Snel aan de slag met Compositie 3 - COMPLETE CURSUS FOTOGRAFIE · In de zomer van 1936 brak de...
Transcript of Snel aan de slag met Compositie 3 - COMPLETE CURSUS FOTOGRAFIE · In de zomer van 1936 brak de...
7
© digifotocursus | robert van den eijk
Compositie 3Snel aan de slag met
Cursus Techniek ver 2.3
Inhoud
1 - Bekende fotografen - Robert Capa 3
2 - Invloed objectief 9
3 - Voor-, achtergrond en evenwicht 13
4 - Invoerende lijnen 18
5 - Kaders gebruiken 23
Oefeningen 28
Begrippenlijst 31
2
Mijn fotografie bezorgt mij voor 90%
teleurstelling, voor 8% nederigheid en
voor 2% voorzichtige hoop.
Voor tevredenheid is zelden plaats.
De beste foto moet namelijk altijd nog
worden gemaakt.....
Mick van Schooneveld, Amsterdamse fotograaf
1 - Bekende fotografen - Robert Capa (1913-1954)
Endre Erna Friedmann werd geboren
in Boedapest. Hij kwam in aanraking
met de fotografie via Eva Besnya,
die in één van de aangrenzende
appartementen woonde. Zij zou
later een bekende modernistische
fotograaf worden in Nederland.
In 1929 raakt Friedmann onder de invloed van Lajos Kassak, een actieve figuur in de Hongaarse ‘Avant Garde’. De financiële crisis van 1929 had gevolgen voor Hongarije en voor de zaak van de familie Friedmann. Daarom, en vanwege het heersende antisemitisme en de politieke onrust besloot Endre in 1931 om in Berlijn te gaan studeren. Daar kreeg hij hulp van Eva Besnya en Gyargy Kepes, twee van de vele Hongaren die in de jaren 1930 de wijk hadden genomen naar het buitenland.
Friedmann koos voor de journalistiek, maar geldgebrek dreef hem naar de fotografie. Hij had eenvoudige baantjes bij agentschappen, om te
1 - Bekende fotografen - Robert Capa (1913-1954)
4Robert Capa
beginnen bij Simon Guttmanns Dephot. Guttmann vroeg hem om foto ‘s te maken van Leon Trotski tijdens een redevoering in Kopenhagen eind 1932.
Toen de nazi ‘s in 1933 aan de macht kwamen vertrok Endre naar Parijs waar hij zich Andre Friedmann noemde. In Parijs wist hij maar net het hoofd boven water te houden, dankzij de steun van vrienden. Pas in 1936 werd hij een erkende fotograaf en in datzelfde jaar veranderde hij zijn naam in Robert Capa: Robert naar de acteur Robert Taylor, en Capa ontleende hij aan de filmregisseur Frank Capra. Er was namelijk nog een fotograaf die Friedmann heette en die was bekender.
In de zomer van 1936 brak de Spaanse Burgeroorlog uit en Capa maakte met tussenpozen tot 1939 foto’s in Spanje.
In Capa’s levensverhaal, in 1985 overtuigend opgetekend door Richard Whelan, wordt veel aandacht besteed aan de problemen van een carrière in de fotografie. Als ‘vreemdeling’, wat hij bijna altijd was, moest Capa er steeds voor zorgen dat hij de juiste visa en identiteitsbewijzen had. Hij liep veel risico aan het front, vooral om gearresteerd te worden vanwege verdacht gedrag. In oorlogsgebieden, zoals Spanje of China, moest een fotograaf in staat zijn om zichzelf uit allerlei moeilijke situaties te praten. Je kon niet als freelancer werken en de agentschappen deelden graag de lakens uit. Capa was veel tijd kwijt aan saaie opdrachten waarover hij niets te zeggen had.
Fotografen aan het front hadden ook moeite om hun foto ‘s naar het hoofdkwartier te krijgen en Capa maakte het zichzelf dikwijls extra lastig door foto’s waarvoor hij onder contract stond zelf te verkopen.
Op D-Day mocht hij als enige fotograaf mee tijdens de eerste landingen op de kust van Frankrijk. Echter veel materiaal ging verloren tijdens het ontwikkelen van de foto’s.
De grote tragische gebeurtenis in zijn leven was de dood van Gerda Taro in Spanje in 1937. Beiden waren geliefden en ook zij was fotograaf en correspondent. Ze kwam om bij een ongeluk terwijl Capa even in
Parijs was. Hun foto’s zijn gepubliceerd in Death in the Making (1939).
