BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

39
2002 — 2012 10 JAAR CONCERTGEBOUW BRUGGE Met bijdragen van Jerry Aerts Jean-Marie Bogaert Ignace Bossuyt Geert Bourgeois Paul Breyne Frans Brüggen Sidi Larbi Cherkaoui Pierre Choffé David Claerbout Jean en Lieven Cloetens Joachim Coens Moniek Corthouts Hilde Crevits Dirk De fauw Bert De Graeve Anne Teresa De Keersmaeker Laurens De Keyzer Rik De Nolf Sandra De Preter Arne Deforce Stéphane Degout Lieve Dierckx Filip Dujardin Tom Eelen Abdel Rahman El Bacha Iván Fischer Philippe Herreweghe Johan Huys Daan Janssens György Kurtág Renaat Landuyt Jo Libeer Patrick Moenaert Gerard Mortier Brody Neuenschwander Francis Op de Beeck Chantal Pattyn Kris Peeters Gunter Pertry Paul Robbrecht Yves Roose David Samyn Jordi Savall Joke Schauvliege Eric Sleichim Iwan Strauven Michel Tabachnik Geert Van der Speeten Katrien Van Eeckhoutte Kurt Van Eeghem Jos van Immerseel Marianne Van Kerkhoven Mercedes Van Volcem Jeroen Vanacker Hugo Vandamme Olivier Vanneste Annelies Vantyghem Peter Verhelst Sieuwert Verster Mia Verstraete Charlotte en Céline Virgils

description

10 JAAR CONCERTGEBOUW

Transcript of BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

Page 1: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

2002 — 2012

10 JAAR CONCERTGEBOUW BRUGGEMet bijdragen vanJerry AertsJean-Marie BogaertIgnace BossuytGeert BourgeoisPaul BreyneFrans BrüggenSidi Larbi CherkaouiPierre ChofféDavid ClaerboutJean en Lieven CloetensJoachim CoensMoniek CorthoutsHilde CrevitsDirk De fauwBert De GraeveAnne Teresa De KeersmaekerLaurens De KeyzerRik De NolfSandra De PreterArne DeforceStéphane DegoutLieve DierckxFilip DujardinTom EelenAbdel Rahman El BachaIván FischerPhilippe HerrewegheJohan HuysDaan JanssensGyörgy Kurtág

Renaat LanduytJo Libeer

Patrick MoenaertGerard Mortier

Brody NeuenschwanderFrancis Op de Beeck

Chantal PattynKris Peeters

Gunter PertryPaul Robbrecht

Yves RooseDavid Samyn

Jordi SavallJoke Schauvliege

Eric SleichimIwan Strauven

Michel TabachnikGeert Van der SpeetenKatrien Van Eeckhoutte

Kurt Van EeghemJos van Immerseel

Marianne Van KerkhovenMercedes Van Volcem

Jeroen VanackerHugo VandammeOlivier Vanneste

Annelies VantyghemPeter Verhelst

Sieuwert VersterMia Verstraete

Charlotte en Céline Virgils

20022012

Page 2: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 3: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

10 jaar Concertgebouw Brugge

Page 4: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 5: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

2002 — 2012

10 JAAR CONCERTGEBOUW BRUGGE

Page 6: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 7: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

Inhoud

Voorwoord 7

Vlaams minister-president Kris Peeters

Het parcours van het Concertgebouw in tien sleutelmomenten 12

Geert Van der Speeten

Een decennium muziek Goed geïnformeerd, rijkelijk geïnspireerd 24

Tom Eelen

Dans op dreef 38

Lieve Dierckx

Een gebouw als een dramaturgie 50

Marianne Van Kerkhoven

De kracht van het eerste idee 58

Iwan Strauven

Negen betekenisvolle actuele kunstintegraties in Concertgebouw Brugge 64

Annelies Vantyghem

Daar ontstond mijn passie voor kunst en voor de kunst van het kijken en het luisteren 72

Peter Verhelst

Concertgebouw Brugge: een geschiedenis 84

Mia Verstraete

Getuigenissen – opgetekend door Laurens De Keyzer 117

Een cadeau aan de Bruggelingen — Patrick Moenaert

We krijgen zoveel goeds terug — Paul Robbrecht, Robbrecht en Daem architecten

Een kwaliteitslabel voor muziek en dans — Katrien Van Eeckhoutte en Jeroen Vanacker

Met Brugge in ons vaandel — Jos van Immerseel

Eenheid tussen publiek en performers — Anne Teresa De Keersmaeker

Grenzen verleggen — Hugo Vandamme

Perfect op maat — Iván Fischer

Een zaal op de juiste schaal — Gerard Mortier

De muziek waarin ik leef — Arne Deforce

Soms je droefheid, soms je geluk — Charlotte en Céline Virgils

Een monsterfile — Jean en Lieven Cloetens

Dankwoord 142

Het team van Concertgebouw Brugge 142

Raad van bestuur en algemene vergadering 142

Concertgebouw Brugge dankt 143

Page 8: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 9: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

7

Voorwoord Foreword

Tien jaar later zijn we al. Al tien jaar is het gele-den dat het Concertgebouw werd ingehuldigd. Hét pronkstuk van Brugge 2002, Culturele Hoofdstad van Europa. Het Concertgebouw – met de kenmer-kende bruinrode terracottategels, met het vele glas en de overvloed aan daglicht – is een schitterend staaltje van architecturale creativiteit.

De Vlaamse regering is steeds overtuigd geweest van de enorme meerwaarde van het Concertge-bouw. Daarom hebben wij mee geïnvesteerd in dit project. De Vlaamse regering gelooft in de kracht van muziek, ‘de inhoudsmaat van de mens’, zoals Elias Canetti het ooit stelde. Daarom ondersteunen wij tot op vandaag het Concertgebouw.

Het Concertgebouw is op tien jaar tijd uitge-groeid tot een icoon in het Vlaamse muziekland-schap. Dit boek toont dat icoon in volle glorie – gisteren, vandaag en morgen.

Veel leesplezier!

Kris Peeters, Minister-president van de Vlaamse regering

Here we are, ten years on. Indeed, it was ten years ago that the Concertgebouw Brugge was inaugurated. The showpiece par excellence of Brugge 2002, Cultural Capital of Europe. The Hall – with its characteristic reddish-brown terracotta tiles, its acres of glass and its abundance of natural light – truly is a magnificent example of architectural creativity.

The Flemish government has always been convinced of the immense added value of the Concertgebouw Brugge. That is why we decided to support this project financially. The Flemish government firmly believes in the power of music, ‘the measure of capacity of mankind’, as Elias Canetti once said. That is the reason why we have been investing in the Concertgebouw Brugge to this very day.

It has taken the Concertgebouw Brugge just ten years to grow into an icon of the music scene in Flanders. This publication shows that icon in its full glory – yesterday, today and tomorrow.

Enjoy the book!

Kris Peeters, Minister-President of the Flemish government

Page 10: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 11: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 12: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 13: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

‘Het was feest, tien jaar geleden, toen het Concertgebouw zijn deuren breed opende voor het grote publiek. En ik was erbij. Wij van de radio brachten rechtstreeks verslag uit van deze blijde gebeurtenis. En meteen na het concert kwam Jos van Immerseel naar onze gesprekstafel. Hij “dampte” nog na van de inspanning, maar lachte breeduit, ging zitten en sprak, nog voor ik iets kon vragen, uitbundig: “Wat een akoestiek!” Toen wisten wij meteen dat het goed zat met het Concertgebouw. Want wat is er belangrijker? Zeg het mij? Sindsdien weten al honderden muzikanten hoe die prachtzaal klinkt. Schitterend dus.’Kurt Van Eeghem, Klara

Page 14: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 12

Het parcours van het Concertgebouw in tien sleutelmomenten

Geert Van der Speeten

Een cadeau van Anciaux

20.02.2002 Opening van het Concertgebouw en Brugge 2002De koning en de koningin waren er. Met Die

Schöpfung klonk er feestelijke muziek van Anima Eterna. Maar veel aandacht ging bij de opening van het Concertgebouw en de lancering van het cultuur-jaar Brugge 2002 ook naar een belofte van de minis-ter van Cultuur. ‘Een cadeau van Anciaux’, ‘Royale duw’ en ‘Anciaux sluit Concertgebouw in de armen’, zo blokletterden de kranten ’s anderendaags. Bert Anciaux maakte bekend dat het werkingsbudget van het Concertgebouw vanaf 2003 twee miljoen euro zou bedragen, aangevuld met een kwart miljoen euro van stad en provincie. Daarmee werd het nieuwe Concertgebouw meteen ingehaald als een groot-schalig cultuurhuis. Als kunstencentrum nestelde het zich in de categorie van de groten zoals deSin-gel (2,5 miljoen euro werkingsmiddelen) en Vooruit (1,6 miljoen). Met de startsubsidies legde Anciaux de lat en het ambitieniveau meteen hoog. Hij sprak die avond ook de wens uit dat het Concertgebouw een van de pijlers van het cultuurbeleid in Vlaanderen zou worden. En kijk, viel er niet een tikkeltje jaloezie te lezen in de reactie van deSingel, ‘dat ze voor dit startbedrag twintig jaar hadden moeten knokken’?

Toch was niet alles koek en ei. Het financiële plaatje van de gloednieuwe cultuurtempel zag er lang niet rooskleurig uit. De opeenvolgende voor-zitters van het Concertgebouw zouden er blijven op hameren: de terugkerende exploitatiekosten van het gebouw, waarvan de vzw eigenaar bleef, waren onevenredig hoog. De budgetten voor belastingen, verzekeringen, onderhoud en herstellingen wogen zwaar op het totaalplaatje.

