Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen...

28
Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven Verslag van een lezing door Karel van Haaften, Socratisch café Nederland, in het Geert Groote Huis op 9 februari 2016 www. socratischcafezwolle.nl

Transcript of Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen...

Page 1: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

Socrates

en

de Broeders en Zusters

van het Gemene leven

Verslag van een lezing

door

Karel van Haaften,

Socratisch café Nederland,

in het

Geert Groote Huis

op 9 februari 2016

www. socratischcafezwolle.nl

Page 2: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

2

Inhoud

Inleiding blz 5

1.Socrates en het Goede leven blz 6

2.Socrates’ methode van gesprek blz 7

3.Socrates en het Gemene leven blz 8

3a.Socrates en het Gemene leven, historisch blz 8

3b.Socrates en het Gemene leven, thematisch blz 13

4.Besluit blz 15

5.Bronnen blz 15

Noten blz 16

Bijlagen:

Citaten van broeders en zusters van het Gemene leven blz 17 - 24

Citaten van de Stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. blz 25 - 30

Page 3: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

3

Inleiding

Toen ik in de tachtiger jaren van de vorige eeuw een Rapiarium onder ogen

kreeg, dat werd uitgegeven door het Centrum voor Moderne Devotie te

Deventer, werd ik getroffen door de inhoud, maar ook door de originaliteit en

speelsheid van de daarin geciteerde teksten van broeders en zusters van het

Gemene leven. Teksten zoals: “Als je een baan hebt moet je betrouwbaar en

verstandig zijn, opdat zelfs niet de indruk ontstaat dat je je te vaak vergist.” Of

“De kunst van het vergeten heeft me meestal beter geholpen dan een goed

geheugen.” Of “Sommige mensen lukt het om tevreden te leven en prettig met

andere mensen om te gaan.” Een speelsheid die niet zomaar leek terug te voeren

op de bijbel of andere christelijke teksten.

Na mijn vervroegde pensionering begin 2007 verdiepte ik mij veel intensiever in

de klassieke, vooral Griekse filosofen gepaard aan de vele socratische

gesprekken die ik sinds die tijd verspreid door het land voerde. In 2008 startte ik

een maandelijks socratisch café in Zwolle en vanaf najaar 2014 heb ik vrijwel

maandelijks een socratisch gesprek gevoerd in het Geert Groote Huis. Vooral dit

laatste was voor mij de aanleiding om uit te zoeken of die speelsheid en

relativering in de teksten van de Moderne Devoten mogelijk hun oorsprong

konden hebben in hun kennis van klassieke filosofische teksten. Navraag hier en

daari bracht mij niet verder. Dus moest ik het zelf uitzoeken.

Deze inleiding is het resultaat van deze zoektocht naar de mogelijke relatie

tussen Socrates en de broeders en zusters van het Gemene leven. Eerst zal

worden ingegaan op de levensbeschouwlijke context van Athene in de 5e eeuw

voor Chr, toen Socrates leefde. En op de wijze waarop en de reden waarom hij

in die stad overal met zijn medeburgers onderzoeksgesprekken voerde

(dialogen). Vervolgens wordt ingegaan op de verschillende aspecten van de

relatie tussen de tijd van Socrates en het ontstaan van de Moderne Devotie eind

14e eeuw in de IJsselsteden. Eerst worden de historisch aspecten behandeld en

daarna de thematische aspecten van deze mogelijke relatie; dwz de beïnvloeding

van de broeders en zusters door het leven en gedachtegoed van Socrates. Tot

besluit worden de mijns inziens belangrijkste punten genoemd en vervolgens de

geraadpleegde bronnen. En in de bijlage zijn de citaten opgenomen die bij de

inleiding zijn uitgedeeld. Citaten van de verschillende broeders en zusters van

het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus.

Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg waarschijnlijk, of eigenlijk

wel zeker, dat de broeders en zusters van het Gemene leven klassieke teksten

van de Stoïcijnen hebben gekend en als inspiratiebron hebben gebruikt. Maar

oordeelt u zelf.

Page 4: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

4

1. Socrates en het Goede leven

Het Griekse leven en denken ging uit van een gegeven, intelligente kosmische

orde, genaamd kosmos. De zin en betekenis die deze kosmische orde

vertegenwoordigde is ons overgeleverd door de vele mythische verhalen, die

vooral door Hesiodus (rond 700 v Chr.) zijn opgetekend. De Grieken waren

algemeen bekend met deze verhalen en de daarin figurerende goden blijkens de

vele verwijzingen daarnaar in bekende geschriften, zoals de Ilias en Odyssee van

Homeros, de tragedies van Aeschylus, Sophocles en Euripides, de dialogen van

Plato etc. Maar ook in de vele schilderingen, bijvoorbeeld op aardewerk, en in

de beeldhouwwerken.

Alle mogelijke natuurlijke kwaliteiten van die kosmos, zoals water, aarde, vuur,

groeikracht etc., maar ook menselijke kwaliteiten, zoals intelligentie, muzische

kunsten, huishouding etc werden gesymboliseerd door goden en halfgoden, die

leefden binnen die kosmos.

Voor het koers houden in hun leven hadden de Grieken een paar vitale

richtingaanwijzers: 1 - Ken u zelf, 2 - In niets teveel, 3 - Het Goede leven.

De eerste twee stonden in steen uitgehakt bij het orakel van Delphi.

‘Ken u zelf’ betekende: probeer gedurende het leven de (kosmische) zin en

betekenis van je eigen leven te ontdekken. Niet alleen voor je zelf, maar ook in

relatie tot de mensen in je omgeving, in gezin, familie, buurt, werk etc, en in

relatie tot de tijd waarin je leeft. De Grieken waren er immers van overtuigd dat

er niets gebeurde zonder zin en betekenis.

‘In niets teveel’ hield in: houd maat, vind de goede maat in dit alles. Het leven

en de natuur impliceren immers een voortdurend doorgaande beweging . Het is

belangrijk je daardoor niet te zeer op sleeptouw te laten nemen en de juiste maat

te vinden.

En als je daarin slaagt bereik je het Goede leven.

Het Goede leven betekende vooral ook: handelen in overeenstemming met de

natuur/kosmos. Dat noemden de Grieken:deugdzaam handelenii. Om achter de

betekenis van deugdzaam handelen te komen mocht en moest je de rede

gebruikeniii

. Maar ook daarin moest je de juiste maat houden. Het was de

mensen immers gedurende hun leven niet gegeven de zin en betekenis van leven

en kosmos volledig te doorgronden. Hoogstens konden zij tot wijsheid komen en

dat betekende: met bewondering en verwondering de goedheid, waarheid en

schoonheid van leven en kosmos aanschouwen.

