Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

50
Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Transcript of Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Page 1: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Semantische aspecten van verwerving

Hoe leert een kind betekenis?

Page 2: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Vereiste vooraf

Voordat een kind betekenis kan verwerven: verwerving van fonologie (klankleer).

Vanaf geboorte (of zelfs daarvoor: ritme, intonatie) tot ong. 12 maanden

Verwerving van klanken: laatste deel van deze cursus.

Page 3: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Vorm en betekenis

Stelling 1: verwerving van betekenis niet los te koppelen van morfologische/ syntactische verwerving.Stelling 2: verwerving van betekenis niet los te koppelen van sociaal-cognitieve ontwikkeling.Verwerving van betekenis: woordniveau, zinsniveau.

Page 4: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Woordbetekenissen

Geboorte: 0 woorden.Eerste woordjes begrijpen: v.a. 6-7 maanden.‘Brabbelen’: klanken oefenen zonder duidelijke koppeling met betekenis.Bababa, dadada, bebebe, bvvvf.Eerste woordjes produceren: v.a. 12 maanden: papa, mama (begrip??!)

Page 5: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Een lexicon bouwen

Naar basisschool: 10-15.000 woorden.Jongvolwassene: 40-60.00 woordenKind loopt niet onder de arm met de dikke van Dale..Zo veel, zo snel.. Hoe doen ze ’t?

Page 6: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Hoe en wanneer?

Woorden leren: vorm + betekenis.

Let wel: vorm en betekenis niet altijd zelfde als volwassene.

Verwerving van woorden gaat door tot op hoge leeftijd.

Cp: Verwerven van fonologie/syntaxis: kritische leeftijd.

Page 7: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Meten is weten

Hoe weet je wat een kind weet?Hoe meet je wat een kind weet? (experimentele omgeving)Onderscheid begrip en productie: kinderen begrijpen meer dan ze productief gebruiken.Productie is gemakkelijker te meten dan begrip. Zowel aantallen als complexiteit.

Page 8: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Eerste woordjes..

Papa, mama; waf waf, miauw; dag; auto, melk;

Nee!

Deze/die/dat

Page 9: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Woorden leren

Extralinguïstische informatie: aanwijzen en benoemen.Werkt voor: boom, hond, poes, melk, stoplicht, beker, vork, winkel, rood, klein, etc.Concrete objecten.

Page 10: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Doen is weten

Doe het/doe het voor/doe het samen

Werkt voor: drinken, eten, lopen, rennen, slapen, zingen, …

Concrete handelingen.

Page 11: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Werkt niet voor..

Abstracte naamwoorden en werkwoorden: liefde, vriend, geluk, honger, denken, geloven; getallen.

Soms wel, soms niet voor preposities: aan/uit, open/dicht, op/in/onder/boven.

Functiewoorden: de, alle, geen, te, om.

Page 12: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Je bent ermee behept..

Conceptuele predispositie: pre-verbale kinderen hebben al begrip van objecten, eigenschappen en processen om hen heen.

Taalontwikkeling en cognitieve ontwikkeling lopen parallel: kind leert zichzelf in omgeving te plaatsen.

Page 13: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Bootstrapping

‘bootstrapping’: verbinding van type begrip en categorie woord.

Objecten-nomina, handelingen-werkwoord; agens-subject.

Prototypicaliteit

Page 14: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Intentionaliteit

Intentionaliteit: doelgerichtheid.

Kinderen zijn gericht op leggen relatie tussen woord en begrip.

‘fast mapping’: vorm/betekenisrelatie wordt gelegd met minimale aanwijzingen, b.v. houding/ blik/ handeling volwassene.

Page 15: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Ouders vs. televisie

Kinderen leren geen taal van radio/televisie, wel van ouders/andere kinderen, ook van boeken.

Inbedding in extralinguïstische contekst.

Communicatie

Page 16: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Kleine potjes...

Kinderen leren niet alleen taal als er tegen hen wordt gesproken, maar ook als anderen met elkaar spreken.

Rol van cultuur.

B.v. tweetaligheid

Page 17: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Praktische principes

Principle of reference

Whole object principle

Principle of lexical contrast

‘Principle of reference’: je gaat er vanuit dat een woord verwijst.

Elke vorm heeft een betekenis

Page 18: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Whole object principe

Hond verwijst naar hele beest, niet naar oren, staart, etc.

‘Whole object principle’: een woord verwijst naar een object als geheel, niet naar onderdelen.

