Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen...

58
Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte dr. Bea van Bodegom dr. Joos Meesters dr. Lisbeth Verharen 20 december 2018

Transcript of Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen...

Page 1: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid

voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

dr. Bea van Bodegom

dr. Joos Meesters

dr. Lisbeth Verharen

20 december 2018

Page 2: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

2

Met dank aan:

Kerngroep PoPa

Bea van Bodegom, Maritza Gerritzen, Joos Meesters, Marijke van Vijfeijken (Hogeschool

Arnhem en Nijmegen); Levi van Dijk (de Vliegende Brigade); Otto Ritsema (Gemeente

Nijmegen); Maurice Nooijen, Bea de Ruijter, (Bindkracht 10).

Oud leden: Daniëlle Damoiseaux en Lineke van Hal (HAN); Luuk Samson (Bindkracht 10).

De Vliegende Brigade

Levi van Dijk, Peter Eggen, Mycha Kilian, Jolien Straten en Sjoerd van den Berg.

Actieleergroep

Sharmina Domacasse, consulent zorgjongeren, werkbedrijf Nijmegen; Marzouk Mechbal, Jongerenwerker Bindkracht; Willemien Martens, arbeidsconsulent MEE, Gelderse Poort; Conny Stolk, studiecoördinator Hogeschool Arnhem en Nijmegen; Marlijn Ter Maat, Entrea, de School als vindplaats; 10; Det Brinkhuis, Coördinator Studentzaken opleidingen Entree D/Z - Dienstverlening niveau 2 en Yvonne Rotink, Studentenzaken ROC Nijmegen. Studenten Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Cas van Mieghem, Carine Schaap, Marlou van den Bosch, Suzanne Wesseling (pedagogiek); Simon

Hoex, Mike van Doorn (Sociaal Pedagogische Hulpverlening); Marijke van Beers, Fleur Fennema,

Carolien van der Heiden, Margot van der Heiden ( Maatschappelijk Werk en Dienstverlening); Lisa

Kersten, Mijntje Vos, Daphne Alders, Yvette de Bruijn, Sanne Hekking, Luc Eltink, Sharon Cuppen

en Christel van den Born (Ergotherapie).

Ook dank aan:

Iris Mooi, Expertisecentrum studentbegeleiding, manager team Passend Onderwijs en Klasien de Nekker, Beleidsadviseur Onderwijs, Afdeling Strategie & Beleid, (ROC Nijmegen).

Page 3: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

Inhoudsopgave Samenvatting .......................................................................................................................................... 4

Hoofdstuk 1 Inleiding .............................................................................................................................. 7

Hoofdstuk 2 Methodologische verantwoording ................................................................................... 11

Hoofdstuk 3 Ervaringen van jongeren .................................................................................................. 18

Hoofdstuk 4 Bevindingen uit de deelonderzoeken .............................................................................. 24

Hoofdstuk 5 De spiegelbijeenkomsten ................................................................................................. 38

Hoofdstuk 6 De rode draad ................................................................................................................... 45

Hoofdstuk 7 Reflectie op het onderzoek .............................................................................................. 48

Hoofdstuk 8 Slotbeschouwing en blik op de toekomst ........................................................................ 51

9. Bronnen ............................................................................................................................................. 52

Bijlage 1 Leraren en jongeren ............................................................................................................... 55

Page 4: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

4

Samenvatting

Het thema van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid gaat over jongeren met een

ondersteuningsbehoefte. Het gaat over jongeren die niet (volledig) op eigen kracht hun

schoolloopbaan kunnen doorlopen of een plek op de arbeidsmarkt kunnen vinden en hierbij

begeleiding nodig hebben. In het onderzoek werkt de HAN samen met de gemeente Nijmegen, ROC

Nijmegen, het Regionaal Werkbedrijf Rijk van Nijmegen, welzijnsorganisatie Bindkracht 10

(voorheen Interlokaal-Tandem Welzijn) en jongeren met ervaringen, sinds 2017 verenigd in de

Vliegende Brigade aan dit thema. Het doel van het onderzoek is vertrekkend vanuit de

ervaringskennis van jongeren een werkwijze ontwikkelen die professionals versterkt om samen met

jongeren en andere betrokken partijen ‘individueel integraal maatwerk’ te leveren. Daarnaast is het

doel beleidsmakers uit te dagen de kloof tussen systeemwereld en leefwereld te dichten vanuit een

aanpak waarin de leefwereld van jongeren leidend is. De centrale vraag in dit onderzoek is: Wat zijn

de werkzame factoren in het proces van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren

met een ondersteuningsbehoefte?

Uit het onderzoek komt naar voren dat de begeleiding door veel jongeren positief gewaardeerd

wordt op het moment dat deze praktisch van aard is en op het moment dat de jongere het idee

heeft dat de professional zich daadwerkelijk verdiept in wat er nodig is. Moeilijkheden in het vinden

van de juiste ondersteuning en aansluiting bij het denkniveau en de leefwereld van de jongere

worden met name door hoger opgeleide jongeren genoemd. Het samenwerken met veel

verschillende ondersteuners maakt dat jongeren niet goed weten bij wie ze waarvoor terechtkunnen

en dat er overlap of juist lacunes kunnen ontstaan in de benodigde begeleiding. Ook door

professionals wordt de gebrekkige samenwerking met andere ondersteuners genoemd als

complicerende factor in het begeleiden van de jongeren. Het ontbreken van integrale samenwerking

tussen alle partijen en het ontbreken van een eenduidig begrip over wat verwachtingen en

mogelijkheden zijn van een jongere zijn basis voor teleurstellingen en dilemma’s die ervaren

worden. Werkende factoren om jongeren succesvol te begeleiden binnen van Passend Onderwijs

naar Passende Arbeid start met elkaar begrijpen over verwachtingen en het afgestemd zijn op de

mogelijkheden van een jongere.

De overgang van school/studie naar werk moet volgens de jongeren verbeteren. Een vloeiende

overgang van school naar werk, met een goede overdracht van onderwijsprofessional naar

arbeidsintegratieprofessional zou hierbij helpen. Professionals geven aan dat de rol van werkgevers

bij passende begeleiding op de werkplek meer aandacht mag krijgen. Verantwoordelijkheid van

werkgevers, van jongeren zelf en begeleidende professionals is van belang om te kunnen werken

aan duurzame arbeidsplaatsen voor jongeren. De begeleiding moet zich richten op het begeleiden

van jongeren op alle levensdomeinen. Werkgevers zijn een belangrijke succesfactor als zij hun

werkgeversrol invullen vanuit een persoonlijke en maatschappelijke motivatie.

Werken aan zelfregie van jongeren is in het werken met jongeren vaak onderbelicht. Het is voor

jongeren moeilijk om zelfregie te voeren in de wirwar van regels en professionals zelf zijn ook

zoekende in de bureaucratische organisatie.

Binnen het onderwijs bestaat een handelingsverlegenheid van docenten om hun studenten

adequaat te kunnen begeleiden. Zowel jongeren als docenten stellen belang in een persoonlijke

band. Docenten hebben in het werken met jongeren wel behoefte aan begeleiding en

professionalisering om jongeren met een ondersteuningsbehoefte te kunnen begeleiden.

Page 5: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

5

Uit het onderzoek komen vijf thema’s naar voren die van invloed zijn op het leveren van individueel

integraal maatwerk om jongeren te ondersteunen. Complexiteit en bureaucratie als eerste thema

laat zien dat veel jongeren de begeleiding waarderen op het moment dat deze begeleiding praktisch

van aard is en op het moment dat de jongere het idee heeft dat de professional zich daadwerkelijk

verdiept in wat nodig is. Jongeren met een ondersteuningsbehoefte hebben te maken hebben met

een complex stelsel van regelingen die op hen van toepassing zijn en dat maakt dat zij daarbij

verschillende professionals tegenkomen. Professionals proberen jongeren zo goed mogelijk te laten

participeren in onderwijs en arbeid, maar geven aan vast te lopen in bureaucratie en vastgestelde

kaders. De invloed van financiering speelt hierbij een belangrijke rol waardoor verkokering blijft

bestaan in de begeleiding van jongeren. Dit bemoeilijkt de overgang van school naar werk. Nieuwe

beleidsregels zorgen voor dilemma’s. Professionals ervaren nog een afstand naar beleidsmakers die

volgens hen mede verantwoordelijk zijn dat zij zich bekneld voelen in de uitvoering van hun werk.

Beleidsmakers geven aan dat professionals te weinig ruimte pakken om de kaders op te rekken. Het

tweede thema betreft ‘Van studieloopbaan naar loopbaan’. Een vloeiende overgang van school naar

werk, met een goede overdracht van onderwijsprofessional naar arbeidsintegratieprofessional is een

werkzame factor. De doelstelling van onder andere de wet Passend Onderwijs om afstemming te

realiseren tussen onderwijs, gemeenten en lokale hulpverlening maar ook de doelstelling van de

Jeugdwet dat de jongere centraal moet staan, wordt in de beleving van de onderzochte groep

jongeren nog niet gehaald. De inzet van ervaringsdeskundige jongeren kan een bijdrage leveren om

de overgang van school naar werk te begeleiden. De begeleiding moet dan gericht zijn op de jongere

zelf, maar ook op het ondersteunen van de werkgever. Meer zicht moet komen op wat

ervaringsdeskundigheid inhoudt en hoe hier in de toekomst meer gebruik van gemaakt kan worden.

Het derde thema gaat over samenwerking over grenzen heen. Het samenwerken met veel

verschillende ondersteuners maakt dat jongeren niet goed weten bij wie ze waarvoor terecht

kunnen en dat er overlap of juist lacunes ontstaan in de ondersteuning. Ook door professionals

wordt de gebrekkige samenwerking met andere ondersteuners genoemd als complicerende factor in

het begeleiden van de jongeren. Dit wordt door de jongeren nog versterkt met het beeld dat

professionals elkaar überhaupt niet treffen in de samenwerking.

Werkgevers als cruciale partners zien is belangrijk om jongeren te begeleiden naar en tijdens het

werk. Waar de begeleiding op school nog een bepaalde constante factor vormt, kan het vinden van

betaald werk, als er aanpassingen op de werkplek nodig zijn, een te groot obstakel zijn voor

werkgevers om deze jongeren aan te nemen. Jongeren geven aan dat werkgevers mede-eigenaar

moeten zijn van het thema Passende Arbeid en hiervoor evenveel verantwoordelijkheid dragen als

de andere partners. Als laatste thema komt het persoonlijk profiel van jongeren naar voren.

Jongeren willen, ondanks de behoefte aan erkenning, niet als anders worden gezien dan hun

leeftijdgenoten. Professionals geven aan dat in het onderwijs meer aandacht moet zijn voor het

begeleiden van jongeren in het krijgen van een goed zelfbeeld en het krijgen van inzicht in hun

mogelijkheden. Hier zit een spanningsveld tussen wat jongeren vinden en professionals beogen.

In de vijf thema’s wordt een rode draad zichtbaar die verwoord kan worden als ‘het verlangen naar

samenwerken’ in netwerken met alle betrokken partners in het proces van jongeren op zoek naar

Passende Arbeid, over de schaduw van de systeemwereld heen en met wederzijdse erkenning voor

ieders rol, mogelijkheden en belangen.

Vertrekkend vanuit de leef- en werkwereld van jongeren, professionals en werkgevers is uit dit

onderzoek naar voren gekomen dat iedere betrokkene zoekt vanuit het eigen perspectief naar een

Page 6: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

6

goede, passende vorm van begeleiding voor de jongere die de overstap maakt van Passend

Onderwijs naar Passende Arbeid. In die zoektocht loopt iedereen aan tegen schotten tussen wet- en

regelgeving en financieringsstromen. Daarnaast ervaren alle partijen de gevolgen van de

liberalisering van de samenleving (elkaars concurrent in plaats van partner in samen werken) en de

intrinsieke opdracht van de participatie samenleving dat eenieder dient bij te dragen aan een sociale

sterke basis met kansen op Passend Onderwijs naar passend werk voor iedereen. Dit vraagt om het

erkennen van ieders omstandigheden en het bieden van een perspectief waarin samenwerking

tussen alle betrokkenen het uitgangspunt is. Het is nodig om over de schaduw van bestaande

grenzen heen te stappen en elkaar te gaan erkennen als partners met een gezamenlijk doel, namelijk

jongeren zo passend mogelijk begeleiden naar de arbeidsmarkt.

Samengevat kan gesteld worden dat we op zoek moeten gaan naar een alternatieve vorm van

begeleiden en maatwerk voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte. Het gaat niet om

aanpassing of flexibilisering van systemen maar juist doen wat nodig is voor de jongeren die

ondersteuning nodig hebben. Een integrale benadering gericht op alle levensgebieden is hier voor

meer dan noodzakelijk.

Page 7: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

7

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In Nijmegen staat sinds 2016 in de werkplaats Sociaal Domein Nijmegen het thema ‘van Passend

Onderwijs naar Passende Arbeid (PoPa) centraal. De transformatie van het sociaal domein (zichtbaar

in de drie wetten Passend Onderwijs, de Jeugdwet en de Participatiewet) betreft een

maatschappelijke opdracht: gezamenlijk werken aan een samenleving waarin mensen in kwetsbare

situaties versterkt worden om (weer) aangesloten te zijn in de samenleving (inclusie) en hiermee

kwaliteit van het bestaan te verbeteren. Deze maatschappelijke opdracht doet onder meer een

appèl op professionals om mensen in kwetsbare situaties en mensen om hen heen (zoals buren,

familie, docenten, andere hulpverleners) te ondersteunen in het verbeteren van hun kwaliteit van

bestaan. De transformatie is dan ook een sociaal proces, waarin professionals en burgers vanuit een

op samenwerking gerichte houding, afstemmen met elkaar en gezamenlijk streven naar

overeenstemming over wat er in een bepaalde situatie aan de hand is; wat daarbij de belangrijke

kwesties zijn; en welke ondersteuning geboden moet worden. Kortom, de transformatie in het

sociale domein betekent dat dienstverlening niet alleen opnieuw georganiseerd en gestructureerd

wordt, maar bovenal dat professionals vanuit een andere houding en nieuwe kennis hun werk doen.

Het daadwerkelijk vorm geven aan bovengenoemde opdracht vraagt aansluiting bij de leefwerelden

van mensen in kwetsbare situaties. We zijn allemaal anders. Om iedereen zijn plek in deze

samenleving te laten vinden om op passende wijze mee te kunnen doen, is inclusief onderwijs en

een gevarieerde arbeidsmarkt en aandacht voor kwaliteit van bestaan van groot belang.