De ziel beschouwden de Grieken weliswaar als alwetend en eeuwig levend,

maar ter bescherming van de mens vergat de ziel alles voor de geboorte. Met

behulp van de rede kon een mens zich gedurende het leven de oorspronkelijke

Page 5: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

5

zin en goedheid van alles herinneren. Deugdzaam leven betekende dus: leven op

basis van een ‘herinnerd’ weten. De Grieken gingen ervan uit dat in principe

alles goed is. Wie een fout maakt doet dat dus door een gebrek aan ‘herinnerd’

weten.

2. Socrates’ methode van gesprek.

Socrates (469 - 399 v Chr) herinnerde gedurende zijn hele leven zijn Atheense

medeburgers eraan dat hun kennis beperkter was dan zij dachten. Dat deed hij

niet door zich in redevoeringen tot hen te richten, maar door met hen in gesprek

te gaan en samen te onderzoeken wat zij meenden te weten. Hij daagde hen uit

zich rekenschap te geven van hun opvattingen door die te toetsen aan hun

gedrag. Filosofie betekende voor hem: zelfonderzoek.iv Het vernieuwende van

Socrates was dat hij zich concentreerde op de mens. Zijn voorgangers, vanaf de

bekende Thales van Milete, hadden zich vooral beziggehouden met de kosmos:

waaruit is die samengesteld etc. Maar Socrates redeneerde als volgt: Alle ideeën

die wij hebben over de kosmos zeggen meer over onszelf dan over de kosmos,

het zijn onze ideeën op basis van waarnemingen met onze eigen (beperkte)

zintuigen. Dus alvorens je aandacht te richten op de kosmos moet je eerst

proberen te weten te komen wie en wat die mens eigenlijk zelf is.

De dialogen van Socrates gaan daarom vrijwel alle over menselijk gedrag, over

hoe (deugdzaam) te handelen in relatie tot je medemensen, en over de (on-) toe-

reikendheid van menselijke kennis. Hij was maar van één ding overtuigd: dat

zijn eigen kennis zeer beperkt was. In de Apologie (bij 21 d), zijn

verdedigingsrede voor de rechtbank te Athene, zegt hij daarover: Toen ik

wegging, zei ik tot mijzelf dat ik in ieder geval wijzer was dan die man. Het lijkt

er immers op dat geen van ons beiden iets weet dat juist kan worden genoemd.

Maar hij denkt dat hij het wel weet, en ik denk tenminste niet dat ik het wel weet,

als ik het niet weet. In dit opzicht blijk ik dus een tikje wijzer dan hij, omdat ik

niet meen te weten wat ik niet weet.

Deze overtuiging van zijn eigen ‘niet-weten’ leidde tot een grote mate van

bescheidenheid, zelfbeheersing en soberheid in zijn leven. Maar in één ding was

hij zeer vasthoudend: het in gesprekken onderzoeken van de zin en betekenis

van het leven aan de hand van de opvattingen en overtuigingen daarover van

zijn Atheense medeburgers. Hij luisterde goed naar ze, bracht er geen eigen

opvattingen tegenin, maar vroeg door en toetste de opvattingen en overtuigingen

van zijn gesprekspartners aan hun concrete gedrag.

Page 6: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

6

Socrates hoopte in deze gesprekken het inzicht en de vaardigheid in het goede

leven te bevorderen. Hij hielp mensen zich te ontdoen van wankele of onjuiste

opvattingen en overtuigingen door hun zelfkennis te vermeerderen en hun

overmoed (hubris) te verminderen. Hij had een zeer positieve levenshouding.

Hij aanvaarde de principiële goedheid van de kosmos en van de mensen daarin.

En hij verwachtte dat mensen konden leren, verbeterlijk waren. Maar hoewel hij

vele gesprekken voerde over een deugdelijk leven gaf hij geen duidelijke regels

hoe deugd dan wel geleerd kan worden.

Socrates had geen leer en hij heeft niets opgeschreven. Één van de jeugdige

deelnemers aan de gesprekken, Plato (428 – 347 v Chr), heeft later ca 25 van de

vraaggesprekken (dialogen) van Socrates opgeschreven. Plato gebruikte ze als

lesmateriaal in de door hem opgerichte Akademie. Deze dialogen van

Socrates/Plato zijn een belangrijke inspiratiebron voor de filosofische

levensscholen die na Socrates’ leven in Griekenland tot bloei kwamen.

3. Socrates en het Gemene leven

Hier zal nader worden ingegaan op de vraag of en wat er van het leven en

gedachtegoed van Socrates kan worden teruggevonden in het leven en

gedachtegoed van de broeders en zusters van het Gemene leven.

De relatie tussen Socrates en de broeders en zusters van het Gemene leven wil ik

hier op twee manieren behandelen.

a. historisch: welke feitelijke gegevens zijn er in die bijna twintig eeuwen tussen

het leven van Socrates en de Moderne Devotie die kunnen wijzen op dit

verband?

b. thematisch: welke inhoudelijke overeenkomsten zijn er in de teksten van de

navolgers van Socrates en de broeders en zusters van het Gemene leven?

3.a Historisch verband

Filosofische levensscholen

Het leven van Socrates was een inspiratie voor volgende generaties om invulling

te geven aan het Goede leven. Socrates verkondigde geen leer en heeft geen

geschriften nagelaten. Vrijwel alles wat we over hem weten, weten we uit de

door Plato opgetekende dialogen. Die zijn, voor zover wij weten, het

lesmateriaal geweest van de Academie van Plato, maar ook de voedingsbodem

voor drie filosofische scholen: die der Stoïcijnen, Epicuristen en Cynici. Deze

Page 7: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

7

levenscholen richtten zich op verschillende aspecten van het ‘voorbeeldige’

leven van Socrates ten behoeve van het bereiken van het Goede leven.

De Cynici hadden geen leer en tekenden niets op.v Van de Epicuristen is vrijwel

geen enkel geschrift bewaard gebleven.vi Van Stoïcijnen echter wel. Geschriften

van de Stoïcijnen zijn zeker tot de val van het West Romeinse rijk in de vierde

eeuw na Chr ruimschoots daar aanwezig gebleven. Hoe het ze daarna in West

Europa is vergaan is (nog) niet geheel duidelijkvii

. In het Oost Romeinse rijk is

in de zesde eeuw de academie van Plato verboden en is rond die tijd de stoïsche

levensschool opgegaan in andere levensscholen. Hoe het de stoïsche teksten is

vergaan is niet geheel duidlijk. In ieder geval zijn ze in het midden van de 15e

eeuw weer in West Europa geïntroduceerd.

De Stoïcijnen waren overtuiging van het bestaan van een kosmische en

intelligente orde. Hun waardering daarvoor brachten zij onder andere tot uiting

in de overgeleverde leefregels hieronder, Daarbij was het van groot belang de

eigen meningen, oordelen en verlangens die niet strookten met het Lot te (leren

te) beheersen.

- Lot: We leven onder een redelijke en universele wet.

