Sociale vaardigheidstrainingen bij kinderen/jeugdigen Hanny van Heusden Marcel Doornbosch.
-
Upload
filip-peeters -
Category
Documents
-
view
218 -
download
3
Transcript of Sociale vaardigheidstrainingen bij kinderen/jeugdigen Hanny van Heusden Marcel Doornbosch.
Sociale vaardigheidstrainingen bij kinderen/jeugdigen
Hanny van HeusdenMarcel Doornbosch
programma
1. Sociale vaardigheden, modelling & rollenspel
2. Gedragstherapie, indicatie, Motivatie & vaardigheden in stapjes oefenen
3. Cognities, ouderbegeleiding & presentaties
Dag 1
Theorie: inleidingOpdracht: vaardigheden uit eigen
leven
Oefening: modelling en rollenspel
Sociaal vaardig gedrag
‘De meest aanvaarde definitie’
Voor je eigen belang opkomen zonder dat van anderen te schaden
SOVA bij kinderen/jeugdigen
Aanleren van sociaal vaardig gedragVergroten van zelfvertrouwenKunnen zien van meerdere gedragsmogelijkheden in moeilijke situatiesVeranderen van cognitieve stijlDerde milieu?
SOVA
GEDRAG-----------------------------------COGNITIES
x x xGoldstein Ringrose meer verbale
programma’s
Spivack&Shure
Technieken in sova-training
ModellingGedrag opdelen in stapjes (leerpunten)Gedragsoefening in rollenspelShaping, opbouwen van complex gedrag in eenvoudiger stapjesBekrachtigingFeedbackBespreken van cognities, aanleren van meer adequate zelfspraakklus
Inleidende vaardigheden SOVA-training
1. Kennismaking, vragen stellen & luisteren
2. Gevoelens en iets aardigs zeggen over jezelf
3. Complimentjes geven/ontvangen4. Nonverbaal gedrag
Vaardigheden middengedeelte SOVA-
trainingIets vragen aan een ander
& reageren op weigeringOnderhandelen
& wat doe je als het niet luktInvoegen (‘mag ik meedoen’)
& reageren op afwijzingIets weigeren (‘nee zeggen’)
& wat doe je als de ander boos wordt
Vaardigheden middengedeelte
(vervolg)
Als je last hebt van iemand (‘daar baal ik van’)
& wat doe je als de ander boos wordt
Excuus aanbieden (‘het spijt me’)& wat doe je als de ander boos blijft
Reageren op pesten/plagen& wat doe je als ze niet stoppen
Hoe ziet een zitting eruit (bijvoorbeeld)
Bijpraten ‘ei-rondje’ 10 minutenKlus bespreken / thermometer 10 minutenThema 40 minuten– Korte inleiding– Modelling:
• 2x ‘onhandig’• Leerpunten• 1 x ‘handig’
– oefenen d.m.v. rollenspelUitdelen klusyell
opdracht
Vaardigheden uit je eigen leven– Een praatje maken– Iets aardigs zeggen over jezelf– Complimenten geven/ontvangen– Iets vragen / reageren op weigeren– Onderhandelen– Invoegen / afwijzing– Iets weigeren– Als je last hebt van iemand– Excuses aanbieden– Pesten en plagen
De 4 stappen van assertief gedrag
1. Zeg wat je voeltHet irriteert mij …
2. Noem het gedrag van de ander… dat jij niet kwam opdagen…
3. Noem de gevolgen van het gedrag voor jou…nu heb ik voor niks mijn afspraak met mijn zus afgezegd…
4. Zeg wat je wilt van de ander…ik wil dat je voortaan laat weten als je niet kunt.
werkblad1
Werkblad 1
Onderwerpen
1. Kennismaken
2. Vragen stellen en luisteren
Vandaag hebben we geoefend in het stellen van vragen aan een ander kind en in het luisteren naar een ander. Omgekeerd heb je geoefend in het vertellen van iets over jezelf aan een ander. Vragen stellen is een goede manier om de ander beter te leren kennen. En door iets over jezelf te vertellen leert die ander jou weer beter kennen.
Werkblad 1
LEERPUNTEN
Bij deze gesprekjes kun je op de volgende leerpunten letten:
-Kijk de ander aan (zonder te staren)
-Als je zelf praat: doe dit duidelijk en verstaanbaar
-Als je luistert: laat de ander uitpraten
- laat merken dat je de ander begrijpt
(bijvoorbeeld door af en toe te
knikken of te ‘hummen’)
-Beweeg niet teveel, blijf rustig zitten of staan
werkblad7
Werkblad 7
Onderwerpen:
Onderhandelen, een plan maken met een ander
Het komt vast wel eens voor dat je met een ander kind iets wilt doen, maar dat jullie allebei iets anders willen( jij wilt bijvoorbeeld liever zwemmen, de ander gaat liever een boswandeling maken).
Veel kinderen doen dan de zin van de ander terwijl ze zich daar helemaal niet prettig bij voelen.
In de groep hebben we geoefend in:
-het vasthouden aan je eigen mening
-het samen zoeken van een oplossing, en
-het accepteren dat je niet altijd tot een oplossing kunt komen.
