Say potato, say - AgricoIn Noord-Afrika is het seizoen redelijk goed afgelopen. Ondanks de grotere...
Embed Size (px)
Transcript of Say potato, say - AgricoIn Noord-Afrika is het seizoen redelijk goed afgelopen. Ondanks de grotere...

PotatoGroene vingers
Kwaliteituitgangsmateriaal
Op het erf van... De familie Braspenning
Aardappeldemodag
2010
Cisgenese en de brief
van de minister
Agrico Magazine • nummer 1 • september 2010
Saypotato,
say
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 1 31-08-10 12:46

3
Begin juni ging onze nieuwe website de lucht
in en werd u geïnformeerd over onze ge-
wijzigde huisstijl. Ik hoop dat de muismat die u
bij die gelegenheid van ons ontving, inmiddels
slijtageplekken vertoont doordat u regelmatig
onze site bezocht, met name het telersportaal
waar veel actuele informatie te vinden is.
Ook het archief van nieuwsbrieven en andere
berichten is de moeite waard, want nu hoeft u
nooit meer te zoeken naar uw papieren versie.
Steeds vaker zult u bepaalde informatie alleen
nog maar op onze site kunnen vinden, bijvoor-
beeld de toelichting op de uitbetalingsprijzen
voor telers van rassen voor de verwerking. Dat
scheelt een hoop papier en (be)spaart daarmee
het milieu en kosten.
De vernieuwde huisstijl wordt nu stap voor
stap doorgevoerd. Het Agrico Tuberosum let-
tertype, gemaakt met een aardappelstempel
zoals in
is nu zichtbaar op de website, ons briefpapier,
de afrekeningen, brochures, etc. Het telersblad
is nu aan de beurt.
Voor u ligt ‘Potato’ het vernieuwde Agrico
telersblad. Ja, ook de naam is veranderd, want
hoewel ‘Agrico Actueel’ goed ‘bekt’ was het
niet echt actueel zoals een website of digitale
nieuwsbrief wel kan zijn. Met dit blad willen
we u, als voorheen, informeren over teelt-,
markt- en telersaangelegenheden die specifiek
zijn voor Agrico, met als doel de relatie tussen
Agrico, haar telers en personeel te versterken.
Met een nieuwe mix van (deels) vaste rubrieken
hopen we dat het blad u uitdaagt om van voor
tot achter gelezen te worden.
Over tijd om te lezen gesproken. Ik hoop dat u
dat voorlopig niet hebt. Na een warme droge
periode, worden we nu geconfronteerd met
regen, terwijl het graan geoogst, het loof van
het pootgoed vernietigd en sommige aardap-
pelen gerooid moeten worden. Met de regen
is de stemming drastisch veranderd en zijn de
gevolgen zichtbaar in de prijzen van graan
en aardappelen. Het slotakkoord is nog niet
gespeeld, maar er zit in ieder geval weer meer
muziek in sommige teelten.
De directie wenst u veel leesplezier.
Ineke Mastenbroek
Columnvan de directie.
Wilt u meer informatie over een artikel of heeft u een opmerking/suggestie hierover,
neem dan contact op met het secretariaat, tel. 0527-639923 of [email protected].
Inhoudsopgave.
03 Column van de directie.
04 De 10 vragen aan... Ferdi Buffen.
06 Status Pootaardappelen.
08 Jongerencollege. Op de gevoelige plaat.
09 Excursie proefveld biologische aardappelen.
10 Personalia.
11 Excursie proefveld tafelaardappelen.
12 Status Aardappelen voorde verwerkende industrie.
14 Groene vingers.
16 Kwaliteit uitgangsmateriaal.
18 Status Tafelaardappelen.
20 Op het erf van... De familie Braspenning.
22 Status Bioselect aardappelen.
24 Aardappeldemodag 2010.
26 Pfalz Tafeltelers bezoeken vroeg aardappelengebied.
28 Vanuit de kweekvijver Cisgenese en de brief van de minister.
30 Pootgoedstudieclub bezoekt Spanje.
“Geconfronteerd
met regen.”
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 2-3 31-08-10 12:46

4 5
Wie bent u en voor welk bedrijf werkt u?
“Ik ben Ferdi Buffen, hoofdverantwoordelijke
voor de verkoop van aardappelen bij Weuthen,
een Duits aardappelhandelshuis.”
Hoe bent u op deze plek terechtgekomen?
“In 1979 ben ik als 17-jarige gestart met wer-
ken, nadat ik mijn opleiding had doorlopen.
Mijn carrière startte bij een bedrijf dat graan
opsloeg en een menginstallatie had voor
diervoeders. Na dit een aantal jaren te hebben
gedaan kwam ik in aanraking met aardap-
pelen. Eerst in de logistiek en daarna in de
verkoop van aardappelen”, aldus Ferdi. Sinds
1996 is Ferdi Buffen verantwoordelijk voor de
verkoop van aardappelen bij Weuthen, waar
hij in 2007 tevens tot de directie toetrad. Sinds
1 oktober 2009 is hij hoofdverantwoordelijke
voor de verkoop.
Wat is uw privésituatie en wat doet u
in uw vrije tijd?
“Ik ben alweer 23 jaar gelukkig getrouwd en
samen hebben we een dochter van 20 jaar.
Mijn hobby’s zijn: aardappelen, het fokken
van Schotse Hooglanders en motorrijden.
Daarnaast ben ik voorzitter van de voetbalclub
uit mijn dorp DJK Fortuna Dilkrath, waarmee
we één keer per jaar spelen tegen het
veteranenteam van SV Marknesse.”
Waarin onderscheidt zich uw
bedrijf/instelling?
“Onze slogan ‘Altijd tot uw dienst’ is niet
zomaar een slogan. Alle medewerkers probe-
ren elke dag vanuit dezelfde invalshoek onze
klanten en leveranciers toegevoegde waarde
te bieden.”
Wat speelt er op dit moment in relatie tot
uw bedrijf? Wat is actueel?
“Er is op dit moment veel spanning door de
extreme weersomstandigheden. De telers hier
hebben namelijk een middelmatige oogst
vanwege doorwas. Het kost waarschijnlijk
de nodige moeite om het seizoen 2010 af te
wikkelen, maar daarnaast biedt het uiteraard
ook weer tal van mogelijkheden”, aldus Ferdi:
“Daarnaast vieren we dit jaar vanzelfsprekend
ons 125-jarig bestaan!”
Waarom bent u partner van Agrico?
“Allereerst ben ik partner van Agrico vanwege
de goede persoonlijke relatie met de mede-
werkers van Agrico. Daarnaast heeft Agrico
goede en betrouwbare kwaliteit pootaardap-
pelen. Jullie handelshuis heeft een goed ras-
senpakket met aardappelen voor de verwer-
king. De rassen zijn daarnaast erg geschikt
voor onze grondsoorten. Met name de Fontane
zien wij hier graag op het land staan.”
Hoe kan deze relatie zich nog verder
ontwikkelen?
Buffen: “De relatie ontwikkelt zich verder door
goede nieuwe industrie- en tafelrassen voor de
Duitse markt te ontwikkelen en te introduce-
ren”. Daarnaast is een nauwere samenwerking
door bundeling van krachten voor industrie-
aardappelen een verdere ontwikkeling in de
ogen van deze grote Agrico-klant.
Welke boodschap heeft u voor onze telers?
“Ik zou de telers willen aanmoedigen om
de kwaliteit nog verder te verbeteren, door
een nog betere sortering en knollenaantal
per 50 kg.”
Wat is uw visie op de toekomst van de sector?
“Agrarische grondstoffen worden wereldwijd
gezocht en ik denk dat dit zo blijft. Goede
teeltgronden blijven schaars. Het is aan ons
om de daaruit voortvloeiende mogelijkheden
optimaal te benutten.”
Hoe eet u uw aardappelen het liefst?
“Ik ben een groot aardappelliefhebber. Bij ons
staan bijna elke dag aardappelen op tafel. Of
het nu gekookt, gebakken, of op een andere
manier is klaargemaakt maakt mij eigenlijk
niet uit. Maar als het dan eind mei is, met de
nieuwe lokale oogst, dan eten wij nieuwe
aardappelen met Rijnlandse asperges. Dat is
gewoonweg geweldig!”
Ferdi Buffen
In deze vernieuwde editie introduceren wij graag een nieuw item
in het magazine: “De 10 vragen aan…”. Aangezien Weuthen,
een groot aardappelhandelshuis in Duitsland waar Agrico veel
zaken mee doet, dit jaar 125 jaar bestaat leek het ons interessant
iemand van Weuthen 10 vragen voor te leggen.
Ferdi Buffen.
Ferdi Buffen, hoofdverantwoordelijke voor de
verkoop van aardappelen bij Weuthen.
Rechts staat Ferdi Buffen, links André Tekelenburg die verantwoordelijk is voor de pootaardappelen bij Weuthen.
De 10 vragen aan...
“Ik ben een zeer
groot aardappel-
liefhebber.”
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 4-5 31-08-10 12:46

