Scheepsjournaal week 16

7
Agadir—Isla Graciosa 16

description

Mare Liberum

Transcript of Scheepsjournaal week 16

Page 1: Scheepsjournaal week 16

Agadir—Isla Graciosa

16

Page 2: Scheepsjournaal week 16

Marokko 18 oktober— 20 oktober

Het is tijd om verder te gaan! We hebben alle twee zin om naar de Ca-narische te gaan. Het lijkt ons heerlijk om weer voor anker te liggen in een baaitje. Wat zullen we goed slapen!

Voordat het zover is moeten we eerst 210 NM varen. Hmmm de voor-spellingen zijn goed. Deze blijken echter helemaal niet uit te komen.

De tocht naar de overkant is pittig. Ik heb er ontzettend de pee in. Hal-verwege de reis begin ik met het consequent innemen van een pilletje. Dat helpt gelukkig, maar vrolijk word ik er zeker niet van!

Na ruim 36 uur zijn we bij de Canarische. Fijn! De komende weken gaan we een beetje rondscharrelen. Beetje ankeren, beetje zwemmen, beetje sightseeing. Zin in!

Page 3: Scheepsjournaal week 16

Donderdag 18 oktober

De ochtend begint op tijd met koffie en ontbijt. We hebben genoeg te doen want we willen vandaag al weg. De grib-files vertellen ons dat als we morgen pas vertrekken we weinig wind hebben naar de Ca-narische eilanden. Dus, geen rustdag maar vertrekdag. Er ligt nog een stapel was die gedaan moet worden, de boot moet nodig gesopt worden en de tanks gevuld. Om acht uur sta ik dan bij het havenkan-toor voor de sleutel van de wasmachine, maar er is nog niemand, om half negen nog niet, maar om negen uur hebben we dan de sleutel van de wasmachine. Met Frederique begin ik de boot te soppen.

Marieke doet de was en maakt met Kathelijn de boot binnen schoon.

Liedewij gaat naar de Barnstormer waar Nienke blij is om te kunnen spelen. Om tien uur ga ik naar de douane en de politie om de uitklaring te regelen. Een vriendelijke politieman begint papieren in te vullen en vraagt me om rond twaalf uur terug te komen. Terug op de boot ga ik samen met Frederique verder met het poetsen van het dek. We doen het niet voor niets. Om elf uur vraagt iemand van de haven me om naar de douane te gaan om papieren te laten zien. Na een verhaal in het Ar-abisch is alles goed en kijk ik nog even bij de politie. Alles is over een half uur klaar. Blijkbaar niet want bij terugkomst moet ik weer veertig mi-nuten wachten en dit herhaalt zich nog een paar keer.

Marieke gaat ondertussen maar boodschappen doen, want we hebben besloten om eerst naar Isla Crasiosa te varen en daar zullen ze vast geen supermarkt hebben. Ze neemt een oranje petit taxi. Voor € 6.- wordt ze gebracht, wacht de taxi bij de supermarkt en zet hij haar weer af bij de haven. Goed geregeld.

Om drie uur heb ik de paspoorten terug en komen de douaneman en de politieman over de steigers. We willen alle papieren terug, want over een uur willen we nog diesel tanken en dan naar zee. Moeilijk, moeilijk, moeilijk. Weet je zeker dat je weg gaat, als de papieren ingevuld zijn kan je niet meer terug. Kom maar terug als je getankt hebt voor je handtekening. Na aandringen krijgen we toch de papieren, maar na het tanken direct weg. Geen probleem.

Page 4: Scheepsjournaal week 16

Ondertussen hangt de hele boot al vol was en we doen ons best alles droog te krijgen. We douchen nog allemaal even snel en vullen de wa-tertank. Tot vier uur ben ik druk in de weer om alles klaar te maken voor vertrek. Ik voel me in de gaten gehouden en ik wil geen moeilijke taferelen. Marieke begrijpt me eerst niet, maar nu ze ziet wat er aan uniform rondhangt bij de haven snapt ze mijn haast. De Barnstormer gaat voor ons uit naar het tanksteiger. Zij zijn op dezelfde voorwaarden uitgeklaard. Nadat de Barnstormer volgetankt is kunnen wij. Jorg geeft Marieke nog 50 dirham die hij over heeft. Wij tanken alles af, ook de benzine voor de buitenboordmotor. Met de laatste dirhams kopen we nog kruipolie en koekjes. Al het Marokkaanse geld blijft in Marokko.

