Seminar Naar een Europese Voedselstrategie, gehouden op 23 februari 2017

7
Symposium Naar een EU voedselstrategie (feb 2017) 1 Symposium Naar een Europese Voedselstrategie Ministerie van Economische Zaken (EZ), Den Haag, 23-2-17 Ter gelegenheid van het afscheid van Joost de Jong Introductie van de drie sprekers, door Martijn Weijtens (EZ): - Joost de Jong, senior beleidsadviseur voedselstrategie, ministerie van EZ - Krijn Poppe, Wageningen Economic Research - Erik Mathijs, Universiteit van Leuven Presentatie Joost de Jong (link naar gebruikte slides; zie bijlage 1 voor volledig uitgeschreven versie) Hoofdpunten: Hoofdstelling voor de discussie is: Als Nederland haar voedselbeleid serieus neemt, maakt ze zich sterk voor een Europese voedselstrategie. Vanuit drie perspectieven belicht De Jong deze stelling. 1) Mondiaal: uitdagingen op het gebied van afnemende biodiversiteit, klimaatverandering, voedselzekerheid voor groeiende wereldbevolking, toenemende vleesconsumptie, uitputting van natuurlijke hulp bronnen en toename obesitas brengen met zich mee dat voedselsystemen zullen moeten veranderen. Dit heeft ook gevolgen voor de Europese Unie 2) Europese Unie: het voedselbeleid in de EU is verdeeld over meerdere DG’s en is weinig coherent. EU-beleid gericht op duurzamer voedselsystemen raakt aan het GLB, aan mededingingsregels en vraagt om Europese innovatie-inspanningen. Een meer coherente EU-strategie kan meerwaarde hebben op meerdere vlakken. Het voedselbeleid krijgt een duidelijker positie in het Europese beleid, de inzet van instrumenten kan effectiever plaatsvinden, de aanpak kan meer geharmoniseerd worden en het kan meer focus en samenwerking teweeg brengen in onderzoek en innovatie. 3) Nederland: voor Nederland op zijn beurt biedt een EU-voedselstrategie niet alleen goede kansen, die is ook nodig om een aantal nationale ambities op voedselgebied te kunnen realiseren. Dat vergt wel een keuze: willen we als Nederland vooral voorop lopen of willen we een ‘level playing field’? Een Europese strategie kan de robuustheid van de nationale inspanningen vergroten, vergemakkelijkt ook harmonisatie, en kan de effectiviteit van nationale instrumenten vergroten. Binnen zo’n voedselstrategie kan Nederland zich goed laten leiden door de principes die verwoord zijn in de voedselagenda van het kabinet. Presentatie Krijn Poppe (link naar de gebruikte slides) Hoofdpunten: Het GLB zal net als in de afgelopen decennia blijven veranderen (zie figuur). Het denken over een voedselstrategie kan weer een nieuwe verandering inluiden. Poppe licht dit toe door in te gaan op 5 grote maatschappelijke uitdagingen, op elementen van een Gemeenschappelijk Landbouw- en Voedselbeleid (GLVB), en op 5 misvattingen die ons in de weg zitten.

Transcript of Seminar Naar een Europese Voedselstrategie, gehouden op 23 februari 2017

Page 1: Seminar Naar een Europese Voedselstrategie, gehouden op 23 februari 2017

Symposium Naar een EU voedselstrategie (feb 2017) 1

Symposium Naar een Europese Voedselstrategie Ministerie van Economische Zaken (EZ), Den Haag, 23-2-17 Ter gelegenheid van het afscheid van Joost de Jong Introductie van de drie sprekers, door Martijn Weijtens (EZ): - Joost de Jong, senior beleidsadviseur voedselstrategie, ministerie van EZ - Krijn Poppe, Wageningen Economic Research - Erik Mathijs, Universiteit van Leuven Presentatie Joost de Jong (link naar gebruikte slides; zie bijlage 1 voor volledig uitgeschreven versie) Hoofdpunten: Hoofdstelling voor de discussie is: Als Nederland haar voedselbeleid serieus neemt, maakt ze zich sterk voor een Europese voedselstrategie. Vanuit drie perspectieven belicht De Jong deze stelling. 1) Mondiaal: uitdagingen op het gebied van afnemende

