SAMENVATTEND OVERZICHT VAN SCANMANIPULATIES UIT DRIE RX RÖNTGENFOTO SERIESIn dit documentje worden de bevindingen van beeldmanipulatie (welke in deel C aangetoond zijn) ter overzichtelijkheid nog eens naast elkaar gelegd in een reeks van rond het clipje verder ingezoomde en bij elkaar horende beeldfragmenten, voorafgegaan door onderstaande tabel.

TABEL RX clip vergelijk ZHS1F ZHS1O ZHS1S ZHS1H ZHS2O ZHS2S ZHS3F ZHS3O ZHS3S ZHS3H

dubbele Processus Spinoza ZHS1H ZHS3S ZHS3H

dubbele Posteriore Boog ZHS3S ZHS3H

sterker afwijkende stand/hoogte clip ZHS1F ZHS1O ZHS1S ZHS1H ZHS2O ZHS2S ZHS3F ZHS3O ZHS3S ZHS3H

weglopen cijfer/letter/beeld informatie ZHS1O ZHS1H ZHS2O ZHS2S

lijn wervellichaam sluit niet goed aan ZHS3F ZHS3S

draadje' onderste oogje zichtbaar ZHS1F ZHS1O ZHS2O ZHS3F ZHS3O

draadje' bovenste oogje zichtbaar ZHS1F ZHS1O ZHS2O ZHS3F ZHS3O ZHS3S

afwijkende stand deel van lichaam ZHS3O ZHS3S

naamplaatje herkenbaar overgeplakt ZHS1H ZHS2O ZHS2S

proces handmatige scan ZHS1F ZHS1O ZHS1S ZHS1H

handmatig opschrift ZHS1F ZHS1O ZHS1S ZHS1H

proces digitale scan ZHS2O ZHS2S ZHS3F ZHS3O ZHS3S ZHS3H

digitaal opschrift ZHS1F ZHS1O ZHS1S ZHS1H ZHS2O ZHS2S ZHS3F ZHS3O ZHS3S ZHS3H

onderliggend beeldfragment zichtbaar ZHS1F ZHS1S ZHS2O ZHS2S ZHS3F ZHS3S

overige vermeldingswaardigheden marker R kopie CT zwart vlakje geen nek afwijkingDe tabel op bladzijde één maakt duidelijk, dat er nogal wat verschil is tussen de diverse röntgenfoto’s. De beelden zijn niet bepaald consequent:

1

- Wat in de tabel direct opvalt is, dat alle scans tekenen van digitale scanapparatuur tonen. Dat is op zich al opmerkelijk, want de eerste serie was (zou) volledig met de hand met een ouderwetse röntgenfoto scanner met filmcassettes en een doka etc. (zijn) vervaardigd.

- Geen enkele foto toont een beeld van het clipje overeenkomstig met een andere foto; in dit documentje toont dit verder aangetoond.- Het ‘draadje’ wat door de oogjes loopt wordt enkel op de frontaal gemaakte scans consequent getoond. De sagittale scan ZHS3S

bevestigd die inconsequentie nog eens, door enkel door het onderste oogje een draadje te tonen, terwijl ZHS1S en ZHS2S dit niet tonen.- De series van ZHS1 en ZHS2 zijn vervaardigd door negatieven over elkaar heen gelegd opnieuw in doordruk te fotograferen, zodoende

tonen deze fysieke negatieven beeldelementen waaronder serienummers etc die weglopen in de donkere gebieden bijvoorbeeld. De derde serie van ZHS3 is volledig digitaal vervaardigd, waarin het beeld in lagen gephotoshopt is geworden, alleen sluiten hier de dubbele lagen niet mooi op elkaar aan, en wordt er bijvoorbeeld een dubbele Posteriore boog en Processus Spinoza getoond en is C3 op ZHS3S langer.

- In conclusie ga ik er vanuit dat scans van mij vermengd zijn met beeldinformatie van andere scans, die oorspronkelijk niet bij mijn scan van dat moment horen. Die zijn eerder gemaakt geweest en later als verhullende laag over de scan heen bijgevoegd geworden. (Restanten van vermoedelijke onderliggende beeldfragmenten maken dit ook duidelijk.) In serie ZHS1 en ZHS2 zijn zelfs reeds bestaande negatieven hergebruikt geworden, waardoor restanten van onderliggende naamplaatjes zichtbaar zijn.

