Silicon Wadi 1 en introductie februari 2014

1
door Jan Franke FOTO: LAURENS SAMSOM / ACHTERGROND: DIAMOND CENTER, MAYA LEVIN FLASH/90 D e ogen van Alice Grishin (28) stralen grenzeloze ambitie uit. Voor Israëlische begrippen is ze formeel gekleed: een mantelpak, hoge hakken, zorgvuldig opgemaakt. Ze komt net van een technologieconferentie in het centrum van Tel Aviv. „Ik stapte op een man af die er met zijn baardje en hoed uitzag als een popster. Bleek het de algemeen directeur van Intel [een van ’s werelds grootste computerbedrijven] in Israël te zijn! Hij wilde mijn kaartje,” zegt ze verheugd. Grishin zoekt al een aantal jaren naar kansen als deze. Geboren in een zionistisch gezin in Charkov (Oekraïne), maakte ze in 1999 alia. Alleen opa, economieprofessor en bankier, bleef achter. Het was geen zachte landing; tijdens de Tweede Libanonoorlog viel een raket vlak bij de gezinswoning in Haifa. „Ik wilde Israël beschermen en zette alles op alles om in de inlichtingendienst te dienen. Wat ik precies deed kan ik niet zeggen, maar het was spannend werk.” Haar ervaring in de IDF en studie economie leidden tot een functie als risicoanalist bij een van Israëls grootste banken. Maar het kantoorleven beviel niet. Aangestoken door vrienden met succesvolle technologiebedrijfjes, nam ze de gok en begon voor zichzelf. „Mijn kracht ligt in mensen bij elkaar brengen. Ik stap op iedereen af en pak mensen makkelijk in. Dat heb ik tijdens mijn studentenbaan in de horeca geleerd.” Maar hoe kom je binnen in de masculiene Israëlische ondernemerscultuur? Grishin liep alle conferenties, borrels en lezingen af. Ze gebruikte vrienden en relaties uit het leger om te bepalen waar haar kansen lagen. Het was niet genoeg. Ze leerde de eerste jaren dure lessen. „Ik heb zoveel mensen bij elkaar gebracht, zonder dat ik daar zelf iets aan overhield. Ik had moeite te bepalen wie klanten zijn en ging in zee met partners die niet dezelfde passie en overtuiging hadden.” Na drie mislukte projecten had Grishin dit voorjaar eindelijk geluk. Op een zakelijke borrel ontmoette ze een grote delegatie uit Zuid-Korea die veelbelovende technologie zoeken. Er bleek een ondersteuningsfonds voor handelsbevordering tussen Korea en Israël te zijn. En Zuid-Korea is een interessante markt voor Israëlische technologiebedrijven, omdat Zuid- Koreaanse consumenten vaak als eerste nieuwe elektronica gebruiken. Het geldt als proeftuin voor de gigantische Chinese markt. „Hier zien mensen Zuid-Korea als een soort China, terwijl er grote culturele verschillen zijn, ook in het zakendoen. Ik zuig de cultuur in mij op, spreek dagelijks Koreaanse ondernemers via Skype en heb nu zelfs een door de Zuid-Koreaanse overheid betaalde stagiair voor mij werken.” Grishin vertegenwoordigt nu veertig Israëlische bedrijven die de Koreaanse markt op willen. Maar het schip met geld is nog lang niet binnen. „Israëli’s zijn keihard en betalen pas als de deal rond is.” Aan het eind van het gesprek vertelt Grishin op zachte toon: „Je moet weten: mijn ouders, traditionele Russen, zijn heel boos dat ik mijn baan bij de bank heb opgezegd. Maar ik ben zionist; ik wil Israëlische kennis over de wereld verkopen en bijdragen aan een positiever beeld van ons land. Het is een soort geloof.” ‘Israëli’s zijn keihard en betalen pas als de deal rond is’ Een visitekaartje 28 ADAR 5774 C23 | 31 NIW7423_SiliconWadi.indd 1 26-02-14 15:13

description

TEL AVIV - Sinds begin dit jaar heb ik de grote eer om een tweewekelijkse column over Israelische technologie en innovatie te mogen schrijven voor het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Dit is de eerste aflevering, met een kort interview met mij over dit mooie project.

