HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26...

26
Humanitas Postbus 71 1000 AB Amsterdam 020 5231100 [email protected] HUMANITAS JEUGDSUPPORT Evaluatieonderzoek naar de ontwikkelingen en resultaten van het programma HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Transcript of HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26...

Page 1: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

HumanitasPostbus 711000 AB Amsterdam

020 [email protected]

HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Evaluatieonderzoek naar de ontwikkelingen en resultaten van het programma

HUMAN

ITAS JEUGDSUPPO

RT

Page 2: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers
Page 3: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

Colofon

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Vereniging Humanitas

Woerden, maart 2017Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toe-stemming van VanMontfoort en de Vereniging Humanitas. Bij overname is bronvermelding verplicht.

Financiering van dit onderzoek is mogelijk gemaakt door de Nationale Postcodeloterij.

Concept en ontwerp: Kippenvel Ontwerp, BoxtelFotografie; Anneke Hymmen en GerritJan HuininkDagboek: Josephine KrikkeDrukwerk: Printvorm ’s-Hertogenbosch

HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Evaluatieonderzoek naar de ontwikkelingen en resultaten van het programma

Woerden, maart 2017

Netty Jongepier Luci Torregrosa

Page 4: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

Inleiding 41 De onderzoeksopzet 6 1.1 Kernelementen 6 1.2 Onderzoeksvragen 8 1.3 Gegevensverzameling 9 1.4 Respons 92 Jeugdsupport: achtergrond, visie en werkwijze 12 2.1 De zorg voor jeugd in Nederland 12 2.2 Inzet van vrijwilligers 13 2.3 Werkwijze van Jeugdsupport 133 Resultaten van de pilots 18 3.1 Aantal jongeren en koppelingen 18 3.2 Profiel van de jongeren 19 3.3 Profiel van de vrijwilligers 21 3.4 Coördinatoren 23 3.5 Intensiteit en inhoud van de ondersteuning 23 3.6 Samenvattend beeld 244 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers met de ondersteuning 27 4.3 Opbrengsten 28 4.4 Wat vinden jongeren en vrijwilligers van de werkwijze van Jeugdsupport 31 4.5 Ervaringen met de samenwerking 34 4.6 Samenvattend beeld 35

Inhoudsopgave5 Visie op Jeugdsupport 36 5.1 Visie op doelen 36 5.2 Visie op de doelgroep 37 5.3 Visie op vrijwilligers 39 5.4 Visie op samenwerking met de hulpverlening 39 5.5 Toekomstbeeld 436 Beschouwing en conclusies 44 6.1 Resultaten en opbrengsten 44 6.2 Visie op de kernelementen 45 6.3 Conclusies 45

2 3

Page 5: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

4

Humanitas is in 2014 een uit twee delen bestaand project gestart met het doel de inzet van vrijwilligers voor de zwaar-dere doelgroepen van de jeugdhulp en de jeugdbescherming te vergroten. Het project is gefinancierd door de Nationale Postcode Loterij. De twee deelprojecten zijn: ‘Wel Thuis’, voor gezinnen waar de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen wordt bedreigd en ‘Jeugdsupport’, voor jongeren met een hulpverleningsgeschie-denis die de jeugdhulp gaan verlaten of al hebben verlaten. Voor Jeugdsupport zijn vijf pilotregio’s geselecteerd: Rijnland, Am-sterdam/Diemen, Den Bosch/Eindhoven, Twente en Groningen.

Het doel van Jeugdsupport is als volgt geformuleerd:

InleidingVrijwilligers van Jeugdsupport ondersteu-nen jongeren met het opbouwen van hun toekomst. Vrijwilligers bieden de jongeren praktische en emotionele steun (naast de professionele hulpverlener). Zij helpen de jongere met het opbouwen van een net-werk, met het zoeken van een opleiding, invullen van vrije tijd, zoeken naar een ka-mer of woning, opbouwen van relaties en zo mogelijk ook met zoeken naar passend (vrijwilligers)werk.”

Uitgangspunt van Jeugdsupport is dat de vrijwilliger een specifieke rol vervult, aanvullend op de professionele hulp. De beroepskracht werkt vanuit de instelling en richt zich op de hulpverleningsdoe-len, de vrijwilliger is meer gericht op het ‘gewone leven’ en kan daarin persoonlijke en praktische steun bieden. Door deze te combineren en goed op elkaar af te stem-men, versterken de professionele en de vrijwillige inzet elkaar. Samenwerking met de jeugdzorg / hulpverlening is dan ook een belangrijk onderdeel van Jeugdsup-port.

Aan het begin van de projectfase is er voor gekozen om een ruime invulling van de doelgroep te hanteren. In sommige pilots, met name waar al samenwerking met jeugdzorg was, is Jeugdsupport in de lijn van bestaande maatjesprojecten ingevuld en is daardoor minder onderscheidend ten opzichte van deze maatjesprojecten. In andere regio’s krijgt Jeugdsupport wel een eigen, specifieke invulling die aansluit bij het oorspronkelijke doel van Jeugdsup-port. Om meer inzicht te verkrijgen in het ‘product’ Jeugdsupport, heeft Humanitas aan VanMontfoort de opdracht gegeven een evaluatieonderzoek uit te voeren. In dit rapport worden de uitkomsten gepre-senteerd.

HUMANITAS JEUGDSUPPORT 5 HUMANITAS JEUGDSUPPORT

“Voorkomen dat jongeren die steun van jeugdzorg krijgen, te weinig aandacht krijgen, geïsoleerd raken en dat jongeren die de jeugdzorg hebben verlaten (18 plus) en nog niet voor zichzelf kunnen zorgen, depressief worden, gaan zwerven, verslaafd raken of in de criminaliteit terechtkomen.”

Page 6: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

6

1 De onderzoeks- opzet

Voor het onderzoek hebben we een aantal kernelementen hieruit gedestilleerd om die als toetsingskader te gebruiken. De ont-wikkelingen, ervaringen en opbrengsten in de pilots van Jeugdsupport zijn in het licht van dit toetsingskader bekeken, om inzicht te krijgen in:• Positieve, succesvolle ontwikkelingen, ervaringen en opbrengsten die aanslui- ten bij de interventietheorie.• Positieve ontwikkelingen, ervaringen en opbrengsten die niet direct aansluiten bij de interventietheorie maar mogelijk wel van waarde zijn en een aanpassing of aanvulling kunnen betekenen.• Belemmerende factoren. • Verbeterpunten die bij kunnen dragen aan vergroting van de opbrengste en

de maatschappelijke meerwaarde zoals opgenomen in de interventietheorie.

KernelementenAls kernelementen van Jeugdsupport zijn benoemd:

1. DoelgroepDe doelgroep die oorspronkelijk beoogd werd, bestaat uit jongeren met een hulpverleningsgeschiedenis, die in een residentiële voorziening verblijven of verbleven hebben zoals jeugdzorg-plus, justitiële jeugdinrichting of een zorginstel-ling voor jongeren met een licht verstan-delijke beperking. Deze jongeren kampen vaak met problemen op het gebied van gehechtheid en/of trauma en hebben

1.1

HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Aan het plan voor Jeugdsupport zoals omschreven in het projectvoorstel, ligt een ‘inter-ventietheorie’ ten grondslag, met een aantal veronderstellingen over te verwachten re-sultaten en maatschappelijke meerwaarde van het project. In hoofdstuk 2 is een samen-vatting hiervan te vinden.

Page 7: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

Op de volgende manieren zijn gegevens verzameld:

Jongeren• Digitale vragenlijst (beknopt) na afloop van het traject (evaluatie Humanitas) • Korte gesprekjes met jongeren tijdens VLOG-bijeenkomst Humanitas

Vrijwilligers• Digitale vragenlijst • Twee groepsbijeenkomsten in twee verschillende pilots

Coördinatoren • Digitale vragenlijst• Een groepsbijeenkomst• Registratiegegevens per pilot

Verwijzers / samenwerkingspartners / gemeenten• Telefonische interviews aan de hand van een interviewformat

ResponsDe respons is als volgt:

Jongeren Vanaf 2016 hebben de jongeren die hun traject hebben afgerond een vragenlijst ontvangen van Humanitas. De vragen-lijst geeft inzicht in hoe de jongeren het traject met hun maatje/ vrijwilliger hebben ervaren, en wat het voor hen teweeg heeft gebracht (effecten). De respons is 30 jon-geren (11 jongens en 19 meisjes), waarvan 22 jongeren de vragenlijst volledig inge-vuld hebben.

daardoor vaak weinig vertrouwen in andere mensen, een laag zelfbeeld en moeite om aansluiting te vinden bij de samenleving.In het project is deze doelgroep verbreed naar jongeren die een vorm van hulpverle-ning krijgen / gekregen hebben. Dat kan ook maatschappelijk werk zijn of begelei-ding op het gebied van autisme.

2. DoelenOndersteuning bieden bij de ontwikke-lingstaken die horen bij de leeftijdsfase en achtergrond van de jongere en het vinden van aansluiting bij de samenleving. Subdoelen:a. Vertrouwen opbouwen: de vrijwilliger bouwt een positieve, stabiele relatie op met de jongere, waardoor de jongere weer vertrouwen kan ontwikkelen in anderen en in zichzelf. b. Toekomstplan: de vrijwilliger onder- steunt de jongere bij het vinden van aansluiting bij de samenleving door samen met de jongere toekomst- plannen uit te stippelen en onder- steuning te bieden bij het realiseren daarvan.c. Sociaal netwerk: de vrijwilliger helpt de jongere bij het aangaan of versterken van relaties met andere mensen.

3. Samenwerking met jeugdzorg / jeugdbeschermingInzet van de vrijwilliger wordt als mogelijk-heid gezien om de zorg anders te organi-seren en een andere inhoud te geven. De vrijwilliger wordt naast of na de profes-sionele jeugdzorg ingezet en heeft een unieke waarde: persoonlijke betrokkenheid en een persoonlijke relatie. De visie is dat

de formele zorg en informele zorg elkaar versterken waardoor de jongere beter geholpen wordt.

4. Maatschappelijk rendementIn het verlengde van het voorgaande beoogt het project een verbetering van de zorg voor de doelgroep, een verbete-ring die aansluit bij de transitie jeugdzorg: meer accent op het versterken van eigen kracht, meer inzet van gewone burgers en minder specialistische zorg.

5. WerkwijzeNieuwe invulling van:• de rol van de vrijwilliger• de invulling van de ondersteuning van de jongere door de vrijwilliger • de werving, training en begeleiding van de vrijwilliger• de samenwerking met de hulpverlening

OnderzoeksvragenDe onderzoeksvragen zijn als volgt gefor-muleerd:

A. Wat is de mening van de betrokkenen (jongeren, vrijwilligers, coördinatoren, verwijzers/samenwerkingspartners en gemeenten) over de kernelementen van Jeugdsupport? In hoeverre worden deze onderschreven, welke invulling geven ze eraan?

B. Hoe verloopt de uitvoering in de pilots, afgezet tegen de kernelementen? Welke overeenkomsten en verschillen zijn er tussen de regio’s? a. Welke jongeren worden bereikt, in welke groepen zijn deze in te delen

qua ondersteuningsvraag (profielen)? b. Welke (typen) vrijwilligers worden geworven, hoe sluit dit aan bij de ondersteuningsvragen van de jongeren? c. Welke werkwijze hanteren de coördinatoren op het gebied van de werving van jongeren, werving van vrijwilligers, tot stand brengen van koppelingen, deskundigheids- bevordering en begeleiding van vrijwilligers? d. Hoe verloopt de samenwerking met de hulpverlening? e. Wat zijn succesfactoren? f. Wat zijn belemmerende factoren?

