Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ +...

44
lesmateriaal groep 5 lesmateriaal 2014 - 2015 educatie.concertgebouw.nl Schilderijen van een tentoonstelling

Transcript of Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ +...

Page 1: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

lesm

ater

iaal

groep 5lesmateriaal 2014 - 2015educatie.concertgebouw.nl

Schilderijen van een tentoonstelling

Page 2: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+
Page 3: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

1  

Inhoud      

Voorwoord  ....................................................................................................................................  2  Inleiding  .........................................................................................................................................  3  Geluidsfragmenten  en  filmpjes  ......................................................................................................  4  Zingen  met  kinderen  ......................................................................................................................  5    

Les  1:  Promenade  ..........................................................................................................................  8  Les  2:  Het  oude  kasteel  .................................................................................................................  11  Les  3:  Tuileries  ..............................................................................................................................  13  Les  4:  Bydlo  ..................................................................................................................................  16  Les  5:  Dans  van  de  kuikens  ............................................................................................................  19  Les  6:  Baba  Yaga  ..........................................................................................................................  21  Generale  repetitie  .........................................................................................................................  23  Verwerkingsles  ............................................................................................................................  24    

Bijlagen  ........................................................................................................................................  25     Bijlage  1:  Het  Koninklijk  Concertgebouw     Bijlage  2:  Het  Koninklijk  Concertgebouworkest     Bijlage  3:  Instrumenten  symfonieorkest     Bijlage  4:  Grafische  notatie  geluiden     Bijlage  5:  Ontwerp  Dans  van  de  kuikens     Bijlage  6:  Grafische  partituur  Dans  van  de  kuikens     Bijlage  7:  Afbeelding  bij  Baba  Yaga    Liedteksten  ..................................................................................................................................  36  Bladmuziek  ..................................................................................................................................  37     Bladmuziek  1:  Promenade  -­‐  ritme     Bladmuziek  2:  Promenade  -­‐  melodie     Bladmuziek  3:  Promenade  -­‐  partituur     Bladmuziek  4:  Het  oude  kasteel        

 

 

               

Page 4: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 2  

Voorwoord    

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  is  een  project  voor  groep  5  van  het  

primair   onderwijs.   Tijdens   het   concert   staat   het   muziekstuk  

Schilderijen   van   een   tentoonstelling   van   de   Russische   componist  

Modest  Moessorgski   centraal.   De   componist   schreef   het  werk   nadat  

hij   in   1874   een   tentoonstelling   had   bezocht  met   schilderijen   van   zijn  

vriend   Viktor   Hartmann,   die   een   jaar   eerder   was   overleden.  

Moessorgski   schreef   het   stuk   voor   piano,   componist   Maurice   Ravel  

heeft   er   in   1922   een   versie   voor   symfonieorkest   van   gemaakt.   Deze  

versie   zal   klinken   tijdens   het   concert.   De   leerlingen   zullen   worden  

meegevoerd  op  de  prachtige  klanken  van  de  beroemde  compositie.  

Het   concert   zal   gespeeld   worden   door   Het   Koninklijk  

Concertgebouworkest,   één   van   de   beroemdste   orkesten   van   de  

wereld.  Het  orkest  staat  dan  onder  leiding  van  Jurjen  Hempel.  Acteur  

Michel  Sorbach  zal  de  kinderen  in  de  rol  van  componist  begeleiden  bij  

de  muzikale  ontdekkingsreis.  

 

Tijdens   het   concert   zullen   de   leerlingen   actief   deelnemen.   Het   is  

daarom  belangrijk  dat  de  leerlingen  goed  voorbereid  naar  het  concert  

komen.   In   dit   lesmateriaal   staan   zes   voorbereidende   lessen  

beschreven  waarin  de   leerlingen  liedjes  en  bewegingen  leren.  Tijdens  

de   generale   repetitie   voeren   ze   alles   uit   als   laatste   voorbereiding   op  

het   concertbezoek.  De   verwerkingsles   is   bedoeld   voor   na   afloop   van  

het  bezoek  aan  Het  Koninklijk  Concertgebouw.    

 

Het   concert   wordt   geregisseerd   door   Bart   Oomen,   de   teksten   zijn  

geschreven  door  Ruben  van  Gogh.  Het  lesmateriaal  is  geschreven  door  

Sarah  Noorlag  en  Claudia  Lotti.    

 

   

Page 5: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

3  

Inleiding    Over  het  lesmateriaal  Om  het   concert   straks   een   nog  mooiere   belevenis   te   laten   zijn,   is   dit   lesmateriaal  ontwikkeld.   Tijdens   de   lessen   worden   de   leerlingen   inhoudelijk   voorbereid   op   het  project  en  leren  ze  de  liedjes  en  bewegingen  die  ze  tijdens  het  concert  uitvoeren.  De  voorbereiding  is  essentieel  voor  een  mooie  belevenis  tijdens  het  concert.  Ook   is   er   een   verwerkingsles   die   u   na   afloop   van   het   bezoek   aan   Het   Koninklijk  Concertgebouw  kunt  behandelen.  In  deze  les  worden  een  aantal  suggesties  gedaan  voor  opdrachten  die  u  na  afloop  met  uw  klas  kunt  uitvoeren.      Website  Op   de   website   educatie.concertgebouw.nl/schilderijen-­‐van-­‐een-­‐tentoonstelling  staan   alle   muziekfragmenten   en   filmpjes   die   u   nodig   heeft   bij   het   geven   van   de  lessen.  Per  les  is  er  een  aparte  pagina.  Van  de  liedjes  zijn  er  twee  versies.  In  de  eerste  versie  wordt   het   lied   voorgezongen.  De   tweede   versie   is   een   instrumentale   versie,  met  deze  versie  kunnen  de  leerlingen  meezingen.  Bij  voorkeur  leert  u  de  liedjes  zelf  aan  de  leerlingen  aan.  Ook   staan   er   een   aantal   filmpjes   op   de   site   waarin   de   bewegingen   bij   de  muziek  worden  voorgedaan.  U  kunt  de  filmpjes  gebruiken  om  de  bewegingen  in  te  studeren.  Bij  voorkeur  leert  u  de  bewegingen  vervolgens  zelf  aan  de  leerlingen  aan.  Zet   tijdens   de   voorbereidingen   voor   het   concert   regelmatig   de   muziek   van  Schilderijen  van  een  tentoonstelling  aan  in  de  klas.  Op  de  website  is  een  aparte  pagina  met  alle  muziek  van  het  stuk.    Zingen  met  kinderen    Op   de   volgende   pagina’s   worden   tips   gegeven   voor   het   zingen  met   kinderen.  Wij  raden  u  aan  deze  tips  door  te  lezen  en  te  gebruiken  tijdens  de  voorbereidende  lessen.  Op   educatie.concertgebouw.nl/schilderijen-­‐van-­‐een-­‐tentoonstelling   kunt   u   van   een  aantal  van  de  beschreven  oefeningen  een  filmpje  bekijken.    Wij  wensen   u   en   de   kinderen   veel   plezier   tijdens   de   voorbereidende   lessen   en   het  concert.    

Page 6: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 4  

Geluidsfragmenten  en  filmpjes    U  vindt  alle  geluidsfragmenten  en  filmpjes  op  educatie.concertgebouw.nl/schilderijen-­‐van-­‐een-­‐tentoonstelling    Geluidsfragmenten  

1. Promenade  1         met  zang  2. Promenade  1           instrumentaal  3. Promenade    2           met  zang  4. Promenade  2             instrumentaal  5. Het  oude  kasteel         met  zang  6. Het  oude  kasteel           instrumentaal  

 7. Promenade  1         orkestversie  8. Gnomus           orkestversie  9. Promenade  2         orkestversie  10. Il  vecchio  castello         orkestversie  11. Promenade  3         orkestversie  12. Les  Tuileries         orkestversie  13. Bydlo           orkestversie  14. Promenade  4         orkestversie  15. Ballet  of  the  Unhatched  Chickens     orkestversie  16. Samuel  Goldenberg  &  Schmuyle     orkestversie  17. Limoges           orkestversie  18. Catacombae         orkestversie  19. Cum  Mortuis  in  Lingua  Mortua     orkestversie  20. Baba  Yaga         orkestversie  21. The  Heroic  Gate  –  Imperial  city  of  Kiev     orkestversie  

 22. Bydlo           pianoversie  23. Dans  van  de  kuikens       pianoversie  

   Filmpjes    

1. Wow…  Het  Concertgebouw!  2. Acteur  Michel  Sorbach  stelt  zich  voor  3. Dirigent  Jurjen  Hempel  stelt  zich  voor  4. Het  Koninklijk  Concertgebouw  en  Het  Koninklijk  Concertgebouworkest  5. Tuileries  6. Bydlo  7. Dans  van  de  kuikens  8. Baba  Yaga  

Page 7: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

5  

Zingen  met  kinderen    Zingen   met   kinderen   zorgt   voor   plezier   en   een   prettige   sfeer   in   de   klas.  Onderstaande  simpele  tips  kunnen  u  helpen  om  elke  muziekles,  hoe  kort  ook,  weer  voort  te  bouwen  op  de  vorige  en  zo  een  positief  resultaat  bereiken.    Waarom  is  het  goed  om  met  een  groep  kinderen  te  zingen?  

– Zingen  zorgt  voor  het  ontwikkelen  van  goede  gewoontes.  – Met   zingen   werk   je   naar   een   eindresultaat   toe   en   worden   de   kinderen  

uitgedaagd  om  steeds  een  stapje  verder  te  zetten.  – Zingen  zorgt  voor  plezier!  

 Welke  goede  gewoontes  kun  je  hanteren  in  de  les?  

– Begin  elke  les  met  een  warming-­‐up  (kijk  voor  tips  bij  het  kopje  warming-­‐up).  – Maak   van   zingen   een   regelmatig   terugkerende   activiteit   en   ga   niet   alleen  

zingen  als  extraatje  als  al  het  andere  werk  is  gedaan.  – Stimuleer  de  leerlingen  om  goed  naar  elkaar  en  naar  het  zingen  te  luisteren.  

Was  het  zuiver  en  zong  iedereen  tegelijk?    – Stimuleer  stilte  van  de  leerlingen  voor  en  na  het  zingen  van  elk  lied.  – Probeer   eens   verschillende   vormen   van   stemgebruik   uit,   denk   hierbij  

bijvoorbeeld   aan   typetjes:   een   boze   heks,   een   verdrietige   jongen,   etc.  Hiermee  kan  het  komende  verhaal  ook  mooi  geïntroduceerd  worden.  

– Zing   (delen   van)   het   lied   op   verschillende  manieren:   harder,   zachter,  met  een  ander  ritme,  fluisterend,  het  ritme  klappend,  enzovoort.  

– Zet  sterke  zangers  bij  elkaar,  vanuit  dit  sterke  groepje  zangers  krijgt  de  rest  van  de  groep  meer  zelfvertrouwen.  

– Voeg  bewegingen  toe,  bijvoorbeeld  een  klap  of  stap.    – Articuleer  duidelijk,  streef  naar  goed  verstaanbare  klinkers  en  medeklinkers.  – Werk   met   de   leerlingen   aan   een   houding   waarbij   ze   steeds   beter   willen  

worden  en  beter  willen  leren  zingen.  – Werk  toe  naar  een  uitvoering,  laat  de  groep  meedenken  over  de  uitvoering  

en  de  presentatie.    Warming-­‐up  Een  goede  warming-­‐up   is  erg  belangrijk.   Een  warming-­‐up   is  de   start   van  de   les  en  niet  alleen  om  het  lichaam  en  de  stem  op  te  warmen,  maar  ook  om  de  aandacht  en  concentratie  van  de   leerlingen  te  krijgen.  Plezier   is  één  van  de  belangrijkste  dingen  van  een  warming-­‐up!      Tijdens  een  warming-­‐up  komen  de  volgende  aspecten  voorbij:  

– Losmaken  van  stem  en  lichaam  – Focus  en  concentratie  – Versterken  van  het  groepsgevoel  – Ademhaling  – Verhogen  van  de  energie  

 Enkele  aandachtpunten  tijdens  een  warming-­‐up:  

– Variatie:  zorg  voor  variatie  in  de  warming-­‐up  zodat  iedereen  bij  de  les  blijft.  

– Staan  en  zitten:  wanneer  leerlingen  zingen  moeten  ze  vrij  kunnen  bewegen  om   rustig   en   ontspannen   te   kunnen   ademhalen.   Staan   tijdens   het   zingen  heeft  daarom  de  voorkeur  boven  zitten.    