Met het oog op onenigheid met 202 agentschappen en met het tijdschrift Life over auteursrecht op foto’s werd hij in 1948 één van de oprichters van het coöperatieve fotoagentschap Magnum.
In 1938 maakte hij foto ‘s tijdens de Chinees Japanse oorlog en in 1943 was hij verbonden aan de Amerikaanse strijdkrachten in Afrika. Hij bleef de Tweede Wereldoorlog volgen tot het einde.
1 - Bekende fotografen - Robert Capa (1913-1954)
5
D-Day, Landing op de Franse kust. Helaas ging er veel materiaal verloren!
In 1954 kwam hij om het leven door een landmijn in wat toen Indochina heette. Als de mandie al sinds 1930 had rondgezworven, als avonturier, gokker en rokkenjager, was hij de romantischehoofdrolspeler van de fotografie.
8
1 - Bekende fotografen - Robert Capa (1913-1954)
Vader en zoon, tijdens een autorally in Parijs (1936)
Op de website van Magnum is een gedeelte van zijn portfolio te vinden (aanrader!):
http://www.magnumphotos.com/
Voorgaande bladzijden, toeschouwers Tour de France (1939)
2 - Invloed objectief
Een telelens drukt het landschap
als het ware in elkaar, een
groothoeklens trekt het juist uit
elkaar.
Op de volgende bladzijde is goed het effect op de achtergrond te zien! Door een groter brandpuntafstand te kiezen wordt de achtergrond als het ware ‘samengeknepen’. Terwijl een kleiner brandpuntafstand juist meer van de omgeving in de achtergrond laat zien.
2 - Invloed objectief
10
In dit geval is gekozen voor een korte brandpuntafstand met veel scherptediepte om het thema te benadrukken!
Het voordeel van het gebruiken van een groter brandpuntafstand bij portretten is dat door de achtergrond samengekenepen wordt, en we minder scherptediepte hebben, er meer aandacht op ons onderwerp ligt!
Dit effect kun je natuurlijk ook goed inzetten bij het creëren van een onscherpe rustige achtergrond. Door te kiezen voor een groter brandpuntafstand kun je ervoor zorgen dat het bokeh op de achtergrond rustiger blijft dan in veel gevallen met een objectief met een kleinere brandpuntafstand.In andere gevallen, als je bijvoorbeeld het thema wilt benadrukken, kan je beter kiezen voor een groter brandpuntafstand (zie ook de voorbeelden).
2 - Invloed objectief
11
Bij deze foto’s is het effect van brandpuntafstand duidelijk te zien. De foto’s zijn gemaakt met het model op nagenoeg hetzelfde
standpunt.!
2 - Invloed objectief
Boven een voorbeeld van een portretfoto met een groot brandpuntafstand, rechstboven een kleine om de rustieke sfeer van de
omgeving te laten zien en rechts tevens éé’n om mooi de (rustige) lijnen te gebruiken.
3 - Voor-, achtergrond en evenwicht
De achtergrond maakt de foto! Het
is een veelgehoorde stelling die
vaak uitkomt. Nog te vaak focussen
we ons op het hoofdonderwerp
zonder daarbij voldoende de
achtergrond te betrekken. Door te
kiezen voor een juiste achtergrond
kan de zeggingskracht van de foto
enorm worden verbeterd. Ook de
voorgrond heeft een flinke invloed
op de compositie van de foto!
Misschien het allerbelangrijkst is het evenwicht tussen de beeldelementen, vooral tussen de voor- en achtergrond en het hoofdonderwerp. Een te nadrukkelijke voorgrondonderwerp leidt de aandacht af van ons hoofdonderwerp of de eyecatcher. Een te drukke achtergrond
3 - Voor-, achtergrond en evenwicht
of bijvoorbeeld lichtmasten of andere beeldelementen die spontaan uit ‘hoofden’ van mensen groeien, leiden natuurlijk eveneens af.
Ondanks de onscherpte op de achtegrond , ontstaat er veel diepted door het element , de stenen, op de voorgrond!
14
3 - Voor-, achtergrond en evenwicht
19
De invoerende lijn van de brug geeft al een mooie dieptewerking, echter met de boot op de voorgrond onstaat er nog meer dieptewerking en wordt het plaatje completer.