Er werd stevig ingezet op ‘verhuur aan derden’, maar dat kon het deficit aanvankelijk niet counteren. De ontvangst van congressen, publieksvoorstellingen en bedrijfsevents zat geleidelijk aan wel in de lift, met een piek van 407 activiteiten in 2010. Als ontmoe-tingsplaats, onder het motto ‘Meet in style’, haalt het Concertgebouw intussen evenveel bezoekers voor MICE-activiteiten als voor het eigen artistiek pro-gramma. Ondanks deze extra inkomsten moest er in de beginjaren herhaaldelijk op de artistieke program-mering beknibbeld worden om de exploitatiekosten te dekken.

In 2002 was het Concertgebouw in de eerste plaats vitrine en luxepodium voor Brugge 2002. Het werd dé publiekstrekker, met een programma dat in tien maanden tijd 90.000 bezoekers zou lokken. Een kleine stad en een veilig nest werden plots ingepalmd door internationale theatermakers en musici, die van intendant Hugo De Greef de opdracht kregen zich-zelf te overtreffen. De affiche van het Concertgebouw was het eerste jaar volledig in handen van de vzw Brugge 2002. Ze speelde de troeven van de architec-tuur optimaal uit. Dat eerste jaar werd het Concert-gebouw vooral als een klein wonder onthaald: baken en referentiepunt in de stad, harmonisch vervlochten met de historische omgeving. Maar ook: een te ont-dekken pareltje, met een wonderlijke ruimtelijke sa-menhang en verrassend goede akoestiek. ‘Een shelter voor muziek in al zijn vormen’ (architect Paul Rob-brecht). Of: ‘Eindelijk nog eens een plek met eigen-heid: een concertzaal, geen polyvalente hal’ (Lieven Bertels, de eerste artistiek directeur).

Brugge 2002 bood een zeer brede waaier van activiteiten. Het programma van het cultuurjaar zou een testcase voor het Concertgebouw worden. Gaandeweg werden het profiel en de artistieke koers verfijnd en verscherpt.

Page 15: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

13

Het parcours van het Concertgebouw in tien sleutelmomenten

Nieuwe speler zoekt plaats in de stad

Augustus 2002 Eerste editie Jazz BruggeMet een nieuw vierdaags festival vaarde Jazz

Brugge een gedurfde koers. Het wilde zich onder-scheiden in de festivalwereld, door in de eerste plaats te kiezen voor muziek in plaats van voor zomerse fes-tivalsfeer. Bovendien met een affiche waarin jazz uit Europa de toon aangaf.

Het Concertgebouw werd voor Jazz Brugge de natuurlijke partner van organisator De Werf. Het zocht dat eerste jaar ook naar een solide lokale veran-kering. Aanvankelijk heerste er argwaan bij de lokale cultuurhuizen, die anno 2002 weliswaar goed draai-den, maar niet bepaald een hecht plaatselijk netwerk vormden. De verstandhouding was niet altijd even goed. In plaats van samen te werken trokken de lo-kale cultuurhuizen de kaart van ‘koppig doorgaan op de eigen weg’. De komst van een extra speler van het kaliber van het Concertgebouw zorgde voor veel animo en ongerustheid. Zou deze speeltuin aan ’t Zand, troetelkindje van de politici, met zijn pak subsidies en gegarandeerde nationale aandacht, niet een te duchten concurrent worden? Zouden er geen twee parallelle circuits ontstaan in Brugge?

De aanvankelijke scepsis verdween toen het Con-certgebouw voor het samenwerkingsmodel bleek te kiezen. Langzaam en gestaag bouwde het een draag-vlak uit in de stad, en bij uitbreiding ook in de pro-vincie en de rest van Vlaanderen. De perceptie stond daarbij soms in de weg. De eerste jaren leefde er een spanningsveld tussen de lokale verwachtingen en de bovenlokale ambities van het artistieke team. Over de ‘populariteit’ en publieksvriendelijkheid van de programmering werd tot in de gemeenteraad gebak-keleid.

In de loop van de eerste tien jaar werden de part-nerships met Brugse organisatoren verder uitgebreid en geïntensifieerd. Naast Jazz Brugge kreeg Decem-ber Dance een vaste plaats op de cultuurkalender, in samenwerking met het Cultuurcentrum Brugge, waarmee ook grootschalige dansvoorstellingen ge-organiseerd worden. Verder groeide er een nauwe samenwerking met Cactus (voor pop en rock, maar

ook voor het festival Music in Mind), Musica Anti-qua, later MAfestival (voor oude muziek), Cinema Novo (voor film) en de openbare bibliotheek Bie-korf (voor literaire evenementen). Ook voor de twee stadsfestivals, Corpus '05 en Brugge Centraal, was het Concertgebouw een vanzelfsprekend podium.

‘Het Concertgebouw plaatste ons op de culturele kaart. Samen met onze West-Vlaamse culturele ambassadeurs zorgt men ervoor dat heel wat mensen van buiten de provincie op unieke voorstellingen afkomen. De culturele oase is een vruchtbare vallei geworden!’Gunter Pertry, gedeputeerde voor de provincie West-Vlaanderen, bevoegd voor Kunst, Cultuur en Onderwijs

Een fors hedendaags luik

Augustus 2003 ‘Poème Electronique’ wordt permanente sound-scapeUit de archieven van Philips kwam een juweeltje

naar Brugge: de oerversie van het Poème Electronique dat Edgard Varèse ten tijde van Expo ’58 gecompo-neerd had voor het paviljoen van Le Corbusier en Iannis Xenakis. Je zou dit ‘elektronische gedicht’ als een van de eerste multimediashows kunnen zien. De installatie met elektronische klanken, die door de ruimte leken te zoeven, groeide in Brugge uit tot een van de blikvangers van het tweede .wav-festival. Met een ingenieus luidsprekersysteem werd de sound-scape in de nok van het Concertgebouw geïnstal-leerd. Het zou het begin worden van een constante aandacht voor geluidskunst.

Met concerten en festivals rond elektronica en geluidskunst werd het publiek gevoelig verjongd en verruimd. De lijn werd de voorbije tien jaar doorge-trokken en wordt sinds kort nog geïntensifieerd door de oprichting van de Sound Factory. De Lantaarn-toren van het Concertgebouw is uitgebouwd tot een hedendaagse erfgoedlocatie, met een eigen program-mering rond interactieve klankinstallaties.

De scherpe keuze van het Concertgebouw voor

Page 16: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 14

Het parcours van het Concertgebouw in tien sleutelmomenten

het nieuwe in het algemeen en voor hedendaagse muziek in het bijzonder had zo zijn redenen. Het optrekken van een uitgesproken hedendaagse cul-tuurtempel in Brugge moest zijn echo vinden in de programmering. Aan het cultuuraanbod in de stad wilde het Concertgebouw een fors hedendaags luik toevoegen, dat quasi ontbrak in deze door geschiede-nis en nostalgie gedomineerde stad. Het muziek- en dansaanbod mocht dus beslist niet ‘museaal’ of tradi-tioneel ogen. Het Concertgebouw wilde niet uitpak-ken met de standaardformules van andere concert-zalen, maar met iets compleet anders.

Bovendien leefde er van meet af aan de ambitie om een creatiecentrum uit te bouwen, door opdrach-ten te geven aan kunstenaars en door een uitdagende wisselwerking tussen diverse disciplines te realiseren. Een constant hoge kwaliteit en een continu aanbod in de loop van de seizoenen was daarbij het doel.

Voor moeilijke en gedurfde muziek, die voordien in de provincie West-Vlaanderen niet te horen was, bouwde het Concertgebouw al vrij snel een reputa-tie en een publiek op. De keuze voor openheid, ver-nieuwing en avontuur bleef een constante, die door de opeenvolgende directeurs telkens lichtjes anders werd ingevuld. Zo vertaalde Bart Demuyt eigentijdse muziek zeer breed als ‘eigen aan de tijd’, waarbij hij de kaart trok van de historische uitvoeringspraktijk die zijn grenzen verlegde en opschoof naar de 20ste eeuw.

‘Zelden ontstaat een werk zonder dat ik voor ogen heb door wie en waar het zal worden gecreëerd. Uiteraard inspireert een zaal als het Concertgebouw, en bepaalt deze mee de atmosfeer van een compositie. Zoals het gebouw zelf: zowel avontuurlijk als ingetogen.’Daan Janssens, componist en dirigent

Een ‘Ice Queen’ als huisartieste

Maart 2004 Driemaal Viktoria Mullova als artist in residence‘Meesterlijke entertainers’: zo werden de Russi-

sche violiste Viktoria Mullova en haar gelegenheids-partner Katia Labèque in De Standaard omschreven naar aanleiding van hun concert op 19 maart 2004. Vier dagen later speelde Mullova de sonates van Bach voor een uitverkochte Kamermuziekzaal.

De Russische ‘Ice Queen’ bleek een geknipte huis-artieste. Het spectaculaire verhaal over haar vlucht uit de Sovjet-Unie in 1983, haar uiteenlopende muzikale interesses – met zelfs knipoogjes naar jazz, funk en wereldmuziek – het werd al snel duidelijk dat het Concertgebouw een echte superster in huis had ge-haald. Bovendien een artieste die lang niet overal op de affiche van de grote concertzalen stond.

Het Concertgebouw koos van bij de start voor vaste partnerships om zich muzikaal op de kaart te zetten. Daarbij speelden diverse motieven mee: com-plementariteit met het aanbod elders in Vlaanderen, internationale profilering, ambitieniveau en ook een zeker exclusiviteitsgehalte. De regelmatig terugke-rende concerten van het Philharmonia Orchestra en de London Sinfonietta boden het Concertgebouw de gelegenheid aan zijn publieksopbouw te sleutelen. Zeker voor Mullova groeide er in Brugge in de loop van de jaren een fanclub.

Over de vaste plek van Anima Eterna Brugge leest u elders in dit boek alle details. In de periode onder artistiek directeur Bart Demuyt werden de huisartiesten ‘friends in music’ genoemd. Bekende namen als Mullova en Ashkenazy bleven terugkeren, naast Arne Deforce, Roel Dieltiens of de instrumen-talisten van BL!NDMAN. De vaste partnerships werden geordend naar discipline, met – naast Anima Eterna Brugge voor muziek – ook Rosas voor dans en Transparant voor muziektheater.