biodiversiteit, klimaatverandering, voedselzekerheid voor groeiende wereldbevolking, toenemende vleesconsumptie, uitputting van natuurlijke hulp bronnen en toename obesitas brengen met zich mee dat voedselsystemen zullen moeten veranderen. Dit heeft ook gevolgen voor de Europese Unie

2) Europese Unie: het voedselbeleid in de EU is verdeeld over meerdere DG’s en is weinig coherent. EU-beleid gericht op duurzamer voedselsystemen raakt aan het GLB, aan mededingingsregels en vraagt om Europese innovatie-inspanningen. Een meer coherente EU-strategie kan meerwaarde hebben op meerdere vlakken. Het voedselbeleid krijgt een duidelijker positie in het Europese beleid, de inzet van instrumenten kan effectiever plaatsvinden, de aanpak kan meer geharmoniseerd worden en het kan meer focus en samenwerking teweeg brengen in onderzoek en innovatie.

3) Nederland: voor Nederland op zijn beurt biedt een EU-voedselstrategie niet alleen goede kansen, die is ook nodig om een aantal nationale ambities op voedselgebied te kunnen realiseren. Dat vergt wel een keuze: willen we als Nederland vooral voorop lopen of willen we een ‘level playing field’? Een Europese strategie kan de robuustheid van de nationale inspanningen vergroten, vergemakkelijkt ook harmonisatie, en kan de effectiviteit van nationale instrumenten vergroten. Binnen zo’n voedselstrategie kan Nederland zich goed laten leiden door de principes die verwoord zijn in de voedselagenda van het kabinet.

Presentatie Krijn Poppe (link naar de gebruikte slides) Hoofdpunten: Het GLB zal net als in de afgelopen decennia blijven veranderen (zie figuur). Het denken over een voedselstrategie kan weer een nieuwe verandering inluiden. Poppe licht dit toe door in te gaan op 5 grote maatschappelijke uitdagingen, op elementen van een Gemeenschappelijk Landbouw- en Voedselbeleid (GLVB), en op 5 misvattingen die ons in de weg zitten.

Page 2: Seminar Naar een Europese Voedselstrategie, gehouden op 23 februari 2017

Symposium Naar een EU voedselstrategie (feb 2017) 2

De 5 grote mondiale uitdagingen: - Voedselzekerheid en –veiligheid - Klimaatsverandering, water en energieverbruik - Vermindering van ecologische effecten - Gezond menu voor levenslang gezond leven - Ongelijkheid Een van de manieren om met die uitdagingen om te gaan is via een gemeenschappelijk landbouw en voedselbeleid: van GLB naar GLVB. Hoe doe je dat? Een nuttig hulpmiddel vormen de twee perspectieven die in een EU-werkgroep zijn ontwikkeld: het perspectief waarin productiviteitsverhoging centraal staat, en dat waarin het (voedsel)voorzieningsniveau centraal staat. In de paper die Fresco en Poppe hebben geschreven over de contouren van een GLVB onderscheiden zij 5 pijlers en daarbij horende instrumenten: * Inkomensondersteuning * Vergroening, ecosysteemdiensten * Plattelandsontwikkeling * Voedsel en gezondheid * Monitoring en onderzoek Om verdere stappen te zetten helpt het om een aantal hardnekkige misvattingen achter ons te laten. Poppe noemt met name:

Mogen overheden zich niet met het wel of niet eten van biefstuk bemoeien? Dat doen zij al, en dat is onvermijdelijk.

Gaat voedselveiligheid voor alles? Ja, maar laten we het dan ook hebben over wat voedselveiligheid op de langere termijn inhoudt.

