Schandlig in Preludium

3
Is het, als het om schandalen gaat, nu vaak verbazend stil in de kunst, vroeger was dat wel anders. Muziekstukken wisten nog te provoceren, schilderijen te choque- ren. Het publiek liet van zich horen, al dan niet met voorbedachten rade. Een school- voorbeeld van geplande onrust was de mythische première van het ballet Le sacre du printemps op 29 mei 1913 in het Parijse Théâtre des Champs-Elysées. In de woor- den van een ooggetuige, schrijver Jean Cocteau: ‘Het publiek speelde de rol die voor hem was geschreven.’ Instigator van de ophef, zo blijkt uit recent onderzoek, was Serge Diaghilev. De slim- me directeur van de Ballets Russes kreeg datgene waar hij vurig op hoopte, een suc- cès de scandale. Daarin speelde de vooruit- strevende partituur van de jonge compo- nist Igor Stravinsky geen rol van betekenis. De van een afstand gestuurde ‘woede’ van de toeschouwers richtte zich vooral op de choreografie van Vaslav Nijinsky. Op 5 april 1914 boekte Stravinsky een per- soonlijke triomf in de Franse hoofdstad na een concertuitvoering van de Sacre onder leiding van Pierre Monteux, de dirigent die het werk een klein jaar eerder ten doop had gehouden. Monteux nam de partituur mee naar Nederland voor zijn debuut bij het Concertgebouworkest in oktober 1924 als invaller voor de zieke Willem Mengel- berg. Van een schandaal was deze keer geen sprake. Het succesvolle concert open- de de weg voor een langdurige en uiterst vruchtbare samenwerking tussen de Franse dirigent en het Amsterdamse gezel- schap. Ingrijpender dan bewuste acties zijn de spontane protesten die door de muziek zelf veroorzaakt worden. De gemoederen kun- nen dan hoog oplopen, zoals in de Weense Musikverein op 31 maart 1913, twee maanden vóór de Sacre-rellen. Tijdens de uitvoering van Alban Bergs Altenberg Lieder brak een handgemeen uit, waarna het con- cert moest worden afgebroken. Daarvóór hadden de Maeterlinck Lieder van Zemlins- ky geklonken. Beide werken staan op het A-programma van het Koninklijk Concertgebouworkest deze maand, samen met Le sacre du printemps en Era, een opdrachtwerk van Magnus Lindberg. amsterdamse schandalen Ook Amsterdam heeft heel wat schandalen meegemaakt in de afgelopen eeuw. Bij ver- schillende protesten rondom uitvoeringen van het Concertgebouworkest was een hoofdrol weggelegd voor een kleine elite binnen de Nederlandse muziekwereld. Op 24 november 1918 werd componist en recensent Matthijs Vermeulen uit de Grote Zaal verwijderd nadat hij met de kreet ‘Leve Sousa’ zijn afkeuring voor de Zevende AAA 22 De gemoederen kunnen hoog oplopen, zoals in de Weense Musikverein op 31 maart 1913 Voor maatschappelijke schandalen hoeven we niet ver te zoeken: we struikelen er zo’n beetje over in deze tijd. Maar in de kunstwereld is het doorgaans rustig, een klein schan- daaltje daargelaten. Hoe zit het in de muziek? Michel Khalifa kijkt terug op een eeuw schandalen in de muziek – in het verlengde van het AAA-thema van deze maand. boe! door michel khalifa > illustratie olivia ettema

description

Artikel door Michel Khalifa over schandalen in de muziek

Transcript of Schandlig in Preludium

Page 1: Schandlig in Preludium

Is het, als het om schandalen gaat, nuvaak verbazend stil in de kunst, vroegerwas dat wel anders. Muziekstukken wistennog te provoceren, schilderijen te choque-ren. Het publiek liet van zich horen, al danniet met voorbedachten rade. Een school-voorbeeld van geplande onrust was demythische première van het ballet Le sacredu printemps op 29 mei 1913 in het ParijseThéâtre des Champs-Elysées. In de woor-den van een ooggetuige, schrijver JeanCocteau: ‘Het publiek speelde de rol dievoor hem was geschreven.’Instigator van de ophef, zo blijkt uit recentonderzoek, was Serge Diaghilev. De slim-me directeur van de Ballets Russes kreegdatgene waar hij vurig op hoopte, een suc-cès de scandale. Daarin speelde de vooruit-strevende partituur van de jonge compo-nist Igor Stravinsky geen rol van betekenis.De van een afstand gestuurde ‘woede’ vande toeschouwers richtte zich vooral op dechoreografie van Vaslav Nijinsky.Op 5 april 1914 boekte Stravinsky een per-soonlijke triomf in de Franse hoofdstad naeen concertuitvoering van de Sacre onderleiding van Pierre Monteux, de dirigent diehet werk een klein jaar eerder ten doophad gehouden. Monteux nam de partituurmee naar Nederland voor zijn debuut bij