Transcript of Silicon Wadi 1 en introductie februari 2014

Page 1: Silicon Wadi 1 en introductie februari 2014

door Jan Frankedoor Jan Franke

FOTO

: LAU

REN

S SA

MSO

M /

ACH

TERG

RON

D: D

IAM

ON

D CE

NTE

R, M

AYA

LEVI

N F

LASH

/90

D e ogen van Alice Grishin (28) stralen grenzeloze ambitie uit. Voor Israëlische begrippen is ze formeel gekleed: een mantelpak, hoge hakken,

zorgvuldig opgemaakt. Ze komt net van een technologieconferentie in het centrum van Tel Aviv. „Ik stapte op een man af die er met zijn baardje en hoed uitzag als een popster. Bleek het de algemeen directeur van Intel [een van ’s werelds grootste computerbedrijven] in Israël te zijn! Hij wilde mijn kaartje,” zegt ze verheugd. Grishin zoekt al een aantal jaren naar kansen als deze.

Geboren in een zionistisch gezin in Charkov (Oekraïne), maakte ze in 1999 alia. Alleen opa, economieprofessor en bankier, bleef achter. Het was geen zachte landing; tijdens de Tweede Libanonoorlog viel een raket vlak bij de gezinswoning in Haifa. „Ik wilde Israël beschermen en zette alles op alles om in de inlichtingendienst te dienen. Wat ik precies deed kan ik niet zeggen, maar het was spannend werk.” Haar ervaring in de IDF en studie economie leidden tot een functie als risicoanalist bij een van Israëls grootste banken. Maar het kantoorleven beviel niet. Aangestoken door vrienden met succesvolle technologiebedrijfjes, nam ze de gok en begon voor zichzelf. „Mijn kracht ligt in mensen bij elkaar brengen. Ik stap op iedereen af en pak mensen makkelijk in. Dat heb ik tijdens mijn studentenbaan in de horeca geleerd.” Maar hoe kom je binnen in de masculiene Israëlische ondernemerscultuur? Grishin liep alle conferenties, borrels en lezingen af. Ze gebruikte vrienden en relaties uit het leger om te bepalen waar haar kansen lagen. Het was niet genoeg. Ze leerde de eerste jaren dure lessen. „Ik heb zoveel mensen bij elkaar gebracht, zonder dat ik daar zelf iets aan overhield. Ik had moeite te bepalen wie klanten zijn en ging in zee met partners die niet dezelfde passie en overtuiging hadden.”

Na drie mislukte projecten had Grishin dit voorjaar eindelijk geluk. Op een zakelijke borrel ontmoette ze een grote delegatie uit Zuid-Korea die veelbelovende technologie zoeken. Er bleek een ondersteuningsfonds voor handelsbevordering tussen Korea en Israël te zijn. En Zuid-Korea is een interessante markt voor Israëlische technologiebedrijven, omdat Zuid-Koreaanse consumenten vaak als eerste nieuwe elektronica gebruiken. Het geldt als proeftuin voor de gigantische Chinese markt. „Hier zien mensen Zuid-Korea als een soort China, terwijl er grote culturele verschillen zijn, ook in het zakendoen. Ik

zuig de cultuur in mij op, spreek dagelijks Koreaanse ondernemers via Skype en heb nu zelfs een door de Zuid-Koreaanse overheid betaalde stagiair voor mij werken.”

Grishin vertegenwoordigt nu veertig Israëlische bedrijven die de Koreaanse markt op willen. Maar het schip met geld is nog lang niet binnen. „Israëli’s zijn keihard en betalen pas als de deal rond is.”

Aan het eind van het gesprek vertelt Grishin op zachte toon: „Je moet weten: mijn ouders, traditionele Russen, zijn heel boos dat ik mijn baan bij de bank heb opgezegd. Maar ik ben zionist; ik wil Israëlische kennis over de wereld verkopen en bijdragen aan een positiever beeld van ons land. Het is een soort geloof.” ■

‘Israëli’s zijn keihard en betalen pas als de deal rond is’

Een visitekaartje

28 ADAR 5774 C 23 | 31

NIW7423_SiliconWadi.indd 1 26-02-14 15:13