C. Wat zijn tot nu toe de resultaten? a. Aantallen aanmeldingen jongeren en vrijwilligers, afvallers, aantal koppelingen, duur koppelingen enz. b. Welke resultaten worden ervaren door de betrokkenen, welke veranderingen merken zij op (in het licht van de doelen)?

D. Wat is de toegevoegde waarde van Jeugdsupport volgens de verschillende stakeholders; wat is nodig, welke verbeterpunten zijn aan te wijzen om de resultaten en maatschappelijke meer- waarde te vergroten?

Gegevensverzameling Het onderzoek richt zich op de volgende groepen respondenten: jongeren, vrijwil-ligers, coördinatoren, samenwerkings-partners en gemeenten. De gegevens zijn verzameld in de herfst en winter van 2016.

8 9HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT

1.2

1.3

1.4

Page 8: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

10HUMANITAS JEUGDSUPPORT

De verdeling over de pilots is als volgt:Rijnland: 4Twente: 7Eindhoven / Den Bosch: 9Groningen: 8Amsterdam: 2

Daarnaast heeft een van de onderzoekers 3 jongeren gesproken tijdens een door Humanitas georganiseerde bijeenkomst voor jongeren en vrijwilligers. Deze jongeren kwamen uit de pilots van Den Bosch en Groningen.

VrijwilligersEr zijn 118 vrijwilligers benaderd met de vragenlijst. 38 vrijwilligers zijn begonnen aan de vragenlijst (=31%) en 30 hebben hem helemaal afgerond (25%). Van de 35 die de betreffende vraag beantwoord heb-ben, zijn er 9 man en 26 vrouw. In de tabel hieronder is de verdeling over de pilotre-gio’s te zien.

Respons vrijwilligers Aantal Percentage Rijnland 9 26% Twente 1 3% Eindhoven / Den Bosch 8 23% Groningen 14 40% Amsterdam 3 9%

Verder hebben twee bijeenkomsten met vrijwilligers plaatsgevonden, één in Den Bosch en één in Rijnland. Aan de hand van de onderzoeksvragen is gevraagd naar de ervaringen en meningen van vrijwilligers. In totaal waren 18 vrijwilligers aanwezig bij de bijeenkomsten.

CoördinatorenAlle 8 coördinatoren zijn benaderd met een vragenlijst, de respons is 100%. Rijnland en Twente hebben elk één coördi-nator, Amsterdam, Groningen, Den Bosch/Eindhoven hebben elk twee coördinato-ren). Drie coördinatoren zijn er vanaf het begin bij (aug.2014); de anderen zijn of in januari of in sept/okt 2016 gestart.Verder hebben we via de coördinatoren de registratiegegevens van alle pilots ontvan-gen, Daarnaast hebben de onderzoekers een bijeenkomst met de coördinatoren bijge-woond om de ervaringen en meningen van de coördinatoren te bespreken. Op deze bijeenkomst waren 5 coördinatoren aanwezig.

Respons samenwerkingspartnersEr zijn zes medewerkers van verschillende instellingen benaderd voor een telefonisch interview. Uiteindelijk is het gelukt drie samenwerkingspartners te spreken.

Respons gemeentenMet een gemeente heeft een telefonisch interview plaatsgevonden, van een andere gemeente hebben we via de mail input gekregen.

Page 9: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

2 Jeugdsupport: achtergrond, visie en werkwijze

De zorg voor jeugd in NederlandNederland telt bijna 5 miljoen Nederlandse kinderen en jongeren van 0 tot 25 jaar1. Met een groot deel van de jeugd in Nederland gaat het goed. Bij ongeveer 15% van de kinderen doen zich serieuze problemen voor, terwijl 5% structureel met ernstige problemen kampt2. In veel gevallen gaat het daarbij om problemen in de thuissituatie in combinatie met problemen van het kind of de jongere op het gebied van opvoeden en opgroeien. Professionele hulpverleners bemoeien zich met het gezin en proberen de problemen te verhelpen (jeugdhulp). Soms zijn de problemen zo ernstig dat ingrijpen nodig is om de veiligheid van het

HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Het idee voor Jeugdsupport is ontstaan in gesprekken tussen Humanitas en VanMont-foort over de transitie en transformatie van de jeugdzorg. VanMontfoort zet zich in voor inhoudelijke vernieuwing in de jeugdzorg en de jeugdbescherming. Humanitas heeft jarenlange ervaring met vrijwilligers in de ondersteuning van gezinnen en jongeren en wil voor de komende periode onderzoeken of de inzet van vrijwilligers bij zwaardere proble-matiek haalbaar is en tot resultaten leidt. Humanitas en VanMontfoort delen met elkaar de visie dat de inzet van vrijwilligers voor cliënten van de zware vormen van jeugdzorg en de jeugdbescherming wenselijk en ook realiseerbaar is.

kind te beschermen (jeugdbescherming). Nagenoeg 350 duizend jongeren (0 tot 22 jaar) maakten in 2015 gebruik van jeugd-hulp. Daarnaast ontvingen ruim 40 duizend jongeren (0 tot 18 jaar) een jeugdbescher-mingsmaatregel3. De rechter kan het gezag van de ouders inperken middels een ondertoezichtstelling (OTS). Bij een OTS kan het zijn dat een kind uit huis geplaatst wordt. De OTS is dan gericht op terugkeer naar huis. In situaties dat de ouders niet in staat blijken om hun kind op te voeden en te verzorgen kan de rechter het gezag van ouders beëindigen. In dat geval wordt het gezag overgedragen aan een ander, meestal de Gecertificeerde Instelling.

Toename professionele zorgToen de kinderbescherming ontstond, aan het eind van de 19e eeuw, waren betrokken en gedreven ‘gewone mensen’ daarvan de grondleggers (VanMontfoort, 2012). Geleidelijk aan is de bescherming van kinderen en de hulpverlening bij de opvoeding steeds meer in handen van de overheid en professionele instellingen gekomen. Onder meer door grote aandacht in de media voor enkele fatale gevallen van kindermishandeling is er de laatste de-cennia veel nadruk gekomen op ingrijpen in het gezin. Het aantal kinderen met een maatregel voor kinderbescherming is in de periode tussen 1980 en 2010 verdubbeld (zie grafiek in bijlage 1). In de laatste paar jaren wordt een dalende trend geconsta-teerd, die wordt toegeschreven aan een veranderde werkwijze in de jeugdbescher-ming.Positief aan de toenemende aandacht voor de veiligheid van kinderen is dat er meer oog is gekomen voor kindermishandeling en de bescherming van kinderen hierte-gen. De keerzijde is dat de professionele instellingen steeds meer overnemen van ouders.

De gevolgenIn 2015 zijn zo’n 27.000 kinderen in speci-ale voorzieningen geplaatst. Twee derde daarvan is opgenomen in een pleeggezin of andere gezinsgerichte voorziening, een derde in een residentiële voorziening. Voorzieningen waar het ook niet altijd vei-lig blijkt te zijn (Commissie Samson, 2012). De hulp voor deze kinderen kenmerkt zich in veel gevallen door vele ver-, over- en doorplaatsingen van deze kinderen, van

het eigen gezin naar een pleeggezin, naar een residentiële leefgroep en regelmatig heeft ergens in de loop van het traject ook een crisisplaatsing of een terugplaatsing naar het gezin van herkomst plaatsgevon-den (Bartelink & Van der Steege, 2012). Al deze verplaatsingen en wisselingen hebben een negatieve invloed op kinde-ren. Hoogleraar gezinspedagogiek Van IJzendoorn (2008) zegt hierover: “Eigenlijk is structurele verwaarlozing in tehuizen onvermijdelijk”. Het gebrek aan stabili-teit en continuïteit leidt ertoe dat deze kinderen de overtuiging ontwikkelen dat ze niets waard zijn en dat niemand te ver-trouwen is. Door alles wat ze meegemaakt hebben en door het ontbreken van een stabiele opvoedsituatie, is het voor deze kinderen als ze ouder worden, moeilijk om aansluiting te vinden in de samenleving en om hun leven op de rails te krijgen.

Voor deze jongeren verloopt de weg naar volwassenheid dan ook minder gunstig dan voor jongeren die zonder noemens-waardige problemen opgroeien. Opvallend is dat van jongeren in de jeugdzorg ver-wacht wordt dat zij al op 18-jarige leeftijd zelfstandig kunnen functioneren, terwijl jongeren die bij hun ouders wonen pas op een leeftijd van 22 of 23 jaar het ouderlijk huis verlaten en een zelfstandig leven gaan leiden. En dan nog vallen ze regelma-tig op hun ouders terug4. Volgens Heineke (2007) bestaat de kwetsbaarheid van de jongeren die uit de jeugdzorg komen eruit dat de jongere geen vertrouwen heeft in volwassenen, nega-tieve ervaringen in de jeugd, geen stabiele woonsituatie heeft en zich daardoor niet

2.1

12 13 HUMANITAS JEUGDSUPPORT

1 Jaarrapport 2016. Landelijke Jeugdmonitor

2 SCP 2011

3 Jaarrapport 2016. Landelijke Jeugdmonitor

4 CBS Bevolkingstrends 2014

Page 10: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

goed op sociaal en maatschappelijk ter-rein kan ontwikkelen. Het ontbreekt hen ook aan positieve rolmodellen: belang-rijke voorbeeldfiguren met een stabiele woon- en werksituatie. Door problemen op school, en/of door verblijf in residentiële voorzieningen, heeft een deel van deze jongeren onvoldoende kansen gehad om ervaringen op te doen en vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben voor zelfstandig functioneren. Ook hebben de jongeren vaak onvoldoende zicht op wat zij willen en kunnen en op het eigen toekomstperspectief. Dit wordt beves-tigd in onderzoek van het Verwey Jonker Instituut5, waarin naar voren komt dat een groep kwetsbare jongeren tussen de 16 en 23/27 jaar begeleiding naar zelfstandig-heid nodig heeft. Een deel van deze jonge-ren redt het niet en komt later met zwaar-dere problematiek, delinquent gedrag of als zwerfjongere weer in beeld komt.