6 7
Verschillen maar toch ook weer
overeenkomsten met oogst 2009
kenmerken op het moment van schrijven
(half augustus) de pootgoedoogst 2010.
Het grote verschil is de vertraging in
de oogst van het pootgoed, al opgelopen
tot een week of 4 in vergelijking met
2009. Geen goede start van de vroege
export zoals we die wel zagen in 2009.
Het is nog te vroeg om conclusies te
trekken, maar toch zullen alle zeilen
moeten worden bijgezet om de
gevraagde hoeveelheden op
de geplande tijden af te leveren.
Op dit moment ligt zo’n 50% van het poot-
goed in Nederland dood. Er is tijdens de
veldkeuring 3% afgekeurd en 18% verlaagd.
In vergelijking met oogst 2009 liggen deze
cijfers iets lager. Uiteindelijk zal in de nacon-
trole blijken hoe de definitieve afkeurings- en
verlagingspercentages zullen uitpakken.
Overeenkomsten met oogst 2009 zijn de goede
opbrengsten en de, over het algemeen, fijne
sortering van het product. Een punt van zorg
is een grotere aantasting door schurft. Het zal
niet eenvoudig worden om voldoende product
voor de ‘moeilijke’ bestemmingen te vinden.
De markt
Zoals in de juli-vergaderingen al werd verteld,
is het pootgoedareaal in Europa wederom
iets gestegen. Net als het afgelopen jaar is het
Spunta-areaal weer toegenomen.
Het weer heeft in grote delen van Europa
sterke invloed op de opbrengsten van zowel
poot- als consumptieaardappelen gehad. Grote
droogte in de Russische Federatie en overstro-
mingen in grote delen van Oost-Europa. Met
name de droogte in Rusland zal een groot
effect hebben op de vraag naar consumptie-
aardappelen en (gebruiks)pootgoed.
In Noord-Afrika is het seizoen redelijk goed
afgelopen. Ondanks de grotere importen van
pootaardappelen hebben de telers redelijk
geld voor hun consumptieaardappelen gekre-
gen. Ook in Zuid-Europa was het prijsniveau
goed, echter met zeer lage kilogramopbreng-
sten wat uiteindelijk leidde tot tegenvallende
financiële opbrengsten per hectare.
Al met al is de indruk dat de opbrengsten van
de consumptieaardappelen in noordwest
Europa lager zijn dan die van oogst 2009.
Bovengenoemde is niet meer dan een op-
somming van indicaties, de handel met onze
belangrijkste afnemers vindt pas plaats in
november. Over de afzetmogelijkheden van
onze rassen zijn wij op dit moment zeker
niet negatief. In de volgende uitgave van het
Agrico telersblad ‘Potato’ zullen wij u verder
op de hoogte stellen.
Wieger van der Werff
Midden augustus lag er nog maar zo’n 50% van het
pootgoed dood.
Status
Pootaardappelen.
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 6-7 31-08-10 12:46

8 9
Toen medewerkers van Agrico doorkregen
dat het telersblad veranderd zou worden en
er een extra onderdeel ‘Op de gevoelige plaat’
bij zou komen, stuurden zij massaal foto’s in.
De redactie selecteerde de foto hiernaast.
Deze ondeugende zoon van één van onze
collega’s had net een ijsje achter de kiezen.
Op de achtergrond de Agrico-bal, die zijn
moeder tot vervelens toe uit de tuin van de
buren moet halen.
Heeft u ook een sprekende foto met iets
van Agrico erop? Stuur hem dan in naar
[email protected] en wie weet wordt
uw foto in de volgende editie getoond.
Op de
gevoelige plaat.
Vaak denk ik eraan hoe heerlijk het is om
van je hobby je werk te maken. Om in het
voorjaar al die gewassen te zien groeien
om ze in de zomer te verzorgen en in het
najaar te oogsten, jaar op jaar. Met het
weer bezig zijn, hoe pak ik dit aan, moeten
we die nieuwe trekker nu wel of niet
kopen, verkoop ik mijn uien nu, of wachten
we nog even? Allemaal mooie (en soms
ook minder mooie) vragen waar je dage-
lijks mee te maken hebt. De vrijheid, het
ondernemen, het telen van gewassen, het
handelen, allemaal redenen voor mij om
boer te worden. En gelukkig denk ik er
tegenwoordig nog steeds zo over!
Dan ook nog lid geworden van het jonge-
rencollege. Ook dat ervaar ik als een leuke,
maar hele andere uitdaging. Dit jaar heb ik
van dichtbij meegemaakt hoe het is om de
jongerendag te organiseren. Het was best
wel wat (vergader)werk, maar wel erg leuk
om te doen! Vooral als de dag dan ook
nog geslaagd blijkt te zijn. Daarnaast is het
interessant om met de directie van Agrico
in gesprek te gaan over allerlei onderwer-
pen binnen de sector. Er wordt naar onze
mening gevraagd in moeilijke vraagstuk-
ken zoals bijvoorbeeld de discussie rond
ledenloyaliteit. En daarnaast is het contact
met mede-ondernemers in je eigen leef-
tijdscategorie ook erg leuk!
Gerwin Luimes
Gerwin Luimes, lid van het jongerencollege
Iedereen in het jongerencollege wordt een
keer gevraagd om een stukje te schrijven in
het magazine van Agrico. Deze keer ben ik
gevraagd.
Ik ben Gerwin Luimes, inmiddels alweer 31 jaar
oud en woon (net) samen met mijn vriendin
in Marknesse. Nadat ik de Has in Dronten had
afgerond heb ik nog een jaar een technische
opleiding gedaan (Mas +), om daarna (alweer
8 jaar) met mijn ouders in maatschap te gaan.
Thuis hebben we een akkerbouwbedrijf met
hoofdzakelijk pootaardappelen en een kleiner
areaal consumptieaardappelen. Ook werken
we intensief samen met twee buren om zo de
machine- en arbeidskosten te optimaliseren.
Jongerencollege. Excursie proefveld
biologische
aardappelen.Het warme en vrij droge weer eind juni
en de eerste week van juli heeft er voor
gezorgd dat de bekende aardappelziekte
Phytophthora pas erg laat van zich deed
spreken. Een nadeel van de late inval van
deze ziekte was dat op de verschillende
proefvelden pas zeer laat kon worden
geselecteerd op vatbaarheid. Het jaarlijkse
bezoek aan het proefveld van Bioselect
werd daarom uitgesteld tot 28 juli.
De opkomst op het bedrijf van Thieu
Verdonschot was goed en er was net
voldoende Phytophthora aanwezig om de
verschillen tussen de oude vatbare en de
nieuwe resistente rassen te demonstreren.
Na een goede discussie over de lopende
rassen en de toekomst van de nieuwe
zaailingen gingen de bezoekers rond
half tien weer op huis aan.
Jacques Vergroesen
De eerste Phytophthora is zichtbaar op deze biologische aardappel.
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 8-9 31-08-10 12:46

10 11
Op 11 augustus vond het jaarlijks bezoek
van de tafeltelers plaats aan het proefveld
bij de familie Koopman te Marknesse.
Dankzij het weer was de opkomst groot.
Adrie Omtzigt heeft een toelichting ge-
geven op de diverse bekende, nieuwe en
bijzondere rassen. Dit gaf aanleiding tot
een goede discussie.
Opvallend was het hoge tal van dit jaar
en de vitaliteit van veel rassen ondanks de
droge en warme periode in de maand juli.
Er was een goede vergelijking te maken
tussen de diverse rassen en het was de
telers duidelijk dat er een behoorlijk aantal
nieuwe rassen zit aan te komen.
Na het proefveldbezoek was er gelegen-
heid om met elkaar van gedachten te
wisselen onder het genot van een hapje
en een drankje op het mooie terras van de
familie Koopman. Bij deze willen wij dan
ook graag de familie Koopman van harte
bedanken voor hun gastvrijheid.
Peter Dijk
Na het bezichtigen van het proefveld is het tijd om
onder het genot van een hapje en een drankje na te
praten en hier en daar wat te discussiëren.
In dienst...Vanaf augustus is Pieter Zee in dienst
gekomen bij Agrico. Reden voor de
redactie om deze echte Noord-Hollander
te vragen een stukje te schrijven voor
het magazine. Agrico wenst Pieter
veel succes in zijn nieuwe uitdaging,
het woord is aan Pieter:
Ik ben Pieter Zee, de nieuwe account-
manager tafelaardappelen. In mijn functie
ga ik mij bezighouden met de buitenlandse
handel, voorheen het werk van Willem
Koerts. Ik ben 46, getrouwd en trotse
vader van twee kinderen. Mijn oorsprong
ligt in het Noord-Hollandse Westwoud.
Nadat ik de HLS in Leeuwarden met suc-
ces afgerond had, ben ik eigenlijk direct
in de handel van agrarische en agrarisch-
gerelateerde producten gestapt.
In de afgelopen 15 jaar ben ik steeds
actief geweest in de export. Via een
exporteur in mixladingen groenten naar
Duitsland en Tsjechië, naar Agrifirm Inter-
national alwaar ik van alles verkocht voor
de teelt van bloemen in kassen, voor-
namelijk in Afrika en Zuid-Amerika. Na
Agrifirm ben ik bij J.P. Beemsterboer Food
Traders gaan werken waar ik mij vooral
bezighield met de handel in de AGF in
Europa, Rusland en het Verre Oosten.
De overstap naar Agrico was voor mij
dan ook niet een hele grote stap. De
handel in aardappelen is iets waar ik mij
de laatste 6 jaar intensief mee bezigge-
houden heb. De uitdaging in Agrico zie
ik vooral in de uitbreiding van afzetmo-
gelijkheden in het buitenland. Ik denk
dat een bedrijf dat zo bepalend is in
de ontwikkeling van aardappelen, ook
bepalend moet zijn in de afzet daarvan.
Niet alleen vanwege de handel zelf, maar
ook om goed feeling te houden met wat
consumenten uiteindelijk willen.
Uit dienst...Cootje van Keulen
Na meer dan 15 jaar bij Agrico te heb-
ben gewerkt is Cootje van Keulen per
1 augustus bij Agrico gestopt. Het bedrijf
van haar man is zo gegroeid dat ze daar
is gaan werken. Cootje is bij Agrico ooit
begonnen als receptioniste achter de
ontvangstbalie aan de Nagelerstraat.
Daarna heeft ze op de PR-afdeling van
Agrico gewerkt. De laatste jaren maakte
Cootje deel uit van het algemeen
secretariaat.
Agrico bedankt Cootje voor haar tome-
loze inzet en wenst haar veel succes in
haar (nieuwe) uitdaging.
Uit dienst...Willem Koerts
Na een open sollicitatie in 2001 duurde
het niet lang voordat Willem Koerts werd
aangenomen op de logistieke afdeling.
Na hier 4 jaar te hebben gewerkt kwam er
ruimte binnen de tafelafdeling voor een
extra verkoper en kwam Willem terecht in
een commerciële functie, iets wat hij al een
tijdje graag wilde. Nu, 5 jaar later, heeft Willem
Koerts een nieuwe uitdaging gevonden.
Hij en zijn vriendin verhuizen naar Ethiopië,
waar Willem leiding gaat geven in een
chrysantenkwekerij.
Agrico wenst Willem en zijn vriendin enorm
veel succes in het verre Ethiopië.
Willem Koerts bedankt zijn collega’s tijdens zijn
afscheidsreceptie bij Agrico.
Cootje van Keulen (met witte jas) tijdens
het personeelsreisje afgelopen jaar.Adrie Omtzigt geeft een toelichting op de diverse
bekende, nieuwe en bijzondere rassen van Agrico.
Personalia. Excursie proefveldtafelaardappelen.
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 10-11 31-08-10 12:46