De werkplaats Sociaal Domein heeft als doel de transformatie in het sociaal domein te ondersteunen

vanuit een innovatieve aanpak. De Werkplaats werkt vanuit een lerend perspectief en werkt volgens

de uitgangspunten van actie-leren. Dit betekent dat de dagelijkse praktijk leidend is voor het leren

en werken met burgers en professionals, zodat zowel teams als individuen profiteren van de

opgedane kennis en kunde. Actie-leren vereist het constructief ontregelen van bestaande structuren

en referentiekaders (zie ook https://www.werkplaatsensociaaldomein.nl/werkplaatsen/nijmegen).

Het lectoraat Versterken van Sociale kwaliteit is verbonden aan de werkplaats en faciliteert de

netwerkpartners.

Van Passend onderwijs naar Passende Arbeid

Het thema van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid gaat over jongeren met een

ondersteuningsbehoefte en we bedoelen hiermee jongeren die niet (volledig) op eigen kracht hun

schoolloopbaan kunnen doorlopen of een plek op de arbeidsmarkt kunnen vinden en hierbij

begeleiding nodig hebben (Gerritsen, van Hal, Meesters, van Bodegom & Verharen, 2018). Ze

hebben moeite met het behalen van een startkwalificatie en daardoor ook het vinden van werk. Ze

vinden het moeilijk om een duurzame positie te verwerven op de arbeidsmarkt. In 2014 hebben in

Nederland ongeveer 15 procent van alle jongeren van 16 tot 27 jaar ondersteuning nodig omdat zij

op een of andere manier kwetsbaar zijn. Deze jongeren zijn kwetsbaar omdat ze op meerdere

levensdomeinen problemen hebben (Messing en Valkestijn, 2014). Het gaat dan om leren, werken,

sociale relaties of zelfredzaamheid. In 2017 was 4 procent van de jongeren in Nederland van 15 tot

25 jaar niet aan het werk, en volgde ook geen opleiding. Dat komt neer op 84 duizend jongeren.

Ruim vier op de tien geven aan ook niet te willen of te kunnen werken. Dit blijkt uit recent CBS-

onderzoek op basis van de Enquête beroepsbevolking (CBS, 2018). Jongeren zonder

Page 8: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

8

ondersteuningsbehoefte zijn in 65 tot 72 % van de gevallen actief op de arbeidsmarkt, terwijl

arbeidsparticipatie van jongeren met een beperking significant lager ligt (Gerritsen et al., 2018;

Holwerda, 2013; Verhoef, Roebroeck, Meeteren, van Floothuis, van Schaardenburgh, Stam &

Miedema, 2015).

De cijfers laten zien dat het thema Passend Onderwijs naar Passende Arbeid een urgent thema is.

Uitgaande van een inclusieve samenleving mag uitgegaan worden van de beleidsverwachting dat het

mogelijk is dat voor alle jongeren een onderwijsplek te vinden is en dat meer jongeren met een

ondersteuningsbehoefte bij een gewone werkgever werk kunnen vinden. De beleidsverwachtingen

vinden onder andere hun oorsprong in nieuwe wetgeving voor Passend Onderwijs, de participatie

wet en de jeugdwet. Sinds het nieuwe stelsel voor Passend Onderwijs in 2014 is elke school

verantwoordelijk voor het vinden van een passende onderwijs plek voor elke leerling. Deze transitie

in het onderwijs gaat samen met transities in de jeugdzorg en arbeid. De wet op de jeugdzorg is

veranderd in de jeugdwet en wordt uitgevoerd door de gemeente. Ook is er een verandering

aangebracht in de wet Wajong. Voor jongeren die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn is nu de

gemeente verantwoordelijk vanuit de Participatiewet. Daarnaast is de Wet Maatschappelijke

Ondersteuning uitgebreid. Sinds 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor het

ondersteunen van deelname aan het maatschappelijke verkeer van burgers met een beperking en of

psychische problematiek (Movisie, 2015). De wet Passend Onderwijs geeft aan dat elke school zelf

verantwoordelijk is voor een leerplichtige leerling. Door deze overgang van speciaal onderwijs naar

Passend Onderwijs hebben professionals te maken met allerlei vraagstukken. Het gaat dan om

problematiek die op meerdere leefdomeinen doorwerkt (Gerritsen et al., 2018). De transities in

onderwijs, jeugdzorg en arbeid hebben gevolgen voor jongeren. Het geheel aan transities zorgt

ervoor dat de gemeente als regisseur aan zet is. Welling (2016) laat zien dat het voor gemeenten

moeilijk is om de wetten uit te voeren en jongeren zelf bij hun ondersteuningsproces te betrekken.

Gemeenten zijn gewend eerder over jongeren en ouders te praten dan met hen. De veranderende

wetgeving en beleidskaders en de complexe problematiek van jongeren die over leefdomeinen heen

gaat heeft ook voor professionals veel gevolgen. Zij zullen veel meer integraal moeten gaan

samenwerken met andere professionals. Jongeren met een ondersteuningsbehoefte hebben

doorgaans te maken met meerdere professionals zoals leerkrachten, sociaal werker, orthopedagoog,

werkbegeleider, jobcoach. Iedere professional is gewend te werken vanuit een eigen perspectief.

Ook het meer uitgaan van eigen regie en empowerment vraagt om een proces van versterking van

de jongere zelf en dat kan in een goede samenwerking tussen informele en formele partijen worden

ondersteund (Verharen, 2017). Al deze factoren zorgen ervoor dat professionals andere

competenties moeten inzetten dan ze gewend zijn.

Perspectief van jongeren leidend

Uit bovenstaand mag duidelijk worden dat er vanuit verschillende perspectieven naar het vraagstuk

van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid kan worden gekeken. Vanuit de leefwereld van

jongeren met hun ervaringskennis, vanuit het perspectief van professionals en vanuit

beleidsperspectief. Het perspectief van jongeren zelf is het vertrekpunt en in dit onderzoek maken

we onderscheid in ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid. Ervaringskennis doelt op ervaringen

die jongeren hebben opgedaan. Ervaringsdeskundigheid betreft het reflecteren op eigen ervaringen

en ervaringskennis van anderen om vervolgens vaardigheden die zijn opgedaan tijdens een cursus of

opleiding op een goede manier in te zetten om anderen te kunnen ondersteunen. Elke perspectief

Page 9: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

9

kent zijn eigen betekenis toe aan het vraagstuk. Inclusie en werken aan het vraagstuk van Passend

Onderwijs naar Passende Arbeid voor alle jongeren vraagt ook om gezamenlijke reflectie: Wat

verwachten we van elkaar? Wat zijn ieders belangen? Durven we eigen vooroordelen los te laten?

En hebben we de moed om zo nodig anders te handelen? Inclusie vraagt om kritisch te kijken naar

de effecten van het handelen: Tot welke veranderingen leidt dit nieuwe werken? En wat kunnen we

leren van de mogelijke onbedoelde gevolgen van de transformatie in het sociale domein. In

aansluiting op de leefwereld van jongeren is geluisterd naar hun verhalen en ervaringen van

jongeren en zijn gesprekken gevoerd met scholen, instellingen, professionals en belangrijke naasten

die voor jongeren van betekenis zijn in hun reis van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid.

Binnen de werkplaats werkt de HAN samen met de gemeente Nijmegen, ROC Nijmegen, het

Regionaal Werkbedrijf Rijk van Nijmegen, welzijnsorganisatie Bindkracht 10 (voorheen Interlokaal-

Tandem Welzijn) en jongeren met ervaringen, sinds 2017 verenigd in de Vliegende Brigade aan dit

thema. De Vliegende Brigade bestaat uit een groep jonge mensen voor wie het zelf ook niet

vanzelfsprekend was of is om een opleiding te volgen, werk te vinden en/of te behouden. Hierdoor

konden zij uit eigen ervaring putten voor het onderzoek. Daarnaast heeft de Vliegende Brigade een

bijdrage geleverd aan het organiseren van verschillende spiegelbijeenkomsten waarbij in een breder

perspectief de ervaringen van ook andere jongeren zijn opgehaald. Ook hebben zij een

spiegelbijeenkomst met werkgevers georganiseerd. In de hoofdstukken 5 en 6 van dit onderzoek

wordt de bijdrage van de Vliegende Brigade nog meer zichtbaar gemaakt.

Kerngroep

Een kerngroep monitort het totale onderzoek. In deze kerngroep hebben de gemeente Nijmegen,

Bindkracht 10, een ervaringsdeskundige en onderzoekers van de HAN vanuit het sociale domein en

educatie samengewerkt.

Door inzicht te hebben in de leefwereld van jongeren en de verhalen die zij daarover vertellen wordt

een stap gemaakt naar wat professionals en jongeren daarvan kunnen leren in de samenwerking

met elkaar om tot Passend Onderwijs en tot Passende Arbeid te komen. Dit onderzoek gaat over

begrijpen wat zich voordoet in de verhalen die jongeren vertellen, leren over hoe professionals met

elkaar werken als het gaat om jongeren begeleiden van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid en

het zoeken naar thema’s waar samen van geleerd kan worden .

1.2. Doel- en vraagstelling

Het doel van dit project is vertrekkend vanuit de ervaringskennis van jongeren een werkwijze

ontwikkelen die professionals versterkt om samen met jongeren en andere betrokken partijen

‘individueel integraal maatwerk’ te leveren als het gaat om Passend Onderwijs en de overgang naar

Passende Arbeid. Daarnaast willen we beleidsmakers uitdagen de kloof tussen systeemwereld en

leefwereld te dichten vanuit een aanpak waarin de leefwereld van jongeren leidend is (Aanzet

kennisagenda regionaal Kennisnetwerk Transformatie Sociaal Domein, 2015).

De onderzoeksvraag luidt:

Wat zijn de werkzame factoren in het proces van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor

jongeren met een ondersteuningsbehoefte?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zijn de volgende vijf deelvragen geformuleerd;

Page 10: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

10

1. Hoe ervaren jongeren de geboden hulp door onderwijsprofessionals, hulpverleners en andere

professionals, bij het volgen van onderwijs of het vinden en behouden van werk?

2. Wat verwachten jongeren van hun toekomst op het gebied van onderwijs en arbeid en welke

ondersteuning helpt hen bij het verwezenlijken van hun verwachtingen?

3. Welke werkzame factoren versterken professionals om samen met jongeren en andere

betrokken partijen te werken aan van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid?

4. Op welke manier vinden leraren dat zij rekening houden met verschillen tussen studenten en

hoe ervaren studenten dat?

5. Welke vormen van ervaringsdeskundigheid van jongeren kan de arbeidsparticipatie van jongeren

helpen te bevorderen?

Het onderzoek ziet er schematisch als volgt uit:

Figuur 1.1 Schematische weergave van het onderzoek

1.3 Opzet rapport

De vijf deelvragen zijn leidend voor de structuur van dit rapport. Na de methodologische

verantwoording in hoofdstuk 2 gaan we in hoofdstuk 3 in op de leefwereld van jongeren en de

verhalen en ervaringen ten aanzien van het thema van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid.

Hoofdstuk 4 presenteert de bevindingen uit de overige deelonderzoeken. Hoofdstuk 5 gaat in op de

resultaten en conclusies van de spiegelbijeenkomsten. In hoofdstuk 6 beschrijft de reflectie op de

bevindingen. In hoofdstuk 7 zijn tot slot de aanbevelingen te lezen.

Page 11: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

11

Hoofdstuk 2 Methodologische verantwoording

2.1 Inleiding

Dit onderzoek is uitgevoerd door de Werkplaats Sociaal Domein Nijmegen. In de werkplaats werken

alle betrokken partners door verschillende deelonderzoeken aan het overkoepelende thema van

Passend Onderwijs naar Passende Arbeid. Alle deelonderzoeken hebben een bij de deelvraag

passende onderzoeksmethode gekozen. De verbinding tussen de verschillende deelonderzoeken is

gelegd vanuit een set aan principes. Deze principes geven de onderzoekers van de deelonderzoeken

de ruimte om richting te geven aan hun eigen onderzoek. Daarnaast geeft het in het grotere geheel

van het onderzoek de ruimte om steeds bewust en reflectief te reageren op de verkregen resultaten.

Ook geeft deze set aan principes de mogelijkheid om alle activiteiten binnen het onderzoek van

Passend Onderwijs naar Passende Arbeid te monitoren om tot kennisontwikkeling en tot een

oplossing van het voorliggende vraagstuk te komen.

In dit hoofdstuk worden allereerst de principes binnen dit onderzoek nader toegelicht om vervolgens

het overkoepelende onderzoeksdesign te beschrijven. Het tweede deel van dit hoofdstuk beschrijft

kort de verschillende onderzoeksmethoden die zijn toegepast binnen de deelonderzoeken. De

uitkomsten van de deelonderzoeken binnen dit totale onderzoek Van Passend Onderwijs naar

Passende Arbeid worden beschreven in hoofdstuk 3 en 4 van dit rapport.

2.2 Samenwerken vanuit principes van onderzoek

Participatie (iedereen die kan bijdragen is welkom)

Onderzoek en leren

Dialoog en actie

Reflectie

Bevorderen van draagvlak en kennis voor verandering (richting probleemoplossing

vraagstuk)

Participatie

Binnen dit onderzoek is ruimte voor betrokkenen binnen het thema van Passend Onderwijs naar

Passende Arbeid. Betrokkenen worden binnen dit onderzoek gezien als die personen die

beroepshalve te maken hebben met dit onderwerp of als jongeren direct beïnvloed worden door dit

vraagstuk. Betrokkenen vanuit allerlei perspectieven kunnen participeren binnen dit onderzoek. Alle

betrokkenen binnen het onderzoek hebben een bepaalde relatie tot het thema en participeren in

een bepaalde fase van het uitvoeren van onderzoeksactiviteiten. Onderzoekers en de participanten

worden binnen dit onderzoek als evenwaardige partners beschouwd. Het uitgangspunt is dat

verschillende perspectieven bijdragen aan het ontwikkelen van bewustwording en draagvlak voor dit

onderwerp (Van Lieshout, Jacobs & Cardiff, 2017).

Onderzoek en leren

In dit onderzoek is onderzoeken gericht op leren om tot actie te komen en om anders te doen.