Met Viktoria Mullova werkt het Concertgebouw nog altijd samen. Intussen knoopte artistiek direc-teur Jeroen Vanacker ook een intense band aan met gereputeerde internationale orkesten waarvan hij het traject wil volgen, zoals het Orchestre des Champs-Elysées, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en

Page 17: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

15

Het parcours van het Concertgebouw in tien sleutelmomenten

het Budapest Festival Orchestra. Dat laatste ensem-ble, onder leiding van dirigent Iván Fischer, krijgt vanaf 2014 zelfs een jaarlijks concertweekend aange-boden. In de waaier aan orkesten duiken ook nieuwe namen op, zoals het SWR Sinfonieorchester en de Bamberger Symphoniker. Het is voor Brugge een uitstekende gelegenheid om andere chefs en charis-matische musici te introduceren.

‘Le Concertgebouw nous accueille chaque année à sa façon sobre (presque austère) et pourtant chaleureuse, massive et élégante. Pour nous professionnels c’est un formidable outil de travail, de la salle jusqu’aux loges et aux espaces de travail, et jouer dans cette belle acoustique est un bonheur chaque fois renouvelé. Ajoutez à cela la gentillesse et le professionnalisme des équipes qui animent ce lieu – et Bruges qui est si belle !’Pierre Choffé, administrateur de l’Orchestre des Champs-Elysées

Kunstinstelling ‘hors catégorie’ zoekt plaats in het landschap

Juni 2006 Instap in het KunstendecreetDe subsidieronde 2007-2009 voor muziek was

voor festivals, ensembles en concertorganisatoren de opstap richting Kunstendecreet. Minister Bert Anciaux maakte op 23 juni 2006 de subsidies be-kend. De concertorganisatoren in Vlaanderen kregen er een smak geld bij: maar liefst 87 procent. Het leeu-wendeel (2.500.000 euro) ging naar het Concert- gebouw in Brugge, dat samen met Flagey in Brussel, deSingel in Antwerpen en de Bijloke in Gent door Anciaux tot de ‘hoofdrolspelers’ gerekend werd.

Maar tot welke categorie behoort het Concert-gebouw eigenlijk? Door het statuut en de bijzondere, creatiegerichte opdracht was het administratief altijd een buitenbeentje. Het Concertgebouw werd van bij de start ad nominatim gesubsidieerd, dus hors catégorie. In tegenstelling tot de andere, kleinere

concertorganisaties in Vlaanderen werkt het Con-certgebouw met een bilaterale overeenkomst met de Vlaamse overheid, werd het mede door Vlaanderen gesticht en vaardigt de Vlaamse regering waarne-mende leden af naar de bestuursorganen.

In de recentste bilaterale overeenkomst werd een erkenning als ‘grote Vlaamse instelling’ in het vooruitzicht gesteld – een beslissing die daarna niet bekrachtigd werd. Lees over deze discussie meer hier-onder, onder het kopje ‘Brugge en de droom van de Champions League’.

De beoordelingscommissie Muziek gaf het Con-certgebouw in 2006 overigens een uitstekend rap-port. Ze noemde de plannen ‘ambitieus’, de pro-grammering ‘beloftevol’. Uit het verslag: ‘Er zijn veel frisse ideeën en nieuwe invalshoeken, er wordt gedacht aan diversiteit en participatie. De program-mering is realistischer geworden en sluit beter aan bij de noden of desiderata van het Brugse publiek en de directe regio. De bundeling van de concerten in kleinschalige festivals is mooi en opvallend.’ Kri-tische opmerkingen van de beoordelingscommissie over het aandeel van symfonische muziek en over de creatiegerichtheid zouden de daaropvolgende jaren gecounterd worden in de concrete programmering.

‘In 1995 stelde toenmalig gouverneur Vanneste in de Bestendige Deputatie voor om een blijvend cultureel merkteken te creëren. Een werkgroep met leden uit de culturele wereld kwam tot het idee van een concertgebouw voor Brugge. Dit werd verder uitgewerkt met de Vlaamse Gemeenschap en de stad Brugge. Brugge 2002 bracht alles in een stroomversnelling. In 1999 werden de beheersovereenkomsten goedgekeurd. Vlaams minister Martens, gouverneur Breyne en burgemeester Moenaert kregen de taak om de uitvoering snel te realiseren. Zo kwam in Brugge een nieuw cultuurpunt tot stand met een grote uitstraling in binnen- en buitenland.’Baron Olivier Vanneste K.B.E., eregouverneur van de provincie West-Vlaanderen

Page 18: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 16

Een bijzondere plaats voor dans

December Dance 2007 Hechte band met de podiumkunstenDe maiden-editie van December Dance, het jaar-

lijkse internationale dansfestival van het Concert-gebouw, was gewijd aan Sidi Larbi Cherkaoui. Bij de avondvoorstellingen: vijf Belgische premières, een wereldpremière en een dernière. Verder een perfor-manceweekend voor jonge choreografen, een stu-diedag en een December Dance Forum. Alles samen goed voor 7700 toeschouwers, onder wie heel wat internationale programmatoren. Een nieuw jaarlijks festival was geboren.

In de even jaren krijgt het festival een geografische focus, in de oneven jaren wordt een choreograaf als curator uitgenodigd. Passeerden intussen de revue: Anne Teresa De Keersmaeker en Akram Khan.

Liever dan voor theater of opera koos het Con-certgebouw ervoor een prominente plaats te geven aan dans(theater). Het wil een affiche aanbieden die nergens anders voorhanden is én die internationaal kijkt, door dansvoorstellingen te programmeren waarin livemuziek een centrale rol speelt of zelfs het uitgangspunt vormt. Ook de bijzondere infrastruc-tuur, met het grote podium en de theatertoren, blijkt zich uitstekend voor dans te lenen. Jeroen Vanacker daarover in een interview bij zijn aanstelling als ar-tistiek directeur in 2008: ‘Overal horen we wat een interessante zaal het Concertgebouw voor dans wel is, qua technische mogelijkheden, architectuur en ruimtegevoel. Dat moet je valoriseren. Zeker omdat er in de regio een dansminnend publiek aanwezig is.’

December Dance is een voorbeeld van een suc-cesvolle samenwerking tussen het Concertgebouw en een lokale partner, het Cultuurcentrum Brugge. Sinds 2006 is een ‘dansconvenant’ van kracht, dat de dansprogrammering van beide instellingen op elkaar afstemt. Behalve het jaarlijkse festival zijn er ook co-presentaties.

Met festivals als December Dance trekt het Con-certgebouw ook een jonger publiek aan. Uit recent onderzoek blijkt dat de gemiddelde leeftijd voor dansvoorstellingen 54 jaar is, terwijl dat voor con-certen 60 jaar is.

‘De Concertzaal is heel groot en tegelijk extreem intiem. Het publiek heeft er een heel nauw contact met het podium en de akoestiek is er fantastisch. Omdat wij vaak met livemuziek en met de menselijke stem werken, is het een plezier om hier te kunnen spelen.’Sidi Larbi Cherkaoui, danser en choreograaf

Architectuur biedt onderdak aan kunst

Januari 2008 Een kunstwerk van Dirk Braeckman in het AtriumHet Concertgebouw verleent onderdak aan een

bijzondere verzameling hedendaagse kunst. Stuk voor stuk zijn het opdrachtwerken. Het is de ambi-tie de kunstwerken een zo nauw mogelijke dialoog te laten aangaan met het gebouw. De architectuur en schaal van het Concertgebouw zijn namelijk zo determinerend dat de kunst er onwrikbaar mee ver-bonden moet zijn.

Voor H.S.-N.Y.94-99 fotografeerde Dirk Braeck-man een interieur in donkere tinten, een wand met oud behangpapier waarop het flitslicht weerkaatst. Het monumentale beeld werd in de nok van het Atrium aangebracht, maar op zo’n manier dat het met de betonnen wanden van het Concertgebouw lijkt te versmelten. Daarvoor werd de foto afgedrukt op Japans zijdepapier en met speciale harsen beves-tigd. De grijstinten vloeien in elkaar over tot een he-dendaagse grisaille.

Als huis dat plaats wil inruimen voor creatie en andere disciplines dan muziek en podiumkunsten gaf het Concertgebouw al diverse opdrachten aan beeldende kunstenaars. Het bekendste is het thema-gedicht Op een dag, dat op de stoelruggen van de Concertzaal te lezen is. Peter Verhelst schreef het in opdracht van Brugge 2002. Multimediakunstenares Anouk De Clercq inspireerde zich op de architec-tuur van Robbrecht & Daem voor building (2003), een computeranimatie die inzoomt op de lichtinval in het gebouw. Met de integratie van de lightbox Orchestra van David Claerbout in Studio 4 en de muurschildering Angel van Luc Tuymans krijgt de

Het parcours van het Concertgebouw in tien sleutelmomenten

Page 19: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

17

permanente collectie verder vorm.Verder lijkt fotografie een preoccupatie van

het Concertgebouw te zijn. Tijdens het festival MOZART06 maakte fotografe Malou Swinnen een opname van zeventien musici, kort voor hun optre-den. Ze vroeg hen daarbij te denken aan wat Mozart voor hen betekent. Kan je muziek zien? De fotoreeks In the name of Mozart geeft daar een antwoord op. Magnumfotograaf Carl De Keyzer maakte een prach-tige reeks over de Belgische kust, Before the Flood, ge-inspireerd op het seizoensthema L’O uit 2007-2008.

Met het tentoonstellen van kunst heeft het Con-certgebouw, net zoals de stad Brugge zelf overigens, een wat moeizame relatie. Toen de horecafunctie in de Lantaarntoren onhaalbaar bleek, ging het Concert-gebouw op zoek naar een andere, artistieke invulling van deze ruimte. Er moest een positief signaal komen, vond de directie, die de bijzondere ruimte tot haar recht zou laten komen. In 2005 werd beslist de vijfde en bovenste verdieping van de Lantaarn-toren om te bouwen tot ‘Forum +’, een tentoonstellingsruimte on-der de vleugels van de Brugse musea. De openingsten-toonsteling was gewijd aan sculpturen van Rik Poot. Maar het project was geen lang leven beschoren. Na een zevental tentoonstellingen werd ‘Forum +’ stop-gezet. In de Lantaarntoren bevindt zich sinds kort de Sound Factory, een interactieve ruimte voor geluids-kunst die deel uitmaakt van het Bruggemuseum.