- Leiden zal het Lot wie wil, dwingen wie niet wil.

- Niet de dingen brengen ons in verwarring, maar onze oordelen over de

dingen.

- Kijk niet of dat wat gebeurt, gebeurt zoals je het wil, maar wil dat dat wat

gebeurt, gebeurt zoals het gebeurt. Dan zul je gelukkig zijn.

In tegenstelling tot de Cynici en de Epicuristen betrokken de Stoïcijnen alle

medemensen in hun levensfilosofie. Voor iedereen was plaats, iedereen was

gelijk, iedereen had een eigen unieke zin en betekenis in het grote geheel; je was

verplicht tot vriendschap met iedereen.

De levensscholen van de Stoïcijnen hebben in de eeuwen tussen Socrates en het

einde van het West Romeinse rijk vele en ook vooraanstaande aanhangers gehad

en hun geschriften zijn alom bekend geweest in het Helleense en Romeinse rijk.

De meest bekende stoïcijnen, van wie ook geschriften zijn overgeleverd zijn:

• Cicero 106 – 43 v Chr

• Seneca 4 v Chr – 65 n Chr

• Epictetus 55 – 135 n Chr

• Marcus Aurelius 121 – 180 n Chr

Page 8: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

8

Disticha Catonis

Als in de twaalfde eeuw in de noordelijke Nederlanden de steden opkomen,

komen daarin ook de zogenaamde Latijnse scholenviii

tot leven. In die Latijnse

scholen blijkt een uit versregels bestaand tekstboekje, genaamd de Disticha

Catonis, het standaardboekje te zijn om de 8 jarige kinderen Latijn te leren. Die

versregels zijn, zoals de naam ook aangeeft, alle klassiek geïnspireerdix

Bijvoorbeeld de versregel.

• Nooit zal het geluk der natuur je ontbreken als je tevreden bent met

hetgeen nu eenmaal - noodzakelijk - gebeurt.

(Vergelijk: Natuur is rechtvaardig: noodzakelijke dingen zijn gemakkelijk te

verkrijgen; moeilijk te verkrijgen dingen zijn niet noodzakelijk. Leefregel van de

Epicuristen)

Een andere markante versregel uit de Disticha Catonis is de volgende. Deze

versregel heeft vanaf de 14e eeuw gezorgd voor een hevig dispuut onder

katholieke geestelijken, omdat hij zo duidelijk klassiek geïnspireerd was en

afweek van de christelijke leefregels.

• Zorg voor jezelf zoals je voor je naaste zorgt.

Deze regel lijkt te conflicteren met de christelijke leefregels: “Heb je naaste lief

zoals jezelf.” en “Wat je zelf niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander

niet.”

In de christelijke traditie geeft de eigenliefde de maat aan te geven voor de liefde

voor de naaste terwijl in de klassieke traditie de liefde voor de naaste de maat

aangeeft voor de eigenliefde.

De Disticha Catonis bevatte alle mogelijke gedragsregels die niet zozeer aan de

christelijke, maar veeleer aan de klassieke traditie waren ontleend. Regels zoals:

vroeg opstaan, matig eten en drinken, kinderen een ambacht leren, spaarzaam

zijn, niet doen of proberen wat je krachten te boven gaat, trachten wijs te worden

etc. Verder leerde het de kinderen dat je over de landbouw kon leren bij

Vergilius, over de krijgskunst bij Lucanus en over de liefde bij Ovidius.

Stedenvorming in (laat-)middeleeuws Europa

Vanaf de 12e eeuw komen in noordelijk Europa de steden op of weer tot leven.

Dat leidde tot een nieuwe juridische, sociale en economische werkelijkheid.

- Juridisch omdat steden ‘vrijplaatsen’ werden, dwz (aanvankelijk) ontheven

aan het ‘landsheerlijk gezag’, waarin de burgers dus in grote mate zelf moesten

gaan zorgen voor een ordelijke, veilige en vredige samenleving. In steden

Page 9: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

9

ontwikkelde zich geleidelijk, naar het klassieke voorbeeld, bestuursvormen

waarin burgers afwisselend voor een bepaalde periode bestuurlijke functies

vervulden.x

- Een nieuwe sociale en economische werkelijkheid, omdat zich in steden

andere, niet agrarische, levensvormen ontwikkelden, die te maken hadden met

handel en nijverheid. In steden ontwikkelde zich ook de nieuwe (aan de

klassieken ontleende) geldeconomie. In de steden woonden de mensen in grotere

aantallen dichter opeen. Dat vroeg om andere sociale omgangsvormenxi. Ook het

eigendomsvraagstuk vroeg om een andere benadering: hoe om te gaan met eigen

en andermans roerende en onroerende goederen; wat mocht wel en wat mocht

niet. xii

Lekenethiek boeken

Om tegemoet te komen aan de hiervoor beschreven veranderingen in de zich

ontwikkelende steden verschenen in de 12e, 13

e en 14

e eeuw, zogenaamde

lekenethiek boeken. De kerkelijke ethiek van de geestelijken voorzag niet in alle

behoeften van de nieuwe burgers en daarom verschenen door niet-geestelijken

geschreven ethiek boeken voor hun medeburgers, eveneens niet-geestelijken.

Daarom wordt dit leken ethiek genoemd.

Onderwerpen van de lekenethiek boeken waren bijvoorbeeld: gezin, huishouden,

arbeidsethos, financiën, eigendom, sociaal gedrag, zelfbeheersing, maat,

properheid, etc.

Enkele voorbeelde van vroege lekenethiek boeken zijn:

- Boeken van zeden (vertaling van Facetus) ca 1190

- Over de vier cardinale deugdenxiii

(opgenomen in Spiegel historiael van Jacob

van Maerlant) ca 1280.

- Jans Teestye, van J. van Boendale, schepenklerk te Antwerpen; in dialoogvorm

geschreven; ca 1380.

Curriculum van de universiteit van Parijs

De universiteit van Parijs is één van de oudste in Noord Europa. Geert Groote

studeerde daar tussen 1355 en 1368 in de artes liberalesxiv

en de volgende

studierichtingen: geneeskunde, Romeins en kerkelijk recht en theologie. Aan die

universiteit waren alle toen bekende klassieke bronteksten onderdeel van het

curriculum. Over die klassieke teksten en zijn waardering daarvoor heeft Geert

Groote zelf het volgende opgemerkt:

- “Van alle heidense wetenschappen hoeft de moraalfilosofie het minst te

worden vermeden, want deze is vaak heel nuttig en zinvol voor je eigen

scholing en voor het onderwijzen van anderen.” (uit: Goede punten van

Geert Grote)

Page 10: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

10

- “De meeste wijzen onder de moraalfilosofen, zoals Sokrates en Plato,

beschouwden de gehele filosofie tegen het licht van morele vragen.