Transitie en transformatie jeugdzorgVanaf 2015 zijn de gemeenten verant-woordelijk voor alle jeugdhulp. Daarbij hebben zij te maken met een krimpend budget voor de jeugdzorg. De transfor-matie en transitie jeugdhulp zoals dit proces aangeduid wordt, is ingezet om niet alleen bestuurlijk maar ook inhoudelijk een omslag te bewerkstelligen. De focus is daarbij gericht op de eigen kracht van mensen, het versterken van de sociale omgeving van kinderen en gezinnen en het verminderen van de inzet van gespeciali-seerde zorg. Hoogleraar Pedagogiek Micha de Winter heeft dit als de ‘pedagogische civil society’ betiteld. Met dit begrip wordt bedoeld het versterken van de sociale op-

voedomgeving door de gemeenschappe-lijke en vrijwillige activiteiten van burgers op het gebied van het grootbrengen van kinderen en jongeren. Inzet van vrijwilligersDe visie van Jeugdsupport is dat inzet van vrijwilligers, naast de professionele hulp die nodig is, een antwoord kan bieden voor de hiervoor geschetste knelpunten en ont-wikkelingen. Verondersteld wordt dat juist voor jongeren met zware en structurele problematiek het van groot belang is dat zij niet alleen te maken hebben met een beroepskracht die samen met de jongere aan (een deel van) hun problemen werkt. Vrijwilligers kunnen een deel van het vangnet vormen dat deze jongeren nodig hebben en als positief rolmodel fungeren. Kenmerkend voor deze leeftijdsfase is dat jongeren zelf willen bepalen wat ze doen en hoe ze dat doen. Vaak reageren ze afwijzend of zelfs vijandig op volwassenen die hen vertellen wat ze moeten doen, hoe ze dat moeten doen. Onder meer daardoor en versterkt door een langdurige hulpverleningsperiode, zijn jongeren vaak ‘hulpverleningsmoe’ en willen ze geen pro-fessionele hulp meer. Vrijwilligers kunnen, doordat zij vanuit persoonlijke betrokken-heid een relatie met de jongere aangaan en naast de jongere staan in plaats van erboven, iemand zijn waarin ze vertrouwen krijgen en van wie ze steun accepteren.Tot voor kort waren vrijwilligers vooral actief op het gebied van preventieve activiteiten of lichtere vormen van onder-steuning. Nieuw in Jeugdsupport is dat vrijwilligers betrokken zijn bij jongeren met zwaardere problematiek die in de jeugd-

14HUMANITAS JEUGDSUPPORT

2.2

hulp terecht zijn gekomen. Samenwerking van Humanitas met professionele instellin-gen is hierin een belangrijk aspect. Daarnaast is van groot belang dat vrijwil-ligers goed toegerust zijn voor hun rol en taken voor deze jongeren. Humanitas heeft op dit gebied jarenlange ervaring. De vrij-willigers voor Jeugdsupport worden zorg-vuldig geselecteerd en krijgen training en begeleiding specifiek voor de doelgroep en werkwijze van Jeugdsupport. De veronderstelling van Jeugdsupport is dat samenwerking met professionele organisaties een belangrijk aspect is voor de doelgroep en de doelen van Jeugdsup-port. Inzet van vrijwilligers kan eraan bijdragen dat zware zorg minder lang nodig is en dat de overgang van jeugdhulp naar zelfstandig functioneren soepeler verloopt. Werkwijze van JeugdsupportDe werkwijze van Jeugdsupport verloopt via onderstaande stappen.

1. Aanmelding en intake jongeren Zowel een hulpverlener, een ouder of de jongere zelf kan aanmelden. Jongeren onder 18 jaar worden vaak aangemeld via de hulpverlening (MEE, BJZ, Jeugdzorg aanbieders, JJI, JR , Speciaal onderwijs enz) bij de coördinator van Humanitas. Als jongeren zichzelf aanmelden is voor een koppeling met een vrijwilliger bij min-derjarigen altijd toestemming van ouder of voogd nodig. Jongeren van 18 jaar en ouder die de jeugdzorg hebben verlaten, melden zich (al dan niet via een doorver-wijzing) aan bij de coördinator.De coördinator heeft een intakegesprek

met een jongere, desgewenst kunnen de hulpverlener of de ouders aanwezig zijn. In het intakegesprek komt aan de orde welke ondersteuningsvragen de jongere heeft en wat de jongere van de vrijwilliger verwacht. 2. Werving en selectie vrijwilligersDe coördinator werft vrijwilligers via diver-se media of via bestaande Humanitas-pro-gramma’s.Hij of zij heeft met elke vrijwilliger een intakegesprek, waarin de werkzaamheden en de doelgroep aan bod komen en de verwachtingen van de vrijwilliger. Verder worden de eisen die Humanitas stelt aan een vrijwilliger besproken. Leidraad is het vrijwilligersbeleid van Humanitas.

3. Scholing vrijwilligersAls de coördinator genoeg vrijwilligers heeft geworven (ca 8 à 10) organiseert hij of zij een training voor de vrijwilligers. Na-dat de training succesvol is afgerond en de vrijwilliger en Humanitas besluiten dat zij met elkaar verder willen, vraagt de vrijwil-liger digitaal een VOG aan via het NOV en legt de uitslag voor aan de coördinator.

4. Koppeling vrijwilligers aan jongerenVervolgens zoekt de coördinator bij elke jongere een geschikte/passende vrijwilliger en regelt een eerste kennismakingsgesprek. De coördinator, vrijwilliger, en de jongere maken samen afspraken waar de vrijwil-liger met de jongere aan gaat werken. De wederzijdse verwachtingen worden benoemd en een aantal omgangsregels.

2.3

5 Steketee en anderen (2009). (Jeugd)zorg houdt niet op bij 18 jaar.

HUMANITAS JEUGDSUPPORT15

Page 11: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

DE MEERWAARDE VAN HUMANITAS WEL THUIS

5. De ondersteuningDe ondersteuning zelf is maatwerk en hangt af van de vraag van de jongere. In het begin ligt het accent op het opbouwen van vertrouwen en het aangaan van een relatie. De vrijwilliger heeft minimaal eenmaal per week contact met de jongere. De coördina-tor Jeugdsupport begeleidt de vrijwilliger en heeft af en toe contact met de jongere en (jeugd) hulpverleningsinstelling voor zover van toepassing.

6. Themabijeenkomsten voor vrijwilligers en intervisie De coördinator organiseert regelmatig thema- en intervisiebijeenkomsten. Een themabijeenkomst over huiselijk geweld en kindermishandeling is verplicht vanuit Humanitas. Overige thema’s kunnen zijn: grenzen, veiligheid, vertrouwen.

7. Tussentijdse evaluatie De coördinator organiseert regelmatig een evaluatiebijeenkomst. Daarbij zijn aanwezig: de jongere, de coördinator, de vrijwilliger en soms de hulpverlener en ouders.

8. Afbouw Na een ondersteuningsperiode van een à anderhalf jaar maakt de coördinator met de vrijwilliger een afbouwplan. Uiteraard ge-beurt dit in overleg met de jongere (en zijn eventuele hulpverlener en/of ouder).

9. EindevaluatieDe coördinator, vrijwilliger, jongere, eventu-ele hulpverlener en/of ouders evalueren het traject. Gesprekspunten zijn: welke doelen zijn gesteld, hoe is daar aan gewerkt? Zijn de doelen gehaald? Welke wel, welke niet

en waarom niet? Hoe nu verder? Welke plannen heeft de jongere? Kan hij/zij eventueel nog contact opnemen met de coördinator?

1616HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 12: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

6 Van 9 gekoppelde jongeren in Twente is geen geslacht bekend.

7 Van 14 gekoppelde jongeren (de overige 8%) is de leeftijd niet bekend.

8 Niet van alle gekoppelde jongeren is bekend wie de melder is. Daarnaast komt ook voor dat een jongere door meerdere instanties wordt gemeld. Hierdoor wijken de

cijfers in de tabel af van het totaal aantal gekoppelde jongeren.

18

3.1

3 Resultaten van de pilots

In dit hoofdstuk wordt, aan de hand van de registratiegegevens van de pilots, een over-zicht gegeven van aantallen en kenmerken van jongeren, vrijwilligers, coördinatoren en samenwerkingspartners.

Aantal jongeren en koppelingenIn de projectperiode zijn in vijf pilots totaal 232 jongeren aangemeld. Daarvan zijn er 202 aangenomen, 30 jongeren kwamen niet in aanmerking. In totaal is het bij 186 jongeren (92%) gelukt een koppeling met een vrijwilliger tot stand te brengen. In de tabel hieronder een overzicht van de aantallen per pilot.

kenmerken Rijnland Amsterdam Groningen Den Bosch Twente Totaal

Aantal jongeren aangemeld 30 51 56 54 41 232

Aantal jongeren aangenomen 26 43 46 46 41 202

Aantal koppelingen 24 41 41 39 41 186

Redenen waarom na aanmelding soms geen koppeling tot stand komt zijn bijvoor-beeld: Jeugdsupport past niet bij de vraag van de jongere, jongere/ouders zijn niet gemotiveerd, verhuizing, jongere haakt af, vrijwilliger haakt af.

Profiel van de jongerenHoe ziet de bereikte groep jongeren die is gekoppeld aan een vrijwilliger eruit?

Geslacht en leeftijdDe gegevens van de pilots, geordend naar aantallen over 5 regio’s (excl. Groningen) laat een verdeling zien van 83 jongens en 94 meisjes . De leeftijden variëren van 8 tot en met 27 jaar en zijn als volgt ver-deeld: • In de leeftijdscategorie jonger dan 12 jaar: 8% (merendeel in Amsterdam). • In de leeftijdscategorie van 12-17 jaar: 40% jongeren, • in de leeftijdscategorie 18-27 jaar: 44% jongeren7.

3.2 De evaluatie van Humanitas is gebaseerd op 30 respondenten (11 jongens, 19 meis-jes), hiervan zijn 17 jongeren in de leeftijd van 12-18 jaar en 12 jongeren in de leeftijd van 19-25 jaar. Van één jongere is de leef-tijd niet bekend.

AanmeldersIn onderstaande tabel een overzicht van de aanmelders bij Jeugdsupport zoals deze terug te vinden in de registratiege-gevens8.

Aanmelder Rijnland Amsterdam Groningen Den Bosch Twente Totaal

Jeugdhulp 1 9 6 10 17 43

Jeugdbescherming 1 2 1 3 5 12

Gesloten jeugdhulp 0 1 13 0 0 14

Pleegzorg/pleegouders 3 1 0 0 0 4

GGZ 2 4 5 10 7 28

LVB-zorg 1 2 1 0 6 10

Verslavingszorg 0 0 3 0 0 3

Lokaal team (Wijkteam/

Ouder-kind team enz.) 7 12 7 4 1 31

Maatschappelijk werk 0 0 3 2 0 5

Maatschappelijke opvang 0 1 1 0 0 2

Huisarts/GGD 2 0 0 3 0 5

Ouders 4 1 0 1 1 7

Jongere zelf 2 2 1 1 1 7

School 0 0 0 2 2 4

Overig 1 2 0 3 4 10

Totaal 24 37 41 39 44 185

HUMANITAS JEUGDSUPPORT19HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 13: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

DE MEERWAARDE VAN HUMANITAS WEL THUIS 20 21DE MEERWAARDE VAN HUMANITAS WEL THUIS

Woonsituatie Rijnland Amsterdam Groningen Den Bosch Twente Totaal

Residentieel 1 1 26 8 7 43

Niet-residentieel,

waarvan: 23 40 15 31 24 133

Thuis 16 34 10 20 22 102

Pleeggezin 5 0 0 1 2 8

Begeleid wonen 0 2 7 7 7 23

Zelfstandig wonen 2 3 5 4 0 14

Anders 1 2 19 7 0 29

Hulpverlening Rijnland Amsterdam Groningen Den Bosch Twente Totaal

Hulptraject bij

aanmelding 17 15 37 34 28 131

Hulptraject in

voorgaand jaar 6 18 3 5 4 36

Geen hulp 1 7 1 0 0 9

Onbekend 0 1 0 0 9 10

Woonsituatie In de meeste pilots is het merendeel van de jongeren thuiswonend, behalve in Groningen, waar het merendeel van de jongeren in een residentiële voorziening verblijft.

Hulpverlening De meeste jongeren (90%) hebben hulp-verlening of hebben dat in het afgelopen jaar gehad.

Bij de soort hulpverlening die betrokken is wordt genoemd: jeugdbescherming/voogd, GGZ, Autismeteam, Jeugdhulp, Gesloten Jeugdhulp, LVB-zorg en Reclas-sering.

DagbestedingDe meeste jongeren, 76%, zijn school-gaand, 10% van de jongeren heeft geen dagbesteding, 5% van de jongeren werkt (betaald of vrijwillig) en 3% van de jon-geren geeft aan een andere vorm van dagbesteding te hebben, waaronder de zorgboerderij10.