4 - Invoerende lijnen
Zoek lange ononderbroken lijnen
als wegen, muurtjes, beekjes,
etcetera.
Gebruik deze om het oog van de
kijker naar de horizon of naar het
onderwerp te leiden. Wissel van
standpunt om te kijken wat het
beste werkt, moeten de lijnen links,
midden of rechts onderin de foto
ontstaan?
Invoerende lijnEen invoerende lijn betekent dat de kijker langs een lijn op de foto het beeld in wordt geleid. Deze lijn kan van alles zijn: een pad, rivier, brugleuning, stoeprand, heg of rails. Maar ook een rij geparkeerde auto’s of een aantal koeien in de wei die ongeveer op een rij staan, kunnen dienen als invoerende lijn. De onderbreking in zo’n lijn worden door het brein van de kijker aangevuld.
Het is belangrijk dat de lijn die je kiest de foto ‘in’ loopt, bijvoorbeeld van linksonder naar het midden van de foto. Een lijn die van het midden naar rechtsboven gaat, geeft het gevoel ‘uit’ de foto te lopen. Iemand die daar naar kijkt raakt even in verwarring en men vindt je foto minder in evenwichtig. Als dat het gevoel is dat je met je foto wilt overbrengen: prima.
4 - Invoerende lijnen
Voorbeeld van een invoerende lijn!
Niet altijd rechtEen invoerende lijn hoeft niet recht te zijn. Een flauwe bocht of een S-vormige curve worden ook veel toegepast. Andere vormen zoals zigzag lopende lijnen of krullen kunnen ook heel goed werken.
Blikvanger of onderwerpEen invoerende lijn moet voldoende opvallen: als de blik er eenmaal op valt, gaat bijna automatisch het oog van iedereen die de foto ziet langs deze lijn verder de foto bekijken. Dat maakt een foto interessanter en prettiger om naar te kijken. Een logische plek voor je hoofdonderwerp is aan het eind van een invoerende lijn, bijvoorbeeld iemand die staat aan het eind van een heg. De lijn wijst eigenlijk het hoofdonderwerp aan en maakt het belangrijk. Let er op dat de lijn minder uitgesproken is in de foto (doordat deze lichter, feller gekleurd, scherper etc. is) dan het onderwerp zelf.
4 - Invoerende lijnen
22
In dit geval leiden de invoerende lijnen van de schaduw naar de man!
5 - Kaders gebruiken
Een uitermate effectieve manier
om het onderwerp extra goed
te laten uitkomen is deze ‘in te
lijsten’ in omringende elementen.
Dit element isoleert niet alleen,
maar benadrukt ook en geeft
daarenboven ook nog eens een
gevoel van diepte. Daarnaast is het
een handig middel om ongewenste
of afleidende details te verbergen.
Het is een kwestie van zoeken om het leukste en mooiste resultaat te bereiken. Kijk in de zoeker of op het lcd-scherm van de camera en verander van standpunt. Kortom, experimenteer! U kunt contrasterende kleur of een materiaal als lijst gebruiken, maar ook bomen, een raam, een hek
5 - Kaders gebruiken
Gekaderd!
en dergelijke zijn nuttig. U kunt met een ingelijste opname ook een verhaal vertellen of een komisch effect creëren. Het is ook mogelijk om er diepte en perspectief mee aan te brengen in de opname.
24
Sommige kaders, zoals hangende takken zien er zo natuurlijk uit dat we er ons lang niet altijd bewust van zijn. Probeer wel de kaderelementen een beetje in lijn te houden met het onderwerp. Een persoon fotograferen tussen de bloemen is geen probleem, het zijn beiden natuurlijke zaken. Maar bijvoorbeeld een brute motorfiets omkaderd door boomtakken, zou een te contrasterend effect kunnen geven.
Vooral bij landschapfotografie kunnen kaders goed werken. Wanneer je bijvoorbeeld op vakantie bent en je een mooi uitzicht ziet wil je daar meestal snel een fotootje van maken. Helaas doet zo’n foto vaak geen recht aan wat je zag; het mist de diepte. Met een kader kun je de diepte eenvoudig toevoegen en op bijna elke locatie is wel een kader te vinden in de vorm van rotsen, gras of bomen.
5 - Kaders gebruiken
Kaders zijn overal te vinden!