Wanneer zij diepzinnige vragen behandelden ……. waren zij op zoek

naar de morele dimensie….. “ (uit: Goede punten van Geert Grote)

Tussenbalans

Op basis van de voorgaande historische gegevens is het waarschijnlijk dat er een

verband bestaat tussen het leven en de dialogen van Socrates enerzijds en dat

van de broeders en zusters van het Gemene leven anderzijds. Geïnspireerd door

Socrates ontstonden na zijn leven verschillende filosofische levensscholen die

eeuwenlang in de Helleense en Romeinse wereld zijn blijven bestaan.

Verschillende bekende en vooraanstaande Romeinse stoïcijnen hebben

geschriften aan ons nagelaten. In hoeverre die geschriften bekend zijn gebleven

in West Europa, tussen de ondergang van het West Romeinse rijk (4e eeuw na

Chr.) en de herintroductie van de Griekse klassieke, filosofische teksten in West

Europa bij het concilie van Florence (1438-1445) is (nog) niet precies bekend.

Wel bekend is dat de Disticha Catonis, waarschijnlijk stammend uit de derde

eeuw na Chr., volledig gebaseerd is op klassieke filosofische teksten en tot aan

de 16e eeuw in Noordelijk West Europa voor het grammatica onderwijs werd

gebruikt in de Latijnse school.

Ook is bekend dat met name vanaf de twaalfde eeuw in Noordelijk West Europa

mensen gingen samenleven in steden, hetgeen zorgde voor veranderingen in de

juridische, sociale en economische sfeer. Er kwam behoefte aan

‘omgangsregels’ waarin de zogenaamde lekenethiek boeken voorzagen. Dit was

ethiek door leken en voor leken (niet-clericalen).

De inhoud van deze lekenethiek boeken was duidelijk geïnspireerd door de

klassieke filosofische bronnen of gewoonweg een vertaling daarvan. De

klassieke filosofische bronnen stamden uit stadse samenlevingen en bevatten

dus leefregels voor burgers die met velen in een stad bijeen leefden. Verder is

bekend dat rond 1350 alle in die tijd bekende klassieke bronnen onderdeel

uitmaakten van het curriculum van de universiteit van Parijs. Mogelijk was niet

iedereen zich destijds bewust wat de oorsprong van deze overgeleverde

klassieke teksten was. Geert Groote heeft het over moraalfilosofie uit heidense

bronnen, maar hij blijkt zich ook bewust dat deze valt terug te voeren op de

dialogen van Socrates, die zijn opgetekend door Plato.

Page 11: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

11

3.b Thematisch verband

Voor het onderzoeken van de thematische overeenkomsten tussen Socrates en

diens navolgers en de broeders en zusters van het Gemene leven baseer ik mij op

de volgende bronnen. Wat betreft het Gemene leven op de tussen 1985 en 1995

in Deventer uitgegeven Rapiaria met citaten van de broeders en zusters en wat

betreft Socrates en diens navolgers op de overgeleverde Stoïcijnse bronteksten

van Epictetus en Marcus Aureliusxv

. Bij de lezing heb ik twee lijsten uitgedeeld

van citaten van zowel de Moderne Devoten uit de genoemde Rapiaria als van

Marcus Aurelius en Epictetus uit hun overgeleverde zakboekjes. (zie bijlage) Er

zijn duidelijke thematische overeenkomsten tussen deze teksten. Hier licht ik dat

op een aantal punten toe.

Overeenkomst van tekst

Als voorbeeld van de thematische overeenkomsten tussen teksten van Stoïcijnen

en de broeders en zusters hieronder twee teksten van een Stoïcijn en twee van

een Moderne Devoot.

Oordeelt u zelf maar welke de klassieke tekst is en welke tekst stamt uit een 14e

of 15e eeuwse IJsselstad.

- Wanneer je een goede daad hebt verricht en een ander is daar wel bij

gevaren, waarom zou je dan als een dwaas zoeken naar erkenning of

vergoeding van jouw weldaad?xvi

- Als je iemand wel doet of voort helpt, neem je het hem dan kwalijk als hij

je niet bedankt? xvii

…………………………..

- Wees niet verstoord als anderen zich niet gedragen zoals je wilt, het is al

moeilijk genoeg om jezelf te gedragen zoals je wilt. xviii

- Tracht niet alles volgens jouw wil te laten geschieden, maar laat het

geschieden zoals het komt. Daar zul je wel bij varen.xix

Rapiaria

Opvallend is voorts dat de broeders en zusters er een gewoonte van maakten

(vrijwel) dagelijks korte overwegingen in een zakboekje te noteren voor hun

eigen overweging en lering en ook voor overweging en lering door anderen.

Rapiaria noemden zij die zakboekjes. Hoe kwamen zij aan die gewoonte? De

Stoïcijnen deden het echter op precies dezelfde wijze.

Page 12: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

12

Het lijkt dus niet onwaarschijnlijk dat de Moderne Devoten, te beginnen met

Geert Groote tijdens zijn studie in Parijs, stoïcijnse teksten in deze vorm onder

ogen hebben gekregen en dat deze hen hebben geïnspireerd. Welke teksten dit

waren is echter (nog) niet bekend. Zover mij bekend verwijzen de Moderne

Devoten niet naar specifieke klassieke filosofische teksten.

Moraal

De handboekjes van de Stoïcijnen en van de broeders en zusters van het Gemene

leven bevatten beide vele overwegingen en aanwijzingen hoe je deugdzaam te

gedragen in relatie tot je medemensen; anders gezegd, gedrags- en

omgangsregels voor burgers. Bijvoorbeeld, wanneer je wel en niet iets moet

zeggen, hoe om te gaan met vrienden, hoe de juiste maat te vinden, hoe je werk

te verrichten, hoe je te gedragen in het badhuis, op straat etc.xx

Andere overeenkomsten

Andere overeenkomsten betreffen: het gebruik maken van de rede, het omgaan

met eigendom, het vertrouwen dat goed (deugdelijk) gedrag te leren is

(perfectismexxi

), en tefzekerheid ten aanzien van het gewonen. Met dit laatste

bedoel ik hun vermogen om betekenisvolle kwesties in het leven toe te lichten

aan de hand van gewone voorbeelden uit het dagelijks leven. Voor de Stoïcijnen

gold het klassieke principe dat het grote zich bevindt in het kleine

(macrokosmos in microkosmos). Het lijkt er op dat de broeders en zusters van

het Gemene leven dit principe ook huldigden. (idem eindnoot xvi)

Collatie gesprek

De broeders en zusters van het Gemene leven kenden een vorm van

groepsgesprek, waaraan zij veel waarde hechtten, en dat zij ‘collatie’ noemden.

Het is niet geheel duidelijk wat dit precies inhield. In hun eigen teksten heb ik

daarover niet gelezen. In één van de Rapiaria wordt van de collatie echter de

volgende beschrijving gegeven. “ Een vraaggesprek waarin een levensnabij

onderwerp op een levensnabije wijze aan de orde wordt gesteld.”

