Spelenderwijs (aan)leren TAAL · - klankgebaren kunnen ondersteunend zijn - Vanaf het eerste lj:...
Transcript of Spelenderwijs (aan)leren TAAL · - klankgebaren kunnen ondersteunend zijn - Vanaf het eerste lj:...
Spelenderwijs (aan)leren TAAL
Inhoud
- Lezen
- Spelling
- Woordenschat
Ondersteunen met
- spelletjes
- tools
- tips&tricks
Waar zitten de problemen met technisch lezen?
Technisch lezen: mogelijke problemen
1. Leesvoorwaarden 2. Spellende lezer 3. Radende lezer 4. Trage lezer 5. Monotone lezer
1. leesvoorwaarden 1e LJ
Belangrijk: vraag aan de school, welke klanken en woorden heeft de leerling al geleerd? Dit regelmatig vragen!
• met hoepels of stippen op de grond: klanken samenvoegen tot één woord
Klanken samenvoegen (al springend!)
fiches Taalcoach Aalst
Digibord klanken
Gynzy
Simon says
Wie heeft een
sterk werkgeheugen?
Leesvoorwaarden materialen
2. Spellende lezer (eind 1 en 2 lj)
• De leerling verklankt de letters correct • De leerling leest de woorden nog in stukjes • Wat helpt? structuurrijtjes! Klankcluster in
EEN keer uitspreken. • Alternatieve structuurrijtjes:
3. Radende lezer (1-6 lj)
• De leerling wil snel lezen • De leerling leest `zenuwachtig´ • De leerling gokt op basis van enkele letters de
rest van het woord. • Wat helpt? visueel de tekst verzwaren. Ze moeten meer moeite doen om goed te kijken dan gaan ze lezen in plaats van gokken.
4. Trage lezer (1- 6 lj)
• De leerling neemt de tijd om de woorden correct te lezen.
• Wat helpt? racen met dat lezen en woordflitsen! Maar óók correct lezen. Herhalen 3x, eigen record verbreken = motiverend!
5. Monotone lezer (2-6lj)
• De leerling leest correct en op tempo • De leerling leest monotoon • Deze leerling zal de tekst minder goed
begrijpen, hij leeft zich minder in! • Wat helpt? samen de tekst lezen.
Bespreken, waar gaat het over? Lees een stukje vloeiend voor. Laat de leerling oefenen met intonatie, overdrijf!
Waar zitten de problemen met begrijpend lezen?
Vlaanderen presteert ondermaats voor begrijpend lezen sterkste daler!!!
Voorspellers goed begrijpend lezen
Woordenschat – motivatie– technisch leesniveau – begrijpend luisteren Wat is de belangrijkste voorspeller?
• Strategieën als hulpmiddel en gereedschap
• Voor beter begrip (Duke & Pearson, 2002)
• Sturen het denken • Helpen bij actief
lezen • Stimuleert
zelfstandigheid
Leesproces sturen met strategieën
• Langzamer lezen • Aandachtiger lezen • Hardop lezen • Een stukje opnieuw lezen • Een stukje verder lezen • Naar de illustraties kijken • Hulp vragen
Herstelstrategiën Zie ook Gyzny
• Modeling is het geven van een denkdemonstratie. Je zegt hardop wat je denkt. Maar je past je niveau aan aan dat van de leerlingen.
• Denkdemonstratie
Strategieën aanleren met modeling
Waar zitten de problemen met spelling?
Leerlingen schrijven fouten in een bepaalde, of meerdere categorieën van woorden: aai-ooi-oei- eind –d- verenkelen of verdubbelen – ijd of eit- etc. Mogelijke oorzaken: - Ze horen de klanken niet goed (kort of lang bijvoorbeeld) - Ze weten niet bij welke strategie de categorie hoort - Ze weten bij een complex woord niet welke regels-afspraken
bij dat woord horen.
spellingproblemen
Klankzuivere woorden schrijf je zoals je ze hoort. Wat kan helpen? - Fonemisch bewustzijn oefeningen eerste leerjaar (zie
drive) - klankgebaren kunnen ondersteunend zijn - Vanaf het eerste lj: blokjes met de kleuren en/de
symbolen eronder tekenen (zelfde als de school!) Man maan
HOOR-strategie Schrijven zoals je het hoort
Inprenten. Pas op voor oefeningen als: rebussen, puzzels. Dragen niet bij aan spellingvaardigheid! Hoe maken we dit minder saai? - Typen i.p.v. schrijven - Woordkaartjes lamineren en memory van maken - In tweetallen kijken – schrijven – elkaar
controleren
ONTHOUD-strategie Herhalen herhalen hehalen, opslaan in het geheugen! ij-ei & ou-au
Pas ook hier op voor oefeningen als: rebussen, puzzels. Dragen niet bij aan spellingvaardigheid! - Woordkaartjes lamineren en laten sorteren
per categorie - Woordmeppertje: er liggen allerlei woorden,
je zegt de categorie en de leerlingen moeten meppen op een woord van die categorie
NET-ALS-strategie Ik schrijf majesteit net als …
Denkstappen hardop verwoorden
REGEL-strategie Bijv: verenkelen en verdubbelen
Waar zitten de problemen met woordenschat?
