63

‘Docent word je niet, het zit in je bloed’, vindt Leon Laagwater. Na de opleiding Chemische Technologie en de lerarenopleiding heeft hij als docent wiskunde, natuurkunde en scheikunde gewerkt binnen het voorbereidend en hoger onderwijs en het hbo. Nu werkt hij als productmanager bij VSV, de importeur van interactieve lesborden. ‘Mijn huidige functie vind ik erg leuk, iets dat op mijn pad kwam. Maar ik wil absoluut wel weer terug naar het docentenwereldje. De schoolbel, de klassen die leegstromen, de gangen die zich vullen … Dat mis ik wel!’

leon laagwater

Sec

naam Leon LaaGWaterLeeFtijd 33oPLeidinG MastersCienCeeduCationand

CoMMuniCation(seC)sPeCiaLisatie sCienCeeduCationaFstudeerjaar 2001FunCtie ProduCtManaGersMart teCHnoLoGieswerkGever vsv

functie ProduCt manager smart teChnologies Opleiding master sCienCe eduCation and CommuniCation

>>

64

‘ikHeBeenHeLeLeukestaGeGedaan.HetLesGevenwasGeweLdiG,ikkreeGveeLverantwoordeLijkHeid,LeukeCoLLeGa’senBeGeLeidersdieMeoveraLBijBetrokken!’

Had je vroeger al hobby’s die erop wezen dat je docent zou worden?‘Ik gaf al bijles toen ik nog op het vwo zat. Sommen uitgebreid uitwerken en uitleg-gen: dàt vond ik leuk. Ik begon aan de opleiding Chemische Technologie met het idee dat ik later leraar zou worden. In het onderwijs moet je kunnen omgaan met kinderen, pubers, volwassenen en je moet goed kunnen uitleggen. Soms heb je een verhaal over iemands huisdier nodig om een scheikundig proces uit te leggen. Dat moet je kunnen en willen!’

Welke vakken heb je gedaan tijdens je opleiding? ‘Een onderdeel uit de opleiding is het geven van een kleine lessenserie over een onderwerp waar je zelf geen expert in bent. De ‘leerlingen’ waren mijn medestudenten, een kritisch publiek dus. Ik heb veel aan dit vak gehad toen ik als docent lesgaf aan deeltijdstudenten. Zij komen na hun werk ‘s avonds nog lessen volgen en dan moet wel ieder woord dat je zegt zinvol zijn. Ook moesten we de examentraining doen om inzicht te krijgen in hoe een eindexamen in elkaar zit. Ik heb er vooral van geleerd dat de manier van vragen stellen heel belangrijk is voor het verkregen antwoord. Dat merk je later met het maken van proefwerken. Zelf denk je dat een vraag bijvoorbeeld volkomen duidelijk is. Dan krijg je het terug en zie je dat het helemaal niet goed is gemaakt door de leerlingen.’

Heb je tijdens de opleiding praktijker-varing opgedaan met lesgeven?‘Tijdens de opleiding heb ik twee keer een praktijkgerichte stage gedaan als docent voor de klas. Mijn afstudeerstage was op het voortgezet onderwijs in Almere, weer

65

terug naar het Oostvaarderscollege, mijn oude school. Daarnaast heb ik een hele leuke stage gelopen bij een scholenge-meenschap in Hengelo. Het lesgeven was geweldig. Ook had ik veel verantwoordelijk-heid, leuke collega’s en leuke begeleiders die me overal bij betrokken. Ik heb daar bijvoorbeeld het project ‘Verf’ gedaan.’

Wat hield dat project in?‘Het was een proefproject waarin leerlingen van vijf en zes vwo verf aan den lijve ondervonden en zich daardoor scheikun-dige principes eigen maakten. Ze moesten verschillende soorten verf maken en testen en kijken welke verf waarvoor nu specifiek geschikt was. Hoe wordt bijvoorbeeld metallic lak gemaakt, waarom is dat harder dan andere lak?’

Wat heb je gedaan na afronding van je opleiding? ‘Ik kon blijven werken bij mijn stageschool in Almere als docent scheikunde, natuur-kunde en wiskunde. Ook heb ik rekenon-derwijs gegeven. Heel veel dingen vind ik leuk aan het vak, zoals het omgaan met jongeren en natuurlijk het uitleggen van scheikunde, natuurkunde en wiskunde zelf. Een school heeft een vrij heldere organisa-tiestructuur. Als docent heb je veel vrijheid om nieuwe plannen te maken en lessen vorm te geven. Er is veel mogelijk in het onderwijs.’

Aan welke eigenschappen moet je als docent voldoen?‘Je moet met puberende leerlingen kunnen omgaan en goed in een team kunnen functioneren. Het leuke aan een school is dat je collega’s verschillende vakinhoude-lijke expertises hebben. Maar daardoor zijn er wel verschillen in opvattingen over

bepaalde zaken. Ik heb een exacte opleiding gedaan en als persoon ben ik vrij direct en recht-door-zee. Dat kan in het onderwijs vrij bot overkomen wat wel weer een leerpunt voor mij was.

Wat heb je na je eerste baan gedaan? ‘Ik heb ongeveer drie jaar als docent in Almere gewerkt. Daarna ben ik begonnen aan de Hogeschool Utrecht bij de Archimedes lerarenopleiding en heb ik dus zelf docenten opgeleid tot de tweede-graads lesbevoegdheid in natuurkunde, scheikunde en techniek. Daarnaast ben ik betrokken geweest bij de Nieuwe Schei-kunde, een projectgroep van universiteiten, hogescholen en het voortgezet onderwijs die de exacte vakken aantrekkelijker proberen te maken voor scholieren. Er zijn hiervoor allerlei soorten lesmodules ontwikkeld. Ik ben coach geweest van: ‘Wie zoet is krijgt lekkers’ en ‘Bio-ethanol’. Dit zijn elkaar opvolgende modules over hoe suiker wordt gemaakt. Daar liggen heel veel scheikundige principes achter. Toen de Hogeschool digitale interactieve lesborden wilde aanschaffen en invoeren in de leslokalen, kreeg ik hierin een nieuwe taak als ICT-clustermanager. Daarna heb ik de overstap gemaakt naar VSV, de producent van de digitale lesborden.’

Wat doe je als Product Manager? ‘Als Product Manager zet ik digitale interactieve lesborden in de markt. Ik geef trainingen aan dealers, de eindgebruikers van de borden zoals docenten en ik geef demonstraties voor scholen. Ook begeleid ik de klanten in hun keuze.’

Dus je hebt de onderwijswereld nog niet helemaal verlaten?‘Dat klopt. Het leuke aan dit werk is dat ik zakelijk bezig ben maar ook in het onderwijs zit. Als je aan een docent wilt uitleggen wat zo’n bord doet, moet je niet in pak aankomen ‘kijk eens wat een mooi spul ik heb’. Een docent heeft hele specifieke vragen die voor hem belangrijk zijn. Ik weet hoe ik met een docent moet communiceren en weet hoe je didactisch en onderwijskun-dig het één en ander kunt inpassen. Dus ik ben de perfecte tussenpersoon.’

Komen we jou in de toekomst nog weer als docent tegen?‘Mijn huidige functie is een stap in mijn carrière, iets dat op mijn pad kwam. Maar ik wil absoluut wel terug naar het docenten-wereldje. De schoolbel, de lokalen die leegstromen, de gangen die volstromen... dat mis ik wel. De structuur vind ik zelf echt prettig. Het instituut school vind ik nog steeds heel leuk om voor te werken. Misschien ga ik in de toekomst weer als docent of als onderwijsontwikkelaar aan de slag.’ n