scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de...

20
TIJDSCHRIFT VAN DE K.U.LEUVEN 18 NOVEMBER 2009 | NR 3 | 21STE JAARGANG | WWW.KULEUVEN.BE/CK/ (© Rob Stevens) WOUTER VERBEYLEN “Toen ik aan het onderzoek be- gon, was een belangrijke vraag hoe een geschiedenis überhaupt mogelijk was van een realiteit die op het eerste gezicht vluchtig, afwezig en onzichtbaar is, en die amper sporen heeft nagelaten”, vertelt Jan Bleyen. “Eerder maak- te ik een licentiaatsverhandeling over de dood, met hoofdzakelijk bidprentjes als tastbare en bo- vendien publieke bron. Nu moest de bron nog gemaakt worden: ik had een veertigtal ontmoetingen met ouders die, een hele tijd gele- den of nog recent, een doodgebo- ren kindje hadden en die bereid waren over hun ervaringen te vertellen. Het werd, met andere woorden, een mondelinge ge- schiedenis. Het lijkt een erg klein onderwerp, maar het laat toe om licht te werpen op grote verschui- vingen in samenleving en cultuur. Zoals: hoe de beleving van emo- ties, van het lichaam, van gender, en van religiositeit is gewijzigd.” Mondelinge geschiedenis Bleyen plaatste een oproep in bla- den als Kerk en Leven en De Bond. “Daar kwamen vele reacties op, in totaal meer dan honderd. Het viel op dat ik enkel vrouwen aan de lijn kreeg. Wat meteen de cul- turele opvatting toonde dat als er iets misloopt bij geboorte, het de vrouw is, en niet de man, die de ‘authentieke stem’ krijgt om er over te praten. Dat vooral zij, door haar grotere lichamelijke betrokkenheid, pijn ‘mag’ ver- woorden.” “De ontmoetingen waren steeds aftastend aan het begin. Zeker voor de oudere vertellers (Bleyen noemt zijn getuigen consequent ‘vertellers’ — red.) was het niet evident om te praten over hun ervaringen, niet enkel omdat die langer geleden waren, maar ook omdat praten en de al dan niet publieke expressie van emoties relatief recente ‘uitvindingen’ zijn van ‘goed rouwen’. Ze kon- den hun verhaal ook veel minder dan de jonge vertellers linken aan materiële sporen, zoals foto’s of knuffels.” “Ik merkte na verloop van tijd ook dat mijn vertellers de open houding die ik aannam — ik gebruikte geen vragenlijst — as- socieerden met andere maat- schappelijke figuren. Ik kwam binnen als historicus, maar kon vervolgens allerlei rollen krijgen die ze verbonden met een luiste- rend oor, zoals van pastoor, psy- choloog, of ombudsman. Terwijl de jongere mensen vaker een ‘klacht’ uitspraken en de vertel- ling de vorm gaven van een the- rapeutische sessie, had het ver- haal van ouderen vaker iets van een biecht.” VERSCHIJNINGSDATA CAMPUSKRANT 2009-2010 NR. 4 – 16 DEC 2009 NR. 5 – 27 JAN 2010 NR. 6 – 24 FEB 2010 NR. 7 – 24 MAA 2010 NR. 8 – 28 APR 2010 Een geschiedenis van doodgeboorte In zijn proefschrift ‘Doodgeboren. Een geschiedenis van betekenis- geving’ onderzoekt historicus Jan Bleyen de veranderde omgang met de dood van een kindje dat gewenst en levensvatbaar was, maar dat geen biologisch leven buiten de baarmoeder kende. “Het lijkt een erg klein onderwerp, maar het laat toe een licht te werpen op grote verschuivingen in samenleving en cultuur”, zegt Bleyen. Hoog bezoek Op vrijdag 13 november bezocht de nieuwe Amerikaanse ambassadeur Howard Gutman de K.U.Leuven. In de Promotiezaal gaf hij een toespraak (zie p. 2) en aansluitend bezocht hij de Universiteitsbibliotheek. Op de foto geeft hoofdbibliothecaris Mel Collier uitleg bij de gevel waarop verschillende elementen verwijzen naar de rol die de VS gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. V.l.n.r.: Gutmans echtgenote Michelle, Howard Gutman, Mel Collier, rector Mark Waer en vicerector internationalisering Bart De Moor. pagina 10 Junior College slaat brug naar scholier PILOOTPROJECTEN ROND GOOGLE EN DE HOLOCAUST [3] Uniek concert voor slechthorende en dove kinderen UNIVERSITAIR HARMONIEORKEST ZET ALLE MIDDELEN IN VOOR ‘GOOD VIBRATIONS’ [4] Graan, olijven en wijn EETCULTUUR IN HET ANTIEKE SAGALASSOS [5] De realiteit achter demografie ‘BEVOLKING? WIE? WAT? WAAR? WANNEER?’ [6] “Het is al vijf óver twaalf” KLIMAATBELEID: VOOR EN TEGEN [7] “Ik ben tevreden over mijn parcours” LEVEN NA LEUVEN: JURISTE EN POLITICA HELGA STEVENS [14] Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X erkenning: p303221 Tijdschrift - toelating gesloten verpakking 2099 Antwerpen X n° BC 6379 PB-nr. B-4883

Transcript of scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de...

Page 1: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

t ijdschrif t va n de k .u.l eu v en 18 nov ember 2 0 0 9 | nr 3 | 21s t e ja a rg a ng | w w w.k ul eu v en.be /ck /

(© rob stevens)

Wouter verbeylen

“Toen ik aan het onderzoek be-gon, was een belangrijke vraag hoe een geschiedenis überhaupt mogelijk was van een realiteit die op het eerste gezicht vluchtig, afwezig en onzichtbaar is, en die amper sporen heeft nagelaten”, vertelt Jan Bleyen. “Eerder maak-te ik een licentiaatsverhandeling over de dood, met hoofdzakelijk bidprentjes als tastbare en bo-vendien publieke bron. Nu moest de bron nog gemaakt worden: ik had een veertigtal ontmoetingen met ouders die, een hele tijd gele-den of nog recent, een doodgebo-ren kindje hadden en die bereid waren over hun ervaringen te vertellen. Het werd, met andere woorden, een mondelinge ge-schiedenis. Het lijkt een erg klein onderwerp, maar het laat toe om licht te werpen op grote verschui-vingen in samenleving en cultuur.

Zoals: hoe de beleving van emo-ties, van het lichaam, van gender, en van religiositeit is gewijzigd.”

mondelinge geschiedenisBleyen plaatste een oproep in bla-den als Kerk en Leven en De Bond. “Daar kwamen vele reacties op, in totaal meer dan honderd. Het viel op dat ik enkel vrouwen aan de lijn kreeg. Wat meteen de cul-turele opvatting toonde dat als er iets misloopt bij geboorte, het de vrouw is, en niet de man, die de ‘authentieke stem’ krijgt om er over te praten. Dat vooral zij, door haar grotere lichamelijke betrokkenheid, pijn ‘mag’ ver-woorden.”

“De ontmoetingen waren steeds aftastend aan het begin. Zeker voor de oudere vertellers (Bleyen noemt zijn getuigen consequent ‘vertellers’ — red.) was het niet evident om te praten over hun ervaringen, niet enkel omdat die

langer geleden waren, maar ook omdat praten en de al dan niet publieke expressie van emoties relatief recente ‘uitvindingen’ zijn van ‘goed rouwen’. Ze kon-den hun verhaal ook veel minder dan de jonge vertellers linken aan materiële sporen, zoals foto’s of knuffels.”

“Ik merkte na verloop van tijd ook dat mijn vertellers de open houding die ik aannam — ik gebruikte geen vragenlijst — as-socieerden met andere maat-schappelijke figuren. Ik kwam binnen als historicus, maar kon vervolgens allerlei rollen krijgen die ze verbonden met een luiste-rend oor, zoals van pastoor, psy-choloog, of ombudsman. Terwijl de jongere mensen vaker een ‘klacht’ uitspraken en de vertel-ling de vorm gaven van een the-rapeutische sessie, had het ver-haal van ouderen vaker iets van een biecht.”

verschijningsdata campuskrant 2009-2010 nr. 4 – 16 dec 2009 nr. 5 – 27 jan 2010 nr. 6 – 24 feb 2010 nr. 7 – 24 maa 2010 nr. 8 – 28 apr 2010

Een geschiedenis van doodgeboorteIn zijn proefschrift ‘Doodgeboren. Een geschiedenis van betekenis-geving’ onderzoekt historicus Jan Bleyen de veranderde omgang met de dood van een kindje dat gewenst en levensvatbaar was, maar dat geen biologisch leven buiten de baarmoeder kende. “Het lijkt een erg klein onderwerp, maar het laat toe een licht te werpen op grote verschuivingen in samenleving en cultuur”, zegt Bleyen.

hoog bezoekop vrijdag 13 november bezocht de nieuwe amerikaanse ambassadeur Howard gutman de k.u.leuven. In de promotiezaal gaf hij een toespraak (zie p. 2) en aansluitend bezocht hij de universiteitsbibliotheek. op de foto geeft hoofdbibliothecaris mel collier uitleg bij de gevel waarop verschillende elementen verwijzen naar de rol die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark waer en vicerector internationalisering bart de moor.

pagina 10

Junior College slaat brug naar scholierpIlootprojecten rond google

en de Holocaust [3]

Uniek concert voor slechthorende en dove kinderenunIversItaIr HarmonIeorkest zet

alle mIddelen In voor ‘good vIbratIons’ [4]

Graan, olijven en wijneetcultuur In Het antIeke sagal assos [5]

De realiteit achter demografie‘bevolkIng? wIe? wat? waar? wanneer?’ [6]

“Het is al vijf óver twaalf”klIma atbeleId: voor en tegen [7]

“Ik ben tevreden over mijn parcours”leven na leuven:

jurIste en polItIca Helga stevens [14]

verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.

afgiftekantoor2099 antwerpen X

erkenning: p303221

tijdschrift - toelating gesloten verpakking

2099 antwerpen X n° bc 6379

pb-nr. b-4883

Page 2: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

2 Nieuws campuskrant

colofon Campuskrantmaandelijks tijdschrift van de k.u.Leuven

redaCtieine Van Houdenhove (hoofd- redacteur), Ludo meyvis,reiner Van Hove, WouterVerbeylen

redaCtieadresOude markt 13 - bus 50053000 Leuven016 32 40 18, [email protected]

adresWijzigingen alumni Lovaniensesnaamsestraat 63 - bus 56013000 [email protected]

LOsse medeWerkerstine Bergen, jelle de mey,Lien Lammar, ines minten,jaak poot, rob stevens,katrien steyaert, Wim troch, jozefien Van Beek,els Vandeborght,Henk Van nieuwenhove,tim Willekens

grafisCH OntWerpCatapult, antwerpen

Lay-Out en zetWerkWouter Verbeylen

fOtOgrafierob stevens, Lemmert.be

CartOOnsjoris snaet

reCLameregieWouter Verbeylen t 016 32 41 [email protected]

OpLage32.000 ex.

drukWerkVerheyen graphics, deurne

VerantWOOrdeLijkeuitgeVerronny VandenbroeleOude markt 13 - bus 50053000 Leuven

COpyrigHt artikeLsartikels kunnen overgenomen worden mits toestemming.Het volgende nummer verschijnt op 16 december. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/

Ranking De K.U.Leuven heeft zich binnen de vakgebieden poli-ticologie, economie en psy-chologie een plaats verwor-ven in de Excellence Group van de CHE-ExcellenceRan-kings 2009. Die ranking van het Duitse Centrum für Hochschulentwicklung wil aspirant-masterstudenten en -promovendi een vergelijking bieden van de beste univer-sitaire researchcentra in Eu-ropa.Het niet-commerciële Centrum für Hochschu-lentwicklung (CHE) is een onafhankelijke instelling met zetel in Gütersloh, in Duitsland, die zich inzet voor hervormingen in het hoger onderwijs. Met de Excellen-ceRanking maakt CHE een vergelijking van de beste universitaire research-centra in Europa, voor aspirant-masterstudenten of -promo-vendi. Na een eerste ronde in 2007 rond natuurwetenschappen nam CHE nu de vakgebieden politicologie, economie en psychologie onder de loep. De K.U.Leuven behoort voor de drie vakgebieden tot de Excellence Group.Het vakgebied economie onderscheidt zich door een groot aantal citaties en publi-caties. Het vak politicologie bekleedt een toppositie bij de citaties en is bijzonder inter-nationaal georiënteerd. Voor psychologie gaven de resulta-ten bij de indicatoren publi-caties alsmede mobiliteit van studerenden en docenten de doorslag.In de vorige ronde verwierf de K.U.Leuven in het vakge-bied biologie al een plaats in de Excellence Group, dankzij goede scores voor publicaties en geciteerde auteurs.De resultaten werden in Die Zeit gepubliceerd: http://www.zeit.de/excellenceran-king. Feitenmateriaal en toe-lichtingen bij de CHE-Excel-lenceRanking zijn te vinden onder http://www.che-excel-lenceranking.eu. proefschrift over griezelen en gruwelen: lees het artikel op pagina 4.

Joris steekt de draak

Op vrijdag 13 november bezocht de nieuwe Amerikaanse am-bassadeur Howard Gutman de K.U.Leuven. Hij werd ontvangen door de rector en leden van het College van Bestuur. In de Pro-motiezaal gaf hij een toespraak waarin hij uitvoerig toelichtte hoe de verkiezing van president Barack Obama een voelbare ver-nieuwing in de Amerikaanse poli-tiek veroorzaakt heeft. Een nieu-we definitie van de relaties met het buitenland is daarvan een be-langrijke component. Dialoog en een resolute blik op de toekomst staan daarin centraal, en wat in het verleden niet naar behoren liep in de verhouding tussen de Verenigde Staten en zijn bondge-noten, mag de sfeer niet blijvend vertroebelen. This time we have to get it right.

Energie, de klimaatwijziging en de economische toestand vorm-den de belangrijkste lijnen van zijn geanimeerde betoog. Met

name een verantwoorde aanpak van de klimaatontwikkeling is een sleutelfactor in elk beleid. Dat beleid mag niet verzanden in politieke spelletjes: de window of opportunity om ons milieu te redden en te verbeteren is van té groot belang voor de toekomst van onze planeet.

De ambassadeur sprak ook over de war on terror, al gaf hij aan niet van die term te houden. Het gaat daarbij niet om een kwestie van keuze, maar van noodzaak. Terreur mag echter niet bestre-den worden met middelen die de toets van het recht niet kun-nen doorstaan. De sluiting van Guantanamo past in die context, maar moet wel met de nodige omzichtigheid en in samenwer-king met buitenlandse partners gebeuren, waarvoor hij overigens ons land expliciet dankte.

Dat België een klein land is, be-tekent volgens de ambassadeur niet dat het geen belangrijke rol

zou kunnen spelen. Als diploma-tiek centrum, is België de eyes and ears van Europa: wie hiér iets zegt, wordt gehoord. Een klein land met een groot leiderschap is nooit klein.

Na zijn toespraak beantwoordde de ambassadeur uitvoerig een reeks vragen uit het publiek, waar-in onder meer de verhouding met China, de Amerikaanse aanpak van de gezondheidszorg en de nu-cleaire toestand in de wereld aan bod kwamen. In een gesprekje na afloop beklemtoonde de ambas-sadeur nog dat partnerschap een uiterst essentieel gegeven is in de nieuwe Amerikaanse politiek. Ook wetenschappelijke samenwerking hoort daarbij: wetenschappelijke problemen houden niet op bij de grens. Tegen de middag bezocht de ambassadeur nog de Universi-teitsbibliotheek. (lm)

De tekst van de toespraak leest u op http://belgium.usembassy.gov/leuven_speech.html

VS-ambassadeur op bezoek

martelaren-bloedals wij rood ontwaren op het martela-renplein, denken wij spontaan aan een actie van de socialistische vakbond. maar op zondag 15 november waren het de ballonnen en t-shirts van Bloed-serieus die het plein rood kleurden. de organisatie Leuven Bloedserieus is ge-groeid uit de studentenkringen medica en LBk en wil in samenwerking met het rode kruis zoveel mogelijk studenten en personeelsleden overtuigen om een re-gelmatige bloeddonor te worden. Bloed-serieus bestaat 20 jaar en dat wordt onder andere gevierd met een optreden van Bart peeters — die zelf ook bloed geeft — op 18 november, en een Bloody Birthday party de dag erna. Bloed geven kan nog tot en met 19 november.Alle info: http://www.bloedserieus.be

(© rob stevens)

Page 3: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

Geciteerd

MagnetischontbijtHet nieuwsblad, 22.10.2009

in nederland is paniek ontstaan na een tv-programma waarin specialk van kellogg’s werd onderzocht. er bleek écht ijzer in te zitten. (…) “ijzer kan in twee vormen aan ons voed-sel worden toegevoegd”, zegt jan delcour, professor aan het Centrum voor Levensmiddelen- en microbiële technologie. “Ofwel als ijzerzouten, ofwel als elementair ijzer dat inder-daad magnetisch is. kellogg’s ge-bruikt dus de laatste soort.”“in wezen is dat fijngemalen ijzer-poeder, maar wel bestemd voor de voedingsindustrie. dat soort ijzer heeft als voordeel dat het minder de smaak van het eten beïnvloedt. een nadeel is dat het minder goed wordt opgenomen door het lichaam dan ijzerzouten. elementair ijzer wordt vaak gebruikt in ontbijtgranen. On-gezond of gevaarlijk is dat niet, het is alleen niet zo efficiënt.”

Kort sintbewindHet laatste nieuws, 4.11.2009

kinderen ontdekken steeds vroeger het geheim van sinterklaas. kinder-psychotherapeut patrick meurs: “met zeven jaar is de ondergrens bereikt. (…) in vergelijking met de vorige generaties zijn de huidige 7- tot 9-jarigen snuggerder geworden. ze zijn opgegroeid in het compu-ter- en internettijdperk en kunnen daarom makkelijker zelf verbanden leggen en tegenstrijdigheden bloot-leggen. Laat hen op dezelfde dag enkele sinten in verschillende kledij zien en hun brein ontmaskert het geheim.”“gelukkig zorgt de psyche van het kind ervoor dat het zich tot de leeftijd van 7 jaar géén vragen gaat stellen. daar zorgt het zogenaamde ‘magisch denken’ voor. Laat de slechtst gekle-de sinterklaas voor zo’n kind staan, en dat zal voor hem de enige echte sinterklaas uit spanje zijn. net zoals bijvoorbeeld die levensgrote pop in disneyland voor zo’n kind de enige échte mickey mouse is — zien is in de psyche van dat kind geloven.”

Weermanipulatiede morGen, 7.11.2009

nicole Van Lipzig van het departe-ment aard- en Omgevingsweten-schappen over de weermanipulatie in China: “Het is een misverstand te denken dat je meer regen krijgt door zilverjodide richting de wolken te sturen. je kunt hoogstens de re-genval wat sturen, ze wat vroeger of later laten vallen. maar het water valt maar één keer.” en dat leidt dan weer tot hommeles. Want de noor-delijke provincies verwijten peking nu al ‘regenpikkerij’. (…)“geo-engineering, het manipuleren van het klimaat, wordt overal toe-gepast, zeker nu de strijd tegen de opwarming van de aarde zo hoog op de agenda staat. ik krijg een akelig gevoel bij zulke grote ingrepen, om-dat ze zo’n heftige impact hebben. Het klimaat is een complex systeem. Verstoor je dat systeem op grote schaal, dan weet je niet waar je ein-digt. Hoe evolueert dan de wereld-wijde regenval? dat weten we niet. Blijft het bij wat geëxperimenteer in China, dan verwacht ik niet te veel onheil. als iedereen ermee begint, krijgen we een ander verhaal.”

18 noVember 2009 Nieuws 3

Jaak poot

Het initiatief voor het Junior Col-lege komt van het Academisch Vormingsinstituut voor Leraren. De docenten van de academische lerarenopleiding hebben intense contacten met mentoren in de stagescholen. Daaruit groeide het idee om een aanbod te doen dat inspeelt op de ‘vrije ruimte’ in de scholen van het katholieke net. Die ‘vrije ruimte’ omvat twee lesuren per week in de derde graad van het algemeen secun-dair onderwijs waar leerlingen kiezen uit kennis- en inzichtver-ruimende projecten buiten de gewone leerplannen. Projecten lopen meestal over een tot twee trimesters.

Dit jaar start de K.U.Leuven met

een pilootproject rond de vak-ken geschiedenis en wiskunde in scholen in Leuven, Kortrijk, Roe-selare en Brugge. De K.U.Leuven

voorziet middelen om ervaren leraren te laten samenwerken met de docenten en de specialis-

ten van AVNet om een concreet project uit te werken en te bege-leiden. Elk project focust op een onderwerp dat direct aansluit bij

de leefwereld van jongeren en het vak vanuit een andere invalshoek benadert dan het gewone studie-

programma. De leerlingen volgen een of meer contactseminaries aan de universiteit en krijgen verdere begeleiding via de elek-tronische leeromgeving van hun school.

Het is de bedoeling om de vol-gende jaren voor een groter aan-tal vakken te komen tot een breed pakket van projecten waaruit leerlingen en leraren een keuze maken. Het aanbod gaat dan naar alle scholen en onderwijsnetten. De universiteit blijft een contact-seminarie organiseren, geeft na-scholing aan de leraren en stuurt de multimediale ondersteuning. Een stuurcomité onder voorzit-terschap van professor Ludo Me-lis, vicerector voor onderwijsbe-leid, leidt het Junior College in goede banen.

Scholieren lopen Junior CollegeDe K.U.Leuven zet haar inspanningen voort om banden te smeden met het middelbaar onderwijs. Ze ondersteunt leraren en betrekt leerlingen bij wat aan de universiteit leeft. Het Junior College is zo’n brug, een combinatie van lessen in de school en aan de uni-versiteit met afstandsbegeleiding via elektronisch leerplatform.

“Wij stellen vast dat de slaag-cijfers in het eerste jaar geschie-denis een dalende trend vertonen en dat ongeacht de richting die de studenten in het middelbaar onderwijs hebben gevolgd”, zegt professor Hans Cools van de lera-renopleiding geschiedenis. “Mid-delbare school en universiteit groeien steeds verder uit elkaar. Het is te gemakkelijk om dat in de schoenen van de scholen te schuiven, we moeten ons als uni-versiteit mee inspannen om die kloof te dichten. Met dit project laten we leerlingen proeven van

het academisch denken. Natuur-lijk hopen we ook dat een aantal zo de smaak voor geschiedenis te pakken krijgt.”

