Sinterklaas is verdwenennergens te vinden

nergens te zienNam hij de benen,

is hij hem geknepen,weggewaaid misschien?

Het weerbericht van hal-lef tweezei: ‘Opgepast, storm op zee!’

Ik moet er niet aan denken,de boot van Sinterklaas

op zee met windkracht tien!

Daar komt ie!

Oh, wat een feest, jongens wat een feest!Samen gezellig op een rijtje.

Zing een lied voor Sint en Piet;het duurt nog wel een tijdje.

Maar, maar, wat hoor ik daar?

Ja, ja, daar komt ie, daar komt ie,daar komt ie,

ja, ja, daar komt iedag Sinterklaas.

Met je Piet, Piet, Piet, Piet, Pieterman,die dansen kan, die lachen kan.

Ja, ja, daar komt ie, daar komt ie, daar komt ie.

Ja, ja daar komt ie, dag Sinterklaas!

Oh, wat een feest, jongens wat een feest!Kom maar gezellig even binnen.Schrik maar niet van Sint en Piet;

het feest kan nu beginnen!Maar, maar, wat hoor ik daar?

Ja, ja, daar komt ie, daar komt ie,daar komt ie,

ja, ja, daar komt iedag Sinterklaas.

Met je Piet, Piet, Piet, Piet, Pieterman,die dansen kan, die lachen kan.

Ja, ja, daar komt ie, daar komt ie, daar komt ie.

Ja, ja daar komt ie, dag Sinterklaas!

Een cadeau voor de Sint

1Zeg Sinterklaasje heeft vandaag z’n

schoentje zelf gezet.Want Sinterklaasje wou zo graag een

letter van banket,een letter van banket.

2Hij wou zo graag een mooie ring en ook

een nieuwe fiets.Maar toen hij ’s morgens kijken ging,

toen stond beneden niets…. toen stond beneden niets.

3Geen pepernootje, geen cadeau, geen boekje,

dun of dik.De Sint, de Sint, hij huilde zoen Piet werd wit van schrik…en Piet werd wit van schrik.

4“Toe, stil nou Sint,’ zei Pieterbaas, ‘uw baardje

wordt zo nat.Toe stil nou, lieve Sinterklaas,

ik weet misschien al wat….ik weet misschien al wat.’

5´U kent toch alle kind´ren hier? Die helpen

altijd graag.Die maken vast met veel plezier

een tekening vandaag….een tekening vandaag.’

6.En alle kind’ren van het land, die gingen dat

toen doen.En Sinterklaas moest lachen,want hij kreeg er ’n miljoen…

hij kreeg er ’n miljoen.

7.Ze tekenden een mooie ring, een boek, een

pepernooten op de mooiste tekeningeen fiets en die was rood…een fiets en die was rood.

8.Die fiets had nooit een lekke band, hij was

maar van papier.Maar Sint die hing hem aan de wand

en keek met veel plezier…en keek met veel plezier!

Sinterklaas, kom toch gauw!

1.Sinterklaas, kom toch gauw, dat willen wij

graag.De handen omhoog, de handen omlaag.Zwarte Piet, kom toch gauw, dat willen

wij echt.Wij stampen met links, wij stampen met

rechts.

Sinterklaas, kom maar binnen!Klap, klap, klap.

Zwarte Piet kom maar binnen!stamp, stamp, stamp.

De stoel staat al klaar, het is feest in de tent.

Wij zingen dit lied totdat u er bent.

2.Sinterklaas, kom toch gauw, dat vinden

wij fijn.Wij maken ons groot, wij maken ons klein.Zwarte Piet, kom toch gauw, dat willen wij

heus.Een hand aan je oor, een hand aan je

neus.

Sinterklaas, kom maar binnen!Klap, klap, klap.

Zwarte Piet kom maar binnen!stamp, stamp, stamp.

De stoel staat al klaar, het is feest in de tent.

Wij zingen dit lied totdat u er bent.

3.Sinterklaas, kom toch gauw, wij zingen

hier blij.Een klap in de lucht, een klap naar opzij.Zwarte Piet, kom toch gauw, dat willen wij

echt.Wij buigen heel diep, wij zitten weer recht.

Sinterklaas, kom maar binnen!Klap, klap, klap.

Zwarte Piet kom maar binnen!stamp, stamp, stamp.

De stoel staat al klaar, het is feest in de tent.

Wij zingen dit lied totdat u er bent.

Pietengym

Doe maar mee met de pietengym,de pietengym, de pietengym.

Klauter naar boven: klim, klim, klim.Daar word je lenig van.

Wuif met je handen: zwaai, zwaai, zwaai.Draai met je heupen: draai, draai, draai.Schud met je schouders: wap, wap, wap.

Dans met je voeten: stap, stap, stap.

Doe maar mee met de pietengym,de pietengym, de pietengym.

Klim naar beneden: klim, klim, klim.Daar word je lenig van.

Wuif met je handen: zwaai, zwaai, zwaai.Draai met je heupen: draai, draai, draai.Schud met je schouders: wap, wap, wap.

Dans met je voeten: stap, stap, stap.

Sint is weg

Samen:

Hé, Piet, waar is de Sint, de Sint, de Sint?Hé, Piet, waar is de Sint, weet jij waar ik hem

vind?

Piet:

Oh, jongens wat een pech, een pech, een pech

Oh, jongens wat een pechwant Sinterklaas is weg!

Samen: Wan-neer komt hij terug, terug, terug?

Wan-neer komt hij terug?

Piet: Nou, ik denk niet zo vlug!

Samen: Waarom is hij niet thuis, niet thuis, niet thuis?

Waarom is hij niet thuis?

Piet: Hij ’s naar ’t bejaardenhuis.

Samen: Piet, dat is wel heel raar, heel raar, heel raar.

Piet, dat is wel heel raar!

Piet: Het is dan ook niet waar!

Piet:

Ik wist wel waar hij was, hij was, hij was.Ik wist wel waar hij was:

hij moest gewoon een plas.

Samen: Dus komt de Sint zo hier, zo hier, zo hier.

Dus komt de Sint zo hier,

Piet: ‘k Wens jullie veel plezier!

Blijf nog even Zwarte Piet

Blijf nog even Zwarte Piet. Ga niet terug naar Spanje.

Blijf nog even, blijf nog even, Zwarte Piet.Ga nog niet!

Pak een slaap-zak als je wilten schone kle-ren.

Dan mag je hier - met plezierhet hele jaar lo-ge-ren!

Blijf nog even Zwarte Piet. Ga niet terug naar Spanje.

Blijf nog even, blijf nog even, Zwarte Piet.Ga nog niet!

Pak een washand als je wilten schone kle-ren.

Dan mag je hier - met plezierhet hele jaar lo-ge-ren!

Blijf nog even Zwarte Piet. Ga niet terug naar Spanje.

Blijf nog even, blijf nog even, Zwarte Piet.Ga nog niet!

Pak een handdoek als je wilten schone kle-ren.

Dan mag je hier met plezierhet hele jaar lo-ge-ren!

Blijf nog even Zwarte Piet. Ga niet terug naar Spanje.

Blijf nog even, blijf nog even, Zwarte Piet.Ga nog niet!

Pak een borstel als je wilten schone kle-ren

Dan mag je hier met plezierhet hele jaar lo-ge-ren!

Blijf nog even Zwarte Piet. Ga niet terug naar Spanje.

Blijf nog even, blijf nog even, Zwarte Piet.Ga nog niet!