Moet alles via level playing field? Duurzame en innovatieve bedrijven hebben het daar niet over, die willen juist vooroplopen.

Nederland moet de wereld voeden? Het wereldvoedselvraagstuk is veel te groot in het licht van het productievermogen van Nederland – het wordt anders als we het over het kennis- en innovatievermogen van Nederland hebben.

Iedereen van de biefstuk af? Het mondiale menu kán niet zonder rundvlees

Page 3: Seminar Naar een Europese Voedselstrategie, gehouden op 23 februari 2017

Symposium Naar een EU voedselstrategie (feb 2017) 3

Presentatie Erik Mathijs (zie bijlage voor slides) Hoofdpunten: De aard van het beestje Voedselsystemen zijn onherroepelijk spaghetti-kluwen. Het heeft alle kenmerken van een complexe systeem, dat tamelijk onoverzichtelijk is en bol staat van paradoxen, van inherente spanningen. Mathijs benoemt 8 spanningen die ingebakken zitten in het systeem. De complexiteit maakt dat het een illusie is om te denken dat daarvoor coherent beleid ontwikkeld kan worden. Marktkrachten zijn zeer bepalend voor hoe voedselsystemen zich ontwikkelen. Dat betekent dat overheden deze marktoriëntatie als referentiekader moeten nemen voor eventuele interventies: waar deze marktkrachten falen is in beginsel een rol voor de overheid. De rol van beleid Het beleid richt zich op symptomen, niet op oorzaken. Oorzaken zijn met name de atomistische landbouwstructuur, de grote invloed van natuur op de productie, het ontbreken van een markt voor publieke goederen, de hoge prijsinelasticiteit van de vraag, het dalende aandeel van voeding in de bestedingen, en het grote verlangen naar vet en suiker. Een EU voedselstrategie kan niettemin een goede dienst bewijzen als het erin slaagt aan te grijpen op de belangrijkste spanningen in het voedselsysteem.

EU en voedselsysteem Een voedselstrategie zou in elk geval de volgende elementen moeten bevatten:

Een coherente visie op een divers voedselsysteem

Marktoriëntatie respecteren: marktsignalen niet verstoren

Publiek geld voor publieke goederen, maar via verschillende institutionele arrangementen: private labels, P2 subsidies, commons

Gelaagd risicobeheer

Synergieën vinden tussen de keten (verticaal) en onderdelen ervan (horizontaal), tussen voeding en niet-voeding (bv. via de gezondheidszorg), en tussen landbouw en niet-landbouw (bv. via toerisme)

DISCUSSIE Wouter van der Weijden, CLM Waarom wachten op de EU, waarom niet gewoon aan de gang gaan? De urgentie is groot genoeg, vooral vanwege een kracht die ik gemist heb: geopolitieke veranderingen. Onder andere door dreigende fosfaattekorten maak ik mij zorgen over de voedselvoorziening op langere termijn. Het EU beleid moet zich dus op de langere termijn focussen

Reacties: Joost: Ik deel die zorg. Dat betekent bijvoorbeeld meer onderzoek doen naar dergelijke grondstoffentekorten. Krijn: Deel het ook, al is wel de vraag of het GLB daar veel aan kan doen.

Page 4: Seminar Naar een Europese Voedselstrategie, gehouden op 23 februari 2017

Symposium Naar een EU voedselstrategie (feb 2017) 4

Erik: Supermarkten en multinationale ondernemingen zijn hier beslist alert op en al druk mee bezig. Dit zou onderdeel kunnen zijn van de visie waar ik over sprak. We zien nu dat het productiepotentieel in oostelijk Europa onderbenut, en in het westelijke deel overbenut wordt. Casper Zulim-de Swarte, ministerie EZ De voedseltaks waar onder andere Joost over sprak is in Denemarken mislukt. Zijn er andere instrumenten?