– Oude  bekende  en  nieuwe  dingen:  door  terug  te  grijpen  naar  opdrachten  en  spelletjes  die   leerlingen  al  kennen  versterkt  u  het  groepsgevoel  en  kunnen  de   leerlingen   ontspannen.   Wissel   deze   oude   bekende   opdrachten   en  spelletjes   af   met   nieuwe   opdrachten   en   spelletjes   zodat   de   leerlingen  geïnteresseerd  en  enthousiast  blijven.    

Page 8: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 6  

Oefeningen  voor  de  warming-­‐up  Op  educatie.concertgebouw.nl/schilderijen-­‐van-­‐een-­‐tentoonstelling  kunt  u  van  een  aantal  van  onderstaande  oefeningen  een  filmpje  bekijken.      Houding  en  losmaken  van  het  lichaam  

– Schud   eerst   alle   lichaamsdelen  met   de   leerlingen   los,   denk   aan   armen   en  benen  maar   ook   aan   handen,   vingers,   tenen,   neus,   ogen,   etc.   Hoe   kun   je  deze  lichaamsdelen  afzonderlijk  van  de  rest  bewegen?  Bedenk  hier  met  de  leerlingen  oplossingen  voor.    

– Laat  de  leerlingen  in  de  juiste  zanghouding  staan;  rechtop  met  de  voeten  op  heupbreedte  en  het  gewicht  over  beide  voeten  verdeeld,   zodat   je  goed   in  evenwicht  staat.  Vraag  de   leerlingen   in   te  ademen  terwijl  ze  op  hun  tenen  gaan  staan  en  proberen  het  plafond  aan  te  raken.  Bij  de  uitademing  laten  zij  hun  hele  lichaam  naar  beneden  vallen  en  hun  hoofd  naar  voren.    

– De   leerlingen   gaan   nu   weer   rechtop   staan   en   zorgen   ervoor   dat   hun  schouders  los  zijn,  hun  armen  losjes  langs  hun  lichaam  hangen,  hun  knieën  niet  op  slot  staan  en  hun  handen  en  kaak  ontspannen  zijn.  

– Wanneer  de   leerlingen  zittend  zingen,   stimuleer  dan  dat   zij   rechtop  zitten  en  alle  lichaamsdelen  ontspannen  zijn.    

 Ademhaling  

– De  leerlingen  ademen  diep  in  en  uit  terwijl  hun  schouders  ontspannen  zijn.    – Laat   de   leerlingen   dan   acht   tellen   inademen,   hun   adem   twee   tellen  

vasthouden  en  dan  weer  vier  tellen  uitademen.  Herhaal  dit  een  aantal  keer.    – Probeer   eens   om   de   leerlingen   zonder   geluid   te   laten   inademen   en   veel  

geluid   te   laten  maken  bij  het  uitademen.  Probeer  het  dan  eens  andersom,  met  veel  geluid  inademen  en  zonder  geluid  uitademen.    

– Herhaal  de  oefening  nog  eens,  maar   ‘sis’   nu  op  de  uitademing.  Door  deze  oefening  worden  leerlingen  zich  bewust  van  hoe  je  controle  kunt  hebben  op  de  uitademing  als  je  aan  het  zingen  bent.    

– Als   laatste   oefening,   in   plaats   van   ‘sissen’,   neuriën   de   leerlingen   op   de  uitademing.  Dan  maken  de   leerlingen   langzaam  een   ‘o’   van  hun  mond  en  zingen  ‘o’.  Hoe  klinkt  het  met  iedereen  samen?    

 Stemoefeningen  

– Iedereen  schudt  zijn  armen,  benen,  voeten  en  alle  andere  lichaamsdelen  en  maakt   bij   elke   beweging   een  geluid.   Probeer   eens   lage   en  hoge  geluiden,  heeft  dat  effecten  op  de  bewegingen?    

– De  leerlingen  gapen  heel  luidruchtig  en  rekken  zich  helemaal  uit.  Voelen  ze  zich  nu  ontspannen?    

– Zing  met  de  kinderen  een  lange  noot  op  bijvoorbeeld  de  klinker  ‘oe’.  Vraag  hen  te  zingen  als  een  operazanger.  Laat  de  leerlingen  dit  uitproberen  door  de   ruimte   op   te   zoeken   in   de   klas   en   met   hun   houding   en  gezichtsuitdrukking   net   te   doen   alsof   ze   operazangers   zijn.   Verander   de  klinker,  naar  ‘aa’  en  ‘oo’.  Welke  klinker  zingt  het  makkelijkst?      

– De   leerlingen   beelden   in   dat   ze   een   heks   zijn   of   een   zoemende   mug   en  maken  daarbij  een  hoog  nasaal  geluid.  Het  geluid  wordt   langzaam  een   ‘a’.  Houd  deze  ‘a’  even  vast.    

 Focus  en  versterken  van  het  groepsgevoel  

– Geef  een  klap  in  de  handen  in  de  richting  van  de  leerling  aan  de  rechterkant.  Deze  leerling  geeft  de  klap  door  aan  de  volgende,  net  zo  lang  tot  de  klap  de  hele  kring  is  rond  geweest.  Samen  moeten  de  leerlingen  ervoor  zorgen  dat  de   klap   in   hetzelfde   ritme   blijft,   of   versnelt,   of   juist   vertraagt.   Je   kunt   de  oefening  moeilijker  maken  door  een  klap  beide  richtingen  uit  te  geven.  

– Tel   tot  drie  en   laat  alle  kinderen  hun  naam  zeggen  met  een  zelf  bedachte  beweging   erbij.   Ga   daarna   de   kring   rond,   ieder   kind   mag   zijn   naam  met  

Page 9: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

7  

beweging   voordoen,   waarna   de   rest   van   de   klas   het   zo   goed  mogelijk   na  probeert  te  doen.    

 Algemene  tips  In  de  lessen  wordt  het  aanleren  van  de  liedjes  aangeboden  door  middel  van  voor-­‐  en  nazingen.   U   zingt   dan   een   regel   voor   en   de   leerlingen   herhalen   deze.   Probeer   de  leerlingen  steeds  te  laten  luisteren  naar  de  melodie  en  de  tekst.  Dit  stimuleert  u  door  middel  van  voor-­‐  en  nazingen  en  door  de  leerlingen  vooraf  een  luisteropdracht  mee  te   geven,   bijvoorbeeld;   ‘wat   heeft   het   kind   in   het   lied   allemaal   al   gedaan?’.    Leerlingen   leren   veel   door   herhaling.   Daarom   raden   wij   u   aan   om   de   liedjes  regelmatig   in   de   klas   te   laten   horen   en   de   geleerde   liedjes   veel   te   herhalen.  Dit   is  wenselijk  voor  het  goed  kennen  van  de  liedjes.      Jonge  kinderen  Ook  met   jonge   leerlingen   is  het  belangrijk  om  goed   in   te  zingen.  Om  de  stemmen  van  de  leerlingen  op  te  warmen  kunt  u  bijvoorbeeld  korte  melodieën  voorzingen,  de  leerlingen  herhalen  deze.  Een  andere  oefening  is  dat  de  leerlingen  uw  vinger  volgen.  Vertel   de   leerlingen   dat   het   een   vlieg   is   en   dat   ze   met   de   beweging  mee  mogen  zingen.  Omhoog  betekent  hoger  zingen,  omlaag  betekent  lager  zingen.      Bodypercussie  Voor   het   aanleren   van   de   bodypercussie   kunnen   dezelfde   stappen   gehanteerd  worden   als   bij   het   aanleren   van   een   lied.   Over   het   algemeen   wordt   de  papegaaitechniek  het  meest  gebruikt   voor  het  aanleren  van  bodypercussie.  Hierbij  speelt  de   leerkracht  een  gedeelte  voor,  waarna  de   leerlingen  dit  herhalen.  Deel  de  bodypercussie  in  kleinere  stukken  op.  Speel  eerst  de  aangeleerde  delen  achter  elkaar  door,  alvorens  een  volgend  deel  aan  te  leren.    Let  altijd  op  de  kwaliteit  en  speelwijze  van  de  verschillende  klanken:  Borst:       diepe  klank  Bovenbeen:     feller,  hoger  geluid  Klap:       stevige  aanslag  Stamp:       diepe  klank  en  ‘in  de  grond’  gespeeld    Verder   is   het,   net   als   bij   zingen,   van   belang   dat   de   leerlingen   gelijk   en   energiek  spelen.  Hoe  strakker  u  het  ritme  met  uw  klas  instudeert,  hoe  mooier  het  straks  in  Het  Concertgebouw  klinkt.        Wij  wensen  u  en  de   leerlingen  veel  plezier   tijdens  de  voorbereidende   lessen  en  het  concert.      

Page 10: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 8  

Les  1:  Promenade    Nodig:  

– Geluidsfragment  1  t/m  4,  7  en  9  – Bijlage  1  – Liedtekst  1    – Bladmuziek  1  +  2  +  3  – Film  1  +  2  

 Tijd:  

– Ongeveer  45  minuten    Voorbereiding:  

– Zorg  dat  u  het   lied  Promenade  1  en  Promenade  2  kent   (geluidsfragment  1  en  3).  

– Lees  de  informatie  uit  bijlage  1.    – Bekijk  film  1  en  2.  

 In  deze  les:  

– Horen  de   leerlingen  dat  ze  naar  een  concert  gaan  en   leren  ze  twee  versies  van  het  lied  Promenade.    

Inleiding  • Vertel   de   leerlingen   dat   ze   binnenkort   naar   een   concert   gaan   in   Het  

Koninklijk  Concertgebouw.  Vertel  over  dit  bijzondere  gebouw  en  gebruik  bij  het  vertellen  de  informatie  uit  bijlage  1.  

• Bespreek  met  de  leerlingen  hoe  het  is  om  naar  een  concert  te  gaan.  Wie  is  er  wel  eens  naar  een  concert  geweest?  Hoe  gaat  dat?  (jas  ophangen,  juiste  stoel  kiezen  etc)      

• Bekijk  daarna   film   1  waarin  Daan  en  Sarah  alvast   een  kijkje  nemen   in  Het  Concertgebouw.  

       • Vertel   dat   tijdens   het   concert   de   muziek   van   de   Russische   componist  

Modest   Moessorgski   centraal   staat.   Een   componist   is   iemand   die  muziek  schrijft.  Moessorgski  bezocht  een   tentoonstelling  met   schilderijen  van   zijn  vriend  Viktor  Hartmann  en  was  daar  zo  van  onder  de  indruk  dat  hij  muziek  bij   de   schilderijen   schreef.   Die   muziek   staat   nu   bekend   als   het   stuk  Schilderijen   van   een   tentoonstelling   en  wordt,   ondanks  dat   het   al   ruim   140  jaar  geleden  geschreven  is,    nog  vaak  gespeeld  tijdens  concerten.  

• De  beroemde  muziek  zullen  de  kinderen  gaan  horen  tijdens  het  concert  en  ze  zullen  zelf  ook  meedoen!  

• Acteur   Michel   Sorbach   zal   tijdens   het   concert   de   rol   van   componist  vertolken.  Bekijk  met  de  leerlingen  film  2  waarin  hij  zich  voorstelt.  

• De  componist  noemt  zichzelf  Petrovitsj  in  de  voorstelling,  dat  is  de  tweede  naam   van   Moessorgski.   En   hij   heeft   dus   geen   inspiratie.   Wat   doen   de  leerlingen  als  ze  ergens  geen  inspiratie  voor  hebben?  Bijvoorbeeld  voor  het  maken  van  een  tekening?  Bespreek  dit  kort  met  de  leerlingen.    

 Kern  Luisteropdracht  

• Om  de  verschillende  stukken  met  elkaar  te  verbinden  schreef  Moessorgski  een   stuk   muziek   dat   hij   ‘Promenade’   noemde.   Promenade   betekent  wandeling.  Dit  stukje  muziek  komt  vaker  terug   in  het  stuk  en  verklankt  de  wandeling  die  je  maakt  van  het  ene  naar  het  andere  schilderij.  

• Laat   geluidsfragment   7   horen   (t/m  minuut   0:30),   dit   is   de  melodie   van   de  Promenade,  de  wandeling.  Stel  vooraf  de  volgende  luistervragen:  

Page 11: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

9  

– In  de  muziek  hoor   je  als  het  ware  een  vraag  en  antwoord.  Laat  de  kinderen  hun  vinger  opsteken  als   zij  denken  dat  het  antwoord  op  de   vraag   in   de  muziek   begint.   (Dit   gebeurt   drie   keer:   de   trompet  stelt  de  vraag,  het  orkest  geeft  antwoord.)  