het Concertgebouworkest in oktober 1924als invaller voor de zieke Willem Mengel-berg. Van een schandaal was deze keergeen sprake. Het succesvolle concert open-de de weg voor een langdurige en uiterstvruchtbare samenwerking tussen deFranse dirigent en het Amsterdamse gezel-schap.Ingrijpender dan bewuste acties zijn despontane protesten die door de muziek zelfveroorzaakt worden. De gemoederen kun-nen dan hoog oplopen, zoals in de WeenseMusikverein op 31 maart 1913, tweemaanden vóór de Sacre-rellen. Tijdens deuitvoering van Alban Bergs Altenberg Liederbrak een handgemeen uit, waarna het con-cert moest worden afgebroken. Daarvóórhadden de Maeterlinck Lieder van Zemlins-ky geklonken. Beide werken staan op hetA-programma van het KoninklijkConcertgebouworkest deze maand, samenmet Le sacre du printemps en Era, eenopdrachtwerk van Magnus Lindberg.

amsterdamse schandalenOok Amsterdam heeft heel wat schandalenmeegemaakt in de afgelopen eeuw. Bij ver-schillende protesten rondom uitvoeringenvan het Concertgebouworkest was eenhoofdrol weggelegd voor een kleine elitebinnen de Nederlandse muziekwereld. Op24 november 1918 werd componist enrecensent Matthijs Vermeulen uit de GroteZaal verwijderd nadat hij met de kreet‘Leve Sousa’ zijn afkeuring voor de Zevende

AAA

22

De gemoederen kunnen hoogoplopen, zoals in de WeenseMusikverein op 31 maart 1913

Voor maatschappelijke schandalen hoeven we niet ver tezoeken: we struikelen er zo’n beetje over in deze tijd. Maarin de kunstwereld is het doorgaans rustig, een klein schan-daaltje daargelaten. Hoe zit het in de muziek? MichelKhalifa kijkt terug op een eeuw schandalen in de muziek –in het verlengde van het AAA-thema van deze maand.

boe!door michel khalifa > illustratie olivia ettema

Page 2: Schandlig in Preludium

symfonie van Cornelis Dopper hadgeuit. Vermeulens oneerbiedige reac-tie – John Philip Sousa was een band-leider, wiens marsen gespeeld werdendoor het Amerikaanse leger – wasingegeven door het persoonlijke con-flict dat hij met chef-dirigent WillemMengelberg aan het uitvechten wasnadat deze geweigerd had zijn –veelvooruitstrevender – Eerste symfonie teprogrammeren.In de nadagen van de provotijd leiddegecoördineerd protestgedrag tot tweespraakmakende incidenten in HetConcertgebouw. Berucht is de Noten-krakersactie van 17 november 1969,waarbij jonge componisten als LouisAndriessen, Reinbert de Leeuw, MishaMengelberg en Peter Schat met knijp-kikkers, ratels en toeters de uitvoeringvan een fluitconcert van Johann Joa-chim Quantz in de kiem smoorden.Met dit ludieke protest wilden ze hunongenoegen uiten over het in hunogen behoudende beleid van het Con-certgebouworkest op het gebied vande moderne muziek. Nadat chef-diri-gent Bernard Haitink het podium hadverlaten, bestormden de opstandelin-gen het toneel om flyers aan deorkestmusici uit te delen en een dis-cussie te starten. Dit was tegen hetzere been van de gewone concertgan-gers. Pas nadat de toegesnelde politiede ordeverstoorders had verwijderd,kon de uitvoering hervat worden.Nog jonger waren de actievoerders bij detumultueuze Nederlandse première vanStimmung op 22 juni 1969 tijdens hetHolland Festival. Deze lange, statischecompositie van Karlheinz Stockhausenwas twintig minuten aan de gang toen eenpaar compositiestudenten ongevraagd huneigen improvisaties aan het vocale bouw-werk toevoegden. De razende componist-dirigent onderbrak het concert en verlietde Grote Zaal samen met zijn zes vocalis-ten. Later verklaarde Stockhausen datAndriessen en Schat achter deze actiezaten, maar volgens persverslagen uit dietijd hebben beide Nederlanders juistgeprobeerd de actievoerders tot kalmte temanen.Tegenover deze twee acties van belangen-groepen staan protesten van anoniemeconcertgangers die om persoonlijke rede-

nen hun stem verhieven bij optredens vanhet Concertgebouworkest. In oktober 1939schreeuwde een vrouw tijdens het verstil-de slotdeel van Mahlers Das Lied von derErde: ‘Deutschland über alles, Herr Schu-richt!’ De Duitse dirigent Carl Schurichtwas op korte termijn ingevallen voorWillem Mengelberg. Wilde de vrouw eenanti-Duits geluid laten horen kort na hetuitbreken van de oorlog, of was haar kreetjuist een steunbetuiging aan het nazi-regime? De zaak is nooit opgehelderd.