• Voorproductie (gewenning) • Vroege productie (redzaamheid) • Spraakontwikkeling (redzaamheid) • Gemiddelde taalvaardigheid
(omgangstaal) • Vloeiende taalvaardigheid (schooltaal) Bewerkt naar Krashen en Terrel, 1981
Tweede taalverwerving
fasen
Leg woorden uit met de drie uitjes! Verduidelijken van de woordbetekenis Met behulp van 3 uitjes: UITleggen UITbeelden UITbreiden voorbeeld
Maak samen een Woordweb
• Het net zo lang oefenen en gebruiken van de nieuwe woordenschat totdat de woorden in het lange termijn mentale lexicon zijn opgeslagen
Speel! Oefen de woorden
Taalspelletjes
- Schermspelen - Zelfgemaakte woordkaartjes en daarmee
spelen (memory, woordenmepper) - Taal-denkspelletjes - Gezelschapsspelen
Soorten taalspelletjes
Schermspel
Schermspel: Bv. FOUT: Kleur het kindje blauw. GOED: Kleur het kindje dat op een
autootje zit en omkijkt, blauw.
Taal-denkspelletjes Bijvoorbeeld met de pocket-colorcards
Wat is er gebeurd? Wat is er grappig of gek? Sorteren en benoemen
Gezelschapsspelletjes
Klaar voor de start? • In groepjes oefenen met: • Gyzny • Woordenschat • Letterherkenning • Klanken • Spelling (korte lange klank)
Bedankt voor jullie tijd
,t, aõed
ll
/\
rbod
l.¡Pl?^ag+!n
.---riþ%'ffi ï-{-,
I
.-JD-{D I
Ð
r-
t
l,ipl ?zen verboden woord
Tegenstellingen
Zoekde tegenstellingen op en leg de woorden erbij'
Welk dier ben ¡k?
Leg een stapel kaartjes zodanig op tafel dat je niet kan
zien wat erop staat.
Éen van jullie pakt een kaartje zonder te kijken en houdt
dit tegen zijn voorhoofd. Hij of zij moet nu raden welk
dier hij of zij is. Hij of zij mag alleen ja of nee vragen
stellen.
Draai m aar raak!
Een van jullie neemt een kaartje dat de ander niet magzien De ander draait aan het stokje. Nu moet degenemet het kaartje het woord:
Uitbeelden- Liplezen- Tekenen- of als verboden woord (dus alles zeggen behalve
het woord)
Woordmepper
Een van jullie is de spelleider. Hrj of zij houdt de
geschreven woordjes bry zich. Jullie leggen de plaatjes
open op tafel. De spelleider zegt een woordje dat op een
woordkaartje staat. De andere drie proberen om het
eerst met de plastieken hand op het plaatje te slaan.
Wie mept de meeste woordjes als eerste?
lidwoorden
Maak twee stapeltjes woorden van de oefenkaartjes. Een stapel
van woorden waar het lidwoord DE voor moet. En een stapel
waar het lidwoord HET voor moet. Pak hierna de
controlekaartjes met lidwoorden. Klopt het?
Emoties
Twee stapels kaartjes. Leg een pak kaartjes open op
tafel zodatje alle emoties kan zien De andere stapel leg
je omgekeerd neer zodatje de plaatjes niet ziet. Een
persoon pakt een kaartje van de stapel die omgekeerd
ligt. Beeld uit wat op je kaartje staat, de anderen mogen
raden.Wle het eerst heeft geraden mag de volgende
keer uitbeelden.
L.
Zeg KAT
Leg de volgende woorden met korte klanken met de blokjes:
De leerling leetl I f en zegt K-A-T
Jij zegt: de A is kort
Oefenwoorden:
Trap ster spin stok kust straks worst krult
2'Legdevolgendewoordenmetlangeklankenmetdeblokjes:
(EEN blokje per klank, ook voor de lange of tweeklank. Eventueel stapel je twee blokjes voor de lange
klank ) wat zou hier het voordeel van zijn?)
Zeg BOOM
De leerling legtl I f of I
Jij zegt: de OO is lang
Oefenwoorden:
I I en zegt B-OO-M
Haar beer oor zuur vuurdoop leesuur
3. Leg de volgende meerlettergrepige woorden met blokjes
(let op de doffe klanken)
Zes feestvarken-lDereertingteetllf I I I I I n IJij zegt: de ee is lang de a is kort
Oefenwoorden:
Rekenen vertellen betekenen veertig heerlijk koning
(hoe gaan We om met de -ig -lijk en -ing?)
VOOR het lezen
WAAROM ga ik deze tekst lezen ?
welke INFORMATIE wil ik uit de tekst halen ?
HOE ga ik lezen ? - globaal ?- selectief ?
z;\o\
KIJK naar de tekst en let oP :
- Titel en tussentitels- Afbeeldingen- opvallende woorden in het vet,
schuingedrukt of on tree
VOORSPEL:
Waarover zal de tekst gaan ?
Wat WEET ik al over het ondenruerP ?