Centraal staat dat betrokkenen op zoek gaan naar wat zij nodig hebben en wat zij kunnen bijdragen

aan hun eigen proces. Deze vorm van onderzoeken en leren noemen we ook wel actieleren (van

Biene, 2005). Actieleren is binnen dit onderzoek een leervorm met als doel alle betrokkenen;

professionals, beleidsmakers, jongeren met ervaringen te ondersteunen, door middel van samen

Page 12: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

12

werken, samen leren en samen ondernemen van acties. De methodiek stimuleert het leren over hoe

men problemen kan bekijken en in gezamenlijkheid tot betekenisvolle oplossingen weet te komen.

Actieleren is gericht op leren door te doen en gericht op praktijkvraagstukken en daagt uit tot

reflectie (Revans, 2017). In de interpretatie van Revans is het actieleren niet alleen gericht op acties

en handelen maar ook op organisatieverandering.

Dialoog en actie

De verbindende lijn in het onderzoek zijn de deelonderzoeken en de resultaten waarop in

spiegelbijeenkomsten is gereflecteerd. Het doel van de spiegelbijeenkomsten is om in dialoog met

betrokkenen te reflecteren op de uitkomsten van de deelonderzoeken. De opbrengsten van deze

spiegelbijeenkomsten hebben weer voor acties gezorgd. Op deze wijze zorgt dialoog met

betrokkenen voor de bruikbaarheid en geloofwaardigheid van de uitkomsten en voor het nemen van

breed gedragen vervolgacties (Van Lieshout et al, 2017). De lijn van onderzoek doen en dialoog kan

gezien worden als het werken volgens een actiespiraal en biedt een basisstructuur binnen de

methodologische aanpak van dit onderzoek.

Reflectie

Reflectie wordt binnen dit onderzoek opgevat als een doorlopende rode draad van terugblikken,

vooruitdenken, een proces van dieper kijken en luisteren naar vertelde verhalen van jongeren en

professionals en ervaringen van (deel) onderzoekers. Methodologisch wordt binnen dit onderzoek

de ruimte benut die onderzoekers de gelegenheid geven om de vele aspecten binnen een onderzoek

met elkaar te verbinden en oog te hebben voor het onvoorspelbare (Jacobs, 2001). Daarnaast geeft

kritische reflectie de ruimte om beter te begrijpen wat zich onthult in de verschillende delen van het

onderzoek (Finlay, 2012). Het verbinden van de losse elementen uit de deelonderzoeken geeft

toegang tot een constructie van een groter verhaal waarin de naar voren gekomen thema’s in dit

onderzoek tot betekenis komen. Al deze stappen hadden als doel het begrijpen van en

betekenisgeven aan de overkoepelende thema’s die zichtbaar werden.

Reflectie binnen de verschillende spiegelbijeenkomsten is methodisch te verantwoorden vanuit het

principe dat de werkelijkheid is zoals deze geïnterpreteerd wordt en begrepen wordt. Het proces van

onderzoek verloopt iteratief en heeft een cyclisch karakter. De actiespiraal van Titchen (2015) sluit

hierbij aan waarbij niet de ene fase van onderzoek doorloopt in de andere maar meer lijkt op een

krulwilg. De ruimte wordt benut om vanuit meerdere perspectieven te reflecteren op de uitkomsten

van de deelonderzoeken. Dit geeft de onderzoekers een kwalitatieve waarborg op het begrijpen van

de uitkomsten en een aanzet om tot betekenisgeving te komen.

Bevorderen draagvlak en kennis voor verandering

De opzet van dit onderzoek zorgt voor het generen van gezamenlijke kennis over situaties in de

dagelijkse praktijk van jongeren en professionals binnen het thema Van Passend Onderwijs naar

Passende Arbeid. Door de participatie van vele betrokkenen ontstaat bewustwording over de

situatie en de essentiële thema’s die daarin naar voren komen. Vanuit dit proces van bewustwording

wordt samen geleerd en komen wenselijke situaties ter sprake. Hierdoor komen acties die kunnen

bijdragen aan een wezenlijke verandering van de situatie naar voren. Dit zorgt voor

kennisontwikkeling en tot inzichten om te veranderen.

Page 13: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

13

2.3 Fundament van het onderzoek

De beschreven principes binnen dit onderzoek zijn te vertalen naar de methodologie van

actieonderzoek. Actieonderzoek is een samenstelling van verschillende onderzoek benaderingen

(Reason & Bradbury, 2008) en heeft als primaire doel om bewustwording over acties te brengen in

een veelal gestolde situatie. Deze bewustwording geeft leerinzichten om anders te gaan doen. Ook

het openen van de communicatieve ruimte in de spiegelbijeenkomsten geven betrokkenen de

mogelijkheid eigen ervaring en kennis in te kunnen inbrengen binnen dit onderzoek.

Alle deelonderzoeken zijn een bijdrage aan het totale onderzoek van Passend Onderwijs naar

Passende Arbeid (POPA) en dragen bij aan het eindresultaat van dit onderzoek. De deelonderzoeken

geven data en zijn afzonderlijk van elkaar steeds een fundament voor een volgende stap in het

onderzoek. Het onderzoek is als het ware opgebouwd uit verschillende bouwstenen. Deze

bouwstenen zijn verschillend van aard door de gebruikte methodes van dataverzameling (narratieve

benadering, actieleren, casestudy, beschrijvend kwalitatief onderzoek). De grote verscheidenheid

aan onderzoeksactiviteiten zijn geplaatst in het model van dit onderzoek. Het fundament voor dit

model van onderzoek is actieonderzoek.

De actieonderzoek benadering is zowel gericht op verbetering van de praktijk als op het ontwikkelen

van kennis omtrent die verbetering. Het beter begrijpen van die praktijk en het handelen daarin

(Carr & Kemmis, 1986; Lieshout, Jacobs, & Cardiff, 2017) staat hierbij centraal. Actieonderzoek

betekent dat de praktijk onderzocht wordt met het doel deze te verbeteren. Dit impliceert dat

onderzoekers en betrokkenen stilstaan bij hoe dingen worden gedaan en waarom het gaat zoals het

gaat om vervolgens actie te ondernemen om de praktijk positief te veranderen. Vervolgens is het

van belang dat gereflecteerd wordt op de betekenis van de opgedane opbrengsten en wordt

gekeken naar mogelijke vervolgacties. Dit betekent dat actieonderzoek een cyclisch proces kent en

meerdere opbrengsten nastreeft. Actieonderzoek is praktijkgericht en dit vraagt om een flexibel

design om mee te kunnen bewegen met de steeds veranderende en complexe sociale context

(Lieshout, Jacobs, & Cardiff, 2017). Vanuit dit fundament van actieonderzoek zijn een grote

verscheidenheid aan onderzoeksactiviteiten uitgevoerd. Op metaniveau zijn steeds de principes

toegepast en is de cyclische structuur herkenbaar. In het onderzoek van Passend Onderwijs naar

Passende Arbeid is steeds de ruimte gezocht tussen actie en reflectie door het organiseren van

spiegelbijeenkomsten om alle betrokkenen mee te laten denken, te laten leren en reflecteren op de

opbrengsten en op de betekenis hiervan voor de eigen dagelijkse praktijk. Het onderzoek rust op

vier pijlers: leren, reflectie, dialoog en actie. In figuur 2 is schematisch weergegeven hoe vanuit het

fundament van actieonderzoek de vier pijlers leiden tot het onderzoek model binnen dit specifieke

onderzoek, het model van de spiegeltent.

Page 14: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

14

Figuur 2.1 De vier pijlers van actieonderzoek

2.4 Model van onderzoek: De Spiegeltent

Het onderzoek heeft als doel een bijdrage te leveren aan het vraagstuk van Passend Onderwijs naar

Passende Arbeid voor alle jongeren die beïnvloed worden door dit maatschappelijke. Het onderzoek

start bij verhalen uit de leefwereld van jongeren. De uitkomst uit die verhalen van jongeren hebben

geleid tot vier deelonderzoeken. Vanuit de verhalen uit de leefwereld van jongeren wordt in de

spiegelbijeenkomsten een relatie gelegd naar betrokken professionals uit de systeemwereld en een

dialoog gevoerd hoe professionals uit de systemwereld meer aan kunnen sluiten bij de leefwereld

van jongeren. Hiermee genereert het totale onderzoek kennis en een bijdrage aan duurzame

oplossingen voor onderwijs en arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte. Het cyclische

proces van leren, reflectie, dialoog en actie is daarmee geborgd in het model de Spiegeltent. In de

dialoogbijeenkomsten is aan alle betrokkenen als het ware de spiegel voorgehouden. De

bijeenkomsten zijn binnen dit onderzoek dan ook spiegelbijeenkomsten genoemd en hebben

enerzijds geleid tot inzicht in voorliggende thema’s en anderzijds acties voor vervolg opgeleverd.

Vanuit de verhalen van jongeren wordt dus binnen dit onderzoek steeds een verdiepende en

verbredende stap gemaakt om tot inzicht te komen over wat tevoorschijn komt in het onderzoek

van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid. Deze verdiepende – en verbredende stap heeft voor

de onderzoekers de vorm van een reflectie, een spiegel. Hiermee wordt reflecterend het proces van

onderzoek als ook de uitkomst van onderzoek als het ware onder de loep genomen. De

geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de onderzoekers is gewaarborgd door het toepassen

van de reflectie in spiegelbijeenkomsten. In figuur 3 zijn alle onderzoeksactiviteiten weergegeven die

in gezamenlijkheid en in relatie tot elkaar het onderzoek model De Spiegeltent vormen.

Page 15: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

15

Figuur 2.2 De Spiegeltent. Onderzoek model gebaseerd op actionlearning van Revans, 2017 (Van Bodegom & Meesters, 2018). Alle

partners (jongeren, professionals, beleidsmakers en werkgevers) hebben geparticipeerd in diverse spiegelbijeenkomsten.

2.5 Deelonderzoeken en methoden

In dit deel van het hoofdstuk wordt ingegaan op de methodes van de verschillend deelonderzoeken.

Elk deelonderzoek heeft zijn eigen specifieke onderzoeksvraag en zijn eigen onderzoek benadering.

Het totale onderzoek van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid start bij verhalen van jongeren

over hun ervaringen. Als vervolg op dat onderzoek zijn vier andere deelonderzoeken uitgevoerd. Dat

zijn het onderzoek gericht op professionals, een verdiepende casestudy, het onderzoek naar leraren

en jongeren binnen een Regionaal Opleidingscentrum (ROC) en het onderzoek naar de inzet van

ervaringsdeskundigheid. De inhoudelijke resultaten uit deze deelonderzoeken zijn te lezen in

hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4. De methodes van deze vijf deelonderzoeken worden hieronder

beschreven.

Ervaringen van jongeren

Als eerste fase in het onderzoek is gekozen voor een narratieve onderzoek benadering om thema’s

te verkennen vanuit het perspectief en leefwereld van jongeren (Meesters, Basten, & Van Biene,

2010; Meesters, 2018). In deze fase hebben de verhalen van jongeren over hun ervaringen binnen

onderwijs en arbeid centraal gestaan. In totaal zijn 35 jongeren geïnterviewd in de leeftijd van 16-26

jaar. Bij de bepaling van de respondenten is geen onderscheid gemaakt in de reden en aard van de

ondersteuningsbehoefte. Er is op zoek gegaan naar hun leefwereld, ideeën en behoeften met

betrekking tot onderwijs en arbeid. 26 jongeren volgen onderwijs van mbo1 tot universitair. Negen

jongeren deden vrijwilligerswerk en één jongere had een betaalde baan.

Page 16: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

16

Actieleertraject professionals

In deze fase van het onderzoek lag de focus op de professional om vanuit een meervoudig

perspectief te komen tot integraal maatwerk voor jongeren (Verharen, 2017). Er is een actie-

leertraject gestart met professionals van de volgende partners; Bindkracht 10 (jongerenwerker), ROC

Nijmegen (afdeling Passend Onderwijs), Entrea Jeugdzorg (jeugdhulpverlener), Mee Gelderse Poort

(consulent), Werkbedrijf Nijmegen (consulent), HAN (studieloopbaanbegeleider) en R75

(jongerenwerker). Op basis van de inzicht gevende thema’s uit de verhalen van jongeren hebben

professionals de mogelijkheden verkend om de ondersteuning aan jongeren te verbeteren als het

gaat om de overgang van onderwijs naar werk. Hierbij is gekozen voor actie-leren (van Biene, 2005;

Revans, 2017) als aanpak waarbij de kennisontwikkeling en gedragsverandering vanuit en in relatie

tot de lokale praktijk uitgangspunt is. In drie actie-leer bijeenkomsten hebben acht professionals

vanuit de hierboven genoemde organisaties geparticipeerd. De onderzoeksactiviteiten kunnen als

volgt worden omschreven:

Participerende observaties gedurende de bijeenkomsten door 5 onderzoekers (3 student-

onderzoekers en 2 senior-onderzoekers)

Besprekingen onderzoeksgroep van observaties en reflecties hierop (logboeken)

Individuele interviews met de professionals die deelnemen aan het traject.

Casestudy

Als verdieping is een casestudy uitgevoerd bij één jongere om te doorgronden hoe de samenwerking

van professionals en de samenwerking tussen professionals en de jongere praktisch vorm krijgt.

Deze jongere is 27 jaar oud. Zijn levensloop geeft inzicht in een groot aantal dilemma’s rondom

onderwijs en arbeid. Dat was de start van de casestudy. Een casestudy is een passend

onderzoeksdesign om één specifieke jongere in zijn unieke context te bestuderen. Het doel van een

casestudy is het begrijpen van iemands leven en achterhalen welke factoren van invloed zijn

geweest op gebeurtenissen (Wester, Smalling & Mulder, 2000), om de begeleiding rondom de

jongere gedetailleerd en verdiepend in kaart te brengen (Nayar & Stanley, 2015) en tevens om open

te staan voor het ontdekken van nieuwe principes (Starman, 2013). In deze casestudy zijn negen

interviews afgenomen en heeft één focusgroep bijeenkomst plaats gevonden met alle betrokkenen

om samen betekenis te geven aan de resultaten uit de verschillende interviews. De volgende

respondenten hebben geparticipeerd in het onderzoek: vader, moeder, beste vriend, huidige

jobcoach, huidige persoonlijke begeleider, twee persoonlijk begeleiders uit verleden en de huidige

begeleider van het dagactiviteitencentrum.

Leraren en jongeren, onderzoek bij ROC

In dit deelonderzoek lag de focus op hoe leraren, binnen een grote diversiteit aan opleidingen

binnen het ROC rekening houden met verschillen tussen studenten en hoe studenten deze

verschillen zelf ervaren. Daarbij zijn de volgende richtinggevende deelvragen geformuleerd:

Welke percepties hebben leraren van de verschillen tussen studenten?