Oefeningen
Zorg ervoor dat je nu ook foto’s gaat
maken die voldoen aan de eerdere
‘regels en technieken’ die voorbij zijn
gekomen!
Oefening 1
Keuze objectief!
Maak twee portretopnames; één met een kleine brandpuntafstand (groothoek) en één met een grote (ingezoomd).
Zorg ervoor, dit is belangrijk, dat je onderwerp op dezelfde manier gekaderd/even groot in beeld blijft (dus je afstand tot aan je onderwerp pas je aan).
Uiteraard gebruiken we de compositieregels en bepalen zelf hoe we omgaan met de scherptediepte!
Zie ook blz 11 (let hierbij niet alleen wat er gebeurt op de achtergrond ook dat het onderwerp even groot in beeld blijft).
Oefening 2
Voor-, achtergrond en evenwicht!
Maak een landschapsfoto en zorg ervoor dat er diepte in de foto zit!
Diepte in een opname krijg je door een onderwerp op de voorgrond te plaatsen of bijvoorbeeld een invoerende lijn te gerbuiken.
Zie ook voorbeelden hoofdstuk 3 (vanaf blz 13).
Oefeningen
29
Oefening 3
Invoerende lijnen!
Invoerende lijnen zijn overal te vinden. Zoek een goed voorbeeld en ‘speel’ vooral ook met de scherptediepte.
Probeer ook eens een ‘onderwerp’ te plaatsen op deze invoerende lijn (gebruik een invoerende lijn om bij een ojnderwerp uit te komen).
Zie ook bladzijde 19
Oefeningen
30
Oefening 4
Kaders gebruiken!
Gebruik eens een kader!
Zie ook voorbeelden vanaf bladzijde 24
Voor vragen, advies en ter beoordeling van de foto’s/oefeningen kunt u deze het eenvoudigst opsturen naar:
Bij voorkeur per Wetransfer:
http://www.wetransfer.com
Of naar het volgende e-mailadres (max10 mb):
Vermeld hierbij uw naam, les en bij welke opdrachten de foto’s horen!
Begrippenlijst
Begrippenlijst
Accu Stroomvoorziening camera / flitsers / etc.
Acculader Lader om accu's op te laden
AdobeRGB Kleurruimte met een groter bereik dan sRGB.
AF AutoFocus (Automatisch scherpstellen van de lens).
Algoritme Een wiskundige routine om een probleem of vergelijking op te lossen. In de beeldvorming, wordt de term meestal gebruikt om de set routines te beschrijven die zorgen voor een com-pressie- of die van het kleur management programma.
Autofocus (AF) Automatisch scherpstellen van de lens.
Batterijgrip Een batterijgrip is een camera-accessoire met extra accu's of batterijen. Bovendien wordt de grip op de camera steviger.
Beeldsensor Het onderdeel in de digitale camera dat het licht dat door de lens naar binnenvalt, registreert het beeld via miljoenen lichtgevoelige elementen. De meest gebruikte beeldsensoren zijn de CCD en de CMOS. Een minder gebruikte is de Foveon-sensor.
Beeld-stabilistie (IS)
Bewegingscorrectie tot maximaal 4 stops. Meestal door de lens, maar ook sommige camera body's hebben een dergelijke optie.
Beeldstijlen Voorgeprogrammeerde aanpassingen/correcties die in de camerabody worden toegepast bij het fotograferen in JPEG
Belichtings-meter
Lichtmeter. Kan zowel extern zijn als intern plaatsvinden in de body.
Belichtings-programma
Bij digitale camera's kun je fotograferen in de automatische stand en bij meer geavanceerde camera's ook volledig hand-matig. Daartussenin hebben fabrikanten de mogelijkheid gecreëerd om zonder fotografische kennis zelf instellingen te doen die passen bij de situatie waarin gefotografeerd wordt.
Body Behuizing van de spiegelreflexcamera.
Bokeh Drukt de kwaliteit van de onscherpte in een foto uit. Het gaat om de onscherpte die ontstaat doordat het voorwerp buiten het scherptevlak ligt.
Bracketing Is een methode om automatisch meerdere foto's achter elkaar nemen met verschillende belichtingswaarden.
Brandpunt-afstand
De brandpuntsafstand van een objectief is de afstand in mil-limeters tussen het midden van de lens en de plaats waar de invallende lichtstralen samenkomen.
CCD Type beeldsensor. In een CCD wordt de hoeveelheid licht geregistreerd om het vervolgens om te zettten in een digitaal signaal (apart onderdeel).