Wat heb ik al gehoord, gezien, .-- ?
weet ik al
MARKEER belang rijke woordenof schrijf de hoofdgedachte op.Visualiseer de tekst d.m.v. een SCHEMAen leg VERBANDEN
woorden woordenwoorden woorden
Belangrijkewoorden woorden woorwoorden woorden woor
/
Stel de 6 VRAGEN over het belangrijkste uit de tekst :
Wie ? X Waar? Ê
Wat ? @ Wanneer ? oWaarom ? Hoe ?n
BEGRIJP je wat je leest ?
- Ja : Super !!!
Qa.I
?2a
- Neen : Wat kan ik dan doen ?
" Lees de vorige en volgende zinnen :
Kan je de betekenis afleiden uit de context ?" Kijk naar de afbeeldingen :
Kan je het daaruit afleiden ?' Zoek extra informatie in boeken of op het
internet.
- Begnjp je een woord niet ?
I Yr""g de betekenis aan een klasgenootje." Zoek de betekenis op in een woordenboek.' Vraag de betekenis aan de juf of meester.
ññ
WAAROM g¡ng je de tekst lezen ?
Heb je alle nodige INFORMATIE
?,,uit de tekst gehaald ?
Klopte jouw VOORSPELLING ?
VERTEL kort en in eigen woorden
waarover de tekst gaat.
il
tkvertel
3de, 4de, 5de en 6de leeljaar
VOOR het lezen
WAAROM ga ik deze tekst lezen.?
\¡/elke INFORMAnE wil ik uit de tekst halen ?
tlOE ga ik lezen ? - globaal ?- selec'tief ?
'2^Vå")KIJK naar de tekst en let op :
- Tilel en tussenlitels- Afreddingen- Opvallende woorden in het vet,
scrrr/,rgedrukf of onderstreept.
VOORSPEL:
ìrtbarcver zal de telist gaan ?
laåt tlllEET ik al over het onderwerp ?
\ bt-heb ¡k al gehoord, gezien, ... ?"
TARKEER belangrijke woordenof schrijf de hoofdgedachtê op.Visueliseer de tekst d.m.v een SCHETAen leg VERBAilDEftl.
vBelangrilko
Stel de 6 VRAGEN over het belangrijkste u¡t de tekst
Waarorn ? Hoe ?
r whart Ëlutat? @ ulanneerz O
lMe ?
EEGRIJP je wat je leest ?
- Ja : Super !!t
- Neen : Wet kan ik dan doen ?
' Lees de vorige en volgende zinnen :
Ken ¡e de beteken¡s alleiden uit de context ?' Kijk naar de afbeeldingen :
Kan je het deeruit alleiden ?' Zoek extra ¡nformetie in boeken of op het
intemet,
- Begrüp ¡o e€n woord niet ?
' ls er een deel van het woord dat¡e begri¡pt ?' V¡aeg de betêkenis aan een klasgenootie.'Zoek de betekenis op in eon woordenboek." Vraag de betekenis aan de juf of meester.
î.q .@t
ìd?2
WAAROM ging ie de tekst lezen ?
Heb je alle nodige lt{FORiTATE
uit de tekst gehaald ?
Klopte jouw VOORSPELLIITIc ?
VERTEL kort en ¡n eigen woorden
wåarover de tekst gaat,
Leg hier je boek of tekst ...
+ì
PlcnttoentJe
Extra versie3de, 4de, 5de en 6de leerjaar
VOOR het lezen
WAAROM deze tekst lezen ?
Welke INFORMATIE uit de tekst halen ?
HoE tezen r ::lÌi:,îií,KIJK naar de tekst
60- Titel en tussentitels- Afbeeldingen- Woorden in vet,
sch u i ngedru kt of onderstreePt.
VOORSPEL:
Waarover zal de tekst gaan ?
Wat WEET ik al over het onderwerP ?
Wat heb ik algehoord, gezien, 7
Ë
MA RKEER belangrijke woordenof schrijf de hoofdgedachte oP.
Maak SCHEMA en leg VERBANDEN.
ehEdib -- WAAROM ging je de tekst lezen ?
Heb je alle nodige INFORMATIE
uit de tekst gehaald ? 1?4\tÈå)
StCf dC 6 VRAGEN
Wie ?
Wat ?
Hoe ?Waarom ?
t@
waarr Êwanneerz Q
Klopte jouw VOORSPELLING ?
VERTEL kort waarover de tekst gaat.
BEGRIJP je wat je leest ?
- Ja : Super !!!
- Neen : Wat dpen ?' Lees : vorige en volgende zinnen'' Kijk: afbeeldingen." Zoek oP : woordenboek of internet.
- Begrijp je een woord niet ?o ls er een deel dat je begrijPt ?o Vraag aan een klasgenootje.'Zoek oP in een woordenboek''Vraag het aan de juf of meester.
Qq..'qt
??
Leg hier je boek of tekst ...
+q
'+ Planttocntie
Naam van de activiteit Doelstelling? Kan ik deze activiteit gebruiken
voor mijn huistaakbegeleiding?Zo ja, zou ik het danaanpassen?