Op welke manier komen leraren tegemoet aan de verschillende ondersteuningsbehoeften

van studenten?

Hoe ervaren studenten dat er omgegaan wordt met hun ondersteuningsbehoeften?

Iedere student heeft een eigen beschrijvend kwalitatief onderzoek gedaan (Van der Donk en Lanen,

2015). Om antwoord te geven op de overkoepelende onderzoeksvraag en de deelvragen is allereerst

Page 17: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

17

een matrix gemaakt (zie bijlage 1) met daarin de relevante gegevens uit de onderzoeksrapporten van

de individuele studenten. In de matrix is af te lezen wat de context is van elk onderzoek, de

aanleiding en probleemstelling, de onderzoeksvragen, de gehanteerde onderzoeksmethodiek, de

conclusies en de aanbevelingen. Vervolgens is de inhoud van de matrix geanalyseerd door het

arceren van de teksten waarin achtereenvolgens aspecten worden genoemd over de gepercipieerde

verschillen tussen studenten volgens leraren, de manier waarop leraren met deze verschillen

omgaan en hoe dit worden ervaren door de jongeren. Op basis van deze matrix zijn door drie

betrokken onderzoekers overkoepelende conclusies getrokken.

Inzet van ervaringsdeskundigheid

Dit deelonderzoek richt zich op de inzet van ervaringsdeskundigheid. Het eerste deel van het

onderzoek richt zich op de vraag welke vormen van ervaringsdeskundigheid kunnen bijdragen aan

passend werk voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte. Een tweede deel in dit onderzoek

richt zich op de vraag hoe werkgevers ervaringsdeskundige jongeren inzetten om de

arbeidsparticipatie van jongeren met een ondersteuningsbehoefte te bevorderen. Bij deze

deelonderzoeken is gekozen voor kwalitatief onderzoek (Migchelbrink, 2016; Van der Donk & Van

Lanen, 2015; Verhoeven, 2018) met een focus op het narratieve aspect (Meesters et al., 2010) om

betekenis en beleving in individuele verhalen van de respondenten naar voren te halen. In beide

deelonderzoeken is gebruik gemaakt van individuele interviews en focusgroep bijeenkomsten en

hebben vijf werkgevers geparticipeerd.

Samenvatting

Dit hoofdstuk geef inzicht in de methodologie van het onderzoek van Passend Onderwijs naar

Passende Arbeid. In het model van de Spiegeltent is zichtbaar dat een variëteit aan

onderzoeksactiviteiten hebben plaats gevonden. De kern van de methodologie is actieonderzoek. De

samenhang tussen de verschillende onderzoek activiteiten is gefundeerd vanuit vijf principes. Deze

principes leggen een verband tussen de verschillende onderzoeken en leggen een verband met het

cyclische proces van onderzoek zoals dit vanuit actieonderzoek bekend is.

In het tweede deel van dit hoofdstuk wordt kort de verschillende methoden van de

deelonderzoeken beschreven. Door de grote verscheidenheid aan toegepaste methoden kunnen

ook hier de vijf principes van samenwerken gezien worden als de verbindende schakel in het proces

van leren, reflectie, dialoog en actie.

Page 18: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

18

Hoofdstuk 3 Ervaringen van jongeren

Dit deelonderzoek kent twee deelvragen:

1. Hoe ervaren jongeren met een ondersteuningsbehoefte de geboden hulp door

onderwijsprofessionals, hulpverleners en andere professionals, bij het volgen van onderwijs

of het vinden en behouden van werk?

2. Wat verwachten jongeren van hun toekomst op het gebied van onderwijs en arbeid en

welke ondersteuning helpt hen bij het verwezenlijken van hun verwachtingen?

Studenten van de HAN hebben narratief onderzoek (n=35) verricht en de transcripten van de

interviews zijn als onderzoekobject gebruikt door Maritza Gerritsen (docent en promovendus bij de

HAN) voor een exploratieve studie naar de leefwereld van jongeren met een ondersteunings-

behoefte. De resultaten die in dit hoofdstuk worden beschreven zijn reeds gepubliceerd in het

tijdschrift Journal of Social Intervention in 2018.

Vinden, aanvaarden en ervaren van hulp

De narratieven laten een verschil zien in het vinden van hulp. Jongeren met een lagere opleiding

krijgen hulp veelal vanuit school of hun woonsituatie aangeboden, terwijl de jongeren met een HBO

of universitaire opleiding aangeven dat het lang heeft geduurd voor ze passende hulp vonden en het

ook op hun opleiding moeilijker is om begrip voor hun situatie te krijgen. Zo beschrijft Anna (23) het

volgende over haar studie geneeskunde:

Als er meer objectieve mensen met mij meekijken, zou mijn beperking ook wel echt vrij

ernstig zijn. Ik kan goed nadenken, ik kan goed redeneren, ik kan goed praten…maar ik heb

ook wel forse problemen. Dus het is ook niet heel raar dat ik hulp nodig heb met studeren.

Maar ik denk dat (…) als ze wél echt zouden meedenken, dat het heel anders zou gaan. (….)

Het is heel moeilijk om studiebegeleiding te krijgen, maar ook is er te weinig begrip voor mijn

situatie op universitair niveau.”

Marieke (20) bevestigt dit beeld:

Ik heb het idee dat MEE zich meer richt op mensen met een lager opleidingsniveau en ADHD.

Ze leggen alles zo vaak uit. Maar dat is het probleem bij mij niet. Het gaat veel meer om de

praktische kant. En om colleges van drie uur, hoe houd ik het vol in godsnaam om een college

van drie uur te doen. Bij MEE had ik vooral het idee dat ze daar veel minder van begrepen.

De jongeren met een lagere opleiding kunnen vaker moeilijker beschrijven wat er wel of niet heeft

gewerkt aan de hulpverlening en hierbij valt op dat het niet uit lijkt te maken welk soort professional

ze ondersteunt bij school en werk. Zij zijn overwegend positief over de begeleiding die ze krijgen, zo

lang deze praktisch van aard is. Bijvoorbeeld het helpen bij het schrijven van een sollicitatiebrief,

hulpmiddelen uitproberen bij het maken van huiswerk of het meegaan naar een eerste gesprek op

stage. Ook vinden zij het prettig als de ondersteuning bestaat uit het uitproberen van verschillende

manieren van leren of werken. Zo geeft Maikel (19) aan:

Page 19: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

19

Mijn mentor nam me altijd wel serieus. Vroeg bijvoorbeeld: wat werkt nou eigenlijk voor jou?

Want mensen zeggen wel, je moet geen prikkels om je heen hebben en je moet op zo’n

manier leren. Door haar voelde ik me eigenlijk gestimuleerd om te gaan zoeken wat nou

eigenlijk míjn manier van leren was. (…) En toen bleek wel dat bij mij lopen tijdens het leren

erg hielp.

Het kunnen erkennen dat je hulp nodig hebt is met name bij de jongeren die pas rond hun puberteit

problemen hebben ervaren in hun schoolloopbaan een veel genoemd probleem. Femke (23) vertelt

hierover:

De studentenpsycholoog heeft wel zijn best gedaan om mij te helpen. Maar ik denk ook niet

dat ik daar voor open stond. (…) Ik kan heel goed faken dat het goed met me gaat. Ik denk

dat ik dat bij al mijn hulpverleners heb gedaan. (…) Maar eigenlijk was ik een beetje dood aan

het gaan van binnen, van verdriet om van alles.

Dat het voor professionals moeilijk kan zijn om tot de kern van het probleem door te dringen komt

volgens meerdere jongeren ook doordat het mogelijk is om de schijn op te houden tegenover

professionals. Dat de wens om als ‘normaal’ gezien te worden dan doorwerkt in gedrag en handelen,

blijkt uit het volgende citaat:

Ik wilde gewoon normaal zijn. (…). Heel veel gesprekken gehad, want je wordt altijd

onderzocht en daar was ik me ook ontzettend bewust van. Ik heb een keer ergens in een

rapport gelezen (…) “ziet er onverzorgd uit en moe en dat past bij het beeld van autisme”. Ja

en vanaf toen heb ik altijd als ik ergens heen ging altijd nette kleren aan gedaan en mijn

haren en make-up goed gedaan. En nu nog steeds. – Eva (18).

Erkenning voor wat er niet lukt wordt genoemd als een belangrijke factor om hulp te kunnen

aanvaarden. Als een professional zich in de begeleiding alleen richt op wat min of meer als standaard

wordt beschouwd in de situatie van de jongere, ervaren zij te weinig steun en erkenning voor hun

individuele situatie. Zo bevestigt Karin (22):

Ik had vanuit school eigenlijk veel liever gewild dat ze met mij meer hadden gekeken van, wat

maakt nou eigenlijk dat je je mond niet kan houden. En hoe kunnen we ervoor zorgen dat het

makkelijker wordt voor je. Ik had niet het idee dat ze begrepen dat het feit dat ik ADHD heb,

meer is dan ‘ze heeft meer energie en praat wat meer’. - respondent 24

Jongeren willen, ondanks de behoefte aan erkenning, niet als anders worden gezien dan hun

leeftijdgenoten. Hulpverlening moet in de optiek van meerdere jongeren die zijn geïnterviewd meer

op de achtergrond aanwezig zijn en ook moet hulp niet blijven doorgaan als een jongere denkt zelf

verder te kunnen. Pedro (23) vertelt hierover:

Op het mbo had ik altijd een begeleider. Die ging ook naar de stages toe. Ja, dan dacht ik

altijd: wat moet ik hierbij uitleggen? Ik had daar nooit zin in omdat ze vaker komen dan

Page 20: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

20

standaard. (…) Ik voelde me meer anders dan anderen erdoor. (…) Dus dat had ik dan weer

liever niet. (…)

En…op een gegeven moment, vlak voor het hbo, zei ik dat ik er mee wou stoppen. Toen zei

mijn vaker van: het is toch fijn als altijd iemand meekijkt? (…)” Ja dat is leuk en aardig, maar

als ik m’n hele leven doorga met begeleiding, dan leer ik nooit echt volledig op eigen voeten

te staan. En ik denk dat als ik het nu niet afkap, dan heb ik nooit echt vertrouwen dat ik zelf

het leven trekken kan.

Stabiliteit en samenwerking in de hulpverleningsrelatie

Uit de narratieven blijkt dat de zoektocht naar goede ondersteuning niet zonder omwegen verloopt.

Bijvoorbeeld omdat er veel instellingen betrokken zijn, zoals uit het volgende citaat blijkt.

Ik ben als eerst naar het R75 (jongerenhulpverlening, MG) gegaan. Die hebben mij

doorverwezen naar het Jeugdfact. En daar loop ik nu nog steeds. Ik ben ook naar het UWV

geweest, en naar het jongerenloket. En de ander die mij helpt is van de Iriszorg en die pakt bij

mij de verslaving aan. – Mo (22)

Uit analyse van de narratieven komt naar voren dat hulpverleners niet van elkaar weten waar ze

mee bezig zijn en dat de professionals op school moeizaam ingang kunnen vinden bij de formele

hulpverleners, terwijl juist zij vaak goed kunnen signaleren dat het niet goed gaat met een jongere.

Zo schetst Marieke (20):

Ik denk dat voor mij wel fijn zou zijn geweest als school een connectie had gehad met echte

professionals, bijvoorbeeld met een huisartsenpraktijk en met de psycholoog. (…) Want ik

weet van mezelf dat ik er lang tegenaan heb gehikt dat ik therapie moest. Ik heb dat wel aan

mijn studieloopbaanbegeleider verteld. (…) Als die voor mij een afspraak had kunnen maken

met een therapeut…. Zo’n schop onder mijn kont was voor mij wel handig geweest

Als de hulpverlening op het gebied van opleiding of werk eenmaal op gang is, worden veel jongeren

vervolgens geconfronteerd met frequente wisselingen van hulpverleners. Anna (23) vertelt hierover:

Ik heb hier gewoond, op m’n vorige kamer gewoond en ik ga nu beschermd wonen. Steeds

een andere huisarts, steeds een andere apotheek en steeds een ander sociaal wijkteam. Dus

moet je ook weer constant wisselen en dan heb je nogal die mensen die van baan

verwisselen. (…) Ik ben gewend om alles zonder hulp te doen. (…) Want mijn ouders kunnen

dat niet en de rest had het niet door. Dus ik vind het moeilijk om hulp te accepteren. En je

weet toch dat die mensen dan snel weer weg gaan. Dat maakt het extra moeilijk

Toekomstperspectieven

In bijna alle interviews komt het toekomstperspectief van de jongere naar voren. De wensen die

genoemd worden zijn divers, maar allemaal terug te voeren naar de behoefte om vooruitgang te

boeken. Voor de jongeren is het bereiken van een betaalde baan daarbij in de meeste gevallen

leidend om zich onderdeel van de maatschappij te voelen. Karim (17) vertelt:

Page 21: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

21

Mijn toekomstdroom? Dat ik weg ben van mijn woongroep, en dat ik een vast inkomen hebt,

en vast werk, een vriendin met een kindje. (…).