Centrum meting
Bij centrum meting wordt alleen licht gemeten in het cen-trale punt. In de meeste camera's kent de lichtmeter drie voorkeursstanden namelijk integraal meting, centrum meting en spot meting.
Chromatische aberratie
Chromatische aberratie/afwijking is een optische lensfout waarbij scherpe (kleur) overgangen een purperen franje gaan vertonen.
32
Begrippenlijst
Compact flash geheugen (CF)
Opslag, type geheugenkaartje
Compactflitser Een compactflitser type flitser dat bovenop uw camera wordt bevestigd en bevat vaak een zwenkkop om onder een ander hoek te kunnen flitsen.
Crop-factor De crop-factor is de verhouding tussen de diagonalen van twee opnameformaten, namelijk die van de digitale sensor en die van kleinbeeld (meestal het referentie formaat). De crop-factor duidt aan in welke mate de beeldsensor van een fototoestel groter of kleiner is dan bijvoorbeeld een 35mm negatief.
Diafragma Het diafragma, iris, is het onderdeel van de objectief dat be-paalt hoeveel licht de film of digitale sensor bereikt. De hoeveelheid licht die op de sensor valt bepaalt hoeveel scherptediepte er in de foto zit.
Diffusiefilter Een diffusiefilter is een transparant lichtdoorlatend optisch filter. Het wordt gebruikt in de verlichtingstechniek om het licht van lichtbronnen over een groot oppervlak te verspreiden, zodat een egaal licht ontstaat.
DNG Digitaal negatief. Een open archiveringsindeling voor Raw-bestanden die door digitale camera's worden gegenereerd.
F Met f wordt het diafragmagetal of -waarde bedoelt. Hoe groter de waarde hoe kleiner het diafragma is en de scherptediepte groter wordt.
Fisheye-objectief
Objectief met extreem grote beeldhoek.
Fps Frames Per Second. Aantal opnames per seconde.
Frames per second (fps)
Aantal opnames per seconde.
Full Frame Full frame sensoren zijn 36 x 24 mm (kleinbeeldformaat) en worden gebruikt in de duurdere spiegelreflexcamera’s. De beelddiagonaal is ongeveer 43 mm. Ter vergelijking: Sensoren in compact camera’s hebben een diagonaal van ongeveer 6 tot 11 mm. Bij instapmodellen voor spiegelreflexcamera’s is dat ongeveertot 28 mm.
Gordijn Bij fotografie wordt hier de belichtingslamellen in de camera bedoelt.
GPS Het global positioning system (gps) is de commerciële naam voor een wereldwijd satellietplaatsbepalingssysteem.
Groothoek-objectief
Een lens met een (zoom)bereik van 24 tot 35 mm, waarbij er meer op de foto komt dan bij een standaard lens (50 mm).
High key Verlichtingstechniek, waarbij de foto's hoofdzakelijk in tedere en lichte tinten zijn gehouden.
Hoekzoeker Wordt bevestigd op het oculair waardoor men onder een hoek door het objectief kan kijken.
33
Begrippenlijst
34
Hyperfocale afstand
De hyperfocale afstand is de afstand vanaf waar alle onderw-erpen aanvaardbaar scherp zijn wanneer de lens op oneindig is ingesteld.
Image Stabili-sator (IS)
Zie beeldstabilisatie!
ISO Norm voor lichtgevoeligheid van de film analoog) en de sensor (digitaal). Hoe hoger hoe lichtgevoeliger.
JPEG Een bestandsindeling aangeduid voor het opslaan van raster-afbeeldingen in digitale vorm (gecomprimeerd).
Kitlens Is een 'starterszoomlens' die vaak standaard bij een body wordt meegeleverd (vaak 18 - 55 mm)
Kleinbeeld-formaat
Kleinbeeldformaat - 36 x 24 mm. De afmetingen van een kleinbeeldnegatief (analoge fotografie). Zie ook Full frame sensor!
Kleurruimte De hoeveelheid kleuren binnen een bepaald bereik.
Lcd scherm Het 'beeldschermpje' dat op de meeste camera's tegen-woordig aanwezig is. Zit op de achterkant en is soms ook beweegbaar. Behalve dat er via dit schermpje instellingen en foto's kunnen worden bekeken/aangepast heeft het vaak ook een live view functie voor het maken van de foto's.