“Het gekozen thema sluit nauw aan bij de leerstof van het zesde leerjaar: de naoorlogse periode. In de school krijgen leerlingen meer een feitenrelaas. Wij willen dat ze onderzoeken hoe de we-reldoorlog doorleeft in de samen-leving en ontdekken dat burgers in de eenentwintigste eeuw an-ders tegen de Holocaust aankij-ken dan bijvoorbeeld in de jaren zeventig of tachtig.”

“Het project start met een hoor-college aan de universiteit. Daar-na krijgen de leerlingen eerst een heuristische opdracht: opzoek-werk in tijdschriften en kranten. Daarbij horen een of meerdere bezoeken aan hun stadsbiblio-theek. In seminaries gaan ze dan in op verschillende thema’s, zo-als de nawerking van de Holo-caust in beeldende kunsten, film, literatuur. Ons team volgt de se-minaries mee op en ondersteunt de werking via het elektronisch leerplatform.”

Samen met leraar en lerarenop-

leider Karel Van Nieuwenhuyse en academisch medewerker An-drea Schampaert, werkte Hans Cools een studiepakket uit. In Leuven nemen 120 leerlingen aan het project deel en in Brugge en Kortrijk telkens veertig. Twee scholen starten er in november mee, de andere in januari. Alle leerlingen werken eraan door tot het einde van het schooljaar.

(jp)

Voor meer informatie kunt u mailen naar [email protected].

“Wij wilden een onderwerp met een grote impact op de leef-wereld van leerlingen, dat een heel ander aspect van de wiskunde be-handelt dan de gewone lessen”, vertelt projectleider professor Ste-faan Vaes. “De zoekrobotten van Google doorsnuffelen permanent de circa 100 miljard websites van het wereldwijde web. U typt een zoekterm in en krijgt resultaten in een volgorde van belangrijkheid. Maar hoe bepaalt Google welke pagina’s op de eerste, tweede en derde plaats prijken? Dat geheim willen we samen met de leerlin-gen ontrafelen.”

“Op dit ogenblik stelt ons team een lespakket op, samen met

twee Leuvense alumni met ruime onderwijservaring: Hilde Egger-mont van het Sint-Pieterscollege en Gerda Somers van het H.-Hart-instituut. In het tweede trimester werken de leerlingen eraan. We bieden ze aan de universiteit, in Leuven én op de Campus Kor-trijk, een inleidende les, en twee pc-praktijksessies onder leiding van assistenten in groepjes van twintig. Daarna ondersteunen we ze verder via de elektronische leeromgeving. In totaal bereiken we tachtig leerlingen in Leuven en veertig in West-Vlaanderen — Brugge, Kortrijk en Roeselare — die een wiskundepakket van minimaal zes uur volgen.”

“We laten ze eerst kennis ma-ken met het ‘brute geweld’ van Google: krachtige zoekrobotten en een enorme opslagcapaciteit. Dan bekijken we hoe Google al die webpagina’s een waardering geeft, en vooral de algoritmes die uit die enorme matrix van hyper-links de volgorde selecteert waar-in de resultaten op uw scherm verschijnen. We laten ze ook ken-nis maken met de enorme bere-keningskracht die nodig is om de waardering van een webpagina te berekenen. Dan realiseren ze zich meteen waarom Google die orde-ning maar één keer per maand uitvoert.”

“Het project ondersteunt le-

raren met verruimend lesmate-riaal waarvan de uitwerking op hun eentje teveel tijd zou vergen. We hebben nog een ander doel: leerlingen over de eigen klas- en schoolgrenzen heen met anderen samen aan een thema laten puz-zelen. En de competitiegeest mag best worden aangewakkerd! Dat doen we met een aantal uitdagen-de vragen op het discussieforum van Junior College.” (jp)

Voor meer informatie kunt u mailen naar [email protected]. Op de lerarendag van de Facul-teit Wetenschappen (25 no-vember) ligt professor Vaes het project toe.

Google-geheimen ontrafeldHet Departement Wiskunde selecteerde Google als thema voor hun Junior College. Samen met de docenten ontrafelen de leerlingen van zeven Leuvense en drie West-Vlaamse scholen de algoritmes achter de zoekresultaten die Google op uw scherm tovert.

Hoe de Holocaust voortleeftTweehonderd leerlingen uit Leuvense, Kortrijkse en Brugse scholen onderzoeken een half jaar lang hoe de herinnering aan de Holocaust voortleeft. Maar ook hoe die herinnering de voorbije zestig jaar steeds andere vormen aannam.

De leerlingen volgen een of meer contactseminaries aan

de universiteit en krijgen verdere begeleiding via de

elektronische leeromgeving van hun school

Page 4: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

Ines MInten

In 1981 ontmoette Bekenkamp de bekende jeugdauteur Roald Dahl voor het eerst. De boeiende gesprekken die uit die ontmoe-ting volgden, vormden de aanlei-ding tot het proefschrift De wereld van het wonder. Over griezellust bij kinderen. “Ik wou niet promo-

veren in het veld van de genees-kunde. Ik heb als zenuwarts in ziekenhuizen in binnen- en bui-tenland gewerkt, en verstrek ook nu dagelijks ambulante hulp aan cliënten in mijn praktijk. Mijn proefschrift wijdde ik liever aan een onderwerp waarvoor ik een ander hersengedeelte kon inzet-ten en dat dus niets met ziek zijn

te maken had.” De vaststelling dat griezelverhalen kinderen kunnen helpen om akelige din-gen beter te verwerken, zorgt er echter voor dat het proefschrift toch een link heeft met zijn da-gelijkse domein.

Onder leiding van promotor Paul De Boeck (Onderzoeks-groep Kwantitatieve Psychologie en Individuele Verschillen) be-studeerde Gert Jan Bekenkamp de specifieke tekstkenmerken die — jonge — lezers laten grie-zelen dan wel gruwelen. Hoewel de woorden een erg vergelijkbare betekenis hebben, is er toch een duidelijk verschil in beleving tus-sen beide. De begrippen draaien allebei om angst. Maar als je grie-zelt, voel je je op geen enkel mo-ment echt onveilig. Het is span-nend, maar de angst blijft op afstand. Je weet dat de negatieve

gebeurtenissen en gevoelens je niet echt kunnen raken. “Gru-welen, daarentegen, is een veel minder aangename belevenis”, legt Gert Jan Bekenkamp uit. “De dreiging en dus ook de angst zijn reëler, ze liggen op een veel ho-ger niveau en gaan gepaard met andere negatieve gevoelens zoals woede en verdriet.”

Het proefschrift — 624 pagina’s — bestaat uit twee gedeelten: een uitgebreide analyse van de grie-zelliteratuur vanaf zijn ontstaan in 1764 — met de publicatie van The Castle of Otranto van Horace Walpole — tot vandaag. Vervol-gens toetst Bekenkamp zijn be-vindingen aan enkele verhalen uit de jeugdliteratuur.

“Uit deze studie bleek dat een verhaal als De zwaan van Roald Dahl een regelrecht gruwelver-haal is”, licht hij toe. “Het hoofd-

personage maakt verschrikkelijke dingen mee, die de lezer erg dicht op de huid komen te zitten. Marc De Bel is dan weer het typevoor-beeld van een griezelauteur. Zijn verhalen zijn spannend, maar ook grappig en ze zitten vol posi-tieve wendingen, waardoor de le-zer de spanning op een positieve manier kan beleven.”

“Het doctoraat heeft me al mijn vrije tijd van de afgelopen negen jaren gekost”, vertelt Gert Jan Bekenkamp. “Dat is wel eens ten koste gegaan van mijn so-ciaal leven, maar ik heb er ook veel uit geleerd. En ik vind het een enorme eer dat niet alleen de grote Roald Dahl achter mijn onderzoek stond, maar ook dat ik Ramsey Campbell — zeg maar: de Britse Stephen King — bereid heb gevonden om het voorwoord voor mijn boekwerk te schrijven.”

Kinderen griezelen en gruwelen

4 Nieuws caMpuskrant

JozefIen Van Beek

Elk najaar concerteert het Uni-versitair Harmonieorkest (UHO vzw) in het kader van een sociaal-maatschappelijk project. Dit jaar brengen de muzikanten Good Vibrations, een bijzonder con-cert voor dove en slechthorende kinderen. “Het is de eerste keer dat we spelen voor mensen met een auditieve handicap”, zegt co-ordinator van het concert en be-stuurder van het UHO Jonathan Raeymakers. “Het project werd vorig jaar ontwikkeld door twee leden van het orkest, in het kader van hun master culturele studies. Ze moesten een projectbeschrij-ving maken en middelen zoeken, maar het bleef allemaal theore-tisch. Nadien wilden ze met het orkest de uitdaging aangaan om hun project in de praktijk om te zetten.”

Op verschillende manieren wordt Good Vibrations toeganke-lijk gemaakt voor dove en slecht-horende kinderen. “Ten eerste is er een ringleiding”, aldus Raey-makers. “Dat systeem wordt in België steeds meer geïnstalleerd in culturele centra. De muziek van een concert kan hiermee worden opgenomen en gefilterd van sto-rende geluiden. Het geluid kan

dan geprojecteerd worden naar de hoorapparaten van de slechtho-renden, zonder randgeluiden.”

Ook voelzetels met trilkussens moeten voor een bijzondere er-varing zorgen. “De trilkussens geven voornamelijk bastonen en ritmes weer. Op die manier kun-nen de toeschouwers de sfeer van de muziek beleven.”

PioniersTot slot zijn er ondersteunen-

de beelden en gebarentolken. “Een klas laatstejaarsstudenten Vlaamse gebarentaal uit Meche-len zal een verhaal tolken dat verteld wordt door Ketnetwrap-ster Kristien Maes. Maar ze doen meer. Ze zullen ook de muziek zelf weergeven door sfeer en emo-ties over te brengen. Ze kunnen in gebarentaal vertellen wat ze zelf bij de muziek voelen, hun eigen emoties dus. Dat is uiteraard heel persoonlijk.”

Voor dit unieke concert wordt het UHO geholpen door Intro, een vzw die evenementen toegan-kelijk maakt voor mensen met een handicap. “Intro stelde on-der andere technische middelen en hun ‘know how’ ter beschik-king. Het is de eerste keer dat een harmonieorkest hier iets mee doet”, zegt Raeymakers die het UHO trots een pioniersfunctie toedicht. “Zeker de combinatie van alle technische middelen is

uniek. Bij de Night of the Proms of een concert van Clouseau wordt er ook wel eens gebruik gemaakt van ringleiding of een gebaren-tolk, maar wij brengen alles sa-men. Dat alles doen we boven-dien speciaal voor kinderen. Dat is nog nooit eerder in Vlaanderen gebeurd.”

‘Good Vibrations’ door het UHO, zaterdag 28/11, cc Poorthuis, Peer. Info en tickets: http://www.uho.be

UHO geeft concert voor dove en slechthorende kinderen

Het UHO repeteert: “De combinatie van alle technische middelen is uniek.” (© Rob Stevens)

Het Leuvens Univer-sitair Harmonieor-kest geeft op zater-dag 28 november een uniek concert. In Peer zal het orkest spelen voor dove en slechthorende kin-deren.

Aan de hand van verhalen van Roald Dahl en Marc De Bel onderzocht de Nederlandse psychiater Gert Jan Be-kenkamp voor zijn proefschrift aan de K.U.Leuven het verschil tussen de ge-voelens van ‘griezelen’ en ‘gruwelen’ bij kinderen. “Noem het een uit de hand ge-lopen hobby”, zegt hij.

Page 5: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

18 noVeMBer 2009 Nieuws 5

tIne Bergen

“We krijgen al jaren steun van de stad Leuven voor onze opgravin-gen,” begint professor Poblome, die in de lezingenreeks vooral de recipiënten behandelt waarin voedsel en drank werden opge-slagen en geconsumeerd. “Dat de Week van de Smaak dit jaar in het teken van Turkije staat en dat Leuven dan ook nog een keer de Stad van de Smaak is, maakte de cirkel snel rond. Bovendien wordt Sagalassos ondertussen al twintig jaar opgegraven, dus hebben we voldoende bruikbaar materiaal om de eetcultuur in de stad te bespreken. Als archeo-loog kijk je immers vooral naar afval en afval is vaak tot eten te herleiden. Pollenanalyse van olijfteelt bijvoorbeeld, pitten van druiven of olijven of residu’s van wijn en olie in de poriën van aar-dewerk.”

“We kijken in de lezingen naar de periode vanaf Alexander de Grote tot de Midden-Byzantijnse tijd, begin 13e eeuw na Chris-tus. Daarmee bestrijken we de opgang, bloei en het verval van de antieke stad Sagalassos,” vult professor Waelkens aan. Tijdens de lezingen schetst hij naast de voeding zelf ook het architectura-le kader waarin voedsel en drank werden bewaard, gekocht, bereid en geconsumeerd.

Graan, olijven en wijn“De klassieke elementen van elk mediterraans dieet zijn graan, olijven en wijn,” vat professor Po-blome samen. “Dat zijn dan ook de producten die we vooral te-rugvinden. Net zoals nu waren er dure, betere wijnen, en goedkope wijnen voor dagelijkse consump-tie.”

“De doorsnee bewoner at maar een paar keer per jaar vlees,” be-klemtoont professor Waelkens. “Tijdens religieuze festivals wer-den er dieren geofferd die nadien ook opgegeten werden. Het dieet van een Turkse dorpsbewoner is vandaag nog altijd hoofdzakelijk vegetarisch. Vlees wordt vooral gegeten bij religieuze feesten zo-als het Offerfeest of bij belang-rijke gebeurtenissen in de familie zoals besnijdenis en huwelijk. Het vlees van de arme bestond in de Oudheid vooral uit proteïnerij-ke peulvruchten. Bonen, erwten en linzen vormen nog altijd een groot bestanddeel van het Turkse dieet.”

“Wat graan betreft, werd er vooral gerst geteeld. Dat werd fijngestampt met melk of wa-ter en tot een pap gemengd. Het vormde wellicht het voornaamste voedsel van de doorsnee bewoner van Sagalassos. Ook dit vind je vandaag nog terug. Op het einde van de oogst koken de vrouwen het graan in grote koperen potten tot een gerstebrij of bulgur. Net zoals er vandaag in Turkije vooral platte broden op basis van gerst worden gegeten, was dat ook in het antieke Sagalassos het geval.”

Eetstalletjes en fonteinen“Voedsel was in Sagalassos over-al te krijgen in stalletjes langs de straten en op de markt. De stad telt twee grote colonnadestra-ten afgeboord met winkels en ateliers van een kamer groot. In die winkels hebben we soms L-vormige togen gevonden waarop eten werd warm gehouden in kommen die in de toog waren ingebouwd. Als je vandaag in Turkije met de bus reist, zal er om de twee uur op vaste plaat-sen gestopt worden bij wegres-taurants met gaarkeukens. Daar kan je in twintig minuten een volledige maaltijd eten die je zelf kan samenstellen. De schotels staan er immers au bain marie te sudderen. Het systeem was in het antieke Sagalassos niet echt anders.”

“Er werd naast goedkope wijn, voornamelijk water gedronken. De rijken konden zich een licht hellende, geplaveide binnenkoer permitteren, waardoor ze het re-genwater konden opvangen en afleiden naar een cisterne, die ook het water van de daken op-ving. Vaak groeven de rijken ook een waterput op hun binnenkoer. Vanaf de regering van keizer Au-gustus zorgde een netwerk van terracotta buizen voor een water-voorzieningsysteem dat de hele stad bestreek en dat in hoofdzaak straatfonteinen moest voeden. Door het plaatsen van bezin-kingsputten waarin het vuil kon neerslaan, was het aangevoerde water perfect drinkbaar. De elite van Sagalassos sloot daarom haar woningen ook aan op dat net-werk.”

“De armen moesten hun wa-ter aan straatfonteinen halen. In de Keizertijd, vanaf het einde van de eerste eeuw, werden er monumentale pronkfonteinen gebouwd. Ze werden versierd met beelden van de keizer en de goden maar ook van de lokale aristocraten die de fontein had-den gefinancierd en zichzelf zo als ‘intimi’ van keizer en goden voorstelden.”

Geen keuken“De reden waarom er zoveel eet-stalletjes in de stad zijn terug te vinden, is dat minstens 75 procent van de bevolking geen keuken had. De arme gezinnen woonden op een tussenverdiep boven de kleine zaakjes van één kamer groot. Ze moesten hun voedsel dus wel gaan kopen of bij elkaar bedelen. Het dieet van de gemiddelde inwoner was dan ook niet erg gezond, wat zich weerspiegelt in de lage levens-verwachtingen.”

“In de rijkere woningen heb-ben we wel keukens terugge-vonden. We zijn nu een villa aan het opgraven die mogelijk het paleis is van een bisschop uit de late vierde en de vijfde eeuw. Het complex telt nu al tientallen kamers op zes niveaus. Waar-schijnlijk is het na het uitbre-ken van de pest onderverdeeld

in vier kleinere wooneenheden voor de beter gegoeden. We heb-ben sporen teruggevonden van hoe er op de mozaïekvloer van wat oorspronkelijk bijvoorbeeld wachtzalen waren, rijen stenen naast elkaar zijn gestapeld met dekplaten erboven waaronder gestookt kon worden. Dat was dan de keuken.”

“De potten die gebruikt werden om te koken, de bekers en vooral het servies waarop gegeten werd, zijn ook onderhevig aan heel wat modeverschijnselen,” gaat pro-fessor Poblome verder. “De vorm van een kookpot hangt samen met

de bereidingswijze die gebruikt wordt. In het Romeinse Oosten kan je zo verschillende ‘groepen’ van kookpotten terugvinden, wat erop wijst dat de verschil-lende regio’s ook verschillende bereidingswijzen gebruikten. In Sagalassos vinden we veel bolle, gesloten kookpotten terug, die zeer vergelijkbaar zijn met pot-ten in het westen van Cyprus. We vermoeden ook dat dergelijke re-gionale stijlen teruggaan tot de IJzertijd.”

Take away“Ook de serviezen die de bewo-

ners gebruikten vertellen veel. In het prille begin van het kei-zerrijk, onder Augustus, was het Italische servies heel modieus en werd dit dus ook overal geïmi-teerd. Sagalassos doet daar niet aan mee. De stad kiest haar ei-gen weg, die aansluit bij de Oost-Mediterrane traditie. Van de drinkbekers uit keramiek en de serveerschotels die we hebben, bestaan prototypes in glas en zilver: heel dure materialen die voorbehouden zijn aan de ‘high society’. Dit dure en modieuze vaatwerk werd dus wel heel pre-cies geïmiteerd, waaruit blijkt dat de bewoners goed wisten waar ze mee bezig waren.”

Dat servies gebruikten de rijken in hun eetkamers. “Uit het plat-tegrond dat we hebben van het paleisachtige complex, blijkt dui-delijk dat de patronus over ver-schillende eetzalen beschikte, al naargelang hij meer privé of meer publiek wou eten.”

“We weten ook dat die eetka-mers multifunctioneel zijn,” vertelt professor Waelkens. “Overdag kon de vrouw daar bij-voorbeeld rustig zitten spinnen. In de winter werden de eetzalen met een groot venster op het zui-den gebruikt als stapelplaats en werd er gegeten in meer gesloten ruimtes.”

“De minder gegoeden konden eten in de thermopolia, gaarkeu-kens waar ze niet alleen warm voedsel en drank konden kopen, maar waar ook een gelagzaal aan-wezig was. En verder werd er ook vaak gewoon buiten op de stoep gegeten, zoals wij nu soms doen met friet, omdat het al koud zou zijn tegen dat we thuis zijn. Waar-schijnlijk kreeg ieder zijn portie in platte broden mee, zodat de verpakking ook gelijk kon wor-den opgegeten.”

Er hebben nog dubbellezingen plaats in Ranst op 22 november en in Herk de Stad op 2 december.http://www.sagalassos.be/saga/en/WeekVanDeSmaak

Proeven van het antieke SagalassosNaar aanleiding van de Week van de Smaak houden professor Waelkens en professor Poblome een reeks dubbellezingen over de eetcultuur in het antieke Sagalassos. “Als archeoloog kijk je vooral naar afval. Laat dat nu net heel vaak tot eten te herleiden zijn.”

www.grootpark.be 03/443.06.35

Ruime villa-flats Lovenjoel

Salve Mater (5 km van Leuven)

Slechts 6% btw

op volledige bedrag

Zuid - terrassen Vanaf € 235.100

Gv Wg Gdv Gvkr Gvv

Gezamenlijke ontwikkeling van ViRiX en K.U.Leuven

Groot ParkWonen in een oase van groen en rust

ADvERTEnTiE

Page 6: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

Ludo Meyvis

Paul Van Dun, algemeen direc-teur van K.U.Leuven Research & Development, is tevens gedele-geerd bestuurder van het Gemma Frisius-fonds (GFF), dat in 1997 werd opgericht door KBC, Fortis (toen nog Generale Bank) en de K.U.Leuven, in een 40/40/20-ver-houding. “Het Gemma Frisius-fonds was specifiek bedoeld voor ondernemende onderzoekers die een bedrijf wilden starten op basis van aan K.U.Leuven opgebouwde technologieën of ideeën. Midden de jaren negentig was risicokapi-taal voor dergelijke hoogtechnolo-gische starters echter niet zo een-voudig te vinden, en een aantal nochtans goede concepten had-den bijgevolg moeite om het no-dige kapitaal bijeen te krijgen om als bedrijf op te starten. En dààr

wilde het GFF hulp bieden.”“Met succes, trouwens. Het start-

kapitaal van 12,5 miljoen euro werd al snel door de partners ver-dubbeld tot 25 miljoen euro. Het GFF heeft inmiddels in 27 bedrij-ven geïnvesteerd. Meestal volstaat het GFF-geld niet om het bedrijf op te starten, maar de praktijk leert dat het toegekende kapitaal werkt als een soort katalysator: als GFF over de brug komt, volgen de meer klassieke investeerders ge-woonlijk ook wel.”

“Aan de werking van GFF is niet zo heel veel veranderd, alleen staat het fonds sinds een jaar of twee ook open voor bedrijven uit de sfeer van de Associatie.”

Forum“Veruit de meeste spin-offs stel-len het goed. Sinds de oprichting van de allereerste spin-off van

onze universiteit in 1979 hebben er slechts een tiental hun activi-teiten stopgezet. Op een totaal van 89 is dat niet slecht. Het gaat immers om bedrijven met veel potentieel, maar eveneens met een hoger dan gemiddeld risico: nieuwe technologieën die ontwik-keld en verkocht moeten worden, nieuwe markten die aangeboord moeten worden, … En tóch weet zowat negentig procent van de Leuvense spin-offs de weg naar het succes te vinden.”