Ondersteuningsvragen en problematiekDe ondersteuningsvragen van jongeren hebben meestal betrekking op de volgen-de aspecten: • Sociaal contact, uitbreiden netwerk, soms wordt specifiek genoemd: buiten hulpverleningssetting• Steunfiguur: voor lastige of praktische zaken, wegwijs maken in Nederland, hulp bij zelfstandig wonen• Vaardigheden leren • Vrijetijdsbesteding• Rolmodel • Zelfvertrouwen vergroten en zelfbeeld verbeteren• Ondersteuning in emotioneel functione- ren, zoals overwinnen van angsten, leren emoties te tonen, agressie- beheersing, omgaan met bepaalde aspecten van het leven, grenzen leren kennen en aangeven

De ondersteuningsvragen zijn gekoppeld aan achterliggende problemen. Het gaat om jongeren die juist door hun problema-tiek een steuntje in de rug nodig hebben om eruit te komen. Bij veel jongeren is sprake van een combinatie van persoonlij-ke en omgevingsproblematiek. Genoemd worden: depressieve klachten, trauma’s, angststoornissen, problemen in de gezins-situatie, drugs- en loverboy problematiek, LVB, hechtingsproblematiek, autisme en ADHD.

Profiel van de vrijwilligersHet beeld van de vrijwilligers is gebaseerd op de 35 vrijwilligers (ongeveer 30% van het totaal) die de vragenlijst hebben inge-vuld. De periode waarin men vrijwilliger voor Jeugdsupport is varieert van 2 weken tot 1,5 jaar. Van deze 35 vrijwilligers is de grote meerderheid vrouw, namelijk 26. De vrijwil-ligers zijn in het algemeen jong, de gemid-delde leeftijd van de vrijwilligers is 26 jaar (de oudste is 56 jaar).Ongeveer de helft van de vrijwilligers (17) heeft een opleiding gevolgd die raakvlak-ken heeft met vrijwilliger zijn bij Jeugdsup-port. Van de 35 vrijwilligers hebben er 7 werkervaring in de hulpverlening, 11 vrijwil-ligers hebben in hun werk ervaring met jon-geren en 12 hebben in hun privé-situatie te maken met jongeren. Voorbeelden die door de laatste groep genoemd worden zijn: zelf een jongere zijn, zelf ouder zijn, broer/zus/neefjes/nichtjes, sporttraining.

Ongeveer de helft van de vrijwilligers is al eerder vrijwilliger geweest, de meesten buiten Humanitas. Voorbeelden die ge-

10 Bij de overige 6% van de jongeren is het niet bekend of zij wel of geen vorm van dagbesteding hebben.

3.3

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT20

Page 14: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

22

noemd worden, zijn: ander maatjespro-ject, vrijwilligerswerk gericht op mensen met een beperking of ouderen, scouting, voedselbank, COA, Amnesty, Rode Kruis, dierenasiel, ondersteuning onderwijs en ondersteuning bij juridische vragen. Drie vrijwilligers zijn eerder vrijwilliger ge-weest bij andere Humanitas programma’s, genoemd wordt: mentormaatjes, gedeti-neerden bezoekgroep; maatjesprojecten met verschillende doelgroepen en Match.

Motivatie voor Jeugdsupport (meerdere antwoorden mogelijk) Aantal Percentage

Iets willen betekenen voor de doelgroep 32 91%

Vaardigheden en kennis opdoen 23 66%

Verbondenheid met de doelstellingen van Jeugdsupport 5 14%

Zinvolle tijdsbesteding 7 20%

Sociale contacten (met andere vrijwilligers, de doelgroep etc.) 2 6%

Anders 2 6%

De meeste vrijwilligers zijn bij Jeugdsup-port terechtgekomen via internet. Ook noemen vrijwilligers dat zij erop geatten-deerd zijn door familie/bekenden of via een radiospotje, informatiebijeenkomst of vrijwilligersmarkt.

De belangrijkste motivatie om vrijwilliger te worden is ‘iets willen betekenen voor de doelgroep’. Als tweede scoort de moge-lijkheid om vaardigheden en kennis op te doen. Zie de tabel hieronder voor het volledige overzicht van de antwoorden.

CoördinatorenTen tijde van het onderzoek zijn acht coör-dinatoren aan het project verbonden. Het project is gestart met vijf coördinatoren. Drie coördinatoren zijn er vanaf de start bij (augustus 2014); de andere zijn vanaf januari 2016 of september/oktober 2016 in functie. Dit heeft enerzijds te maken met een toename van het aantal coördinatoren in drie van de pilots (van één naar twee), anderzijds met het wisselen van baan van twee van de coördinatoren. Op één na hebben de coördinatoren naast hun werk voor Jeugdsupport nog een andere functie bij Humanitas, zoals:• Teamcoördinator Match! en trainer Humanitas Thuisadministratie• Coördinator Gevaarlijke Liefde • Ontwikkelaar Humanitas Academie• Projectcoördinator van Tussenstop, Coach2b en jeugdambassadeur in de wijk • Coördinator vriendschappelijk huis- bezoek • Coördinator Mooie Middag Maatjes, Voorleesproject en Taalhuizen• Coördinator Match!

3.4 Intensiteit en inhoud van de ondersteuningDe registratiegevens van Humanitas en de vragenlijsten van de vrijwilligers geven een vergelijkbaar beeld over de frequentie van het contact van de vrijwilliger en de jongere. Het meest vaak komt voor dat de jongere en de vrijwilliger wekelijks con-tact hebben in de vorm van bezoek of een gezamenlijke activiteit. Soms is er vaker dan één keer per week contact, minder dan één keer per week komt het minst voor. Vaak is er ook (regelmatig) contact via What’s App. Het accent ligt op de omgang met ande-ren, de daginvulling en de gezondheid. Uit de antwoorden die de vrijwilligers geven, komt het beeld naar voren dat het meest-al gaat om een combinatie van praten en activiteiten ondernemen. Voorbeelden die de vrijwilligers noemen: Veel buiten zijn en de straat op gaan waardoor ze niet thuis op de bank zit. We zoeken dingen op die belangrijk zijn voor haar in haar leven zoals een rondleiding door school, naar de kinderboerderij, een rondje door de buurt wandelen. Naar de stad gaan (onder de mensen komen), gezellig kletsen, wandelen. Leuke activiteiten, zoals mountainbiken, karten, lasergamen, etc.

3.5

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT23

Page 15: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

24

Samenvattend beeldHet merendeel van de aanmeldingen voor Jeugdsupport komt van verschillende vor-men van hulpverlening, met name jeugd-hulp (inclusief gesloten jeugdhulp) en jeugdbescherming, GGZ en lokale teams. In 17 gevallen melden ouders of de jongere zich zelf aan.Wel zijn er grote verschillen te zien tussen de pilots. Alleen in Groningen zijn het voor-al jongeren die residentieel verblijven. Veel daarvan komen van ’t Poortje, een geslo-ten instelling voor Jeugdhulp. In de andere drie pilots worden met name thuiswonen-de jongeren zonder residentiële hulpver-leningsgeschiedenis bereikt. Wel was bij bijna alle jongeren bij aanmelding of in het voorgaande jaar sprake van een profes-sioneel hulptraject. De pilot Amsterdam heeft naar verhouding het meeste aantal jongeren zonder professioneel hulptraject (n=10; 20% van de aangemelde jongeren in Amsterdam).We zien hierin weerspiegeld dat de pilots op verschillende manieren invulling ge-ven aan het project. In Groningen heeft Jeugdsupport een samenwerkingsrelatie met ’t Poortje en richt Jeugdsupport zich vooral op de doelgroep zoals die oorspron-kelijk beoogd was: jongeren die verblijven of verbleven hebben in een residentiële voorziening. In Amsterdam is de oorspronkelijke doel-groep meer losgelaten, we zien daar zowel een wat jongere doelgroep (18 zijn jonger dan 12 jaar) als een groter aantal jongeren die geen hulpverlening hebben. De andere twee pilots bevinden zich hier tussenin.

De leeftijd van de vrijwilligers die de vragenlijst hebben ingevuld is vooral jong (gemiddelde leeftijd is 26 jaar). Onge-veer de helft heeft een opleiding gevolgd die raakt aan het vrijwilligerswerk bij Jeugdsupport, een vijfde heeft werkerva-ring in de hulpverlening, een derde heeft werkervaring met jongeren en een derde heeft in de privé-situatie zelf te maken met jongeren.Ongeveer de helft van de vrijwilligers is al eerder vrijwilliger geweest, de meesten buiten Humanitas, een enkeling bij andere Humanitas-progamma’s. De meeste vrij-willigers zijn bij Jeugdsupport terechtge-komen via internet. Ook genoemd is dat zij geattendeerd zijn door familie/bekenden, via een radiospotje, informatiebijeenkomst of vrijwilligersmarkt. De belangrijkste motivatie om vrijwilliger te worden is ‘iets willen betekenen voor de doelgroep’. Als tweede scoort de mogelijkheid om vaar-digheden en kennis op te doen.

Bij de coördinatoren is enige wisseling ge-weest. Op één na hebben de coördinatoren naast hun werk voor Jeugdsupport nog een andere functie bij Humanitas.

De jongeren en vrijwilligers geven beide aan dat bij ongeveer de helft van de trajec-ten de jongere en de vrijwilliger wekelijks contact hebben.

3.6

HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 16: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

4 Ervaringen en opbrengsten

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ervaringen met de diverse aspecten van Jeugdsup-port, en de opbrengsten van de ondersteuning zoals die waargenomen worden door jongeren, vrijwilligers en coördinatoren.

Ervaringen van jongeren met de ondersteuningUit de evaluatiegegevens van Humanitas over 30 jongeren blijkt een grote tevreden-heid bij de jongeren. Bijna alle jongeren vinden dat ze voldoende informatie heb-ben gekregen over wat Jeugdsupport voor hen kan betekenen. Alle jongeren vond het kennismakingsgesprek met de coördi-nator fijn tot heel fijn. Meer dan driekwart van de jongeren heeft een goede tot zeer goede band met zijn maatje (24 van de 27; 89%). Ook zijn zij (heel) tevreden over: het aantal bezoeken, de bereikbaarheid van en gesprekken met het maatje (n=24). 93% zou Jeugdsupport aanraden aan fami-lie of vrienden. De drie jongeren die we gesproken hebben tijdens de VLOG-dag ondersteunen dit beeld. Uitspraken van jongeren:

4.1 we kunnen goed praten maar ook samen lachen

duidelijke overeenkomst en erg actief met activiteiten

ze was er voor me, net een moeder. Gaf me tips en adviezen; steun en toeverlaat

ze begreep me altijd precies en wist precies hoe ze me in mezelf moest laten geloven

Een van de coördinatoren heeft uitspraken van jongeren tijdens evaluaties opge-schreven die goed de betekenis van de vrijwilliger voor de jongere laten zien:• Ze heeft me in laten zien dat ik het waard ben• Ik heb nu iemand voor mezelf alleen• Ik voel me begrepen en kan mijn verhaal kwijt• Ik mag mezelf zijn• Mijn maatje voelt echt als een vriend• Ik leer anders te denken over situaties, niet alles is negatief• Geeft fijn gevoel dat ze er voor me is• Hij is een rolmodel en stimuleert me om mijn best te doen• Ik probeer nu dingen uit en dan vind ik ze toch leuk• Ik kan altijd bij hem terecht

Jongeren die minder positief zijn zeggen daarover:• Bezoeken lastig af te spreken door drukte (2x)• Mijn maatje probeerde heel erg de hulp- verlener uit te hangen en daar had ik geen behoefte aan.

Ervaringen van vrijwilligers met de ondersteuningDe meeste vrijwilligers (22 van de 32) vin-den dat hun ondersteuning van de jongere goed aansluit bij wat zij willen en kunnen bieden. Geen van de vrijwilligers vindt dat de jongere meer vraagt dan hij/zij kan bieden. Vier vrijwilligers hebben meer te bieden dan de jongere van hen vraagt.

De vrijwilligers noemen veel positieve aspecten aan het contact met de jongere.