Reacties: Joost: Het laatste woord over de effectiviteit van suiker- en vettaksen is er nog niet over gezegd. Er zijn geslaagde voorbeelden uit landen buiten de EU. Naast taksen kun je denken aan aanscherping van regels over productsamenstelling, en aan het verminderen van subsidies op ongezonde producten. Erik: De hamvraag is waar de externe effecten zitten, op wiens bordje die belanden. Die zitten onder andere in het gezondheidssysteem en in de stijgende kosten daarvan, maar die link zit niet in een taks-systeem ingebakken. Het gebeurde wel bijvoorbeeld bij wat Unilever en een zorgverzekeraar deden met Becel. Krijn: Een recente simulatiestudie in Frankrijk liet zien dat je met verschillende btw-tarieven best wel wat kunt doen. In Denemarken was de vettaks te zwaar gereguleerd. Wat onderbelicht is misschien de signaalfunctie die uitgaat van bijzondere taksen. Die kan wel eens belangrijker zijn dan de directe effecten. Dick Koelega, Ministerie EZ ‘Sectoren’ bestaan steeds minder, vormen steeds minder een goede term te beschrijven wat we willen beschrijven. Het voedselsysteem is ook steeds meer fluïde. Hoe kun je vanuit een systeemperspectief een nieuw verbond smeden met partijen die klimaatverandering het hoofd willen bieden?

Reacties: Erik: Je kunt vrij goed aangeven welke klimaat-instrumenten meer en minder effectief zijn, bijvoorbeeld aan de hand van de marginal abatement cost curve. Opvallend is dat bomen planten een van de meest effectieve maatregelen is. Zo simpel kan het zijn! André van der Zanden, RIVM Ik zou meer willen weten over wat de echte drivers of change zijn. Wat maakt het urgent om te gaan investeren in een voedselstrategie? Wat zal het onvermijdelijk maken? Gebeurt dat wanneer de huidige beleidskaders voelbaar niet meer voldoen, en wat gebeurt er dan? Is de angst voor grondstoffentekorten die net genoemd werd een trigger?

Reacties: Krijn: In de paper die ik samen met Louise Fresco heb geschreven zeggen we dat de integratie naar een GLVB veel tijd zal gaan kosten. Maar dat het gaat gebeuren lijkt onvermijdelijk. Er zal vroeg of laat een nieuw verhaal moeten komen over de ratio achter het GLB, over al dat geld dat er naar toe gaat. Een institutionele druk op legitimatie achter GLB-uitgaven zie ik als zo’n bron van verandering. Erik: De urgentie wordt wat mij betreft goed verwoord in de Sustainable Development Goals en in de afspraken van het Parijs-akkoord. Die zetten de toon. Joost: Wat mij opvalt is dat de druk op verandering nu teveel bij de producenten ligt, terwijl het veel breder over de keten zal moeten.

Page 5: Seminar Naar een Europese Voedselstrategie, gehouden op 23 februari 2017

Symposium Naar een EU voedselstrategie (feb 2017) 5

Gerrit Meester vult aan: Is er nu niet het moment van het grote budgetdebat in de EU? Liggen de ideeën al klaar, en is er al een denktank al in functie die kan uittekenen hoe stappen richting een GLVB praktisch gezet kunnen worden? Romke Woudstra Welke andere lidstaten willen meedenken?

Reacties: Joost: Het VK was al ‘aan boord’, maar er zijn er meer. Denk aan Denemarken, Spanje en Frankrijk. We doen er verstandig aan hier meer werk van te maken. Gerard Titulaer De inschattingen van de kosten van voedselgerelateerde zorg lopen in de miljarden. Moeten we niet met veel verregaander maatregelen komen om het systeem duurzamer en gezonder te maken?

