Schouwburg maakt stad tot decor en toeschouwer

1
08 februari 2007 , pag. 19 Schouwburg maakt stad tot decor én toeschouwer Architectuur Schouwburg Almere Japans bureau bouwt theater als ruimtelijke voorstelling. Clichés als rood pluche ont- breken in ontwerp SANAA. ALMERE Theatraal is het nieuwe theater van Almere zeker niet te noemen. Er zijn van buiten nauwe- lijks aanwijzingen dat het hier een schouwburg betreft; belettering en affiches ontbreken, evenals het traditionele beeld van een toneel- toren die boven de bouwmassa uittorent. Met de bescheiden, niet gedramatiseerde hoogte, de rech- te en hoekige vormen en de gevels van glas en beton oogt het gebouw neutraal, sober zelfs. De schouwburg is het eerste in Nederland van het Japanse bureau SANAA, dat in 1995 is opgericht door het architectenduo Kazuyo Sejima en Ryue Nishizawa. Hun stijl past in de moderne Japanse traditie van Toyo Ito (met wie Seji- ma voorheen samenwerkte) en Ta- dao Ando; minimalistisch in vorm en materiaalkeuze, met een poëti- sche ondertoon. De Schouwburg Almere is niet alleen een theater, maar biedt ook onderdak aan het kunstencen- trum De Kunstlinie (het voormali- ge Centrum Voor Kunstzinnige Vorming) en café-restaurant Weer- water. Als een vijfsprong biedt de centrale hal toegang tot deze ruimten én de drie theaterzalen die elk beschikken over een eigen foyer, garderobe en toiletten, en zodoende los van elkaar kunnen functioneren. Zoals het een goed modern thea- ter betaamt, zijn de zalen flexibel van opzet. De middelgrote zaal, een vlakkevloertheater, is ook ge- schikt voor popconcerten vanwe- ge een inschuifbare tribune van maximaal 350 stoelen. En de carré- vormige grote zaal – 1.050 zitplaat- sen – kan aan verschillende akoes- tische eisen worden aangepast door een deels beweegbaar pla- fond. Het stelt de schouwburg in staat breed te programmeren: van toneel, dans en muziekvoorstellin- gen in allerlei genres, tot grote musicalproducties. Almeerders hoeven dus niet meer naar Am- sterdam. Met de oplevering van het thea- ter nadert het nieuwe stadscen- trum van Almere zijn voltooiing. In 1994 werd door het Office for Metropolitan Architecture (OMA) van Rem Koolhaas een masterplan gemaakt, dat voorziet in een nieuw centrum met een mix van wonen, winkelen en een uitgaans- centrum met culturele voorzie- ningen aan een boulevard langs het Weerwater. In 2004 werd van zijn hand al de megabioscoop Uto- polis opgeleverd, gevolgd door de blobvormige popzaal Muzinq, het veelkleurige bowlingcentrum an- nex gokpaleis Doo World en een hotel (alle drie door de Britse ar- chitect William Alsop). Tussen al deze opvallende, veelal amorfe verschijningen is het thea- ter een visueel baken van rust. Het gebouw lijkt in het Weerwater te drijven, doordat het grotendeels is gebouwd op palen die iets boven het water uitsteken. De basis van het gebouw is een vierkant blok van één laag hoog met een opper- vlakte van 100 bij 100 meter. In dit platte volume zijn gaten gemaakt waardoor patio’s ontstaan die het kunstencentrum van binnenuit van daglicht voorzien. Erbovenop liggen de drie zalen, die met elkaar verbonden worden door de door- lopende glazen buitengevel. Overdag weerspiegelt hierin de omgeving, waardoor het gebouw erin lijkt op te lossen. Tegelijker- tijd vormt de buitenwereld het de- cor van de activiteiten in het kun- stencentrum, het café, en van de voorstellingen in de kleine en de middenzaal. Andersom licht ’s avonds het interieur op en is van- af de boulevard zichtbaar hoe het publiek via de hoge foyerruimten de zaal betreedt. De grote zaal is de enige ruimte die volledig van de buitenwereld is afgesloten. Het interieur beant- woordt ook hier niet aan de ver- wachtingen – of clichés – van een theater. De stoelen zijn niet be- kleed met rood pluche, maar met grijs, glanzend velours, dat ook is gebruikt om delen van de plafonds akoestisch af te werken. De balus- trades van de balkons zijn van be- werkte metalen platen. De theatraliteit van Almeres schouwburg schuilt vooral in het spel dat de ruimten met elkaar en met de omgeving spelen. Door de schijnbare afwezigheid van een draagconstructie is er een maxi- male interactie tussen de ruimten mogelijk. In de centrale hal is dat spel het meest voelbaar. De gevel lijkt vanaf hier als een decorstuk weg te zak- ken in het plein; de onwaarschijn- lijk ranke kolommen staan er als onopvallende figuranten bij; en via de lange gangen en patio’s kijk je, dwars door de coulissen van het gebouw heen, tot aan het ‘doek’ van klotsend Weerwater. De voor- stelling begint hier. Kirsten Hannema De nieuwe Schouwburg in Almere (rechts).Foto Wim Ruigrok

Transcript of Schouwburg maakt stad tot decor en toeschouwer

Page 1: Schouwburg maakt stad tot decor en toeschouwer

08 februari 2007 , pag. 19

Schouwburg maakt stad tot decor én toeschouwerArchitectuurSchouwburg Almere◗ Japans bureau bouwt theaterals ruimtelijke voorstelling.