Het lijkt me aannemelijk dat een levensnabij onderwerp slaat op een aspect van

menselijk gedrag of deugd, niet op de zon of de natuur. En het lijkt me ook

aannemelijk dat het aan de orde stellen van een dergelijk onderwerp op een

levensnabije wijze betekent dat het behandeld wordt aan de hand van het eigen

leven van de deelnemers aan het gesprek.

Zo bezien slaat deze typering van het collatie gesprek evenzeer op een socratisch

gesprek. Wellicht is het ons bekende socratisch gesprek daarom een goede

benadering van het collatie gesprek van de Moderne Devoten.

Page 13: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

13

4. Besluit

Het lijkt heel erg aannemelijk dat de broeders en zusters van het Gemene leven

zich ook hebben laten inspireren door de destijds in Noordelijk Europa bekende

en circulerende klassieke, stoïsche teksten. De sociale en morele

omstandigheden van de burgers in de ‘jonge’ steden vroegen daarom.

Om de inspirerende kracht van de beweging van de Moderne devoten te

begrijpen en wellicht te revitaliseren lijkt het daarom aangewezen ook de

aandacht te richten op de klassieke, stoïsche bronteksten waardoor zij zich

hebben laten inspireren. Heel waarschijnlijk teksten van Cicero en Seneca, maar

vast en zeker ook van Marcus Aurelius en Epictetus. Verder onderzoek zal

misschien kunnen uitwijzen om welke teksten het precies ging.

Ik zou willen besluiten met de opmerking dat het ons nu bekende socratisch

gesprek (ook wel socratische dialoog genoemd) een geëigende vorm lijkt te zijn

om het collatie gesprek weer tot leven te wekken.

5. Bronnen

• Rapiarium, nr 1 t/m 20; informatiebulletin van het Geert Groote

Genootschap, redactie E. Gemmeke ea, uitgegeven door het Centrum voor

Moderne Devotie te Deventer, tussen 1985 en 1995.

• Goede punten van Geert Grote, Minke Tromp en Georg Hartong, Scriptio

2015

• Wat is wijsheid, Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde, J.

Reynaert ea, Prometheus, Amsterdam, 1994

• The presence of Stoïcisme in medieval thought, Gerard Verbeke, Catholic

University of America Press, 1983, Washington DC

Stoïcijnse bronnen:

• Encheiridion van Epictetus, De Driehoek, Amsterdam 1978

• Overpeinzingen van Marcus Aurelius, De Driehoek, Amsterdam 1978.

Page 14: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

14

Noten i Bij oa het Titus Brandsma instituut, prof Frits van Oosterom, en het Geert Groote Huis. ii Het Griekse woord voor deugd, aretè, kan ook vertaald worden als: voortreffelijkheid. iii De Grieken waren overtuigd dat het hen was toegestaan met de rede zin en betekenis van leven en kosmos te onderzoeken en dat zij daartoe dankzij de rede ook in staat waren. iv In de Apologie zegt hij daarover: .. een niet onderzocht leven is het niet waard geleefd te worden. (38a) v De Cynici zochten het Goede leven in een extreem sober leven. Zij concentreerden zich op beheersing van hun zintuigen om met zo min mogelijk hulpmiddelen van technische aard of van de menselijke gemeenschap le leven en de natuur en elementen te verdragen. Zij gedroegen zich ‘honds’ (Gr: kunos) tegenover hun medemensen. vi De Epicuristen zochten het Goede leven aan de hand van de duurzame sensaties van hun zintuigen. Daartoe legden zij zich ook toe op zelfbeheersing en zij trokken terug in een tuin buiten de gemeenschap. vii In de 12e eeuw zijn weer enige klassieke teksten in W Europa opgedoken via de Arabische wereld. viii Latijnse scholen gaven toen de enige vorm van basisonderwijs voor leken, dwz niet- clericalen. ix Hoewel de naam suggereert dat de versregels afkomstig zijn van de Romeinse staatsman Cato (2e eeuw v.Chr) heeft onderzoek uitgewezen dat het boek waarschijnlijk stamt uit de 3e eeuw na Chr. x In de volgende eeuwen drongen die bestuursvormen ook door tot ‘bovenstedelijk’ of landelijk nivo. xi Om die reden werd gedurende eeuwen het recht om in de stad te wonen (stadsrecht) slechts verleend aan mensen die bereid waren de in de stad vereiste burgerplichten in acht te nemen xii Eigendom was een publiekrechtelijk begrip; er gold dus eigenlijk alleen publiek eigendom. In een stadse samenleving voldeed dat niet. xiii Maat, moed, rechtvaardigheid en wijsheid zijn de vier klassieke kardinale deugden. Augustinus voegde daar geloof, hoop en liefde aan toe, zodat in het christendom wordt gesproken over zeven deugden. xiv De zeven vrije kunsten; het trivium: dialectica, retorica en grammatica, en het quadrivium: aritmetica, geometrica, astronomie en musica. xv Zie de bronnenlijst. xvi Marcus Aurelius xvii Thomas a Kempis xviii Thomas a Kempis xix Epictetus xx Zie de bijgevoegde lijsten met citaten van zowel de Moderne Devoten, als de Stoïcijnen. xxi Tijdens het twaalfjarig bestand in de tachtigjarige oorlog met Spanje, woedde hier de protestante godsdienststrijd tussen de Arminianen (remonstranten) en Gomaristen (contra-remonstranten); inzet was of verbetering (perfectisme) van een mens gedurende het leven wel of niet mogelijk was (ivm erfzonde).

Page 15: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

15

Citaten van Moderne Devoten

Bron: Rapiarium, bulletin van het Geert Groote Genootschap, uitgegeven door

het Centrum voor Moderne Devotie te Deventer, tussen 1985 en 1995.

1. Wat je niet wilt dat geweten wordt, dat moet je aan niemand vertellen.

Thomas a Kempis

2. Wie niet kan zwijgen zal zijn vriend niet lang houden. Thomas a Kempis

3. Wanneer je veel hebt gehoord en gelezen en indien je dit voor je kunt houden

en weet wanneer je hierover moet spreken en wanneer zwijgen, dan heb je veel

geleerd. Thomas a Kempis

4. Een voortreffelijke eigenschap die weinigen hebben is: weten wanneer, hoe

en tot wie men behoort te spreken. xxi

Thomas a Kempis

5. Wie zich steeds wil wreken zal weinig vrienden hebben. Thomas a Kempis

6. Wie wil reageren op alles wat hij hoort zal veel schade ondervinden. Thomas

a Kempis

7. Snel wordt vergiffenis geschonken aan iemand die eerlijk excuus maakt.

Thomas a Kempis

Page 16: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

16

8. Onder vreugde is vaak smart verborgen, en een lach is vaak bedrieglijk. Een

wijs mens zal niet vaak lachen, want hij weet hoe snel vreugde voorbij gaat.