‘Jij roodgloeiend gevaarte dat opdoemt wanneer ik die scoone binnenrijd. Elke hoek van jou, elke kant, elke meander, trappen op, trappen af, fascineert, inspireert. Je hoge gewelven geven lucht, geven licht, snakken naar klank. Ik gedij te midden je flanken.’Eric Sleichim, BL!NDMAN

Intussen wordt de Lantaarntoren opnieuw inge-vuld als een ‘open huis’ met een lage drempel. Dat het dakterras publiek toegankelijk zou zijn, was altijd een vraag van de stad. De toren biedt daartoe drie ontvangstruimtes.

Het oorspronkelijke terrascafé ging al eind 2003 dicht, net als het slecht draaiende cultuurcafé op de gelijkvloerse verdieping. Daar is intussen In&Uit Brugge gevestigd, het centrale culturele en toeristi-sche informatie- en ticketingpunt voor Brugge.

Festivals als strategie

Februari 2008 ‘Bad Boys II’Het festival Bad Boys was opgebouwd rond het

New York van de jaren 50, met componisten John Cage en Morton Feldman en choreograaf Merce Cunningham als spilfiguren. Concerten in speciale settings wisselden af met een dansvoorstelling van de Merce Cunningham Dance Company of Eerste-klasconcerten (zie p. 19, ‘Nieuwe uitdaging’). De klapper was een Cage-happening. Het werd geen traditioneel concert, maar een onvoorspelbaar par-cours door het oeuvre van de radicale componist, die toeval een grote rol liet spelen in zijn werk. Je kon zelfs aanschuiven voor een Cage-lunch.

Het Concertgebouw heeft een bijzondere tra-ditie opgebouwd met festivals. Allesomvattend was MOZART06, naar aanleiding van het Mozartjaar. Het festival duurde achttien weken en nam de eerste helft van 2006 in beslag. Muziektheater, dans, lite-ratuur, multimediale evenementen en een tentoon-stelling kwamen erin samen. En uiteraard concerten, met integrales van de pianoconcerten, de strijkkwin-tetten en kamermuziek voor blazers en strijkers. Bo-vendien werden er aan zeven hedendaagse compo-nisten creatieopdrachten uitgedeeld, met Mozart als uitgangspunt. MOZART06 was voor het Concertge-bouw bovendien een handig overgangsmoment om van kalenderjaren naar seizoenen over te stappen.

Vanaf 2008 werden festivals voor het Concert-gebouw een echte strategie. Vaste waarden die sinds-dien op de seizoensaffiche terugkeren, zijn vier meer-daagse festivals: Come On!, een onderdompeling in een prikkelend, abstract thema; Ars Musica, rond hedendaagse muziek; December Dance, rond een choreograaf of een gastland; en de Bach Academie rond Philippe Herreweghe, een verdiepend festival

Het parcours van het Concertgebouw in tien sleutelmomenten

Page 20: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 18

dat intussen uitgegroeid is tot een exclusiviteit voor Brugge. Stuk voor stuk zijn het beproefde formules. Per seizoen zijn er ook drie ‘domeinen’, festivals die omschreven worden als ‘een geprivilegieerde blik op het leven en werk van een kunstenaar’.

Festivals brengen reliëf in de programmering. Ze maken het mogelijk om diverse disciplines en minder voor de hand liggend repertoire samen te brengen, klassiek naast minder klassiek. Bovendien is de bundeling en clustering van concerten en aan-verwante activiteiten een beproefd middel om een publiek te binden en te vernieuwen. De festivals en domeinen maken het voor het Concertgebouw ook mogelijk alle hoeken van het gebouw te benutten en er de akoestische mogelijkheden van te onderzoeken. Ook voor de internationale uitstraling zijn festivals een gedroomde tool. Zo werd het Bad Boys-festival rond John Cage opgepikt in het buitenland; voor de Cage-happening kreeg het Concertgebouw felicita-ties van de John Cage Trust.

‘Van het Brugse Concertgebouw gaat een kracht uit die enkel vergelijkbaar is met de dwingende kracht van de honger. Niet alleen het aangeboden menu is uniek, ook het niveau en het kader zijn dat. Voor de toeristen: drie sterren, “vaut le voyage”!’Johan Huys, lid van de beoordelingscommissie Muziek

Voor artistiek directeur Jeroen Vanacker bewij-zen scherp geprofileerde festivals dat je met nieuwe muziek een nieuw publiek kan aanspreken. Hij zegt daarover in de special van het Nederlandse tijdschrift Boekman over de bloei van festivals: ‘Je krijgt makke-lijker aandacht voor een evenement dat langer loopt. Daar hebben we cijfers van: de zaalbezetting stijgt voor festivals van 74 procent naar 82 procent. Bo-vendien kan je het publiek de stap laten zetten naar een terrein dat minder bekend is. Zonder het festi-val Come On! Action! zouden we nooit een concert gebracht hebben rond 17de-eeuwse improvisatiemu-ziek. Een festival geeft ook aanleiding tot opdracht-werken, die dan hun première beleven in je zaal. Het

Concertgebouw wordt op zo’n moment producent, en pikt de aandacht mee rond de start van een tournee.’

Brugge en de droom van de Champions League

Maart 2008 Persconferentie ‘Kunstinstitutie met open grandeur’Als een voorzitter van het Concertgebouw het

initiatief neemt voor een persconferentie, dan kan het tellen. Zo trommelde Bert De Graeve in 2004 de pers bijeen naar aanleiding van een minder gunstige audit van de Vlaamse Gemeenschap. Daarin werden onder meer de juridische implicaties van een over-name van het gebouw, de eigenaarslasten en de per-soneelsbezetting onder de loep genomen. De Graeve maakte in zijn uiteenzetting brandhout van de door-lichting, die besteld was door de toenmalige minister Paul Van Grembergen. Volgens De Graeve bevatte de nota verkeerde analyses en incoherenties.

In 2004 waren de zenuwen binnenshuis tot het uiterste gespannen. De eigenaarskosten hadden het Concertgebouw 1,8 miljoen euro in het rood geduwd. Het deficit drukte op de artistieke werking. Volgens De Graeve was de enige uitweg een betere verankering in het Vlaamse cultuurbeleid. Concreet: een overna-me van het gebouw door de Vlaamse Gemeenschap.

De stap zetten van concertorganisatie naar ‘grote instelling van de Vlaamse Gemeenschap’ was een bij-behorende ambitie. Bij de Champions League van de grote cultuurinstellingen horen vormt een rode draad in alle beleidsdocumenten van het Concert-gebouw. Bij diverse sleutelmomenten, onder opeen-volgende ministers van Cultuur, liep het mis. Telkens moest het Concertgebouw in de wachtkamer blijven. De audit van Paul Van Grembergen was slechts een voorzet: er veranderde dat jaar niets aan de catego-rie van grote cultuurinstellingen. Bert Anciaux nam begin 2008 het dossier weer op. Onder zijn impuls kregen de zeven grote Vlaamse cultuurinstellingen het gezelschap van de Ancienne Belgique. Anciaux loofde hun ‘grandeur’ (een term uit een kritisch essay van Pascal Gielen) en gaf de acht een financiële injectie van 4,75 miljoen euro. Het Concertgebouw

Het parcours van het Concertgebouw in tien sleutelmomenten

Page 21: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

19

was niet opgenomen in de lijst. Het kabinet-Anciaux achtte het raadzamer om de beslissing uit te stellen tot de instelling ‘intern orde op zaken had gesteld’.

Voor voorzitter Hugo Vandamme was het de aanleiding om een persconferentie te organiseren, onder de nogal bombastische vlag ‘Kunstinstitutie met open grandeur’. Daarin zette Vandamme de resultaten, cijfers en ambities van de eerste zes wer-kingsjaren van het Concertgebouw op een rijtje. Hij toetste ze aan het lijstje met voorwaarden om bij de club van grote cultuurinstellingen te kunnen horen, zoals artistieke vernieuwing, publieksbereik, artistie-ke netwerking en lokale samenwerking. De voorzit-ter kwam tot de conclusie dat het Concertgebouw al haast van nature de troeven van de Champions League kon uitspelen.

Ook onder Joke Schauvliege, Anciaux’ opvolger als minister van Cultuur, bleef de onduidelijkheid over het definitieve statuut van het Concertgebouw voortduren. In haar evaluatie van de grote cultuur-instellingen stelde Schauvliege voor de orkesten, het Ballet van Vlaanderen en de Vlaamse Opera ‘ver-anderingstrajecten’ voor. Ze is voorstander van een sterkere clustering en samenwerking. Het Concert-gebouw in Brugge werd in de discussie slechts zij-delings vernoemd. Op een mondelinge vraag in het parlement beaamde Schauvliege wel dat de erken-ning als grote instelling ‘letterlijk in het vooruitzicht gesteld (was) bij het sluiten van de beheersovereen-komst in 2007’.

Nieuwe uitdaging: kunsteducatie voor kinderen

Maart 2011 Vijfde editie van de Eersteklasconcerten750 kinderen van het eerste leerjaar kregen tijdens

de Eersteklasconcerten een originele muzikale traktatie: ze legden een parcours af met hedendaagse muziek.

Het Concertgebouw organiseert de Eersteklas-concerten samen met Musica. Bij de vijfde editie, in 2011, was het Hermes Ensemble te gast voor drie miniconcerten. Er ging telkens een creatieve work-shop aan vooraf, waarin de uitgevoerde muziek op

een speelse manier de revue passeerde. ‘Sluismo-menten’, noemt Musica dat: ze sporen de kinderen aan om de muziek bewust te beleven en actief deel te nemen.