– Welk  instrument  speelt  de  vraag?  (de  trompet)  • Hebben   alle   kinderen   de   vraag   en   het   antwoord   in   de   muziek   gehoord?  

Beluister   nogmaals   geluidsfragment   7   (t/m  minuut   0:30)   en   laat   iedereen  zijn   vinger   opsteken   op   het   moment   dat   er   een   antwoord   komt   op   de  muzikale  vraag.    

• Vraag   de   leerlingen   welke   instrumenten   ze   naast   de   trompet   hebben  kunnen  horen  en  hebben  herkend.    

• De   leerlingen   zullen   het   lied   nu   leren   en   zowel   de   vraag   als   het   antwoord  meezingen.  

 Lied  Promenade  1  aanleren  

• De  leerlingen  gaan  een  lied  leren  op  deze  melodie  dat  ze  tijdens  het  concert  meerdere  keren  zullen  zingen.  Elke  keer  als  er   ‘gewandeld’  wordt  naar  een  volgend  schilderij  klinkt  de  Promenade  en  zingen  de  leerlingen  mee.    

• Leer   eerst   het   ritme   van   de   tekst   aan   door   de   tekst   in   stukjes   voor   te  spreken  en  de   leerlingen  te   laten  naspreken.  Klap  mee  bij  het  spreken.  Elk  vakje  is  1  klap.    

Als     je   zingt   in    de  

maat   en    met  

de-­‐   ze   me-­‐   lo-­‐   die  

 Zie     je   zo-­‐   maar  

een  we-­‐   reld    

ont-­‐  staan   vol   fan-­‐   ta-­‐   sie  

 En   al-­‐   les   wat  

je  hoort   tot    

aan  het   ein-­‐   de   van    

het  lied  

 Lijkt   zelf   weer   aan-­‐

ge-­‐  spoord   door  

al-­‐  le   din-­‐   gen   die  

je  ziet  

 • Bekijk   bladmuziek   1   via   het   digibord.   Hier   staat   het   ritme   van   de   tekst  

aangegeven.  Stel  de  kinderen  de  volgende  vragen:  – Welke  twee  soorten  noten  zie  je?  (noten  die  los  staan  en  noten  die  

aan  elkaar  vastzitten)  – Als   je   de   tekst   in   het   ritme  opzegt   zoals   net   geleerd   en  meeleest  

met  de  noten,  kun   je  dan  het  verschil  ontdekken   tussen  de  noten  die   los   zijn   en   de   noten   die   aan   elkaar   zitten?   (de   noten   die   aan  elkaar  vastzitten  zijn  sneller  dan  de  noten  die  los  staan)  De  noten  die  los  staan  heten  kwartnoten,  de  noten  met  een  vlaggetje  die  in  dit  geval  aan  elkaar  zitten  heten  achtste  noten.  

– Extra:  Wat  betekenen  de  cijfers  5/4  en  6/4?   (5/4  betekent  dat  er  5  tellen  (kwartnoten)  in  de  maat  zitten,  6/4  dat  er  6  tellen  in  de  maat  zitten)  

• Luister   vervolgens   naar   geluidsfragment   1   waarin   de   melodie   van  Promenade  1  wordt  voorgezongen.  De  begintoon  wordt  drie  keer  gespeeld,  daarna  begint  het  lied.  

• Bespreek  met  de  leerlingen  waar  het  lied  over  gaat  en  bespreek  de  woorden  uit  het  lied  die  ze  niet  kennen.    

• Leer  de  melodie  aan  de  kinderen  aan  door  middel  van  voor-­‐  en  nazingen.    • Extra:   bekijk   bladmuziek   2   waarin   de   hoogte   van   de   noten   staat  

opgeschreven  en  benoem  de  verschillen  met  bladmuziek  1.        

Page 12: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 10  

Lied  Promenade  2  aanleren  • Laat   de   kinderen   vervolgens   geluidsfragment   9   horen   en   stel   vooraf   de  

volgende  luistervragen:    – Wat   is  er  nu  anders  dan  bij  het  vorige   fragment  met  de   trompet?  

(de  muziek  klinkt  zachter,  het  tempo  is  veel  langzamer  en  er  spelen  andere  instrumenten:  hoorn,  klarinet,  fagot,  hobo  en  fluit)  

– Waarom   zou   Moessorgki   dit   zo   gecomponeerd   hebben?  (bijvoorbeeld  omdat  hij  een  rustige  wandeling  wilde  weergeven)  

– Wat  vind  je  van  deze  versie  van  de  Promenade?  • Laat   de   leerlingen   Promenade   2   horen   (geluidsfragment   3)   en   stel   de  

volgende  luistervragen:  – Wat  is  er  gebeurd  met  het  tempo?  (dat  is  langzamer)  – Wat   is   er   gebeurd   met   de   melodie?   (de   melodie   is   hetzelfde  

gebleven)  – Wat  is  er  gebeurd  met  het  volume?  (het  klinkt  zacht)  

• Leer  vervolgens  Promenade  2  aan  de  kinderen  aan  door  middel  van  voor-­‐  en  nazingen.   Het   is   belangrijk   dat   de   kinderen   bij   Promenade   2   echt   zacht  zingen,  zodat  het  past  bij  de  sfeer  van  de  muziek  van  het  orkest  die  ze  net  gehoord   hebben.   Tijdens   het   concert   zullen   ze   dat   ook   doen.   Wijs   de  leerlingen   erop   dat   Promenade   2   begint  met   de   hoorn.   Promenade   1   (de  hardere  variant)  begint  met  de  trompet.    

 Afsluiting  

• Zing  nogmaals  Promenade  1  en  2.  Gebruik  indien  mogelijk  de  instrumentale  versie  (geluidsfragment  2  en  4).    

 Schilderijententoonstelling  maken  

• Laat  de  kinderen  een  schilderij  maken  bij  de  muziek  van  de  Promenade  en  maak  daarmee  een  schilderijententoonstelling  in  de  klas.  

• Doe  dit  ook  na  de  volgende   lessen,   zodat  de   leerlingen  bij   elk  muziekstuk  een   schilderij   maken.   De   leerlingen   kunnen   gebruik   maken   van  verschillende  technieken  (verf,  wasco,  ecoline,  potlood,  krijt,   inkt).  Laat  de  leerlingen  kiezen  welke  techniek  ze  het  beste  bij  de  muziek  vinden  passen.  Zet  altijd  de  muziek  aan  tijdens  het  schilderen.  

 Muziek  luisteren  

• Zet  tijdens  de  voorbereidingen  voor  het  concert  regelmatig  de  muziek  van  het  stuk  Schilderijen  van  een  tentoonstelling  aan  in  de  klas.  Op  de  website  is  een  aparte  pagina  om  het  stuk  te  luisteren  (geluidsfragement  7  t/m  21)  

 Extra  Muzikale  wandeling  

• Maak  met   de   kinderen   een  muzikale  wandeling.   Zet   een   geluidsfragment  aan   (kies   uit   geluidsfragment   7   t/m   21)   en   laat   de   kinderen   lopen   op   de  muziek.  Zet  daarna  steeds  een  ander  geluidsfragment  op.  Tijdens  het  lopen  passen  ze  het  tempo  en  de  manier  van   lopen  aan  op  het  ritme  en  de  sfeer  van  de  muziek.    

   

Page 13: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

11  

Les  2:  Het  oude  kasteel    Nodig:  

– Geluidsfragment  5,  6  en  10  – Liedtekst  2  – Bladmuziek  4  – Film  3  +  4  – Bijlage  2  +  3  – Bijlage  4  (extra)  

 Tijd:  

– Ongeveer  45  minuten    Voorbereiding:  

– Zorg  dat  u  het  lied  Het  oude  kasteel  kent.    – Lees  de  informatie  uit  bijlage  2  en  3.  – Bekijk  film  3  en  4.  

 In  deze  les:  

– Leren  de  kinderen  het   lied  Het  oude  kasteel  en   leren  de  kinderen  over  Het  Koninklijk  Concertgebouworkest.    

Inleiding  • Herhaal   met   de   leerlingen   wat   ze   in   de   vorige   les   geleerd   hebben.   Waar  

gaan  ze  naartoe?  Welke  liedjes  hebben  ze  geleerd?  Wie  was  de  componist?  • Componist   Moessorgski   schreef   muziek   na   het   zien   van   een  

schilderijententoonstelling.  De  muziek  die  hoort  bij  de  wandeling  tussen  de  schilderijen,   ‘Promenade’,  hebben  de   leerlingen   in  de  vorige   les  geleerd.   In  deze  les  staat  een  oud  kasteel  centraal.  Het  schilderij  van  het  oude  kasteel  dat  Moessorgski  inspireerde  voor  de  muziek  is  helaas  verloren  gegaan,  dus  we  weten  niet  meer  hoe  het  schilderij  eruit  heeft  gezien.  

• Bespreek  met   de   kinderen  wat   voor  muziek   zij   vinden   passen   bij   een   oud  kasteel.   Is   het   snelle   of   langzame   muziek?   Hard   of   zacht?   Vrolijk   of  droevig?  ’Licht’  of  ‘donker’?    Waarom  vind  je  dat?  

• Luister  met  de   leerlingen  aandachtig  naar  geluidsfragment  10   (t/m  minuut  1:08).  Dit   is  de  muziek  die  de  componist  heeft  geschreven  bij  het  schilderij  van  het  oude  kasteel.  Komt  deze  muziek  overeen  met  wat  de  leerlingen  net  hebben  genoemd?    Bespreek  dit  kort  na  met  de  leerlingen.    

       Kern  Lied  aanleren  

• Tijdens  het   concert   zullen  de   kinderen  met  het   lied  over   het   oude   kasteel  gaan   meezingen.   De   melodie   die   wordt   gespeeld   door   de   saxofoon   (een  minder   gebruikelijk   instrument   in   een   symfonieorkest)   gaan   de   kinderen  meezingen.  

• Beluister   geluidsfragment   5  waarin   het   lied  wordt   voorgezongen  en   vraag  de   kinderen   vooraf   om   te   luisteren  waar   het   lied   over   gaat   (zie   liedtekst).  Bespreek  dit  na  het  luisteren  na.  

• Leer  het  lied  vervolgens  zin  voor  zin  aan  door  middel  van  voor-­‐  en  nazingen.  Begin  met  een  kort  stukje  en  maak  de  voorgezongen  stukjes  steeds  langer.      

Page 14: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 12  

Het  orkest  • Tijdens  het  concert  zal  de  muziek  gespeeld  worden  door  een  groot  orkest:  

Het   Koninklijk   Concertgebouworkest.   Dit   is   één   van   de   beroemdste  orkesten   van   de   hele  wereld.  Het   is   bijzonder   dat   de   leerlingen   dit   orkest  gaan  horen.  Bespreek  met  de  kinderen  het  volgende:  

– Wat  is  een  orkest?    – Welke  instrumenten  spelen  er   in  een  symfonieorkest?  (o.a.  violen,  

altviolen,   celli,   contrabassen,   dwarsfluit,   hobo,   klarinet,   fagot  trompet,   trombone,   hoorn   en   slagwerk)   Bekijk   hierbij   de  afbeelding  in  bijlage  2.  

– Waarom  staat  er  altijd  iemand  voor  het  orkest?  (om  te  zorgen  dat  iedereen  in  het  orkest  gelijk  speelt)    

– Hoe  heet  die  persoon?  (de  dirigent)    • Bekijk  film  3  waarin  dirigent  Jurjen  Hempel  zichzelf  voorstelt.  • Bekijk   film   4   over   Het   Koninklijk   Concertgebouw   en   Het   Koninklijk  

Concertgebouworkest.   In  bijlage  2  vindt  u  extra   informatie  over  het  orkest  en   een   afbeelding   van   de   opstelling   van   een   symfonieorkest.   In   bijlage   3  vindt  u  extra   informatie  over  de   instrumenten  van  het   symfonieorkest  om  met  de  leerlingen  te  bespreken.  

• Bespreek  met  de  leerlingen  wat  ze  hebben  gezien  en  wat  hen  is  opgevallen.    Afsluiting  

• Zing   het   lied   Het   oude   kasteel   met   de   instrumentale   versie  (geluidsfragment  6).  

• Herhaal  Promenade  1  en  2  uit  de  vorige  les,  gebruik  hierbij  zoveel  mogelijk  de  instrumentale  versies  (geluidsfragment  2  en  4).  