Thomas a Kempis

9. Als je iemand wel doet of voort helpt, neem je het hem dan kwalijk als hij je

niet bedankt? Thomas a Kempis

10. Wees niet verstoord als anderen zich niet gedragen zoals je wilt, het is al

moeilijk genoeg om jezelf te gedragen zoals je wilt. Thomas a Kempis

11. Als je een baan hebt moet je betrouwbaar zijn en verstandig, opdat zelfs niet

de indruk ontstaat dat je je te vaak vergist. Thomas a Kempis

12. Op het verzoek van sommige mensen moet je ingaan, maar het verzoek van

anderen moet je naast je neerleggen. Soms hebben mensen immers behoeften

waarop jij, als je verstandig bent en het goed met ze voor hebt, niet mag ingaan.

Thomas a Kempis

13. Vooral lijkt het mij belangrijk dat je innerlijk blij bent. Jouw gebreken

mogen je wel dwarszitten, maar nooit droefgeestig of terneergeslagen maken.

Geert Groote

14. We moeten altijd dingen doen die binnen ons bereik liggen, niet meer, maar

ook niet minder. Geert Groote (Dit was de vertaling van Geert Groote van de

klassieke opdracht: Ken uzelf)

15. Een tuinier moet met inspanning de grond bewerken en daarna zaaien. Dan

moet hij met geduld wachten op de groei en de bloei en uiteindelijk op de

vruchten.

Page 17: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

17

Zo hebben ook wij, bij veel wat we doen, geduld nodig. We moeten wachten op

de vroege regen en op de late regen en uiteindelijk zullen er vruchten komen, die

geoogst kunnen worden. Geert Groote

16. Ga niet in op alle gedachten die je te binnen schieten. Want die gedachten

zijn vaak niet de moeite waard of ze zijn teveel op jezelf gericht. Geert Groote

17. Het doet een mens goed als hij bezig is met goede gedachten (maar niet te

lang), als hij omgaat met gelijkgezinden, als hij graag naar de raad van wijze

mensen luistert en als hij zelf goede raad geeft. Geert Groote

18. Ga niet op stap zonder een veilige gids, die de weg goed kent.xxi

Gerard

Zerbolt

19. Een mens bewaart de goede weg als hij door weet te zeilen tussen hoop en

vrees. (dus niet alleen maar meevallers verwachten en niet bang zijn voor

tegenvallers.) Gerard Zerbolt

20. Wat je verworven hebt aan inzichten moet je proberen te behouden. Zorg dat

je niet door onoplettendheid kwijtraakt wat je al verworven hebt. Gerard Zerbolt

21. Het gaat een mens goed als hij beheerst is van binnen, model staat voor

anderen en toegankelijk is voor allen. Gerard Zerbolt

22. Als ik zie wat andere mensen doen, denk ik er het mijne van, maar ik houd

wel mijn mond. Gerard Zerbolt

Page 18: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

18

23. Het grootste probleem waar een mens mee te maken heeft is hijzelf.

Gerlach Peters

24. Het leven van een mens bestaat uit twee dingen: het goede doen wat van je

verwacht wordt en de narigheid verdragen die je overkomt. Gerlach Peters

25. De zon wil altijd wel binnenschijnen in jouw huis, als je de luiken voor de

ramen maar openzet. Johann Veghe

26. Hoe zieker iemand is, des te blijer is men om zijn genezing. Johann Veghe

27. Als je niet alles kunt onthouden wat je gelezen hebt of gehoord, is dat niet

erg. Wanneer je een vuile korf onder de pomp zet en je pomt goed, gaat al water

er door heen, maar je krijgt wel een schone korf. Johann Veghe

28. We hoeven niet bang te zijn voor de gevaren van buiten, als we het onder

elkaar eens zijn. Florens Radewijns.

29. Een mens is te vergelijken met een muziekinstrument dat weliswaar een

goed instrument is, maar zo nu en dan gestemd moet worden, omdat het bij

gebruik afwijkt van de juiste toon. Op dit instrument zitten vier snaren, die

gestemd moeten worden, niet te strak en niet te slap. Volgens de juiste

middenweg. De 4 snaren zijn:

- De liefde. Een mens moet weten waarvan hij te houden heeft en waarvan hij

niet mag houden. Evenwicht in de liefde.

- De verantwoordelijkheid: een mens moet weten wat hij te doen heeft en wat hij

moet laten.

- De vreugde. Een mens heeft soms reden om blij te zijn. Laat hij dan ook blij

zijn, maar niet overdrijven.

Page 19: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

19

- Het verdriet: Een mens zal soms terecht bedroefd zijn. Laat hij dan ook

verdrietig zijn, maar niet overdrijven en er geen drama van maken. Florens

Radewijns.

30. Een mens wordt nooit beter gekend dan wanneer hij bedankt of geprezen

wordt. Zuster van het gemene leven

31. Wat pijnigt dat reinigt. Zuster van het gemene leven

32. Een mens kan soms beter zwijgen, uitwijken en onderduiken. Salome Sticken

33. Een mens moet evenwicht bewaren tussen vergeten en onthouden. Er zijn

zaken die men moet vergeten en er zijn zaken die men moet onthouden. Teveel

vergeten is niet goed, maar teveel onthouden is ook niet goed. (anoniem)

34. Sommige mensen lukt het om tevreden te leven en prettig met andere

mensen om te gaan. Thomas a Kempis

35. Goede kontakten met vriendelijke mensen zijn gemakkelijk. Maar het is een

compliment waard als je zonder ruzie kunt omgaan met vierkante, onbeheerste

mensen die het niet met je eens zijn. Thomas a Kempis

36. Hoe groter je incasseringsvermogen, des te groter je tevredenheid. Dan ben

je jezelf de baas, dan heb je jezelf in de hand. Thomas a Kempis

37. Zorg bij uiterlijke aanwezigheid en deelname ook voor innerlijke

betrokkenheid. (anoniem)

Page 20: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

20

38. Vertouw op God, maar neem wel de goede medicijnen. (anoniem)

39. Als je goed wilt doen wat je te doen hebt, moet je goed eten, goed drinken,

voldoende tijd voor slaap nemen en moeite doen om tevreden te zijn, ander ga je

er onderdoor. (anoniem)

40. De kunst van het vergeten heeft me meestal beter geholpen dan een goed

geheugen. Geert Groote

41. Vrede komt niet alleen tot stand door afspraken en politieke verdragen. De

bronnen van onenigheid moeten gezuiverd worden. Conflicten komen immers

voort uit ondoordachte interesses en verlangens van mensen. Erasmus

42. Wees gevoelig voor het onvolmaakte in mensen, ook in jezelf. Een mens is

niet zo goed als hij zich vaak voordoet, maar ook niet zo slecht als incidentele

misstappen zouden doen geloven. (anoniem)

43. Je moet er tegen kunnen als het je niet goed gaat. En je moet er ook tegen

kunnen als het je wel goed gaat. (anoniem)

44. Zorg zo nu en dan voor een goed gesprek, waarin we niet modieus praten

maar tot het wezen van de zaak doordringen, heel praktisch en levensnabij.