“Dat is overigens geen marginaal gebeuren. Het heeft een reële im-pact op de regio. Wat was Leuven, twintig of dertig jaar geleden? De Boerenbond, Inbev, en de univer-siteit. En nu hebben die spin-offs een heuse hoogtechnologische gordel rond Leuven gelegd, met duizenden arbeidsplaatsen, ze-ker als je er de toeleveranciers

bijrekent. Ze verhogen de toege-voegde waarde van de regionale economie in aanzienlijke mate, en vele van hen werken intensief met de universiteit samen. Ze le-veren tewerkstelling voor de afge-studeerden — en ze brengen ook wel wat geld in het laatje, ook van de universiteit.”

“Maar ondanks het succes heeft de economische crisis ook voor de wereld van de spin-offs voelbare gevolgen. Uiteraard is de financiële wereld in deze troebele tijden een graadje meer terughoudend ge-worden om dergelijke kandidaat-bedrijven te financieren. Grote bedrijven, met wie nogal wat spin-offs samenwerken, snoeien in hun onderzoeksactiviteiten, en bieden dus minder cliënteel aan de spin-offs. We merken ook dat de risico-appetijt van onderne-mingsgezinde onderzoekers een

gelijke tred vertoont met de alge-mene conjunctuur: als het econo-misch wat minder gaat, is er dui-delijk minder interesse om een bedrijf op te starten dan in dagen van hoogconjunctuur.”

“Maar ook in iets minder ge-makkelijke economische tijden liggen er vaak grote kansen voor technologiestarters, en het komt er dus op aan om het juiste ant-woord te bieden aan de uitda-gingen in dergelijke tijden. Dat hebben we onder andere willen belichten in het vijfde Gemma Frisius Investment Forum, dat op 17 november plaatsvond en dat specifiek gewijd was aan Starting and growing high-tech companies in difficult times. De belangstel-ling voor dat forum toonde aan dat het een thema was dat veel mensen ter harte gaat.”

http://lrd.kuleuven.be

Spin-offs in moeilijke tijden’t Is crisis. De ene aandeelhouder of werknemer voelt het al harder dan de andere, maar het valt niet te ontkennen dat de finan-ciële markten flink dooreengeschud aan 2010 beginnen. Elk bedrijf voelt de storm op zijn eigen manier, maar voor jonge, hoog-technologische beginners is de problematiek wel zeer goed voelbaar. Een aantal universitaire spin-offs horen tot die groep.

6 Nieuws caMpuskrant

In de demografie spe-len de grote getallen en de onvermoede verban-den. Professor Koen Matthijs schreef er een zeer leesbaar boekje over. Hij benadrukt hoe achter die getallen een vaak ronduit ver-bluffende menselijke realiteit schuilgaat.

Ludo Meyvis

“Ik krijg nogal vaak dezelfde vra-gen te horen: wat is eigenlijk een geboortecijfer, of hoe vaak schei-den mensen tegenwoordig, of le-ven vrouwen langer dan mannen, en die vergrijzing, hoe zit het daar eigenlijk mee? Bevolking – wie, wat, waar, wanneer? wil een reeks van die demografische vragen beantwoorden. Daarnaast reikt het boekje ook een toegankelijk terminologisch apparaat aan, en, wat de studenten nogal weten te waarderen, het bevat een aantal praktisch uitgewerkte berekenin-gen.”

“Demografie is een snel ont-wikkelende wetenschap. De de-mografische technieken zijn ta-melijk wiskundig en statistisch, maar de consequenties zijn erg ‘tastbaar’ en ze hebben gewoon-lijk erg veel aspecten. Het blijkt telkens weer dat demografische of macro-ontwikkelingen een rechtstreekse invloed op je per-soonlijk leven hebben. Daardoor boeien ze iedereen wel.”

“Neem bijvoorbeeld een op het eerste gezicht vrijblijvend cijfer als het aantal echtscheidingen. Dat is wat het is, maar de gevolgen zijn

niet min. Heel wat kinderen zijn daardoor tijdens de week bijvoor-beeld het enige kind, maar tijdens het weekend, bij de hertrouwde ouder, zijn ze misschien plots het jongste kind. Die kinderen mi-greren dus tussen verschillende leeromgevingen, en dat is histo-risch volstrekt nieuw. Dat heeft ook wetenschappelijke implica-ties: de kennis die gedragsweten-schappelijk onderzoek opleverde over de effecten van de plaats van kinderen in de kinderrij is door maatschappelijke ontwikkelingen achterhaald. Dat is pas boeiend.”

“De demografie en de bevol-kingssociologie zijn de laatste jaren extra fascinerend gewor-den doordat we zowel voor het heden als het verleden beschik-ken over imposante databanken. Onze Leuvense onderzoeksgroep speelt daarin een coördineren-de en stimulerende rol, zowel in Vlaanderen als in Europa. Ik kan je exact vertellen hoeveel huwelijkssluitingen er waren in Bierbeek in 1813 en wat de ken-merken van die huwenden toen waren. We werken daarvoor nauw samen met honderden vrijwilli-gers die overal in Vlaanderen his-torisch-demografische gegevens opzoeken en opslaan in databan-ken. Dat heeft iets fascinerends: dankzij de grote rekenkracht van computers kunnen nu grote da-tabases worden opgebouwd en geanalyseerd. Voorheen kon dat niet. Er komt dus bij wijze van spreken geschiedenis bij.”

Europa versus wereld“Mijn boekje is bedoeld om vaak terugkerende gespreksonderwer-pen van wat steviger bodem te voorzien. Iedereen heeft wel zijn mening over bevolkingskwesties, maar wie er even over nadenkt, wordt al gauw met de complexiteit

van de materie geconfronteerd. Niet zelden blijft iemand die een duidelijke visie dacht te hebben, na enkele minuten achter met een reeks knagende vragen. Mijn boekje wil die mens wat uit de nood helpen. Het gaat echter ook verder dan het aanreiken van een stevige maar toegankelijke the-oretische basis. Een resem heel tastbare onderwerpen krijgen de nodige aandacht, en ik heb heel bewust geprobeerd om er een aan-tal eye openers in te verwerken.”

“Tijdens dit gesprekje zijn er 10.000 mensen extra bijgeko-men, dus geboorte minus sterfte. Op een etmaal dus 240.000, op vier dagen een stad als Brussel. Niéuwe mensen, erbij. Elke maand krijgt de wereld de volledige Belgi-sche bevolking erbij. Volgend jaar ‘vieren’ we de 7 miljardste mens. De 6 miljardste is intussen nog maar 10 jaar oud. Samen zullen

die 7 miljard mensen ongeveer 350 miljoen ton wegen.”

“Wat ernstiger zijn afwegingen rond vergrijzing: nog ongeveer tien jaar, en het aantal 65-plussers zal groter zijn dan het aantal kin-deren jonger dan vijf. Dat heeft grote sociale, culturele en eco-nomische gevolgen. Maar vanaf ongeveer 2030 zal de echte verou-deringsgolf zich niet zozeer in Eu-ropa voordoen, maar in de minder ontwikkelde landen. Sommige landen verouderen sneller dan dat ze economisch groeien, plus gaat het vaak om ‘dubbele verou-dering’, dat wil zeggen dat het de oùdste bevolkingsgroep is die het sterkst toeneemt. En dat heeft dan weer consequenties voor het aantal chronisch zieken, wat ook in die landen dure langetermijn-zorg impliceert, enzovoort.”

“Het boek staat vol met dat soort cijfers, hun achtergrond en hun

consequenties. Ik doe nog een willekeurige greep. In 2006 was 13,3 procent van de scheidende vrouwen voordien al minstens één keer gescheiden. Op 1 janu-ari 2008 had 9,11 procent van de Belgische bevolking een vreemde nationaliteit. In het Brusselse gewest was dat 28,14 procent, in Vlaanderen 5,75 procent. De we-reldbevolking doet er momenteel 50 tot 60 jaar over om te verdub-belen. Het is verleidelijk om met demografische getallen te gaan spelen. Maar je moet één ding goed voor ogen houden: die getal-len schetsen een harde en com-plexe menselijke realiteit. Maar je moet wél over de juiste cijfers beschikken om daar iets zinnigs over te zeggen. Daar wil mijn boekje een aanzet toe geven.”

Koen Matthijs, ‘Bevolking. Wie? Wat? Waar? Wanneer?’, Leuven, Acco, 136 p., 24,50 euro

Demografische getallen schetsen harde menselijke realiteit

Debate

High technology & slow Food in a changing societyWillem P. Roelandts, honorary doctor

Jean-Claude Burgelman, senior advisor EC (DG Research)

tue. 24 nov. 2-4 pmhttp://set.kuleuven.be/phd/ eredoctoraat09

ADvERtEntiE

Page 7: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

JeLLe de Mey

Het klinkt wat cynisch, maar pro-fessor Hans Bruyninckx van het Leuven Centre for Global Gover-nance Studies (GGS) weet waarover hij spreekt. Samen met klimatolo-gen professor Nicole van Lipzig en professor Gerard Govers van het Leuven Sustainable Earth Research Centre (LSUE) organiseert hij de lezingenreeks ‘Klimaatweten-schappen voor dummies’. Voor wie de voorbije maanden op een andere planeet heeft geleefd: in Kopenhagen start begin decem-ber de belangrijkste klimaattop van de afgelopen tien jaar, waarop ook het klimaatbeleid voor de ko-mende decennia wordt bepaald.

Gerard Govers: “In de weten-schappelijke wereld bestaat er een consensus over de klimaat-verandering, in de vorm van het Intergovernmental Panel on Cli-mate Change (IPCC). In de verkla-ringen van dit VN-klimaatpanel verschuift de rol van de mens bij de opwarming van de aarde van ‘waarschijnlijk’ naar ‘bijna zeker’. Binnen de bonafide wetenschap-pelijke wereld zijn er weinigen die daaraan twijfelen. Sommi-gen stellen wel dat het niet zo’n vaart zal lopen, maar dat hebben klimatologen ook aan zichzelf te danken. In het verleden heb-ben sommige wetenschappers te hard geroepen over zaken die la-ter minder sterk bleken.”

Nicole van Lipzig: “Voor het smelten van de poolkappen heeft het IPCC dan weer een te voorzich-tige analyse gemaakt. Glaciologen wijzen er voortdurend op dat de si-tuatie op het terrein veel erger is.”

Hans Bruyninckx: “Het laatste IPCC-rapport bevat een bood-schap voor de politici: ga maar niet uit van de zwakste lezing van dit rapport, want het zal wellicht een stuk erger zijn. Maar ze heb-ben er geen oren naar. Om de kli-maatverandering onder controle te houden, mag de stijging van de temperatuur op aarde niet boven de twee graden Celsius uitstijgen, dat werd lang als symbolische

grens genomen. Welnu, de Euro-pese onderhandelaars zijn al be-zig met scenario’s waarbij ze uit-gaan van drie graden Celsius.”

tijdbomVan Lipzig: “Over het verband tussen de uitstoot van broeikas-gassen en de opwarming van de aarde bestaat geen twijfel. An-dere zaken blijven onzeker, zoals de neerslagpatronen. Wij zitten in een tussengebied, de gevolgen van de klimaatverandering bij ons zijn niet helemaal gekend.”

Govers: “Over het feit dat het opwarmt, kan je inderdaad niet met reden sceptisch zijn. Maar de temperatuur op aarde stijgt niet van jaar tot jaar, wel sprongsge-wijs, en daar maken sceptici ge-bruik van. Dat we onderweg zijn naar een warmere wereld met andere weerpatronen, dat staat vast. We moeten alleen voorzich-tig zijn met alle weerrampen aan global warming te wijten.”

“Feit is ook dat klimaatveran-dering vaak synoniem staat voor de opwarming van de aarde, en

daar ligt een Belg natuurlijk niet wakker van. Maar er is zo veel meer. Ook de neerslagpatronen kunnen sterk wijzigen. In Spanje bijvoorbeeld voorspelt men tot dertig procent minder regen. In combinatie met een tempe-ratuurstijging heeft dit enorme gevolgen voor de landbouw of de waterhuishouding, veel erger dan men anticipeert. Dichtbevolkte gebieden worden warmer en dro-ger. Ook in Noord-Afrika, waar de bevolking nog aangroeit, kunnen de gevolgen dramatisch zijn. Kli-maatverandering is daar een eco-logische tijdbom.”

Bruyninckx: “Dat vraagt om drastische maatregelen, zou je denken. Helaas heerst er een on-gelofelijke discrepantie tussen wat wetenschappers aanbevelen en wat politici doen. In wezen gaat klimaatbeleid over een an-der energiesysteem en dat is een structureel ordenend onderdeel van onze samenleving waaraan veel macht en economische be-langen vasthangen. De omscha-keling moet bovendien snel ge-

beuren, wat wrevel opwekt.” “Dan zijn er nog landen als de

VS, waar het ratificeren van inter-nationale verdragen zeer moeilijk ligt. De Senaat moet een klimaat-verdrag met een twee derde meer-derheid goedkeuren. Die kans is momenteel heel klein. Recent nog had het Huis van Afgevaardigden de grootste moeite om een afge-zwakte klimaatwet aan te nemen, en die moet nog langs de Senaat passeren. Wie gelooft dat Obama dit zomaar kan veranderen, zal van een kale reis terugkomen.”

vijf over twaalf“Maatregelen om onze CO2-uit-stoot drastisch te verlagen mogen dan wel duur zijn, de kost van het niets doen — zo hebben econo-men al becijferd — is veel groter. Beleid is te veel gericht op hier en nu, waarbij politici vooral bekom-merd zijn over de korte termijn en de volgende verkiezingen. Voor an-dere zaken blijkt er nochtans wel geld: de drie grootste Amerikaan-se banken, die de financiële crisis mee veroorzaakt hebben, willen

samen 30 miljard dollar aan bo-nussen uitkeren. Er is een ethisch deficit in onze samenleving.”

“Dat merk je ook nu het poolijs smelt en de Noordpool vrijkomt voor ontginning en scheepvaart. Omringende landen met Rusland op kop haasten zich om het gebied te claimen, met het argument dat het continentaal plat voortloopt. Het gebied is intussen verkaveld. We kunnen de fossiele brandstof-fen in de bodem laten zitten om-dat ze schaars zijn, of we kunnen ze ontginnen en het geld inves-teren in hernieuwbare energie. Maar dat gebeurt niet. Op het vlak van energie domineren de princi-pes soevereiniteit en eigendom, of anders gezegd markt en staat.”

Govers: “Zo’n veertig jaar gele-den schreef het vakblad Science al een ophefmakend artikel over ‘de tragedie van het gemeenschappe-lijke goed’: het is een groot pro-bleem dat we er niet in slagen om ons milieu te beschermen. Dat is vandaag niet anders.”

Bruyninckx: “Wat mogen we dan verwachten van Kopenhagen? Een internationaal verdrag is bindend, stelt deadlines en bevat duidelijke doelen. Niemand gelooft dat er in Kopenhagen zo’n akkoord uit de bus komt. Het zal een politieke verklaring worden waarin drie dingen staan: het belang van een doortastend klimaatbeleid, een agenda voor verdere onderhande-lingen en bepaalde intenties, zo-als het oprichten van een klimaat-fonds voor ontwikkelingslanden. Dat zagen we nog in het verleden bij grote klimaatconferenties. Wel nieuw is dat deze keer het laatste IPCC-rapport op de onderhande-lingstafel ligt, en daarin staat dat het vijf voor twaalf is. Maar deze klimaatmodellen zijn al geda-teerd: in werkelijkheid is de situ-atie veel erger en is het al vijf over twaalf. Zo’n uitkomst in Kopenha-gen is dus onaanvaardbaar.”

Lezing ‘Klimaatwetenschap voor Dummies’, 24 november, 19u30-21u30, Grote Aula van het Maria Theresia College, Hogeschool-plein Leuven

Klimaatwetenschap for DummiesVelen beschouwen de klimaattop van Kopenhagen als de laatste kans, terwijl anderen menen dat het niet zo’n vaart zal lopen met de klimaatverandering. Zeker is de enorme kloof tussen wat de wetenschap eist en waartoe het beleid zich bereid toont. “Ondanks de goede intenties van Obama zal er wellicht niet zo heel veel veranderen.”

18 noveMber 2009 Nieuws 7

Onze planeet warmt op, de mens is verantwoor-delijk en de CO²-uitstoot moet drastisch naar omlaag, daar lijkt de we-tenschap het over eens. Toch weerklinken nog kritische stemmen in het debat, zoals die van de Nederlandse hoogleraar Salomon Kroonenberg.

JeLLe de Mey

Geoloog Salomon Kroonenberg, verbonden aan de Technische Universiteit van Delft, neemt al vele jaren de wetenschappelijke

consensus van het Internationale Klimaatpanel (IPCC) op de kor-rel. Zijn uitgangspunt is dat wij nog te weinig weten over het kli-maat om hier beleid rond te voe-ren. Dat zal hij ook verkondigen op 28 november tijdens ‘De aarde zweet’, een symposium van de Vereniging van Afgestudeerden in Plantkunde en Dierkunde van de Leuvense Universiteit (PDL).

“Er schort iets aan de manier waarop wij naar het klimaat kij-ken”, vertelt Kroonenberg aan de telefoon vanuit Delft. “We heb-ben te weinig historisch besef van de ontwikkeling van het kli-maat. Tussen 1945 en 1975 werd het kouder op aarde, en er is zelfs sprake van een kleine ijstijd van de veertiende tot de negentiende

eeuw. In de toekomst kan het dus evengoed ook afkoelen. Maar het IPCC houdt alleen rekening met het scenario dat het warmer wordt, terwijl het de laatste tien jaar niet meer opwarmt.”

“Ook de rol van broeikasgassen wordt overschat. Er zijn andere factoren die belangrijker zijn, zoals bijvoorbeeld de activiteit van de zon. Het IPCC weet dat wel, maar ziet hier onvoldoende aanwijzingen voor. Volgens mij is de correlatie tussen klimaat en de zon veel groter dan tussen kli-maat en koolzuurgas.”

Twijfelt Kroonenberg dan aan de menselijke impact op het kli-maat? “Inderdaad. Ook al brengen wij veel CO² in de atmosfeer, toch is het niet zeker dat we het klimaat

beïnvloeden. Ik betwist vooral dat we door drastische maatregelen het klimaat kunnen regelen. Het is een illusie dat de mens de thermo-staat van de aarde enkele graadjes warmer of kouder kan zetten.”

Is de oplossing dan helemaal niets te doen? “Klimaatbeleid heeft geen zin, dat klopt. Wel vind ik dat we op het vlak van energie voluit moeten inzetten op bespa-ring. Alternatieven als zonne- en windenergie moeten daarbij voor-rang krijgen. Onze fossiele brand-stoffen raken immers uitgeput. Helpen deze maatregelen voor het klimaat, dan is dat mooi meege-nomen. Helpen ze niet, dan heb-ben we toch iets gedaan om onze energietoekomst veilig te stellen.”

“Bij de onderhandelingen in Ko-

penhagen wordt op het verkeerde paard gewed: het zou over energie moeten gaan. Onze emissie terug-schroeven zal geen invloed heb-ben op het klimaat. Wie de tempe-ratuurstijging op aarde onder de twee graden Celsius wil houden, speelt voor tovenaarsleerling. Stel dat het op termijn opnieuw kou-der wordt op aarde, wat gaan we dan doen? Met z’n allen meer CO² uitstoten om de wereldwijde tem-peratuur constant te houden?”

Symposium ‘De Aarde zweet! Glo-bal change vanuit een klimatolo-gisch en biologisch perspectief’ op 28 november in het Zoölogisch Instituut (Deberiotstraat 40, Leuven).Info: http://wet.kuleuven.be/news/aardezweet.html

“Klimaatbeleid heeft geen zin”

Page 8: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

Henk Van nieuwenHoVe

De drie universiteiten zijn sterk betrokken bij het Centre for Children in Vulnerable Situations (CCVS). Naar aanleiding van de twintigste verjaardag van de on-dertekening van het Internatio-naal Verdrag voor de Rechten van het Kind op 20 november organi-seerden dr. Ilse Derluyn (CCVS), professor Wouter Vandenhole (UNICEF Leerstoel van de Uni-versiteit Antwerpen) en profes-sor Stephan Parmentier (Leuvens Instituut voor Criminologie) eind oktober in Brussel een tweedaags internationaal congres.

Centraal stond de vraag naar de reïntegratie en de rehabilitatie van kinderen die oorlogsleed heb-ben ervaren. Parmentier: “Daar-naast moet men ook de daders aanpakken. Diegenen die con-flicthaarden creëren en kindsol-daten rekruteren, moeten worden getraceerd, opgepakt, bestraft en verplicht om herstelmaatregelen te voorzien voor hun slachtoffers Heel vaak blijven deze schurken buiten schot.”

Geen weg terugHoe laag moet je als beschaving gevallen zijn om kinderen aan te sporen om de wapens ter hand te nemen en gruweldaden te begaan tegenover hun familieleden en dorpsgenoten? Het verschijnsel is helaas wereldwijd verspreid. Niet alleen in Afrika, maar ook bijvoor-beeld in Colombia, Sri Lanka, Irak of Afghanistan worden kin-deren in de strijd gegooid. “Door hen te verplichten hun ouders of familieleden te vermoorden wor-den ze gedwongen om mee ten strijde te trekken”, zegt Stephan Parmentier. “Voor deze kinderen is er zonder hulp geen weg terug. De meeste programma’s zijn in eerste instantie gericht op de re-

integratie en rehabilitatie van kindsoldaten in het algemeen. Totnogtoe gaat weinig aandacht naar meisjessoldaten die slacht-offer werden van verkrachting, met een baby achterblijven en door hun gemeenschap verstoten worden.”

Tijdens het congres in Brus-sel werd het fenomeen in kaart gebracht door internationale ex-perts en beleidsmakers. Zowel het juridisch-politieke herstel op gemeenschapsniveau als het so-ciaal-psychologische herstel van het individu kwamen aan bod. Parmentier: “In eerste instantie moeten we onze doelgroep uit-breiden. Naast de kindsoldaten is er immers nog een veelvoud van kinderen dat direct slachtof-fer is van een gewapend conflict, of onrechtstreeks omdat hun ou-ders of familieleden gedood of verdwenen zijn.”

“Door het actieterrein te bestu-deren zijn we ook tot de vaststel-ling gekomen dat bij reïntegratie en rehabilitatie een onderscheid kan gemaakt worden tussen verschillende niveaus van inter-venties. Onderaan de piramide vinden we de traditionele dienst-verlening aan iedereen die met een oorlog te maken heeft. In een tweede fase wordt aandacht be-steed aan steun aan families en de gemeenschap, bijvoorbeeld door de opvang van kinderen. Nog een trede hoger komt men terecht bij gerichte hulpverle-ning, zoals psychologische hulp aan kinderen die slachtoffer zijn. Helemaal bovenaan de piramide vinden we de heel moeilijke geval-len, waaronder de kindsoldaten en meisjes die slachtoffer werden van verkrachting. Deze groepen hebben de grootste trauma’s op-gelopen en vinden het moeilijkst weer een plaats in het leven van de gemeenschap.”