 Schilderijententoonstelling  maken  

• Laat   de   kinderen   een   schilderij  maken   bij   de  muziek   uit   deze   les   voor   de  schilderijententoonstelling.  Laat  ze  weer  kiezen  welke  techniek  ze  het  beste  bij  de  muziek  vinden  passen.  Zet  altijd  de  muziek  aan  tijdens  het  schilderen.  

 Extra  Verhaal  schrijven  

• Laat  de  kinderen  een  kort  verhaal  schrijven  met  als  titel  ‘Het  oude  kasteel’.  Zet  daarbij  geluidsfragment  10  aan.    

Geluiden  in  het  kasteel  • In  bijlage  4  ziet  u  een  grafische  notatie  van  verschillende  geluiden.  Bedenk  

met  de  klas  welk  geluid  er  bij  de  tekening  hoort  en  voer  dat  uit  met  de  klas  (een   hand   voor   klappen   in   je   handen,   een   S   voor   een   sissend   geluid,   een  schoen  voor  een  stamp,  een  uil  voor  het  geluid  van  een  uil).  Voeg  eventueel  instrumenten  toe  waar  de  leerlingen  op  kunnen  spelen.  Wijs  vervolgens  een  tekening  aan  en  laat  de  klas  eenmalig  het  bijpassende  geluid  maken.  Voeg  in  de  lege  vakken  extra  tekeningen  toe  die  u  met  de  klas  verzint  (binnen  het  thema  van  het  oude  kasteel),  inclusief  het  bijbehorende  geluid.    

• Verdeel  de  klas  daarna   in  groepen  en  geef  elk  groepje  een  bepaald  geluid.  Als  u  de   tekening  aanwijst  maakt  de  betreffende  groep  het  geluid.  Wijs  er  ook   eens   twee   aan   en   probeer   de   geluiden   in   een   ritme   aan   te   wijzen.  Daarna  kunt  u  een  leerling  laten  aanwijzen,  die  is  dan  de  dirigent.  

• Laat   de   leerlingen   vervolgens   in   groepjes   zelf   een   kasteel   tekenen   en   een  route  maken  met  bijbehorende  geluiden.  Welke  tekening  zetten  ze  in  welke  kamer?  Welk  geluid  hoort  daarbij?  De  leerlingen  voeren  hun  route  door  het  kasteel   vervolgens   uit   voor   de   klas,   ze   hebben   zo   hun   eigen   compositie  gemaakt.    

Page 15: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

13  

Les  3:  Tuileries      Nodig:  

– Geluidsfragment  12  – Film  5  – Schoolinstrumenten  (extra)  

 Tijd:  

– Ongeveer  30  minuten    Voorbereiding:  

–  Zorg  dat  u  de  bodypercussie  van  Tuileries  kent  (zie  film  5).    In  deze  les:  

– Leren  de  kinderen  de  bodypercussie  bij  het  stuk  Tuileries.      

Inleiding  • Herhaal  met  de  leerlingen  wat  ze  in  de  vorige  lessen  geleerd  hebben.  Waar  

gaan  ze  naartoe?  Welke  liedjes  hebben  ze  geleerd?  Wat  voor  muziek  klinkt  er   op   het   concert?  Wie   heeft   de   muziek   geschreven?   Door   wie   wordt   de  muziek   tijdens   het   concert   gespeeld?  Welke   instrumenten   zitten   er   in   het  orkest?  

• Doe  met  de   leerlingen  een  warming-­‐up  oefening:   tik  8  keer  op   je  hoofd,  8  keer   op   je   schouders,   8   keer   op   je   knie   en   8   keer   op   je   tenen   en   laat   de  kinderen   direct   meedoen.   Allemaal   precies   tegelijk   in   hetzelfde   tempo.  Herhaal   dit   maar   tik   dan   6   keer.   Herhaal   daarna   nog   eens   met   steeds  minder  tikken  per  keer  (4,3,2,1).  Blijf  steeds  in  hetzelfde  tempo  tikken.  

• Uitbreiding:   Zing   het   lied   hoofd-­‐schouders-­‐knie   en   teen   en   doe   de  bewegingen  erbij.  Laat  vervolgens  per  keer  dat  je  het  lied  zingt  1  woord  weg,  dat   wordt   vervangen   door   mmm,   dus:   mmm-­‐schouders-­‐knie   en   teen;  mmm-­‐mmm-­‐knie  en  teen  enz.    

       Kern  Luisteropdracht  

• Componist   Moessorgski   schreef   muziek   bij   verschillende   schilderijen.  Luister  met  de  kinderen  naar  geluidsfragment  12  en  laat  ze  benoemen  wat  voor  beelden  zij  bij  de  muziek  voor  zich  zien  en  waarom.    

• Moessorgski  schreef  deze  muziek  bij  een  schilderij  van  spelende  kinderen  in  het  Parijse  stadspark  Tuileries  (ook  dit  schilderij  is  verloren  gegaan).  Luister  nogmaals   met   de   leerlingen   naar   geluidsfragment   12   en   stel   vooraf   de  volgende  vragen:  

– Hoe  hoor  je  de  spelende  kinderen  in  de  muziek?  (de  muziek  is  licht  beweeglijk  en  vrolijk)  

– Wat  denk  je  dat  ze  aan  het  doen  zijn?    • Bespreek  de  antwoorden  van  leerlingen  op  de  luistervragen.  • Tijdens  het   concert   zullen  de  kinderen  op  deze  muziek  een  bodypercussie  

uitvoeren  die  ze  nu  gaan  leren.    Bewegingen  aanleren  

• Leer   de   bewegingen   bij   Tuileries   aan.   U   kunt   de   bewegingen  met   behulp  van   film   5   instuderen.   U   leert   de   bewegingen   vervolgens   zelf   aan   de  leerlingen  aan.  Eerst  zonder  muziek  in  korte  stukjes  in  een  langzaam  tempo.  Daarna  in  het  tempo  op  de  muziek.          

Page 16: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 14  

 Geluidsfragment  12   (zie  film  5)  4  tellen     Handen   4x   op   bovenbenen   klappen   op   de   maat  

van  de  muziek  4  tellen   Handen   tegelijk   in   een   cirkel   omhoog,   vingers  

bewegen  en  weer  terug  naar  bovenbenen  4  tellen     Handen   4x   op   bovenbenen   klappen   op   de   maat  

van  de  muziek  4  tellen   Handen   tegelijk   in   een   cirkel   omhoog,   vingers  

bewegen  en  weer  terug  naar  bovenbenen  4  tellen     Handen   4x   op   buik   klappen   op   de   maat   van   de  

muziek  4  tellen   Handen   tegelijk   in   een   cirkel   omhoog,   vingers  

bewegen  en  weer  terug  naar  buik  4  tellen     Handen   4x   op   buik   klappen   op   de   maat   van   de  

muziek  4  tellen   4x  op  je  borst  klappen  4  tellen   4x  in  je  handen  klappen,  boven  je  hoofd  4  tellen   Handen   tegelijk   naar   beneden   bewegen,   vingers  

bewegen  en  weer  terug  naar  bovenbenen  4  tellen     Handen   4x   op   bovenbenen   klappen   op   de   maat  

van  de  muziek  4  tellen   Handen   tegelijk   in   een   cirkel   omhoog,   vingers  

bewegen  en  weer  terug  naar  bovenbenen      3x  8  tellen  (de  muziek  is  langzamer)  

Kijk   met   je   hand   boven   je   ogen   van   rechts   naar  links     en   terug   (bijvoorbeeld   omdat   je   iemand  zoekt  met  verstoppertje)  

3x  8  tellen   Stap  op  de  plaats  4  tellen   Grote  beweging  met  armen,  “kom  allemaal”  4  tellen   Handen   4x   op   bovenbenen   klappen   op   de   maat  

van  de  muziek  4  tellen   Handen   tegelijk   in   een   cirkel   omhoog,   vingers  

bewegen  en  weer  terug  naar  bovenbenen  4  tellen   Blijf  staan  tot  muziek  is  afgelopen    

Afsluiting  • Zing   de   liedjes   uit   de   vorige   lessen,   gebruik   zoveel   mogelijk   de  

instrumentale  versies.    Schilderijententoonstelling  maken  

• Laat   de   kinderen   een   schilderij  maken   bij   de  muziek   uit   deze   les   voor   de  schilderijententoonstelling.  Laat  ze  weer  kiezen  welke  techniek  ze  het  beste  bij  de  muziek  vinden  passen.  Zet  altijd  de  muziek  aan  tijdens  het  schilderen.  

 Extra  Grafische  partituur  

• Laat  de  leerlingen  een  grafische  partituur  maken  van  het  stuk  waarop  ze  net  bewegingen  hebben  geleerd.  Hoe  ziet  het   stuk  er  uit   als   je  het   in   je  eigen  ‘muzikale  schrift’  mag  opschrijven?    

 

Page 17: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

15  

Muzikaal  kinderspel  • Maak   groepjes   en   geef   elk   groepje   een   kaartje   waarop   een   bekend  

spelletjes   staat,   bijvoorbeeld:   verstoppertje,   hinkelen,   tikkertje,   touwtje  springen  enz.    

• Bespreek  met   de   kinderen   wat   voor   soort  muziek   er   bij   het   spelletje   zou  passen:  hoog  of  laag?  Snel  of  langzaam?    

• De   leerlingen   maken   met   bodysounds,   zang   en   instrumenten   een   kort  muziekstuk  dat  pas  bij  hun  spel.  

• De  leerlingen  laten  hun  compositie  aan  de  rest  van  de  klas  horen.  Welk  spel  hebben  zij  verklankt?  

Page 18: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 16  

Les  4:  Bydlo      Nodig:  

– Geluidsfragment  13  +  22  – Film  6  – Bijlage  3  (herhaling  les  2)  

 Tijd:  

– Ongeveer  30  minuten    Voorbereiding:  

– Zorg  dat  u  de  bewegingen  van  Bydlo  kent  (zie  film  6).  – Lees   nogmaals   de   informatie   over   de   instrumenten   van   het   orkest   (zie  

bijlage  3,  in  les  2  is  dit  ook  aan  bod  gekomen).  – Bedenk  een  aantal  vragen  voor  de  instrumentenquiz  (extra).  

 In  deze  les:  

– Leren   de   kinderen   bewegingen   op   de   muziek   van   Bydlo   en   worden   de  verschillende  instrumenten  uit  het  symfonieorkest  behandeld.  

 Inleiding  

• Herhaal  met  de  leerlingen  wat  ze  in  de  vorige  lessen  geleerd  hebben.  Waar  gaan  ze  naartoe?  Welke  liedjes  hebben  ze  geleerd?  Wat  voor  muziek  klinkt  er  tijdens  het  concert?  Wie  heeft  de  muziek  geschreven?  Door  wie  wordt  de  muziek  tijdens  het  concert  gespeeld?  

• Doe  met  de  leerlingen  een  warming-­‐up:    – wrijf   in   uw  handen   en   laat   de   leerlingen  meteen  meedoen   en   uw  

bewegingen  volgen.    – Laat   het   wrijven   over   gaan   in   zachtjes   klappen.   Ga   steeds  

langzamer  klappen  en  doe  de  handen  steeds  verder  uit  elkaar   (als  een  krokodillenbek).    

– Houd   de   spanning   vast   op   het  moment   dat   de   handen   uit   elkaar  zijn  en   ieder  moment  naar  elkaar   toe  kunnen  gaan  voor  een  klap.  Daag  de  leerlingen  uit  d.m.v.  oogcontact  om  precies  tegelijk  met  u  mee  te  klappen.  

– Verras  de  leerlingen  door  in  tempo  te  versnellen  en  te  vertragen.  – Als   dit   goed   gaat   kan   een   leerling   ‘de   dirigent’   zijn   en   de  

bewegingen  aangeven.    Kern  Luisteropdracht  

• Componist   Moessorgski   schreef   muziek   bij   verschillende   schilderijen.  Luister  met  de  kinderen  naar  geluidsfragment  13  en  laat  ze  benoemen  wat  voor  beelden  zij  bij  de  muziek  voor  zich  zien  en  waarom.    

• Moessorgski   schreef   deze  muziek   bij   een   schilderij   van   een   oude   kar,   een  ossenwagen.   De   muziek   verklankt   de   zware   draaiende   wielen   van   de  ossenwagen.    

