social sound

1
08 januari 2013, pag. 28 Klaaglied om Leeuwarden Een groep Leeuwarders oefende maandagavond voor het eerst een nieuw lied, dat helemaal uit klachten bestaat. H ASING WALTHAUS H et begint met ergernis over afzakkende panty’s en gaat dan door over re- clames, files, het Beurs- plein, hondenpoep, Friese mannen die niet kunnen flirten en slechte be- diening in de horeca. Het was een litanie van klachten, het Leeuwarder klaaglied dat maan- dagavond voor het eerst ten gehore werd gebracht door componist en tekstdichter Jaap Oosterwijk. De klachten zijn niet van hem, maar van de koorleden die het lied de komen- de tijd gaan instuderen, tot de offi- ciële uitvoering op 1 februari. Zo bij elkaar in een zaaltje in de Infirmerie maakten ze eerder een jolige indruk dan een zwartgallige. Het is een onderdeel van de zater- dag geopende Social Sound-mani- festatie - want een koor is sociaal en het maakt geluid en een klacht is een sociaal geluid - naar een idee van twee Finse kunstenaars, Tellervo Kalleinen en Oliver Kochta-Kallei- nen. Op allerlei plaatsen zijn zulke ‘klaagkoren’ aan de gang geweest. In Leeuwarden nog niet, al wordt dat vaak als mopperstad gekenschetst. ‘Ut is niks, ut wudt niks en ut sal oek nooit wat wurde’, wat een typerende Leeuwarder uitspraak zou zijn, zit ook in de tekst. ,,Ik heb alle klachten erin opgeno- men”, zei Oosterwijk tegen de 23 le- den van het tijdelijke koor. ,,Maar soms is er alleen maar een woord van overgebleven.” Dan nog werd het een lied van bijna zeven minu- ten. De melodie, legde hij uit, heeft iets van het Leeuwarderlied, er is een ,,Kurt Weill-achtig stuk en dan wordt het impressionistisch en expressio- nistisch.” Maar moeilijk zou het niet zijn, beloofde hij, want er zijn maar vijf repetities. Eerst las hij de tekst voor, daarna zong hij het enthousiast en toen zak- te hij met een smak door zijn Ikea- krukje. ,,Wie klaagt, die vraagt”, reageerde koorlid Marjanne. ,,Staat dat in de Bijbel?”, vroeg haar buurvrouw Pau- la. ,,Nee, die heb ik zelf bedacht”, zei Marjanne. Oosterwijk liet zich door zo’n Frostakruk niet uit het veld slaan, en ook niet door onervaren zangers – voor dit koor gelden geen eisen. ,,Ik hoorde sommigen heel goed zin- gen!”, riep hij als compliment en kneedde onvermoeibaar verder tot het redelijk klonk. ,,Je komt hier niet mee in het Con- certgebouw”, zei Paula. ,,Maar het is heel leuk.” Dat bleek wel: niemand klaagde. ‘Klaagkoren waren in mopperstad’ Leeuwarden nog niet aan de gang Jaap Oosterwijk, staand voor het klaagkoor nadat hij van al het klagen door zijn kruk is gezakt. FOTO HOGE NOORDEN/JACOB VAN ESSEN

description

social sound

Transcript of social sound

Page 1: social sound

08 januari 2013, pag. 28

Klaaglied om LeeuwardenEen groep Leeuwarders oefende maandagavond voor heteerst een nieuw lied, dat helemaal uit klachten bestaat.

HASING WALTHAUS

Het begint met ergernisover afzakkende panty’sen gaat dan door over re-clames, files, het Beurs-

plein, hondenpoep, Friese mannendie niet kunnen flirten en slechte be-diening in de horeca.

Het was een litanie van klachten,het Leeuwarder klaaglied dat maan-dagavond voor het eerst ten gehorewerd gebracht door componist entekstdichter Jaap Oosterwijk. Deklachten zijn niet van hem, maar vande koorleden die het lied de komen-de tijd gaan instuderen, tot de offi-ciële uitvoering op 1 februari. Zo bijelkaar in een zaaltje in de Infirmeriemaakten ze eerder een jolige indrukdan een zwartgallige.

Het is een onderdeel van de zater-dag geopende Social Sound-mani-festatie - want een koor is sociaal enhet maakt geluid en een klacht is eensociaal geluid - naar een idee vantwee Finse kunstenaars, TellervoKalleinen en Oliver Kochta-Kallei-

nen. Op allerlei plaatsen zijn zulke‘klaagkoren’ aan de gang geweest. InLeeuwarden nog niet, al wordt datvaak als mopperstad gekenschetst.‘Ut is niks, ut wudt niks en ut sal oeknooit wat wurde’, wat een typerendeLeeuwarder uitspraak zou zijn, zitook in de tekst.

,,Ik heb alle klachten erin opgeno-men”, zei Oosterwijk tegen de 23 le-den van het tijdelijke koor. ,,Maarsoms is er alleen maar een woordvan overgebleven.” Dan nog werdhet een lied van bijna zeven minu-ten.

De melodie, legde hij uit, heeft ietsvan het Leeuwarderlied, er is een,,Kurt Weill-achtig stuk en dan wordthet impressionistisch en expressio-nistisch.” Maar moeilijk zou het nietzijn, beloofde hij, want er zijn maarvijf repetities.

Eerst las hij de tekst voor, daarnazong hij het enthousiast en toen zak-te hij met een smak door zijn Ikea-krukje.

,,Wie klaagt, die vraagt”, reageerdekoorlid Marjanne. ,,Staat dat in deBijbel?”, vroeg haar buurvrouw Pau-la. ,,Nee, die heb ik zelf bedacht”, zeiMarjanne.

Oosterwijk liet zich door zo’nFrostakruk niet uit het veld slaan, enook niet door onervaren zangers –voor dit koor gelden geen eisen. ,,Ikhoorde sommigen heel goed zin-gen!”, riep hij als compliment enkneedde onvermoeibaar verder tothet redelijk klonk.

,,Je komt hier niet mee in het Con-certgebouw”, zei Paula. ,,Maar het isheel leuk.” Dat bleek wel: niemandklaagde.

‘Klaagkoren warenin mopperstad’Leeuwarden nogniet aan de gang

Jaap Oosterwijk, staand voor het klaagkoor nadat hij van al het klagen door zijn kruk is gezakt. FOTO HOGE NOORDEN/JACOB VAN ESSEN