ScoreJongens

ScoreMeisjes 1 2 1 2 3 4 3 4

Spelregels

Om de beurt wordt aan een jongen en aan een meisje een vraag gesteld.

Er is één iemand die het antwoord geeft.Dat is diegene die voor de tafel staat.

Geen boeken op tafel !!!

Is het antwoord goed 1 punt, is het antwoord echter fout gaat het punt

naar de tegenpartij.

Jullie gaan nu de komende 10 minuten de tekst van

bladzijde 33 t/m 37 goed lezen.

WATERPLANTEN

Aanpassen aan de omgeving.

VRAAG 1

en

Hoe komt het dat de takken van bomenen struiken stevig zijn?

Dat komt doordat er hout in zit.

VRAAG 2

VRAAG 3

Waterplanten zijn niet stevig, hoe komt het dat deze wel overeind blijven staan?

Daar zorgt het water waarin ze leven voor.

VRAAG 4

Waterplanten hebben kleine wortels, waarom zijn deze kleiner dan landplanten?

De wortels hoeven geen water op te nemen.

Algen en zeewieren verschillen van waterplanten omdat ze geen ….. , ……

en …… hebben.

Wortels, stengels en bladeren.

VRAAG 5

VRAAG 6

Wat voor aanpassing hebben landplantenom uitdrogen te voorkomen ?

Landplanten hebben een waslaagje.

VRAAG 7

Wat gebeurt er als een plant in zout waterkomt en zich niet heeft aangepast ?

Het zoute water onttrekt vocht uit de plant.

Waarom kunnen lamsoor en zeekraal wel tegen zout water ?

Deze planten bevatten veel zout.

VRAAG 8

Zijn algen en wieren landplanten of waterplanten?

Waterplanten.

VRAAG 9

Wat is de functie van het waslaagje bij de plant?

Voorkomt dat de plant uitdroogt.

VRAAG 10

Hoe passen landdieren zich aan, aan hun omgeving ?

Landdieren hebben een aangepaste huid.

VRAAG 11 bij een gelijkspel

Wat hebben reptielen en vogels op hun huid?

Ze hebben een hoornlaag op de huid.

Volgende week hebben jullie zelf vragen mee van blz. 38 t/m 42.

Deze vragen verzamel ik en daar spelenwe het spel mee.