De tabel is een opsomming van bevindingen van afwijkingen in vergelijk van de 3 röntgenseries. In de tabel is ook aangegeven dat geen enkele weergave van het clipje in exacte vorm overeenstemt met de weergave van het clipje op een andere vergelijkbare scans. Het verschil tussen een frontale scan en een scan van opzij gemaakt betreft een rotatie van aangezicht van 90 graden rond een verticale as ten opzichte van het object. In het Medisch Onderzoek deel C werd al duidelijk dat de clip op de sagittale scans en de frontale scans in rotatie niet met elkaar corresponderen.

Nabootsing van de situatie van rotatie van een clip (bij benadering nagebouwd) rond een verticale as wees echter een rotatie uit van 60 graden. De feitelijke rotatie is rond een diagonale as: 60 graden gemeten rond een verticale as en 30 graden afgerond gemeten rond een horizontale as.

2

Tijdens het onderzoek naar de visuele stand van het clipje onder rotatie met behulp van een foto-camera, heb ik daarnaast met een andere camera enkele momenten van verrichting vastgelegd. Zodoende kon ik bij benadering met onderstaande foto de rotatie rond horizontale as bepalen.

Hoe het clipje zich toont in de diverse scans tussen de tweede en derde nekwervel gelegen zijnde is blijkens de tabel in vergelijk verschillend. Op elke scan zit het clipje wel ongeveer ter hoogte van de derde nekwervel C3, maar verschilt per foto betreft de exacte vorm en positie van het clipje. Het verschil is niet veel, maar het is wel te veel als we zouden spreken over een ingekapseld clipje in de nek. Bij scan ZHS3H reikt het clipje bijvoorbeeld zelfs tot de tweede nekwervel C2, maar bij scan ZHS1F zit het clipje nagenoeg geheel ter hoogte van C3. De clip verschilt in mate van knik en stand. In deel C werden de foto’s paarsgewijs vergeleken. Voor de duidelijkheid in overzicht heb ik daarom in dit documentje alle bij elkaar behorende scans met een beeldselectie rondom de clip op rij naast elkaar gelegd, om de nadruk op de afwijking in stand en hoogte tussen de verschillende afbeeldingen duidelijk te maken. Onderstaande volgt een vergelijk. N.B.: Let hierbij vooral op de contourlijnen van de stukken wervel die worden getoond, zoals de Proccessus Spinoza, de tussenwervel etc. Aan de hand daarvan is het verschil in stand en hoogte van het clipje in reeks gemakkelijk te overzien in verhouding tot haar achtergrond (zijnde de wervelkolom)... Het clipje wordt nergens op exact de zelfde locatie/hoogte weergegeven. Het clipje zelf verschilt in de sagittale reeks ook nog eens van vorm en stand. Laat de beelden spreken:

3

Om van een gelijkende foto in nabootsing van een clip in de frontale scan naar die van een clip in de sagittale scan te gaan moest ik de camera iets verschuiven en wat hoger plaatsen. Die verplaatsing in de hoogte is als een rotatie op te vatten rond een horizontale as van bijna 30 graden.

Clipvergelijk Frontale röntgenscan reeks

4

Clipvergelijk Sagittale (Laterale) röntgenscan reeks

5

Als laatste stap in onderzoek kan desgewenst in schaduwspel als met een diaschermopstelling de stand en vorm van het clipje (in contourvorm van de schaduw) onder rotatie nogmaals in beeld gebracht worden; de beeldmanipulatie is in deel C al bewezen, daar is dat niet meer nodig voor.

6

Dat medisch personeel van AZ Nikolaas na een geformuleerde forensische onderzoeksopdracht (en ondanks voorgaand bewijs) in aansluiting beeldmanipulatie pleegt met röntgenfoto’s is bijzonder. Het illustreert ook daarmee de arrogantie waarmee medische misdaad wordt gepleegd en de mate van een internationale georganiseerd-heid in medische misdaad. Deze heeft haar bestaan dankzij een verzakende overheid in haar toezicht en tucht. De integriteit en ethiek van zorg en toezicht is in kwestie zoek.