En Daan (18) vertelt over zijn doelen:

Automonteur. Echt automonteur, het liefst ga ik zo ver studeren dat ik APK Meester ben. Dat

lijkt me echt het mooiste om te doen. Maar het lijkt me ook wel lastig om dan tegen zo’n

klant te vertellen dat een auto eigenlijk niet meer door de keuring heen kan als dat iemand is

die weinig geld heeft. Een oude oma of zo

Door meerdere respondenten wordt genoemd dat zij de begeleiding richting werk te kort vinden

schieten. Het gaat dan zowel om begeleiding vanuit school als vanuit gemeente of werkbedrijf. Het

niet nakomen van afspraken, het niet afstemmen met de jongere hoe aan doelen wordt gewerkt en

het vaak lang moeten wachten op simpele antwoorden komen hier het meest bij naar voren. Zoals

Joost (25) beschrijft:

Er zijn altijd dingen die niet altijd helemaal goed gaan. (…) Dat mensen iets beloven, maar

het niet waarmaken. (…). Het was wel heel goed wat er gebeurde, maar het duurde echt

maanden. Dat had ook binnen 2 weken gekund. Maar dan hebben ze andere dingen bedacht

of zijn het vergeten. Kijk, het is een mensenkwestie, iets vergeten. Maar dat zorgde er wel

voor dat ik er steeds zelf achteraan moest

Wat jongeren ook tegenvalt in de overgang van school naar werk is dat met het starten op een

werkplek, de zoektocht naar erkenning en ondersteuning opnieuw begint. Zo vertelt Femke (24):

Wat ik lastig vind aan het werk is dat er minder aandacht is voor je. Mijn teamleider

interesseert zich niet zo voor het welzijn van zijn werknemers. Oké, ik geef wel aan dat ik

tegen dingen aanloop alleen vervolgens gebeurt er niks mee. Ik krijg bijvoorbeeld geen

inspraak in mijn rooster, ook als ik weet dat iets voor mij niet werkt

Betaald werk is niet vanzelfsprekend

Het besef dat het vinden van een betaalde baan lastig is als jongere met een

ondersteuningsbehoefte ontstaat veelal op het moment dat jongeren starten met solliciteren. Waar

de begeleiding op school nog een bepaalde constante factor vormt, kan het vinden van betaald werk

terwijl er aanpassingen op de werkplek nodig zijn, een te groot obstakel zijn voor werkgevers om

deze jongeren aan te nemen. Ook vraagt het veelal een grote mate van zelfregie om begeleiding en

randvoorwaarden voor gezond en duurzaam werk te organiseren. Zoals in het vorige citaat al werd

genoemd gaat het dan bijvoorbeeld over inspraak in een werkrooster, maar het kan ook over

praktische zaken gaan, zoals Johan (25) vertelt:

Want heel hard gezegd, jullie lopen van plek a naar plek b zonder daarbij na te denken. Maar

ik moet soms zo veel nadenken: hoe moet ik van a naar b, hoe zorg ik dat ik een taxi heb, kan

ik daar wel naar de wc? Dat zijn dingen die ik moet bedenken om mijn zelfregie te behouden

Page 22: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

22

Ook wordt de stap van vrijwilligerswerk naar betaald werk moeilijk gevonden. Jongere benoemen

hierbij ook dat het niet omzetten van vrijwilligerswerk naar betaald werk zorgt dat zij een gebrek aan

waardering ervaren voor hetgeen ze bijdragen. Zo beschrijft Johan:

MBO heb ik via thuisstudie gedaan en ik heb mijn diploma gehaald. Bij mijn stage ben ik nu

vrijwilliger. Elke keer blijkt dat ze blij zijn met wat ik doe, maar om daar nou een betaalde

functie tegenover te zetten… Ze weten dat ik eigenlijk wel kan werken, maar dat daar

voorwaarden aan zitten om te kunnen zorgen dat ik ook kan blíjven functioneren

Wensen versus mogelijkheden

Wat opvalt bij de jongeren die via bemiddeling door gemeente of UWV een baan hebben gevonden,

is dat over het hoofd gezien wordt of de plek wel voldoet aan mogelijkheden en/of de wensen van

de jongere. Dat dit juist kan leiden tot een grotere afstand tot betaald werk beschrijft Inge (26):

Veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt hebben vaker een faalervaring gehad. Dan

moet je niet zomaar iemand ergens neerzetten en zeggen ‘ga het maar proberen’. En dan

blijkt het na twee maanden niet te werken omdat er te hoge verwachtingen zijn. (…) En kijk,

daar heb je er weer een faalervaring bij.

Daarnaast hebben de trajecten met een jobcoach een tijdsduur die door de jongeren als te kort

wordt ervaren. Een van de citaten hierover komt van Nico (22):

Ik had haast, ik kreeg geen tijd, geen goede plekken waar ik meer zou kunnen oefenen en er

misschien een baan aan zou kunnen overhouden. Want het traject moest binnen twee jaar

afgerond zijn en liefst nog eerder. Het was net of ze blij waren dat ik ergens zat, of dat nou

wel of niet bij mij paste

Conclusie

In het deelonderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag hoe jongeren met een

ondersteuningsbehoefte op het gebied van onderwijs en/of arbeid deze ondersteuning ervaren en

hoe zijn hun toekomstperspectief zien. Op beide vragen is een meervoudig antwoord te geven.

De begeleiding wordt door veel jongeren positief gewaardeerd op het moment dat deze praktisch

van aard is en op het moment dat de jongere het idee heeft dat de professional zich daadwerkelijk

verdiept in wat er nodig is. Moeilijkheden in het vinden van de juiste ondersteuning en aansluiting

bij het denkniveau en de leefwereld van de jongere worden met name door hoger opgeleide

jongeren genoemd. Verschillende professionals beamen die door een gebrek aan competentie te

noemen, zoals ook uit onderzoek van Delfgou (2016), van Veen & van der Steenhoven (2014) en van

der Aa (2017) is gebleken. Het samenwerken met veel verschillende ondersteuners maakt dat

jongeren niet goed weten bij wie ze waarvoor terechtkunnen en dat er overlap of juist lacunes

kunnen ontstaan in de hulpverlening. Ook door professionals wordt de gebrekkige samenwerking

met andere ondersteuners genoemd als complicerende factor in het begeleiden van de jongeren.

Waar de Bruïne, Franssens, Jansen en van Veen (2015) beschrijven dat verschillende groepen

professionals elkaars taal niet spreken, wordt dit door de jongeren nog versterkt met het beeld dat

professionals elkaar überhaupt niet treffen in de samenwerking.

Page 23: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

23

Trajecten op het gebied van arbeidsintegratie worden als kort en gehaast ervaren en jongeren

ervaren te weinig aandacht voor wat zij zelf willen bereiken. De insteek op korte trajecten die met

name vanuit de Jeugdwet wordt geïnitieerd, kan debet zijn aan het vinden van een echt passende

plek. Daarbij speelt de focus die volgens van Hal (2013) te veel gelegd wordt op wat iemand nog wel

kan een rol. Bij een benadering die daarbij gericht is op wíllen in plaats van kunnen, kan voor de

jongeren het gevoel ontstaan dat zij het mislukken van een arbeidsplaatsing zelf veroorzaken, in

plaats van dat uitval wordt verklaard door een gebrekkige analyse en plan van aanpak aan de start

van het traject.

Als het gaat om de wensen en toekomstperspectieven van jongeren met een

ondersteuningsbehoefte komt naar voren dat zij zowel in de schoolperiode als op het werk als zo

normaal mogelijk gezien willen worden. Hun wensen voor de toekomst zijn veelal concreet. Een

baan, een gezin, een auto. Vooruitgang en stabiliteit in fysieke en psychische gezondheid worden

veel genoemd. Ondersteuning hierbij moet zich in het perspectief van de jongere vooral richten op

het erkennen van de jongere in zijn (on)mogelijkheden, tegelijk met een streven naar een situatie

waarin de jongere zo min mogelijk uitzondering is.

De overgang van school/studie naar werk zou volgens de jongeren moeten verbeteren. Een

vloeiende overgang van school naar werk, met een goede overdracht van schoolprofessional naar

arbeidsintegratieprofessional zou helpen. De doelstelling van onder anderen de wet Passend

Onderwijs op het vlak van afstemming tussen onderwijs, gemeenten en lokale hulpverlening maar

ook die van de Jeugdwet waarin de cliënt centraal moet staan, wordt in de beleving van de

onderzochte groep jongeren nog niet gehaald.

Page 24: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

24

Hoofdstuk 4 Bevindingen uit de deelonderzoeken

In hoofdstuk 3 stonden de verhalen van jongeren centraal als vertrekpunt voor de overige

deelonderzoeken. In dit hoofdstuk doen we verslag van deze deelonderzoeken. Het actieleertraject

met professionals, de verdiepende casestudy, het onderzoek met leraren en jongeren en als laatste

het deelonderzoek over de inzet van ervaringsdeskundigheid.

4.1 Actieleertraject met professionals

Dit deelonderzoek geeft antwoord op de volgende vraag: Welke werkzame factoren versterken

professionals om samen met jongeren en andere betrokken partijen te werken aan Passend

Onderwijs naar Passende Arbeid?

Uit de analyse van de drie actieleerbijeenkomsten en de individuele interviews met de betrokken

professionals komen een aantal invloedrijke factoren naar voren. Deze zijn onder te verdelen in de

volgende thema’s: communicatie en samenwerking, eigen rol jongeren, bureaucratie, arbeid en

organisatie, taak- en rolverdeling, zelfreflectie, onderwijs en financiën. In figuur 4.1 zijn de resultaten

gerubriceerd onder de thema’s.

Figuur 4.1 resultaten actieleertraject met professionals

Communicatie &

samenwerking

Korte lijnen

Openheid

Betrouwbaarheid

Laagdrempeligheid

Open en transparant

Geen overzicht

Concurrentie

Denken in onmogelijkheden

Eigen rol jongeren

Achterliggende problematiek

Nazorg

Interesse jongeren

Kennis en ervaring doelgroep

Structuur

Naast jongeren staan

Positief benaderen

Succeservaringen

Bevorderen zelfstandigheid

Jongeren eigen regie

Bureaucratie

Veranderende wetgeving

Privacy wet

Leeftijdgrens

Overzicht

Complex

Preventie

Continuïteit zorg,

professionals en contracten

Arbeid & Organisatie

Geen passende begeleiding

wegens tijd

Voortgang gesprekken

Verwachtingen bespreken

Betrekken werkgever

Continuïteit

Jongere niet uit het oog

raken

Weinig begrip voor

werkgever

Taak & rolverdeling

Eén professional de regie

Brugfunctie

Hetzelfde doel nastreven

Kennis van elkaars rol en

functie

Gebruik maken van elkaars

expertise

Eenduidige visie

Snel doorverwijzen

Flexibiliteit

Buiten kaders denken

Signalering onderwijs

problematiek

Oplossingsgerichte houding

Zelfreflectie

Kritisch naar jezelf kijken als

professional en persoon

Frisse blik

Zelfinzicht

Iedereen zou moeten

reflecteren

Onderwijs

Meer tijd voor

competenties

Niet altijd aan te leren

Compensatiemogelijk-

heden

Later pas diagnose bekend

HBO geen nazorg

Financiën

Geld is belangrijk

Subsidie werkgever

Productiviteit/effectiviteit

jongere

Page 25: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

25

De thema’s geven een beeld welke factoren van invloed zijn op de begeleiding van jongeren iin een

kwetsbare positie in de overgang van onderwijs naar arbeid.

Communicatie en samenwerking professionals

Diverse professionals geven aan dat een goede communicatie essentieel is voor de onderlinge

samenwerking. Hierin spelen een paar factoren een rol; korte lijnen, betrouwbaarheid,

laagdrempelig en open en transparant zijn naar elkaar toe. Over de korte lijnen binnen de

communicatie wordt door diverse professionals aangegeven dat ze het belangrijk vinden om te

weten wat je aan elkaar hebt, elkaar kunt vinden en dat het belangrijk is om elkaar te bellen zodra

dat nodig is. Mailcontact werkt hierin belemmerend. Verder geven ze aan het fijn te vinden om

elkaar van gezicht te kennen en vaste samenwerkingsrelaties op te bouwen. Volgens de

professionals geeft dit de mogelijkheid om nader tot elkaar te komen tijdens het werken in de

overgang van onderwijs naar arbeid in het bieden van maatwerk bij de kwetsbare jongeren. Op dit

moment missen de professionals de korte lijnen. Als laatste wordt aangegeven dat binnen de

huidige samenwerking onderling te weinig direct contact gezocht wordt.

Voor mij zijn ze kort op het moment dat ik weet van: Ik zit hier met Jantje en ik moet bij Pietje

zijn, dat ik de telefoon pak, van: ‘Hee Pietje, ik zit hier met Jantje, wat hebben jullie

afgesproken?’ Of: ‘Ken je hem? Wat heb je ingezet? Ben je ermee bezig? Is hij bekend bij

jou?’ Dus dan weet ik waar ik aan toe ben.

Maar het is met name elkaar weten te vinden.

Weten wie ik kan bellen.

Professionals geven aan het overzicht te missen in de organisaties. Ze weten niet wie ze waarvoor

kunnen benaderen en ook niet op welke manier ze hen kunnen benaderen. Ze benoemen dat er

steeds meer organisaties bij komen door de open markt die is opgetreden na de wetswijziging. Dit

ervaren ze als erg belemmerend.

Maar d’r is ook geen overzicht te houden.

Ik vind nog steeds lastiger worden, omdat ik niet weet wie bij wie je moet zijn en eh die wil ,

die werkt met die doelgroep, die werkt met die doelgroep. Dan weet je niet wie eh ja wie je

moet hebben.

Eén van de professionals geeft aan dat op dit moment veel gedacht wordt in de onmogelijkheden

binnen integraal werken. Daarnaast blijkt uit de observatie dat de professionals ervaren dat ze

concurrenten van elkaar zijn. Dit werkt belemmerend en zorgt er voor dat er minder informatie

wordt uitgewisseld.

Professionals in dit soort situaties heel snel gaan zitten in het uhm, in de onmogelijkheden.

Page 26: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

26

Eigen rol jongeren

Uit de interviews komt naar voren dat professionals het van belang vinden dat de jongeren een

eigen rol nemen. Dit draagt volgens hen bij aan het bevorderen van de zelfstandigheid van de

jongeren. Daarnaast wordt aangegeven dat succeservaringen een bijdrage leveren in het positief

benaderen van de kwetsbare jongeren, omdat zij hierdoor een positief beeld ontwikkelen over

arbeid. Om succeservaringen te vergroten is het volgens de professionals belangrijk dat zij in de

bejegening naast de jongere te blijven staan, omdat de begeleiding via deze wijze vanuit de ervaring

van de jongere wordt vormgegeven. Om passende bejegening te realiseren is volgens de

professionals van belang dat er geregeld gesprekken plaatsvinden, zodat er meer structuur geboden

wordt en de jongere niet uit het oog raakt. Daarbij geven ze aan dat het van belang is dat zij kennis

en ervaring hebben van hun doelgroep, zodat zij de meest passende benaderingswijze kunnen

inzetten. Ook geven diverse professionals aan dat er geen passende begeleiding geboden kan

worden wanneer de achterliggende problematiek niet in kaart is gebracht, omdat dit de basis kan

vormen van het niet vinden van passend werk of het niet afmaken van de opleiding. Het in kaart

brengen van achterliggende problematiek wordt door hen als bevorderend ervaren voor de

overgang van onderwijs naar arbeid.

Ja daar zijn ze gewoon heel gevoelig, op welk gebied dan ook jongeren zijn gevoelig voor

succeservaringen.

Ja, want wij kunnen op het begin gaan kijken naar onderwijs of werk, maar die jongere heeft

op dat moment niet zo veel aan, want er is een problematiek. Dus dat moet eerst opgelost

worden en wanneer we een oplossing daarvoor hebben gevonden, waar de jongere zich ook

in kan vinden, dan pas kunnen we de volgende stap zetten.