“Voor deze groepen van slachtof-fers stellen we de 3R-benadering voor, waarin naast reïntegratie en rehabilitatie ook aandacht gaat naar reconciliation of verzoening. Om de terugkeer in de gemeen-schap mogelijk te maken voor kindsoldaten en kindmoeders na verkrachting, wordt in sommige landen een beroep gedaan op zuiveringsrituelen, gebaseerd op traditionele gebruiken. Zo heeft de Waarheidscommissie in Sierra Leone, waar decennialang een burgeroorlog woedde, de slacht-offers ritueel laten zuiveren door hun lichaam eerst met witte asse te bedekken en daarna te reinigen en aldus hun terugkeer in de ge-meenschap mogelijk te maken.”

KrijgsherenMet behulp van talrijke gevalstu-dies werd tijdens de conferentie een normatief kader opgesteld waaraan een proces van reïnte-gratie en rehabilitatie moet vol-doen. Belangrijk is dat de initi-atieven die ontwikkeld worden hun plaats vinden in de ruimere context van de internationale ontwikkelingssamenwerking. Alleen op die manier kan aan langetermijnpolitiek gedaan worden. “Het spreekt vanzelf dat in die ruimere politieke context ook aandacht moet besteed wor-den aan preventie van oorlogssi-tuaties. Ook de krijgsheren moe-ten worden aangepakt om aan te tonen dat hun gedrag onaan-

vaardbaar is”, zegt Parmentier. “Maar dit zijn misschien wel de moeilijkste schakels in het ge-heel.”

Met de gegevens die verzameld werden, willen de organisatoren van het congres nu een metho-dologisch kader ontwikkelen waardoor men de kwaliteit van de hulpverlening zal kunnen toet-sen en opwaarderen. Een samen-werkingsverband met Unicef is in de maak. Ook willen zij, samen met het CCVS, het Belgisch voor-zitterschap van de Europese Unie in 2010 aangrijpen om de proble-matiek op de Europese agenda te plaatsen.

http://www.law.kuleuven.be/linchttp://www.rrwac.be

Kindsoldaten zijn tegelijk dader en slachtofferNaar schatting 250.000 kindsoldaten worden in tientallen landen in gewapende conflicten ingezet. Daarnaast zijn er nog vele honderdduizenden andere kinderen en jongeren die blootgesteld zijn aan oorlogswreedheden en met de grootste trauma’s achterblijven. Samen met de VUB en de UGent wil de K.U.Leuven de situatie van alle kin-deren die door oorlog zijn getroffen nationaal en internationaal op de agenda te plaatsen.

8 Maatschappij campuskrant

V.l.n.r. Sylvie Fouet (UNICEF Belgium), Wouter Vandenhole (UAntwerpen), Radhika Coomaraswamy (Speciaal Vertegen-woordiger van de Verenigde Naties voor Kinderen en Gewapend Conflict), Ilse Derluyn (UGent en CCVS) en Stephan Par-mentier (K.U.Leuven) (© Ingezonden)

nature parkkortrijkToeristen gaan op safari en maken tochten in natuurparken om de echte natuur of ‘wild life’ te ervaren, maar vooral om toeristische hotspots te bewonderen. Sinds natuur en na-tuurbeleving meer en meer een bron van economische ex-ploitatie zijn, worden deze ervaringen artificieel. De jonge kunstenaar Filip Vervaet vertaalt deze beschouwingen in zijn project ‘Nature Fun Park’, momenteel te zien op de Cam-pus Kortrijk. Een houten pad van 150m brengt de toeschou-wer langs een maquetteboom die weer werd uitvergroot tot zijn realistische schaal, en langs een ‘viewpoint’: een bronzen landschappelijke sculptuur met een bevreemdende geometrische krater. In een reeks fotocollages wordt door middel van telkens eenzelfde landschap te transformeren, verschillende landschappen gesuggereerd. De installatie is nog tot en met 29 november te bezichtigen in de Spina op de Campus Kortrijk.

(© Patrick Holderbeke)

Page 9: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

Jelle De mey

De geschiedenis van het onder-zoek naar de vaak gespannen ver-houding tussen politie en men-senrechten begint bij een lange lijst van zogenaamde politiefou-ten: schendingen bij huiszoeking, arrestatie, voorhechtenis of bij het afnemen van een verklaring. Soms gebeuren deze fouten eerder syste-matisch dan toevallig. De vraag is: accepteer je dat als samenleving? Of denk je na over manieren om dit te voorkomen? Professor Gree-ne kiest duidelijk voor het tweede. Hij verbleef in september en okto-ber in Leuven als gastdocent, op uitnodiging van het Leuvens Insti-tuut voor Criminologie (LINC) aan de Rechtsfaculteit.

Greene gaf in ons land ook een lezing over de relatie tussen po-litiewerk en mensenrechten. “Het is een moeilijk evenwicht waarmee alle democratieën wor-stelen. Bij een misdrijf moet de politie ter plaatse komen, dat is haar job. Maar het optreden van de agenten moet wel binnen de ‘wettelijke consensus’ gebeuren. Ze mogen niet als onderdruk-kers handelen. In een democratie als België verleent de bevolking

legitimiteit aan de politie om in haar plaats te reageren. De men-senrechten maken deel uit van dat sociaal contract, omdat deze rechten in de grondwet staan. Deze situatie veroorzaakt span-ningen tussen het staatsgezag en de individuele rechten.”

Hij geeft het bekende voor-beeld van Henry Lewis Gates, de zwarte Harvardprofessor die enkele maanden geleden na een terugreis uit China de voordeur van zijn eigen woning niet meer openkrijgt. Iemand belt de po-litie omdat het lijkt op inbraak. De politie arriveert, Gates maakt zich bekend, maar gedraagt zich irritant en wordt meegenomen naar het bureau. President Oba-ma noemt het optreden van de politie ‘stom’, met veel heisa tot gevolg. Om de plooien glad te strijken drinken de betrokkenen samen een biertje in het Witte Huis. Einde van het verhaal.

Maar hoe zit dat wettelijk en ethisch, vraagt Greene zich af. “De feiten zijn misschien wat ambigu, maar niet ingewikkeld: de poli-tie begeeft zich na een oproep ter plaatse. Wat had er moeten ge-beuren nadat duidelijk werd dat de verdachte zich in zijn eigen

huis bevindt? Mag de politie haar onverstoorbaarheid zomaar ver-liezen? En is gedrag een wettelijke basis om iemand te arresteren?”

Tussen tirannie en anarchie“Bij veel zaken binnen het poli-tiewerk komt de discretionaire bevoegdheid om de hoek kijken. Dat betekent dat een agent op het moment zelf moet beoorde-len hoe hij zal optreden. Die be-voegdheid gebruiken is bemid-delen tussen orde en vrijheid, er hoeft geen conflict te zijn tussen beide begrippen. Orde zonder vrijheid is tirannie, maar vrijheid zonder orde is anarchie. Vergeet niet dat de politie een moeilijke taak heeft. Ze belandt steeds in een sociale warboel, waar ze de orde moet herstellen, binnen de lijnen van het wettelijke.”

“Veel facetten van het politie-werk komen de mensenrechten ten goede. Zo verwijzen agenten bij echtelijke ruzies door naar een sociale dienst of beschermen ze de rechten van slachtoffers. Toch worden agenten hier on-voldoende op voorbereid tijdens hun opleiding. Routine kan hen helpen met dubbelzinnigheden en onduidelijkheden in de wet en

kan verhinderen dat het conflict escaleert. Er is ook meer toezicht en controle nodig, want agenten nemen belangrijke beslissingen. Ten slotte moeten de agenten maatschappelijk betrokken zijn, want het is moeilijker de rechten te schenden van iemand die je kent”, meent Greene.

Het is dus best mogelijk om bij politiewerk oog te hebben voor de mensenrechten, maar in de prak-tijk wil dat minder goed lukken. “De focus van het politiewerk ligt duidelijk nog op de respons bij misdrijven. In die situaties zien we het meeste gebruik van geweld en komen de mensenrechten het vaakst in het gedrang. Nochtans heeft de politie ook andere, heel nuttige instrumenten ter beschik-king: preventie, herstel en bemid-deling, allemaal met een duide-lijke mensenrechtencomponent. Helaas ziet de politie deze niet altijd als haar opdracht. En als je enkel een hamer hebt, lijkt alles op een nagel.”

“Een andere bedreiging voor de mensenrechten binnen het poli-tiewerk is de nationale veiligheid, binnen het kader van de wereld-wijde strijd tegen het terrorisme. Het motto van de ecologisten

‘think global, act local’ geldt ook voor de politie. Hoe vullen agen-ten op gemeenteniveau die vei-ligheidsrol in? Als ze een deel van de gemeenschap als terroristen beschouwen, kan dat de mensen-rechten schenden. Toch is het no-dig waakzaam te blijven.” Greene wil nagaan of ze daar op voorbe-reid zijn. “Dat levert gemengde resultaten op in de VS en in Bel-gië, want de meeste eenheden zijn niet getraind in technieken voor terrorismepreventie.”

“Door de globalisering is de we-reld voortdurend in beweging. In België bijvoorbeeld verandert de raciale, etnische samenstelling van de bevolking. Daar moet de politie aandacht voor hebben. Ook nieuwe vormen van misdaad, zoals cybercriminaliteit en mensenhan-del, vereisen een nieuwe aanpak. Zo blijft er nog weinig tijd over voor politiewerk op lokaal niveau met aandacht voor preventie en sociale rust. En juist bij dat werk leren agenten oog hebben voor mensenrechten”, besluit Greene.

Over het evenwicht tussen politiewerk en mensenrechtenDe job van politieagent is weinig benijdenswaardig. Bij een interventie komen agen-ten vaak in sociale verwarring terecht en moeten ze snel beslissen hoe ze orde op zaken kunnen stellen. Dat gaat wel eens ten koste van de mensenrechten. “Het is een moeilijke oefening, zeker in tijden van terrorismebestrijding”, weet Jack R. Greene, hoogleraar aan de Northeastern University in Boston.

18 noVember 2009 Nieuws 9

wim trocH

Iedereen kent ze wel: de parfum-verstuivers die op regelmatige tijdstippen met een vleugje rozen-geur of kamillearoma de kamer verfrissen. Tegenwoordig zijn er zelfs al verstuivers die meerdere aroma’s afwisselen of enkel een parfum verspreiden als ze bewe-ging hebben gedetecteerd. Toch hebben alle bestaande varianten één nadeel gemeenschappelijk: de concentratie van het parfum is nooit constant. Als het van de twaalf studenten uit de faculteiten Biomedische Wetenschappen, Bio-ingenieur, Wetenschappen en Ingenieurswetenschappen die onlangs deelnamen aan de iGEM competitie afhangt, is dat voort-aan verleden tijd.

De International Genetically En-gineered Machine competitie van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Boston is een wedstrijd in de synthetische bio-logie voor studententeams. We-reldwijd namen 111 teams deel. Marian Crabbé, Karen Leirs, Bart Van Parys en Annelien Verfail-lie maakten deel uit van het Leu-vense team. Karen: “Het doel van het hele iGEM project is dat er een soort bibliotheek wordt aangelegd van biobricks, of bouwstenen uit de biologie. Met die bouwstenen kunnen dan DNA-sequenties wor-den samengesteld, en op die ma-nier kan de natuur worden aange-past of zelfs ‘verbeterd’.”

Bart: “Het doel van onze inzen-ding, Essencia coli, was een regu-lerende bacterie te ontwerpen die

een vanillegeur produceert, maar die tegelijkertijd ook controleert dat de concentratie vanille in de kamer constant blijft. Essencia doet denken aan parfums, en coli verwijst naar de bacterie Escheri-chia coli die als modelorganisme in vele projecten in de iGEM com-petitie gebruikt wordt.”

Het team bestond uit studenten van vier faculteiten, en dat bete-kent volgens de studenten een duidelijke meerwaarde. Marian: “Als we alles puur biologisch had-

den willen uittesten, dan waren we tijd tekort gekomen. Daarom hebben de studenten ingenieurs-wetenschappen computersimu-laties uitgetekend om op die ma-nier resultaten te voorspellen of problemen te detecteren.”

Waarin Essencia coli nu precies vernieuwend is? Annelien: “Het meest bijzondere is haar zelfre-gulerende karakter. Ze maakt va-nillegeur, maar heeft ook zelf de mechanismen om de concentra-tie waar te nemen en aan de hand

daarvan de productie te verminde-ren of te vermeerderen. Wanneer die natuurlijke feedback op andere dingen kan worden toegepast, be-tekent dat echt een vooruitgang.”

De twaalf deelnemende studenten: Didier Borowski, Bart Bosmans, Marian Crabbé, Jochem Deen, Maxime Deforche, Joren De Raey-maecker, Karen Leirs, Katrien Mols, Bernard Siebens, Steven Van Acker, Bart Van Parys en Annelien Verfaillie. Begeleiders waren Sigrid De Keersmaecker en Inge Thijs.

Jack R. Greene (© Rob Stevens)

Gouden medaille voor parfumerende bacterieVoor het tweede jaar op rij hebben studenten van de K.U.Leuven een gouden medaille be-haald op de iGEM Jamboree in Boston. Met Essencia coli ontwierpen de studenten een bacterie die zorgt voor een constante con-centratie vanillegeur.

Het K.U.Leuven-team behaalde een gouden medaille. (© Rob Stevens)

Page 10: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

Ludo Meyvis

“Kiezen tussen klinisch en we-tenschappelijk werk vond ik heel moeilijk en tot een tiental jaren terug hield ik wekelijks een halve dag vrij voor klinisch werk, wat ik heel graag deed. Contact met de patiënt is zo kostbaar. De laatste vijftien jaar heeft mijn dienstver-lening vooral te maken met de geneesmiddelensector. Veel tijd ging naar de Commissie Tege-moetkoming Geneesmiddelen, een Riziv-commissie waarvan ik voorzitter ben: een complexe organisatie met diverse stake-holders, maar met een heel reële maatschappelijke draagwijdte. In Europees verband ben ik lid van een adviesgroep (SAWP) van het Europees geneesmiddelen-agentschap (Emea), wat ik graag verder zet. In UZ Leuven ben ik mee verantwoordelijk voor het medicatiebeleid. Daarnaast geef ik colleges farmacologie, in een docentengroep, samen met vijf andere docenten.”

“Toen rector Waer me vroeg om vicerector te worden, heeft dat mijn leven natuurlijk wel danig beïnvloed. Je zit plots met een heel druk vergaderschema, waar-van vooral de vaste, recurrent ge-programmeerde vergaderingen veel van je agenda inpalmen. Ik voel in dit bestuurscollege geluk-kig wel een sterke voorliefde voor een efficiënte vergadercultuur:

men wil binnen de voorziene duur blijven. Als er echt langer gediscussieerd moet worden over belangrijke themata, kan daar specifiek meer tijd voor uitge-trokken worden.”

“Ik vind efficiënt organiseren van bestuurswerk om een aantal redenen belangrijk, onder meer omdat het de motivatie voor be-leidswerk gaande houdt en om-dat er zo tijd bewaard wordt voor gezin en leven naast het werk. Ik heb ook wel even getwijfeld. Ik was heel gelukkig met wat ik deed en dit is een ingrijpende stap, die misschien wel wat vroeg in mijn loopbaan komt, en ook na deze vier jaar wil ik nog vele jaren ple-zier vinden in mijn werk. Ik wil dus voeling blijven houden met mijn wetenschappelijke habitat. Ik heb ook bedacht dat ik welis-waar bestuurlijke ervaring heb buiten de universiteit, maar bin-nen de K.U.Leuven is dat toch eer-der beperkt. Ik ben bijvoorbeeld nooit decaan geweest.”

“Het is uiteindelijk door een sa-menspel van redenen geweest dat ik ‘ja’ gezegd heb. Ik vond dat het wat gemakkelijk was om aan de zijlijn te blijven staan, en dat ik ook effectief moest durven mee-doen aan het bestuur. Ik wist ook dat ik zou toetreden tot een hech-te ploeg, wat ik essentieel vond. Ook de mix van ‘oudgedienden’ en nieuwkomers sprak me erg aan. Daardoor had de ploeg geen

echte opwarmingsperiode no-dig en konden we meteen aan de slag met heel concrete dossiers. Hetzelfde geldt voor ons groeps-bestuur waarin heel ervaren col-lega’s zetelen.”

Principes“Besturen doe je vanuit een aan-tal basisprincipes of krachtlij-nen. Ik vind het belangrijk het evenwicht tussen grote en kleine onderzoeksgroepen voor ogen te houden. Je moet opletten voor het Mattheus-effect. Wisselwer-king mag niet alleen tussen grote groepen onderling bestaan, maar ook tussen kleine en grote. Dat komt de kwaliteit van beide ten goede.”

“Een ander principe zie ik in de transparantie van het beslissings-proces, dat ertoe moet leiden dat iedereen weet op welk beleids-niveau een beslissing genomen wordt en wie er dus verantwoor-delijk voor is. In een grote en com-plexe instelling als de K.U.Leuven is dat van groot belang. Op die manier wordt voorkomen dat het-zelfde dossier door verschillende geledingen behandeld wordt, zonder dat het duidelijk is wié nu eigenlijk iets beslist.”

“De organisatie van onze kern-taken is in beweging. Zo is onder-wijs duidelijk een bevoegdheid van de decanen, maar faculteits- en zelfs groepsoverschrijdende initiatieven kunnen ertoe bij-

dragen om via samenwerking bepaalde onderwijsgerelateerde zaken te faciliteren of te optima-liseren. Een concreet voorbeeld: je moet voorkomen dat hetzelfde keuzevak langs verschillende we-gen los van elkaar georganiseerd wordt. Ook op het vlak van de doctoraatsopleiding kan inter-disciplinaire samenwerking een meerwaarde betekenen.”

“Wat de internationalisering betreft, zie ik blijvende nood aan meer mogelijkheden voor onze doctorandi, post-doctorale mede-werkers, geneesheer-specialisten in opleiding en klinische stafle-den UZ Leuven om buitenlandse ervaring op te doen. Dat is gedeel-telijk een kwestie van middelen en van organisatie, maar zeker ook van psychologie: je moet mensen er écht van zien te over-tuigen dat een verblijf in het bui-tenland zonder meer een meer-waarde betekent, niet alleen voor je loopbaan, maar ook voor jezelf, en dat het dus zeker heel wat meer is dan een voorwaarde ‘om benoemd te kunnen worden’.”

“De K.U.Leuven is een grote uni-versiteit, en ze wordt nog groter. Voeg daar nog de Associatie bij, en je komt op een schaal terecht waar onderlinge communicatie echt wel een probleem kan wor-den. Eerlijk: ik weet niet direct een antwoord op de vraag hoe we de echt essentiële berichten efficiënt kunnen laten doorstro-

men. Er wordt ook zovéél gecom-municeerd. Wie leest er nog alles wat hem onder ogen komt? Hon-derd mails per dag, wie kan het nog bijhouden? De uitdaging is om de juiste informatie op een efficiënte manier aan de juiste doelgroep te bezorgen. Ander-zijds is die complexiteit ook een argument voor het principe van subsidiariteit en een aansporing om beslissingen niet te lang uit te stellen. In een grote organisatie kan je je dat niet veroorloven. Ik ben er dus wel gerust in dat ik me de volgende jaren niet zal verve-len, en ik ben dankbaar voor deze uitdaging.”

vicerector Minne casteeLs

“Aan zijlijn blijven staan is makkelijk”Professor Minne Casteels is arts-specialist in inwendige geneeskunde met voorliefde voor farmacologie. Onderzoek, onderwijs, klinisch werk en wetenschappelijke dienstverlening vulden haar loopbaan tot nu toe. Sinds enkele maanden is zij vicerector, bevoegd voor de groep Biomedische Wetenschappen.

10 Beleid caMpuskrant

In nummer 1 stelden we u al vicerectoren Tine Baelmans, Jan Beirlant en Bart De Moor voor. In dit nummer maakt u kennis met twee nieuwe gezichten in het College van Bestuur: Minne Casteels en Peter Marynen.

Minne Casteels (© Rob Stevens)

MetaforenIn zijn geschiedschrijving zoekt Jan Bleyen de sleutel voor bete-kenisgeving in metaforen. “Mijn vertellers maakten allemaal ge-bruik van metaforen om hun ver-haal te ondersteunen. Metaforen zijn méér dan talige versiersels: ze zijn alomtegenwoordig in het spreken, denken en handelen. Ze doen het ene begrijpen door het andere. Vaak is het de tastbare wereld die helpt om wat abstract is te kunnen vatten. Abstracte begrippen zoals ‘rouw’ kan je im-mers niet vastnemen of hanteren. Metaforen, zoals ‘rouw is arbeid’ of ‘rouw is een reis’, maken ze echter tastbaar, als dingen waar je iets mee kan doen.”

“Binnen dezelfde historische context begeleidden min of meer dezelfde metaforen de handelin-gen tussen mensen en tegelijk de manier waarop ze betekenis-geven. Tot enkele decennia terug

was ‘afstand’ een centrale me-tafoor, een afstand die bijvoor-beeld in het ziekenhuis aanwe-zig was in de gezagsverhouding tussen dokter en patiënt. Het personeel hoorde geen emoties te tonen, en tegelijkertijd hoorde ook het lichaam van het kindje verborgen en op afstand te blij-ven.”

Intimiteit“Cruciaal in mijn onderzoek bleek de gewijzigde omgang met het lichaam van het kindje. Tot in de jaren tachtig moest het on-middellijk na de geboorte ver-dwijnen, soms kreeg enkel de vader het even te zien. Pas in de jaren negentig is het beleid in de ziekenhuizen gekanteld naar het tonen en het laten vasthouden, en zelfs vastleggen, met foto’s en afdrukjes, van het doodgebo-ren kindje. Dat ziekenhuisbe-leid staat echter niet op zich, het maakt deel uit van bredere cultu-rele verschuivingen. Zo is de idee

van ‘goed rouwen’ veranderd, van het ‘loslaten’ naar het ‘vasthou-den’ van banden, hecht men — met het wegvallen van het hierna-maalsgeloof — een groter belang aan tastbare herinneringen, en situeert men identiteit, meer dan voorheen, in het lichaam.