• Luister  nogmaals  met  de  kinderen  naar  geluidsfragment  13  en  stel  vooraf  de  volgende  vragen:  

– Hoe  hoor  je  de  beweging  van  de  de  kar  in  de  muziek?  (je  hoort  een  doorgaand   ritme   in  de   lage  begeleiding,  waardoor   je  een   ‘rijdend’  gevoel  krijgt)  

– Hoe  hoor  je  dat  het  een  zware,  grote  kar  is?  (door  de  donkere,  lage  klanken  en  het  langzame  ritme  van  de  muziek  voelt  het  zwaar)  

• Bespreek  de  antwoorden  op  de  vragen.    

Page 19: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

17  

• Luister  nogmaals  het  begin  van  geluidsfragment  13  (t/m  minuut  1:33)  en  stel  vooraf  de  volgende  vragen:  

– Welk  instrument  speelt  de  solo  in  het  begin?  (tuba)  – Welke  instrumenten  spelen  na  de  tuba  de  melodie?  (de  violen)  

Orkest  • Herhaal  met  de   kinderen  de   informatie   uit   bijlage   3   over   de   instrumenten  

van  het  symfonieorkest.  Stel  eerst  de  volgende  vragen:  – Welke   instrumentgroepen   zijn   er?   (strijkinstrumenten,  

blaasinstrumenten  en  percussieinstrumenten)  – Bij  welke  groep  hoort  de  tuba  die  ze  in  de  muziek  hebben  gehoord?  

(blaasinstrumenten,  specifiek  de  koperblaasinstrumenten)  – Bij  welke  groep  horen  de  violen?  (strijkinstrumenten)  

• Laat   de   kinderen   per   instrument   uit   bijlage   3   vertellen   wat   ze   van   het  instrument  weten,  vul  dit  aan  met  de  informatie  uit  de  bijlage.    

 Bewegingen  aanleren    

• Tijdens  het  concert  zullen  de  leerlingen  bewegingen  uitvoeren  op  de  muziek  die  ze  net  gehoord  hebben.  

• Leer  de  bewegingen  op  de  muziek  aan,  gebruik  daarbij  film  6.        Geluidsfragment  13   (zie  film  6)  Tuba  solo  (minuut  0:00-­‐0:49)  

Geen   beweging,   kinderen   zitten   en   luisteren  naar  de  solo  

Violen  (0:49-­‐1:29)  

Kinderen  zitten  en  maken  kleine   ronddraaiende  bewegingen  met  de  armen  als  de  wielen  van  de  kar  

1:29-­‐1:33   Kinderen  staan  op  in  een  langzame  beweging  Roffel  kleine  trom  (1:33-­‐1:42)  

Zware   spullen   doorgeven   van   rechts   naar   links  op  de  maat  van  de  muziek  

Op  melodie  violen  (1:42-­‐1:49)  

Stamp-­‐klap  (boven  je  hoofd)  Stamp-­‐klap-­‐klap  (boven  je  hoofd)  

Roffel  kleine  trom  (1:49-­‐1:56)  

Zware   spullen   doorgeven   van   rechts   naar   links  op  de  maat  van  de  muziek  

Tuba  solo  (1:56-­‐eind)  

Kinderen  gaan  zitten  in  slow  motion  en  luisteren  goed  naar  de  solo  

 Luisteropdracht  

• De   muziek   van   Schilderijen   van   een   tentoonstelling   is   door   Moessorgski  geschreven   voor   piano.   Later   is   het   door   meerdere   componisten,    waaronder   Ravel,   aangepast   voor   orkest.   Beluister   met   de   leerlingen   de  pianoversie   van   Bydlo   (geluidsfragment   22).  Wat   zijn   de   overeenkomsten  met   de   orkestversie?   Wat   zijn   de   verschillen?   Welke   versie   vinden   de  kinderen  beter  passen  bij  de  ossenwagen?  Welke  versie  vinden  de  leerlingen  mooier?  Waarom?    

 Afsluiting  

• De  dirigent  staat  voor  een  orkest  en  geeft  de  maat  van  de  muziek  aan.  Laat  een  leerling  de  klas  ‘dirigeren’  wat  voor  bewegingen  zij  moeten  maken.  Als  de   dirigent   langzaam   beweegt,   beweegt   de   klas   ook   langzaam.   Als   de  dirigent  kleine  gebaren  maakt,  maakt  de  klas  ook  kleine  bewegingen.  Laat  daarna  een  andere  leerling  dirigeren.  

• Zing   de   liedjes   uit   de   vorige   lessen,   gebruik   zoveel   mogelijk   de  instrumentale  versies.  Herhaal  ook  de  geleerde  bewegingen.  

       

Page 20: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 18  

Schilderijententoonstelling  maken  • Laat   de   kinderen   een   schilderij  maken   bij   de  muziek   uit   deze   les   voor   de  

schilderijententoonstelling.  Laat  ze  weer  kiezen  welke  techniek  ze  het  beste  bij  de  muziek  vinden  passen.  Zet  altijd  de  muziek  aan  tijdens  het  schilderen.  

 Extra  Instrumentenquiz  

• Bedenk  met  de  informatie  uit  bijlage  3  een  aantal  vragen  en  doe  met  de  klas  een  quiz  over  de  instrumenten  van  het  symfonieorkest.  

 Compositie  maken  

• Laat  de   leerlingen   in  groepjes   snelle  en   langzame  geluiden  bedenken  met  lijf  en  stem.  Met  deze  geluiden  maken  ze  zelf  een  compositie.  

Page 21: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

19  

Les  5:  Dans  van  de  kuikens      Nodig:  

– Geluidsfragment  15  +  23  – Bijlage  5  +  6  – Film  7  

 Tijd:  

– Ongeveer  30  minuten    Voorbereiding:  

– Zorg  dat  u  de  bodypercussie  van  de  Dans  van  de  kuikens  kent  (zie  film  7).    In  deze  les:  

– Leren  de  kinderen  een  bodypercussie  op  de  Dans  van  de  kuikens.    

Inleiding  • Herhaal  met  de  leerlingen  wat  ze  in  de  vorige  lessen  geleerd  hebben.  Waar  

gaan  ze  naartoe?  Welke  liedjes  hebben  ze  geleerd?  Wat  voor  muziek  klinkt  er   op   het   concert?  Wie   heeft   de   muziek   geschreven?   Door   wie   wordt   de  muziek  tijdens  het  concert  gespeeld?  

• Bekijk  met  de  leerlingen  de  afbeelding  in  bijlage  5  via  het  digibord.  Wat  zien  de  leerlingen  op  de  afbeelding?  

• Op   de   afbeelding   zie   je   een   kostuumontwerp   voor   een   ballet.   Componist  Moessorgski   zag   dit   ontwerp   op   de   schilderijententoonstelling.   Wat   voor  soort  muziek  denken  de  leerlingen  dat  er  bij  dit  schilderij  past?  En  waarom?  Waar  zou  het  ballet  over  zijn  gegaan?  Welk  instrumenten  zouden  er  passen  bij  dit  schilderij?  

 Kern  Luisteropdracht  

• Beluister   geluidsfragment   15,   dit   is   de   muziek   die   Moessorgski   bij   het  schilderij  heeft  geschreven.  

• Komt   deze  muziek   overeen  met  wat   de   leerlingen   net   hebben   genoemd?    Bespreek  dit  kort  na  met  de  leerlingen.  

• Dit  stuk  heet  de  Dans  van  de  kuikens  in  de  dop.  Hoe  horen  de  kinderen  de  kuikens  in  de  muziek?  (er  zijn  veel  korte  hoge  noten,  waardoor  je  de  kuikens  als  het  ware  hoort  piepen)  

   Bodypercussie  aanleren  

• Bij   dit   stuk   gaan   de   leerlingen   tijdens   het   concert   een   bodypercussie  uitvoeren.    

• Leer   de   bodypercussie   stukje   voor   stukje   aan   de   leerlingen   aan.   Eerst  langzaam  zonder  muziek,  daarna  in  tempo  op  de  muziek  (zie  film  7).  

• Gebruik  voor  het  eerste  stuk  tot  de  herhaling  (in  het  schema  hieronder  tot  de   ‘lange  noot’)  de  grafische  partituur  uit  bijlage  6  om  de  bewegingen  aan  te  leren.  Zorg  dat  de  leerlingen  het  uiteindelijk  zonder  de  partituur  kunnen  uitvoeren.  

Page 22: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 20  

 Geluidsfragment  15   (zie  film  7)  4  tellen   Tik  3x  met  twee  vingers  op  je  handpalm  op  de  maat  

van  de  muziek,  op  de  4e  tel  veeg  je  je  handpalmen  in  1  beweging  langs  elkaar  

4  tellen   Tik  3x  met  twee  vingers  op  je  handpalm  op  de  maat  van  de  muziek,  op  de  4e  tel  veeg  je  je  handpalmen  in  1  beweging  langs  elkaar  

8  tellen   Tik   16   keer   op   je   bovenbenen,   links   en   rechts  afgewisseld,  van  zacht  naar  iets  harder    (dit   is   dus   dubbel   tempo   vergeleken   met   de  beweging  hiervoor)  

4  tellen   Tik  3x  met  twee  vingers  op  je  handpalm  op  de  maat  van  de  muziek,  op  de  4e  tel  veeg  je  je  handpalmen  in  1  beweging  langs  elkaar  

4  tellen   Tik  3x  met  twee  vingers  op  je  handpalm  op  de  maat  van  de  muziek,  op  de  4e  tel  veeg  je  je  handpalmen  in  1  beweging  langs  elkaar  

8  tellen   Tik   16   keer   op   je   bovenbenen,   links   en   rechts  afgewisseld,  van  zacht  naar  iets  harder    (dit   is   dus   dubbel   tempo   vergeleken   met   de  beweging  hiervoor)  

4  tellen   Klap  4x  in  je  handen  4  tellen   Stap  4x  op  je  plaats,  links  en  rechts  afgewisseld  Lange  noot   Maak   een   grote   cirkel   met   je   armen   en   breng   je  

handen  weer  bij  elkaar     Herhaal  vanaf  het  begin  

    Tussenstuk:  2x8  tellen   Vingers  van  achter  je  duim  laten  wegschieten  op  de  

maat  van  de  muziek.  Houd  je  handen  hierbij  boven  je  hoofd  en  schiet  verschillende  kanten  op  

2x8  tellen   Veeg  handen  langs  elkaar  2x8  tellen   Vingers  van  achter  je  duim  laten  wegschieten  op  de  

maat  van  de  muziek.  Houd  je  handen  hierbij  boven  je  hoofd  en  schiet  verschillende  kanten  op  

2x8  tellen   Veeg  handen  langs  elkaar    

  Herhaal   vanaf   het   begin   tot   de   lange   noot,   zonder  herhaling  

 Luisteropdracht  

• De   muziek   van   Schilderijen   van   een   tentoonstelling   is   door   Moessorgski  geschreven   voor   piano.   Later   is   het   door   meerdere   componisten,    waaronder   Ravel,   aangepast   voor   orkest.   Beluister   met   de   kinderen   de  pianoversie  van  de  Dans  van  de  kuikens   (geluidsfragment  23).  Wat   zijn  de  overeenkomsten  met  de  orkestversie?  Wat  zijn  de  verschillen?  Welke  versie  vinden  de  leerlingen  mooier?  Waarom?    

 Afsluiting  

• Zing   de   liedjes   uit   de   vorige   lessen,   gebruik   zoveel   mogelijk   de  instrumentale  versies.  Herhaal  ook  de  geleerde  bewegingen.  

 Schilderijententoonstelling  maken  

• Laat   de   kinderen   een   schilderij  maken   bij   de  muziek   uit   deze   les   voor   de  schilderijententoonstelling.  Laat  ze  weer  kiezen  welke  techniek  ze  het  beste  bij  de  muziek  vinden  passen.  Zet  altijd  de  muziek  aan  tijdens  het  schilderen.  

Page 23: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

21  

Les  6:  Baba  Yaga    Nodig:  

– Geluidsfragment  20  – Film  8  – Bijlage  7  

 Tijd:  

– Ongeveer  30  minuten    Voorbereiding:  

–  Zorg  dat  u  de  bodypercussie  van  Baba  Yaga  kent  (zie  film  8).    In  deze  les:  

– Leren  de  kinderen  de  bodypercussie  op  de  muziek  Baba  Yaga.    