Bureaucratie

De professionals geven aan dat de bureaucratie als complex wordt ervaren. Niet alleen voor de

professionals zelf, maar ook voor de jongeren. Hierbij wordt de veranderende wetgeving vaker

benoemd. Zo geven zij aan nog niet volledig gewend te zijn aan de wetsverandering van 2015, waar

door de gemeente nu meer aan zet is ook vanuit financieel oogpunt. Naast deze wetsverandering

laten professionals weten dat zij de Privacywet als belemmerend ervaren tijdens een samenwerking.

Ze geven hierbij aan dat ze geen andere professionals kunnen benaderen wanneer zij een vraag

hebben, omdat ze eerst toestemming moeten vragen. Daarnaast kunnen zij niet alle benodigde

informatie hierdoor delen.

Hoe kan ik er makkelijker achter komen wie is de begeleider, want uhm ze mogen informatie

verstrekken maar tot op zekere hoogte in verband met uhm, uhm ja, bepaalde informatie

mogen ze niet verstrekken. Sinds de Privacywet op de privacy.

Professionals geven aan continuïteit te missen binnen de zorg doordat er tussen professionals veel

wordt gewisseld. Dit wordt mede veroorzaakt doordat er weinig vaste contracten worden

uitgegeven. Daarnaast laten zij weten dat het door deze wisselingen in professionals lastig te

achterhalen is welke professionals zij kunnen benaderen.

Page 27: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

27

Er is weinig continuïteit binnen de verbinding tussen school, gemeente en jeugdzorg.

Er is geen continuïteit, het gebeurt nu in het klein.

De leeftijdsgrens wordt door de professionals aangegeven als complex. Zij geven aan dat er hierdoor

meer instanties zijn waarnaar verwezen kan worden, waardoor het overzicht gemist wordt. Ook

laten de professionals weten dat er weinig aandacht is voor preventie om te voorkomen dat een

student uitvalt. Dit wordt gemist op zowel het MBO als het HBO.

Arbeid & Organisatie

In het werkveld is het voor jongeren lastig om een baan te behouden wanneer er weinig begrip is

vanuit de werkgever. Professionals geven aan dat de werkgever vaak niet doorheeft dat de jongere

zoveel ondersteuning nodig heeft, waardoor er onbegrip optreedt. Professionals geven ook aan dat

er op de werkvloer geen passende begeleiding geboden kan worden aan de jongeren. Dit komt door

tijdgebrek om op de werkvloer ondersteuning te bieden waardoor de jongere vaak niet weet bij wie

hij terecht kan met eventuele problemen. Dit maakt dat de jongeren veelal uitvallen wanneer er

problemen voordoen. De continuïteit in passende begeleiding ontbreekt veelal. Het betrekken van

de werkgever in de begeleiding van een kwetsbare jongere wordt als bevorderend gezien in het

proces naar arbeid, omdat op deze wijze de verwachtingen besproken kunnen worden, gezien

kwetsbare jongeren hier vaak moeite mee hebben. Dit kan ervoor zorgen dat er meer aansluiting

plaatsvindt richting arbeid. Ook geven professionals aan dat er een kloof ontstaat tussen de

mogelijke arbeid en de interesses van de jongeren. Zij merken dat dit beperkend werkt in de

begeleiding, omdat de jongeren vaak een bepaalde soort baan willen, terwijl deze te hoog gegrepen

is voor hen in relatie tot hun individuele mogelijkheden. Verder geven zij aan dat het bevorderend is

om de jongeren langer te begeleiden in de vorm van nazorg. Ze vinden het belangrijk om de

jongeren de mogelijkheid te geven om contact te zoeken wanneer er iets mis dreigt te gaan. Ook

wanneer de samenwerkingsrelatie opgehouden is. Nu “raakt het kind uit het oog” nadat de jongere

niet langer onder begeleiding is van een professional (schoolverlaten, doel bereikt).

En voor een werkgever die denkt. En vooral de mensen op de werkvloer zijn het vaak zat elke

keer weer hetzelfde te zeggen ‘Heb je het nou nog niet begrepen’. ‘Daar heb ik geen zin meer

in’.

Taak & Rolverdeling

Er wordt door verschillende professionals benoemd dat voor integraal werken het van belang is dat

er een goede taakverdeling is. Aangegeven wordt dat het belangrijk is dat er één professional is die

de regie heeft en een brugfunctie naar de andere professionals vervult. Om dit te bereiken vinden de

professionals het van belang om hetzelfde doel na te streven, gebruik te maken van elkaars

expertise en bovenal kennis te hebben van elkaars functie en rol. Om de jongeren snel door te

verwijzen naar een passende professional is het volgens de professionals van belang om kennis van

elkaars functie en rol te hebben, zodat gebruik gemaakt van worden van elkaars expertise.

Daarnaast zijn de professionals van mening dat bij signalering er sneller gehandeld zou kunnen

worden in de doorverwijzing en kan voorkomen worden dat een jongere uitvalt. De professionals

zeggen dat flexibiliteit in het eigen handelen van belang is om maatwerk voor de jongeren te bieden

Page 28: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

28

en de benodigde samenwerking op te zoeken. Hierbij geven zij aan dat het belangrijk is om soms

buiten hun kaders te kijken. Een oplossingsgerichte houding werkt bevorderend voor het leveren

van maatwerk voor de jongere en het integraal werken.

Ja, ik denk dat je één eindverantwoordelijk zou moeten hebben en dan kom je al een heel

eind.

Zelfreflectie

De professionals geven aan dat het van belang is om kritisch naar jezelf als professional en als

persoon te kijken. Daarbij zou een bevorderende factor zijn om een frisse blik vanuit net ingetreden

professionals toe te voegen. Een andere professional is van mening dat iedereen moet reflecteren

en het werken met kwetsbare jongeren in de overgang van onderwijs naar arbeid. Dit zorgt voor

inzichten binnen het eigen werkgebied, namelijk wat er nu goed gaat en wat er beter kan. Verder

zorgt dit volgens de professional voor beter zelfinzicht.

Ik denk dat je altijd moet kijken naar jezelf of je functioneert, of de doelgroep prettig bij je

voelt. kijk ik vind belangrijk dat mensen, ik eh, je moet eigenlijk iedere dag als je gewerkt

hebt moet je kijken van oh ja wat heb ik vandaag gedaan, wat kan ik beter doen.

Naast de zelfreflectie en het zelfinzicht voor de professionals, wordt ook zelfreflectie bij jongeren als

bevorderend aangegeven. De professionals geven aan dat dit ervoor zorgt dat zij een realistische

denkwijze ontwikkelen over hun eigen mogelijkheden. Dit zorgt er volgens de professionals voor dat

de jongeren geen kloof ervaren tussen wensen en realistische mogelijkheden bij het zoeken naar

een baan. Wanneer de jongeren minder zelfinzicht hebben leidt dit tot een minder realistische

denkwijze volgens de professionals.

Soms zal het ook een stuk acceptatie zijn. Dat het gewoon niet voor hem is weggelegd.

Onderwijs

In een enkel interview staat het onderwerp ‘onderwijs’ meer centraal. Door een professional wordt

aangegeven dat er meer tijd moet komen voor de jongere om aan competenties te werken. Dit biedt

de mogelijkheid voor de jongere om alsnog competenties en de opleiding te behalen. Deze

professional geeft echter ook aan dat het nadeel hiervan is dat competenties niet altijd aan te leren

zijn en er soms geen compensatiemogelijkheden zijn, waardoor een opleiding niet passend is bij een

jongere. Een andere belemmerende factor volgens deze professionals is dat in sommige gevallen pas

later een diagnose bekend is, waardoor er minder rekening gehouden kan worden met eventuele

extra ondersteuning die de jongere nodig heeft. Ook komt het voor dat pas na het uitvallen een

diagnose wordt vastgesteld. Bij studenten binnen het HBO wordt geen nazorg geboden, de jongeren

raken na het verlaten van de school uit het oog, waarbij er geen verder ondersteuning geboden

wordt waar nodig.

Nou dat is dan meer het onderwijs in zijn geheel. Dat die niet altijd zo flexibel is om van

bestaande curricula of euh competenties studiepunten af te kunnen wijken. Iedereen die

diploma krijgt moet daaraan voldoen en ook nog zo’n beetje op die weg. Je kan qua tijd wel

Page 29: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

29

zeggen langer over doen of wat spreiden. Maar de toetsen die aangeboden worden die

moeten gedaan worden.

Financiën

Diverse professionals laten weten zich belemmerd te voelen in hun handelen om financiële redenen.

Voor ondersteuning, projecten en trajecten is geld nodig en dit is er veelal niet. Dit belemmert zowel

het integraal werken als de overgang van de kwetsbare jongeren van onderwijs naar arbeid.

Wat de professionals als een mogelijke bevordering voor het aantal werkplekken voor kwetsbare

jongeren geven is het subsidiëren van de werkgever. Zij zijn van mening dat een werkgever eerder

geneigd is om een kwetsbare jongere aan te nemen, wanneer er een subsidie tegenover staat. Dit

gebeurt volgens de professionals op dit moment te weinig.

Misschien moeten werkgevers nog meer euh gesubsidieerd worden.

Alleen er moet gewoon iets tegenover staan voor die werkgever.

Een belemmerende factor ten aanzien van het financiële aspect voor de werkgever volgens de

professionals is de effectiviteit en de productiviteit van de jongere. Ze ervaren dat de jongeren wat

meer tijd nodig hebben om taken uit te voeren en dat de ondersteuning bij die jongeren wat hoger

moet zijn dan bij andere werknemers. Dit zorgt ervoor dat de effectiviteit en productiviteit wat lager

ligt. Ook de ondersteuning kost tijd van de werkgever of andere werknemers, waardoor zij ook aan

productiviteit en effectiviteit in moeten leveren. De indicatie baanafspraak wordt hierin voor

jongeren veel als een bevorderende factor benoemd, gezien de effectiviteit en productiviteit

hierdoor niet in geding komt. Middels deze indicatie baanafspraak krijg de jongere intensieve

ondersteuning op de werkplek, waarbij het werk aangepast wordt op hun mogelijkheden.

Ja bij indicatie-banenafspraak verdienen jongeren volgens mij ook écht het minimale

inkomen en dan kunnen ze heel veel ondersteuning krijgen en dat zijn gewoon uhm,

bepaalde werkplekken waar ze kunnen werken uhm, en dan wordt het werk aangepast op

hun uhm, mogelijkheden.

Conclusie

Werkzame factoren die professionals kunnen versterken in hun werk zijn met name gericht op

onderlinge communicatie en helderheid over de taak- en rolverdeling. Professionals geven aan dat

de rol van werkgevers bij passende begeleiding op de werkplek meer aandacht mag krijgen. Werken

aan zelfregie van jongeren is in het werken met jongeren vaak onderbelicht. Door toenemende

bureaucratie is dit een moeilijk opgave omdat het om jongeren met een ondersteuningsbehoefte

gaat.

4.2 Casestudy

Dit deelonderzoek is een verdiepende casestudy gericht op de ervaringen van één persoon (27 jaar)

met ondersteuningsbehoefte in zijn zoektocht naar Passend Onderwijs naar Passende Arbeid. Bij de

start van dit deelonderzoek konden de studenten voortbouwen op drie documenten, namelijk een in

kaart gebrachte levensloop, een beschrijving van zijn levensverhaal en een sociale netwerkkaart van

Page 30: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

30

deze persoon. Dit deelonderzoek focust op de vraag: Welke werkzame factoren versterken

professionals om samen met jongeren en andere betrokken partijen te werken aan van Passend

Onderwijs naar Passende Arbeid?

In deze studie zijn naast de jongere zelf ook zijn ouders, beste vriend en persoonlijke begeleiders

(professionals) vanuit diverse organisaties betrokken geweest.

Werkend in de begeleiding

Uit dit onderzoek blijkt dat in het verleden veel begeleiders verschillende manieren van begeleiding

hebben toegepast die wel, dan wel niet gewerkt hebben. De essentie van de werkende factor in de

begeleiding is dat de relatie begeleider en jongere op basis van een persoonlijke klik,

gelijkwaardigheid, respect en vertrouwen gebaseerd moet zijn. Een betrokkene zegt: ''Bij hem is dat

echt fundamenteel, want als je … eenmaal begrijpt, ja dan heb je ook een stevige relationele band

met elkaar. Anders laat …je niet toe in zijn bevattingsvermogen.''

Ook wordt geconcludeerd dat een waarderende benadering positief werkt en invloed heeft het

zelfvertrouwen van de jongere. Ook het samen bepalen van de spelregels is werkzaam voor deze

jongere. Hieruit kan opgemaakt worden dat het aansluiten op de leefwereld en het begrijpen van

zijn denkwereld een voorwaarde zijn voor professionals om samen te werken en samen te leren met

de jongere om tot vervolgstappen te komen.

Niet werkend in de begeleiding

De jongere in dit deelonderzoek toont een neiging om dingen onder voorbehoud te doen. Dit leidt er

enerzijds toe dat hij niet wordt afgerekend op zijn afspraken. Dit geeft hem een gevoel van veiligheid

en ruimte om te doen naar eigen inzicht. Dit remt echter bij deze jongere de mogelijkheid om ander

soortige ervaringen op te doen. Zo blijkt uit de uitspraak van een betrokkene: ‘’In zijn manier van

kiezen, zit altijd een soort van voorbehoud... Hij probeer ook niks echt met volle overtuiging’’.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat het een spanningsveld kan zijn hoe de begeleiding hem aan

kan zetten tot ontwikkeling en het opdoen van nieuwe ervaringen om de noodzakelijke

(werknemers)vaardigheden te ontwikkelen. Hierbij wordt opgemerkt dat de Wajong uitkering ook

gezien kan worden als een barrière om nieuwe ervaringen op te doen omdat de Wajong-uitkering

hoger is dan de lonen van de meeste banen. Dit heeft een negatief effect op zijn motivatie om te

gaan werken.

Invloed samenwerking netwerk

Verschillende partijen rondom de jongeren hebben afzonderlijk contact met hem. Af en toe is sprake

van afstemming tussen alle betrokkenen rondom hem. De betrokkenen hebben de verwachting dat

de jongere een centrale schakel is en daarmee ook afzonderlijke begeleidingsgesprekken en

afspraken met elkaar kan verbinden en daarin een eigen regie kan voeren. Een betrokkene zegt:

“Iemand doet iets met … en daar zit wat kennis. Maar … is de centrale persoon waar het neergelegd

wordt en daar gebeurt weer wat anders. Maar uiteindelijk pakt … dus dan die dingen niet''.

