Daan heeft een stapel met 5 blokjes, hij zet er nog 2 blokjes bovenop.

Hoeveel blokjes heeft Daan nu?

In het doosje zitten 8 koekjes. Finn pakt 2 er twee koekjes uit.

Hoeveel koekjes zitten er nog in het doosje?

In de bus zitten 4 kinderen. Bij de volgende halte stappen er 4 kinderen in.

Hoeveel kinderen zitten er in de bus?

De aap heeft 10 bananen, hij geeft er 3 aan zijn vriendje.

Hoeveel bananen heeft hij nog?

Pien gaat een ketting rijgen, ze heeft er al 8 kralen aan zitten.

Ze doet nog 2 kralen bij.

Hoeveel kralen zitten er aan de ketting van Pien?

In het potje zitten 7 potloden. Kees komt 1 potlood lenen.

Hoeveel potloden zitten er nog in het potje?

Sam heeft 4 ballonnen, 2 gaan er stuk.

Hoeveel ballonnen zijn er nog heel?

Tom heeft 3 schelpen, Sara heeft 4 schelpen. Hoeveel schelpen

hebben ze samen?

Rein heeft 7 boeken, 5 moeten er terug naar de bieb.

Hoeveel boeken heeft Rein nog?

In de appelboom hangen 8 appels. Er vallen 3 appels uit de boom.

Hoeveel appels hangen er nog in de boom?

IndÁ bakt 3 taarten en Eva bakt er ook 3.

Hoeveel taarten hebben ze samen gebakken?

In de korf zitten 8 bijtjes, er komen er 2 bij.

Hoeveel bijtjes zitten er nu in de korf?

Op het feestje zijn 9 kinderen. Dan gaan er 4 kinderen naar huis.Hoeveel kinderen zijn er nog op het feestje?

Ben vindt 6 torretjes, Alex vindt er 3.

Hoeveel torretjes hebben ze samen?

Siep koopt 5 peren en 3 appels, hoeveel stukken fruit heeft hij gekocht?