12 13
StatusAardappelen voor de verwerkende industrie.
en de tekorten in neerslag in mei en juni. De
tweede en derde week van juli kwam hier de
hittegolf overheen en de dagmarkt van oude
aardappelen explodeerde naar € 22,00. Omdat
Agrico 10.000 ton aardappelen in mechanische
koelingen had opgeslagen voor de afzet in de
maanden juli en augustus heeft de pool nog
een klein beetje van deze dagprijzen kunnen
profiteren.
Een jaarrond Agria
De laatste Agria’s uit mechanische koeling
zijn afgeleverd op 16 augustus. Ook dit jaar is
Agrico er bij diverse afnemers (veelal schilbe-
drijven) in geslaagd om het jaarrond Agria te
leveren. Oude oogst Agria tot half augustus
en daarna Agria af-land uit Limburg en Oost-
Brabant. De laatste aardappelen van het ras
Markies zijn dit jaar eind juli afgeleverd. Ook
voor Markies geldt dat we in de toekomst
naar een jaarrondlevering willen bij enkele
afnemers. Door de uitstekende bakcijfers die
de rassen Agria en Markies hebben, willen
afnemers graag zo lang mogelijk met oude
aardappelen werken. Nieuwe oogst heeft
uiteraard ook een goed bakcijfer, maar de
grofte valt vaak tegen en daarom kiest men
liever voor het vertrouwde beeld van de oude
oogst. Als het ons lukt om steeds meer met
dezelfde rassen een jaarrond te werken,
versterken we de relatie met onze afnemers.
In de laatste week van juli is Agrico gestart
met het rooien van de eerste Premières en
Sinora’s voor de verwerkende industrieën. De
opbrengsten liggen gemiddeld 15% onder die
van verleden jaar. In juli en augustus van 2009
was de dagprijs voor Première en Sinora € 5,00.
Nu met 15% minder opbrengst is de dagprijs
van deze rassen tussen de € 17,00 en € 19,00.
Telers van vroege rassen voor de verwerkende
industrie ontvangen dit jaar dus weer een
redelijk financieel resultaat.
De termijnmarkt van april 2011 liep eind juli
op tot € 24,00 in de top. De eerste proefrooi-
gegevens werden bekend. Het aantal knollen
per plant was over het algemeen hoog en het
percentage boven de 50 mm kon wel eens
drastisch laag worden. Volgens de proefrooi-
gegevens liepen de opbrengsten duidelijk
achter ten opzichte van de voorgaande jaren.
De eerste verschijnselen van doorwas toonden
zich met name in Bintje in Wallonië en
Noord-Frankrijk. Als de hittegolf nog twee
weken aangehouden zou hebben, was een
kopie van 2006 niet ondenkbaar geweest.
Tijdens het schrijven van dit artikel (midden
augustus) staat de termijnmarkt op € 17,50. Of
dit een correcte weergave van de prijs in april
2011 is, zal de tijd leren. Door de neerslag van
de laatste weken zijn de zorgen voor doorwas
zoals in 2006 voor een groot gedeelte weg-
genomen. De opbrengsten lijken beter dan dat
we ons in juli voor konden stellen, maar zullen
zeker niet die van de drie voorgaande jaren
benaderen.
Dirk van de Water
Goed resultaat voor Agria, Markies
en Innovator
Ondanks het feit dat Agria de meeste kwali-
teitsproblemen kende in de vorm van rooibe-
schadiging en blauw, scoorde het ras toch aan
de bovenkant van de markt, net als Markies
en Innovator. Agria-partijen die boven de
afgesproken kwaliteitsnorm uit kwamen
werden door Agrico niet afgekeurd maar in
een alternatief kanaal afgezet met een bijbe-
horende korting. Hierdoor konden nagenoeg
alle partijen in de pool (eventueel met korting)
afgerekend worden. Het is niet de intentie van
Agrico om partijen die buiten de norm vallen
af te keuren, maar juist om een passende
oplossing aan te bieden aan de betreffende
teler en daarmee de financiële schade zoveel
mogelijk proberen te beperken. Deze manier
van werken is goed ontvangen bij de telers
en versterkt de relatie tussen teler en Agrico.
Alternatieve kanalen
Naast de afzet van Markies naar de frites-
industrie is er oogstjaar 2009 meer in nieuwe
alternatieve kanalen afgezet. Hierbij valt te
denken aan de ‘fish and chips’ markt in het
Verenigd Koninkrijk en afzet naar cafetaria’s in
België en Nederland. De twee laatstgenoemde
afnemers stellen hoge eisen, maar zijn ook
genegen hier wat extra voor te betalen waar-
door Markies als hoogste in de poolprijzen naar
voren is gekomen. Innovator is een geliefd ras
voor de verwerkende industrie, vooral voor de
productie van fastfood. Het fastfood kanaal is
het best betalende segment in de Nederlandse
verwerking. Fontane en Bintje bevinden zich
daarentegen meer aan de onderkant van de
markt. Fontane wordt veel ingezet voor de
retail en foodservice. In deze segmenten
groeien de Belgische verwerkers hard en is
er een harde concurrentie tussen alle West-
Europese verwerkers. Als gevolg van deze harde
concurrentie is er ook een grote prijsdruk op
deze rassen.
Fritesmarkt
De afloop van oogst 2009 was in de allerlaat-
ste weken van het seizoen erg turbulent. Veel
telers en ook Agrico hadden de hele winter de
gedachte dat aan het einde van het seizoen de
dagmarkt aan zou kunnen trekken. De export
van aardappelen verliep goed. De verwerking
in Nederland en België groeide ten opzichte
van oogstjaar 2008 en de prijzen van de uien
liepen op tot ruim boven de € 30,00. Waarom
zouden de aardappelen dan niet naar de
€ 15,00 kunnen? Helaas moesten we consta-
teren dat er in de maanden april, mei en juni
geen beweging in de dagmarkt te krijgen was.
Agrico was in deze periode vaak koper van
goede partijen Agria, Markies en Innovator
waardoor de markt op niveau bleef, maar een
verhoging van de dagprijzen zat er niet in.
Ook komend jaar willen we ons weer actief en
nog meer op de dagmarkt begeven. We erva-
ren als Agrico dat steeds meer contracttelers
er voor kiezen om naast afspraken bij verwer-
kers of handelshuizen een groter gedeelte van
de aardappelen in een pool te leveren of vrij te
houden. Agrico bundelt aardappelen in diverse
poolvormen, stimuleert marktwerking en wil
graag een solide afnemer voor telers zijn.
Pas de eerste week in juli noteerden we in
Rotterdam, Goes en Emmeloord prijzen van
rond de € 15,00. De reden hiervoor was de
achterstand in de groei van de vroege verwer-
kingsrassen als gevolg van het koude voorjaar
Oogst 2009 was in vele opzichten een kopie van de twee voor-
gaande oogstjaren. De opbrengsten per hectare waren hoog
en lagen in de buurt van de voorgaande jaren. De poolprijzen
van oogstjaar 2009 waren daarom eveneens een kopie van de
twee jaren ervoor.
Een voorbeeld van een mobiele koelinstallatie om er
zo voor te zorgen dat Agrico een jaarrond aardappelen
kan leveren.
Agrico kon door de mechanische koeling dit seizoen nog zeer laat Markies afleveren.
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 12-13 31-08-10 12:46