Ze vinden het leuk om de jongere te zien, hebben goede gesprekken met de jon-gere, merken dat ze het vertrouwen van de jongere krijgen en dat de jongere veel van hen aanneemt. Vertrouwen speelt een belangrijke rol in de beleving van de open-heid van de gesprekken. Samenvattend noemen de vrijwilligers de volgende leuke kanten van hun rol als vrijwilliger:• Leren kennen, samen leuke dingen doen, gezelligheid• Iets kunnen betekenen • Fijn om het op mijn eigen manier te kunnen doen en binnen eigen mogelijk- heden in de agenda • Nieuwe ervaring, nieuwe manier van denken, leren over jezelf• Zien dat de jongere vooruit gaat

De volgende uitspraken van vrijwilligers illustreren dit:

Vanwege het grote leeftijdsverschil (hij 15, ik 29) heb ik andere gesprekken dan normaal en dat is leuk.

Ik vind het leuk om iets voor m'n jongere te kunnen betekenen. Ik wil hetzelfde als zijn ouders, het beste voor hem. En soms neem je als puber iets meer aan van iemand die niet je ouder is.

Wij hebben een goede match. Jongere geeft aan dat hij met mij en zijn vader alleen deze vertrouwelijke gesprekken kan voeren. Dat is fijn om te ervaren dat het absoluut zin heeft.

26 27

4.2

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 17: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

Vrijwilliger zijn betekent niet alleen geven, verschillende vrijwilligers benoemen ook wat ze er zelf voor terugkrijgen en wat ze ervan leren:

Ik krijg van mijn jongere een andere kijk en andere feedback op dingen dan van mijn vriendengroep.

De vrijwilligers noemen daarnaast ook lastige punten. Soms is het lastig om af-spraken te maken en is er weinig initiatief vanuit de jongere. Jongeren kunnen of willen soms niet praten over wat er is. En het kan lastig zijn om in te schatten wat de vrijwilliger wel of niet kan doen. Ook wordt wel genoemd dat soms lastig is de sig-nalen van de jongere te herkennen en te weten hoe hierop in te spelen. Uitspraken van vrijwilligers die de moeilijke punten illustreren:

Deze jongere leidt een ander soort leven dan ik.

Lastig om ingang te vinden, de jongere echt te leren kennen: ik kan haar nog niet goed ‘lezen.’

Moeilijk om te weten wat je het beste kan doen, wel of niet naar verleden vragen.Deze jongere vertelt van alles over wat er speelt (in de residentiële voorziening) en wil daarover mijn mening weten.

Tenslotte noemt een vrijwilliger ouders/familie als lastig punt:

De familie gaat soms bewust of onbe-wust tussen het contact met de jongere inzitten. Dit is vaak wel met goede bedoelingen, maar zorgt ervoor dat de jongere terug in zijn schulp kruipt

OpbrengstenHet evaluatieonderzoek van Humanitas bij de jongeren laat zien op welke leefgebie-den er voor de jongere effecten worden bereikt, zie de tabel hieronder. Ondanks de kanttekening dat de evaluatie van Humani-tas kleine aantallen (30 jongeren) betreft, geeft de opbrengst volgens de coördi-natoren een goede weergave van wat de ondersteuning van een vrijwilliger oplevert voor de jongere. Leefgebieden Aantal percentage

jongeren

Omgaan met anderen (n=24) 18 75%

Gezondheid (n=22) 14 64%

Geld- en regelzaken (n=21) 3 14%

Daginvulling (n=21) 14 67%

Wonen (n=21 10 48%

Taal (n=20) 3 15%

28

4.3

HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 18: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

In onderstaand diagram is dit visueel gemaakt.

Toelichting:1. Omgaan met anderen (n=16) Op de aspecten van sociaal contact wordt door meer dan de helft van de jongeren verbetering gerapporteerd door de ondersteuning van de vrijwil- liger. Het gaat om minder alleen voelen, makkelijker contact leggen, en beter voor zichzelf opkomen en grenzen aangeven.2. Gezondheid (n=13) Meer dan de helft van de jongeren zegt zich fijner te voelen en ook meer dan de helft noemt meer zelfvertrouwen als

resultaat. Iets minder dan een derde voelt zich minder somber.3. Daginvulling (n=14) Iets minder dan de helft van de jongeren (43%) zegt nieuwe hobby’s en inte- resses ontdekt te hebben; de volgende opbrengsten gelden elk voor ongeveer een derde van de jongeren: vaker naar buiten gaan; weer naar school/opleiding gaan; minder vervelen.4. Geld- en regelzaken (n=3) Slechts drie jongeren hebben geant- woord op de vragen geld- en regelzaken. Een jongere heeft nu een overzicht van

inkomsten en uitgaven; een jongere zegt dat hij nu zijn rekeningen kan betalen en een jongere weet hoe hij zelf grip houdt op geld- en regelzaken.5. Wonen (n=10): De opbrengsten op het gebied van wonen zijn niet scherp: 40% vult ‘anders’ in. 30% voelt zich prettiger in woning/verblijfplaats en 30% heeft minder zorgen over de woonsituatie.6. Taal (n=3): Door drie jongeren wordt taal genoemd: de Nederlandse taal beter spreken, beter begrijpen en verstaan en minder hulp van anderen nodig hebben hierdoor.

Het beeld komt redelijk overeen met wat de vrijwilligers als resultaten zien. Veel vrijwilligers vinden het lastig om te noe-men wat er beter gaat. Van de vrijwilligers die wel opbrengsten zien, noemen zij vooruitgang op het gebied van gezond-heid en daginvulling het meest (allebei 40%). Contacten met anderen komt bij de vrijwilligers op de derde plaats (25%). Een uitspraak van een vrijwilliger:Ik geef mijn jongere simpele tips en advie-zen en belicht een ander perspectief. Dit maakt dat de jongere op den duur andere beslissingen neemt. Ik zie dus echte vor-deringen door mijn hulp.

De coördinatoren noemen tijdens de bij-eenkomst als belangrijkste resultaten voor de jongeren:• Jongeren komen meer het huis uit, worden actiever, sluiten zich bijvoor- beeld aan bij een sportclub.• Zelfvertrouwen wordt groter, ze durven

4.4

30 31

Taal

Wonen

Daginvulling

Gezondheid

Geld- en regelzaken

Omgaan met anderen100%

80%

60%

40%

20%

0%

meer, zijn sterker, kunnen meer eigen keuzes maken, zijn vaardiger in sociale relaties, weten beter hoe ze zelf kunnen handelen in lastige situaties.• Jongeren hervinden vertrouwen en/of leren meer vertrouwen hebben in anderen.• Jongeren zien hun toekomst positiever in.• Positiever in het leven staan: weer lekker in hun vel zitten.• Kunnen hun verhaal kwijt.• Andere aandacht door de vrijwilliger, naast de hulpverlening. Contacten met andere jongeren, ervaringen delen etc.• Oprechte aandacht van een "rolmodel"

Wat vinden jongeren en vrij-willigers van de werkwijze van JeugdsupportIn deze paragraaf wordt ingegaan op wat volgens de coördinatoren en de vrijwilli-gers goed werkt en wat beter kan. De per-ceptie van de vrijwilligers op de matching en training wordt specifiek toegelicht. Ter informatie noemen we dat de regio’s verschillend evalueren: de ene regio heeft evaluaties met de vrijwilliger en de jongere samen (om dingen samen te bespreken). De andere regio heeft juist evaluaties met beide partijen apart, zodat ze beide vrij kunnen spreken over hoe het ging en wat er beter moet.

Coördinatoren De coördinatoren benoemen als succes-factoren van Jeugdsupport:• Werving en selectie van de vrijwilliger• Training (tevens een goede manier om vrijwilliger te leren kennen)

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 19: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

21 Een methodiek voor kinderen met autisme

32 33

• Kennismaking jongere en contact jongere: coördinatoren vinden het belangrijk dat je als coördinator ook weet hoe het met de jongere gaat en dat je dit van de jongere hoort. • Goede matching: het geheim van een succesvol traject met de jongere zit in de koppeling (is het een goede match of niet) • Begeleiding van vrijwilligers

Daarnaast plaatsen de coördinatoren een aantal kanttekeningen: • Inherent aan vrijwilligerswerk in het algemeen: beschikbaarheid van vrijwil- ligers soms lastig in te schatten.• Vrijwilligers goed voorbereiden op complexiteit van de doelgroep: moeizaam verloop van contact bijvoor- beeld. Vrijwilligers onderschatten dit dan toch.• Soms weinig mannelijke vrijwilligers waardoor koppeltijd langer duurt dan ik zou willen.• Samenwerking met hulpverlening loopt niet goed.• Het organisatorische vlak is minder goed geregeld. Daar liggen wat gemiste kansen.

VrijwilligersBij de vrijwilligers is veel tevredenheid over de voorbereiding op hun vrijwilliger-schap. Zij vinden het over het algemeen duidelijk wat van hen verwacht wordt en over welke kennis en vaardigheden zij moeten beschikken. Ook over de training en de begeleiding zijn de meeste vrijwil-ligers positief. Uitspraken van tevreden vrijwilligers:

Door de trainingen en gesprekken met de organisatie is er duidelijk wat er van mij verwacht wordt en zodra dit niet duidelijk is kun je altijd om duidelijkheid vragen.

Door de trainingen zijn er veel dingen duidelijk geworden en ik ben goed aan het denken gezet in wat voor situaties jongeren kunnen zitten en hoe je deze kan oplossen. Ook door het groepsver-band zijn er veel ervaringen gedeeld waar je ook veel van leert.

Twee vrijwilligers plaatsen een kritische kanttekening bij de training: Eerlijk gezegd voelde het een beetje amateuristisch aan. Voor de hand lig-gend.

De training kan wel iets overtuigender, directer en meer pit hebben. Dat zegt overigens meer over mij dan over de trainers. Ik train zelf regelmatig en heb een andere manier van trainen.

Een vrijwilliger merkt op dat de trainingen wel vaker gegeven mogen worden:

Ik ben inmiddels een jaar of anderhalf vrijwilliger bij Humanitas en heb maar 1 training gehad. Meer en goede trainin-gen staan goed op je cv en vergroot je kennis.

Ook over de totstandkoming van de koppe-ling zijn de meeste vrijwilligers tevreden. Door de vrijwilligers worden de volgende pluspunten genoemd:• Match op basis van interesses; klikte goed daardoor• Heel zorgvuldig; er wordt uitgebreid aandacht besteed aan jongere en vrij- williger voordat koppeling plaatsvindt (en coördinator doet er van alles aan om het ook te laten werken)

Minpunten die vrijwilligers noemen:• Langdurig proces van matchen • Iets meer achtergrondinformatie over de situatie van de jongere die je toe- gewezen krijgt• Ik mis doorgroeimogelijkheden

Naast de positieve punten noemen ver-schillende vrijwilligers relevante kantteke-ningen en aandachtspunten:• Het was voor mij aan de ene kant wel duidelijk wat Humanitas verwachtte. Ik vond het echter lastig om te bepalen wat je wel, en wat je niet als maatje bent en kunt betekenen. Omdat het contact kort was heb ik ook niet echt gelegenheid gehad hier meer over na te denken en te onderzoeken. • Ondanks de inleidingscursus heeft Humanitas ons als maatjes geen doel gegeven. Daarnaast is er niks duidelijk. Omdat dit concept nieuw is moet alles bedacht worden op het moment dat een vrijwilliger er om vraagt. Dit geeft veel onduidelijkheid.• Ouders kunnen belemmerend werken als ze geen vreemde mensen in huis willen hebben zodat je ergens anders

moet afspreken, of omdat je de regels uit het gezin moet volgen, familie gaat soms onbewust of bewust tussen het contact met de jongere in zitten, of wanneer het contact van de jongere met zijn ouders slecht is belemmert dit ook het contact tussen jongere en maatje.• In bepaalde situaties (afhankelijk van de leeftijd van de jongere) is het van belang dat ouders(s) of verzorger(s) het proces van Jeugdsupport ook kent en meegaat naar de kennismaking. • Naarmate het contact langer loopt, wordt de jongere zelfstandiger en neemt het contact af. Het is voor de vrijwilliger dan soms niet meer helder wat zijn rol is. (moet er dan nog wel zo vaak contact zijn/moet ik dat als vrijwilliger dan wel nastreven).• Ik had de jongere beter kunnen helpen, als er meer geld zou zijn geweest om samen activiteiten uit te voeren. Een grote bron van zijn problemen was verveling, maar er kwam maar weinig geld vrij om leuke dingen te doen. Als we samen echt ergens heen hadden gekund was dat nog beter geweest.