Reacties: Joost: Die kosten zijn inderdaad aanzienlijk. Het RIVM schat het aandeel voor Nederland op minstens 5% van de zorgkosten Krijn: Dit is een politieke kwestie. Probleem is vaak dat de baten en de kosten van maatregelen ongelijk verdeeld zijn. Hoe kunnen we verliezers compenseren? Dit weten we bij voedsel nog onvoldoende. Erik: De gevolgen van de obesogene omgeving is onderschat probleem. Nieuwe winkelcentra kun je anders laten inrichten. Het is ook een goede reden om het businessmodel van supermarkten te veranderen. Krijn: Hetzelfde kunnen we doen in stadsontwikkeling, dat laat zien dat er meer mogelijk is dan een taks. AFRONDING Aldrik Gierveld sluit het symposium af. Joost heeft met dit onderwerp iets stormachtigs op tafel gelegd. Aan de conclusie van Joost valt niet te ontkomen: er is dringend behoefte aan zowel een nationale als een EU voedselstrategie. Kunnen we lang wachten? Hij haalt aan wat Gorbatschov tegen Honecker zei op 7 oktober 1989: Wie te laat komt wordt door het leven gestraft. Geldt dat hier ook? Het GLB zal transformeren naar een GLVB. Wat hebben we daarvoor nodig? Joost heeft ons er telkens op gewezen hier veel energie in te steken. We gaan hem missen!

Page 6: Seminar Naar een Europese Voedselstrategie, gehouden op 23 februari 2017

24-2-2017

1

Strategieën om het voedselkluwen te ontwarren

Erik Mathijs

23 februari 2017

Overzicht

• Het voedselsysteem is een onontwarbaar kluwen

• Bestaande beleidsmaatregelen zijn teveel gericht op symptoombestrijding

• Beleid moet strategieën ondersteunen die synergiën zoeken tussen verticale en horizontale oplossingen

Voedsel wordt geproduceerd, gedistribueerd en geconsumeerd in SYSTEMEN

Direct payments

Income

Agricultural production

Processing & distribution

Trade

Natural resources

Human resources

Environmental standards

Enough calories

Healthy diet

Food citizenship

Environmental payments

Farming costs

Income staples

Income F&V

Prod price staples

Prod price F&V

Cons price staples

Cons price F&V

INT

Food wasteFood

environment

② ③④

⑧CAP

ENVI

SANTE

COMP

TRADE System challenges

① Intensify both when income ↑ (profit) and ↓ (survival)

② Market power to farmers

③ Market power to consumers / retail business model F&V margin

④ Cheap staples good for calories, bad for diet

⑤ Food environment doesn’t enable healthy diets sufficiently

⑥ Food environment doesn’t sufficiently prevent waste

⑦ Unequal direct payments, primarily to large staple producers

⑧ Environmental payments do not sufficiently cover cost increases

Page 7: Seminar Naar een Europese Voedselstrategie, gehouden op 23 februari 2017

24-2-2017

2

Dominante archetype in beleid Root causes

Atomistische landbouw-structuur

Invloed natuur op productie

Aandeel voeding in inkomen

Natuurlijke verlangen naar vet en suiker

Prijsinelasticiteit van aanbod en vraag

Geen markt voor publieke goederen

Source: Williamson, O.E., 2000, The New Institutional Economics: Taking Stock, Looking Ahead, JEL

Taksen en standaarden,

internalisatie externe

kosten

Verticale en horizontale

organisatie en coördinatie

Land en voedsel

als commons

Nieuwe spijswetten

Elementen van een EU voedselstrategie

1. Coherente VISIE over een DIVERS voedselsysteem

2. Marktoriëntatie: marktsignalen niet verstoren

3. Publiek geld voor publieke goederen, maar via verschillende institutionele arrangementen: private labels, P2 subsidies, commons (?)

4. Gelaagd risicobeheer

5. Synergiën• Verticaal/horizontaal• Voeding/niet-voeding (bv. gezondheid)• Landbouw/niet-landbouw (bv. toerisme)• …

Source: OECD (2011)

www.glamur.eu @glamurproject

www.sufisa.eu @sufisa_eu

www.sustainableplaceshaping.net @SUSPLACE_ITN

www.transmango.eu @TRANSMANGO

transmango.wordpress.com

@erikmathijs