Er is gebrek aan afstemming over wat verstaan wordt onder zelfregie van de jongere en gebrek aan

integraliteit onder de betrokkenen in het netwerk van de jongere en zoals een betrokkene

concludeert: “Gebrek aan integraliteit. We doen allemaal een stukje, maar niemand kan van de hele

taart genieten.” Vanuit het netwerk heersen daarom verschillende verwachtingen rondom de

Page 31: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

31

jongere en zijn afzonderlijke, individuele verwachtingen niet op elkaar afgestemd waardoor geen

eensluidende strategie is in benaderingswijze, begeleidingswijze en in het aanspreken van de

jongere op verwachtingen en de acties die zijn uitgezet. Integraliteit en collectiviteit ontbreken

waardoor de jongere ruimte heeft om eigen regie op zijn manier in te vullen. Hierdoor ontstaan

dilemma’s in het proces van Passend Onderwijs naar passend werk en teleurstellingen bij zowel de

jongere als de betrokkenen om hem heen.

Conclusie

In deze casestudy is naar voren gekomen dat de manier van samenwerken tussen betrokkenen

onderling en tussen betrokkenen met deze jongere van belang is in het leren van de juiste

vaardigheden om te komen tot passend werk. Samenwerking tussen alle betrokkenen zorgt voor een

verhoogde kwaliteit van een begeleiding, dan wel interventie en leidt tot een betere aanpak (Van

Weele & Kuiper, 2008; Pijnenburg, 2010). Het is hierbij van belang om verwachtingen in een

samenwerkingsverband te verhelderen, zoals: rollen, gedrag, belangen en ambities (Van de Steeg,

2016). Het ontbreken van integrale samenwerking tussen alle partijen en het ontbreken van een

eenduidig begrip over wat verwachtingen en mogelijkheden zijn van een jongere zijn basis voor

teleurstellingen en dilemma’s die ervaren worden. Werkende factoren om jongeren succesvol te

begeleiden binnen van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid start met elkaar begrijpen over

verwachtingen en het afgestemd zijn op de mogelijkheden van een jongere. In deze casestudy werd

zichtbaar dat zelfregie verschillend werd opgevat door betrokkenen. Het was een verwachting dat

de jongere zelf verschillende aspecten in de begeleiding kon verbinden en afspraken met de één

kon verwoorden naar anderen in zijn netwerk. Het lijkt vanzelfsprekend dat samenwerking binnen

een netwerk essentieel is en dat verwachtingen op één lijn dienen te zitten om passende begeleiding

te geven aan jongeren. Uit deze casestudy is gebleken dat betrokkenen zich hier in de praktijk niet

altijd bewust van zijn. Dit inzicht mag gezien worden als dat vooraf niet uitgegaan mag worden van

het kennen en herkennen van elkaars verwachtingen en het kennen van elkaars jargon. Hierdoor

kunnen jongeren belemmerd worden in hun ontwikkeling en in hun leerproces van noodzakelijke

(werknemers) vaardigheden.

4.3 Leraren en jongeren

Dit deelonderzoek heeft plaats gevonden bij de onderzoekskring van de Hogeschool van Arnhem en

Nijmegen faculteit educatie i.s.m. het ROC Nijmegen. Voor dit deelonderzoek is de volgende

onderzoeksvraag geformuleerd:

Op welke manier vinden leraren dat zij rekening houden met verschillen tussen studenten en hoe

ervaren de studenten dat? Daarnaast zijn er richtinggevende deelvragen geformuleerd:

Welke percepties hebben leraren van de verschillen tussen studenten?

Op welke manier komen leraren tegemoet aan de verschillende ondersteuningsbehoeften

van studenten?

Hoe ervaren studenten dat er omgegaan wordt met hun ondersteuningsbehoeften?

De onderzoeksvraag en deelvragen hebben geleid tot verschillende studentonderzoeken van LiO-

stagiaires (Eindstage Leraar in Opleiding van HAN Instituut Leraar en School) over de volgende

thema’s: externaliserend gedrag van studenten, studenten die op een extreme manier hun emoties

Page 32: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

32

uiten; niveauverschillen in de klas bij Engelse les; executieve functies; getraumatiseerde jongeren;

keuzewerktijd-uren; gedragsstoornissen en taalangst.

Uit de studentderzoeken komt naar voren dat studenten van de opleiding educatie (LiO-stagiaires,

leraren in opleiding) in hun laatste stage en de docenten van ROC Nijmegen regelmatig aangeven

handelingsverlegen te zijn wat betreft het omgaan met verschillen in de klas. Er lijkt een kloof te

bestaan tussen de manier waarop jongeren en begeleiders de begeleiding van externaliserend

gedrag ervaren. Daarnaast komt de klassikale instructie niet tegemoet aan de verschillende

leervragen van individuele studenten. Vooral het organiseren van het omgaan met verschillen in de

klas blijkt moeilijk te zijn. De wil is er wel maar de vraag naar hoe dit te realiseren is groot. In

verschillende deelonderzoeken komt naar voren dat de docent ziet dat leerlingen meer individuele

begeleiding nodig hebben die zij niet altijd kunnen geven. Ook geven leerlingen zelf aan dat ze wel

merken dat leraren hun lessen of methodiek aanpassen aan hun behoeften maar dat ze soms wel

behoefte hebben aan meer individuele ondersteuning. De mate waarin leerlingen zich uitgedaagd

voelen door de opleiding verschilt ook waardoor hun studiemotivatie verschilt. Sommige leerlingen

geven aan dat deadlines ontbreken en dat ze die nodig hebben om gemotiveerd te blijven.

Leercoaches ervaren problemen op het leerplein omdat daar de groep erg groot is en de

persoonlijke band tussen de begeleider en student minder sterk is.

De manier waarop verschillen tussen leerlingen door leraren worden benoemd is door studenten te

categoriseren in verschillende groepen zoals bijvoorbeeld het indelen in verschillende cognitieve

niveaus of soorten gedragsproblemen. Leraren ervaren verschillen tussen jongeren maar weten nog

niet altijd hoe ze daarmee om kunnen gaan. Het team Passend Onderwijs doet veel voor speciale

studenten maar nog weinig in het professionaliseren van docenten om zoals ze zelf aangegeven “om

te gaan met de middenmoot die negatief afbuigt”.

Conclusie

Er is een kloof tussen de manier waarop jongeren en begeleiders de aangeboden begeleiding

ervaren. Er is handelingsverlegenheid van docenten om hun leerlingen adequaat te kunnen

begeleiden. Zowel leerlingen als docenten geven aan dat een persoonlijke band van belang is.

Docenten hebben behoefte aan begeleiding en professionalisering om hun studenten te kunnen

begeleiden. Mogelijk liggen hier nog kansen voor ROC Nijmegen om het team ‘Passend Onderwijs’ in

te zetten om leraren in de klas te ondersteunen of te professionaliseren zodat ze meer in staat

worden gesteld om met de verschillen tussen jongeren om te kunnen gaan.

4.5. Inzet van ervaringsdeskundigheid

Het deelonderzoek gericht op de inzet van ervaringsdeskundigheid van jongeren om de

arbeidsparticipatie te bevorderen geeft antwoord op de volgende vraag: Welke vormen van

ervaringsdeskundigheid van jongeren kan de arbeidsparticipatie van jongeren helpen te

bevorderen?

Het belang van deze vraag is voorgekomen uit de vorige deelonderzoeken. Van jongeren wordt in

een participatiesamenleving verwacht dat zij meer zelf doen samen met hun sociale netwerk, wat in

de praktijk zorgen en vragen oplevert (Movisie, 2012). Jongeren willen aan het werk en dat roept de

vraag op hoe zij zelf met hun ervaring en kennis kunnen bijdragen om dat te bereiken en ervoor

kunnen zorgen dat werkgevers zich meer open stellen om jongeren met een ondersteunings-

behoefte werk te bieden. Dit deelonderzoek richt zich op twee aspecten (vormen van inzetten van

Page 33: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

33

ervaringsdeskundigheid en ervaringen van werkgevers) en is in twee gescheiden delen door

studenten uitgevoerd. Het eerste deel was gericht op welke vormen van ervaringsdeskundigheid

onderscheiden kunnen worden. Het tweede deel was gericht op de mening van drie werkgevers

welke vormen van ervaringsdeskundigheid zij al inzetten en zouden willen inzetten. Binnen het

onderzoek wordt het begrip ervaringsdeskundigheid als volgt gehanteerd: Ervaringsdeskundigheid

ontstaat op het moment dat iemand zelf ervaring heeft met bepaalde problemen, reflecteert op

deze ervaringen, ervaringskennis heeft verkregen door te leren van ervaringen van anderen en die

van zichzelf en vervolgens de vaardigheden heeft opgedaan in een cursus of opleiding om deze

ervaringen op een goede manier in te zetten om anderen te ondersteunen in herstel en/of

empowerment (Experienced Experts, z.d.).

Vormen van ervaringsdeskundigheid

De verkregen vormen van ervaringsdeskundigheid als uitkomst van dit deelonderzoek zijn

gerangschikt op basis van vijf niveaus. Deze vijf niveaus zijn: (i) individueel niveau, (ii) groepsniveau,

(iii) institutioneel niveau, (iv) maatschappelijk niveau en (v) onderzoeksniveau (Van Bakel, Van

Rooijen, Boertien, Kamoschinski, Liefhebber & Kluft, 2013).

Vormen van ervaringsdeskundigheid Een ervaringsdeskundige kan…..

Individueel niveau - Studenten met een

ondersteuningsbehoefte op school

ondersteunen.

- In gesprek gaan met de werkgever over

de mogelijkheden van de jongeren met

een ondersteuningsbehoefte.

- Een meeloop dag organiseren voor een

jongeren met een

ondersteuningsbehoefte zodat inzicht

wordt verkregen wat de jongeren kan

en wil.

- Ingezet worden in een

sollicitatieprocedure om een brug te

slaan tussen werkgever en de

potentiele werknemer.

- Een online helpdesk op het gebied van

werk organiseren om vragen van

jongeren te beantwoorden

- Als maatje gekoppeld worden aan een

jongeren in begeleiding naar werk.

- Werknemers met een

ondersteuningsbehoefte op de

werkvloed zelf ondersteunen bij

praktische en sociale ondersteuning.

Page 34: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

34

Groepsniveau - Werknemers trainen hoe om te gaan

met een collega met een

ondersteuningsbehoefte

- Als teamleiders in een bedrijf fungeren

om als voorbeeldfunctie te fungeren,

werknemers te ondersteunen.

- Presentaties geven aan werkgevers

over omgaan met verschillende

ondersteuningsbehoeften.

- Presentatie geven aan

onderwijsprofessionals zodat jongeren

beter voorbereid kunnen worden op

werk.

- Workshops geven die gericht zijn om de

weg naar werk te bevorderen, zoals

sollicitatiegesprek voeren.

- Ontmoetingsactiviteiten voor jongeren

zelf organiseren ter inspiratie,

motivatie en stimulatie.

Institutioneel niveau - Binnen organisaties

ervaringsdeskundige jongeren

motivatie uurtjes geven aan jongeren

om te vertellen over eigen ervaringen

op weg naar werk en over werk.

- Meelopen bij een organisatie die

jongeren met een

ondersteuningsbehoefte in dienst

hebben om netwerk op te bouwen en

ervaringen op te doen.

- Werken bij het UWV om jongeren te

ondersteunen in het vinden van gepast

werk en medewerkers te trainen.

Maatschappelijk niveau - Jongeren promoten in het bedrijfsleven

door vooroordelen bij werkgevers weg

te nemen en positieve beeldvorming te

creëren.

- Bijeenkomsten organiseren om met

betrokken partijen om ervaringen te

delen, in samensprak te zoeken naar

oplossingen.

Onderzoeksniveau - Onderzoek doen naar vooroordelen in

de maatschappij om drempels te

Page 35: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

35

verlagen in mogelijkheden van

arbeidsparticipatie.

- Onderzoek doen naar een effectiviteit

van inzet van ervaringsdeskundigheid

Ervaringen van werkgevers

In dit deelonderzoek zijn vijf interviews afgenomen met werkgevers. Een filiaal manager van een

supermarkt, een bedrijfsleider bij Intratuin, een horecaondernemer, een eigenaar van een winkel

met horeca en een projectleider bij een sociale onderneming. Allen hebben werkmogelijkheden

gecreëerd zodat de jongeren met een ondersteuningsbehoefte deze werkzaamheden uit kunnen

voeren. De werkzaamheden zijn divers waarbij de mogelijkheden van de werknemers in

samenspraak met de werkgever is afgestemd en tot uitvoerbare taken zijn gemaakt.

Ik ben er namelijk van overtuigd dat als je met die mensen op zoek gaat naar het juiste dat zij

een hele fijne plek kunnen hebben, dat ze toch gewoon deel kunnen nemen aan al het sociale

wat onder het werk te bedenken valt en dat ze echt het gevoel hebben te voldoen.

Verder zijn tijdens een beurs van Inclusief Ondernemend Nijmegen gesprekken gevoerd met

belangstellenden over de inzet van ervaringsdeskundige jongeren. Werkgevers gebruiken het begrip

ervaringsdeskundigheid op wisselende manieren en hebben weinig kennis van het begrip zelf.

Werkgevers met kennis van de zorg, of met een eigen zorgachtergrond kennen de omschrijving van

het begrip wel en hanteren het op die manier (zie ook de omschrijving zoals deze binnen dit

onderzoek is gehanteerd). Eén werkgever geeft aan dat er naast ervaringsdeskundigheid veel

ervaringskennis is. Indien binnen de definitie gesproken wordt over ervaringsdeskundige is hier een

certificaat of diploma voor behaald. Volgens deze werkgever werkt dit als nadeel voor degene

zonder diploma. Deze mensen met ervaringskennis zouden net zo goed inzetbaar kunnen zijn. “Met

ervaringskennis doe je er ook toe”. Deze werkgever gaf aan dat er concurrentie plaats vindt tussen

de ervaringsdeskundige en iemand met ervaringskennis.

Voor mij is iemand met ervaringskennis net zo belangrijk als ervaringsdeskundigheid en ik

merk dat het voor sommige mensen met ervaring, welke op welk terrein dan ook, heerlijk

hangen aan dat papiertje en daar alsof ze daar een identiteit aan ontlenen en dat heel

belangrijk vinden.