Tenslotte doen de vrijwilligers diverse suggesties ter verbetering:• Biedt mensen die buiten een project vallen een alternatief• Betere begeleiding. Niet frequenter maar directer - sinds het eindgesprek heb ik niets meer van Humanitas gehoord. • Duidelijkheid over geld. Had geld voorgeschoten waarvan achteraf bleek dat ik dat geld niet terug zou krijgen

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT32 33

Page 20: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

DE MEERWAARDE VAN HUMANITAS WEL THUIS

van Humanitas (want het was voor ongespecificeerde doelen) hierdoor heeft het mij geld gekost• Training was voor een deel dubbel met de online training• Meer bekendheid / social media / meer vrijwilligers werven• Houd het laagdrempelig• Zorg voor goede onkostenvergoeding + geen geneuzel over bonnetjes overleg- gen voor dat bedrag + redelijke reiskostenvergoeding• Begeleide bijeenkomst met alle maatjes en vrijwilligers (kennis maken; contacten opdoen)• Uitbreiden naar elders en leren van de ervaringen• Maatjes met maatjes koppelen zodat je een keer met zijn vieren afspreekt.

Ervaringen met de samenwerkingIn deze paragraaf staan we stil bij hoe de samenwerking met de aanmelders en hulp-verleners verloopt en ervaren wordt.

Coördinatoren over samenwerken met de hulpverleningZoals in hoofdstuk 2 genoemd, zijn de be-langrijkste samenwerkingspartners: jeugd-hulp en jeugdbescherming (ambulant, residentieel en pleegzorg), GGZ, wijkteams en andere lokale voorzieningen.

Positieve punten over de samenwerking die de coördinatoren noemen:• De hulpverlening verwijst jongeren naar Jeugdsupport, ze weten Jeugdsupport te vinden.• Als na de verwijzing het traject met de jongere goed verloopt bij Jeugdsupport,

dan is er amper contact.• Als het traject na de verwijzing minder goed gaat, dan kan je terugvallen op de hulpverlening. Het is fijn om een lijntje te hebben met hulpverleners, om op terug te vallen. • Contact met hulpverleners geeft een gevoel van veiligheid. Het kan drempel- verlagend werken voor de jongere als de hulpverlener er in ’t begin (bij de intake) bij is. Zij kunnen de jongere motiveren en in beweging krijgen voor Jeugdsupport.

Minpunten zijn:• Als het onduidelijk is wat de hulpverlener wel of niet doet en het onduidelijk is voor de hulpverlener wat Humanitas wel of niet doet. • De verwachtingen van de hulpverleners over Jeugdsupport kloppen niet altijd helemaal. Zij gaan er vaak vanuit dat Jeugdsupport dingen overneemt waar zij zelf geen tijd voor hebben. Bijvoorbeeld dat de vrij- williger de jongere naar de sport kan brengen. • Wanneer de verwachtingen niet kloppen, komen de hulpverleners vaak met een eisenlijstje. Ze willen dan vaak dat je dingen voor hen doet, in plaats van voor de jongere. Dit is afhankelijk van de persoon van de hulpverlener, niet de instelling.• Wat ook voorkomt is dat de hulpverlener achter de rug van de coördinator om aan de vrijwilliger vraagt om dingen van hen over te nemen. Bijvoorbeeld een jongere meenemen naar het ziekenhuis.

• De bemoeienis en de verwachtingen van de hulpverlening. De verwachtingen van de hulpverlening zijn niet gelijk aan wat wij bij Jeugd- support doen en willen doen.

Samenvattend beeldHoewel de respons van de jongeren beperkt is, noemen jongeren veel posi-tieve ervaringen met de vrijwilliger, die in lijn zijn met wat Jeugdsupport beoogt: iemand die er in de eerste plaats voor de jongere is, maar waar de jongere ook wat van leert. Ook de vrijwilligers zijn overwe-gend positief. Het lukt de vrijwilligers in het algemeen om een goede band met de jongere op te bouwen. Sommige vrijwilli-gers noemen daarbij ook lastige punten, zoals aansluiting vinden bij een jongere die in een heel andere wereld leeft en niet weten wat je het beste kan doen. Dit zijn met name aspecten die te maken hebben met de doelgroep en de leeftijd.

De effecten van de ondersteuning uiten zich het meest op de leefgebieden ge-zondheid (zich beter voelen, meer zelfver-trouwen hebben, meer durven), contact met anderen en daginvulling. Op het ge-bied van praktische/materiële zaken zoals wonen en financiën worden in mindere maten effecten bereikt.. In veel gevallen bereikt de vrijwilliger de resultaten door er te zijn voor de jongere en samen activitei-ten te ondernemen.

Over de werkwijze van Jeugdsupport is in het algemeen veel tevredenheid. Te zien is dat de coördinator een belangrijke succes-factor is door goed contact op te bouwen

4.5

met de jongere en de vrijwilliger en zo een goede match te maken. Er worden ook aandachts- en verbeterpunten genoemd, we noemen er hier een paar die opvallen: het contact met ouders, de verandering in het contact als de jongere zelfstandiger wordt en de wens om meer onderling uit te wisselen.Op het gebied van de samenwerking met de hulpverlening zien we dat samenwer-king vooral van belang wordt gezien voor verwijzing van jongeren naar Jeugdsup-port.

34 35

4.6

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT34

Page 21: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

5 Visie op Jeugdsupport

In dit hoofdstuk bespreken we hoe de verschillende betrokkenen: jongeren, vrijwilligers, coördinatoren, samenwerkingspartners en gemeenten kijken naar de kernelementen van Jeugdsupport. Voor welke doelgroep is Jeugdsupport een goed aanbod? Welke doelen zou Jeugdsupport kunnen behalen? Wat is daarvoor nodig? Welke plek heeft samenwer-king met de hulpverlening daarin?

36 37

Visie op doelenOm helder te krijgen wat volgens de be-trokkenen de kern is van Jeugdsupport, hebben we aan coördinatoren en vrijwil-ligers gevraagd waarom zij Jeugdsupport een belangrijk project vinden en waarom het zou moeten blijven bestaan. Daarbij hebben we gekeken naar de mate waarin coördinatoren en vrijwilligers functies en doelen aan Jeugdsupport toekennen die zich onderscheiden van ‘gewone’ maatjes-projecten. Uit de antwoorden blijkt dat zowel coör-dinatoren als vrijwilligers Jeugdsupport vooral belangrijk vinden voor een specifie-ke groep jongeren, namelijk jongeren met een hulpverleningsgeschiedenis. Alle vrij-willigers vinden een belangrijke bestaans-

grond voor Jeugdsupport dat jongeren met een hulpverleningsgeschiedenis behoefte hebben aan ondersteuning van iemand an-ders dan een hulpverlener. Daarnaast vindt een groot deel (93%) dat iedere jongere die dat wil recht heeft op ondersteuning. Ruim driekwart van de vrijwilligers vindt dat we als samenleving verantwoordelijkzijn voor jongeren die minder kansen engrotere risico’s hebben dan anderen (80%).Ook vinden zij dat Jeugdsupport helpt voorkomen dat jongeren met problemen uitvallen (74%). De volgende uitspraken illustreren wat vrijwilligers als specifieke meerwaarde van Jeugdsupport zien:

5.1

De meerwaarde van Jeugdsupport is steun bieden aan jongeren zodat ze minder snel in het criminele circuit of de psychische hulpverlening terecht komen.

Het één op één contact is belangrijk, net als de vertrouwensbanden die worden opgebouwd. Jeugdsupport biedt een ander soort hulp, veel persoonlijker en luchtiger dan bijvoorbeeld hulpverlening.

De meeste jongeren hebben weinig vertrouwen in de meeste hulpverlenings-organisaties. Jeugdsupport benadert personen en problematiek vanuit een menselijker standpunt. Moet dus blijven!

Kracht is juist dat je als vrijwilliger geen hulpverlener bent maar de kracht van het individu gebruikt om een ander persoon te helpen.

Aan de coördinatoren is gevraagd welke doelen Jeugdsupport zou moeten hebben. De top 3 van doelen die het hoogst scoren ziet er als volgt uit: • Een positieve, betrouwbare relatie bieden aan jongeren • Jongere helpen bij het opbouwen van zijn toekomst• Jongeren helpen bij het aangaan of versterken van relaties met andere mensen

Minder hoog scoren:• Een maatje bieden waarmee de jongere leuke activiteiten kan doen• Bewerkstelligen dat de jongere minder professionele zorg nodig heeft

Een van de coördinatoren noemt aanvul-lend als belangrijk doel: jongeren (weer) leren vertrouwen in zichzelf en anderen te hebben. Vertrouwen wordt door coördina-toren en vrijwilligers als belangrijk aspect van Jeugdsupport genoemd. Zowel vrijwil-ligers als coördinatoren zien vertrouwen in de band tussen jongere en vrijwilliger als belangrijk kenmerk, gezien de achtergrond van de jongeren waardoor deze vaak min-der vertrouwen hebben kunnen opbouwen. Ook een van de jongeren noemt het opbouwen van een vertrouwensband als belangrijk aspect in de betekenis die de vrijwilliger voor de jongere heeft.

Visie op de doelgroep Om inzicht te krijgen in de doelgroep waar-voor Jeugdsupport het meest belangrijk gevonden wordt, hebben we de coördina-toren zeven categorieën voorgelegd en gevraagd een ranking te maken door een score van 1 t/m 7 (1= minst belangrijk, 7= meest belangrijk). Per categorie de scores bij elkaar opgeteld laat de volgorde zien (tussen haakjes de totaalscore): 1. Jongeren die uithuisgeplaatst zijn of zijn geweest en steun nodig hebben bij het opbouwen van hun toekomst. (44)2. Jongeren die problemen hebben in hun ontwikkeling (psychisch, gedrag of in of in de thuissituatie). (41)3. Jongeren die onvoldoende of helemaal niet terug kunnen vallen op ouders/ familie. (37)4. Alle jongeren die een vorm van hulpverlening hebben. (33)5. Alle jongeren die wel wat steun kunnen gebruiken bij het vinden van hun plek. (30)

5.2

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 22: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

38 39

6. Jongeren met weinig zelfvertrouwen. (23) 7. Jongeren die weinig vrienden hebben. (16)

Aanvullend op deze categorieën wordt door coördinatoren genoemd:• Jongeren die in het verleden hulpver- lening hebben gehad, nu 18 zijn, en het op hun eigen houtje nu moeten doen. • Kinderen van gescheiden ouders • Meiden met risicovol gedrag t.a.v. jongens/mannen, slachtoffers mensen- handel

In de bijeenkomst met de coördinatoren komt naar voren dat zij enerzijds belangrijk vinden dat de doelgroep die wordt bereikt een link heeft met jeugdzorg. Anderzijds willen zij met Jeugdsupport een bredere groep jongeren helpen die met problemen kampen. Een uitspraak van een coördina-tor die dit illustreert:

Ik merk dat ik minder de nadruk leg op 'jongeren uit de hulpverlening', ik houd dat begrip vrij ruim aan. Elke jongere die behoefte heeft aan ondersteuning en qua vraag past binnen het project, probeer ik te koppelen aan een passende vrijwilliger.