Kunsteducatie voor kinderen en jongeren is iets waarop het Concertgebouw in de nieuwe beleids-periode 2013-2016 sterk wil inzetten. Het edu-catieve aanbod voor -18-jarigen was aanvankelijk nogal schuchter uitgebouwd. Het Concertgebouw koos ervoor geen schoolvoorstellingen te organise-ren, maar zelf een werking uit te bouwen. Zoiets is minder evident en vraagt een zware investering van een jong huis, dat gedwongen was zijn prioriteiten te stellen. De resultaten werden pas de jongste jaren zichtbaar. Met de kunsteducatie voor kinderen wil het Concertgebouw werken aan het concertpubliek van de toekomst. Het neemt ook zijn maatschappe-lijke rol op door jonge mensen in contact te brengen met minder evidente aspecten van de muziek.

Daarnaast zet het Concertgebouw in op kunst-educatie voor volwassenen, door een context te creëren rond de eigen activiteiten. Dat gebeurt aan de hand van begeleidende Cahiers, zeg maar ach-tergronddossiers. Het Concertgebouw besteedt daarnaast ook veel zorg aan concertinleidingen, programmaboekjes, informatieve tentoonstellingen en intensieve luistercursussen. Een meer modieuze presentatievorm zijn de ‘lecture-performances’, con-certen in de vorm van een lezing.

Inzetten op educatie wordt een van de kracht-lijnen voor de volgende jaren. Daarnaast wil het Concertgebouw ook een stap verder zetten in de in-ternationalisering. De internationale contacten brei-den zich uit. Het Concertgebouw neemt zich voor meer kleppers onder de internationale orkesten uit te nodigen, maar ook de buitenlandse netwerken in te zetten om Vlaamse musici te promoten. ‘Internatio-nalisering’ zal de volgende jaren vertaald worden als: de wereld naar Brugge halen en Brugge uitstraling geven tot ver in het buitenland.

Het parcours van het Concertgebouw in tien sleutelmomenten

Page 22: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 20

Summary

The Trajectory of the Concertgebouw Brugge in Ten Key Moments

Legally and organizationally the path of the Concertgebouw Brugge was not strewn with roses during its first few years. Was this a classic case of concert organization, or was it to be set up as one of the big institutions of the Flemish Community? As a music and performing arts centre hors concours the Concertgebouw Brugge was not immediately given a self-evident landing point by the policy makers. In spite of that the artistic choices were clear-cut. Thanks to an explicit preference for contemporary music, for international programming and for a policy of complementarity with other concert halls in Flanders the Concertgebouw Brugge has managed to develop its own recognizable profile. The art of dance is undoubtedly a trump card, and the tried and tested festival formula is played out in a singular way. Internationalization and art education will feature even more strongly in the coming years.

Page 23: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 24: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 25: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 26: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 24

Een decennium muziek Goed geïnformeerd, rijkelijk geïnspireerd

Tom Eelen

Nog voor het Brugse Concertgebouw tien jaar geleden werd geopend, trokken de 68.000 terracot-tapannen aan de buitenkant van het gebouw de aan-dacht. Om de binnenkant en de kwaliteiten van de Concertzaal te ontdekken moest het publiek wach-ten tot 20.02.2002. Die dag opende het Concertge-bouw zijn deuren om tijdens het openingsconcert van Brugge 2002, Culturele Hoofdstad van Euro-pa zijn vuurproef te doorstaan. Jos van Immerseel en het koor en orkest van Anima Eterna brachten Haydns oratorium Die Schöpfung. In de nieuwe zaal klonk het werk imposant en erg present, warm en toch gedetailleerd. De akoestiek van de zaal werd meteen positief geëvalueerd. Het viel ook op dat de middelgrote zaal van 1289 zitplaatsen een grote inti-miteit uitstraalde. Zelfs wie achteraan op het tweede balkon plaatsnam, bleek maximaal 30 meter van het podium verwijderd te zijn. Dat zorgde voor een grote betrokkenheid.

In mei werden de kwaliteiten van de Concertzaal bevestigd toen de grotere bezetting van de Wiener Symphoniker op het podium plaatsnam om onder leiding van Vladimir Fedosseyev Mahlers vijfde symfonie te vertolken. In maart had ook de heden-daagse muziek haar intrede gedaan in het Concert-gebouw met het Ars Musica-project What’s next? van Elliott Carter.

Al bij al viel het muzikale aandeel van Brugge 2002, Culturele Hoofdstad van Europa nogal ma-ger uit. Toch was met de drie genoemde concerten de fundering gelegd voor de artistieke ontwikkeling die het Concertgebouw tijdens zijn eerste decennium zou doormaken. De aandacht voor de historische uitvoeringspraktijk met huisorkest Anima Eterna was een bewuste keuze om respectvol om te gaan met de muziek uit het verleden en om de kwaliteiten van een uitgebreid repertoire te (her)ontdekken. De komst van de Wiener Symphoniker gaf aan dat het publiek de kans zou krijgen dicht bij huis interna-tionale topensembles en gerenommeerde musici live

aan het werk te horen. En last but not least was er de aandacht voor de recentere muziek, waarmee het Concertgebouw ook het kortetermijngeheugen actief wilde houden.

Zo bleef het Brugse Concertgebouw na het Eu-ropese cultuurjaar als een betekenisvol baken achter. Op 7 januari 2003 startte het met een eigen pro-gramma dat vanuit een artistiek team onder leiding van Lieven Bertels tot stand was gekomen.

‘La salle est superbe. Large. Les auditeurs amplement distribués autour de la scène. Le contact avec eux est facile, chaleureux, immédiat. Au moment du concert, les musiciens s’entendent parfaitement. Tout l’orchestre peut jouer comme un grand ensemble de musique de chambre. Un vrai régal! Et ainsi le Concertgebouw de Bruges s’inscrit dans la liste des plus belles salles d’Europe, avec le Musikverein Wien, Le Concertgebouw d’Amsterdam, La Philharmonie de Berlin …’Michel Tabachnik, Brussels Philharmonic

Begeesterd door de historische context

Liefhebbers van symfonische muziek werden tijdens de eerste concertseizoenen al danig verwend in het Concertgebouw dankzij de komst van enkele vooraanstaande orkesten. Het Budapest Festival Or-chestra van Iván Fischer bracht onder meer de zesde symfonie van Mahler, en het Rotterdams Philhar-monisch Orkest kwam enkele keren met topdirigent Valery Gergiev naar Brugge. Het Londense Philhar-monia Orchestra mocht zich zelfs een tijdlang vriend aan huis noemen en bracht programma’s onder leiding van Lorin Maazel, Vladimir Ashkenazy of Christoph von Dohnanyi en met Viktoria Mullova, Vadim Repin of Joshua Bell als solisten. Ook de Bel-gische symfonieorkesten speelden van bij het begin een rol van betekenis, met het Vlaams Radio Orkest, dat met de Swingle Singers onder meer Sinfonia van Luciano Berio uitvoerde, deFilharmonie, die onder leiding van Leif Ove Andsnes Beethovens derde

Page 27: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

25

Een decennium muziek

pianoconcerto vertolkte of met Andreas Staier een Mozartprogramma bracht. En het Nationaal Orkest van België was onder leiding van Mikko Franck en met de vooraanstaande Amerikaanse violiste Hilary Hahn te horen in het Brugse Concertgebouw.

Niettegenstaande deze moderne symfonieorkes-ten, hun dirigenten en solisten een deel van de aan-dacht opeisten, werd van meet af aan duidelijk dat ook de historische uitvoeringspraktijk een belangrijke plaats zou krijgen in het Concertgebouw. De keuze voor Anima Eterna als huisorkest was in dat opzicht een statement. Het ensemble van Jos van Immerseel presenteerde elk jaar verschillende programma’s in het Concertgebouw, maar repeteerde er ook, nam er cd’s op en participeerde aan educatieve projecten. Voor elke productie gingen Jos van Immerseel en zijn musici steevast op zoek naar het oorspronkelijke in-strumentarium en naar de uitvoeringspraktijk uit de tijd van de compositie. De vragen die daarbij keer op keer beantwoord moesten worden, gingen veelal over de keuze van de juiste instrumenten, snaren en stem-ming of over de correcte tempi en frasering. Soms doken er ook minder evidente vragen op. Zo moest Jan Huylebroeck, slagwerker bij Anima Eterna, voor de uitvoeringen in september 2007 van An American in Paris van Gershwin op zoek naar taxiclaxons uit het Parijs van de jaren 1920. Hij wilde ook graag weten hoe die dingen bij de creatie precies klonken, of er vaste toonhoogtes gebruikt werden bij de ste-reofonisch opgestelde claxons of dat ze willekeurig mochten klinken.

Vanuit die historisch geïnformeerde visie presen-teerde Anima Eterna een breed muzikaal spectrum met onder meer Mozarts pianoconcerto’s en de Beethovensymfonieën, maar ook werk van Mendels-sohn, Schubert, Tchaikovsky, Johann Strauss, Ber-lioz, Rimsky-Korsakov, Ravel, Poulenc en Gershwin. Niet zelden leverde dat verrassende en revelerende resultaten op het vlak van klankkleur, dynamiek en interpretatie op.

Uiteraard had Brugge met het zomerse Musica Antiqua-festival (nu MAfestival) een lange traditie op het vlak van oude muziek. Het Concertgebouw zorgde echter, zoals de programma’s van Anima Eter-na illustreren, voor een verbreding van de historische

uitvoeringspraktijk naar alle stijlperiodes en voor een permanente aanwezigheid het hele jaar door.