Page 19: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Bouw een lexicon

‘Principle of lexical contrast’ of ‘mutual exclusivity assumption’: twee woorden verwijzen bij voorkeur niet naar hetzelfde.

Geen synoniemen.

Page 20: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Lente/voorjaar

Citaat (4 jaar): “Wat is voorjaar?” “Voorjaar is hetzelfde als lente.” “Oh, ik zeg wel lente, vind ik makkelijker.”

Page 21: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Woorden in contekst

Hulp van syntactische contekst.

Test: nonsense woorden.

Zaf kwam binnen.

Een zaf kwam binnen.

Jan en Piet zafden.

Jan zafte Piet.

Wie is zaf/wat is een zaf/wat is zaffen?

Page 22: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Complexe betekenissen

Va. 18 maanden: twee woord stadium.

Predikaat-argument structuur: papa weg, pop ziek, baby huilen, broodje eten, boekje lezen, kleuren handen, papa kijken, mama schoen, beer thuis, schoenen uit, op schoot.

Andere twee-woord combinaties: papa toe, pop mee, beetje drinken, bijna klaar, moet dicht, lekker slapen, dag oma, van mij, meer drinken.

Page 23: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Kenmerken

Ontbreken van functionele elementen: determinatoren, preposities, inflectie, ‘zwakke’ pronomina, ..

Wel: nee!, niet doen, die!.

Va. 2-woord stadium en daarboven: verwerving van inflectie en bijbehorende betekenis (20-36 maanden).

Page 24: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Verbale inflectie

Werkwoordsvervoegingen.

In volwassenentaal: ik loop, jij loopt, zij lopen, wij liepen, wij hebben gelopen, wij zullen lopen, wij gaan lopen.

Startpunt voor kinderen: root infinitives.

Hebben, lezen, drinken, kleuren, bouwen,…

Baby huilen, boekje lezen, broodje eten, toren bouwen, mama helpen, …

Page 25: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Volwassenentaal

In volwassenentaal zijn root infinitives zeer beperkt, b.v.:Parel altijd bij ons blijven? Dat zie ik niet gebeuren.We liepen en we liepen maar. En die hond achter ons aansjokken.Wacht, de wekker even proberen voor morgenochtend.

Page 26: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Fase in kindertaal

Root infinitives: fase in ontwikkeling: ruwweg 20-36 maanden.Ook in vrij complexe uitingen: andere beentje ook wiebelen? (22 mnd).Fase van root infinitives niet homogeen in tijd: synt/sem ontwikkeling.Ontwikkeling mondt uit in volwassenstadium.

Page 27: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Modale werkwoorden

Komen nauwelijks voor in root infinitives.

Vanaf voorkomen vervoegd.

Kan niet, lukt niet, lukt wel, moet daar in, mag ik hebben.

Page 28: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Vroege finiete vormen

Eerste hoofdwerkwoorden in finiete vorm: verwijzen naar toestanden.

Baby slaapt, die heef snor, ik ga ook naar de dokter, ik hoor paardje niet, daan ligt in de wieg.

Maar niet alle statische werkwoorden: auto hebben.

Page 29: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord komt eerder dan verleden tijdsvorm:

Heeft gespuugd, heeft gepoept.

Page 30: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Meer finiete ww

Handelingen: doet ‘ie nou? Wat is dat? Valt bijna om. Hier kom de tractor. Kijk, Ernie huil. Hij zeg toetoet.

Page 31: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Generalisaties

Statische werkwoorden komen niet voor in root infinitives (uitzondering: hebben).

Verklaring: statische werkwoorden komen nauwelijks voor als infinitieven in volwassenentaal (m.u.v. hebben).

Rol van input: wat je niet hoort, leer je ook niet.

Page 32: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Temporele verwijzing

Vroege root infinitives kunnen verwijzen naar heden, verleden en toekomst.

Mama helpen: ik ben mama aan het helpen, ik wil mama helpen, mama moet mij helpen.

Kleuren: ik wil kleuren/iemand zit te kleuren/ik heb gekleurd.

Page 33: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Meer voorbeelden

Kleuren handen: ik heb kleur op mijn handen/ ik heb gekleurd op mijn handen.

Baby spugen: baby heeft gespuugd/ baby is aan het spugen.

Page 34: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Modaliteit

In latere stadia van ontwikkeling krijgen root infinitives steeds meer een modale betekenis: willen, moeten, futurum.

Verklaring: Elsewhere principe.

Root infinitive is ‘default’ vorm voor alle betekenissen, tot meer gespecialiseerd vormen zijn verworven.