Inleiding  • Herhaal  met  de  leerlingen  wat  ze  in  de  vorige  lessen  geleerd  hebben.  Waar  

gaan  ze  naartoe?  Welke  liedjes  hebben  ze  geleerd?  Wat  voor  muziek  klinkt  er   op   het   concert?  Wie   heeft   de   muziek   geschreven?   Door   wie   wordt   de  muziek  tijdens  het  concert  gespeeld?  

• In  deze  les  gaan  de  kinderen  kennis  maken  met  een  stuk  dat  gebaseerd  is  op  een  Russisch  sprookje.  Houd  met  de  kinderen  een  gesprek  over  sprookjes.  Wie   kent   er   een   sprookje?   Wat   is   een   sprookje   precies?   Leg   ook   uit   dat  sprookjes    in  verschillende  landen  verschillend  kunnen  zijn.  

• Doe  met  de  leerlingen  een  warming-­‐up:    – Sla  met   uw  handen   snel   op   uw  bovenbenen   en   laat   de   leerlingen  

uw  beweging  volgen.  Stop  abrupt  en   laat  de   leerlingen  ook  direct  stoppen.   Herhaal   dit   een   aantal   keer   net   zolang   tot   iedereen  tegelijk  stopt.    

– Voeg   vervolgens   een   andere   beweging   toe   die   u   uitvoert   na   het  slaan   op   de   bovenbenen,   bijvoorbeeld:   sla   op   uw   bovenbenen   en  stamp  met   één   voet   op   de   grond.  De   leerlingen   volgen   uw  weer.  Herhaal  een  aantal  keer  tot  het  gelijk  gaat.  

– Voeg   nog   meer   bewegingen   toe,   laat   de   leerlingen   bewegingen  verzinnen  die  samen  een  mooi  geheel  vormen  en  die  u  in  een  ritme  kunt  uitvoeren.  Eindig  met  een  groot  gebaar.    (Bijvoorbeeld:  sla  op  uw  bovenbenen,  stamp  op  de  grond,  klap   in  de  handen,  klap  met  rechterhand  op  borst,  klap  met   linkerhand  op  borst,  handen   in  de  lucht  terwijl  u  ‘yeah’  roept.)    

       Kern  Luisteropdracht  

• Luister   met   de   kinderen   naar   geluidsfragment   20   (t/m   1:10)   en   laat   ze  benoemen  wat  voor  beelden  zij  bij  de  muziek  voor  zich  zien  en  waarom.    

• Vraag  de  kinderen  bij  welk  sprookje  deze  muziek  zou  passen.  • Laat   vervolgens   bijlage   7   zien.   Dit   is   het   schilderij   dat   Moessorgski  

inspireerde  voor  het  schrijven  van  de  muziek.  Wat  zien  de  kinderen  op  het  schilderij?    Hoe  zou  dat  passen  bij  de  muziek  van  net?  

• Vertel  de  kinderen  vervolgens  dat  dit  een  schilderij  is  van  een  klok,  maar  als  je  goed  kijkt  zie  je  iets  geks:  de  klok  heeft  kippenpoten.  En  dat  verwijst  naar  het   Russische   sprookje   Baba   Yaga.   Baba   Yaga   is   een   gemene   heks   die  woont  in  een  huis  op  kippenpoten.  Daardoor  kan  haar  huis  verplaatsen.  

• Luister   nogmaals   naar   geluidsfragment   20   (t/m   1:10).   Hoe   horen   de  leerlingen  de  heks   in  de  muziek?   (de  muziek   is  dreigend,   later  hoor   je  een  soort  achtervolging)  

Page 24: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 22  

 Bodypercussie  aanleren  

• Op  deze  muziek  zullen  de  leerlingen  tijdens  het  concert  een  bodypercussie  uitvoeren.  Deze  gaan  ze  nu  instuderen.    

• Leer  de  bodypercussie  eerst  zonder  muziek  in  stukjes  aan,  in  een  langzaam  tempo.   Doe   als   dat   goed   gaat   de   bewegingen   op   de   muziek  (geluidsfragment  20  t/m  1:10).    

• De  bewegingen  zijn  als  volgt  (zie  film  8):    Geluidsfragment  20  (t/m  minuut  1:10)                                                                                                                                                            (zie  film  8)  2x  8  tellen   -­‐  2x  8  tellen   Stap  op  de  plaats  2x  8  tellen   Klap  op  bovenbenen  linker-­‐  en  rechterhand  afwisselen  2x  8  tellen   Vingers  van  achter   je  duim   laten  wegschieten  op  de  maat  van  de  muziek.  

Houd  je  handen  hierbij  boven  je  hoofd  en  schiet  verschillende  kanten  op.  8  tellen   klap   op  

borst     klap     klap   op  

borst     klap  

+  stamp    

8  tellen   klap   op  borst  

  klap     klap   op  borst  

  klap  +  stamp  

 

8  tellen   Grote  cirkelbeweging  boven  je  hoofd  met  2  armen  (rechts  naar  links)  8  tellen   Grote  cirkelbeweging  boven  je  hoofd  met  2  armen  (links  naar  rechts)  8  tellen   Grote  cirkelbeweging  boven  je  hoofd  met  2  armen  (rechts  naar  links)  8  tellen   Grote  cirkelbeweging  boven  je  hoofd  met  2  armen  (links  naar  rechts)  8  tellen   Klap   op   borst  

met  2  handen      

Beweeg   je   handen   trapsgewijs   naar   beneden,   vingers  naar  voren.  

8  tellen   Klap   op   borst  met  2  handen      

Beweeg   je   handen   trapsgewijs   naar   beneden,   vingers  naar  voren.  

8  tellen   Klap   op   borst  met  2  handen      

Handen  trapsgewijs  naar  beneden  

Klap  op  borst  met  2  handen      

Handen  trapsgewijs  naar  beneden  

8  tellen   Klap   op   borst  met  2  handen      

Handen  trapsgewijs  naar  beneden  

Klap  op  borst  met  2  handen      

Handen  trapsgewijs  naar  beneden  

3  x  8  tellen   Klap  op  bovenbenen  linker-­‐  en  rechterhand  afwisselen  op  de  maat  8  tellen   stamp   stamp   klap   klap   stamp   stamp   klap   klap  8  tellen   stamp     klap     stamp     klap       Trompet  speelt,  de  leerlingen  stoppen  met  bewegen  

 Afsluiting  

• Zing   de   liedjes   uit   de   vorige   lessen,   gebruik   zoveel   mogelijk   de  instrumentale  versies.  Herhaal  ook  de  geleerde  bewegingen.  

 Schilderijententoonstelling  maken  

• Laat   de   kinderen   een   schilderij  maken   bij   de  muziek   uit   deze   les   voor   de  schilderijententoonstelling.  Laat  ze  weer  kiezen  welke  techniek  ze  het  beste  bij  de  muziek  vinden  passen.  Zet  altijd  de  muziek  aan  tijdens  het  schilderen.  

 Extra  Sprookje  schrijven  

• Laat   de   leerlingen   hun   eigen   sprookje   schrijven.   Laat   ze   hun   verhaal  beginnen  met  “Er  was  eens…”.  Benoem  de  besproken  kenmerken  van  een  sprookje  nog  eens  zodat  ze  die  in  hun  verhaal  kunnen  verwerken.  

 Kleien  

• Laat  de  leerlingen  van  klei  het  huis  van  de  heks  Baba  Yaga  maken.    

Page 25: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling  

   

23  

Generale  repetitie    Nodig:  

– Geluidsfragment  7,  9,  10,  12,  13,  15  en  20    Tijd:  

– Ongeveer  30  minuten    Voorbereiding:  

– Geen.   (U   kunt   eventueel   andere   klassen   of   ouders   uitnodigen   als   publiek  voor  de  generale  repetitie.)  

 In  deze  les:  

– Zingen  de  kinderen  nogmaals  alle  liedjes  en  doen  ze  de  bewegingen  die  ze  hebben  geleerd  ter  voorbereiding  op  het  concert  in  Het  Concertgebouw.  

 Inleiding  

• Herhaal  met  de  leerlingen  wat  ze  in  de  vorige  lessen  hebben  geleerd:  waar  gaan   de   kinderen   naartoe?  Wie   spelen   er?  Op  welke   instrumenten?  Waar  gaat  het  concert  over?  

• De  leerlingen  gaan  in  deze  les  een  generale  repetitie  houden,  net  als  echte  artiesten  altijd  doen.  De  laatste  repetitie  voor  het  concert.  

 Kern  

• Zing  alle  liedjes  en  doe  de  bewegingen:      Geluids-­‐fragment  

Titel   Activiteit  

7   Promenade  1   Zang  9   Promenade  2   Zang  10   Het  oude  kasteel   Zang  12   Tuileries   Bewegingen  13   Bydlo   Bewegingen  15   Dans  van  de  kuikens   Bewegingen  20   Baba  Yaga   Bewegingen          

• Het  is  belangrijk  dat  de  leerlingen  bij  het  intro  van  de  muziek  meteen  weten  wat  er  gaat  komen.  

 Afsluiting  

• Hoe  vonden  de  leerlingen  de  generale  repetitie  gaan?  Wat  ging  er  goed  en  wat  kan  er  beter?  Klonk  Promenade  1  echt  anders  dan  Promenade  2?  

• Blijf   tot   de   dag   van   het   concert   de   liedjes   en   bewegingen   herhalen.   Hoe  beter   de   leerlingen   deze   kennen,   hoe   mooier   het   resultaat   in   Het  Concertgebouw  wordt.  

Page 26: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 24  

Verwerkingsles    Tijd:  

– Ongeveer  30  minuten  (afhankelijk  van  de  gekozen  activiteit)    In  deze  les:    

– Reflecteren  en  verwerken  de  kinderen  het  concert  in  Het  Concertgebouw.    Voorbereiding  

– Kies  voor  deze  les  één  of  twee  van  onderstaande  opdrachten  uit  om  met  de  klas  uit  te  voeren.      

 Kern  Kringgesprek  

• De  kinderen  zitten   in  een  kring.  Vraag  de  kinderen  wat  ze  vonden  van  het  bezoek   aan   Het   Koninklijk   Concertgebouw.  Wat   zagen   ze   onderweg   naar  het   gebouw   toe   en  wat   zagen   ze   in   het   gebouw?  Wat   vonden   ze   van  het  concert?  Wat  vonden  ze  mooi  en  waarom?  Wat  vonden  ze  juist  niet  mooi  en  waarom?  Welk  liedje  vonden  ze  het  allermooist?  Was  er  ook  muziek  bij  waar  ze   verdrietig   van   werden?   Of   juist   vrolijk?   Welk   gevoel   kreeg   je   bij   de  muziek?   Waar   moest   je   aan   denken?   Welk   instrument   vonden   ze   het  allermooist  klinken  en  waarom?  Wat  deden  de  musici  tijdens  het  concert?    

 Teken  of  schilderopdracht  

• Kies  met  de  kinderen  iets  uit  het  dat  ze  erg  mooi  vonden.  Laat  ze  uitleggen  waarom   ze   juist   dat   onderdeel   of   fragment   zo   mooi   vonden.   Laat   de  kinderen   er   een   tekening   of   schilderij   van   maken.   Luister   tijdens   het  tekenen  of  schilderen  nog  eens  naar  de  muziek.  Hang  de  werkstukken  op  in  het  lokaal.    

 Herhalen  liedjes  en  opdrachten  

• Zing  de  liedjes  en  herhaal  de  bewegingen  nog  eens  met  de  kinderen.  Vraag  na  elk   lied  wat  er   in  het  concert  gebeurde  tijdens  en  rondom  het   lied.  Wat  vonden  de  kinderen  daarvan?  Welke  opdrachten  of  spelletjes  uit  de   lessen  vonden  ze  leuk  om  te  doen?  Herhaal  deze  nog  eens  met  de  klas.    

 Herhalen  instrumenten  

• Hoe   heten   de   instrumenten   ook   alweer   die   ze   hebben   gezien?  Wat   is   het  verschil   tussen  de   instrumenten   en   is   er   verschil   in   klank?   Laat   film  4   nog  eens   zien,   wat   vonden   ze   bijzonder   aan   elk   instrument   of   juist   het   hele  orkest  tijdens  het  concert?    

 Schilderijententoonstelling  

• Laat   de   kinderen   bij   hun   eigen   schilderijen   vertellen   hoe   de   muziek   hen  geïnspireerd   heeft.   Zouden   ze   nu   ze   naar   het   concert   zijn   geweest   het  schilderij   anders   maken?     Nodig   de   ouders   van   de   leerlingen   uit   om   de  schilderijententoonstelling  te  bekijken.  