Terwijl we vertrekken zien we dat we steeds door de politieman bij de tanksteiger in de gaten worden gehouden. Wat een gedoe allemaal.

We zijn weer los en gaan naar de Canarische eilanden. Zonder wind varen we de haven uit. Er staat een hele lange deining. Aan de horizon ziet Marieke zwarte wolken. We krijgen regen roept ze naar de Barn-stormer. Daar blijft het niet bij. In vijf minuten gaat de windmeter naar ruim dertig knopen en even later tikt hij de negenendertig knopen aan. Wat een wind! De deining wordt voornamelijk steiler, hoog was hij al. Met het grootzeil op het derde rif en een heel kleine genua lopen we dik boven de zeven knopen. Binnen wordt het langzaam een bende. Het vooronder lag al vol met schone was en nu komen de schoolboeken achter de banken vandaan. Het leven wordt er niet makkelijker op. We racen in het donker in de goede richting. De zee licht overal op door de fosforescerende algen. Ieder rollen zie je helgroen oplichten. De boe-ggolf verlicht de zeilen. Wat een schouwspel. Ik roep naar Marieke dat ze dit moet zien, maar ze is weinig geïnteresseerd.

Het is ook zo’n gekkenhuis. Het eten is er bij in geschoten. De meisjes vinden het niet erg. Frederique is goed ziek en heeft op het bed in de achterhut moeten overgeven, arm meiske. Ik ruim het op maar de mei-den hebben bedacht dat ze in het midden gaan slapen. Dat is beter zo. De bewegingen zijn hier veel rustiger. Met zijn vieren liggen ze op de twee banken, hoe krijgen ze het gepast. In de late avond begint de wind voorzichtig wat af te nemen, maar waait het nog altijd zeven Beaufort.

Page 5: Scheepsjournaal week 16

Vrijdag 19 oktober

We vliegen door de nacht. De boot wordt van tijd tot tijd wild opzij gezet door grote golven die niet in het patroon passen. De deining is nu opge-bouwd tot een vier meter. Af en toe hebben we via de marifoon contact met de Barnstormer. We varen op een mijl of drie afstand van elkaar en het is fijn om van elkaar te horen hoe het gaat. Voor het eerst heb ik heel mijn zeilpak aan, een primeur! Ik heb het eerder in de avond koud gekregen en te laat mijn pak aangedaan. Nu heb ik het een beetje koud en probeer onder een slaapzak hazenslaapjes te doen.

Als het licht wordt is de wind al een flink stuk gaan liggen. We gaan de boot weer een beetje opruimen en proberen het weer wat leefbaar te maken. Ik was het dekbed van de achterhut en probeer dat tussen de squalls te drogen. De motor gaat weer aan als de snelheid weer inzakt onder de drie knopen. Zo rommelen we dag door. Als ik in de middag wakker word en buiten kijk waait het weer prima om te zeilen. Ik heb geen zin meer om een visje schoon te maken dus wil ik mijn lijntje bin-nenhalen. Mis, toch beet! Een kleine yellowfin tuna hangt aan de lijn. Eigenlijk ben ik er wel blij mee. Zo moeizaam het vissen op de Mid-dellandse Zee ging, zo goed gaat het hier. Dus binnenhalen en schoonmaken die hap, ondanks de bewegingen van het schip. Het schoonmaken bevalt me slecht en ik word er flink katterig van.