emotiesAlgemeen gesproken vinden veel schanda-len hun oorsprong in de confronterendeboodschap van sommige kunstuitingen. Ineen gesprek met de schrijver GeorgesCharbonnier voor de Franse radio slaat deavant-gardecomponist Edgard Varèse begin1955 de spijker op zijn kop: ‘Kunst stelt

P R E L U D I U M - januari 2013 23

>

Page 3: Schandlig in Preludium

niemand gerust. Als dat het geval was, zoude kunst allang dood zijn.’ Zo bezien zijnspanningen tussen kunstenaars en (eendeel van) de maatschappij onvermijdelijk,zeker als het om een vluchtig medium alsmuziek gaat. Varèse, ervaringsdeskundigeals het om schandalen in de concertzaalgaat: ‘Wie onbehagen of een schok ervaartbij het zien van een schilderij, kan nog eenkeer dit schilderij gaan bekijken. Een boekkan men herlezen. Maar muziek vervliegtzodra die gespeeld is.’Blijft natuurlijk de vraag waarom de mees-te protesten beginnen terwijl de uitvoeringnog in volle gang is. Rationeel bezien ligthet voor de hand om eerst de gehele com-positie te beluisteren, zich na afloop eenmening te vormen, en daarna de eigenopvattingen met andere concertgangers tedelen tijdens een geanimeerd gesprek inhet café. Het probleem is alleen dat emo-ties vaak de bovenhand hebben, en datgekwelde toehoorders er niet over peinzenom nog langer naar de hen pijnigendeklanken te blijven luisteren. De bezoekervan een tentoonstelling kan naar de vol-gende zaal lopen, de lezer kan het boek terzijde leggen, maar de concertganger isgevangen in het pluche en wordt geacht instilte te blijven zitten totdat het slot-akkoord heeft geklonken.Wat dat betreft,kan het ongeorganiseerde protest van luis-teraars opgevat worden als een daad vanrebellie tegen een onterecht opgelegdegevangenisstraf.

van ontregeling tot cultSchandalen in de muziekwereld komentegenwoordig minder vaak voor dan inroerige jaren als 1913 of 1969. Inmiddels ishet publiek bij hedendaagse concertenheel wat gewend, zo bleek tijdens het

AAA-festival van afgelopen juni toen deuitvoeringen van Kraft door het KoninklijkConcertgebouworkest in de Gashouder vande Westergasfabriek juichend werden ont-vangen. Dit complexe werk van voormaligenfant terrible Magnus Lindberg had heelwat stof doen opwaaien in de jaren tachtig,maar de tijden zijn veranderd. De dalingvan het aantal grote schandalen is mede tedanken aan het verzoenende pluralismedat de politiek getinte polarisatie van vroe-ger naar de achtergrond verdrongen heeft.Tekenend in dit opzicht is het gegeven datoud-notenkraker Louis Andriessen eenstuk voor het Koninklijk Concertgebouw-orkest aan het componeren is ter gelegen-heid van het 125-jarige jubileum.Het komt zelfs geregeld voor dat de ont-regelende werken van vroeger in de loopder jaren een cultstatus bereiken. Zo is destiltecompositie 4’33’’ van John Cage klas-siek geworden. Bij de eerste uitvoering in1952 kwam het stuk over als een gewaag-de provocatie, waarbij de gefrustreerdetoehoorder gedwongen werd de geluidenuit zijn directe omgeving waar te nemen,tot aan zijn eigen adem en hartslag toe.Voer voor schandalen dus.Tegenwoordig stoort niemand zich meeraan de driedelige zwijgpartituur van Cage.Het optreden van Reinbert de Leeuw in Dewereld draait door op 13 december 2010betekende de langste muziekuitvoering inde geschiedenis van het veelbekeken tv-programma. Tijdens de live uitvoering van4’33’ zapten ‘slechts’ honderdduizend vande anderhalf miljoen kijkers weg.Protesten in de studio bleven uit en hetgrootste deel van het aanwezige publieknam de stilte in acht die bij de klassiekeconcertetiquette hoort. Wel waren hier endaar wat gefluister en een beschaafd kuch-je te horen. Een kuchje als kleinschaligprotest bij zo’n radicale compositie? Hettijdperk van de grote schandalen lijkt echtvoorbij.

Met dank aan Markvan Dongen en HansFerwerda.

AAA

4

17 EN 18 JANUARI, GROTE ZAAL- Koninklijk Concertgebouworkest- David Robertson, dirigent- Anne Sofie von Otter, mezzosopraan- Berg, Lindberg, Zemlinsky, Stravinsky

Tegenwoordig stoort niemand zichmeer aan de driedelige zwijg-partituur van Cage

<