“De verschuiving van afstand naar nabijheid, of de toegeno-men waarde van intimiteit, is bij-voorbeeld duidelijk in de wijze waarop de oorzaak van de dood anders wordt geduid. Kon de dood van het kindje in de jaren zestig nog Gods wil zijn, dan is het vandaag de immanente Na-tuur die het zo heeft beslist. Het antwoord is niet langer boven of in een andere wereld te zoeken, maar beneden en dichtbij. Dat wil zelfs zeggen: in het lichaam van het kindje dat men nu niet zelden aan een autopsie onder-werpt. En zolang God het zo wil-de, waren tranen onbetamelijk. Van oudere vrouwen hoorde ik hoe hun moeder hen terechtwees

dat ze egoïstisch waren wanneer ze huilden. Want het kindje was gelukkig ‘bij Onze Lieve Heer in de Hemel’.”

AanwezigheidIn het proefschrift komen naast het ziekenhuis en de begraaf-plaats vooral ook de huiselijke ruimte aan bod. Bleyen: “Het wiegje werd in vele gevallen met-een afgebroken door de man, nog vóór zijn vrouw weer thuis was, om haar te ontzien. Loslaten en vergeten werd inderdaad gezien als een manier van ‘goed rou-wen’. Maar daardoor ontstond tegelijkertijd ook een lege plaats in de woning die eerder een totale aanwezigheid van het kindje dan een afwezigheid opriep.”

“In tegenstelling tot een volwas-sen persoon laat een doodgebo-ren baby’tje amper fysieke sporen na in huis. De oudere mensen die hun verhaal deden, hadden geen foto’s, maar ook geen graf dat ze konden bezoeken. Het kindje ver-

dween. Bovendien kreeg het tot voor kort geen officiële naam van de overheid. En toch kon het ook toen, ondanks die vluchtigheid, aanwezig blijven, al was het maar in de verbeelding.”

Jan Bleyen wil het verleden echter niet dramatiseren en het heden ophemelen: “Het zwijgen over emoties en het verstoppen van het lichaampje behoorden tot een logica die in dat recente verleden nog wél steek hield, en die men toen ‘goed’ vond of ‘ge-zond’. Die sociale normen, die in handelingen belichaamd wor-den, zijn echter radicaal gewij-zigd: wie vandaag zijn gevoelens niet verwoordt, al dan niet in een zelfhulpgroep, of het kindje niet van nabij wil ervaren, zal daarom botsen op weerstand.”

Jan Bleyen verdedigt zijn docto-raat ‘Doodgeboren. Een geschie-denis van betekenisgeving’ op 3 december. Promotor: Leen Van Molle, co-promotor: Patrick Pasture.

Een geschiedenis van doodgeboorte pagina 1

Page 11: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

18 noveMber 2009 Beleid 11

Ludo Meyvis

“Ik heb na mijn studies inder-daad een nieuwe koers gekozen door mijn overstap naar het CME van Herman Vanden Berghe. Dat was niet zo gepland — ik geloof nog in toeval — maar het is in elk geval een stap geweest met alleen maar positieve gevolgen. Kunnen werken onder een visionaire fi-guur als Vanden Berghe is een ge-schenk. Mijn domein verkeerde toen, midden jaren 80, nog in de beginfase, en ik heb dus de hele boom van de moleculaire gene-tica dus kunnen meemaken, on-waarschijnlijk boeiend. De basis daarvoor heb ik gelegd in Stan-ford, waar ik van 1984 tot 1986 de hardcore genetica leerde kennen, de principes van genmanipulatie enzovoort. In 1995 ben ik begon-nen in het VIB. Ik ben me toen meer gaan toeleggen op tumor-biologie, en dat is ook nu nog de kern van mijn onderzoek, samen met een focus op enkele erfelijke ziekten.”

“Ik heb het geluk gehad me al-tijd op onderzoek te kunnen toe-leggen. Ik heb altijd wel les gege-ven, ook nu nog, zij het niet veel. Ik probeer de studenten in één jaaruur de beginselen van mole-culaire genetica bij te brengen.”

“Een belangrijk moment in mijn loopbaan vond vier jaar geleden plaats, toen ik onder-zoeksdirecteur van Biomedische Wetenschappen werd. Dat bracht me volledig in de sfeer van het

onderzoeksbeleid, waar ik nu als vicerector natuurlijk nóg meer mee te maken heb. Ik kan nu ook aan den lijve ondervinden wat ik eigenlijk al wist, namelijk dat de Dienst Onderzoekscoördinatie, óók een geesteskind van Herman Vanden Berghe, prachtig werk doet.”

“Mijn eigen onderzoek moet ik natuurlijk wel wat meer aan de kant laten nu. Maar zoals de zaken nu staan, heb ik een man-daat van vier jaar. Dat betekent dat het daarna nog niet te laat is om, zij het misschien op wat

kleinere schaal, weer in het on-derzoek te stappen. Mijn werk als VIB-groepsleider heb ik wel stop-gezet, want dat valt niet te rijmen met mijn vicerectoraat.”

Geen eilandjes“Dit werk is helemaal mijn ding. Ik werk met een groep met een prachtige operationele dyna-

miek, een leuke ploeg, die zowel inhoudelijk als menselijk zorgt voor continuïteit binnen het on-derzoeksbeleid.”

“De Dienst Onderzoekscoör-dinatie administreert de BOF-gelden, ongeveer 50-60 miljoen euro per jaar, samen met de On-derzoeksraad. Die doet de weten-schappelijke analyse van de inge-diende projecten en adviseert het College van Bestuur. De DOC im-plementeert dan de beslissingen van het College. Verder speelt de DOC een belangrijke rol in het ver-werven van externe onderzoeks-

middelen, zowat driekwart van het totale onderzoeksbudget van de universiteit. We stimuleren en coachen de onderzoekers bij het voortraject, waarna andere dien-sten, bijvoorbeeld K.U.Leuven Research & Development, het van ons overnemen. Een ander kern-punt van de DOC-werking heeft te maken met de vormgeving van

het onderzoeksbeleid, bijvoor-beeld rond de loopbaan van jonge onderzoekers, inter- en transdis-ciplinair onderzoek — een échte groeipool, wat mij betreft — en de inpassing van ons onderzoek in het geheel van de andere uni-versitaire taken.”

“Bij dat alles kunnen nieuwe structuren zinvol zijn, maar het is minstens zo belangrijk om na te gaan waar bestaande structu-ren excellentie of samenwerking eventueel zouden hinderen, en daar dan uiteraard iets aan te doen.”

“Misschien moeten we ook na-denken over enkele taken die nu gedeeltelijk door de DOC gedaan worden, maar die eigenlijk onze core business in de weg kunnen staan. Een nauwere samenwer-king met de Personeelsdienst, de Financiële Diensten, LRD, ... zou onze slagkracht kunnen ver-groten. Iets om ernstig over na te denken.”

“Een verdere groei van onder-zoeksmiddelen acht ik alleen realistisch langs externe weg. Vandaar het belang van een ver-hoogde slagkracht van de DOC bij het stimuleren van externe pro-jectaanvragen. De tweede geld-stroom, de BOF-middelen dus, zit in de huidige context duidelijk aan zijn limiet. Ik vermoed eerder dat ik de eerste vicerector uit de recente geschiedenis zal zijn die geconfronteerd zal worden met dalende budgetten. Dat schept zo zijn eigen uitdagingen... Zo wil

ik me zeker ook concentreren op een optimaler gebruik van dure of unieke instrumenten. Via een meer coherent beheer van die ap-paratuur moeten we hun nut kun-nen maximaliseren. Dat geldt ook voor onderzoek over de grenzen van de eigen discipline of onder-zoeksgroep heen. Niemand heeft baat bij eilandjes, maar wel bij bruggenbouwers.”

“En verder moeten we ons echt richten op de toekomst van jonge en opstartende onderzoeksgroe-pen. Op dit ogenblik besteden we het belangrijkste deel van onze onderzoeksmiddelen aan mature groepen. Die vormen natuurlijk een sterk onderdeel van het on-derzoeksprofiel van onze univer-siteit, maar we mogen de wissel op de toekomst niet vergeten. Een bijkomende impuls voor starten-de onderzoekers zou de aantrek-kingskracht van de K.U.Leuven voor nieuw talent sterk verhogen en het basisweefsel garanderen voor toekomstige excellentie.

“Ik doe deze job dus grààg. Ik was dus ook blij toen rector Waer me ervoor aansprak. Complex, maar mooi. De aanloopfase heeft zo zijn horten en stoten gekend, maar dat belet niet dat ik er sterk naar uitkijk om het Leuvens on-derzoek nog meer te doen excel-leren.”

vicerector peter Marynen

“Bruggenbouwers gezocht”Professor Peter Marynen is ingenieur voor de landbouw- en scheikunde-industrieën, maar verhuisde tijdens en na zijn burgerdienst naar het Centrum voor Menselijke Er-felijkheid, het vakgebied waarin hij ook doctoreerde. Zijn loopbaan in de moleculaire genetica, aan de K.U.Leuven en het VIB, wordt nu aangevuld met een mandaat als vicerector Onderzoeksbeleid.

Peter Marynen (© Rob Stevens)

Dienst CommunicatieOude Markt 13 bus 5005, 3000 LEUVEN

tel. + 32 16 32 40 10 • fax + 32 16 32 40 [email protected]

www.kuleuven.be

DOC_KUFAC_KERSTKAART_2009_DOC_KUFAC_KERSTKAART_2009 11/12/09 10:31 AM Pagina 5

kerstkaartenEen lichtpuntje in deze donkere da-gen: de K.U.Leuven-kerstkaarten zijn er weer! Nieuw is dat u uw kaarten kunt personaliseren. Con-form de nieuwe campagnebeelden belicht u letterlijk en figuurlijk uw faculteit of dienst. Een standaard of door u geleverde tekst op de binnenzijde van de kaart maakt het plaatje compleet. Daarnaast denkt de K.U.Leuven ook aan het milieu: vanaf dit jaar worden de kerstkaar-ten enkel nog op bestelling gedrukt. Bestellen kan via www.kuleuven.be/kerstkaarten. Elektronische kerst- en nieuwjaarswensen kunnen vanaf half december via hetzelfde webadres verstuurd worden. Vanaf 9 december is ook de jaarkalender 2010 beschikbaar. Als personeels-lid ontvangt u een gratis exemplaar, externen betalen 2,50 euro.Info en bestellen: http://www.kuleuven.be/kerstkaarten

“Ik vermoed dat ik deeerste vicerector uit de

recente geschiedenis zal zijn die geconfronteerd zal worden met dalende

budgetten.”

Page 12: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

12 Erfgoed campuskrant

tim Willekens

“Natuurlijk gaat het bij Fabre om kunst, een wetenschappelijk cor-recte voorstelling is het immers zeker niet. Niet alleen hangt hij het insect ondersteboven, Fabre gebruikt ook een naald in plaats van een speld. De roestvrijstalen spelden die entomologen gebrui-ken zijn in verhouding ook langer en smaller. Als je het insect door-geprikt hebt, laat je bovenaan, tot het speldenkopje, nog wat ruimte om het vast te kunnen nemen. De rest van de naald, zo’n drie vier-de, prik je door een kaartje met de beschrijving van het insect en steek je zo’n halve centimeter diep in het piepschuim op de bo-dem van de doos. Zeker niet met de punt naar boven dus, zoals Fa-bre doet!”

De kast met 72 dozen die in het voormalige Kolenmuseum achter slot staat, is gelukkig wel profes-sioneel opgebouwd. Billen: “Het is een erfenis van mijn voorgan-ger, professor van Boven. Ikzelf was al van kindsbeen af geïnte-resseerd in insecten. Na het Has-seltse college besloot ik dan ook biologie te studeren in de toen amper drie jaar oude campus van het Limburgs Universitair Cen-trum in Diepenbeek. Omdat je daar enkel je kandidaturen kon doen, werden er kennismakings-uitstappen georganiseerd naar de andere universiteiten. Voor mij was het al een uitgemaakte zaak dat ik naar Leuven zou gaan. Wie de professor entomologie daar was had ik ook al opgezocht: ‘pro-fessor J. van Boven’.”

“Toen we de man in Leuven ont-moetten, was ik meteen verkocht. Van Boven, die ons in zijn labo-ratorium ontving, was een cha-rismatische Nederlandse pries-ter met een zwart pak en een wit kraagje. Hij stond aan zijn werk-tafel in het midden van de ruimte

alsof het een altaar was en be-groette ons. In één seconde was alles voor mij duidelijk: ik zou in Leuven biologie studeren, van Boven zou de promotor van mijn licentieverhandeling worden en waarschijnlijk ook van mijn doc-toraat, hoewel ik toen nog niet precies wist wat dat was.”

Billens gevoel klopte in elk ge-val. Zowel zijn licentieverhande-ling als zijn doctoraatsonderzoek werd begeleid door van Boven en ging over mieren, diens onder-zoekstopic. Toen Billen in 1984 zijn doctoraat behaalde ging van Boven met emeritaat. Drie jaar la-ter werd Billen benoemd als zijn opvolger.

Mieren en tompoezenTijdens zijn carrière bouwde van Boven drie collecties op. “Eén daarvan was zijn eigen onder-zoeksverzameling die volledig uit Afrikaanse trekmieren bestond, zijn specialiteit. In een andere ver-zamelde hij allerlei verschillende Europese mieren, terwijl een derde in een zeventigtal dozen al-lerhande insecten van over de hele wereld toonde. Na zijn emeritaat schonk van Boven de eerste ver-zameling aan het Africamuseum in Tervuren, en zijn algemene mierencollectie aan het Natuur-historisch Museum in Maastricht. De derde, algemene verzameling bleef als didactische collectie in Leuven. Ik gebruikte ze in mijn lessen en doe dat nog steeds.”

“De kaartjes bij de insecten, waarop de naam, vindplaats en datum staan, zijn allemaal netjes geschreven door Maria, van Bo-vens secretaresse die hij steevast ‘de juf’ noemde. Omdat hij als priester niet getrouwd was, nam zij verschillende taken op zich. Eigenlijk was ze tegelijk zijn huis-houdster en zijn assistente. Zo ging ze ook altijd mee op excursie naar Nederlands Limburg, waar

ze net over de grens tompoezen voor ons kocht en wat later tijdens de wandeling van Bovens obser-vaties registreerde met een dicta-foon. De volgende dag tikte ze die dan uit. Massa’s verslagen heeft ze zo gemaakt, al betwijfel ik of daar ooit veel mee gebeurd is.”

De didactische collectie ge-bruikt Billen in elk geval wel voor zijn lessen. “Ze dienen nog steeds als illustratiemateriaal voor mijn studenten. Natuurlijk is niet elk stuk of elke doos even interessant en toon ik graag de wat bijzondere stukken, zoals een grote goliath-kever die professor van Boven ooit meebracht van een van zijn tal-rijke reizen naar Afrika.” De kast met dozen staat dan ook in het leslokaal, al zit ze steeds veilig op slot.

De brousse inAls je weet hoeveel moeite het

kost om een insect op te zetten, hoeft het niet te verbazen dat Bil-len graag omzichtig met de col-lectie omspringt. “Het vraagt in-derdaad best wat handigheid en geduld. Als je een insect wil dro-gen, heb je verschillende speldjes nodig om de pootjes, antennes en de vleugels in de juiste posi-tie te houden. Zo had ik ooit een grote cicade gevonden in Brazi-lië, waarvoor ik wel een dertigtal speldjes en heel wat tijd nodig had om één vleugel mooi open te spreiden. Toen op een dag een Chinese studente in mijn werk-kamer een boek uit het rek nam, vielen enkele andere pal op mijn cicade die ernaast stond te dro-gen. Mijn geruststellende ‘Don’t worry’ moet toen toch wat zwak-jes geklonken hebben.”

Billen vulde de collectie hier en daar nog wat aan, ondermeer met een volledige doos over mieren.

“Als bodemplaat heb ik de des-tijds bekende stamboom van de mieren gebruikt, waarbij ik elke onderfamilie wilde voorstellen door één specimen.” Dat bleek echter niet zo eenvoudig. “Som-mige onderfamilies bestaan uit duizenden soorten, andere slechts uit één of twee. Ik bezat dan ook maar acht van de elf specimens die ik eigenlijk nodig had. Voor één van die zeldza-mere mieren ben ik in Sri Lanka de brousse in getrokken, voor de andere, die lang als levend fossiel werd beschouwd, heb ik een trip naar Australië gemaakt. Die mier leeft maar in één bepaalde streek, en je ziet ze alleen wanneer ze in de boomtoppen gaan foerageren. Dat doen ze bovendien enkel ’s nachts en op voorwaarde dat het frisser is dan 17 graden. Zonder goede gids en een portie geluk vind je die dus niet zomaar!”

De insectenwereld doorgepriktDe kever van Jan Fabre op het Ladeuzeplein is natuurlijk niet het enige insect dat ooit voor de universiteit werd gespietst. “Ik haal het kunstwerk in mijn cursus zelfs aan als een slecht voorbeeld van prepareertech-niek,” vertelt professor Johan Billen. Hij erfde een uitgebreide entomologische collectie van 72 dozen vol insecten-op-speldjes van zijn voorganger, breidde die nog wat verder uit en gebruikt ze nog steeds tijdens zijn lessen.

Enkele van de 72 dozen uit de collectie. (© Rob Stevens)

In de gangen van de Universiteits-hal kom je volk van alle slag tegen, maar een man met een blinkend-nieuwe microgolfoven onder de arm is nieuw. Hij blijkt Nico VERbEEck te heten, de oven is zijn pasgewon-nen prijs. 24 jaar, eerstejaars docto-raatsstudent in de bio-informatica en een winnaar: “Ik heb meegedaan aan de wedstrijd van kotkadoo.be. Ik had een mail ontvangen waarin stond dat je — via Netlog — aller-lei fraais voor op je kot kon winnen. Dus snel een account aangemaakt,

rondgemaild naar vrienden en kijk, 130 stemmen later sta ik hier”. Ver-der wandelend stuiten we op vrien-din Gerlinde, met blinkoogjes uit-kijkend naar vriend en prijs. “Vorig jaar zaten we nog op kot in dezelfde gang van de Arenbergresidentie, maar nu ik geld verdien kan dat niet meer. Ik ben er nog wel steeds kind aan huis, en hun oven was net ka-pot. Dit wordt dus een schenking aan de gang, want het is een combi-systeem, mét gril.” Nico blijft nog wel een tijdje welkom in Heverlee.

Onze fotograaf Rob Stevens begeeft zich in de jungle van het studentenleven en spreekt een wildvreemde aan. aanGesprOken WilD!

Page 13: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

18 nOvember 2009 Een leven lang 13

11.11.11. hamert tegenwoordig op waardig werk, maar Othmar Vanachter maakt al veel langer een speerpunt van veiligheid en gezondheid op het werk. Nu de arbeidsjurist met emeritaat gaat, legt hij er het bijltje nog niet bij neer. Ook van zijn eerste lief — Leuven — neemt hij slechts mondjesmaat afscheid.

Othmar vanachter,emeritus arbeiDsrecht

(© Rob Stevens)

katrien steyaert

Othmar Vanachter zegt nuchter maar enigszins bedroefd dat hij verder moet zonder zijn dagelijkse injectie Sturm und Drang, vrijwillig toegediend door studenten en me-dewerkers. “Dat zal ik het meest missen: het contact met jonge mensen. Of het nu studenten of assistenten waren, ik was perma-nent omringd door en in discussie met jong volk. Dat maakt Leuven zo aangenaam. Wie komt er bui-ten bij mooi lenteweer? Juist.”

De stad oefende van in het be-gin een grote aantrekkingskracht uit. “Als student (politieke en so-ciale wetenschappen tussen 1963 en 1967 — red.) had ik maar één echt lief: Leuven. En toen ik na mijn legerdienst assistent mocht worden aan het Instituut voor Arbeidsrecht, was ik heel blij; ik mocht terug naar dat lief. Dat ont-goochelde me wel een beetje want de studenten bekeken mij plots anders. Ik behoorde tot de andere kant. Maar goed, dat is weer in zijn plooi gevallen. En ik vond mijn echt lief, met wie ik nog altijd ge-trouwd ben”, glimlacht hij.

Als Vanachters vrouw denkt dat ze haar emeritus eindelijk voor zichzelf heeft, koestert ze ijdele hoop. “Ze ziet weinig verschil”, bevestigt Vanachter, die noch-tans op 30 september afstand deed van zijn hoogleraarschap en positie als hoofd van het In-stituut voor het Arbeidsrecht die hij sinds 1998 bekleedde. “Ik ben tot eind 2009 ombudsman van de K.U.Leuven, een taak die ik al ruim twee jaar op mij neem. Dat is niet gemakkelijk, want geluk-kige mensen krijg ik niet te zien en vaak is het kalf al verdronken. Maar omgaan met mensen is boeiend. Ik blijf ook andere, be-langrijke dossiers volgen en zal een handje helpen waar ik kan. Veertig jaar opgebouwde exper-tise laat je niet zomaar los. Ik blijf onderzoeken en publiceren, maar laat de actieve taken, zo-als FWO-projecten aantrekken, aan mijn opvolgers. Ik wil geen schoonmoederrol spelen.”

Pauselijk bezoekBij de Belgische Vereniging voor

Arbeidsverhoudingen blijft hij wel nog aan het hoofd. “Er was niemand om de fakkel aan door te geven dus ik blijf nog een tijdje, met plezier.” Vanachter, die sinds 1998 hoogleraar was, beperkte zich nooit tot zijn academische loopbaan. “Het is noodzakelijk om uit je universitaire ivoren to-ren af te dalen en de echte pro-blemen van de mensen te zien. Je kunt toch geen advocaten laten opleiden door proffen die nog nooit een rechtbank van binnen hebben gezien? Als arbeidsjurist vond ik het plezant contacten te onderhouden met zowel werkge-vers- als vakorganisaties.”

Ook het voorzitterschap van de Adviescommissie Private Arbeids-bemiddeling en van de Vlaamse erkenningscommissie van de arbeidsgeneeskundige diensten staan op zijn palmares, maar zijn focus bleef wel de K.U.Leuven. “Een vaste benoeming is het eni-ge dat ik echt geambieerd heb. Dat ging stap voor stap. Had men mij vroeger gezegd dat ik profes-sor arbeidsrecht zou worden …”, zegt hij en tikt met zijn wijsvinger tegen zijn slaap.

Na zijn doctoraat over arbeids-recht en vrijheid van ondernemen groeide Vanachter stilaan uit tot een autoriteit, met een sterke in-teresse voor arbeidsgezondheid en –veiligheid. “In de eerste helft van mijn carrière was de uitdaging de uitbouw van het arbeidsrecht. Toen ik startte, hadden nauwelijks twee landgenoten het onderwerp vanuit een juridische invalshoek benaderd, maar ondertussen is er geen belangrijk advocatenkantoor meer te vinden zonder minstens één persoon die erin is gespecia-liseerd. De Welzijnswet van 1996 was een belangrijke stap. Tot dan toe was het reglement over het wel-zijn, de preventie en bescherming van werknemers zo uitgebreid en technisch dat menig jurist afhaak-te bij het zien van de ruim 1000 bladzijden en talloze scheikundi-ge formules. Vroeger was de hoog-te van een bureaustoel tot op de centimeter vastgelegd; nu moeten werkgevers gewoon ergonomisch meubilair voorzien. We verplich-ten hen meer om zelf de risico’s af te wegen en beroep te doen op

deskundigen, zoals arbeidsge-neesheren en psychologen.”