De antwoorden van de vrijwilligers op de (open) vraag voor welke jongeren Jeugdsupport een goed aanbod is, zijn gevarieerd. Het meest genoemd wordt: • Jongeren met weinig sociale contacten.• Jongeren die iemand willen die ze

kunnen vertrouwen en waar ze op terug kunnen vallen.• Jongeren die wel hulp willen maar geen hulpverleners, of die even geen cliënt willen zijn.• Kwetsbare jongeren.

Voorbeelden van wat vrijwilligers verder noemen:• Jongeren die niet helemaal mee gaan in het dagelijks leven, van cultuurverschil tot bepaalde dingen niet kunnen/durven.• Jongeren die houden van contacten leggen, die het leuk vinden om dingen te ondernemen en die misschien minder contacten in hun omgeving hebben dan ze zouden willen.• Jongeren die met hulpvragen zitten waar ouders niet (genoeg) mee kunnen helpen. Ook voor jongeren die veel contact hebben met de hulpverlening. • Jongeren die willen maar niet weten hoe ze moeten veranderen.

Gevraagd naar de grenzen qua zwaarte van de problematiek noemen vrijwilligers:• Zodra de eigen veiligheid in gevaar komt, haak ik af. • Het overtreden van de wet is voor mij niet acceptabel, dan doe ik een stap terug. • De problemen moeten niet te ernstig zijn, want dan is professionele hulp nodig.• Er zit een groot verschil tussen iets aankunnen en aan willen, dit ligt voor een groot deel aan wat de jongere zelf wilt. Het komt vaker voor dat ik door wil gaan, maar de jongere niet meer mee- werkt.

Samenvattend zien we dat Jeugdsupport in het algemeen vooral van belang geacht wordt voor jongeren die door bijvoorbeeld persoonlijke/psychische problemen en/of problemen in de gezinssituatie, behoefte hebben aan steun.

Visie op vrijwilligersSamenhangend met het voorgaande is de vraag welk type vrijwilliger geschikt is voor de doelgroep en de doelen. De vrijwilligers zijn het er allemaal over eens dat belangrij-ke eigenschappen van een vrijwilliger zijn:• een luisterend oor kunnen bieden• begrip tonen • inlevingsvermogen • open houding

Daarnaast wordt ervaring ook handig genoemd: meer dan 60% van de vrijwilli-gers zegt dat iemand met ervaring in de hulpverlening of met een maatschappelijke opleiding geschikt tot zeer geschikt is (6% zegt niet tot helemaal niet geschikt). Door een coördinator wordt hierover de kantte-kening gemaakt dat zij juist ook vrijwilli-gers zonder een opleiding in bijvoorbeeld de zorgsector zoeken. Het is namelijk moeilijk om ‘de hulpverlener uit deze men-sen te trekken’.

We hebben ook gevraagd welke leeftijd vrijwilligers voor Jeugdsupport het beste kunnen hebben. In de praktijk zijn de meeste vrijwilligers vrij jong: tussen de 21 en 35 jaar. Coördinatoren en ook vrijwil-ligers vinden dit een geschikte leeftijd, omdat jonge mensen het beste kunnen aansluiten bij de belevingswereld van de jongere. Vaak is de vrijwilliger een rolmo-

del en vervult hij/zij een voorbeeldfunctie. Als de jongere en de vrijwilliger in dezelfde leeftijdscategorie zitten, kan dat juist heel mooi zijn, vinden de coördinatoren. Soms wordt er wel een oudere vrijwilliger gekop-peld aan een jongere als de jongere hier profijt van kan hebben. Maar volgens de coördinatoren heeft een oudere vrijwilliger soms wat meer moeite om zich te verplaat-sen in de leefwereld van de jongere of een gelijkwaardige relatie aan te gaan. Ook wil-len de meeste jongeren een vrijwilliger die niet te oud is. Waar het om gaat volgens de coördinatoren is de stabiele uitstraling of kracht die vrijwilligers hebben en die zij overbrengen op de jongere. Dat hoeft niet ‘doorleefd’ te zijn. Dit sluit deels aan bij een bevinding in een onderzoek van Movisie naar effec-tiviteit van maatjesprojecten waarin de voorbeeldfunctie als belangrijk wordt genoemd. Dat betekent volgens de onder-zoekers dat de vrijwilliger moet beschik-ken over vaardigheden, ervaring, inzichten en ingangen die de hulpvrager kan gebrui-ken om vooruitgang te boeken in zijn/haar persoonlijke situatie.

Visie op samenwerking met de hulpverleningOp het belang van samenwerking met de hulpverlening zien we verschillende visies. De coördinatoren zijn het eens over het volgende:• Samenwerking met de hulpverlening is belangrijk om de doelgroep te bereiken.• Of er contact met de hulpverlening is, hangt af van de jongere zelf. Als de jongere het niet nodig vindt of niet wil, gebeurt het niet.

5.3

5.4

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 23: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

40

• De combinatie van professionele hulp en vrijwillige ondersteuning heeft een meerwaarde.

Minder eens is men het over de stelling: ‘Jeugdsupport kan beter onafhankelijk van de jeugdhulpverlening functioneren; ondersteuning door een vrijwilliger staat los van professionele zorg.’

Dit wordt bevestigd in de bijeenkomst met de coördinatoren. Illustratieve uitspraken van coördinatoren:

Met samenwerking bedoel ik dat ze de jongeren op Jeugdsupport attenderen en ze de meerwaarde van het project in zien. Met samenwerking bedoel ik niet dat vrijwilliger en hulpverlener de handen ineen slaan en de hulpverlener invloed heeft op het contact.

Goede samenwerking is fijn, maar niet met het doel dat de hulpverlening haar ondersteuning verbetert. Dat is niet onze verantwoordelijkheid.

Daarnaast wordt door coördinatoren genoemd dat samenwerking relevant is in verband met de verantwoordelijkheid, met name in lastigere / complexere gevallen. Als het niet goed gaat met een jongere tijdens het traject, dan kan je terugvallen op de hulpverlening, de hulpverleners zijn verantwoordelijk voor de hulpverlening, niet Jeugdsupport. Daarnaast vinden coör-dinatoren het belangrijk dat zij, bij zorgen

omtrent de veiligheid van de jongere, con-tact kunnen opnemen met de hulpverle-ning. Als dat gebeurt, dient dat overigens altijd in overleg met de jongere gebeuren.

Door sommige coördinatoren wordt overi-gens wel opgemerkt dat de samenwerking met de hulpverlening in de praktijk niet altijd goed verloopt (zie ook 4.5) en wordt de wens geuit om te onderzoeken hoe dit verbeterd kan worden.

Vrijwilligers over samenwerken met de hulpverleningDe vrijwilligers zijn verdeeld over de samenwerking met de hulpverlening: 20 van de 31 vrijwilligers die de vragenlijst invulden, vinden samenwerking met de hulpverlening belangrijk, 11 vinden dit niet. Als redenen waarom vrijwilligers samen-werking belangrijk vinden wordt onder meer genoemd:• Absoluut is samenwerking noodzakelijk, dan is er transparantie. Anders vindt iedereen opnieuw het wiel uit.• Belangrijk om op de hoogte te zijn over hoe het ervoor staat met de jongere.• Ik denk dat het belangrijk is dat Jeugdsupport op de hoogte is van eventueel ernstigere situaties dan bekend. Mocht er andere hulp gewenst zijn kan dit ook via Jeugdsupport naar hulpverlening worden teruggekoppeld.• Om een compleet beeld te krijgen. • In de hulpverlening is er goed overzicht over welke jongeren behoefte hebben aan een maatjesproject en voor wie het geschikt is.• Omdat de jongeren op nummer 1 staat en een goede samenwerking zorgt dat

de jongeren op de beste manier geholpen wordt.• Wij zien de jongeren op een hele andere manier. Wel belangrijk dat je jongere hier toestemming voor geeft en hiervan op de hoogte is.• Om misverstanden te voorkomen.

De vrijwilligers die samenwerking met de hulpverlening niet belangrijk vinden, noe-men hiervoor als reden:• De jongere moet het gevoel hebben dat jij er alleen voor hem bent. Door met andere hulpverleners over de jongere te communiceren geef je wellicht een verkeerd beeld.• Omdat een professionele hulpverlener iets heel anders doet en meer naar het ‘ziektebeeld’ kijkt. Dat kunnen niet alle vrijwilligers en daarom denk ik dat dat gescheiden moet blijven, tenzij de jongere dat zelf aangeeft.

• Dit zijn twee losse zaken en ik ga ervan uit dat ik op de hoogte wordt gesteld over belangrijke zaken door de jongere zelf.• Alleen in extreme gevallen. Maar in principe vind ik dat Jeugdsupport helemaal los moet staan van de hulp- verlening. De intentie van het project is volgens mij ook dat het juist niet op hulpverlening moet gaan lijken. Dus vind ik dat dit contact niet per se belangrijk is.• Ik ben er voor m'n jongere als gelijk- waardig persoon. Hulpverlening heeft een andere connectie.• ik denk dat Jeugdsupport zich kenmerkt doordat het geen duidelijke lijnen heeft met de hulpverlening en de jongere het daardoor ook anders kan bekijken.• Het is juist belangrijk dat de jongere even niet met hulpverlening bezig is maar gewoon leuke dingen doen.

HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 24: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

42 43

• Het zijn trajecten met een verschillende insteek. Die moeten niet naar elkaar toe groeien• Wij zijn geen hulpverleners. Op het moment dat Humanitas zich gaat bemoeien met de hulpverlening verliest een jongere zijn vertrouwen in onze onafhankelijkheid. Jongeren willen praten met iemand die niets met de hulpverlening te maken heeft.

Samenwerkingspartners en gemeenten over de samenwerkingWellicht tekenend voor de (beperkte) samenwerking is dat het heel veel moei-te kostte om samenwerkingspartners te bereiken voor een telefonisch interview. In de gevallen dat het wel lukte, kon de betreffende medewerker in het algemeen weinig zeggen over Jeugdsupport, omdat hij/zij maar weinig te maken had met Jeugdsupport. Toch leveren de interviews relevante inzichten op. We vatten hier de uitkomsten van de samenwerkingspart-ners en gemeenten samen. Puntsgewijs:• Jeugdsupport wordt als waardevol aanbod gezien, de samenwerkings- partners zien voor de cliënten (ze hebben slechts ervaring met één of twee cliënten) positieve resultaten. Het hangt af van de focus van Jeugdsupport in de betreffende regio waarom en voor wie zij het belangrijk vinden. Een mede- werker van een residentiële jeugdhulp- voorziening vindt Jeugdsupport vooral van belang voor jongeren die de residentiële jeugdhulp gaan verlaten. Een medewerker van een lokaal team die te maken heeft jongeren met lichtere problematiek, ziet Jeugdsupport als

goed aanbod voor jongeren die een steuntje in de rug nodig hebben om bijvoorbeeld naar buiten te gaan en leuke dingen te gaan doen. • De samenwerkingspartners hebben weinig tot geen ervaring in de samen- werking met Jeugdsupport en ook weinig duidelijke wensen. Wel heeft een van de samenwerkingspartners in een voorgaande periode goede ervaringen in de samenwerking met Match! De anderen ervaren Jeugdsup- port als op zichzelf staand aanbod, zolang er geen problemen zijn hebben zij weinig behoefte aan meer samen- werking. • De medewerker van de residentiële jeugdhulp ziet, juist nu na de transfor- matie en transitie, het belang van ver- sterken van de samenwerking om de zorg goed te regelen. Overigens merkt deze samenwerkingspartner op dat de jeugdhulp deze jongeren ook moet los- laten. Dat impliceert dat de jeugdhulp niet eindeloos een rol moet blijven heb- ben als het goed gaat met de jongere. - Door zowel een gemeente als een samenwerkingspartner wordt genoemd dat het goed zou zijn dat een jongere voordat deze de jeugdzorg verlaat al in contact komt met Jeugdsupport en alvast met een vrijwilliger start.- Een gemeente als voorbeeld dat voor Jeugdsupport als inspiratiebron zou kunnen dienen, een professioneel nazorg-project, waar steviger wordt ingezet op het zoeken naar werk, scholing enz.