 Tekening/schilderij  voor  een  musicus  

• Laat  de  kinderen  één  artiest  kiezen  die  ze  het  leukst,  grappigst  of  het  meest  bijzonder  vonden.  Waarom  hebben  ze  voor  deze  musicus  gekozen?  Laat  de  kinderen  een  tekening  of  schilderij  maken  voor  een  musicus  waarop  ze  laten  zien  waarmee  hij  of  zij   indruk  heeft  gemaakt.  De  tekeningen  kunt  u  sturen  naar  [email protected].  

 

Page 27: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Bijlage  1:  Het  Koninklijk  Concertgebouw    Hier  vindt  u  informatie  over  de  geschiedenis  van  Het  Koninklijk  Concertgebouw.  Laat  onderstaande  afbeelding  aan  de  leerlingen  zien:      

   Herkennen   ze   het   gebouw?     Het   is   Het   Koninklijk  Concertgebouw!    Vertel   dat  Het  Koninklijk  Concertgebouw  heel   vroeger,  toen  het  net  gebouwd  was,  nog  middenin  de  weilanden  stond.   Dat   is   nu  wel   anders.   Er   zijn   huizen,   winkels   en  musea  omheen  gebouwd.  Er   rijdt  nu  een  tram  naar  het  gebouw   toe,   terwijl   je   vroeger   in   je   koets   naar   een  concert  werd  gereden.          

   

Page 28: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

Akoestiek  Het  Koninklijk  Concertgebouw  is  een  wereldberoemd  gebouw.  Dat  komt  omdat  de  Grote  Zaal  een  heel  goede  akoestiek  heeft.  Dat  betekent  dat  de  muziek  die  er  gespeeld  wordt  heel  erg  mooi  klinkt.  Niet   alleen  omdat  de  muzikanten   zo  mooi   spelen,  maar   ook  omdat  de   zaal   ervoor   zorgt   dat   de  muziek  op  haar  allermooist  in  de  oren  van  het  publiek  terechtkomt.  Het  geluid  uit  de  instrumenten  botst   tegen   de  muren   en   het   plafond   van   de   zaal   en   komt   daarna   in   je   oren.   De  muren   en   het  plafond   van   Het   Koninklijk   Concertgebouw   zitten   precies   op   de   goede   plek.   En   ze   zijn   van   het  juiste   materiaal   gemaakt.   Daarom   klinkt   de   muziek   er   zo   mooi.   En   daarom   is   Het   Koninklijk  Concertgebouw  zo  ontzettend  beroemd.    Zalen  Het  Koninklijk  Concertgebouw  heeft  verschillende  zalen.    Er   zijn   twee   ‘concertzalen’   (zalen   die   bedoeld   zijn   om  concerten  in  te  geven):  -­‐   De  Grote  Zaal    -­‐   De  Kleine  Zaal    Er  zijn  twee  zalen  die  even  groot  zijn  als  de  Kleine  Zaal,  waarin   ook  muziek   wordt   gemaakt,   maar   niet   zo   vaak  voor  publiek:  -­‐   De  Spiegelzaal  -­‐   De  Koorzaal    Verder   zijn   er   verschillende   ‘foyers’   (een   deftig   woord   voor   koffieruimtes),   waarin   bijvoorbeeld  tijdens  sommige  projecten  voor  kinderen  kleine  concertjes  worden  gegeven.      En   dan   zijn   er   nog   een   heleboel   ruimtes   die   je   normaal   gesproken   niet   ziet   als   je   naar   Het  Koninklijk  Concertgebouw  gaat:  -­‐   De  zolder,  die  net  zo  groot  is  als  de  Grote  Zaal.  -­‐   De  artiestenfoyer,  een  ruimte  waarin  de  musici  kunnen  eten  en  drinken  als  ze     pauze  hebben.  -­‐   De  kleedkamers,  waar  de  musici  zich  kunnen  omkleden  voor  en  na  het  concert.  -­‐   Een  muziekbibliotheek,  waar  alle  muziek  wordt  bewaard  die  tijdens  de     concerten  wordt  gespeeld.      De  lier  Aan  één  ding  kun  je  Het  Koninklijk  Concertgebouw  altijd  gemakkelijk  herkennen.  Dat  is  de  gouden  lier  (een  soort  harp)  die  op  het  dak  van  het  gebouw  staat.  Je  zou  niet  zeggen  dat  die  lier  veel  groter  is  dan  jij,  maar  hij  is  zelfs  veel  groter  dan  jij  bent  over  twintig  jaar!  Kijk  maar:                                              

Page 29: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling    

   

27  

Zo  ziet  Het  Koninklijk  Concertgebouw  er  nu  uit:    

   

Page 30: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 28  

Bijlage  2:  Het  Koninklijk  Concertgebouworkest    Het  Koninklijk  Concertgebouworkest  is  al  127  jaar  één  van  de  beroemdste  orkesten  van  de  wereld.    Maar  wat  maakt  het  orkest  nou  zo  bijzonder?  Het  meest  beroemd  is  het  orkest  om  de  klank,  die  anders  is  dan  de  klank  van  alle  andere  orkesten.  Klank   moet   je   eigenlijk   horen.   Maar   als   je   het   in   woorden   opschrijft   klinken   de   strijkers   van   het   orkest  bijvoorbeeld   ‘fluwelig’   en  heeft   het   koper   een   ‘gouden’   klank.  Het   orkest   klinkt   ook   zo  mooi   omdat  het   altijd  speelt   in  de  bijzondere  akoestiek  van  de  Grote  Zaal  van  Het  Koninklijk  Concertgebouw.  Het  orkest  geeft  daar  ongeveer   80   concerten   per   jaar.   Maar   niet   elk   orkest   klinkt   in   de   Grote   Zaal   zo   mooi   als   het  Concertgebouworkest.    Het   orkest   gaat   ook   vaak   op   tournee   naar   andere   landen   om   daar   concerten   te   geven.   Soms   is   dat   redelijk  dichtbij,  bijvoorbeeld  naar  Frankrijk,  maak  vaak  gaan  ze  ook  ver  weg  naar  bijvoorbeeld  Amerika.  Per  jaar  speelt  het  orkest  40  concerten  in  het  buitenland.      De  musici  die  in  het  orkest  spelen  komen  van  over  de  hele  wereld.  Er  spelen  totaal  120  musici  in  het  orkest  en  die  komen  uit  maar  liefst  20  verschillende  landen.  Om  in  het  orkest  te  mogen  spelen  moet  je  auditie  doen  voor  een  hele  strenge  jury.  Alleen  de  allerbeste  musici  van  de  wereld  kunnen  daarom  in  het  orkest  spelen.    Per   jaar  bezoeken  ongeveer  250.000  mensen  de  concerten.  Maar  omdat  het  orkest  ook  vaak  op  radio  en  tv   is,  zijn  er  nog  veel  meer  mensen  die  het  orkest  horen.  Voor  kinderen  heeft  het  orkest  een  speciale  app  ontwikkeld.  Hierin  staat  de  muziek  van  Peter  en  de  Wolf  centraal.    Kijk  voor  meer  informatie  op  www.concertgebouworkest.nl      

Opstelling  van  een  symfonieorkest  

 

Page 31: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling    

   

29  

Bijlage  3:  Instrumenten  symfonieorkest      Strijkinstrumenten    

  Alle   strijkinstrumenten   hebben   snaren   waar   je  overheen   gaat   (‘strijkt’)   met   een   strijkstok   om   het  geluid   te   maken.   Vandaar   de   naam  strijkinstrumenten.   Het   stuk   van   de   strijkstok   dat  langs  de  snaren  strijkt,  is  van  haren  gemaakt.  Dit  zijn  de  haren  van  de  staart  van  een  paard.    Maar  je  hebt  niet  altijd  een  strijkstok  nodig,  want  je  kunt   ook  met   je   vinger   tokkelen   op   de   snaren.  Dat  heet  ‘pizzicato’  (spreek  uit:  pietsikaatò).    Je   kunt   verschillende   tonen   maken   op   een  strijkinstrument  door  de  snaren  met   je  vingers   in  te  drukken.  Daardoor  worden  de  snaren  korter  of  weer  langer  en  verandert  de  toon.      Je   kunt   strijkinstrumenten   goed   herkennen   aan   de  vorm   (zie   bijlage   5).   Alle   strijkinstrumenten   zijn  gemaakt  van  hout.  

 

Viool   De   viool   is   de   kleinste   van   de   familie.   Het   kleine  broertje   of   zusje,   zou   je   kunnen   zeggen.   De   viool  maakt   een   mooi   hoog   en   helder   geluid   en   speelt  vaak  de  melodie.  

 

Altviool   De   altviool   wordt   ook   wel   ‘viola’   genoemd.   De  altviool   is  een  soort  grote  zus  of  broer  van  de  viool.  Een   altviool   is   ook   iets   groter   dan   de   viool.   Het  geluid  dat  de  altviool  maakt,   is  daarom  anders.  Het  geluid   is   lager   en   minder   helder   dan   dat   van   een  viool.   Ze   zeggen  wel   dat   het   geluid   van   de   altviool  ‘warmer’  klinkt.  

 

Cello   De  cello  is  als  de  moeder  van  de  viool  en  de  altviool.  De   cello   is   een   stuk   groter   en   ligt   niet   op   iemands  schouder  maar  staat  met  een  grote  pin  op  de  vloer.  Degene  die  op  de  cello  speelt,  zit  op  een  stoel.  Wat  denken   jullie:   klinkt   de   cello   hoger   of   lager   dan   de  altviool?  (lager,  want  hoe  groter  het  instrument,  hoe  lager  deze  klinkt)  

 

Contrabas   De  contrabas,  ook  wel  bas  genoemd,   is  eigenlijk  de  vader  van  de  familie.  De  contrabas  is  het  grootst  en  hij   kan  de   laagste   tonen   spelen.  De   contrabas   is   zo  groot,  dat   je  moet  staan  of  op  een  hoge  kruk  moet  zitten  om  op  hem  te  spelen,  anders  kun  je  er  niet  bij.  De   snaren  van  de   contrabas   zijn  dikker  dan  die   van  een   cello,   viool   en   altviool.  Ook   is   de   strijkstok   van  de   contrabas   het   grootst   en   het   zwaarst   van   alle  strijkstokken  in  de  familie.    

 

 

Page 32: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 30  

 Blaasinstrumenten  -­‐  houtblaasinstrumenten    

 

  Bij  blaasinstrumenten  ontstaat  het  geluid  doordat  je  lucht  in  het  instrument  blaast.  Door  knoppen  op  het  instrument   in   te   drukken   ontstaan   de   verschillende  tonen.    Er   zijn   twee   soorten   blaasinstrumenten   in   het  orkest:   houtblaasinstrumenten   en  koperblaasinstrumenten.  Houtblazers  blazen  op  een  mondstuk   dat   gemaakt   is   van   hout/riet,  koperblazers  blazen  op  een  koperen  mondstuk.    De  dwarsfluit  was  vroeger  van  hout  en  hoort  daarom  bij  de  houtblaasinstrumenten.  

 

Dwarsfluit   De   dwarsfluit   is   de   op   één   na   jongste   van   het  houtblazers   gezin.   De   dwarsfluit   heeft   nog   een  kleiner   broertje   dat   erg   op   de   dwarsfluit   lijkt:   de  piccolo.   Je  houdt  ze  allebei  hetzelfde  vast,  namelijk  overdwars.   De   dwarsfluit   geeft   een   hoog   geluid,  maar  een  piccolo  is  kleiner  en  klinkt  daarom  nog  een  stuk  hoger!    De  dwarsfluit  is  meestal  van  zilver  gemaakt.  Vroeger  werd  deze  van  hout  gemaakt.  

   

Hobo   De   hobo   heeft   bovenop   twee   rietjes   die   aan   elkaar  zijn   gemaakt.   Door   daar   met   je   mond   lucht  doorheen  te  blazen  ontstaat  er  een  geluid.  Een  hobo  is   zwart   met   zilveren   kleppen   waarmee   je   gaten  open   en   dicht   maakt   en   daardoor   de   verschillende  tonen  maakt.  Een  hobo  heeft  een  heldere  klank.    

 

Klarinet   De   klarinet   lijkt   om   te   zien   op   de   hobo,   maar   de  bovenkant   is   anders.   Een   klarinet   heeft   maar   één  riet.   Je   blaast   lucht   tussen   dat   riet   en   het   houten  mondstuk  en  daardoor  klinkt  de  klarinet  heel  anders  dan   de   hobo.   De   klarinet   heeft   een   wat   warmere  klank.  