Sinds het openingsconcert op 20 februari 2002 is de aandacht voor de musici en ensembles die de historische uitvoeringspraktijk hoog in het vaandel voeren nooit meer weg geweest. Er kwamen heel wat coryfeeën uit die wereld langs in het Concertgebouw. Naast de programma’s die Jos van Immerseel of Ani-ma Eterna presenteerden, kwamen onder meer Jordi Savall, Philippe Herreweghe, Sigiswald Kuijken, Gustav Leonhardt en Paul Van Nevel met hun en-sembles naar Brugge. Ook groepen als The Academy of Ancient Music, Akademie für alte Musik Berlin, L’Arpeggiata, Il Giardino Armonico, Orchestra of the Age of Enlightenment, Le Poème Harmonique of Concerto Köln kwamen aan bod.

Toen Bart Demuyt in de periode 2004-2007 als artistiek directeur de lijnen uitzette, werd de relatie tussen de geprogrammeerde werken en het instru-mentarium waarop ze werden uitgevoerd, nauwlet-tend in de gaten gehouden. Demuyt sprak graag van eigentijdse uitvoeringspraxis omdat het principe op muziek van alle periodes toegepast werd. Vanuit die optiek was het niet meer wenselijk dat het Philhar-monia Orchestra het vioolconcerto van Mendels-sohn uitvoerde of dat deFilharmonie een Beethoven-programma bracht. Deze symfonieorkesten werden wel nog ingezet voor 20ste-eeuws of hedendaags re-pertoire. Zo bracht deFilharmonie het vioolconcerto van Alban Berg met Daniel Hope, het Nationaal Or-kest van België de Turangalîla Symfonie van Messiaen of het Philharmonia Orchestra werken van Bartók en Ligeti.

De programmatoren deden er wel alles aan om duidelijk te maken dat deze visie geen gevolg was van een reactionaire reflex en dat ze zeker geen rem mocht zetten op creatie en vernieuwing. Zo bestond het Mozartfestival MOZART06, dat in 2006 plaats-vond naar aanleiding van de 250ste verjaardag van Mozarts geboorte, voor de helft uit nieuwe produc-ties waarvoor Mozarts oeuvre het uitgangspunt was. Die aanpak leverde creatieopdrachten, nieuw mu-ziektheater, multimediaproducties, een boek, een dansvoorstelling, educatieve projecten, een film en een tentoonstelling op. De overige voorstellingen

Page 28: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 26

Een decennium muziek

waren Mozartconcerten die stijlbewust, met gebruik van periode-instrumenten, uitgevoerd werden. Van het openingsconcert door Anima Eterna was ook het programma volledig volgens de 18de-eeuwse geplogenheden samengesteld met ouverture, symfo-nie, solomuziek en concertaria’s. Later in het festival verdiepte Jos van Immerseel zich opnieuw in de pia-noconcerto’s van Mozart, met verfrissende uitvoerin-gen waarin een mozartiaanse geest te ontwaren was, onder meer dankzij de in de Mozarttaal geïmprovi-seerde cadensen.

‘Encore un moment unique avec cette acoustique exceptionelle qui fait vibrer autrement et complètement la musique.’Abdel Rahman El Bacha, pianist

Aan het einde van hetzelfde jaar volgde nog het pianofestival STEINWAY170, dat helemaal op de leest van de historische uitvoeringspraktijk was ge-schoeid, maar dat muziek en pianoklanken uit ver-schillende periodes liet horen. Aanleiding was de 170ste verjaardag van de zogenaamde Kitchenpi-ano, die de stichter van Steinway & Sons, Heinrich Engelhard Steinweg, in 1836 maakte. Op zaterdag 25 november speelde de Libanese pianist Abdel Rahman El Bacha een replica in die Chris Maene van deze piano gemaakt had. Er werden verschillen-de historische klavierinstrumenten samengebracht en tijdens diverse concerten werd de evolutie van de vleugelpiano hoorbaar gemaakt. Malcolm Bilson, maar ook Philippe Herreweghe met het Orchestre des Champs-Elysées, met Ronald Brautigam als so-list, presenteerden onder meer werk van Schumann. De typische klankkleur van de gebruikte piano’s werd als het ware de echte hoofdrolspeler tijdens dit festival. Nu eens viel de pure klankschoonheid op, een andere keer werd duidelijk dat de componist het instrument tot op de rand van zijn mogelijk- heden had benut, en zo kwam dan weer het visionaire karakter uit de verf. Het festival toonde, net als de concertreeks The Original Key, waarin eveneens kla-vierrepertoire op de juiste piano aangeboden werd,

ook aan dat instrumenten tot op de dag van vandaag blijven evolueren en dat er bijgevolg geen einddatum staat op de historische uitvoeringspraktijk.

Met de komst van Jeroen Vanacker als artistiek directeur voor de programmering vanaf 2008 werd de strenge visie op het historische instrumentarium weer wat versoepeld. Zo kon het publiek bijvoor-beeld het Brussels Philharmonic weer Brahms horen spelen in het Concertgebouw. De aandacht voor de historische uitvoeringspraktijk verslapte daardoor echter niet. In een Concertgebouwcahier dat begin 2011 verscheen, werd in interviews met twintig eminente musici uit de wereld van de oude muziek uitgebreid stilgestaan bij het begrip historische uit-voeringspraktijk. De beweging blijft zich ondertus-sen ook als een rode draad door de programmering weven. Zo was er in november 2010 een weekend rond Giovanni Antonini en werd er in de afgelopen seizoenen gefocust op componisten als Monteverdi, Bach, Boccherini, Händel en Haydn.

In het programma dat het Concertgebouw voor zijn tiende verjaardag samenstelde, staan opnieuw tal van groepen die vanuit de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk denken en werken. Toevallig of niet, veel van de geprogrammeerde ensembles die in het kielzog van Nikolaus Harnoncourts Concentus Musicus ontstonden, vieren in het feestjaar van het Concertgebouw zelf een bijzondere verjaardag. Zo is er het Huelgas Ensemble dat 40 jaar bestaat, Anima Eterna Brugge dat 25 jaar actief is en het Orchestre des Champs-Elysées dat twee decennia geleden werd opgericht. Niet alleen de prominente aanwezigheid van deze gevestigde waarden, ook de programma’s die ze brengen, tonen aan dat hun visie nog relevant is. Nog steeds worden vergeten composities van on-der het stof gehaald, maar het repertoire kan soms ook verrassend nieuw zijn. Zo brengt het Huelgas Ensemble Et Lux van Wolfgang Rihm, waarin de so-noriteit van het oudemuziekensemble voor nieuwe muziek wordt ingezet. Groepen als Anima Eterna Brugge, het Orchestre des Champs-Elysées of het Orkest van de Achttiende Eeuw blijven hun werk-terrein ondertussen verleggen en bewijzen dat hun aanpak niet alleen op Mozart of Beethoven, maar ook op veel recentere muziek succesvol toegepast kan

Page 29: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

27

Een decennium muziek

worden. En er duiken gelukkig ook af en toe nieuwe gezichten op in de programma’s, zoals de Nederland-se blokfluitist Erik Bosgraaf, die oud repertoire stijl-bewust, maar tegelijk enthousiast en persoonlijk ver-tolkt, zodat het opnieuw actueel en relevant wordt. Dergelijke musici zullen moeten aantonen dat ze op termijn de gevestigde waarden kunnen vervangen.

Opmerkelijk is tot slot ook dat het verhaal van de historische uitvoeringspraktijk, zeker als het verteld wordt door de iconen van de beweging, het publiek blijft begeesteren. Een mooi voorbeeld is de Bach Academie, die – na een eerste Brugse editie in 2008 – vanaf januari 2011 jaarlijks in het Concertgebouw plaatsvindt. De combinatie Bach-Herreweghe-Brugge zuigt niet alleen het trouwe Concert- gebouwpubliek, maar ook heel wat buitenlandse cul-tuurliefhebbers naar het Concertgebouw. Centraal in het concept van de Bach Academie Brugge staat de muziek van Bach en tijdgenoten, gebracht door het Collegium Vocale Gent en Philippe Herreweghe. Daarnaast participeren ook andere ensembles, solis-ten, musici en musicologen. Philippe Herreweghe ziet zo’n academie als een moment van herbronning, als een plaats waar aspecten van de uitvoeringsprak-tijk bediscussieerd worden om zo nieuwe impulsen te krijgen. Ook amateurs kunnen bij deze gelegen-heden door professionelen gecoacht worden. Dat houdt de historische uitvoeringspraktijk levendig en zo blijft ze dicht bij de muziekliefhebber.

Van nieuw tot honderd jaar oud

Naast de aandacht voor de historische uitvoe-ringspraktijk vormt de muziek uit de 20ste en 21ste eeuw een belangrijke poot van de programmering van het Concertgebouw. Van bij het begin besefte men maar al te goed dat een concertgebouw dat in de 21ste eeuw iets wil betekenen, de muziek van van-daag en uit een recent verleden een centrale plaats moet toekennen. Reeksen die de afgelopen tien jaar Hedendaags, Gisteren, Conti-NU-um of Con Tempo genoemd werden, getuigen alvast van een oprechte belangstelling voor de muziek van 1900 tot vandaag.

‘Een concert gaan beluisteren in het Concertgebouw is een streling voor oog en oor. Ik kom er graag. Omwille van het gebouw en wat er zich in afspeelt en omwille van de grandioze Braeckman, voor wie ik normaal het hoofd buig, maar hier hef. Brugge, waar ik lang geleden door een tante in de kunsten werd geïntroduceerd, veranderde sinds de komst van het Concertgebouw zijn blik. Van buiten naar binnen gaat het nu van binnen naar buiten. En dat heeft alles met een gebouw te maken. Een rood gebouw dat de stad heeft uitgedaagd en omarmd. Gelukkige verjaardag.’Chantal Pattyn, Klara

Het Concertgebouw bleek meermaals een kata-lysator voor creatie en voor nieuwe muziek, met heel wat Belgische, Europese of wereldcreaties als gevolg. Luc Brewaeys werd in januari 2010 uitgebreid in het spotlight gezet in een Domein, een themaweekend dat aan hem gewijd was, en hij componeerde ook eerder al in opdracht van Concertgebouw Brugge, net als Annelies Van Parys bijvoorbeeld. Nieuw werk van Wim Henderickx kwam geregeld aan bod en Jeroen d’Hoe concipieerde zijn orkestwerk Open niet alleen voor het Vlaams Radio Orkest, maar ook voor de ruimte en de akoestiek van de Concertzaal van Concertgebouw Brugge. Verder hadden bijvoor-beeld componisten als Richard Barrett, David Lang, Kimmo Hakola, Django Bates, Iannis Kyriakides, Peter Vermeersch en Serge Verstockt wereldprimeurs voor het publiek van het Concertgebouw in petto. Er ging ook geregeld bijzondere aandacht naar elek-tronische muziek, gecomponeerd of geïmproviseerd, met bijvoorbeeld Eavesdropper, die enkele jaren als artist in residence actief was als dj en samplekunste-naar en die met diverse artiesten in dialoog trad.