Samenvattend zien we bij de coördina-toren vooral het beeld dat samenwerking met de hulpverlening zich beperkt tot de hulpverlener als toeleverancier. We kunnen daaruit concluderen dat de pilots vasthouden aan de traditionele visie op samenwerking vanuit andere projecten van Humanitas en dat het oorspronkelijke idee van een samenwerkingsproject met de jeugdhulp nog niet echt ingang gevon-den lijkt te hebben. Maar we zien daar-naast dat bewust wordt gekozen voor een zekere afstand tot de hulpverlening, vanuit de ervaring dat jongeren zelf het liefst ondersteuning willen die los staat van de hulpverlening. Bij een deel van de coördi-natoren, vrijwilligers en samenwerkings-partners, zijn signalen te horen dat het belang van verdergaande samenwerking wordt gezien en er behoefte is om verdere samenwerking te verkennen.

De visie van Jeugdsupport op samenwer-king zien we gereflecteerd op de samen-werkingspartners, die Jeugdsupport vooral zien als iets dat apart staat van de hulp-verlening.

ToekomstbeeldAlle respondenten zijn het er unaniem over eens dat Jeugdsupport moet blijven be-staan. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat er voor jongeren met problemen te weinig ondersteuning is, en de visie dat we als samenleving de verantwoordelijk-heid hebben om ondersteuning te bieden aan jongeren die minder kansen en grotere risico’s hebben. Daarnaast blijkt het goed mogelijk te zijn om jongeren met complexe problematiek en een hulpverlenings-

achtergrond een waardevolle vrijwillige ondersteuning te bieden. Daarmee voegt het project een nieuwe dimensie toe aan de inzet van vrijwilligers, die vaak nog ge-zien wordt als alleen geschikt voor ‘lichte’ problematiek.Coördinatoren en vrijwilligers noemen Jeugdsupport een mooi project met veel potentie. Wel vinden sommige coördina-toren het jammer dat er in de pilots teveel verschillen zijn ontstaan en daardoor onduidelijkheid. Een van de coördinatoren merkt op:

Er moet een goed plan komen over hoe Jeugdsupport te contineren in de 5 pi-lots, en ook hoe dit waardevolle maatjes-project verder uit te rollen over het land.

Een andere coördinator waarschuwt juist voor teveel vastleggen:

Leg de kaders van Jeugdsupport niet heel strak vast: Jongeren die hulp-verlening hebben of hebben gehad, is voldoende. Ga er niet vanuit dat er altijd met een hulpverleningsinstantie wordt samengewerkt. Stel de doelen van Jeugdsupport op het persoonlijke vlak vast. Dus niet: vinden van werk of een woning, maar vertrouwen krijgen, sterker worden, kwetsbaar durven zijn etc. Want als dat er is kunnen die regel-dingen gewoon gedaan worden. Dat zijn afgeleiden.

Door alle coördinatoren wordt opgemerkt dat meer en betere PR van belang is voor verdere uitrol van Jeugdsupport.

5.5

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT

Page 25: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

44DE MEERWAARDE VAN HUMANITAS WEL THUIS

6 Beschouwing en conclusies

In dit hoofdstuk bespreken we de uitkomsten van het onderzoek. We doen dat in het licht van de onderzoeksvragen. Eerst staan we stil bij het beeld dat we zien over de huidige praktijk van Jeugdsupport, de resultaten en opbrengsten van de pilots. Vervolgens gaan we in op de visies van de betrokkenen op de kernelementen van Jeugdsupport. Tenslotte formuleren we een aantal conclusies.

Resultaten en opbrengstenAls we kijken naar de jongeren die in de pilots gekoppeld zijn aan een vrijwilliger, zien we dat veel jongeren bereikt worden die vanwege uiteenlopende problemen hulpverlening hebben. Wel zijn hierin duidelijke verschillen tussen de pilots. Een van de pilots richt zich op de ‘zwaarste’ groep, namelijk jongeren in de gesloten jeugdhulp, terwijl een andere pilot zich op een veel bredere doelgroep richt, waaronder ook kinderen van een jongere leeftijd en kinderen/jongeren met lichtere problemen. Door de betrokken jongeren en vrijwilligers wordt het contact en de ondersteuning in het algemeen als positief ervaren. Jongeren vinden het vooral fijn om iemand te hebben die er echt voor

hem is, die hem begrijpt en waar zij iets van leren. Illustratief is de uitspraak dat de jongeren in het contact met hun maatje even geen cliënt willen zijn. Daaruit kun-nen we afleiden dat de vrijwilliger voor de jongere een specifieke meerwaarde heeft die anders is dan de hulpverlener biedt. Hoewel gebaseerd op beperkte aantallen, zien we als belangrijkste opbrengsten van de vrijwilliger dat jongeren zich beter voelen, zich minder eenzaam voelen en zich beter kunnen redden in de sociale omgang met anderen en dat zij actiever zijn geworden of meer interesses hebben ontdekt in hun vrije tijd. We kunnen daar-mee stellen dat Jeugdsupport met name op de doelen ‘vertrouwen opbouwen’ en ‘sociaal netwerk opbouwen’ resultaten lijkt

6.1

te bereiken. De resultaten op het gebied van het uitstippelen van de toekomst zijn minder duidelijk. De ondersteuning van de vrijwilliger richt zich met name op het on-dernemen van recreatieve activiteiten. Wel is het beeld dat jongeren hierdoor meer gaan ondernemen en meer zicht krijgen op hun eigen interesses. Dit kan een goede stap zijn op weg naar het opbouwen van hun toekomst. De werkwijze die Jeugdsupport ontwikkeld heeft bevat veel succesvolle elementen, we noemen met name de matching tussen jongere en vrijwilliger en de training en ondersteuning voor de vrijwilligers. Wel is het beeld dat de Jeugdsupport nog meer zou kunnen bereiken door meer focus te kiezen en de werkwijze verder uit te kris-talliseren. We constateren dat er wel samenwerking is met hulpverleningsorganisaties, maar dat deze vooral nog op de traditionele wijze wordt ingevuld.

Visie op de kernelementenHoewel de bereikte doelgroep varieert per pilot, is er veel overeenstemming onder de coördinatoren over de wens om vooral jon-geren met een hulpverleningsgeschiede-nis te helpen met het vinden van hun eigen weg en het opbouwen van een toekomst. Door sommigen wordt een opmerking gemaakt die refereert aan de maatschap-pelijke betekenis die Jeugdsupport kan hebben: ondersteuning bieden aan een doelgroep waarvoor nu geen passend aanbod is, zodat deze jongeren niet tussen wal en schip vallen. Zoals eerder genoemd is, vinden de meeste coördinatoren samenwerking met

hulpverleningsorganisaties vooral belang-rijk voor het bereiken van de doelgroep en voor het bespreken van eventuele zorgen over de veiligheid en voor de werving van jongeren.

ConclusiesWij zien in de uitkomsten van het onder-zoek dat Jeugdsupport een waardevolle aanvulling kan zijn op de professionele hulp aan jongeren. De meerwaarde zit vooral in de persoonlijke betrokkenheid van de vrijwilliger en het vertrouwen dat daardoor ontstaat in de relatie van de jongere en de vrijwilliger. Met name voor jongeren die vanwege hun problemen vaak of langdurig te maken hebben met hulpverlening, kan een vrijwilliger een belangrijke rol hebben als aanvulling op of als vervolg op het hulpverleningstraject. Hoewel Jeugdsupport nog te jong is en de opzet van dit onderzoek te beperkt om uitspraken te doen over effecten, laten de uitkomsten zien dat er een goede aanzet is gegeven om het lange-termijndoel van Jeugdsupport te realiseren, zoals gefor-muleerd in de inleiding. Dat doel luidt: voorkomen dat jongeren die steun van jeugdzorg krijgen, te weinig aandacht krij-gen, geïsoleerd raken en dat jongeren die de jeugdzorg hebben verlaten (18 plus) en nog niet voor zichzelf kunnen zorgen, de-pressief worden, gaan zwerven, verslaafd raken of in de criminaliteit terechtkomen.

Belangrijk is dat de vrijwilliger voor deze doelgroep goed toegerust is. Humani-tas realiseert dit met een werkwijze die aangeduid kan worden als ‘professioneel georganiseerd vrijwilligerswerk’. Belangrij-

6.2

6.3

HUMANITAS JEUGDSUPPORT HUMANITAS JEUGDSUPPORT44 45

Page 26: HUMANITAS JEUGDSUPPORT · 2017. 4. 4. · 3.6 Samenvattend beeld 24 4 Ervaringen en opbrengsten 26 4.1 Ervaringen van jongeren met de ondersteuning 26 4.2 Ervaringen van vrijwilligers

46

ke ingrediënten daarvan zijn: zorgvuldige werving en selectie, training en onder-steuning van vrijwilligers, kennis maken met de jongere en in kaart brengen van de ondersteuningsvraag, tot stand brengen van een passende match en begeleiden van trajecten. De ervaringen laten zien dat deze aanpak goed werkt.

Wij denken dat aanscherpen van doelen en doelgroep zal helpen om de meerwaar-de van Jeugdsupport te vergroten. Een aanbeveling is dan ook om, op grond van de ervaringen die tot nu toe zijn opgedaan en de uitkomsten van dit onderzoek, te reflecteren op het ‘concept’ Jeugdsupport en daarin focus aan te brengen. Aan de hand van de ervaringen in de pilots zou een landelijk kader voor Jeugdsupport ge-formuleerd kunnen worden waarin missie, doelgroep en doelen duidelijk en afgeba-kend zijn. Vervolgens kan Jeugdsupport regionaal een eigen invulling krijgen, passend binnen het landelijk kader en aansluitend bij de lokale ontwikkelingen en invulling van de gemeentelijke taken op het gebied van de zorg voor jeugd. Daarbij is aan te bevelen om op beleidsni-veau afstemming te zoeken met jeugdhulp. Door met professionele jeugdhulp, lokale teams en gemeenten in gesprek te gaan over de doelgroep en wat de doelgroep nodig heeft, kunnen arrangementen tot stand gebracht worden waarin de profes-sionele hulp en de ondersteuning door de vrijwilliger zodanig worden ingericht en op elkaar afgestemd, dat ze samen meer bieden dan elk apart. Zo zou bijvoorbeeld de keuze gemaakt kunnen worden om Jeugdsupport te richten op de doelgroep

jongeren 18-/18+ die uit de jeugdzorg komen en waarvoor in veel gemeenten nog geen passende ondersteuning is. Maar ook andere keuzes zijn denkbaar. Op deze manier ontstaat bij gemeenten en samen- werkingspartners draagvlak voor en inzicht in de meerwaarde van Jeugdsupport, en kan meer afstemming en meer samenhang in de zorg voor de doelgroep bereikt worden.

HUMANITAS JEUGDSUPPORT