Lensopening Diameter van het gaatje achter de lens van een camera waar-mee de hoeveelheid invallend licht wordt bepaald fotografie (diafragma).
Lichtsterkte De lichtsterkte van een lens, objectief of optisch instrument is een maat voor de hoeveelheid licht die het opvangt en nuttig gebruikt om een beeld te vormen.
Lithium-Ion Zijn accu's die vaak in consumentenelektronica worden gebruikt, vooral vanwege hun hoge energiedichtheid.
Low key Verlichtingstechniek, waarbij slechts de voor het beeld belangrijke elementen helder worden verlicht en de rest donker wordt gehouden.
Macrofiltser Type flitser dat voorop het objectief wordt bevestigd en veel gerbuikt wordt voor macro- en portretfotografie.
Macro-fotografie
Officieel betekent ‘macro’ dat het onderwerp van de foto op ware grootte of groter op het oppervlak van de sensor terecht komt.
Matrixmeeting Bij matrix meting wordt licht gemeten in het grootste gedeelte. Zie ook centrum meeting.
Monopod Een monopod is een 'één-been-statief'!
ND Grijsverloopfilter wat het gebruik van langere belichtings-tijden mogelijk maakt.
Oculair Bij een spiegelreflexcamera kijk je door een opening, het oculair of zoeker, aan de achterkant door de lens heen.
Begrippenlijst
35
Polarisatiefilter Een filter dat licht (of andere elektromagnetische straling) alleen doorlaat als het in een bepaalde richtinggepolariseerd is. Geeft bij fotograferen een soort van zonnenbrileffect.
RAW RAW duidt op een methode om afbeeldingen, gemaakt met een digitale camera, op te slaan. Een RAW-bestand bevat de oorspronkelijke ruwe en onbewerkte gegevens zoals die van de beeldsensor zijn uitgelezen.
Reflectie-scherm
Een reflector is in de basis niet meer of minder dan een object wat gebruikt wordt om licht te weerkaatsen
Ruis Korrelstructuur die in het beeld onstaat bij te hoge ISO-waarden.
Scherptediepte Scherptediepte is de afstand waarbinnen het onderwerp op de foto scherp wordt weergegeven.
Sensor Zie Beeldsensor.
Sky filter Zelfde werking als een UV Filter. Bovendien filtert dit type filter overmatig blauw uit het kleurbereik.
Slaveflitser Losse flitser ter ondersteuning.
Sluitertijd Een foto heeft een bepaalde hoeveelheid licht nodig voor een goed resultaat. De sluitertijd bepaalt hoe lang het licht door de beeldsensor wordt vastgelegd.
sRGB Kleurruimte met een kleiner bereik dan AdobeRGB
Staafflitser Externe flitser die naast de camera is bevestigd.
Statief Is een standaard met drie poten die u onder een (video)cam-era bevestigd, zodat u een basis heeft om stabiele opnamen te kunnen maken. Vooral wanneer de camera foto's moet maken met langere sluitertijden, is een statief onontbeerlijk. Zonder een statief krijgt u bij dergelijke foto's snel bewegingsonscherpte.
Stop De sprong/stap van een sluitertijd naar een hogere of lagere tijd wordt een 'stop' genoemd. Dat geld ook voor het diafragma. De sprong van de ene diafragma-opening naar de volgende of de vorige is ook een stop. Een stop betekent altijd een verdubbeling of halvering.
UV - Filter Voorkomt hinderlijke kleurzweem en wordt veel gebruikt ter bescherming van het onbjectief.
Vignettering Vignettering of lichtafval is het afnemen van de helderheid in de hoeken van een afbeelding of foto, ten opzichte van het midden.
Wifi Draadloze verbinding met een netwerk.
Witbalans-insteling
Met de witbalans zorg u ervoor dat de invloed van de li-chtbronkleur op de kleurweergave van de foto wordt geneutraliseerd. Als u dit niet doet kunnen de foto's in min of meerdere mate een kleurafwijking vertonen (bijvoorbeeld te rood of te blauw).
Colofon
TekstRobert van den EijkLianne van den EijkNico Richie
VormgevingPetra MeerdinkWouter Steller
FotografieRobert van den Eijk E.a.
Copyright 2013 DigiFotoCursus
Internet www.dfcursus.nlTwitter @digifotocursusFacebook digifotocursusE-mail [email protected]
36