Bij de arbeidsgeneesheren in opleiding vervult Vanachter bin-nenkort zijn laatste lesopdracht. “Die vijftien à twintig studenten staan al in de praktijk en zijn erg geïnteresseerd, maar ik gaf ook graag les aan vierhonderd stu-denten politieke en sociale, rech-ten of psychologie in de Pieter De Somer-aula.” Het voert hem terug naar een voor hem histo-risch moment in de geschiedenis van de K.U.Leuven. “Kort voor de dood van rector Pieter De Somer, in 1985, kwam de paus (Johannes Paulus II — red. ) op bezoek. Tij-dens een druk bijgewoonde mis-viering luisterde hij aandachtig naar de speech van De Somer, die de vrijheid van het wetenschap-pelijk onderzoek bepleitte en het recht om ons te vergissen. Ik vind

dat zeer belangrijk. Waar elders dan aan de universiteit krijg ik de vrijheid om te zeggen wat ik denk dat juist is? Ze hebben het de prof-fen niet gemakkelijker gemaakt”, zegt hij terwijl hij de zware admi-nistratieve last en aanwakkering van onderlinge concurrentie be-treurt, “maar de universiteit blijft de meest open werkplek. In elke andere job, bijvoorbeeld bij grote werkgevers- of vakorganisaties, zou ik naar de mond van mijn broodheer moeten spreken.”

250 doden per jaarWerkgevers en werknemers leerde Vanachter elders goed kennen: tij-

dens de door hem geleide heikele onderhandelingen over het een-heidsstatuut voor bedienden en arbeiders. “Het was de tijd van het protest tegen het Generatiepact”, zucht hij. “De twisten tussen werk-gevers en werknemers laaiden zo hoog op dat we niet eens konden vergaderen. We hebben het dan wel kunnen kalmeren en zijn tot vruchtbare voorstellen gekomen. Ik geloof niet dat men in de Bel-gische geschiedenis ooit zo ver is geraakt. Ons rapport, van be-gin 2007, biedt inspiratie voor de onderhandelingen die de Groep

van Tien (toponderhandelaars van werkgevers en vakbonden — red.) nu opnieuw voeren. Minister van Werk Joëlle Milquet stelde 31 de-cember als deadline, anders wil ze zelf knopen doorhakken. Maar ze zal op precies dezelfde problemen stoten. Ik ben relatief sceptisch over het welslagen van deze onder-handelingen. Ik had het nochtans graag meegemaakt. Mijn eerste werk aan de K.U.Leuven kaderde in een studiedag over de toenadering tussen bedienden en arbeiders, en het was mijn droom er ook mijn carrière mee af te sluiten.”

Vanachter is er niet bitter om ge-worden. Dankbaar kijkt hij terug

op bijna een halve eeuw aan de Alma Mater, van de begindagen waarop hij als student met bon-netjes aanschoof op de stoep van de Alma — toen nog in de Bond-genotenlaan — tot zijn reizen als academisch personeelslid. “Ik stak er veel van op, hoewel het soms confronterend was. Mijn eerste bestemming was Manilla, waar hoge omheiningen en be-wakers de sloppenwijken uit de buurt van de welgestelden hiel-den. Het doet me denken aan een leuze van de internationale ar-beidsorganisatie: ‘Zolang er nog ergens armoede is, is de welvaart nergens veilig’. Ik besefte dat ik moest blijven hameren op waar-dig werk, ook in België. Het lijkt vanzelfsprekend om ’s ochtends met tien vingers te gaan werken en er ’s avonds met evenveel thuis te komen. Maar het aantal ar-beidsongevallen blijft ontluiste-rend, net als het feit dat er anno 2009 jaarlijks 250 een dodelijke afloop kennen. Konden we er maar de aandacht van de media op vestigen, en de werkgevers overtuigen dat een investering in arbeidsveiligheid rendeert…”

Het wordt één van de uitdagin-gen voor Vanachters opvolger, Frank Hendrickx. “Hij zal ook het arbeidsrecht moeten verdedigen tegen de verwijten als zou het al-leen maar moeilijk, duur en rigide zijn. Wil het overleven als een no-dig beschermend recht dan zal het moeten worden verzoend met de huidige noden.” Als ik informeer naar Vanachters plannen voor zijn oude dag, dient hij me snel van antwoord. “Wenst u mij mis-schien een goede zetel, een paar pantoffels en een pijpje? Dat is niet mijn idee. Naast het werk zal ik me ontspannen al wandelend of fietsend, dat doe ik graag. En ik ga mijn twaalfjarige kleinzoon hel-pen met zijn groentetuin die hij al-tijd laat overwoekeren. Ik heb hem gezegd: ‘Ik word je knechtje.’”

“Er is maar één plek waar ik mijn brood-heer niet naar de mond moet praten”

“Het lijkt vanzelfsprekendom ’s ochtends met tien

vingers te gaan werken en er ’s avonds met evenveel thuis te komen. Maar het aantal

arbeidsongevallenblijft ontluisterend.”

Page 14: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

14 Leven na Leuven campuskrant

pagina 15

(© Rob Stevens)

Juriste en politica

Helga stevens

ik wilde het hier proberen. Ik gaf mezelf vijf jaar om het te maken. Anders keerde ik terug.”

Ça dure …Terug thuis knoopte Stevens aan op vakantiestages bij een Brus-sels advocatenkantoor en begon aan de balie. “Eerst nam ik een kijkje op het Brusselse parket maar ik stelde me vragen bij de werkomstandigheden: één fax per verdieping, stapels papieren en pennen maar geen spoor van informatica. Dan liever de balie!

In die tijd werd ik ook actief in een VU-werkgroep over personen met een handicap.”

Stevens, die uit een Vlaamsge-zind nest komt, bekent in 1999 kleur als ze op de Senaatslijst voor VU staat maar beschouwt 2003 als de start van haar politieke carrière. Met bijna 18.000 voor-keursstemmen wordt ze een jaar later Vlaams volksvertegenwoor-diger. “Het gaat in crescendo. Dat is volgens mij de enige ernstige, geloofwaardige en inhoudelijk juiste manier. Vincent Van Quic-kenborne bracht al jaren ver-nieuwing voor hij minister werd;

katrien steyaert

In een Gentse vergaderzaal, ge-naamd Idéfix, laat Helga Stevens (41) zich bijstaan door een tolk. Voor die laatste niets dan bewon-dering: ze leest niet alleen vlie-gensvlug Stevens’ gebaren maar ook haar non-verbale signalen zet ze bijna simultaan om in aange-paste intonatie en volume. “Ik zit in een luxepositie”, zegt Stevens. “Als parlementslid heb ik tolken ter beschikking; dat is niet ieder-een gegeven. In Lier heeft burge-meester Marleen Vanderpoorten het gepresteerd geen tolk te wil-len betalen voor een dove in de stedelijke adviesraad voor per-sonen met een handicap. Dat is ronduit grof. Ook de kinderpsy-chiatrische afdeling van het UZ Gent toont totaal geen begrip en voorziet geen tolken voor dove jongeren, die vaak nog eens dove ouders hebben.”

De N-VA-politica rolt met haar ogen als ze terugdenkt aan de dis-cussies met de universiteit over de tolken die ze als rechtenstu-dente wilde meenemen naar de les. “Het was maar voor twee vak-ken, maar tolken op academisch niveau werd raar bekeken.” (Anno 2009 is de situatie sterk verbeterd, zie ook kaderstukje — red.) On-dertussen kreeg de opleiding een upgrade — zo biedt de Lessius-hogeschool een module Vlaamse gebarentaal — maar jammer ge-noeg heeft de universiteit weinig bijgedragen. Aan de zijlijn kritiek spuien maar geen inspanningen leveren vind ik een beetje goed-koop. Ik hoop dat de nieuwe mi-nister van onderwijs beterschap brengt. Uit zijn grote budget zou hij maar een habbekrats moeten investeren, en zichzelf uitkerin-gen of bijscholingen aan dove mensen besparen.”

Twintig jaar geleden werd Ste-vens rechten afgeraden. “Ik zou mijn beroep niet kunnen uitoe-

fenen. Maar tijdens een uitwis-selingsjaar na het middelbaar, in het Amerikaanse Missouri, was mijn gastvader een jurist en ont-moette ik een dove advocate. Zij gaven mij een duwtje in de rug. De Amerikaanse mentaliteit is: ‘Probeer het’, terwijl personen met een handicap hier weinig krediet, laat staan echte gelijke kansen krijgen. ‘Als we ze apart houden hebben we er geen last van’, denkt men.”

Back to the USA“Vandaag zijn dove studenten nog altijd zwaar ondervertegen-woordigd”, weet Stevens, “onder meer door ons communicatiepro-bleem. Ik had het geluk dat mijn taalbeheersing goed was, mijn twee tolken kwaliteit leverden en ik voor de rest kon terugvallen op de notities van een vriendin. Al-leen logica wilde maar niet luk-ken, maar met de hulp van ou-derejaars viel de puzzel toch in elkaar en slaagde ik.”

Of ze meer moest studeren dan anderen weet ze niet, maar haar kotleven verliep niet doorsnee. “Ik ging soms de boer op naar het Huis Der Rechten maar het lawaai daar maakte de communi-catie lastig. Soms sprak ik af met de enige andere dove student in Leuven, een burgerlijk ingenieur. Eén-op-één-gesprekken lukten maar in groep ben ik verloren. Dat is frustrerend. Ik heb wel eens een fuif georganiseerd, niet alleen voor ‘gehoorgestoorden’ maar ook voor ‘doofgestoorden’, heel ludiek en leuk. Ik hou aan mijn studen-tentijd een goed gevoel en enkele blijvende contacten over. Anne Martens, de dochter van Wilfried, zat in mijn jaar en ik kwam haar later weer tegen in de Gentse ge-meenteraad (waarin Stevens sinds 2006 zetelt — red.). Mijn vriendin Veerle Dedecker — gelukkig geen familie van — zie ik nu nog, hoe-wel mijn sociale leven nu zo goed

als op nul staat.”Stevens, die sinds 2004 Vlaams

parlementslid en sinds 2007 ge-meenschapssenator is, klopt lan-ge dagen. “Politicus zijn is niet zo gemakkelijk als men denkt, maar niemand verplicht me om het te blijven. Als advocate aan de Brus-selse balie of bij the European Union of the Deaf werkte ik ook al hard. Dat laatste heb ik bijna tien jaar graag gedaan, en ik mis het soms. Vijf jaar geleden was ik toe aan een nieuwe uitdaging en kwam de politiek op het goede

moment aanwaaien, maar ik sluit niet uit dat ik ooit nog in een do-venorganisatie werk.”

“Mijn eerste job was in een wets-winkel gespecialiseerd in dienst-verlening aan doven en slecht-horenden in Berkeley, waar ik na mijn studies een master aan de Law School volgde. Ik had altijd mijn Amerikaanse contacten on-derhouden en raakte geïnteres-seerd in de in 1990 gestemde anti-discriminatiewet. Ik had er gerust kunnen blijven: ik voelde me er thuis en de voorzieningen, zoals tolken en teksttelefoons, zijn er beter. Maar mijn visum verviel en

zijn verhaal klopt. Anders is het bij mensen als Jean-Jacques De Gucht of Freya Van den Bossche die van vandaag op morgen een topplaats krijgen. Dat heeft niets met jaloezie te maken, het is ge-woon niet fair tegenover mensen die al lang actief zijn.”

Zelf slaat Stevens de stap van de lokale afdelingen over maar dat wijt ze aan het gebrek aan tolken, die ze wel krijgt in het parlement en de Senaat. “De partij heeft me zowat opgedragen gemeenschap-senator te worden maar het is soms lastig. Sinds we vorig jaar uit de senaatsfractie zijn gegooid staan we er met twee N-VA-man-datarissen alleen voor en kunnen we niet meer stemmen in com-missies. De senaat is onvoorstel-baar log en de Franstaligen pra-ten zo lang en graag”, zucht ze. Ik durf de Vlaamse politici hetzelfde verwijten, maar Stevens ontkent. “Bij de Vlaamse parlementsvoor-zitter (N-VA’er Jan Peumans — red.) gaat het er stipter aan toe. Mocht mijn werk in de senaat meer ople-veren, dan zou het wellicht draag-lijker zijn en zou ik me beter kun-nen focussen. Intussen probeer ik het positief te bekijken: ik kan dossiers op twee niveaus volgen.”

Duive en JosseHet meest trots is Stevens op de erkenning van de Vlaamse ge-barentaal in 2006. “Daarnaast maakt mijn aanwezigheid parle-mentairen en senatoren bewust van mijn situatie en die van de do-vengemeenschap. Ik moet geduld

“Ik kijk verder dan de Vlaamse horizon”

In 1993 was Helga Stevens (41) de eerste dove studente die een licentiaatsdiplo-ma rechten haalde aan de K.U.Leuven. Intussen hebben anderen haar voor-beeld gevolgd maar een tolk in de les is nog altijd geen evidentie. De N-VA-poli-tica vindt het hemeltergend. “Ik zal blij-ven zagen voor gelijke kansen.”

“De senaat isonvoorstelbaar log en

de Franstaligen pratenzo lang en graag”

Page 15: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

18 november 2009 Alumni 15

hebben, maar soms bereik ik iets, zoals toen we in de lente amende-menten konden laten opnemen in het nieuwe mediadecreet. Mijn collega Bart Caron en ik hebben gesleurd en getrokken om iets als audiodescriptie door te drukken. Dat is een systeem voor blinden en slechtzienden waarbij een stem beschrijft wat er op het scherm gebeurt. Dan hoor je bijvoorbeeld: ‘Er rijdt een mooie auto voorbij met daarin een wulpse blondine.’ Dat zulke hulpmiddelen te duur zouden zijn, is gezever. Een zen-der als de BBC maakt middelen vrij voor een gebarentaaltolk en ondertiteling. Ja, die heeft meer geld maar kent ook veel meer con-currentie.”

“Het frustreert me mateloos dat ik niet naar De zevende dag of Ter Zake kan kijken. Yven (haar part-ner — red.) en ik hebben wel eens een aanvaring omdat ik weiger mee te kijken naar programma’s die niet worden ondertiteld, zoals De Laatste Show.” Gelukkig kan ze dankzij dvd’s wel meepraten over Ice Age of Finding Nemo met haar zevenjarige dochter Duive en zoontje Josse van drie. “Bij ons thuis gaat het er niet anders aan toe dan elders. Het enige verschil is dat ik doof ben. Ik neem de te-lefoon niet op en vroeger waar-schuwde een licht me als de baby huilde. Vergelijk het met een ou-der die geen Nederlands spreekt. Mijn kinderen leren de Vlaamse gebarentaal, want het belangrijk-ste is een goede communicatie.”

Op haar blog noemt Helga Yven de liefde van haar leven. “Ik hoop dat het goed blijft gaan; je hoort tegenwoordig zo veel over schei-dingen. Ik had nooit gedacht dat ik met een horende zou samen zijn. Het leven zit vol verrassin-gen”, lacht ze. “Yven werkt full-time en dankzij mijn schoonou-ders houden we het drukke leven vol. Eén dag per week probeer ik vrij te houden voor mijn gezin, maar dat lukt niet altijd.”

Of ze het nog lang uitzingt in de politiek weet ze niet. “Mijn toe-komst hangt af van de kiezer en het politieke klimaat maar op ter-mijn zou ik wel naar het Europees Parlement of een internationale functie willen. Ik kijk verder dan de Vlaamse horizon. Tot nu toe ben ik tevreden over mijn par-cours, ook al gaat het langzaam. Obama’s wet over de ziektekos-tenverzekering boekt ook pas na jaren vooruitgang. Zolang ik stapjes vooruit zet, en maar af en toe eentje achteruit, kan ik ermee leven.”

pagina 14

tine bergen

“Wijsheidstanden hebben hun naam te danken aan het feit dat ze laat doorkomen, op het moment dat we tot ‘de jaren van verstand’ zouden moeten zijn gekomen,” vertelt professor Schoenaers. “Ei-genlijk zijn wijsheidstanden een soort archivarissen, want ze zijn in wording vanaf de leeftijd van een jaar of tien. Net zoals je som-mige ziektes bijvoorbeeld kan zien aan een streepje in je nagels, zo leggen ook je wijsheidstanden door hun trage vorming heel wat van je ziektegeschiedenis vast. Acné wordt bijvoorbeeld heel vaak behandeld met tetracycline. Dat heeft de eigenschap dat het in de botten wordt opslagen en zo zorgt voor een gele schijn. Iemand met gele wijsheidstanden heeft dus waarschijnlijk last gehad van acne en is daarvoor behandeld met tetracycline.”

“Wijsheidstanden zijn niet al-leen archivarissen, vandaag de dag zijn ze ook en vooral de klas-sieke zorgenkinderen van de sto-matologie. Vroeger aten we hoofd-zakelijk vaste voeding, waardoor het gebit niet alleen bovenaan sleet, maar ook tussen de tanden. Daardoor werden de tanden alle-maal een beetje smaller en kreeg de verstandskies makkelijker een plaats. Nu eten we hoofdza-kelijk zacht voedsel en we heb-ben ook geen voedselproblemen, onze wangen staan mooi vol. Dat maakt dus dat er meer risico is dat een tand niet goed doorbreekt.”

“Op termijn zullen de ver-standskiezen verdwijnen. Op dit moment mist zo’n 24 procent van de bevolking een verstands-kies. Zo’n drie tot vijf procent zou er geen hebben en dat aandeel lijkt toe te nemen. Maar het zal nog wel een paar eeuwen duren voor we geen verstandskiezen meer hebben. Vandaag gaat het dan ook vooral om de vraag of je de tanden moet houden tot ze

vroeg of laat voor problemen zor-gen of dat je ze preventief moet gaan verwijderen.”

Problemen“De meeste problemen hebben te maken met het doorbreken van de verstandskiezen. In dertig tot vijftig procent van de gevallen is er een ontsteking bij doorbraak die daarna ook blijft terugkeren, vaak omdat de tand gekanteld ligt. De verstandskies zit achteraan in de mond en de verwikkelingen die de ontsteking met zich meebrengt kunnen daarom ernstiger zijn. De etter kan bijvoorbeeld niet — zo-als meestal gebeurt — langs de mond naar buiten komen, maar doorbreken in een spier of in de hals. Vooral de verstandskies van de onderkaak zorgt voor proble-men, omdat die dicht bij de grote bloedvaten in de hals zit. Als je daar een abces krijgt, kan dat zijn weg zoeken naar de hersenen of naar de hals toe en dan kan het behoorlijk uit de hand lopen.”

“Vaak zijn problemen met ver-standskiezen vooral vervelend, maar ze kunnen ook levensbe-dreigend zijn. Per jaar zijn er zo’n twee tot drie patiënten met ont-zettend ernstige ontstekingen en die als gevolg daarvan overlijden, ondanks de moderne medische zorgen. De bacteriën die vrijko-men bij zo’n ontsteking zijn im-mers heel agressieve kiemen die ook geen lucht nodig hebben om zich te verplaatsen.”

“Bij dit soort problemen is het heel duidelijk dat ze veroorzaakt worden door de verstandskies. Maar onderzoek toont aan dat chronische tandvleesontsteking, gingivitis en paradontitis, die on-derhoudenwordt door onvolledig doorgebroken onderverstands-kiezen, oorzaak kunnen zijn van hartinfarcten, vroegtijdige beval-lingen, luchtwegontstekingen … Je kunt de microben rond de achterste tand namelijk nooit he-lemaal weghalen, hoe goed je ook

poetst en flost; hij bevindt zich diep onder het tandvlees. Achter die tand krijg je dus een soort mi-crobenhaard. Al mag je de wijs-heidstand ook weer niet van alles de schuld geven. Er wordt vaak ge-zegd dat verstandskiezen zorgen voor druk op andere tanden waar-door die — opnieuw — scheef gaan staan, maar dat is nooit be-wezen als de onderste wijsheids-tand mooi verticaal staat. Tanden hebben een automatische nei-ging om naar de middenlijn op te schuiven bij het ouder worden.”

Verwijderen?Verstandskiezen houden lijkt dus weinig voordelen te hebben. “Maar wat mensen vaak verge-ten, is dat een verstandskies ver-wijderen ook heel wat geld kost,” nuanceert professor Schoenaers. “Het kost net iets minder dan het verwijderen van een appendix. Maar je hebt meestal wel vier ver-standskiezen. Het systematisch verwijderen van de tanden zorgt dus voor een behoorlijke onkos-tennota. Als je wacht tot de tand voor problemen zorgt, zal uiter-aard elk gezondheidssysteem de kosten dragen.”

Alleen zijn die kosten vaak groter als je wacht tot er problemen zijn. “Door de tanden preventief weg te nemen kan je werken als de tand niet ontstoken is en je kan wer-ken met plaatselijke verdoving in plaats van narcose, wat het min-der duur maakt. Bovendien kan je zo ook een inpasbaar moment in het leven kiezen. Iemand van zeventien jaar is geen angsthaas meer, hij begrijpt wat er gaat ge-beuren. En zeventienjarigen kun-nen makkelijker een paar dagen afwezig zijn dan bijvoorbeeld een vader of een werknemer. Want een werkgever die zijn werknemer een week moet missen omdat het verwijderen van de wijsheidstan-den niet helemaal zonder compli-caties verliep: dat kost de maat-schappij ook geld.”

“De huidige tendens is dan ook de verstandskiezen preventief weg te nemen op de leeftijd dat ze best benaderbaar zijn en dat is rond de zeventien jaar. De tand is dan beginnend volgroeid. Hij komt met de kroon aan de opper-vlakte maar de wortels zitten nog niet te diep vast. Zo’n jonge tand kan je nog makkelijk uit de tand-kast lichten. Ook al omdat hij nog nooit belast is door bijtkracht en dus veel losser in het bot zit.”

“De verhalen over hoe het ver-wijderen van een wijsheidstand uren duurt zijn overdreven. Maar als een tand al jaren de kans heeft gehad om wortels te maken moet er soms in de kaak geboord wor-den of moet de tand eerst in stuk-ken geslepen worden en dan ben je makkelijk een half uur bezig. Dat zijn behandelingen die voor de patiënt ook niet zo aangenaam zijn, want door de voortdurende druk kan hij wel eens het gevoel krijgen dat zijn kaak breekt.”