Ook de muziek uit de 20ste eeuw kreeg heel wat aandacht van de programmatoren. Een Britten!festival in 2003 was de aanleiding om verschillende facetten uit het oeuvre van Benjamin Britten te belichten. Daarnaast kwamen in datzelfde festival ook compo-nerende Britten van de vorige en huidige generaties

Page 30: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 28

Een decennium muziek

aan bod in diverse formaties met bestaand werk en creaties. Behalve Vlaamse ensembles kwamen ook Britse musici als John Mark Ainsley en Lynne Dawson naar het Concertgebouw. Onder meer het Arditti Quartet bracht toen de Belgische creatie van Tracing metamorphoses van de Brits-Sri Lan- kaanse componist Sohrab Uduman. Het kroonjuweel van het Britten!festival was het project met Joanna McGregor, een pianiste die met Björk samenwerkte en samen met de Britten Sinfonia werk van Benjamin Britten koppelde aan John Dowland, rockcomponist Nitin Sawhney en Arvo Pärt. Dit concert gaf meteen aan dat het Concertgebouw muren tussen genres en stijlen wilde slechten door uitvoerders die in diverse stijlen actief zijn, samen te brengen.

‘Dans cette salle avec l’acoustique merveilleuse j’ai été très heureux d’entendre ma pièce. Merci.’György Kurtág, componist

De afgelopen jaren is de fascinatie voor de mu-ziek van de laatste honderd jaar er zeker niet kleiner op geworden. Het Concertgebouw werkt ondertus-sen voor het festival Ars Musica elk jaar een eigen weekend uit. Na een focus op wiskunde en Karlheinz Stockhausen is dit in 2012 aan de stem gewijd. Er werd in het reguliere programma ook gefocust op componisten als Stravinsky, Ligeti, Cage, Rzewski of Bernstein en in dit feestjaar wordt een weekend aan Kaija Saariaho gewijd.

Vergeten we bij de uitvoerders ook cellist Arne Deforce niet, die tien jaar lang een belangrijke rol speelde in het herontdekken van recente cellomuziek en van hedendaagse muziek in het algemeen. Ook het Danel Kwartet, met onder meer een integrale van de strijkkwartetten van Shostakovich, en pianist Jan Michiels, die tal van concerten bracht met piano- muziek uit een recent verleden, droegen het afge-lopen decennium meermaals bij tot het levendig houden van muziek die de laatste tien decennia ontstond. Door hun enthousiaste, maar ook stevig onderbouwde interpretaties kreeg het publiek deze muziek in uitstekende uitvoeringen te horen.

Hetzelfde kan worden gezegd van topensembles als Arditti Quartet, Champ d’Action, het Collectief, Ensemble Intercontemporain, Hagen Quartet, Ictus Ensemble, London Sinfonietta, Musiques Nouvel-les, Prometheus Ensemble, Schönberg Ensemble of Spectra Ensemble, die dit repertoire met hart en ziel verdedigden, zodat het niet zelden een blijvende in-druk naliet bij het publiek. De vonk sloeg soms nog beter over wanneer de componist bij de uitvoering be-trokken was. Zo dirigeerde Peter Maxwell Davies in november 2009 de Belgische creatie van zijn tweede vioolconcerto met deFilharmonie en Daniel Hope als solist. En in oktober 2007, minder dan een jaar voor zijn overlijden, was de 76-jarige componist-dirigent Mauricio Kagel nog te gast in het Concertgebouw. Hij repeteerde enkele dagen intens met het Prometheus Ensemble om dan een concert met uitsluitend eigen werk te dirigeren. De bloedserieuze Kammersym-phonie stond er naast Westen uit de Stücke der Wind-rose, een werk met een parfum van etnische muziek, waarin de Amerikaanse en Afrikaanse muziekcultuur elkaar beïnvloeden. Wie anders dan Kagel, die zelf uit een familie met verschillende culturele achtergronden kwam en zich ook daarom als een polyglot beschouw-de, zou dat werk beter kunnen overbrengen bij de musici en dus onrechtstreeks ook bij het publiek?

Over de streep

De muziek van de afgelopen honderd jaar werd in het Concertgebouw tien jaar lang met een groot engagement geprogrammeerd en door uitstekende uitvoerders op de planken gebracht. Toch bleek geregeld dat een groot deel van het repertoire van Schönberg tot vandaag heel wat moeilijker lag bij een breed publiek dat wel Bach, Mozart en Beethoven kan smaken. Daarom probeerden de programmatoren van het Concertgebouw van bij het begin de horizon van zo veel mogelijk luisteraars uit die grote groep melomanen te verruimen. Zo presenteerde men tij-dens het eerste seizoen de Sequenza’s van Luciano Berio. In plaats van ze integraal en gebundeld aan te bieden, met het risico enkel een gespecialiseerd pu-bliek aan te trekken, werden ze over het hele seizoen

Page 31: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

29

Een decennium muziek

als een ouverture op andere programma’s verspreid. De zesde sequenza voor altviool door Garth Knox weerklonk bijvoorbeeld in combinatie met Beetho-vens Diabelli Variaties door Anatol Ugorsky en met werk van Morton Feldman door Champ d’Action.

Behalve het plaatsen van nieuwe muziek naast bekende werken, zodat de parallellen tussen vroe-ger en nu beter opvallen, zette het Concertgebouw steeds meer in op inleidingen, luistercursussen en lecture performances, waarmee het publiek dat zich daarvoor openstelt, zich op de concerten kan voor-bereiden. Een deel van de groep die participeerde aan die activiteiten en de informatie absorbeerde, werd vanzelf nieuwsgierig naar andere programma’s, ook als die opnieuw wat moeite kostten. Die volgehou-den inspanningen om het publiek te informeren en te motiveren hebben hun vruchten afgeworpen: de publieksopkomst voor de concerten met recentere muziek is toegenomen en de betrokkenheid van de luisteraars is verhoogd.

‘De meeste Grote Orkesten van de Wereld hebben een eigen basis, een eigen zaal, een eigen publiek. Het Orkest van de Achttiende Eeuw heeft dat echter niet. De relatie met Brugge is een prachtig voorbeeld van de dierbare band die in de loop van een paar jaar kan ontstaan tussen een stad en een orkest. Na het eerste concert in uw prachtige Concertgebouw op 30 april 2006 groeide Brugge uit tot een van onze veilige thuishavens.’Frans Brüggen en Sieuwert Verster, Orkest van de Achttiende Eeuw

Zeker wanneer die zogenaamde contextactivitei-ten ook passen in minifestivals of happenings toont het publiek zich maar al te graag bereid om zich te la-ten onderdompelen, zelfs in een bad met veelal onbe-kende muziek. In 2007 focuste het minifestival Bad Boys op de geladen sfeer in Parijs in de jaren 1920, met heel wat muziekprogramma’s daarrond. Een jaar later keek Bad Boys II naar het New York van de jaren 1950. Toen maakte een Cage-happening deel

uit van dit minifestival. Naast concerten bestond die happening uit lezingen en films over Cage. Menu’s à la Cage, die op de oosterse keuken gebaseerd wa-ren, bleken bijzondere smaakmakers tijdens deze happening. Een ruim publiek liet het zich allemaal welgevallen en zocht zich nieuwsgierig een weg door het brede aanbod, dat over de verschillende ruimtes van het Concertgebouw verspreid was.

Context en publiek

Ook bij andere genres of stijlen bleek dat een goed geïnformeerd publiek meestal ook een tevre-den en trouw publiek wordt. Wie vandaag een ticket voor een concert in het Concertgebouw koopt, heeft meteen ook toegang tot heel wat extra informatie die de context van de geprogrammeerde werken verdui-delijkt. Een eigen onderzoek van het Concertgebouw toont aan dat een derde van het publiek ingaat op die vrijblijvende uitnodiging om naar de inleidingen te komen. Ook de lecture performances, tentoonstellin-gen, films, gesprekken met artiesten of open repe-tities kunnen rekenen op de belangstelling van een trouw publiek.

Het publiek wordt ondertussen ook uitgedaagd om andere concerten te ontdekken. Bijvoorbeeld door de verschillende thematische lijnen die door de programma’s lopen, die traditionele reeksen als ‘or-kest’, ‘vocaal’ of ‘kamermuziek’ overstijgen.

De festival- of happeningformules blijken dan weer een geschikt middel om meer bezoekers uit ver-der afgelegen provincies te overtuigen naar Brugge te komen. Bij heel bijzondere evenementen als de Bach Academie komt zelfs een aanzienlijke groep bezoe-kers uit het buitenland. Zo vond het Concertgebouw dankzij deze contextactiviteiten, thematische lijnen in de programmering en bijzondere festivalformules een afdoend antwoord op de vraag naar meer pu-blieksopkomst die vooral tijdens de eerste jaren gere-geld te horen was.

Page 32: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 30

Een decennium muziek

Jong

Ondertussen stellen we overal ter wereld vast dat het publiek voor klassieke muziek veroudert. Met reeksen Jong Volk of Jonge Gasten bijvoorbeeld, die speciaal naar jongeren gericht waren, maar ook met bijzondere projecten voor scholen of families en speciale kortingen voor jongeren werd getracht de nieuwe generatie het aanbod van het Concert-gebouw te laten ontdekken en hen de weg naar de Concertzaal te laten vinden. Sinds oktober 2011 is er ook de Sound Factory, een project met interac-tieve klankinstallaties dat de link kan leggen naar geluidskunst en elektronica, fenomenen die de af-gelopen decennia gemeengoed geworden zijn in de hedendaagse muziek.