Werkblad 7
LEERPUNTENAls je een plan maakt met een ander, let dan op:
-zeg tegen de ander wat je wilt en waarom
-luister naar wat de ander wil
-hou even vast aan je mening, geef niet meteen toe
-kijk of je een oplossing kunt bedenken
Als je het niet eens kunt worden:
-stop het gesprek
-accepteer de mening van de ander
Klus 7
KLUS 7 Maak deze week een plan met een ander kind.
Schrijf hiervan op:
Ik maakte een plan met:
Ik wilde:
De ander wilde:
Werden jullie het eens?
Hoe vond je het onderhandelen gaan?
Vaardigheden van de trainer
Gebruikt weinig tekstBenoemt observeerbaar gedragIs directief en daarmee veiligRicht de aandacht steeds op 1 aspect
SOVA modelling
EIGENSCHAPPEN GESCHIKT MODEL– Lijkt in gedrag op deelnemers– Is niet ‘perfect’, maar menselijk, laat
ook aarzeling en twijfel zien– Leeftijdsgenoten zijn geschikter dan
volwassenen
Wat wordt voorgedaan?
SubassertiefAgressiefhandig
rollenspel
Rollenspel introductiegedragsregelsFeedbackregelsVanzelfsprekend komt iedereen aan de beurtDuidelijk begin en eindDuidelijke situatie en rollen, 1 hoofdrolInstructie hoofd- en bijrolDoorgaan tot het gewenste gedrag is getoondIngrijpen als het niet goed gaatVeel complimentenKinderen gaan met een goed gevoel over zichzelf weer zitten(Klaar)
presentaties
In tweetallen / per thema1 hele zitting voorbereidenVoor jouw doelgroep= toets en oefenmogelijkheidDe laatste middag (plenair/sub)Een deel uitvoeren
huiswerk
Lezen: bijeenkomst 2Opdracht– per thema (7) een oefen situatie voor
je eigen doelgroep
Dag 2
Theorie: gedragstherapieOefening: diagnostisch interviewTheorie motivatieOefening: in stapjes oefenen
gedragstherapie
Operante conditioneringGaat om leren van de gevolgen van gedrag
versterkers: doen gedrag toenemenverzwakkers: doen gedrag afnemen
Antecedent Behaviour Consequence
A B C (klassieke c.) (operante c.)
beloningsschema
Beloning geven Beloning weghalen
Straf weghalen Straf geven
Gedrag neemt toe Gedrag neemt af
sorc
S O R CSITUATION ORGANISM RESPONSE CONSEQUENCE
Wat gaat aan gedrag vooraf (stimuli)
Wat je niet ziet: gevoelens, gedachten, etc.
Gedrag dat centraal staat
Gevolg: verzwakkers/versterkers
Aantecedent
Bbehaviour
Cconsequence
sorc
S O R CSITUATION ORGANISM RESPONSE CONSEQUENCE
Kinderen zijn aan het voetballen en C wil meedoen
‘ze willen me vast niet’ ‘ik mag toch nooit meedoen’ bang
Erbij gaan staanZachtjes zeggen ‘ik wil ook’Naar de juf lopen
KT: de angst neemt afKT: aandacht van de jufLT: afname sociale contactenLT: generalisatie sociale angst
sorc
S O R Cmoeder
Kind buikpijn ‘zielig’ Kind thuishouden
Tevreden kind
kind
Naar school ‘ze gaan pesten’
(klagen over) buikpijn
Lekker thuis
Wat en hoe vragenconcreter = beter
Wat gebeurde erWat zei jeWat deed de anderHoe zei je hetHoe reageerde de anderWaar stond jeWanneer gebeurde het
indicatiestelling
Met behulp van functionele analyse indicatie stellen al dan niet, een plan opstellen, leerpunten formuleren
Criteria: kind/milieufactoren & groepsfactoren
doelgroep
indicatiestelling
Contra-indicaties:– Niet behoren tot de doelgroep
• ASS/ADHD als dat niet de doelgroep is• Tekort aan intelligentie als dat niet de doelgroep is
– Te belemmerende systeemfactoren– Gebrek aan motivatie– Overige problemen die leren zullen verhinderen– Gedragstoornis/psychopathiforme ontwikkeling
groepssamenstelling
De verlegen, sociaal angstige en sociaal incompente kinderen
profiteren i.h.a. het best.
4 groepen kinderen van Pier PrinsGedragstekort, kind heeft het gedrag nooit geleerdHet gedrag is wel geleerd, kind kan het wel, maar past het niet toe (bijv als gevolg van de situatie)Te hoge arousal heeft gemaakt dat het gedrag niet is aangeleerd, de vaardigheid niet is ontwikkeldArousal maakt dat het wel aangeleerde gedag niet wordt toegepast
Voorwaarden tot gedragsverandering
1. Kennis van het probleem2. Last van het probleem3. Gevoel van eigenwaarde4. Gevoel van competentie
Stadia van motivatie
VoorbeschouwingOverpeinzingBesluitActieve veranderingBestendiging/terugval
[pipi
motiveringstechnieken
Actief luisteren: reflecteren, empathie, samenvatten, structureren
Selectief luisterenBekrachtigen van tekenen van
lijdensdruk, bewustzijn van probleem, gevoel van eigenwaarde, competentie
Positief labelen van klachten/problemen
motiveringstechnieken
(vervolg)
Positief benoemen van intenties van gedrag
Meebewegen met de weerstand; ‘judo’.