14 15
met de handen in moeder aarde te rommelen
en vervolgens te zien dat er ook iets groeit”,
aldus de heer Robber; “Dit lukt gelukkig nog
niet op een PSP en een Wii spelcomputer.” Al-
leen al de mooie en enthousiaste verhalen van
de heer Robber over het telen van de verschil-
lende gewassen zorgen ervoor dat de kinderen
vol overgave hun tuintje bijhouden. In totaal
zijn er ruim tweehonderd veldjes waarop de
verschillende gewassen geproduceerd worden.
Alles gebeurt zonder gebruik te maken van
gewasbeschermingsmiddelen.
Net als echte boeren kijken ook hier de kin-
deren met een schuin oog naar de productie
van hun buurman. “Gelukkig, mijn piepers zijn
groter”, zie ik menigeen denken. De opbrengst
van hun eigen tuintje is als beloning dan ook
voor eigen gebruik. Na de zomervakantie zul-
len de aardappelen gerooid worden. Ik ben
benieuwd wat de opbrengst zal zijn. Om de
bekendheid van het project te vergroten is
er elk jaar een open dag. Op deze dag wordt
een deel van de oogst aan ouders en andere
bezoekers uitgedeeld. De kinderen staan dan
trots bij hun tuintje om te laten zien dat ze
groene vingers hebben gekregen. Dit wordt
dan ook nog eens bevestigd met een diploma
voor de geleverde prestatie. Zelf had ik de eer
om alvast te mogen snoepen van een heerlijke
boterzachte krop sla van het ras Hilde.
Met veel voldoening kijk ik terug naar mijn
bezoek aan het tuincomplex van Stichting
School- en Kinderwerktuinen Amstelveen. Het
was erg leuk om te zien hoe de jeugd met dit
project omgaat en spelenderwijs leert waar
onze gewassen vandaan komen. In ieder geval
leren ze dat het niet vanzelf gaat en dat er
de nodige inspanning voor verricht moet
worden. Ik verwacht dat dit voor later de
waardering voor ons basisvoedsel alleen
maar zal vergroten.
Tjalling Douma
Leren omgaan met de natuur en weten waar ons basisvoedsel
vandaan komt. Dat was de reden dat een aantal gemeenten in
Nederland reeds vele jaren geleden de zogenaamde schooltuinen
startte. Zo ook de gemeente Amstelveen. Onder de naam “Stichting
School- en Kinderwerktuinen Amstelveen” draait dit project met
succes inmiddels al meer dan 50 jaar. Afgelopen jaar kwam
Agrico in contact met deze bijzondere groep jonge telers.
De stichting
Het was in 1958, dat de eerste schoolkinderen
van de onderbouw uit Amstelveen naar een
tuincomplex gingen om daar enige liefde voor
het tuinieren bijgebracht te krijgen. Het pro-
ject is in handen van de Stichting School- en
Kinderwerktuinen en heeft van de Gemeente
Amstelveen in de loop der jaren vier tuincom-
plexen ter beschikking gekregen, evenals pro-
fessionele tuinleiders. De Stichting exploiteert
deze tuinen, geeft zelf inhoud aan de wijze
waarop de kinderen in de tuin werkzaam zijn,
stelt zelf het teeltplan vast en benadert zelf
de scholen. De kinderen kunnen in klassenver-
band onder schooltijd hieraan deelnemen. Op
deze manier kan het schooltuinwerk onder-
deel uitmaken van het activiteitenplan van de
school in het kader van het natuuronderwijs.
De scholen sturen kinderen van groep 5 en 6.
Aan ouders wordt ieder jaar een klein geld-
bedrag gevraagd als bijdrage aan de kosten.
Groene vingers.
“Zien dat er
iets groeit.”
Verzoek Agrico
De heer Robber is vanuit de gemeente verant-
woordelijk voor de coördinatie van het project.
Agrico kreeg afgelopen voorjaar van hem het
verzoek om een ‘beetje’ pootgoed te sponso-
ren voor dit project. Gezien de doelstelling en
de aard van het project werd deze vraag uiter-
aard positief beantwoord en het pootgoed
werd geleverd. Tevens werd de toezegging
gedaan om later in het seizoen tijdens de groei
nog eens langs te komen om het resultaat te
bekijken. Op 24 juni was het zover en ben ik
naar Amstelveen gereden.
Het was een prachtige zonnige dag op een
erg mooi complex, zoals op de foto’s te zien
is. Alles staat te bloeien en wat direct opvalt is
natuurlijk de prima stand van de Première en
de Red Baron. Verderop staat de heer Robber
met een groep kinderen en de onderwijzeres
van de basisschool ‘Triangel’ uitleg te geven.
Onderwerp in kwestie is onkruid. ‘Wat is on-
kruid en wat moet je vooral laten staan?’
Echte boeren
Een belangrijke doelstelling van het project
is om kinderen te laten zien waar ons voed-
sel vandaan komt. Sommige jeugdigen weten
niet beter dan dat het gewoonweg in een
plastic zakje in de winkel ligt. Op het tuincom-
plex leren de kinderen over zaaien, telen en
onderhoud. Zwaar telt ook de verantwoording
voor het netjes houden van je eigen tuintje.
“Voor veel kinderen is het gewoon heerlijk om
even uit de schoolbank te stappen en lekker
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 14-15 31-08-10 12:46

16 17
Helaas zijn we dit seizoen toch weer gecon-
fronteerd met een paar partijen uitgangs-
materiaal die tegenvallen. Hoewel het meeste
geleverde uitgangsmateriaal goed was, is elke
tegenvaller er één te veel. Een mindere start
bij onszelf vertaalt zich uiteindelijk ook door
in meer bacterieproblemen bij onze afnemers
van pootgoed voor consumptieteelt over de
hele wereld. De bacteriewerkgroep is druk
bezig meer kennis en feiten te verzamelen
over de problemen met de Erwinia-bacterie.
Op korte termijn mogen we echter nog geen
ei van Columbus verwachten.
Versnelling van de afkap zorgt voor minder
bacterie
Deze zomer hebben we u al geadviseerd uw
eigen uitgangsmateriaal vollevelds dood
te spuiten omdat de bacteriewerkgroep de
indruk heeft dat dit de uitbreiding van bacterie
beperkt. Uit diverse onderzoeken blijkt dat
versnelling van de afkap ook minder bacterie-
problemen geeft. We willen daarom bevor-
deren dat u hogere klasse aflevert, waar
vervolgens minder problemen uit voortkomen.
In de uitbetalingsprijzen van oogst 2009
hebben we bewust een groter prijsverschil
gemaakt tussen E en A, maar ook tussen E en
SE en SE en S. Het prijsverschil tussen A en S
(zonder garantie voor detail) was minimaal
4 euro. Tussen A en E was dit veelal 2 euro.
Agrico streeft ernaar dat bij de aangifte de
maximale klasse van alle percelen minimaal
E en hoger is. Dit betekent dat de telers die
niet aan stamselectie doen feitelijk elk jaar
nieuw S-pootgoed moeten aankopen om
deze normaal gesproken één maal door te
vermeerderen. Per hectare die u teelt gaat
u dan tussen de 750 en 1.000 kg nieuwe S
bestellen. Naast kwaliteitsverbetering heeft
een vaste jaarlijkse afname van uitgangs-
materiaal een logistiek voordeel voor Agrico.
We kunnen hierdoor beter de behoefte naar
uitgangsmateriaal plannen en daarmee
concretere afspraken maken met de stammen-
telers. Ze weten dan wat er van hen verwacht
wordt. Bovendien kunnen ze er beter naar
toe werken omdat de afname structureel van
aard is.
Risicospreiding
We realiseren ons dat er ook in deze geschetste
werkwijze teleurstellingen zullen optreden, we
werken immers in/met de natuur. Als u onver-
hoopt een tegenvallende partij S heeft ontvangen,
is het mogelijk uw geplante SE partij die wel
goed is, het jaar erop nog een keer na te telen
samen met een nieuwe aangekochte partij S.
Ervan uitgaande dat die partij dan wel goed
is, bent u als teler niet duurder uit met uw uit-
gangsmateriaal. Koopt u niet ieder jaar nieuw
S-pootgoed dan loopt u het risico dat, wanneer
uw eigen SE tegenvalt, u voor uw gehele areaal
nieuw materiaal moet kopen. In plaats van
5 ton bestelt u dan in één keer 30 ton. Iets wat
nu ook voorkomt. U heeft dan meer kosten door
onder andere marge, transport en emballage.
Gezond uitgangsmateriaal
Agrico zet zich voor 100% in om gezond uit-
gangsmateriaal uit te leveren aan haar telers.
Kwaliteit uitgangs materiaal.
De eerste gedachten voor het areaal van 2011 beginnen al weer
vorm te krijgen. Als Agrico hebben we ons samen met de stammen-
telers weer een beeld gevormd over de kwaliteit van de percelen
met klasse S. Percelen met bacterie of virus zijn geschrapt. Voor
vrijwel alle rassen denken we over voldoende goed materiaal
te kunnen beschikken om deze herfst en winter uit te leveren.
Dit neemt helaas niet weg dat er soms teleur-
stellingen zullen zijn. Hoe beter wij een plan-
ning kunnen maken, hoe beter de kwaliteit en
hoe lager de kans op tegenvallers in de teelt
het daarop volgende jaar. Dit geldt dan ook
voor onze uiteindelijke afnemer, waar ook
in de wereld.
Het advies: ook al heeft u goed eigen uit-
gangsmateriaal, koop toch ieder jaar nieuw
S-pootgoed voor uw teelt in het daarop
volgende jaar. Dit om de risico’s te spreiden.
Agrico hoopt dan ook dat u dit wilt mee-
nemen in uw gesprekken met de buitendienst
over de areaalplanning van 2011. Samen
moeten we er de schouders onder zetten om
de kwaliteit van ons product te verbeteren
en de kosten te verlagen.
Peter Boutkan
17
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 16-17 31-08-10 12:46