‘Uiteraard betekent het Concertgebouw, dat ik als schepen voor Cultuur mee heb mogen uitbouwen, voor mij persoonlijk ontzettend veel. Dit naast het onschatbare belang van dat cultuurhuis voor Brugge, de regio en Vlaanderen. Het mooiste concert uit die tien jaar halen is een erg moeilijke en delicate selectie uit zoveel schoonheid. Als het dan toch moet, zou ik gaan voor de integrale cellosuites van J.S. Bach door Roel Dieltiens.’Yves Roose, schepen voor Cultuur en Onderwijs, Brugge

Ook jonge uitvoerders eisten hun plaats op in het Concertgebouw. Sinds enkele jaren worden ze uitgenodigd in de reeks SCOOP. Jonge musici, star-tende ensembles of componisten repeteren in het Concertgebouw, ze nemen er op en mogen er op-treden. Dankzij de samenwerking met de provincie West-Vlaanderen wordt deze groepen nu ook elders in de provincie een podium geboden. Het Concert-gebouw nodigde ook al enkele keren jongerenorkes-ten uit die onder leiding van vooraanstaande dirigen-ten optraden. In maart 2005 kwam het European Union Youth Orchestra onder leiding van Vladimir Ashkenazy in Brugge repeteren om een uitvoering en tournee met het War Requiem van Britten voor te

bereiden. Op Goede Vrijdag van dat jaar weerklonk dat werk in het Concertgebouw als een perfect ge-timed passieconcert, dat ook paste in de herden-kingsplechtigheden naar aanleiding van de zestigste verjaardag van het einde van de Tweede Wereldoor-log. In november 2006 was het Jeune Orchestre At-lantique te gast onder leiding van Sigiswald Kuijken. Jos van Immerseel leidde in juli van dat jaar tijdens de Summer Academy het Nationaal Jeugd Orkest uit Nederland en in januari 2007 was dat ensemble in het reguliere programma van het Concertgebouw aanwezig met een uitvoering van de tweede symfonie van Mahler onder leiding van Mark Wigglesworth.

Kruisbestuiving

Het Concertgebouw wilde van bij de aanvang een huis zijn waar verschillende disciplines, stijlen en stromingen aanwezig waren. Vanaf 2003 werden er dan ook heel uiteenlopende genres en reeksen op-gezet, maar het bleek een moeizaam proces om de diverse muziekgenres en disciplines elkaar echt te laten vinden en inspireren. De afgelopen jaren is men er echter steeds beter in geslaagd om niet de vele genrevakjes zelf, maar de raakpunten ertussen het uitgangspunt te laten zijn van voorstellingen of zelfs meerdaagse festivals. Onder meer de stijgende aandacht voor livemuziek bij de dansproducties en het groeiende aandeel muziektheater was daarvan het gevolg.

Dat laatste genre was aanvankelijk maar spora-disch aanwezig in het Concertgebouw. In 2006 stond er met The Woman who walked into Doors uit 2001 van Kris Defoort en Guy Cassiers wel een uitstekend voorbeeld op het programma van hoe verschillende muziekstijlen, maar ook theater, literatuur en video-kunst elkaar kunnen verrijken. De muziektheater-wind stak pas echt goed op toen het Concertgebouw zijn eerste lustrum vierde. Een symbolisch moment was misschien wel een feestconcert naar aanleiding van die vijfde verjaardag op 24 februari 2007. Onder leiding van Rinaldo Alessandrini werd een – wel-iswaar concertante – uitvoering van Monteverdi’s L’Orfeo gebracht. Monteverdi, die beweerde dat

Page 33: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

31

Een decennium muziek

muziek in een muziekdramatisch werk de dienares – en niet de meesteres – van de tekst moest zijn, kon-digde zo als het ware de multidisciplinaire projecten aan die de komende jaren in het Concertgebouw het licht zouden zien. Bart Demuyt en Jeroen Vanacker maakten van het Concertgebouw steeds meer een polyfoon platform, een ontmoetingsplaats voor kun-stenaars uit diverse disciplines. Door de toegenomen aandacht voor muziektheater en interdisciplinaire voorstellingen kan de infrastructuur van de Brugse Concertzaal, met orkestbak, een grote scène en een theatertoren, nu volop haar nut bewijzen.

‘El Concertgebouw de Brujas es un edificio de gran belleza arquitectónica, con una sala magnífica, – de texturas sombrias que favorecen la concentración en el momento musical – y con una acústica excelente, que produce un sonido natural, brillante y profundo a la vez.’Jordi Savall & Montserrat Figueras

De nieuwe reeksen Podium of Muziektheater werden vooral door LOD en Muziektheater Trans-parant ingevuld. LOD bracht onder meer House of the Sleeping Beauties van Kris Defoort en Guy Cassiers, en Transparant presenteerde VOID van Wim Henderickx. Een bijzonder geslaagd voorbeeld van hoe theater, muziek, acteurs en zangers, pop, jazz en klassiek, decor, kostuums en licht kunnen samensmelten om een hoger muziektheatraal doel te dienen was de voorstelling Over de Bergen die Josse de Pauw maakte voor Transparant in copro-ductie met LOD, samen met gitariste en componiste Corrie Van Binsbergen. Deze laatste componeerde een fantasierijke partituur voor een soort symfoni-sche rock-bigband. In zijn tekst had Josse de Pauw het over verlangen als een van de grote drijfveren van het leven en over verschillende aspecten ervan, van het vriendelijke verlangen tot het onophoudelijke vervelende en ongelooflijk vermoeiende verlangen. Tekst, beeld en muziek drukten vele facetten en nuances van dit verlangen uit.

Ook buiten het muziektheateraanbod, in de an-dere concerten of voorstellingen, is het ondertussen duidelijk geworden dat de kruisbestuiving tussen genres representatief is geworden voor de program-mering in het Brugse Concertgebouw. Naast duide-lijk afgebakende concertprogramma’s, van oude mu-ziek tot hedendaagse creaties, ontstaan steeds vaker concerten, projecten, happenings of minifestivals rond thema’s die uitnodigen om scheidingsmuren te slopen en die creatieve geesten uit verschillende disciplines en met verschillende achtergronden kun-nen inspireren. Bij de hogergenoemde festivals rond Britten (2003) en Mozart (2006) was die aanpak al herkenbaar, recenter waren er de Bad Boys festival- edities of het festival Come On!, die ook uitgaan van een thema waarrond dergelijke kruisbestuivingen kunnen ontstaan. Bij een eerste editie in 2010 was Action! de werktitel van Come On! Centraal stond de fascinatie voor kunst, waarbij weinig tot niets op voorhand vastligt: muziek, geluid, dans en mu-ziektheater werden ter plaatse gecreëerd. In februari 2011 leverde de ondertitel Beat it de inspiratie voor verschillende voorstellingen waar percussie en beats de link vormden tussen oude en nieuwe muziek, tus-sen westerse en buiten-Europese muziek en waarin ook dans en muziektheater hun plaats vonden.

Wellicht zal het samenbrengen van creatieve kunstenaars uit diverse disciplines rond boeiende thema’s, in de hoop dat ze grensverleggende voorstel-lingen realiseren, een van de grote uitdagingen voor de komende jaren blijven. Deze opdracht is uiteraard niet los te koppelen van de noodzaak om te blijven investeren in het informeren van het publiek en het zoeken naar een nieuwe instroom van jonge cultuur-liefhebbers die door het aanbod van het Concert-gebouw aangetrokken en uitgedaagd worden.

Page 34: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

concertgebouw brugge 32

Summary

A Decade of Music Well-informed and richly inspired

The inauguration of the Concertgebouw Brugge in 2002 aroused high expectations within the cultural world, and particularly with music lovers. It was clear from the start that the excellent acoustics and infrastructure as well as the presence of various spaces within the building would allow the concert hall to write a powerful story.

The programme makers resolutely opted for quality. They also kept a close eye on the development of historical performance practice and never lost touch with both contemporary music and music composed during the last century. They invited renowned artists as well as young talent, and put on – apart from performances that attracted a full house – also challenging work that demanded more effort from the public. By committing vigorously to the interpretation of the musical context or by clustering thematic performances a large and loyal public has been steadily built up. In the past few years the Concertgebouw Brugge has become more and more a meeting place for performers from all kinds of artistic disciplines. Music theatre has gradually conquered a firm spot in the programming, and festivals and happenings have allowed the walls between genres, styles and disciplines to come tumbling down.

To keep investing in context activities for the public and to have the ear of the younger generation will undoubtedly remain challenges in the foreseeable future, as will the attempts to bring together creative artists from various disciplines around exciting themes, in the firm hope of realizing ground-breaking performances.

Page 35: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

33

Page 36: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 37: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 38: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW
Page 39: BOEK 10 JAAR CONCERTGEBOUW

‘L’Orchestre des Champs-Elysées zit in het hart van mijn muzikale leven, en van mijn leven in het algemeen. Brugge heeft daar ook een centrale rol in gespeeld, want het is door het festival Musica Antiqua dat ik de oude muziek heb ontdekt. De fantastische architectuur, de uitstekende akoestiek en de hoogstaande programmering van het Concertgebouw maken van onze optredens in Brugge telkens hoogtepunten van ons seizoen. Naar mijn aanvoelen is het Concertgebouw van Brugge een eigentijdse kathedraal, die volop haar rol speelt in het begeleiden van het publiek van morgen. Ik kijk ernaar uit om de 20ste verjaardag van l’Orchestre des Champs-Elysées in dit prachtige huis te vieren.’Philippe Herreweghe, l’Orchestre des Champs-Elysées, Collegium Vocale Gent en deFilharmonie