Page 35: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Verwijzen naar verleden

Met de verwerving van de eerste verleden deelwoorden wordt een manier gecreëerd om naar het verleden te verwijzen.

Baby heeft gespuugd/handen gekleurd zijn opvolger van baby spugen/kleuren handen voor verleden tijd betekenis.

Page 36: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Verwijzen naar heden

Met de verwerving van de eerste finiete vormen van lexicale werkwoorden wordt een manier gecreërd om naar het heden te verwijzen.

Baby huilt is opvolger van baby huilen.

Page 37: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Futurum/modaliteit

Root infinitives blijven bestaan zolang geen complexere constructies zijn verworven voor toekomende tijd en modaliteit.

Met de opkomst van gaan spelen, moet zitten, wil boekje lezen, etc. verdwijnen de root infinitives langzaam uit de kindertaal.

Page 38: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Conclusies I

Root infinitives zijn ‘default’ vorm in kindertaal, omdat andere vormen nog niet worden beheerst.

Fase van root infinitives is niet homogeen: ontwikkelingsstadia.

Root infinitives hebben niet één betekenis: afhankelijk van stadium.

Page 39: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Conclusies II

Morfologische/syntactische en semantische verwerving gaan gelijk op: verwerving van vorm èn betekenis.

Bootstrapping

Page 40: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Overgeneralisatie

Vanaf Vanaf 21/2 à 3 jaar: explosie aan woorden en grammaticale constructies.Alle woorden worden ‘de’ woorden: Mag ik nou de bord?Man/vrouw onderscheid bekend, maar iedereen wordt ‘hij’; pas later weer ‘zij’.Alle werkwoorden worden zwak, ook als sterke vorm al verworven: Hij slaapte/hij roepte, hij loopte, wij zoekten, …

Page 41: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Latere stadia

Als kind naar kleuterschool gaat: ‘goed’ Nederlands.

Va. 3 jaar wordt evt. taalachterstand zichtbaar (SLI, achterstandskinderen).

Taal als ‘sleutel’ voor sociaal-cognitieve ontwikkeling (spelen, leren).

Taalontwikkeling nog niet afgerond

Page 42: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Acquisitie van bereik I

Iedere jongen rijdt op een olifant.

Volwassene: ja

Kind: nee

Page 43: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Acquisitie van bereik II

Je mag twee keer een dobbelsteen rollen. Je mag een dobbelsteen twee keer rollen.

Met hoeveel dobbelstenen mag je rollen?Tot 7 à 8 jaar geven kinderen groot bereik aan ‘twee keer’ in beide zinnen.

Page 44: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Discourse kennis

Krämer (2000): non-integratie hypothese. Kinderen verwerven de ‘zwakke’ interpretatie van indefinieten vroeg. De sterke interpretatie wordt later verworven, omdat die discourse integratie vereist. Kinderen tot 7 à 8 jaar relateren losse zinnen nog niet altijd in discourse. Spreker-hoorder interactie.

Page 45: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Acquisitie van anafora

Volwassenen:

Berti slaat hem*i/k / zichzelfi/*k.

Kinderen:

Berti slaat hemi/k / zichzelfi/*k.

Iedereeni slaat hem*i/k / zichzelfi/*k.

Page 46: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Universele Grammatica?

Probleem: Als je uitgaat van principe A en principe B in Universele Grammatica, verwacht je niet dat kinderen ‘fouten’ maken met deze principes.

Oplossing: late verwerving van Principe P.

Page 47: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Principe P

Als een spreker coreferentie wil uitdrukken moet hij dat bij voorkeur doen door syntactische binding te gebruiken.

Late verwerving van principe P: kind weegt vormen en betekenis nog niet zo tegen elkaar af als volwassene.

Page 48: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Lopend onderzoek

Meer over relatie syntaxis/pragmatiek: project van Sergey Avrutin.

Last in-first out principe: parallellen tussen kindertaal en afasie.

Opbouw/breakdown van communicatie

Page 49: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Eindconclusies I

Diverse deelgebieden van de taalkunde (morfologie, syntaxis, semantiek) hangen samen in acquisitie.

Communicatie via taal: kind moet vat krijgen op spreker-hoorder relatie (discourse integratie, Principe P).

Page 50: Semantische aspecten van verwerving Hoe leert een kind betekenis?

Eindconclusies II

Verwerving van betekenis niet los te koppelen van sociaal-cognitieve ontwikkeling.

Meten is weten: experimenteel onderzoek naar kindertaal is lastig, zeker wanneer het gaat om testen van begrip.