“Als de wijsheidstanden onder de vijfentwintig jaar worden ver-wijderd, worden dit soort situaties voor een groot stuk vermeden. Bo-vendien zijn de verwikkelingen die de verwijdering met zich mee kan brengen zoals pijn, zwellin-gen, ontstekingen en bloedingen dan ook veel minder ernstig en minder frequent. Door de tand te verwijderen, veroorzaak je im-mers een trauma waar het bot ook van moet herstellen. Op jonge leeftijd is het lichaam nog in staat om volledig te genezen. Als je het later doet groeit er wel litteken-weefsel in het gat, maar groeit het nooit meer mooi vol met bot.” Overigens, zelfs op je tachtigste kan je nog last krijgen van een verstandskies die nooit is doorge-broken. “Als je jaren een vals gebit hebt gedragen en je kaak daar-door is afgesleten, kunnen je wijs-heidstanden immers wel ineens bovenaan komen te liggen.”

http://www.kuleuven.be/dental/permanente_vorming.htm

Het zwarte schaap van ons gebit: de verstandskiesDe klassieke zorgenkinderen van de stomatologie, dat zijn de wijsheidstanden. Dat is dus ook meteen de reden waarom professor Schoenaers er op 5 december een studiedag over houdt. Centraal staat de vraag of het zinvol is deze tanden preventief te verwijderen.

Volgens Koen Neyens, coördina-tor Cel studeren met een functie-beperking, is er twintig jaar na de studententijd van Helga Stevens (zie interview op pagina 14) heel wat meer begrip voor dove studen-ten en biedt de universiteit ver-schillende voorzieningen: “Vorig academiejaar telde de K.U.Leuven 27 studenten met een auditieve functiebeperking. De meesten doen beroep op een jobstudent als schrijftolk of pedagogische hulp of op medestudenten die

hun lesnotities uitlenen. Momen-teel studeren hier twee studenten die een tolk Vlaamse Gebarentaal inzetten. Het aantal doventolken-uren dat vanuit het Departement Onderwijs gefinancierd wordt, blijft echter ontoereikend. Het is voor sommige specifieke vakken, bijvoorbeeld met gespecialiseer-de woordenschat, bovendien erg moeilijk om kwaliteitsvolle tolken te vinden.”

http://www.kuleuven.be/functiebeperking/

Studeren met een auditieve functiebeperking anno 2009

Page 16: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

16 Alumni campuskrant

IndIaVan 1 tot 16 maart organiseert Alumni Lovanienses een reis naar Centraal- en Zuid-India. We bezoeken de rotstempels van Elephanta, Ellora en Ajanta, de koloniale architectuur van Mumbai, de stupa’s van Sanchi en de tempelruïnes van Pattadakal, Aihole en Hampi. We maken ken-nis met de Indo-Portugese kerken en kloosters van Oud-Goa en de Hoysal-sculpturen van Belur en Halebid. Verder staan de land-schappen van Madhya Pradesh, Maharashtra en Karnataka, de palmstranden van de westkust, het bedevaartsoord Sravana Be-lagola, de paleizenstad Mysore en de trendy IT-metropool Bangalore op het programma. We maken ook kennis met de projecten van eredoctor Zuster Jeanne Devos (National Domestic Workers Movement).•De richtprijs bedraagt 3.520 euro per persoon (min. 20 personen — supplement éénpersoonskamer: 820 euro)•http://alum.kuleuven.be/reizen/India.html

BerlIjnVan 7 tot 11 april plant Alumni Lovanienses een city-trip naar Berlijn. Naast een bezoek aan het historische centrum, Nikolaivier-tel, de Alexanderplatz, ‘Unter den Linden’, de Gendarmenmarkt, het internationale congrescentrum, de beursterreinen, de Kurfür-stendamm, Potzdamer Platz, Schloss, Park Charlottenburg, het museum Temporäre Kunsthalle en het nieuwe Joodse monument omvat de reis ook een bezoek aan de Reichstaggebouwen en de ver-nieuwde koepel. We wonen ook een opera bij en gaan op excursie naar Potsdam. We overnachten in een viersterrenhotel. Begeleiding door Erik Gobin en lokale gids.•De richtprijs bedraagt 1.656 euro per persoon (min. 25 personen — supplement éénpersoonskamer: 145 euro — aantal beperkt)•http://alum.kuleuven.be/reizen/Berlijnreis.htm

OOst-pruIsenVan 18 tot 27 juni organiseert Alumni Lovanienses een cultuur-historische reis naar Oost-Pruisen.

We bezoeken de Poolse steden Gdansk, Marienburg, Elbing, Olsz-tyn, Mikolajki, Gizycko, Ketrzyn en Lidzbark Warminski. Ook bezoeken we het kasteel van Mohrungen en de abdij van Wojnowo (Eckerts-dorf). In de oblast Kalinningrad plannen we een excursie naar onder meer Gvardeysk (Tapiau), Sovjetsk (Tilsit), Ragnit, Zele-nogradski (Cranz) en Rybatschi (Rossitten). In Litouwen bezoeken we Klaipeda (Memel). Begeleiding door Erik Gobin en lokale gids.•De richtprijs bedraagt 1.995 euro per persoon (min. 25 personen — supplement éénpersoonskamer 299 euro — aantal beperkt).•http://alum.kuleuven.be/reizen/Oost-Pruisen.html

Inschrijven via avatours nv,(t) 056 21 50 00,[email protected]

agenda alumnInOs IungIt academIaJaarlijkse Algemene Vergade-ring•11december,20u30,Clublo-kaal, Koning Leopold I-straat 18, 3000Leuven.Kandidaatstellingvoor de Raad van Bestuur tot 5 december.•Inschrijvenvia(t)016254280Info: [email protected] •http://www.niaclub.be

dOmus lOvanIensIsBrugensIsLezing door prof. Christoffel Waelkens: Evolutie in een kos-mische context •3december,20u,Xaveria-nenstraat10,Sint-Michiels,Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, Auditorium nieuwe gebouwen•Info:[email protected],(t)056246131•http://alum.kuleuven.be/verenigingen/dlb.html

alfagenStuurgroepvergadering, met maaltijd (inschrijven)•9december,19u30-22u,O&N1,Herestraat49.•Info:[email protected],(t)016337476,(f)016337436

(© Rob Stevens)

OpenboekconcertGeruggensteund door de muzikanten van het Leuvens Alumni Orkest leest Ketnet-wrapper Kristien Maes voor uit een groot sprookjesboek. Het LAO bracht op 7, 8 en 15 november ‘Het Grote Winterprobleem’, een wer-velend sprookjesconcert met klassieke muziek op maat van kinderen. De symfonische muziek kwam uit ‘De Schilderijententoonstelling’ vanMoessorgsky enwerd live gespeeld door het 70-koppig orkest o.l.v.HansCasteleyn. Samen met Kristien Maes brachten acteurs Steve Geerts en Alain Rinckhout het sprookje tot leven. Lieven Rossignol stond in voor tekst en regie.

Vernieuwde website voor toekomstige studentenwww.bachelorsinleuven.be

*** Meet Haiku Herman, Will Europe make him a very famous Belgian? Het antwoord op deze vraag van de Britse krant The In-dependent zal niet lang meer op zich laten wachten. Eind deze week zouden we moeten weten of premier Herman Van Rompuy de eerste vaste voorzitter van de Europese Raad wordt, en of Eu-ropa van hem meteen ook a very famous oud-student maakt. Van Rompuy volgde de kandidaturen rechten in Leuven, behaalde in een overgangsjaar het bacca-laureaat in de wijsbegeerte en daarna het licentiaatsdiploma economie. In zijn studententijd kreeg hij al een voorproefje van de mechanismen achter verkie-zingen, toen hij preses werd van studentenclub Bezem Lovania Brussel. Van Rompuy in Cam-puskrant: “Ik woonde regelmatig cantussen bij maar was geen echt feestvarken. Toen mijn vrienden niet aan een preses geraakten, begonnen ze op mij te stemmen. In tegenstelling tot mijn zoon Thomas, een studentikozer type, heb ik dat nooit nagestreefd.”

*** Een alumnus die al zeker is van zijn verkiezing — tot win-naar van de Grand Prix op het internationaal filmfestival van Bangkok — is geograaf, an-tropoloog en filmmaker Peter Brosens. De jury omschreef zijn tweede langspeelfilm Altiplano als ‘a visually stunning film that effectively deals with themes in the real world and the world wit-hin the hearts of the characters’ en ‘a potent blend of global is-sues beautifully told with much poetic resonance’. Altiplano ging in Cannes in wereldpremi-ère, en loopt vanaf 25 november in onze bioscopen. Brosens en co-regisseur Jessica Woodworth bewijzen hiermee dat ze voor hun eerste film Khadak met recht en reden de ‘Leeuw van de Toekomst’ kregen op het film-festival van Venetië.

*** Is Gwendolyn Rutten de Leeuwin van de Toekomst voor Open VLD? De oud-studente rechten en internationale po-litiek is er zelf alvast van over-tuigd. Met de steun van run-ning mates Dirk Van Mechelen en Dirk Sterckx doet ze een gooi naar het voorzitterschap van Open VLD. Op 5 december we-ten we of ze het haalt van Ma-rino Keulen en Alexander De Croo. (rvh)

Telex Alumni

reIzen met alumnI

BOekenverkOOpVerkoop uit de dubbelen van de CentraleBibliotheekop24,25en26 november.•http://bib.kuleuven.be/bibc/

Page 17: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

els vandeBOrght

Mieke Perdaens (58), investeer-der in onroerend goed, heeft een fonds opgericht dat gericht on-derzoek naar oog- en oorziektes wil steunen. “Die aandoeningen vormen een steeds groter pro-bleem in onze huidige maat-schappij”, zegt Perdaens. “Je gaat er niet aan dood, maar je verliest er wél enorm veel levenskwaliteit door. Dat heb ik gemerkt bij mijn eigen moeder, voor wie ik vijftien jaar lang gezorgd heb. Ze was 83 toen ze hardhorig begon te wor-den. Zo is langzaam maar zeker het idee voor dit fonds ontstaan.”

Mensen worden nu eenmaal ouder en ouder, zegt Perdaens, en daar moet de wetenschap op inspelen: “Tachtig of negentig jaar worden is geen uitzondering meer. Vroeger gingen mensen op hun vijftigste met pensioen, vandaag kan je op die leeftijd opnieuw op de arbeidsmarkt ge-lanceerd worden. Iemand van zeventig is nog jong. Het zou toch jammer zijn mocht je dan je zin-tuigen verliezen?”

Het is niet de eerste keer dat Perdaens haar inzet laat blijken. Sinds ze als studente van achttien in de vastgoedsector stapte, is so-ciaal engagement altijd een deel van haar leven geweest. “Ik hoop

dat we veel mensen kunnen aan-zetten om dit fonds te steunen. In mei volgend jaar willen we een evenement op poten zetten om geld in te zamelen: een concert met Toots Thielemans als gast. Ik hoop dat we dat kunnen reali-seren.”

Genen onderzoekenBeheerders van het Perdaens Fonds Eye Research zijn profes-sor Beatrijs Foets en professor Joost van den Oord, werkzaam op respectievelijk de Afdeling Oogziekten en de Afdeling Mor-fologie en Moleculaire Patholo-gie van de Faculteit Geneeskun-de. Zij zijn de drijvende kracht achter het onderzoek naar de moleculair-genetische verande-ringen die aan de grondslag lig-gen van de dystrofieën van het hoornvlies.

“Het hoornvlies wordt langs twee kanten bekleed met cellen”, legt professor van den Oord uit. “De cellen aan de buitenkant van het hoornvlies worden vochtig gehouden door de oogleden die erover heen gaan. De laag cel-len aan de binnenkant, de zoge-naamde endotheelcellen, pom-pen voortdurend vocht uit het hoornvlies naar de binnenzijde van het oog. Doen ze dat niet, dan wordt het hoornvlies troebel en

zie je niet goed meer. Bij dystro-fieën van het hoornvlies zijn het precies die endotheelcellen die niet goed werken. Waarom, dat weten we niet goed. Omdat deze cellen slecht pompen of omdat er te weinig oude cellen vervangen

worden door nieuwe? Een verge-lijkende studie van de activiteit van de genen in gezonde en in zieke cellen kan ons daar meer inzicht in geven.”

Het proefschrift dat Beatrijs Foets over de endotheelcellen van

het hoornvlies gemaakt heeft, zorgt voor een kleine voorsprong in technische know-how, maar toch is er nog heel wat research nodig, zegt van den Oord. “De op-richting van het fonds was meer dan welkom.”

18 nOvemBer 2009 Universiteitsfonds 17

Nieuw fonds steunt onderzoek naar oogziektenEind september werd het Perdaens Fonds Eye Research opgericht. Wetenschappelijk onderzoek aanmoe-digen naar dystrofieën van het hoornvlies en in een later stadium ook naar gehoorproblemen, dat is wat oprichtster Mieke Perdaens met het fonds wil bereiken.

V.l.n.r.: professor Beatrijs Foets, rector Mark Waer, mevrouw Mieke Perdaens, advocate Kitia Hubrechts, professor Joost van den Oord. (© Rob Stevens)

Beroepsfederatie essenscia financiert leerstoel Safety Engineering Veiligheid en duurzaamheid in de (bio)chemische industrie stimuleren via opleiding. Dat is het doel van de leerstoel es-senscia Chair Safety Engineering. Voor een sector die het imago heeft gevaarlijk en vervuilend te zijn, is dat een belang-rijke ambitie. Maar de leerstoel is nog in andere opzichten markant.

els vandeBOrght

Recent is via het Industrieel On-derzoeksfonds van de Associate K.U.Leuven het SCORES4CHEM Kennisplatform opgestart (zie kaderstukje). Het platform focust op veiligheid, procesregeling en –optimalisering voor de (bio)che-mische industrie, via onderzoek, dienstverlening en opleiding. De essenscia Chair Safety Enginee-ring maakt deel uit van de laatste component en wordt meer be-paald ingezet voor een master-na-master-opleiding. De bestaande master-na-master Veiligheidstech-nieken wordt herdoopt tot master-na-master Safety Engineering.

SCORES4CHEM-coördinator en titularis van de leerstoel, profes-sor Jan Van Impe: “Een denktank met vertegenwoordigers uit de in-dustrie en professoren – onder wie huidig programmadirecteur pro-fessor emeritus Jan Berghmans – heeft de opleiding geactualiseerd tot een programma met twee op-

ties: binnen de optie ‘Preventie’ wordt nog steeds het – in België voor veel bedrijven verplichte – cer-tificaat ‘preventieadviseur niveau 1’ aangeboden; de optie ‘Proces-veiligheid’ richt zich vooral op een internationaal publiek. Docenten uit de academische én industriële wereld staan borg voor een hoog-staande opleiding op ingenieurs-niveau met oog voor de noden van het afnemend veld. Dat is uniek binnen Europa. Het vernieuwde programma wordt aangeboden vanaf academiejaar 2010-2011, onder leiding van programmadi-recteur professor Jan Degrève.”

ExpertiseDe schenker van de leerstoel is essenscia, de Belgische federatie van de chemische en life scien-ces industrie. Op verschillende manieren verdedigt essenscia de belangen van de sector. Door te in-vesteren in opleiding bijvoorbeeld, zoals met deze leerstoel. Het De-partement Chemische Ingeni-

eurstechnieken onderhoudt uit-stekende contacten met essenscia en haar leden via een goed functi-onerende Industriële Adviesraad. Binnen dat forum kreeg het con-cept van een essenscia leerstoel vorm. Vertegenwoordigers van de federatie participeren tevens in de stuurgroep van het kennisplat-form SCORES4CHEM, en zorgen zo mee voor de kwaliteitsbewaking en relevantie van de vernieuwde master-na-master. Van Impe: “Het is onder meer de uitdrukkelijke wens van essenscia om zo veel mo-gelijk relevante expertise aan te trekken en dus ook docenten van buiten de K.U.Leuven, Belgische en buitenlandse, te engageren.”

Deze leerstoel past binnen een kennisplatform-project. En dat is opvallend, want zulke projecten worden sowieso gesteund door het Industrieel Onderzoeksfonds van de Associatie K.U.Leuven. De leerstoel is met andere woorden een tweede financieringskanaal. Jan Van Impe: “Voor zover ik weet,

is het de eerste keer dat een IOF-kennisplatform via een academia-industry partnership gecofinan-cierd wordt. Het spreekt vanzelf dat deze werkwijze des te interes-santer is. Want met meer midde-len krijgt een platform meer slag-kracht op het vlak van onderzoek, opleiding en dienstverlening, en is de return ervan succesvoller.”

http://www.kuleuven.be/mece-naat/leerstoelen/irw/essenscia

Het SCORES4CHEM Kennisplat-form (Safety, Control and Optimi-zation: Research, Education and Services for the (Bio)Chemical Industry) brengt onderzoeks-teams samen uit het Departement Chemische Ingenieurstechnieken (prof. Jan Van Impe), het Depar-tement Elektrotechniek (prof. Bart De Moor), Hogeschool De Nayer (prof.Raf Dewil) en de KaHo Sint-Lieven (prof. Jos De Brabanter).

http://www.scores4chem.be

Kort nieuws Nieuwe leerstoelOp 27 november wordt de leerstoel Quantitative Consu-mer and Market Modeling inge-huldigd (titularis: prof. Mar-tina Vandebroek, schenker: Procter&Gamble).

Eredoctoraat voor prof. DequekerOp 23 oktober ontving professor emeritus Jan Dequeker (Facul-teit Geneeskunde) in Kinshasa een eredoctoraat van de Unikin-universiteit. Professor Deque-ker is de initiatiefnemer van het project ‘Jonge Academici in Congo’, en speelde ook een in-spirerende rol in het uittekenen van het UNIFOS-fonds.

http://www.kuleuven.be/ mecenaat/Fondsen/ faculteitsoverkoepelend/ academiciincongo.html

Page 18: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

18 Ad Valvas campuskrant

DoctoratenGodGeleerdheid2 oktober - Stephen Johnstonl’absolue bonté de dieu qui meurt. Mythe et théologie anonyme dans Broadcast Talks de C.S. lewis5 oktober - Joseph PerianayagamThe Second Story of Creation (GeN 2:4-3:24) A Prologue to the Concept of enneateuch?5 oktober - Brian MatzPatristic Social Thought and Contem-porary Christian Social Thought: Some hermeneutical Models for a dialogue26 oktober - Prosper MushySensus Fidelium as an Active Theologi-cal resource for the Church. A Critical Study with reference to the Use of the Concept in ecumenical Perspectives

hoGer iNSTiTUUT voor WijSBeGeerTe23 oktober - Danielle Laynedouble ignorance: An examination of Socratic Moral Wisdom

reChTSGeleerdheid26 oktober - Tom RuysThe intangible ‘armed attack’: evolu-tions in Customary Practice pertaining to the right of States to Self-defence under Article 51 UN Charter

eCoNoMie eNBedrijFSWeTeNSChAPPeN21 oktober - Raf Haesendesigning information system services in information-intensive organisations29 oktober - Björn Van CampenhoutSample splitting and threshold esti-mation techniques. Applications in development studies

SoCiAle WeTeNSChAPPeN9 oktober - Bart MeulemanThe influence of macro-sociological factors on attitudes toward immigra-tion in europe. A cross-cultural and contextual approach

leTTereN29 juni - Karen Deschampsde lexicalisatie van rechtsnormen. deontische modaliteit en negatie in Nederlandstalige regelgevende teksten29 juni - Karl Heinrich Theisenjohannes von Groesbeek (1387?-1445). erster Professor für Zivilrecht in löwen, Kanoniker in Maastricht und Karden, rat des herzogs von Geldern1 juli - Erik De BomGeleerden en politiek. receptie van justus lipsius’ Monita et exempla politica (1605) in de Nederlanden in de eerste helft van de zeventiende eeuw2 juli - Bart Latréde geschiedenis van de kerk- en maatschappijkritische beweging in vlaanderen (1960-1990)10 juli - Martine GosselinThe study of the roman catacombs in the second half of the sixteenth century11 september - Jan GadeyneFunction and dysfunction of the City. rome in the fifth cent. Ad26 oktober - Osama El NahasAncient harbour engineering in Alex-andria and its environs from the Bronze Age to the end of the Byzantine period30 oktober - Steven Vervaetoutside literature. joseph Conrad and the Commonplace

PSyCholoGie eN PedAGoGi-SChe WeTeNSChAPPeN1 juli - Daisy MichielsBuilding bridges between parental attachment and children’s relational aggression. A theoretical analysis and empirical test of concurrent associa-tions in middle childhood6 juli - Hoai Huong NguyenThe (non)sense of social research

driven development intervention. Con-tribution to a contemporary debate by studying (re-)framing and negotiation processes in the creation of a nature reserve in NW-vietnam15 september - Ellen Gillarddual processes in the psychology of mathematics education and beyond18 september - Ana Elisa Castro SotosMisconceptions and Adaptive exper-tise in Statistics. A series of education-al studies to understand and improve statistics learning and teaching18 september - Geert ThyssenBetween Utopia and dystopia? Case Studies of open-Air Schools in Belgium, France, Germany and italy (1904-1979)7 oktober - Leen Cleurenelements of Speech Technology Based reading Assessment and intervention9 oktober - Joke MeeusContextualizing and individualizing prejudice: The interplay of individual differences and intergroup relations12 oktober - Geir NygardPerceptual grouping and figure-ground segmentation in detection and identification of contours derived from everyday objects13 oktober - Naoki Kogoemerging subjectivities: The differen-tiation-integration principle of signal processing within the visual system’s hierarchy26 oktober - Marlon Alexis Oviedodiscourses and Practices of Curricular development. The Case of the hispanic Curricular reform and the intercultural Bilingual education at rural Basic Schools in ecuador30 oktober - Wouter Schelfhoutinductive approaches in the training of economics teachers: encouraging towards activating teaching

WeTeNSChAPPeN30 juni - Amanuel Zenebe AbrahaAssessment of spatial and temporal variability of river discharge, sediment yield and sediment-fixed nutrient ex-port in Geba river catchment, northern ethiopia2 juli - Maarten LarmuseauSea (in)sight — From phylogeographi-cal insights to visual local adaptation in marine gobies3 juli - Ann HulsmansPopulation genetic and ecological implications of dormant egg banks in temporary aquatic habitats3 juli - Rodrigo Rojas MujicaUncertainty analysis in groundwater modelling: An integrated approach to account for conceptual model uncer-tainty6 juli - Nele VermeulenQuadrupole moments of isomers produced in projectile-fragmentation reactions6 juli - Pieter ChysCoacervatie en fysicochemische karakterisatie van alfa ketens van gelatine31 augustus - Kevin HeylenSide effects of crop protection products on honeybees: identification and evalu-ation of the impact of sublethal effects17 september - Maarten HaestMetallogenesis of the dikulushi Cu-Ag deposit in Katanga (drC)17 september - Annelies BronckaersThymidine phosphorylase (TP) and TP inhibitors in angiogenesis and fluoro-pyrimidine metabolism

iNGeNieUrS-WeTeNSChAPPeN25 juni - Praveen Raghavanlow energy vliW Architecture exten-sions and Compiler Plug-ins for embed-ded Systems25 juni - Tingyao WuFeature Selection in Speech and Speaker recognition26 juni - Jeroen Hermans