18 19
Deze positieve trend aan het eind van het
seizoen heeft zich wel doorgezet. Door het
late voorjaar in Zuid-Europa werd er heel laat
gepoot. Diverse late rassen werden zelfs hele-
maal niet gepoot, omdat deze te laat klaar
zouden zijn. Ook bleef het lang koud en nat
in diverse teeltgebieden. Hierdoor werden de
afgelopen maanden veel hectares gerooid met
weinig tonnen tegen hoge prijzen. In tegen-
stelling tot andere jaren is de markt helemaal
“schoon”. We hebben op het moment van
schrijven (half augustus) geen last van import-
aardappelen die nog boven de markt hangen.
Vroege aardappelen
De markt van vroege aardappelen is daarom
ook goed. Er is vroeg dood gespoten om geen
gat te laten vallen tussen import en Neder-
landse oogst. Ook hier worden niet veel tonnen
geoogst, maar de huidige prijzen maken dat
zeker goed. Het gaat om het financiële saldo
per hectare. Ondanks de matige vraag door
de vakantietijd blijven de prijzen op een goed
niveau. Er zal dan ook snel geschakeld moeten
worden naar de hoofdoogst.
Exportpositie van Nederland
Vaak is een hoog prijsniveau nadelig voor onze
exportpositie en zonder export kunnen wij
als Nederland niet! Op dit moment worden
voor dit marktsegment hele goede prijzen
betaald en zijn de exportverwachtingen goed.
Er zal zeker vraag komen uit Oost-Europa en
Rusland. In verschillende delen van Rusland
is het heel droog en warm. In verschillende
landen in Oost-Europa heeft men daarentegen
te kampen met overstromingen door de vele
regenval.
Als Agrico zijn wij drie weken geleden begon-
nen met de eerste Nederlandse aardappelen
uit het zuidwesten. De rassen Ariëlle, Ditta en
Gourmandine liggen dus alweer in de Neder-
landse schappen. Vanuit onze andere teelt-
gebieden zal aansluiting worden gezocht om
de diverse programma’s gevuld te houden.
Het groeiseizoen
Het groeiseizoen kenmerkte zich in juli door
een periode van droogte en zeer hoge tempe-
raturen. Hierdoor ontstond er even paniek in
de markt, waardoor de prijzen fors opliepen.
De afgelopen drie weken is het echt aardap-
pelweer: temperatuur rond de 20 graden,
wisselend bewolkt en zo nu en dan een bui. De
meeste gewassen hebben zich dan ook redelijk
goed hersteld. Opvallend is het hoge tal. Hier-
door is er geen noodzaak om vroegtijdig dood
te spuiten. Toch is het belangrijk om tafelras-
sen niet te lang meer te laten groeien, omdat
de uiterlijke kwaliteit de komende weken sterk
zal teruglopen. Een niet onbelangrijk aspect
van een tafelaardappel!
De verwachting is dat de opbrengsten onder
het niveau van vorig jaar zullen uitkomen.
Over een week of zes zullen we dit exact weten
als alle proefrooiingen binnen zijn. De verwach-
te opbrengst in Frankrijk is 10% lager dan het
afgelopen seizoen en ook in Duitsland ligt de
verwachte minderopbrengst rond dit percentage.
Bovenstaande bespiegelingen geven een
positief gevoel en een absoluut beter uit-
gangspunt dan vorig jaar. Toch zal er veel van
afhangen hoeveel er de komende weken nog
gaat groeien. Wat zal de export doen? Hoe-
veel heeft Rusland nodig en is hier geld voor?
Kloppen de oogstverwachtingen in Duitsland
en Frankrijk?
De komende twee maanden zal de bodem
in de markt worden gezocht en gevonden.
Spannend!
Peter Dijk
Status Tafel aardappelen.
Een matig jaar, dat is de beste
omschrijving voor oogst 2009. Dit
was ook het gevoel op de telers-
vergadering. Een hele vlakke markt
zonder enige beweging. Er was een
kleine opleving in de laatste paar
weken van de tafelmarkt door een
tekort aan importaardappelen, maar
dit was helaas te laat.
Het is belangrijk om tafelrassen niet te lang meer te laten
groeien, omdat de uiterlijke kwaliteit de komende weken
sterk zal teruglopen. Een niet onbelangrijk aspect van een
tafelaardappel!
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 18-19 31-08-10 12:46

20 21
Op een prachtige zomerdag reisde ik af naar het gezellige West-Brabant. Ik had daar een afspraak met Alfred Braspenning, een pootgoedteler in Hoeven. Om 13.00 uur kwam Alfred samen met zijn zoontje aangefietst. Na onze kennismaking gaf Alfred een rondleiding over zijn bedrijf. “Dit gedeelte van Brabant is in 1930 ontgonnen”, startte Alfred. Het bedrijf, dat ligt tussen Zevenbergen en Roosendaal, is een echt familiebedrijf. Zijn vader heeft het in 1966 overgenomen van de opa van Alfred, “Wij zijn opgegroeid met de teelt van pootgoed”. Naast pootgoed teelt de familie al vanaf 1974 vollegrondsgroenten. Daarom heeft Alfred naast zijn vader en oom ook één vaste en twee losse krachten in dienst. “Door kool en pootaardappelen te telen, creëren we een vlakker arbeidsfilm”, aldus deze ondernemer. Terwijl we door de schuur lopen waar de sorteerinstallatie staat, vertelt Alfred over zijn achtergrond: “Nadat ik van school kwam heb ik in totaal een half jaar voor een werkgever gewerkt. Ik had het echter snel bekeken: dit is niets voor mij.” Vanaf toen is Alfred bij zijn vader gaan werken.
Deze kool levert hij in januari of februari af,
zodat hij de schuren vervolgens weer vol
kan rijden met gesorteerd pootgoed voor de
voorjaarslevering. Terwijl Alfred dit vertelt
komen zijn vader en de keurmeester binnen:
“Je Diamanten staan er schitterend bij”, zegt
de keurmeester lachend. Na een bakje kof-
fie rijdt hij naar het volgende perceel van de
maatschap. De één miljoen koolplantjes telen
ze zelf: “We kopen het zaad en zaaien het
vervolgens uit in hoge vroege gronden. Half
maart starten we met zaaien, om ze in mei
op te trekken en ze weer elders te planten.”
De familie doet dit om zelf te kunnen sturen
wanneer ze gaan planten. “Daarnaast is het
financieel een stuk aantrekkelijker en interes-
sant qua arbeidsplanning.”
20 hectare pootaardappelen per ras
Alfred legt uit dat hij in zijn bouwplan streeft
naar 20 hectare pootaardappelen per ras:
“Wij kopen ieder jaar ongeveer 1 à 1,5 hectare
S pootgoed aan. De hoeveelheid SE pootgoed
hangt af van ons eigen uitgangsmateriaal.”
Het SE pootgoed koopt hij altijd van een
andere teler dan waarvan hij zijn S’en heeft
aangekocht, om zo zijn risico te spreiden.
Uiteindelijk streeft Alfred ernaar om 60 à 70%
van zijn eigen pootgoed te kunnen gebruiken.
Omdat Alfred in het zuiden van Nederland
woont, is dit niet altijd makkelijk. “Naast dat
het bij ons altijd een paar graden warmer is en
er daardoor meer en eerder luizen voorkomen,
zijn wij omringd door consumptietelers. Het is
hier namelijk van origine een consumptiegebied.
Hierdoor is de kans op besmetting met virus
veel groter dan in gebieden waar alleen
pootgoedtelers zitten.”
Te veel pootgoed voor Russische roulette
De familie Braspenning koopt hun stammen
het liefst bij vaste stammentelers. “We bestel-
len ons pootgoed al jaren niet meer blind. In
overleg is er bij Agrico altijd veel mogelijk.”
Krijgen ze hun uitgangsmateriaal niet bij de
bekende telers, dan vindt Alfred het een soort
Russische roulette: “Je weet niet wat je bin-
nenkrijgt. De telers waar wij nu ons uitgangs-
materiaal van krijgen gaan zorgvuldig met
hun teelt om. Daarnaast is er contact op het
moment dat ze twijfelen.” Dat laatste geeft
voor Alfred al aan dat ze serieus met hun
product omgaan. “Iedereen kan een keer een
verkeerde partij hebben, maar de één gaat er
zorgvuldiger mee om dan de ander. Ik betaal
liever een dubbeltje meer voor goede stam-
men, dan goedkoop maar slecht uitgangsma-
teriaal”, aldus Alfred. De keuze waar hij zijn
uitgangsmateriaal koopt laat hij afhangen van
de ervaringen uit het verleden en ervaringen
van de telers in zijn omgeving. Ook buiten-
dienstmedewerker Jan van Eijken helpt hem
met de keuze voor het aan te schaffen
materiaal.
Pootgoedteler in consumptiegebied
De heer Braspenning teelt zijn pootaardap-
pelen tussen de consumptietelers: “Vroeger
hebben wij ook wel consumptie geteeld, maar
we zijn hiermee gestopt vanwege het rende-
ment.” Het pootaardappelen telen zit Alfred
in het bloed: zo startte zijn opa al in de jaren
vijftig met stammenteelt. Daarna is zijn vader
doorgegaan met aardappelvermeerdering op
het toenmalige 18 hectare grote bedrijf. Stam-
men telen doet Alfred niet meer. Het past niet
meer in de bedrijfsvoering. De omgeving leent
zich er hier minder voor dan andere gebieden
van Nederland. Hij vindt het daarom belangrijk
dat er voldoende S-telers zijn in Nederland.
“Het is belangrijk om te investeren in goede
S-telers!”, zegt Alfred serieus. “Zij moeten
zorgen voor een gezonde opbouw van een
ras en de gewenste kwaliteit waarborgen.”
Het opnieuw invoeren van de einddatum zou
van hem weer mogen.
Agrico verkoopt
Over Agrico is Alfred zeer te spreken: “Het
handelshuis biedt mij ruimte om te groeien.”
Dit ervaart de Brabander als zeer prettig. Hij
ziet Agrico als partner om zijn aardappelen te
verkopen. Daarnaast heeft hij de mogelijkheid
om te ondernemen. Het interview sluiten we
af tussen de kolen: “Er staat altijd een teler
tussen de aardappelen, dit is ook wel eens
leuk.” Na een foto te hebben geschoten van
Alfred op de scheiding van een veld boeren-
kool en rode kool, is het tijd om te gaan.
“Ze zijn spinazie aan het oogsten, ik wil er
nog even kijken”, zegt Alfred lachend terwijl
we afscheid nemen.
Mark Dieleman
Op het
erf van...
De familie
Braspenning.Bouwplan
In totaal heeft Alfred, die samen met zijn
vader de maatschap vervult, 125 hectare poot-
goed. Naast pootaardappelen heeft hij 60 tot
70 hectare groenten. Hiervan is het groot-
ste gedeelte kool (30 hectare), het overige
gedeelte wordt opgevuld met erwten, bonen,
spinazie en korrelmaïs. Ook hebben vader en
zoon 10 hectare tarwe en 10 hectare suiker-
bieten. In totaal heeft de familie 80 hectare in
eigendom. De rest van het land huurt Alfred
erbij. Veel van zijn land huurt hij rond Zeven-
bergen, vanwege de gunstige grondsoort in
dat gebied. Hij heeft land in een straal van 20
kilometer rondom zijn boerderij. Een gedeelte
van de grond is geruild met een varkenshou-
der voor het telen van korrelmaïs. Voorheen
teelden vader en zoon ook gewassen als
kapucijners, knolselderij, wortelen en andijvie.
Alfred: “Het is een kwestie van rendement.
Daarnaast moet het passen binnen het bouw-
plan en de arbeidsplanning. Hier zijn we dus
op den duur mee gestopt, maar het kan zo zijn
dat we er volgend jaar weer mee beginnen.”
Koolteelt
Naast aardappelen teelt de familie veel kool.
Van deze kool slaat de familie Braspenning
ongeveer 30 tot 40% zelf op. Alfred probeert
het zo te plannen dat hij eerst vroeg te sorteren
pootaardappelen in de koelcel stopt, om deze
na aflevering vervolgens te vullen met kool.
Agrico-teler Alfred Braspenning op één van zijn velden boeren- en rode kool.
20
Het bedrijf van maatschap Brasprenning.
De laatste schuur werd in 2008 bijgebouwd.
“Investeren in
goede S-telers!”
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 20-21 31-08-10 12:47