 

Fagot   De  fagot  is  de  grote  papa  of  opa  van  de  houtblazers.    De   fagot   is   vaak   rood-­‐bruin   van   kleur   en   heeft   ook  twee   rietjes,  net  als  de  hobo.  Dit   riet  zit  aan  een  S-­‐vormige   buisje,   waaraan   je   de   fagot   goed   kunt  herkennen.   Een   fagot   is   veel   groter   dan   de   andere  houtblaasinstrumenten  en  klinkt  daarom  veel  lager.    

 

 Blaasinstrumenten  -­‐  koperblaasinstrumenten    

  Koperblaasinstrumenten   zijn   koperkleurig   en  hebben   allemaal   een   rond   koperen   mondstuk  waarop   je   blaast.   Door   de   spanning   in   je   lippen   te  veranderen   kun   je   verschillende   tonen   maken.  Daarom   hebben   koperblaasinstrumenten   veel  minder   knoppen   dan   de   houtblaasinstrumenten,  want  je  verandert  de  noten  dus  vooral  met  je  mond!    

 

Trompet   De  trompet   is  de  kleinste  maar  ook  de  brutaalste   in  de   familie.   Hij   toetert   zo   schel   dat   hij   soms   wel  boven  het  hele  orkest  uitkomt.    

 

Trombone   De   trombone   is   de   grote   broer   van   de   trompet   en  klinkt  ook   lager.  De  trombone  heeft  geen  knoppen,  maar  een  buis  die  je  van  lengte  kunt  veranderen.  Zo  

 

Page 33: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling    

   

31  

ontstaan   er   verschillende   tonen.   Soms   verander   je  de  tonen  niet  met  de  buis,  maar  met  je  mond,  zoals  bij  alle  koperblazers.    

Hoorn   De   hoorn   is   het   neefje   van   de   familie   en   heeft   een  hele  lange  buis.  Gelukkig  is  die  opgerold,  want  als  je  die  zou  uitrollen  is  deze  bijna  4  meter  lang!  (dat  zijn  vier   hele   grote   stappen,   illustreer   dat   of   laat   een  leerling  dat  doen).  Aan  het  eind  van  de  buis  zit  een  hele   grote   beker   waar   het   geluid   uit   komt.   De  hoornist  houdt  zijn  hand  in  deze  beker  om  het  geluid  nog  mooier  te  maken.  Het  geluid  van  de  hoorn  past  bij  de  vorm:  de  hoorn  heeft  een  ronde  klank.  

 

Tuba   De   tuba   is   de   ‘grote   papa’   van   de   familie.   Een  gezellige,  dikke  toeter.    De  tuba  kan  de   laagste  tonen  spelen  van  het  gezin.  Een   beetje   zoals   de   contrabas   in   de   familie   van   de  strijkinstrumenten.  De   tuba   is   net   als   de  hoorn   een  heel  stuk  opgerold.  Anders  zou  het  te  onhandig  zijn  om  de  tuba  mee  te  nemen.  Mensen  die  op  een  tuba  spelen,   krijgen   vaak   rode,   bolle   wangen.   Dat   komt  omdat  ze  zoveel  lucht  in  de  tuba  moeten  blazen  om  dat  mooie,  lage  geluid  te  krijgen.  Dat  is  hard  werken!  

 

 Percussie-­‐instrumenten  

Percussie-­‐instrumenten   zijn   alle   instrumenten   waar   je   op   slaat   om   geluid   te  maken.  Percussie-­‐instrumenten  zijn  vooral  geschikt  om  ritmes  te  spelen,  maar  op  sommige   instrumenten   kun   je   ook   tonen   of   melodieën   spelen   (zoals   op   een  xylofoon).    De  familie  van  de  percussie-­‐instrumenten  is  heel  erg  groot.  Elk  instrument  heeft  zijn  eigen  klank,  speelwijze  en  karakter.      

Page 34: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 32  

Bijlage  4:  Grafische  notatie  geluiden      

   

   S    

 

 

       

                   

     

       

Page 35: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling    

   

33  

Bijlage  5:  Ontwerp  Dans  van  de  kuikens    

 

Page 36: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 34  

Bijlage  6:  Grafische  partituur  Dans  van  de  kuikens      

       

       

−  −   −  −   −  −   −  −  

−  −   −  −   −  −   −  −  

       

       

−  −   −  −   −  −   −  −  

−  −   −  −   −  −   −  −  

               

 

 

   

   

     

Page 37: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

Schilderijen  van  een  tentoonstelling    

   

35  

Bijlage  7:  Afbeelding  bij  Baba  Yaga    

 

Page 38: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

   

 36  

Liedteksten    Liedtekst  1:  Promenade  Als  je  zingt,  in  de  maat  en  met  deze  melodie  Zie  je  zomaar  een  wereld  ontstaan  vol  fantasie  En  alles  wat  je  hoort  tot  aan  het  einde  van  het  lied  Lijkt  zelf  weer  aangespoord  door  alle  dingen  die  je  ziet      Liedtekst  2:  Het  oude  kasteel  Wanneer  alles  grijs  van  de  mist  is,  zie  je  soms  dingen  verschijnen    Die  daarna  weer  verdwijnen    En  als  je  die  dingen  wilt  blijven  zien,  pak  je  snel  wat  papier    en  dan  teken  je  hun  lijnen,  net  als  de  schaduwen  op  je  gordijnen      

         

Liedteksten:  Ruben  van  Gogh  

Page 39: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

& bb 45 46 45Û Û Û Û Û Û

Als je zingt in de maat

Û Û Û Û Û Û Û

en met de ze me lo die- - -

& bb 45 46 453

Û Û Û Û Û ÛZie je zo maar een we

Û Û Û Û Û Û Ûreld ont staan vol fan ta sie-- - - -

& bb 45 46 455

Û Û Û Û Û ÛEn al les wat je hoort

Û Û Û Û Û Û Û Ûtot aan het ein de van het lied--

& bb 45 467

Û Û Û Û Û ÛLijkt zelf weer aan ge spoord

Û Û Û Û Û Û Û Ûdoor al le din gen die je ziet.- - - -

1. Promenade ritme

Page 40: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

& bb 45 46 45œ œ œ œ œ œAls je zingt in de maat

œ œ œ œ œ œ œen met de ze me lo die- - -

& bb 45 46 453

œ œ œ œ œ œZie je zo maar een we

œ œ œ œ œ œ œreld ont staan vol fan ta sie-- - - -

& bb 45 46 455

œ œ œ œ œ œEn al les wat je hoort

œ œ œ œ œ œ œ œtot aan het ein de van het lied--

& bb 45 467

œ œ œ œ œ œLijkt zelf weer aan ge spoord

œ œ œb œ œ œ œb œbdoor al le din gen die je ziet.- - - -

2. Promenade melodie

Moessorgski

© Het Koninklijk Concertgebouw

Page 41: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

&

&

?

bb

bb

bb

45

45

45

46

46

46

45

45

45

46

46

46

Zang

Piano

œ œ œ œ œ œAls je zingt in de maat

œ œ œ œ œ œ

œ œ œ œ œ œ œen met de ze me lo die,

œ œ œ œ œ œ œ

œ œ œ œ œ œzie je zo maar een we

œœœ œœœœœœ

œ œ œœœœœœœ œœ œœ œœ œœ

- - - - -

&

&

?

bb

bb

bb

46

46

46

45

45

45

46

46

46

45

45

45

Z

Pno.

4 œ œ œ œ œ œ œreld ont staan vol fan ta sie.

4 œ œ œœœ œœœ œœœn œœœ œœœœœœœ

œœ œœ œœœœnn

œœ

œ œ œ œ œ œEn al les wat je hoort

œ œ œ œ œ œ∑

œ œ œ œ œ œ œ œtot aan het ein de van het lied,

œ œ œ œœ œœ œ œ œœ

Œ Œ œœœœ œœ œœ

- -- - -

&

&

?

bb

bb

bb

45

45

45

46

46

46

Z

Pno.

7

œ œ œ œ œ œLijkt zelf weer aan ge spoord

7

œ œ œ œ œ œ

œ œ œb œ œ œ œb œbdoor al le din gen die je ziet.

œ œ œœb œœb œœ œ œb œœ

Œ Œ œœbbœœbb œœ œœ

- - - -

3. Promenadepartituur

Moessorgski

© Het Koninklijk Concertgebouw

Page 42: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

&

&

?

# # # # #

# # # # #

# # # # #

86

86

86

Zang

Piano

..˙̇

œ jœ œ œ œ.œ .œ

.œ œ œ œ œ œ.œ .œ

.œ œ œ œ œ œ.œ .œ

œ jœ œ œ œ.œ œ ‰

&

&

?

# # # # #

# # # # #

# # # # #

Z

Pno.

6

6

.œ œ œ œ œ œ.œ œ ‰

Œ . Œ jœWan

Œ . Œ jœ

.œ .œœ Jœ œ Jœ

.˙nee

.œ̇ Jœ œ Jœ

œ œ œ œ œ œr al les grijs van de

œ œ œ œ œ œ œ œ

.œ .œœ Jœ œ Jœ

œ jœ .œmist is zie

œ jœ .œ

.œ̇ Jœ œ Jœ

---

&

&

?

# # # # #

# # # # #

# # # # #

Z

Pno.

11

œ œ œ œ œ œje soms din gen ver

11

œ œ œ jœ œ œ œ.œ .œœ Jœ œ Jœ

jœ œ .œschij ne

jœ œ .œ.œ̇ Jœ œ Jœ

œ œ œ œ œ œn, die daar na weer ver

œ œ œ œ œ œ.œ̇ Jœ œ Jœ

.œ .œdwij nen.

.œ .œ

.œ œ œ œ œ œ.œ .œ

-- - - --

4. Het oude kasteel

Moessorgski

© Het Koninklijk Concertgebouw

Page 43: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

&

&

?

# # # # #

# # # # #

# # # # #

Z

Pno.

15

œ‰ Œ .

15

œ‰ ‰ œ

.œ œ œ œ œ œ.˙

œ jœ œ œ œ.˙

.œ œ œ œ œ œ.˙

Jœ ‰ ‰ Œ .

.œ .œœ Jœ œ Jœ

Œ . Œ jœEn

Œ . Œ jœjœ

‰ ‰ Œ .œ Jœ œ Jœ

.˙a

.œ̇ Jœ œ Jœ

-

&

&

?

# # # # #

# # # # #

# # # # #

Z

Pno.

21

œ œ œ œ œ œls je die din gen wilt

21

œ œ œ œ œ œ œ œ

.œ .œœ Jœ œ Jœ

œ jœ .œblij ven zie

œ jœ .œŒ . .œ.œ .œœ Jœ œ Jœ

œ œ œ œn œ œn, pak je snel wat pa

œ œ œ œn œ œ.œ ..œœ.œ .œœ Jœ œ Jœ

.œ œ œ œnpie r en dan

.œ œ œ œn..˙̇n

.œ̇ Jœ œ Jœ

- - - - -

&

&

?

# # # # #

# # # # #

# # # # #

Z

Pno.

25

œ jœ œ jœte ken je hun

25

œ jœ œ jœ..˙̇

.˙# œ Jœ œ Jœ

œ jœ œ œ œlijn en net als de

.œ œ œ œ.˙

.œ .œœ Jœ œ Jœ

œ œ œ œ œ œscha du wen op je gor

œ œ œ œ œ œ.œ .œ‹.œ .œœ Jœ œ Jœ

.œ .œdij nen.

.œ .œ

.œ̇ Jœ œ Jœ

œ‰ Œ .

.˙ .˙

- - - - - -

2 Het oude kasteel

Page 44: Schilderijen van een tentoonstelling - Concertgebouw...2+ Voorwoord+ + Schilderijenvaneententoonstelling+is+een+project+voorgroep+5+vanhet primair onderwijs.+Tijdens+ het+ concert+

De educatieprojecten van Het Koninklijk Concertgebouw worden mede mogelijk gemaakt door VandenBroek Foundation, Amado Foundation, Fonds 21, Prins Bernhard Cultuurfonds, Gifted Art, Triodos Foundation, Institut Français, Charity Stichting Rob Beers, Stichting Zabawas, Freek en Hella de Jonge Stichting, Thurkowfonds

©Het Concertgebouw n.v.Afdeling EducatieConcertgebouwplein 101071 ln AmsterdamTelefoon 020 5730533E-mail [email protected] www.educatie.concertgebouw.nl