Automated registration of 3d Knee implant Components to Single-Plane X-ray images30 juni - Peter KindtStructure-Borne Tyre/road Noise due to road Surface discontinuities1 juli - Davy PreuveneersSupport for Context-driven Applica-tions in Ambient intelligence environ-ments3 juli - Sven De Labeylanguage Support for Programming Stateless Service interactions in Serv-ice oriented Architecture6 juli - Björn Van GenechtenCreating Built heritage orthophoto-graphs from laser Scans6 juli - Leopoldo Pisanelli Rodrigues de OliveiraActive Sound Quality Control: design Tools and Automotive Applications8 juli - Peter VerschuerenBiomechanical Analysis of head inju-ries related to Bicycle Accidents and a New Bicycle helmet Concept10 juli - Erwin Aertbeliëndevelopment and Acquisition of Skills for deburring with Kinematically redundant robots13 juli - Katleen VallonsThe Behaviour of Carbon Fibre - epoxy NCF Composites under various Me-chanical loading Conditions17 augustus - Nico Cornelis3d Scene Modeling using Programma-ble Graphics hardware24 augustus - Mehmet Akif ErismisActuation Mechanisms for in vivo Biomedical Applications24 augustus - Reinhilde D’hulstPower Processing Circuits for vibra-tion-based energy harvesters25 augustus - Erik DelarueModeling electricity Generation Systems: development and Application of electricity Generation optimization and Simulation Models, with Particular Focus on Co2 emissions28 augustus - Peter Vangorphuman visual Perception of Materials in realistic Computer Graphics28 augustus - Edwin HaesenMulti-objective optimization of the integration of Stochastic distributed energy resources in electricity Grids28 augustus - Patrick LuickxThe Backup of Wind Power: Analysis of the Parameters influencing the Wind Power integration in electricity Generation Systems28 augustus - Dries HaeseldonckxConcrete Transition issues towards a Fully-Fledged Use of hydrogen as an energy Carrier31 augustus - Jiangbo LuComplexity-Aware Advanced visual Computing for Multi-view video3 september - Tom CroonenborghsModel-Assisted Approaches for rela-tional reinforcement learning3 september - Zhen LiApplication Aspects of Ferromagnetic Semiconductors: high Frequency Performance and Novel Materials for room Temperature operation4 september - Jimmy BaertFlow-induced Crystallization of Poly-1-Butene4 september - Dries Van Gesteldunne-film polykristallijn-siliciumlagen op niet-silicium substraten voor foto-voltaïsche zonneceltoepassingen10 september - Katrin Anne Lorenzdispersion effects in Power Switching devices based on the iii-N Material System15 september - Steven ThijseSd Protection for Multiple Gate Field effect devices and for rF CMoS Circuits18 september - Zilan LiMetal Gate Work Function Control for Advanced MoSFeT Applications18 september - Ward Van AerschotMultiscale Geometric image Ap-

proximation

Bio-iNGeNieUrS-WeTeNSChAPPeN25 juni - Els D’Hondtheterogeneous Catalysis on Glycerol hydrogenolysis in Absence of Added hydrogen Gas30 juni - Maria del Carmen Hernandez Sorianoeffects of synthetic surfactants on the fate of pesticides and trace metals in soil30 juni - Tom Caremansdesign of enantioselective Adsorption in Achiral MFi Zeolite30 juni - Pieter Jan HaestStimulated reductive dechlorination of trichloroethene in the subsoil: a research into the rate limiting steps in the reactive transport1 juli - Lorna Herradurahost response of eumusa varieties to a radopholus similis population from the Philippines24 augustus - Klaar Meulebrouckdistribution, demography and metap-opulation dynamics of Cuscuta epithy-mum in managed heathlands26 augustus - Annabel Bijttebierincreased insight into the hydrolysis of starch by amylolytic enzymes3 september - Jasper Van NoyenThe synthesis and characterization of carbon nanotubes in zeolites16 september - Pieter VerbelenFeasibility of high cell density fermen-tations for the accelerated production of beer17 september - Kristof MertensAn intelligent system for optimizing the production and quality of consumption eggs based on synergistic control

GeNeeSKUNde25 juni - Sabine FeveryMechanisms and risks of immuno-therapy using blocking anti-CTlA-4 mAb for the induction of antileukemic effects after allogeneic bone marrow transplantation in mice25 juni - Xin Liang2-d and 3-d imaging modalities for assessments of neurovascularisation in the jaw bone26 juni - Katleen DillenSubcellular localisation and trafficking

of the gamma-secretase components30 juni - Emilia NicolaescuThe role of SiPP1 and PQBP1 in tran-scription and pre-mrNA splicing1 juli - Edit FrankoPerceptual learning in Macaque visual Area v46 juli - Corinne Vandermeulen25 years of measles-mumps-rubella vaccination. epidemiological and im-munological considerations regarding mumps10 juli - Thomy de Ravel de l’ArgentiereGenetic diagnosis in Mental retarda-tion: The Contribution of Array Com-parative Genomic hybridization2 september - Wim MaesActive immunotherapy against Malignant Glioma with rNA-loaded dendritic Cells4 september - Liesbeth VandersmissenFunctional characterization of a legionella pneumophila collagen-like protein encoded by a gene with a vari-able number of tandem repeats11 september - Jan VictorA Comparative Study on the Biome-chanics of the Native human Knee joint and Total Knee Arthroplasty16 september - Anne UyttebroeckT-cell lymphoblastic malignancies in childhood and adolescence: a critical review of prognostic factors, treatment and outcome

FArMACeUTiSCheWeTeNSChAPPeN25 juni - Jan DevelterBridging anti-TAFi and anti-PAi-1 therapy through antibody engineering7 juli - Kim SerdonsSynthesis and evaluation of 18F-labelled 2-phenylbenzothiazoles as tracer agents for the in vivo diagnosis of Alzheimer’s disease31 augustus - Katrijn BockstaelFunctional analysis and development of inhibitors of Staphylococcus epider-midis type i signal peptidases

BeWeGiNGS- eN revAlidA-TieWeTeNSChAPPeN3 juli - Marleen Vanvuchelenimitation problems in children with autism spectrum disorders: A study of their nature, clinical significance and utility in diagnosis

BENEFIETCONCERT

SYLVER

[email protected]

INFO:

www.jouwgezondheid.be

KANTILENE

VOICE MALE

FEESTZAALHeilige MaagdcollegeDendermonde(ingang via Noordlaan)

Zaterdag 19 Dec.Aanvang 19.30 u.Deuren 19 u.

INKOM VVK € 20

Tel.: 0474 88 03 97

UNIVERSITEITSFONDS “JOUW GEZONDHEID.BE”

t.v.v. stamcelonderzoek - K.U. Leuven

Page 19: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

18 november 2009 Ad Valvas 19

recHtgezet Zijn olifanten bang voor muizen?

[CoNClUSie] Een olifant springt niet op een stoel voor een muis.

reiner van Hove

Het dierenpark Planckendael in Muizen heeft plannen voor een nieuw olifantencomplex. Onge-twijfeld zullen de dikhuiden even huiveren als hun toekomstige woonplaats hen ter flapore komt. Want olifanten zijn als de dood voor muizen, zo herinneren wij ons althans uit tal van tekenfilms — jarenlang onze voornaamste bron van kennis.

Maar omdat de informatie uit tekenfilms toch niet in alle ge-vallen betrouwbaar bleek — wij hebben ooit vergeefs zitten wrij-ven over een olielamp — checken we deze vermeende musofobie van de olifant toch even bij een kenner. Professor Rudi D’Hooge gaat zelf onbevreesd met muizen om in zijn Laboratorium voor Biologische Psychologie, en oli-fanten zijn volgens hem al even onverschrokken: “Je hoeft maar te gaan kijken in de Zoo van Antwerpen. Daar lopen geregeld muizen door de olifantenstallen — er heeft zelfs even een heuse muizen- en rattenplaag gedreigd in de zoo — en die beesten kij-ken er niet naar om. Er is geen enkele manier waarop een muis een bedreiging kan vormen voor een olifant, dus zou die angst ook geen zin hebben.”

Toch nog even aandringen: oli-fanten zouden volgens sommige internetfantasten bang zijn voor muizen omdat de knaagdiertjes in hun slurf zouden kunnen krui-pen en daar schade aanrichten.

D’Hooge: “(lacht) Nee, die theorie houdt geen steek. Die slurf zit vol tactiele receptoren en die dieren zijn er heel handig mee. Een oli-fant zou meteen reageren als er een muis of een ander klein dier aan zijn slurf zou zitten.”

Olifanten vinden trouwens ook grotere en gevaarlijkere dieren geen fobie waard. D’Hooge: “In de natuur heeft een volwassen olifant geen vijanden. Kleinere olifanten gaan soms wel op de loop voor leeuwen of tijgers. De BBC toonde onlangs voor het eerst beelden van een grote groep leeuwen die een olifant neerhaal-de, en er is minstens één gedocu-menteerd geval van twee Indische tijgers die samenspanden om een olifant aan te vallen. Maar dat zijn echt uitzonderingen. Volwassen olifantenstieren zullen trouwens gemakkelijk chargeren en dus eerder in de aanval gaan wanneer ze zich bedreigd voelen.”

“Soms kunnen deze reuzen ech-ter verrassend bedachtzaam zijn. Waar ze zeker voor uitkijken, zijn slangen. De koningscobra, die voorkomt in Azië, produceert zo-veel gif dat ze zelfs een olifant ern-stig kan verwonden. Het zicht van een olifant is niet fameus, maar voldoende scherp om een slang op te merken — daarbij komt zijn fenomenale reukzin overigens ook van pas. En dan zet hij zeker een stapje opzij. Waar olifanten echter het meeste voor uitkijken is uiteraard hun grootste vijand: de mens — om die te mijden lo-pen ze soms kilometers om.”

Professor Daniël NeerinckEmeritus hoofddocent in de Subfaculteit Wetenschappen, Campus Kortrijkgeboren te Ingelmunster op 13 juni 1941en overleden te Aubenas (Frankrijk) op 25 oktober 2009

Professor Angelina Van OrshovenEredocent in de Faculteit Geneeskundegeboren te Sint-Pieters-Rode op 28 augustus 1932en overleden te Leuven op 27 oktober 2009

Professor Honoré Henri VandermoerePriester en emeritus gewoon hoogleraar aan de Campus Kortrijkgeboren te Brugge op 24 oktober 1933en overleden te Kortrijk op 31 oktober 2009

in memoriamDe universitaire gemeenschap neemt afscheid van:

robert boute, benny van Houdt en professor marc Lambrecht, allen verbonden aan de Faculteit economie en Bedrijfswetenschappen, wonnen de Production Planning & Control Best Paper Award met hun paper ‘A win-win solution for the bullwhip problem’ .

eline Dancet, als vroedvrouw ver-bonden aan de UZ leuven, won begin juli op het jaarlijkse congres van de European Society for Human Repro-duction and Embryology in Amsterdam de Nurse Award 2009. Ze kreeg de onderscheiding voor een onderdeel van haar doctoraatsonderzoek, over zorgkwaliteit van patiënten die een teelbalbiopsie ondergingen, dat ze verrichtte onder begeleiding van professor Thomas d’hooghe. Zowel op Belgisch als op europees vlak is zij een van de eerste fertiliteitsvroedvrouwen die werkt aan een doctoraatsproject.

ine Danckaert, verbonden aan de on-derzoeksgroep Accountancy, heeft de Best Paper Award gekregen op de 3rd European Risk Conference in londen.

bart De ketelaere, onderzoeksmana-ger aan de Afdeling Mechatronica, Biostatistiek en Sensoren (MeBioS) van het departement Biosystemen, heeft de Young Statistician Award gekregen voor zijn bijdrage tot in-noverende statistische methoden voor industriële kwaliteitsoptimalisatie. de prijs werd eind september uitgereikt tijdens het negende European Network for Business and Industrial Statistics congres in Göteborg, Zweden.

Professor antoon De Laat, verbonden aan het departement Tandheelkunde, Mondziekten en Kaakchirurgie, ontving begin november een eredoctoraat van de Aalborg Universiteit, denemarken.

Dries Faems, petra andries, mat-thias de visser en bart van Looy, allen verbonden aan de Faculteit economie en Bedrijfswetenschappen, won-nen de Christer Karlsson Best Paper Award 2009 met hun paper ‘Technology alliance portfolios and financial perfor-mance disentangling value-enhancing and cost-increasing effects of open innovation’ .

Professor emeritus Jean goos-sens, verbonden aan de Subfaculteit Geschiedenis, Campus Kortrijk, is op

14 oktober aan de K.U.lublin, Polen, onderscheiden met een Medal of Merit. deze eremedaille met bijgevoegde bulle werd hem toegekend voor zijn inzet ter bevordering van wetenschap-pelijke en sociale relaties tussen deze instelling en de K.U.leuven.

greet Langie, verbonden aan het departement Natuurkunde en Sterren-kunde en de Academische lerarenop-leiding Wetenschappen, werd tijdens de conferentie Physics Teaching in En-gineering Education, begin september in Wroclaw, Polen, verkozen tot nieuwe voorzitter van de Working Group on Physics van SeFi, de European Society for Engineering Education.

Professor emeritus guido Langouche, verbonden aan de Afdeling Kern- en Stralingsfysica, is door de vlaamse regering voorgedragen als vicevoorzit-ter van het bestuur en het dagelijks bestuur van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NvAo), de gezamenlijke publieke instelling van Nederland en vlaanderen voor de accreditatie van hun hogeronderwijs-opleidingen.

Professor geert molenberghs, verbon-den aan het interuniversitair instituut voor Biostatistiek en Statistische Bioinformatica (i-BioStat), wordt vanaf 1 januari 2010 voor een periode van drie jaar Editor van het tijdschrift Biostatistics.

Professor Yicheng ni, verbonden aan de Afdeling radiologie, heeft op het Contraststoffensymposium (CMr) begin oktober in Kopenhagen, denemarken, de Elliott Lasser-onderscheiding voor de beste voordracht gekregen voor zijn lezing ’Exploitatie van de necrose aviditeit: van diagnose tot theragnostics in de oncologie.’

Professor michel probst, momenteel verbonden aan het departement reva-lidatiewetenschappen, is de laureaat van de vierde Klaas van Roozendaal-prijs voor zijn publicaties in het domein van de psychomotorische therapie. deze driejaarlijkse prijs werd op 15 oktober in Zwolle uitgereikt door de Nederlandse Vereniging van Psycho-motorisch Therapeuten.

Professor Jan staessen, verbonden aan de Afdeling hypertensie en Cardio-

benoemD oF onDerscHeiDenvasculaire revalidatie, ontving begin oktober een eredoctoraat van de Jagellonian Universiteit te Krakow, Polen.

Professor carlos steel, verbonden aan het hoger instituut voor Wijs-begeerte, heeft de Alexander von Humboldt-prijs ontvangen, die hem zal toelaten in 2010 zijn wetenschap-pelijk onderzoek verder te zetten aan de universiteiten van Keulen en Bonn. Met die prestigieuze onderzoeksprijs worden in duitsland jaarlijks een aantal buitenlandse wetenschappers uitgenodigd.

Minister van onroerend erfgoed Geert Bourgeois reikte op 20 sep-tember de Vlaamse Monumentenprijs 2009 uit aan het zwembad de veld-straat in Antwerpen. de restauratie en herbestemming van dit art-deco-complex werd uitgevoerd door drie ingenieurs-architecten, onder wie professor piet stevens, verbonden aan het departement ASro.

Professor Jo swinnen, verbonden aan de onderzoeksgroep ontwik-kelingseconomie, is verkozen tot President-Elect van de International Association of Agricultural Econo-mists (iAAe) voor de periode 2009-2012, en tot President van de iAAe voor de periode 2013-2016.

Professor Jo tollebeek, verbonden aan de onderzoekseenheid Cultuur-geschiedenis van de Faculteit let-teren, werd benoemd tot Buitenlands Lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. de KNAW heeft als taak de Neder-landse regering te adviseren op het gebied van de wetenschapsbeoe-fening.

Professor Wim van petegem, directeur van AvNet, is benoemd tot bestuurder van edeN, het European Distance and e-Learning Network.

Professor serge vanvolsem, verbonden aan de onderzoekseen-heid Taalkunde: Frans, italiaans en vergelijkende Taalkunde van de Faculteit letteren, werd benoemd tot Commandeur in de Orde van de Ster van de Italiaanse Solidariteit.

Professor geert verbeke, hoofd van het leuvens Centrum voor Biostatis-tiek en Statistische Bioinformatica (l-BioStat), wordt vanaf 1 januari 2010 voor een periode van drie jaar Editor zijn van het wetenschappelijk tijdschrift Biometrics van de Interna-tional Biometric Society.

Professor patrik verstreken, verbonden aan het departement Menselijke erfelijkheid en aan het viB, werd voor zijn baanbrekend on-derzoek naar de communicatie tus-sen neuronen benoemd tot Francqui-docent. de prijs omvat 50 procent van het salaris als hoofddocent en voor 30.000 euro werkingsmiddelen over 3 jaar.

Professor marc Waelkens, ver-bonden aan de onderzoekseenheid Archeologie, ontving op 16 oktober een eredoctoraat van de Mehmet Akif Ersoy University te Burdur, Turkije voor zijn “bijdragen tot de Turkse archeologie, het onderzoek te Sagalassos dat gelegen is in de provincie Burdur en zijn bijdrage tot de promotie van ons land in het buitenland”.

Page 20: scholier - KU Leuven · 2015. 8. 7. · die de vs gespeeld heeft in de geschiedenis van de bibliotheek. v.l.n.r.: gutmans echtgenote michelle, Howard gutman, mel collier, rector mark

Ines MInten

“Ik was consultant bij het huidige Accenture, in de tijd dat IT-jobs nog écht hot waren. Toen heb ik het geluk gehad om naar New York te kunnen komen voor een mooie, goedbetaalde job bij IBM. Maar ik vond al snel dat ik te afhanke-lijk was van andere mensen en de richting die het bedrijf uit wilde. Ik wou mijn lot in eigen handen ne-men en de creatieve toer opgaan. Dus besloot ik twee jaar geleden mijn eigen bedrijf te beginnen.”

“Dat werd Wafels and Dinges. Met een gele bestelwagen uit 1968 reed ik New York rond om wafels te verkopen. Waarom wafels? Na twaalf jaar in Amerika vond ik het een prettige manier om opnieuw een beetje Belg te worden. Boven-dien zijn wafels een aangenaam product dat mensen gelukkig stemt. Ik had mijn bedrijfje ook Real, Authentic Belgian Waffles kunnen noemen, maar vanaf het moment dat je zulke woorden gebruikt, maak je je product al verdacht. Wafels and Dinges is een subtielere manier om duidelijk te maken dat je met the real thing te maken hebt: de wafels worden ge-maakt en gerund door een echte Belg. Bovendien weet in New York

niemand wat ‘dinges’ zijn en dat wekt de nieuwsgierigheid.”

“We verkopen de twee typisch Belgische wafelsoorten: de Brus-selse en de Luikse. Die waren in New York compleet onbekend. Hier heb je maar één type: de Bel-gian waffle, een variatie op de Brus-selse, maar veel zwaarder van tex-tuur. Onze wafels zijn dus een ware ontdekking voor de Amerikanen.”

“Onlangs heb ik de Vendy Award gewonnen in de categorie des-serts. De organiserende Street Vendor Association houdt de rech-ten en plichten van de straatven-ters in het oog. In New York gaat het om tienduizenden mensen, waarvan er 3.000 à 4.000 eetwa-ren verkopen. De klanten nomi-neren hun favorieten en tijdens een groot evenement waarop ze kunnen komen proeven, wordt de prijs uitgereikt. Het was een verrassing, want de concurrentie was groot. Voor de zaken betekent zoiets natuurlijk een boost. En persoonlijk vind ik het een mooie erkenning. We zijn tenslotte nog maar twee jaar bezig.”

“Ondertussen heb ik een nieu-we wagen, want die uit 1968 heb-ben we jammer genoeg naar het schroot moeten voeren. Momen-teel is een tweede in de maak. De

mensen denken vaak dat we een hele karavaan wagentjes hebben, omdat we op zoveel plaatsen op-duiken. Maar eigenlijk verplaat-sen we ons gewoon veel. Tegen-woordig sta ik zelf nog zelden in de wagen. Ik heb acht mensen die de shifts voor me verzorgen. De wagen is zeven dagen per week, veertien uur per dag op de baan. Ik proef elke dag van mijn wafels,

“Een leuke manier om weer een beetje Belg te worden”Bio-ingenieur Thomas De Geest (37) wint prijs met Belgische wafels in New York.

(© Rob Stevens)

GoedgemutstAl voor het vijfde jaar op rij organiseerde de K.U.Leuven een kinderuniversiteit. Tijdens drie themadagen — over België, de Verenigde Staten en Afrika — volgden in totaal 909 kinderen tussen 8 en 13 jaar college bij gerenommeerde proffen én ze gingen zelf aan de slag tijdens tal van workshops. Zo liet Lait Zwazoo de kinderen proeven van het leven in een Afrikaans dorpje — mét bijpassende muziek en kleurrijke hoofddeksels.

20 Buitenkant caMpuskrant

vooral om de kwaliteit te contro-leren: zijn de Brusselse krokant genoeg en zit er genoeg suiker in de Luikse? Dat vind ik belangrijk. Ook mijn vrienden verwachten dat ik overal waar ik verschijn wa-fels bij me heb. That comes with the package (lacht).”

“Ik heb bio-ingenieursweten-schappen gestudeerd. Ik zal niet zeggen dat die keuze een vergis-

sing was. Het was een goede, alge-meen vormende opleiding, die het analytisch denken stimuleerde. Ze heeft me dus best geholpen, maar ik heb nooit het verlangen gehad om in de landbouw of de bio-in-dustrie terecht te komen. Ik ben te creatief en te conceptgericht in mijn denken om daar mijn be-stemming in te vinden.”

http://www.wafelsanddinges.com

Thomas Degeest: “Tegenwoordig sta ik zelf nog maar zelden in de wagen.” (© ingezonden)