22 23
Bioselect aardappelen.
Status
Consumptieaardappelen
De telersvergadering werd dit keer niet, zoals
gebruikelijk, in de Warmonderhof gehouden,
maar in Wezep. Naast de bekendmaking van
de uitbetalingsprijzen werd er een inleiding
gehouden door Rens Koene van CêlaVíta.
Daarna was er een rondleiding door de ver-
nieuwde fabriek. De middag werd afgesloten
met een buffet. Een geslaagde middag en
avond!
Bezoek aan CêlaVíta
CêlaVíta is al jaren een belangrijke afnemer
van biologische aardappelen. Hierin is niets
veranderd na de verkoop van CêlaVíta aan
de Wernsing-groep. Rens Koene vertelde de
biologische telers dat CêlaVíta veel varianten
van biologische aardappelen maakt, waarvan
de biologische krieltjes en schijfjes de belang-
rijkste zijn. De aardappelen worden afgezet
naar met name de retail, maar ook grootver-
bruik is een belangrijke markt. De biologische
producten worden voornamelijk gemaakt
van Agria. Dit ras heeft een uitstekende
verwerkingskwaliteit en een gewaardeerde
gele vleeskleur.
Het seizoen
Vier weken geleden zijn de eerste aardappelen
in Nederland gerooid. Na een week drogen
om kwaliteitsrisico’s te voorkomen, zijn deze
aardappelen verpakt voor de Nederlandse
markt. Alle importaardappelen waren op dat
moment ook op. Niet alleen bij ons maar ook
in landen om ons heen. Een ‘schone’ markt.
En dat is een groot verschil met vorig jaar toen
er vrij lang is doorgegaan met importaard-
appelen, waardoor er later met onze eigen
aardappelen werd begonnen.
In Duitsland zijn de Primeur aardappelen uit
de vroege gebieden als de Pfalz voor een heel
stuk geruimd. Daarom zal er vanaf komende
week al worden begonnen met export naar
Duitsland. En dat is vroeg!
Door deze gezonde marktsituatie is het prijs-
niveau op dit moment goed. Een vragende
markt met nog weinig aanbod. Dit laatste zal
de komende weken veranderen. De meeste
percelen in Nederland, Duitsland en Frankrijk
zijn intussen gebrand en kunnen over een paar
weken worden gerooid. Dit zal een prijsdruk-
kend effect hebben, omdat iedereen voor deze
prijzen wil verkopen. Hoe ver de markt gaat
zakken en wat de bodem wordt, is nog moei-
lijk te voorspellen. Dit zal sterk afhangen van
de opbrengst in de genoemde landen en de
eventuele kwaliteitsproblemen. In Duitsland
verwacht men opbrengsten tussen de 7 en 40
ton met hier en daar veel doorwas. Frankrijk
verwacht 10% minder opbrengst dan vorig
jaar. Bij ons wisselt het tussen de verschillende
gebieden, maar op dit moment verwachten
wij ook 10% minder opbrengst ten opzichte
van het afgelopen seizoen. Over enkele weken
zullen wij dit, dankzij de proefrooiing, exact
weten en hierop onze positie kunnen bepalen.
Wel weten wij dat het tal dit jaar duidelijk
hoger was en we daardoor een fijner product
zullen hebben.
Het zal de komende weken spannend worden
of we voldoende kunnen rooien. De weers-
vooruitzichten zijn hiervoor niet geweldig.
Toch zullen we er met elkaar voor moeten zor-
gen dat dit gaat lukken. De afzetprogramma’s
lopen en deze mogen niet worden doorbro-
ken. Bovendien moet onze pool profiteren van
deze prijzen. Dat kan uiteraard alleen maar als
er voldoende wordt gerooid!
Peter Dijk
Het zal de komende weken spannend worden of we
voldoende kunnen rooien. Hier is firma Poppe bezig
biologisch pootgoed te oogsten. Het is toch nog
behoorlijk nat.
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 22-23 31-08-10 12:47

24 25
PPO Westmaas. Paulies Melissant was voor-
heen een vertegenwoordiger van Nedato, die
Marcel als klant had. Tegenwoordig valt het
evenement niet meer onder Nedato, maar
wordt het georganiseerd door PPO (Praktijk-
onderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van
de Wageningen Universiteit) en de NAO. Zo
is het meer en meer een ontmoetingsplaats
geworden voor de keten. Paulies, die tegen-
woordig een eigen bedrijf heeft, is echter
altijd betrokken geweest.
Van relatiedag tot ontmoetingsplaats
voor keten
Zoals beschreven wil de organisatie ervoor
zorgen dat de keten elkaar ontmoet. Paulies
Melissant: “Daarom is het één dag. Je ontmoet
de mensen die je wilt ontmoeten.” Na een
joint venture tussen Nedato en Farm Frites
organiseerde Paulies de eerste relatiedag op
het terrein van de PPO Westmaas. Na het grote
succes in 2001, besloten de organisaties het in
2002 wederom te organiseren. Na drie succes-
volle jaren vond Nedato het tijd om het stokje
over te dragen aan de NAO. Het evenement
is namelijk een prachtige aangelegenheid om
aan het begin van het beursseizoen in con-
tact te komen met de achterban. Voor PPO is
dit evenement een goed instrument om haar
bedrijf als onderzoeksinstelling op de kaart te
zetten. “Het is als het ware een spin-off voor
meer onderzoek voor de aardappelteelt”,
aldus Marcel Tramper.
Bezoekers
In totaal hoopt de organisatie op 5.000 of meer
bezoekers. Of ze dit gaan halen heeft vaak veel
te maken met het weer. Van deze bezoekers is
het merendeel (ongeveer 90%) afkomstig uit
Nederland. Toch verwelkomen de organisatoren
steeds meer Belgische telers, die ook naar
Westmaas komen om een kijkje te nemen.
Mark Dieleman
Aardappel
demodag.2010
Al vanaf 2001 wordt het PPO terrein in
Westmaas om de twee jaar omgetoverd
tot een ontmoetingsplaats voor de
aardappelsector. Zo ook op 1 september.
Naast de lezingen, demovelden, rooi-
demonstraties en verladingen staat ‘het
elkaar weer ontmoeten’ centraal. Iedere
editie besteedt de organisatie veel tijd
aan een actueel thema. De organisatie
heeft de kredietcrisis als aanleiding
genomen om het thema ‘groei door
samenwerking’ centraal te zetten.
Twee organisatoren van de Aardappeldemodag
in Westmaas. Links Marcel Tramper, bedrijfsleider
van PPO Westmaas, rechts Paulies Melissant,
ooit vertegenwoordiger bij Nedato.
Het terrein van de Aardappeldemodag met ervoor
de 7 hectare aardappelen die tijdens de dag in
Westmaas geoogst worden.
Het programma
Op 1 september draait het op het PPO terrein
allemaal om aardappelen. De organisatie vindt
het ook belangrijk dat dit zo blijft. Paulies
Melissant, één van de organisatoren van deze
beurs: “We proberen het echte aardappelge-
voel te creëren. Het is een mix van activiteiten,
die zowel binnen als buiten plaatsvindt.”
Om ervoor te zorgen dat het terrein een
ontmoetingsplaats is, doet de organisatie er
alles aan om de brede aardappelsector warm
te laten lopen voor dit evenement. Zo is het
parkeren gratis en gemakkelijk, de toegang
kosteloos en krijgt iedere bezoeker een gratis
catalogus. De organisatie heeft namelijk geen
winstoogmerk, waardoor ze het evenement
laagdrempelig kan maken. Om het voor
bezoekers extra aantrekkelijk te maken om
te komen, zijn er tevens demonstraties en
informatieve lezingen.
De organisatie
Al vanaf het begin wordt de Westmaasbeurs
georganiseerd door Marcel Tramper en Paulies
Melissant. Marcel Tramper is bedrijfsleider van
De beursvloer van de Aardappeldemodag 2010.
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 24-25 31-08-10 12:47

