie
de arrestatie
de attentie
de directie
de felicitaties
de garantie
de illustratie
de informatie
de operatie
de organisatie
de politie
de portie
de prestatie
de reactie
de reparatie
de situatie
de traktatie
de variatie
de vakantie
net-als-woord: vakantie
Week 34
de bagage
de etage
de etalage
het horloge
de lekkage
de manege
de reportage
de stage
de slijtage
de leiding
het seizoen
het heimwee
weinig
beide
de reiziger
allerlei
de leider
bereiken
weigeren
net-als-woorden: bagage, ei
Week 35
augustus
flauwekul
de astronaut
klautert
nauwkeurig
nauwelijks
de automaat
de autobus
de kabeljauw
de augurk
eenvoudig
de juffrouw
de kabouter
de oudste
de schouwburg
de toeschouwers
trouwens
verkouden
vertrouw
onthouden
net-als-woorden: blauw, kou