Onderbieden, provocerenKeuzes latenInformatie geven, feedback
Vaardigheden in stapjes
Shaping– Kleine stukjes bekrachtigen– Bijvoorbeeld: nog een keer maar nu
harder praten– Tot het totaal er goed uitziet– Principe is dat het altijd moet lukken,
ook al is het maar een klein stukje.
Stapjes (vervolg)
Losse stukjes oefenen– Een zinnetje, een houding, et cetera
in een staande kring kort oefenen
Van makkelijk naar moeilijk– Voorbeeld: mag ik meedoen?
• Makkelijk: je mag meedoen• Moeilijk: je mag niet meedoen, maar er is
een reden• Moeilijkst: je wordt bot afgewezen
huiswerk
LezenMaken– Functionele analyse (SORC) van een
potentiële deelnemer / adhv een indicatie - interview
Dag 3
Theorie: CGT, ouderbegeleiding
Presentaties
Rationele Therapie
Het zijn niet de dingen zelf waar we door van streek raken maar de manier waarop we over de dingen nadenken
– Epictetus (50)– Ellis (1954)– Diekstra (1974)
emoties
Gezonde (geërgerd, bezorgd, verdrietig)En ongezonde emoties (woedend, angstig, depressief)
cognities
vragen om cognities op te sporen:– Wat maakt dat je dat zo voelt– Wat is daar zo erg aan– Nou en– Wat is het ergste wat er kan gebeuren
Irrationele gedachten en denkfouten
Overdrijven– Alles altijd nooit niemand
MoetenZwart wit denkenIk voel het dus het is waar
Denkfoutenselektief waarnemenzwart-wit denkengeneraliserengedachten lezenemotioneel redenerentoekomst voorspellenpersonificatiemoet denkenlage frustratietolerantie
ABCDEActivating event– objectieve beschrijving van de gebeurtenis
Beliefs– irrationele, spanning oproepende gedachte
Consequence– emotionele gevolgen (gevoelens) van de gedachte
Discussion– vragen om gedachten onder B aan werkelijkheid te
toetsen
Evaluation– meer rationele gedachten die het gevolg zijn van de
toetsing
GGG (GG)
GebeurtenisGedachteGevoelGedragGevolg
Werkblad GGGG-schema
Gebeurtenis:Er gebeurde
Gedachten:
Gevoel:Ik voelde
Gedrag: Ik deed
Kleur het petje in met de kleur die past bij je reactie(rood = knokken: leeuw, blauw = wegkruipen: schildpad, bruin = aanpakken: pauw)
Helpende gedachte
Is te bewijzen waarGenuanceerdHelpt je je beter te voelenLeidt niet tot ruzieHelpt je je doel te bereiken
Uitdaagvragen1. Is de gedachte te bewijzen waar?2. Wat pleit tegen de gedachte?3. Stel dat het wel zo is, hoe erg is
dat dan?4. Helpt de gedachte je je beter te
voelen?5. Helpt de gedachte ruzie te
voorkomen?
cognities
In de verschillende trainingen is meer of minder aandacht voor cognities.
In ‘Ringrose-training’: – GGGG-schema uitgebreid bespreken en
ermee oefenen– Modelling en rollenspel nabespreken op
cognities– In ‘ei-rondje’ idem– In bespreken thema, soms
ouderbegeleiding
Doel: generalisatie van het aangeleerde gedag
• Ouders zijn medebehandelaars, je hebt ze nodig• Ouders moeten weten wat er gebeurt en wat er
van hen verwacht wordt:– Hulp bij klussen en anderszins toepassen van het
geleerde– Morele steun/permissie te veranderen– Ouders zelf moeten ook vaak veranderen
ouderbegeleiding
EenvoudigsteGedragsverandering systeemtherapie psychotherapie
I I IAttitude t.a.v. de ouders:
– Bescheiden, verwachtingen omtrent training zijn vaak hoog gespannen
– Erkennen van ouders als de deskundigen van hun kind– Voorstellen een soort team te vormen
Vorm:– Oudergesprekken meer of minder frequent, minimaal 3 keer
– Andere mogelijkheden: parallelle oudergroep, ouders mee laten kijken (spiegelwand/video). Dit heeft allemaal voor- en nadelen.
gedragsproblemen
• Duidelijk programma• Contract• Reacties van trainer
– Negeren– Time-out– Beloningssysteem
• Verhouding positieve:negatieve uitingen = 3:1
voorwaarden
Ruimte– Vaste reservering– Prikkelarm / sober– Voldoende ruim
GroepsamenstellingPlek binnen de instelling (prioriteit)– Tijd– Geld– scholing
indicatie