26 27
Tafeltelers bezoeken
vroeg aardappelen
gebied.
PfalzIn lijn met 2006 en 2008 zijn de tafeltelers
van Agrico dit jaar wederom op buiten-
landse excursie geweest. Met 30 telers
en 4 Agrico-medewerkers vertrokken
ze op 7 juni richting Duitsland.
De meeste deelnemers kenden elkaar
van de vorige excursies, maar er waren
ook enkele nieuwe deelnemers. Op het
programma stond een bezoek aan een
gebied in Duitsland waar veel vroege
aardappelen worden geteeld: de Pfalz.
Dit gebied ligt ter hoogte van het zuiden
van Luxemburg. Kenmerkend voor het
gebied zijn vroege bewerkingsmogelijk-
heden van de grond en de kleine hoe-
veelheid regen die er gedurende het
jaar valt. Aan het begin van de zomer
is het vaak zo heet dat de meeste
gewassen stoppen met groeien. Het is
dus zaak er vroeg in het seizoen bij te
zijn. Een verslag van Robert Stokman,
één van de telers die meeging.
Na het bezoek aan deze grote coöperatie
bezochten we Kartoffelhandel Müller. De heer
Udo Müller zet, samen met zijn vrouw, de
aardappelen van gecontracteerde telers af.
Hij ontvangt aardappelen, sorteert ze, maakt er
grote partijen van en zet ze weer af. Hiervoor
heeft hij een grote bunkersorteerder staan. Hij
kan de aardappelen niet lezen (gebeurt al op
de rooimachine) en niet opslaan. Alles moet
dus zo snel mogelijk door naar de afnemer.
Na 8 weken topdrukte staat de installatie weer
10 maanden stil. Met de heer Müller bezochten
we ook enkele praktijkpercelen, waaronder
een perceel met Gourmandine die bedoeld zijn
om aan Leo de Kock te leveren voordat er
in Nederland geoogst kan worden. Met de
knollen was niets mis, alleen waren ze te klein
voor de tijd van het jaar. De teelt lag daar
ongeveer 10 dagen achter ten opzichte van
andere jaren.
Wat opviel bij beide bedrijven is dat de teler
goed wordt begeleid. De handelshuizen leveren
aan de telers het pootgoed, de bemesting en
de gewasbeschermingsmiddelen. Bovendien
komen ze wekelijks proefrooien. De meeste
telers hebben wel minimaal twee afnemers;
dit houdt iedereen scherp. Ook viel de bewer-
kelijkheid op. Zo waren we op een praktijkveld
waar steeds 16 rijen waren doodgespoten en
dan 2 niet. In het voorjaar had men de aardap-
pelen namelijk afgedekt met folie. Die 2 rijen
waren dat echter niet. Die moesten nu dus nog
een paar weken doorgroeien.
De middag werd afgesloten met een bezoek aan
een wijnboerderij met aansluitend een wijnproe-
verij. Precies toen de proeverij begon werd onze
groep één persoon groter: Jan van Hoogen sloot
zich bij ons aan. Hij was met de auto gekomen,
iets wat ons later nog van pas kwam.
Bezoek Weuthen
Op dag drie gingen we weer richting
Emmeloord. Onderweg bezochten we een
vestiging van Weuthen in Ameln. Hier worden
aardappelen opgeslagen, gesorteerd en even-
tueel gewassen afgeleverd aan diverse afnemers.
De aardappelen komen veelal af-land binnen.
Een deel wordt direct verwerkt en een deel
wordt opgeslagen in één van de moderne
aardappelcellen. Dankzij de bewaring kan
men bijna een jaarrond aardappelen leveren.
Door een misverstand was er geen lunch
geregeld. Toen we dit door kregen is Jan van
Hoogen direct op zoek gegaan en hij vond
een Chinees restaurant in de buurt. Hier heb-
ben we van een uitstekende lunch genoten.
Helaas kon er niet gepind worden, zodat Jan
na afloop nog meerdere geldautomaten langs
moest om voldoende geld te verzamelen. De
bus vertrok inmiddels met Adrie Omtzigt als
onderpand achterlatend. Gelukkig kon Jan
met zijn snelle auto Adrie weer bij ons terug-
brengen.
Op het afgesproken tijdstip arriveerden we
weer op de parkeerplaats aan de Duit. Al
met al was het jammer dat we door het late
voorjaar weinig oogstactiviteiten konden zien,
maar toch hebben we een aardige indruk
gekregen van de vroege oogst in de Pfalz.
Daarnaast leerden we elkaar weer wat beter
kennen. Ik ben benieuwd waar Peter Dijk ons
over twee jaar heen leidt!
Robert Stokman
De excursie
De reis verliep voorspoedig. We waren ruim
op tijd op onze thuisbasis voor twee nachten:
Heidelberg. Allereerst stond een excursie op het
programma: een bezoek aan het oude kasteel
van Heidelberg en een tour door de oude stad.
Het gezamenlijke programma werd afgesloten
met een goed diner. Waar we met de bus naar
het centrum werden gebracht, moesten we te
voet terug. Dan is drie kilometer nog een heel
eind voor sommigen! Uiteraard zijn er altijd
slimmeriken: zij pakten gewoon een taxi.
Bezoek aan Duitse handel in aardappelen
De tweede dag bezochten we twee vestigingen
van Maurer Parat in Dannstadt en Dirmstein.
Deze coöperatie levert en ontvangt het gehele
agrarische pakket. Ze ontvangen veel vroege
aardappelen, die vervolgens worden afgezet
in het hele land en daarbuiten. De weekprijs
wordt al aan het eind van de week ervoor
bepaald. Iets wat door zowel de lokale con-
currenten als door de afnemers gerespecteerd
wordt en veel rust in de markt geeft.
Dagelijks brengen telers vers gerooide aard-
appelen. In het begin van het seizoen zijn dat
groen gerooide aardappelen, maar al snel
gaat men over op doodgespoten aardappelen.
De aardappelen worden, indien nodig, gesor-
teerd, ingepakt, gepalletiseerd en gekoeld
klaargezet voor verzending. Telers leveren
slechts wekelijks afgesproken hoeveelheden.
Door het late voorjaar (ook daar) was er nog
maar één teler die aan het leveren was. Hij
bracht de aardappelen in zakken van 25 kg,
zo van de zakkenrooier. Ze werden bij Maurer
Parat op een pallet gelegd. Naast de lokale
oogst stonden er veel importpartijen uit de
meer zuidelijke landen. Iedere partij hebben
we uitgebreid geïnspecteerd.
Udo Müller geeft uitleg bij één van de percelen aardappelen. De tafeltelers van Agrico bekijken iedere partij aandachtig.
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 26-27 31-08-10 12:47

28 29
Stand van zaken genetische modificatie
in aardappel
Zoals met veel controversiële zaken in Europa
heeft de aanhoudende discussie over de voor-
delen versus de risico’s van transgenese geleid
tot erg veel regelgeving. Daarmee beoogden
wetgevers te voldoen aan zowel de wensen
van de voorstanders (ja, in principe kunt u
markttoelating van transgene rassen (GMO’s)
verkrijgen) als die van de tegenstanders (de EU
zal heel streng toetsen of er geen bezwaren
aan markttoelating kleven). Aanvragers dienen
dossiers op te bouwen waarmee zij kunnen
aantonen dat de risico’s op het gebied van
milieuveiligheid en voedselveiligheid aan-
vaardbaar zijn. Alleen al het dossier voor voed-
selveiligheid moet voorzien in een nauwkeurige
beschrijving van de genetische omgeving
waarin het ‘transgen’ terecht is gekomen, de
mate waarin het door de betreffende planten
wordt afgelezen, de genetische stabiliteit,
de precieze biochemische samenstelling van
het GMO ten opzichte van het uitgangsras,
waaronder in elk geval de samenstellingen van
bekende toxische verbindingen, mineralen, vi-
taminen, voedingswaarde etc. Verder: inschat-
tingen van hoeveelheden die naar verwachting
geconsumeerd kunnen worden, allergische
aspecten en vaak moeten ook resultaten van
dierproeven, meestal met ratten, worden
overgelegd om de afwezigheid van negatieve
effecten op de gezondheid aan te kunnen
tonen. Zo’n dossier opbouwen is extreem kost-
baar. Vaak wordt een bedrag van 25 miljoen
euro genoemd en dat is dan – in het geval van
aardappelen – voor één enkel ras. Als we dan
bedenken dat met één aardappelras hooguit
3 procent van de Europese marktvraag kan
worden bediend, is het eenvoudig te begrijpen
dat de regelgeving rond toelating van GMO’s
een enorme drempel vormt voor de toepassing
van transgenese. Tot nu toe heeft slechts het
aardappelras Amflora van de firma BASF deze
lange weg doorstaan en dan nog wel uitslui-
tend als zetmeelaardappel voor industriële
toepassingen buiten de voedselketen. Elders in
de wereld is de situatie voor aardappelen niet
heel anders. Europa zal heus niet overspoeld
worden met GMO varianten van aardappel-
rassen zoals wel eens wordt gedacht.
Cisgenese dan?
Een jaar of vijf geleden zijn onderzoekers van
de Plant Sciences Group van Wageningen UR
op het idee gekomen om de term cisgenese te
gaan hanteren. Cisgenese als tegenhanger van
transgenese betreft weliswaar exact dezelfde
techniek van genetische modificatie maar
beperkt zich tot de overdracht van genen
die uit dezelfde plantensoort afkomstig zijn
als waarmee wordt veredeld dan wel uit de
daarmee kruisbare soorten. Bij aardappel zou
het dus gaan om genetische modificatie met
genen van het ene naar het andere aardappel-
ras of van de ene naar de andere – botanische
– aardappelsoort. Omdat er bij cisgenese geen
natuurlijke barrières worden geslecht, zou
zware regelgeving achterwege kunnen blijven.
In het klassieke aardappelkweekwerk is
immers al een historie van 100 jaar veilig
gebleken ervaring. Cisgenese is dan ook
als zodanig aan politici gepresenteerd.
Zonder er al te diep op in te gaan, moet begre-
pen worden dat de vrijstelling van cisgenese
als geaccepteerde variant van genetische
modificatie vooral voor vegetatief vermeer-
derde gewassen een baanbrekende betekenis
zou kunnen krijgen. In de zaadvermeerderde
gewassen daarentegen bestaan voldoende
snelle kruisingsalternatieven voor cisgenese.
Vandaar dat de ontwikkelingen rond cisgenese
nadrukkelijk door Agrico Research en andere
aardappelkwekers maar ook door veredelaars
van bloemen en fruit gevolgd moeten worden.
De brief van de minister
Voor cisgenese lag er al een aanbeveling van
het adviesorgaan COGEM om de regelgeving
rond cisgenese, althans wat milieubezwaren
betreft, te minimaliseren. De minister van
VROM heeft daarop het Rikilt, instituut
voor voedselveiligheid van Wageningen UR,
gevraagd een advies uit te brengen over de
risico’s van cisgenese voor de voedselveilig-
heid. Dit instituut vragen om te evalueren of de
onderzoeken rond voedselveiligheid van GMO
zouden kunnen worden afgeschaft, zou kun-
nen worden vergeleken met de vraag aan de
Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der
Tandheelkunde of het toelaatbaar zou zijn om
de halfjaarlijkse controle bij de tandarts af te
schaffen. Je moet als instituut wel heel erg ste-
vig in je schoenen staan om ten minste ten dele
je eigen bestaansrecht in twijfel te trekken. Het
advies van het Rikilt voor een generieke vrijstel-
ling van cisgenese luidde dan ook: niet doen.
Er zijn in het adviesrapport van Rikilt mijns
inziens twee essentiële argumenten die tegen
vrijstelling van cisgenese pleitten: [1] het
begrip ‘kruisbare soort’ valt niet te definiëren.
Een gen uit tomaat naar aardappel overbren-
gen zou transgenese zijn, want tomaat is niet
kruisbaar met aardappel, maar een gen van
zwarte nachtschade naar aardappel overbren-
gen zou cisgenese zijn, want het is ooit een
keer gelukt om dit giftige onkruid met het ras
Desirée te kruisen. En [2] de plaats op de chro-
mosomen waar het cisgene gen terechtkomt
is niet te voorspellen en daarmee ook niet
het effect van zo’n willekeurige genetische
gebeurtenis. Op 23 juli heeft minister Tineke
Huizinga dan ook aan de tweede kamer laten
weten dat ze op dit moment een vrijstelling
van cisgenese niet gepast vindt. Ze wijst er
vervolgens op dat cisgenese, als één van acht
nieuwe veredelingstechnieken, momenteel
ook door een commissie op Europees niveau
wordt beoordeeld. Het laatste woord is er dus
nog niet over gezegd. Voorlopig wacht Agrico
Research de ontwikkelingen af en zal – op
basis van ervaringen met transgenese uit het
verleden – pas handelen als ook het laatste
cisgene stof is neergedwarreld.
Sjefke Allefs
Cisgenese en de brief van de minister.
Na enige weken op een voedingsbodem met de juiste
plantenhormonen ontstaan uit de knolschijfjes de
eerste cisgene of transgene scheutjes die verder kunnen
worden opgekweekt.
In de erlenmeyer zit een kweekje van de bacterie
Agrobacterium tumefaciens welke het over te
dragen cisgen of transgen bevat. Verse knolschijfjes
worden hierin gedompeld.
Voor de oude Romeinen was Gallia Cisalpina het gebied aan de
Romeinse kant van de alpen; ruwweg de huidige Povlakte, en
Gallia Transalpina een heel groot gebied aan de andere kant
van de Alpen. De toevoegingen ‘cis’ en ‘trans’ worden sindsdien
vaker gekoppeld aan begrippen om respectievelijk zaken ‘aan deze
zijde’ en ‘aan de andere zijde’ te oormerken. Zo’n 20 jaar geleden
werd de term transgenese geïntroduceerd voor de toentertijd
nieuwe techniek om, met behulp van de bacterie Agrobacterium
tumefaciens, genen van de ene soort naar de andere soort over te
plaatsen. De techniek van transgenese is ook bekend geworden als
genetische modificatie c.q. genetische manipulatie en de discussie
over de wenselijkheid van toepassing van de techniek is sindsdien
niet meer verstomd.
Vanuit de kweek vijver
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 28-29 31-08-10 12:47