◗ Clichés als rood pluche ont-breken in ontwerp SANAA.

ALMERE Theatraal is het nieuwetheater van Almere zeker niet tenoemen. Er zijn van buiten nauwe-lijks aanwijzingen dat het hier eenschouwburg betreft; beletteringen affiches ontbreken, evenals hettraditionele beeld van een toneel-toren die boven de bouwmassauittorent. Met de bescheiden, nietgedramatiseerde hoogte, de rech-te en hoekige vormen en de gevelsvan glas en beton oogt het gebouwneutraal, sober zelfs.

De schouwburg is het eerste inNederland van het Japanse bureauSANAA, dat in 1995 is opgerichtdoor het architectenduo KazuyoSejima en Ryue Nishizawa. Hunstijl past in de moderne Japansetraditie van Toyo Ito (met wie Seji-ma voorheen samenwerkte) en Ta-dao Ando; minimalistisch in vormen materiaalkeuze, met een poëti-sche ondertoon.

De Schouwburg Almere is nietalleen een theater, maar biedt ookonderdak aan het kunstencen-trum De Kunstlinie (het voormali-ge Centrum Voor KunstzinnigeVorming) en café-restaurant Weer-water. Als een vijfsprong biedt decentrale hal toegang tot dezeruimten én de drie theaterzalendie elk beschikken over een eigenfoyer, garderobe en toiletten, enzodoende los van elkaar kunnenfunctioneren.

Zoals het een goed modern thea-ter betaamt, zijn de zalen flexibelvan opzet. De middelgrote zaal,een vlakkevloertheater, is ook ge-schikt voor popconcerten vanwe-ge een inschuifbare tribune vanmaximaal 350 stoelen. En de carré-vormige grote zaal – 1.050 zitplaat-sen – kan aan verschillende akoes-tische eisen worden aangepastdoor een deels beweegbaar pla-fond. Het stelt de schouwburg instaat breed te programmeren: vantoneel, dans en muziekvoorstellin-gen in allerlei genres, tot grotemusicalproducties. Almeerdershoeven dus niet meer naar Am-sterdam.

Met de oplevering van het thea-ter nadert het nieuwe stadscen-trum van Almere zijn voltooiing.In 1994 werd door het Office forMetropolitan Architecture (OMA)van Rem Koolhaas een masterplangemaakt, dat voorziet in eennieuw centrum met een mix vanwonen, winkelen en een uitgaans-centrum met culturele voorzie-ningen aan een boulevard langshet Weerwater. In 2004 werd vanzijn hand al de megabioscoop Uto-polis opgeleverd, gevolgd door deblobvormige popzaal Muzinq, hetveelkleurige bowlingcentrum an-

nex gokpaleis Doo World en eenhotel (alle drie door de Britse ar-chitect William Alsop).

Tussen al deze opvallende, veelalamorfe verschijningen is het thea-ter een visueel baken van rust. Hetgebouw lijkt in het Weerwater tedrijven, doordat het grotendeels isgebouwd op palen die iets bovenhet water uitsteken. De basis vanhet gebouw is een vierkant blokvan één laag hoog met een opper-vlakte van 100 bij 100 meter. In ditplatte volume zijn gaten gemaaktwaardoor patio’s ontstaan die hetkunstencentrum van binnenuit

van daglicht voorzien. Erbovenopliggen de drie zalen, die met elkaarverbonden worden door de door-lopende glazen buitengevel.

Overdag weerspiegelt hierin deomgeving, waardoor het gebouwerin lijkt op te lossen. Tegelijker-tijd vormt de buitenwereld het de-cor van de activiteiten in het kun-stencentrum, het café, en van devoorstellingen in de kleine en demiddenzaal. Andersom licht’s avonds het interieur op en is van-af de boulevard zichtbaar hoe hetpubliek via de hoge foyerruimtende zaal betreedt.

De grote zaal is de enige ruimtedie volledig van de buitenwereld isafgesloten. Het interieur beant-woordt ook hier niet aan de ver-wachtingen – of clichés – van eentheater. De stoelen zijn niet be-kleed met rood pluche, maar metgrijs, glanzend velours, dat ook isgebruikt om delen van de plafondsakoestisch af te werken. De balus-trades van de balkons zijn van be-werkte metalen platen.

De theatraliteit van Almeresschouwburg schuilt vooral in hetspel dat de ruimten met elkaar enmet de omgeving spelen. Door de

schijnbare afwezigheid van eendraagconstructie is er een maxi-male interactie tussen de ruimtenmogelijk.

In de centrale hal is dat spel hetmeest voelbaar. De gevel lijkt vanafhier als een decorstuk weg te zak-ken in het plein; de onwaarschijn-lijk ranke kolommen staan er alsonopvallende figuranten bij; envia de lange gangen en patio’s kijkje, dwars door de coulissen van hetgebouw heen, tot aan het ‘doek’van klotsend Weerwater. De voor-stelling begint hier.

Kirsten Hannema

De nieuwe Schouwburg in Almere (rechts).Foto Wim Ruigrok