Anders vervallen we in hoogdraverij en vlucht voor onze dagelijkse

verplichtingen. (anoniem)

45. Als je zelf geholpen wil worden, moet je eerst anderen helpen. Thomas a

Kempis

Page 21: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

21

46. Een mens ontmoet in zijn leven vier soorten problemen:

- problemen die niet opgelost kunnen worden

- problemen die zich na verloop van tijd vanzelf oplossen

- problemen die door anderen worden opgelost

- problemen die je zelf moet oplossen. (anoniem)

47. Kinderen, kunstenaars, narren en filosofen hebben iets gemeen met heiligen:

verwondering. Zien wat anderen niet zien, stilstaan waar anderen voorbijlopen,

luisteren en horen ook waar niets gezegd wordt. Zien is immers meer dan kijken,

horen is meer dan luisteren, begrijpen meer dan lezen en ontmoeten is meer dan

tegenkomen. (anoniem)

48. Lees niet om van alles te weten, ook niet om te pronken bij anderen, maar

om er iets aan te hebben. Haal er enkele zaken uit en probeer die goed te

begrijpen en te onthouden, zoals een edel dier ook de gewoonte heeft om te

herkauwen. Het lezen heeft nog andere voordelen: het geeft ook afwisseling,

bezorgt je plezier en houd je soms overeind. Gerard Zerbolt

49. Je kunt wel een goed mens willen zijn, maar je kunt het niet alle andere

mensen naar de zin maken, want “elck heeft zijn eigen zin”. Claus van

Euskerken

50. Een goed mens zal soms een stap achteruit zetten als hij merkt dat er anders

onvrede ontstaat, Claus van Euskerken

51. Een mens die innerlijk geordend leeft, werkt ook ordenend op zijn

omgeving. Geert Groote

52. Niet wat de mens belooft is belangrijk, maar wat hij beleeft. (anoniem)

Page 22: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

22

53. Vertrouw mensen, maar let wel goed op. (anoniem)

54. De geest van een mens is als een graanmolen die maalt wat erin

terechtkomt. Als er niets te malen is, slijten de molenstenen. Gerard Zerbolt

55. Laten we ervoor zorgen dat iets wat ons stoort, ons niet verstoort. Geert

Groote

56. Doe eerst wat je zelf verplicht bent te doen, dan kun je ook op de juiste

manier anderen tot hun plicht brengen. Thomas a Kempis

57 Het is beter niet te weten wat voor goeds je te doen hebt, dan het wel te

weten en het niet te doen. Geert Groote

58. Als iedereen zichzelf goed kende, zou hij zijn buren met vrede laten en zich

niet met hen bemoeien. Johann Veghe

Leefregels:

Trefzekerheid ten aanzien van het gewone, Kritische trouw, Vrijmoedige

eerbied, Strengheid in beginselen en menselijkheid in de toepassing ervan,

Aandacht voor je eigen leefpatroon.

Meer zelfvorming dan maatschappijhervorming. Vorming van het morele zelf.

Niet ver-schuilen achter een andere autoriteit. Eigen verantwoordelijkheid/

geweten.

Page 23: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

23

Citaten van de Stoïcijnen Epictetus en Marcus Aurelius

Uit - Encheiridion - van Epictetus en - Overpeinzingen – van Marcus Aurelius

(tussen haken nummerverwijzingen naar citaten uit de lijst van de Broeders)

-Van al het bestaande hebben wij sommige dingen in onze macht, andere niet. In

onze macht hebben wij onze meningen, ons streven, onze begeerten en afkeer.

Al deze dingen kunnen wij zelf bewerkstelligen. Het lichaam hebben wij niet in

onze macht. Ook bezit niet en aanzien of ambachten. Kortom, alles wat niet ons

eigen werk is. Weet dat de dingen die wij in onze macht hebben van nature vrij

zijn. Zij kunnen niet gehinderd of belemmerd worden. Doch datgene wat wij

niet in onze macht hebben is krachteloos, onderworpen, vol belemmeringen en

vreemd aan ons wezen. EE 1 (nr 14)

-Tracht niet alles volgens uw wil te laten geschieden, maar laat het geschieden

zoals het komt. Daar zult u wel bij varen. EE 8 (nr 10)

-Wanneer u een goede daad hebt verricht en een ander is daar wel bij gevaren,

waarom zou u dan als een dwaas zoeken naar een derde factor, namelijk

erkenning of vergoeding van uw weldaad? MA 7.73 (nr 9)

-Probeer ook of u in staat bet het leven te leiden van een goed mens, die

tevreden is met de hem toebedeelde rol in het heelal en voor wie het genoeg is

dat zijn eigen handelwijze rechtvaardig is en zijn levenswijze welgezind MA

4.25 (nr 34)

Page 24: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

24

-Onderzoek nooit iets dat doelloos is en probeer nooit een werk uit te voeren op

een manier die strijdig is met de beginselen van de kunde die eraan ten

grondslag ligt. MA 4.2

-De ene mens, die iemand een dienst heeft bewezen rekent er vanzelfsprekend

op dat hem een wederdienst wordt bewezen. Een tweede vindt dat niet

vanzelfsprekend, maar is er in zijn hart toch van overtuigd dat de ander bij hem

in het krijt staat en blijft steeds denken aan wat hij zelf heeft gedaan. Een derde

echter staat in zeker zin zelfs niet stil bij wat hij heeft gedaan, maar is als de

wijnstok die een tros druiven heeft voortgebracht en die na haar eigen vrucht te

hebben gedragen geen beloning verwacht. … Een mens die een goede handeling

heeft verricht schreeuwt dat niet van de daken maar gaat door met het volgende

dat hem te doen staat, evenals de wijnstok weer druiven voortbrengt in het

nieuwe seizoen. MA 5.6 (nr9)

-…Ontvang al wat u overkomt, zelfs indien het enigszins moeilijk te verteren is

met blijdschap, want het heeft het welzijn van het universum en het goddelijk

welzijn en welvaren tot doel. MA 5.8 (nr 55)

-Breng u telkens wanneer u iets wilt beginnen in herinnering wat de aard van het

werk is. Indien u van plan bent te gaan baden, weet dan wat normaal in een

badhuis gebeurt: mensen die met water gooien, dringen, schelden en stelen. Zo

begint u er standvastiger aan en kunt u steeds overwegen: “ik wil een bad gaan

nemen en er tevens voor zorgen mij op een natuurlijk wijze te blijven gedragen.”