30 31
U, als lezer, kunt zich voorstellen dat wanneer
je hoort dat je naar Sevilla in Spanje gaat, je
direct denkt aan mooi weer, 30 graden, Spaan-
se wijn, stieren, sinaasappelen, aardappelen,
zonne-energie en natuurlijk een schitterende,
historische stad. En zo was het ook!
De eerste dag, onderweg van Faro (Portugal)
naar Sevilla, bezoeken we Bodega Sandrade
(1885), in de buurt van Huelva. We worden
ontvangen door de eigenaar en diens dochter,
die ons van alles over het bedrijf en de Spaanse
wijnbouw vertellen en ons een aantal wijnen
laten proeven. Aansluitend krijgen we een
heerlijke Spaanse maaltijd voorgeschoteld
waarbij, alle andere deelnemers ten spijt,
slechts één deelnemer een tafeldame krijgt
toegewezen. Na het eten reizen we door
naar het hotel in Sevilla om daar bij te komen
van een lange reisdag.
Handgemaakte chips
Dag twee bezoeken we, op weg naar het aard-
appelverwerkingsbedrijf Coprodur, een veld
Erika-aardappelen. De Erika groeit hier als een
mooie Spunta-achtige aardappel. Vervolgens
bezoeken we een nectarineverpakkingsbedrijf,
waarna we verder doorrijden naar Coprodur.
Daar aangekomen krijgen we een uitgebreide
rondleiding door een chipsproductie- en ver-
pakkingsbedrijf en zien we dat hier nog veel
‘met de hand’ gebeurt. Na dit bezoek gaan we
richting de lunch. De chauffeur is echter z’n
navigatie vergeten en wij zien hele delen van
Spanje 2 à 3 keer voorbijkomen, waaronder ook
een weiland met stieren. Uiteindelijk bereiken
we toch nog restaurant Don Pepe. Na deze
verlate, maar heerlijke lunch vertrekken we
richting hotel om ons voor te bereiden op de
avond. Deze brengt de gebruikelijke gezelligheid.
Dag drie gaan we naar boer Leonardo, één van
de grootste aardappeltelers in de regio Sevilla,
die ongeveer 220 hectare aardappelen teelt.
Hier liggen ook de proefvelden van Agrico. Op
het moment van aankomst zijn ze Agata’s en
Almera’s met de hand aan het rooien. Grote
groepen mensen rapen de aardappelen tussen
de grote kluiten vandaan, stoppen ze in plastic
manden, die vervolgens weer worden geleegd
in Big Bags. Dit alles gebeurt in een moordend
tempo, want men wordt per volle Big Bag
betaald. Ondanks de 1.400 mm regen ligt er
een mooie oogst op het land!
De teelt in Sevilla
Aardappelen, en ook andere gewassen, wor-
den op licht hellende velden geteeld. Deze
velden worden vanaf de bovenzijde bevloeid,
waarbij het water dat niet door de grond is
opgenomen aan de onderzijde weer wordt
opgevangen in het watersysteem. Het is onder
andere deze manier van telen die er voor
gezorgd heeft dat de op tijd geplante aardap-
pelen de 1.400 mm konden overleven. Dat er
veel minder geplant is, kwam doordat de regen
te vroeg viel en daardoor het land onbegaan-
baar werd.
De proef- en demonstratievelden
Dan zijn de proef- en demonstratievelden aan
de beurt. We krijgen een mooie proefvelden-
gids, waarin 45 rassen zeer uitgebreid worden
beschreven. Van resistentie tegen ziektes en
allerlei andere goede eigenschappen, tot het
aantal kilogram per hectare, alles driejaarlijks.
Van de gele Agata tot Zafira, van de rode
Aladin tot Rudolph en natuurlijk het fritesras
Fontane en het chipsras Mustang. De lokale
technische man van Agrico, Pepe Carbonell,
doet z’n verhaal en Ruurd en Wieger vertalen,
zodat wij het ook kunnen volgen en begrijpen.
Het volgende bezoek is aan een 400 hectare
grote sinaasappelboomgaard, waar we onder
andere heerlijke sinaasappelen mogen
proeven om vervolgens door te rijden naar
onze lunchlocatie. ’s Middags bezoeken we
een 30 hectare groot zonne-energieproject,
waar met behulp van spiegels zonnewarmte
wordt omgezet in stroom. Daarna gaan we
terug naar Sevilla, alwaar de avond wederom
naar wens verloopt.
De laatste dag bezoeken we onder begelei-
ding van een gids de Ibero-Amerikaanse
Expo ’29 en Expo ’92. Vervolgens maken we een
stadstoer langs allerlei bezienswaardigheden.
Na de koffie maken we een wandeltocht door
de stad, waarbij we onder andere het praal-
graf van Christoffel Columbus bezoeken. We
besluiten dit culturele hoogstandje op een ter-
rasje met wat tapas en een drankje. Wat een
schitterende stad! De terugreis dient zich aan
en dus stappen we op. Het was een bijzonder
mooie excursie!
Jurjen van der Velde
Pootgoedstudieclub bezoekt Spanje.
Woensdagmorgen 26 mei om 3.00 uur was het weer zover: de wekker
gaat af voor onze jaarlijkse buitenlandexcursie. Deze keer gaan we naar
Sevilla in Spanje. De week voor de excursie hebben we het reisinformatie-
boekje al thuisgekregen met daarin het volledige excursieprogramma
voor de komende 4 dagen. Op de deelnemerslijst zien we dat ons zeer
gewaardeerde bestuurslid Kees Rennen ook weer van de partij is, als
één van de 25. Verder een aantal pagina’s (8 om precies te zijn) met
informatie over de omgeving Andalusië, de historie, het klimaat, de
landbouw, de aardappel en het groeiseizoen tot nu toe. Uit het boekje
blijkt onder andere dat rondom Sevilla dit voorjaar heel veel regen is
gevallen. Alle te bezoeken adressen zijn bovendien voorzien van bijbe-
horende websites, zodat wij al even een bezoekje vooraf konden brengen.
Kortom ook dit jaar weer een prima excursiegids! De begeleiders
vanuit Agrico zijn deze keer onze nieuwe exportmanager aldaar
Ruurd Lindenbergh én Wieger van der Werff.
De studieclub bezoekt een veld Erika voor re-export. De technische man in Spanje, Pepe Carbonell, geeft uitleg.Bezoek aan een proefveld waarbij Wieger uitleg geeft over nieuwe rassen.
De studieclub luistert aandachtig naar de reisleidster die de groep door de stad Sevilla rondleidt.
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 30-31 31-08-10 12:47

Agrico
Postbus 70, 8300 AB Emmeloord
Duit 15, 8305 BB Emmeloord
T +31 (0)527 639911 / E [email protected]
I www.agrico.nl
Saypotato,
say
106410014_AG_PM_Augustus2010_V4.indd 32 31-08-10 12:47