Marieke gelooft het wel met die hobby van me en gaat nog even liggen. De kinderen hadden in van alles zin maar het lukt me niet om eten te gaan maken. Binnen zijn is, na het schoonmaken van de vis, even niet aan mij besteed en ik ga op zoek naar een alternatief voor de meiden. Het wordt macaroni and cheese uit twee blikjes uit Gibraltar. Het ziet er niet uit, maar de kinderen smullen. Eindelijk niet van dat verantwoorde eten met vitamines enzo. Marieke lost mij weer af zodat ik nog even kan liggen en dan stop ik de meiden lekker in bed en duik er zelf ook in met Liedewij naast me. Op een gegeven moment gaat de boot zo ver hellen dat ik met dochter en al naar bakboor schuif. Ik sta in een paar tellen buiten en met Marieke trimmen we de zeilen, een paar squalls, buien, trekken voorbij. Hier zit altijd een hoop wind in. We eten samen wat en dan gaat Marieke weer liggen. De wind komt weer beter te staan en de motor kan weer lekker uit. De Barnstormer is in de buurt, en we kletsen weer bij. Wat een compleet ander weer als voorspeld.

Page 6: Scheepsjournaal week 16

Zaterdag 20 oktober

We zeilen met een zeven knopen door de nacht. De kookwekker heeft hard te werken om mij op tijd wakker te maken. We zijn nog zo moe. We zijn te snel vertrokken. Na de woestijntrip hadden we een dag moeten blijven liggen om bij te komen. Nu zijn we bijna in Graciosa, een eilandje boven Lanzarote. Rond vijf uur komt Marieke buiten. We zijn er bijna en het is fijn om de navigatie samen te doen. We motoren door de straat tussen de eilanden door. We zien de Waltzing Mathilda al op de AIS. We sluipen in het donker de ankerbaai in. Met het zoeklicht kijken we of we geen blindgangers over het hoofd zien.

Om zes uur valt het anker, eindelijk. We pakken een pilsje op de aankomst. Frederique wordt wakker van de rust en komt er bij. Even lat-er komt Kathelijn erbij zitten. Zij wordt gevolgd door Liedewij. Zo zitten we dan om net na zessen aan de chips, bier en sinas. Het wordt al licht als we naar bed willen en we gaan toch naar een ander plekje om beter te liggen. Ik ga lekker slapen en Marieke blijft nog wakker tot Barnstorm-

er er is. Marieke slaapt dus niet meer, maar ruimt de hele boot op terwijl ik in de achterhut slaap. Rond tien uur ben ik er eindelijk uit en gaan we lekker ontbijten. Ik help mee met de laatste beetjes opruimen en dan dekken we de tafel. We genieten van een voluptueus ontbijt. Dat hadden we ons vannacht belooft dus dat doen we dan ook. Het valt zelfs de kinderen op. Tijdens het ontbijt zegt Liedewij in eens: “kapitein geef mij de boter eens”. Ze zegt het met een hele melige trek op haar gezicht. We liggen in een deuk. Daarna willen we naar de kant om te gaan lopen. Thijs van de Sailaway komt met Isis en Fenna langs. We waren dus al gespot. We praten even bij en we zien elkaar op het strand. Daar zijn ook Roos en Mathieu al en zo hebben we even een hele hoop bij te praten.

Uiteindelijk gaan we toch op pad om te lopen, maar de spirit is er niet naar. Morgen nog maar een keer met de goede schoenen. We hebben slippers aan en dat gaat niet goed op de stenen. Op het strand is het erg gezellig. Er zijn nu vier Nederlandse boten met kleine kinderen in de baai. We gaan naar de boot om zwemspullen en speelgoed te halen.

Page 7: Scheepsjournaal week 16

Ik zoek naar mijn dodemanskoordje die ik eerder verloren ben (bedankt voor de reserve Jan en Ellen!) en ik vind die gelukkig ook. We komen niet meer van het strand af. De kinderen spelen samen en wij praten over de reis wat we allemaal hebben gedaan in Marokko en over de herfst in Nederland.

We vermaken ons met een oude surfplank, een leuke toys voor de boys zoals het Roos het zei. Achter de rubberboot scheuren we door de baai terwijl de plank achter de boot hangt. Ook de kinderen vinden het leuk, die met een zwemdiploma dan. Mathieu heeft de barbecue meegenomen van de boot. De Sailaway heeft hele grote tonijnen gevangen en deze worden met smaak verorberd. Wat smaken ze lek-ker. Heerlijk op de BBQ. We blijven op het strand totdat de zon