Doe dat bij ieder werk. Als u iets hindert zeg dan tegen u zelf: “het baden was

niet het enige wat ik wilde, maar ik wilde mij ook op een natuurlijke wijze

Page 25: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

25

blijven gedragen. En dat zal mij niet lukken als ik mij erger over wat er

gebeurt.” EE 4 (nr 55)

-Ziekte is een hinderpaal voor het lichaam, maar niet voor de geest, als u dat zelf

niet wil. Kreupelheid is een belemmering voor de benen, maar niet voor de

geest. Zeg dit nu bij alles wat u ten deel valt, want dan zult ue vinden dat een

gebeurtenis wel een hinderpaal kan zijn voor iets anders, maar niet voor uzelf.

EE 9 (nr13)

-Heb slechts lief wat u is toebedacht volgens het patroon van uw eigen lot. Want

wat is meer in harmonie met uw wezen? MA 7.57 (nr 23)

-Herinner u bij alles wat u overkomt, bij uzelf te rade te gaan en te onderzoeken

welke kracht u hebt om er tegenover te stellen. Indien u een schone man of

vrouw ziet, zult u vinden dat er zelfbeheersing tegenover staat. Indien zware

arbeid u ten deel valt, zult u uithoudings-vermogen vinden. Indien men u

uitscheldt, zult u daar lankmoedigheid tegenover stellen. Indien u zich aldus

gewent zult u niet meer door de zinnen worden meegesleurd. EE10

-De wil van de Natuur kunnen wij leren als wij kijken naar datgene, waarin wij

niet van elkaar verschillen. Bijvoorbeeld wanneer de drinkbeker van een ander

breekt, ligt het voor de hand te zeggen: “Dat kan nu eenmaal gebeuren.” Weet

echter dat wanneer uw eigen drinkbeker breekt, u zich op eenzelfde wijze dient

te gedragen als wanneer die van een ander breekt. Pas dit ook toe op

belangrijker zaken. Is iemands vrouw of kind gestorven, dan zegt men

Page 26: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

26

gewoonlijk: “Dat kan gebeuren.” Maar wanneer iemands eigen kind sterft, dan

zegt de getroffene: “Ach en wee mij, ik ongelukkige.” In dat geval zouden wij

ons moeten herinneren wat wij ervaren wanneer bij anderen hetzelfde overkomt.

EE 26

-Dring diep door in de substantie van uzelf. Daar is de bron van het goede, die

het vermogen heeft altijd op te borrelen, mits u niet ophoudt met graven.

MA7.59 (nr 25)

-Zet het idee - Ik ben gekwetst – van u af en meteen zal het gevoel ervan

verdwijnen. Laat het idee van kwetsbaarheid vallen en het onheil zelf zal

verdwijnen. MA 4.7

-…Hoe kort is welbeschouwd het leven. Maak gebruik van het heden door te

handelen in overeenstemming met wat de rede en rechtvaardigheid u ingeven.

Wees vrij, maar weet hierin wel maat te houden. MA 4.26

-Over korte tijd zult u gestorven zijn, maar nog steeds bent u niet eenvoudig van

geest en kent u geen ziele rust. Ook wantrouwt u nog de gedachte dat u niet van

buiten gekwetst kunt worden en bent u niet welgezind tegen alle mensen.

Evenmin bent u ervan overtuigd dat wijsheid slechts in juist handelen te vinden

is. MA 4.37

Page 27: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

27

- …..De uitvoering van de wetten der natuur en uw bijdrage daarin moet u

beoordelen alsof het uw eigen gezondheid betreft. Ontvang al wat u overkomt,

zelfs indien het enigszins moeilijk te verteren is met blijdschap, omdat het de

gezondheid van het universum en het goddelijk welzijn en welvaren ten doel

heeft…..MA 5.8 ( nr 55)

-Wees niet ontevreden, geef de moed niet op en wordt niet ongeduldig als u er

niet in slaagt uw daden volkomen in overeenstemming te brengen met de regels

der waarheid; maar wanneer u uit de juiste koers bent geslagen, keer dan weer

daartoe terug en verheug u erover wanneer u in het algemeen menswaardig

handelt. Heb lief waartoe u terugkeert. En verlaat u niet op de filosofie, zoals

een kind dat doet op zijn schoolmeester, maar veeleer zoals iemand met een

oogontsteking zich verlaat op het gebruik van compressen en smeersels. Ga er

niet prat op dat u de rede gehoorzaamt, maar kom er in tot rust. En herinner u

dat liefde tot de waarheid niets anders van u wil dan de natuur wil en dat uw

eigen wens naar iets uitging dat niet in overeenstemming was met de natuur.

Men zegt wel dat de onnatuurlijke wil juist ‘ het toppunt van gelukzaligheid is’ ,

maar is dit nu niet precies waardoor het geluk ons altijd misleidt? Wat denkt u,

vindt u geen groter welbehagen in grootmoedigheid, vrijheid, eenvoud,

redelijkheid, en een door de traditie gedragen leven? Wat is er te verkiezen

boven de wijsheid zelf, als u bedenkt hoezeer inzicht en weten een feilloze en

vanzelfsprekende uitwerking op alles hebben? MA 5.9

U wordt toch niet boos op iemand met een slechte lichaamsgeur of met een

slechte adem? Wat hebt u daaraan? Hij heeft nu eenmaal zo’n mond en zulke

oksels en die kunnen zo’n geur voortbrengen. “Maar”, zegt u dan, “deze man

heeft gezond verstand. Als hij er even bij stilstaat kan hij zich toch wel

voorstellen wat een hinder hij veroorzaakt?” Dat hebt u goed opgemerkt. Welnu,

u hebt zelf ook gezond verstand. Wek dan door een verstandige instelling bij de

ander ook een verstandige instelling op. Wijs de ander op het probleem en laat

Page 28: Socrates en de Broeders en Zusters van het Gemene leven · het Gemene leven en van de stoïcijnen Marcus Aurelius en Epictetus. Op basis van mijn onderzoek lijkt het mij heel erg

28

hem zich ervan bewust worden. Als hij luistert, kunt u hem helpen en is er geen

noodzaak tot opwinding. Laat die over aan toneelspelers. MA 5.28

Ieder die van roem houdt denkt dat zijn geluk afhankelijk is van anderen/

Degene die van plezier houdt denkt dat zijn geluk afhankelijk is van zijn eigen

gevoelens. Doch hij die zijn geest beheerst , weet dat zijn geluk afhankelijk is

van wat hij zelf in praktijk brengt. MA 6.51 (….12b?)

Wat niet in het belang van de korf is, is ook niet in het belang van de bij. MA

6.54

Oefen u erin om nauwkeurig naar de woorden van een ander te luisteren en

verplaats u zoveel mogelijk in degene die spreekt. MA 6.53