Werkgevers geven aan dat bewustwording van het begrip en het op de juiste manier hanteren van

ervaringsdeskundigheid wel een voorwaarde is om met elkaar arbeidsparticipatie van jongeren te

bevorderen. Bekendheid met de hoeveelheid van vormen van inzet van ervaringsdeskundigheid

geeft werkgevers meer keuzes om dit toe te passen binnen hun eigen organisatie.

Een werkgever geeft aan dat een ervaringsdeskundige op de werkvloer, zowel op praktisch als op

sociaal gebied, een bijdrage kan leveren aan de arbeidsparticipatie van jongeren met een

ondersteuningsbehoefte. De ervaringsdeskundige dient als vertrouwenspersoon voor de werknemer

met een ondersteuningsbehoefte.

Page 36: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

36

Als ik tegen sommigen heel kort ben, dan denken zij dat zij aangevallen worden, terwijl ik dat

gewoon zie als ‘ik geef een opdracht, punt’. (…) Een ervaringsdeskundige kan de mensen met

een beperking helpen door ernaast te staan en af en toe wat zeggen van… goh hij bedoelt het

niet zo en een beetje… en ook het uitleggen van god je moet die spulletjes daar neer leggen,

sommigen begrijpen dat wel en anderen niet. Je pakt het dan samen op.

Ook kan het inzetten van ervaringsdeskundigen in de sollicitatieprocedure bijdragen aan de

arbeidsparticipatie van jongeren met een ondersteuningsbehoefte. Een ervaringsdeskundige binnen

het bedrijf kent de gang van en kan gerichter vragen stellen aan de potentiële werknemer in een

sollicitatiegesprek.

Een andere werkgever gaf een duidelijke visie weer waarin zij stelt dat haar bedrijf een afspiegeling

dient te zijn van de samenleving. De werkgevers stellen mogelijkheden van de werknemers centraal.

We kijken naar mogelijkheden wat kunnen ze wel en niet naar wat kunnen ze niet.

Wij denken niet in beperkingen wij denken juist in mogelijkheden.

Alle werkgevers gaven aan dat een relatie met de werknemer een belangrijke factor is om tot een

fijne samenwerking te komen, hierbij wordt vertrouwen benoemd. Op verschillende manieren

kunnen de werknemers binnenkomen bij het bedrijf, via een jobcoach, via een school/ stage, de

ouders of een sollicitatie vanuit de jongeren zelf. Bij elke manier is het van belang een klik te vinden

tussen werkgever en werknemer. Deze klik moet zorgen dat werknemers weten dat zij bij de

werkgever terecht kan en bijdraagt aan de vertrouwensband.

Wij moeten een klik hebben, maar vervolgens moet je ook een klik hebben met jouw

afdelingsmanager. Want is die er niet, dan gaat het van beide kanten niet werken.

Eén werkgever heeft negatieve ervaringen met het samenwerken met een jobcoach en vindt dat de

eigen belangen van de jobcoach voorop staan.

Dit vind ik fijn, hier gedij ik goed bij, ik vind het gewoon zo even prima. Maar de jobcoach die

krijgt pas een toeslag van het UWV als hij 24 uur binnen geharkt heeft. Dus die bleef maar

door pushen bij haar, dat ze naar 24 uur moest. Terwijl ze bij mij zei dat ze naar 24 uur

moest, maar het zelf niet wil. En toen dacht ik, dan zijn we echt met het verkeerde bezig.

Gelijkwaardigheid is een onderwerp wat bij alle werkgevers naar voren kwam. De werkgevers vinden

het van belang dat de werknemer geen stempel krijgt en wordt gezien als waardig collega. Iedereen

is even waardevol op zijn of haar eigen manier, werkgevers willen dat werknemers zichzelf kunnen

zijn. De enige verschillen tussen de reguliere werknemer en de werknemer met een

ondersteuningsbehoefte is de ondersteuning en de financieringsstroom, deze gaat vaak via een

andere weg.

De werkgevers zetten meerdere manieren van begeleiding in om de jongeren met een

ondersteuningsbehoefte te kunnen ondersteunen. Voorbeelden hiervan zijn: een op een

begeleiding, betrekken van ouders en controleren van werkzaamheden. Daarnaast hebben de

werkgevers gesprekken over de doelen met de werknemer en zijn systeem. Meerdere werkgevers

Page 37: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

37

gaven aan dat jongeren in eerste instantie niet denken dat de werkplek passend is. Uit ervaring blijkt

dat als de werknemer proefdraait of meekijkt in het begin dat de werknemer erachter komt of de

werkplek daadwerkelijk passend is.

Twee werkgevers hebben aangegeven samen te werken met de ouders. Deze samenwerking bestaat

uit gesprekvoering over bijvoorbeeld de doelen en de stand van zaken. Daarnaast zijn de ouders

vaak betrokken bij het vinden van passend werk voor hun zoon/dochter. Met name als de

werknemer net binnenkomt is het van belang af te stemmen tussen werkgever en ouder hoe de

ervaringen zich uiten bij de werknemer. Na verloop van tijd neemt de frequentie in het contact af.

Conclusie

Werkgevers geven aan dat zij meer bewust moeten worden van de verschillende vormen van

ervaringsdeskundigheid en hoe zij dit kunnen toepassen binnen hun eigen organisatie. Er zijn een

aantal die hierin mogelijkheden zien. Samenwerking tussen werkgevers en jongeren met

ervaringsdeskundigheid kan verder ontwikkeld en benut worden.

Page 38: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

38

Hoofdstuk 5 De spiegelbijeenkomsten

De spiegelbijeenkomsten vormen een verbinding in het doorlopende proces van onderzoek en

vormen een moment van reflectie op de verkregen inzichten. Deze bijeenkomsten kenden een

wisselende samenstelling van jongeren, professionals, werkgevers, stakeholders en kerngroep leden

betrokken bij het onderzoek. In onderstaand schema een overzicht.

Figuur 5. Schematische weergave onderzoek, focus op spiegelbijeenkomsten

5.1 Spiegelbijeenkomst 1: Meet & Eat met professionals

Jongeren met ervaringen verenigd in de Vliegende Brigade (zie ook hoofdstuk 1) hebben naar

aanleiding van de bevindingen uit het narratieve onderzoek samen met de onderzoekers een Meet

& Eat georganiseerd om de bevindingen uit het deelonderzoek ervaringen van jongeren te

bespreken met professionals. Aan de hand van deze bevindingen kwamen een aantal acties naar

voren. Deze acties zijn:

1. Werkgevers meer betrekken bij het PoPa onderzoek, bij de overgang van onderwijs naar

arbeid gaat het om jonge afhankelijke mensen die nog minder zelfbewust en assertief zijn

dan wellicht nodig voor de arbeidsmarkt.

2. Alle levensdomeinen die voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte van belang is

betrekken. Geen scheiding tussen wonen, werken en welzijn.

3. Ook is de inzet van ervaringskennis genoemd om te kijken wat jongeren zelf voor een

bijdrage kunnen leveren aan het vraagstuk. Een aantal jongeren hebben zich op basis van

deze avond verenigd in de Vliegende Brigade met als opdracht de inzet van ervaringskennis

te bevorderen door allerlei activiteiten en bijdrage aan het onderzoek.

Page 39: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

39

5.2 Spiegelbijeenkomst 2: In gesprek met professionals.

In de tweede dialoogbijeenkomst hebben professionals uit verschillende domeinen (onderwijs,

beleid, welzijn) en jongeren gereflecteerd op de verkregen inzichten op basis van de bevindingen uit

het eerste deelonderzoek ‘de ervaringen van jongeren’. Uit deze reflectie zijn de volgende thema’s

vastgesteld met daaraan gekoppeld leervragen voor het actieleertraject van professionals. De

verschillende thema’s zijn:

Thema 1. Complexiteit en bureaucratie

De begeleiding wordt door veel jongeren positief gewaardeerd op het moment dat deze praktisch van aard is

en op het moment dat de jongere het idee heeft dat de professional zich daadwerkelijk verdiept in wat er

nodig is. Jongeren met een ondersteuningsbehoefte hebben te maken hebben met een complex stelsel van

regelingen die op hen van toepassing zijn en dat zij daarbij verschillende professionals tegenkomen.

Professionals proberen jongeren zo goed mogelijk te laten participeren in onderwijs en arbeid, maar geven aan

vast te lopen in bureaucratie en vastgestelde kaders. Op het gebied van beroepscompetenties, als op het

gebied van samenwerkingsvaardigheden geven professionals aan dat er verbetering nodig is.

Hoe stap je als professionals buiten de protocollen?

Welke competenties zijn nodig om jongeren goed te kunnen begeleiden?

Thema 2. Jongeren ervaren kloof tussen school en arbeid

De overgang van school/studie naar werk vraagt volgens de jongeren om verbetering. Een vloeiende overgang

van school naar werk, met een goede overdracht van schoolprofessional naar arbeidsintegratieprofessional

zou hen helpen. De doelstelling van onder anderen de wet Passend Onderwijs op het vlak van afstemming

tussen onderwijs, gemeenten en lokale hulpverlening maar ook die van de Jeugdwet waarin de cliënt centraal

moet staan, wordt in de beleving van de onderzochte groep jongeren nog niet gehaald.

Wat is nodig om een doorgaande lijn te krijgen in de begeleiding van onderwijs naar arbeid?

Thema 3. Trajecten arbeidsintegratie verbeteren

Trajecten op het gebied van arbeidsintegratie worden als kort en gehaast ervaren en de jongeren ervaren ook

te weinig aandacht voor wat zij zelf willen bereiken. De insteek op korte trajecten die met name vanuit de

Jeugdwet wordt geïnitieerd, kan debet zijn aan het vinden van een echt passende plek. Daarbij speelt de focus

op wat iemand nog wel kan een rol. Bij een benadering die daarbij gericht is op wíllen in plaats van kunnen,

kan voor de jongeren het gevoel ontstaan dat zij het mislukken van een arbeidsplaatsing zelf veroorzaken, in

plaats van dat uitval wordt verklaard door een gebrekkige analyse en plan van aanpak aan de start van het

traject. Bij de overgang van onderwijs naar arbeid gaat het om jonge vaak afhankelijke mensen die dan nog

minder zelfbewust en assertief kunnen zijn dan wellicht nodig voor arbeidsmarkt

Hoe kunnen professionals ervoor zorgen dat jongeren positieve ervaringen opdoen om te kunnen

werken en beter inzicht krijgen in hun eigen mogelijkheden?

Wat is nodig om het traject van arbeidsintegratie te verbeteren?

Thema 4. Samenwerking met en tussen professionals op de terreinen wonen, onderwijs, zorg en welzijn

Het samenwerken met veel verschillende ondersteuners maakt dat jongeren niet goed weten bij wie ze

waarvoor terecht kunnen en dat er overlap of juist lacunes kunnen ontstaan in de hulpverlening. Ook door

professionals wordt de gebrekkige samenwerking met andere ondersteuners genoemd als complicerende

Page 40: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

40

factor in het begeleiden van de jongeren. Uit de casestudy uit dit onderzoek en andere onderzoek (de Bruïne,

Franssens, Jansen en van Veen, 2015) komt naar voren dat verschillende groepen professionals elkaars taal

niet spreken. Dit wordt door de jongeren nog versterkt met het beeld dat professionals elkaar überhaupt niet

treffen in de samenwerking.

Hoe kunnen we als professionals ervoor zorgen dat we elkaars taal spreken?

Hoe kan de ontmoeting tussen professionals worden bevorderd?

Thema 5. Werkgevers betrekken bij thema Passend Onderwijs naar Passende Arbeid

Het besef dat het vinden van een betaalde baan als jongere met een ondersteuningsbehoefte lastig is, ontstaat

veelal op het moment dat jongeren starten met solliciteren. Waar de begeleiding op school nog een bepaalde

constante factor vormt, kan het vinden van betaald werk, terwijl er aanpassingen op de werkplek nodig zijn,

een te groot obstakel zijn voor werkgevers om deze jongeren aan te nemen. Jongeren geven aan dat

werkgevers mede-eigenaar moeten zijn van het thema Passende Arbeid en hiervoor even veel

verantwoordelijkheid dragen als de andere partners. Er moet meer aandacht komen voor afstemming tussen

vraag en aanbod. Volgens jongeren denken werkgevers met name in functieprofielen in plaats van welke taken

passend zijn bij de mogelijkheden van de jongeren.

Hoe kunnen werkgevers partner en mede-eigenaar worden ten aanzien van dit thema?

Wat is er nodig dat werkgevers het belang inzien van Passende Arbeid voor jongeren met afstand tot

de arbeidsmarkt?

Thema 6. Jongeren willen gezien worden als mens met mogelijkheden en onmogelijkheden

Jongeren willen, ondanks de behoefte aan erkenning, niet als anders worden gezien dan hun leeftijdgenoten.

Ze willen niet alleen gezien worden als iemand met een ondersteuningsbehoefte. Hulpverlening moet in de

optiek van meerdere jongeren die zijn geïnterviewd meer op de achtergrond aanwezig zijn en ook moet hulp

niet blijven doorgaan als een jongere denkt zelf verder te kunnen.

Wat betekent deze behoefte van jongeren voor het handelen van professionals?

5.3 Spiegelbijeenkomst 3: Breekijzer bijeenkomst

In deze bijeenkomst staan de zes thema’s centraal, voortkomend uit eerdere spiegelbijeenkomsten

en besproken binnen het actieleertraject. De spiegelbijeenkomst in deze fase van het onderzoek

wordt ‘breekijzerbijeenkomst’ genoemd. De onderliggende reden is het forceren van voortgang op

de genoemde thema’s. Het principe van een breekijzer is dat deze morgen uitvoerbaar is met een

concreet handvat over het hoe en door wie. Gemixte groepen van studenten, professionals,

jongeren met ervaringen en leden van de kerngroep hebben de genoemde thema’s aangescherpt,

dan wel samengevoegd op basis van de inzichten uit het deelonderzoek’ ervaringen van

professionals’. Het resultaat van deze stap in de spiegelbijeenkomst is de formulering van vijf

thema’s:

1. Complexiteit en bureaucratie

2. Van (studie) loopbaan naar loopbaan

3. Samenwerking over grenzen heen

4. Werkgevers als cruciale partners

5. Persoonlijk profiel van jongeren staat voorop

Page 41: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

41

De vragen die in deze bijeenkomst aan elkaar gesteld zijn:

Hoe ziet de ideale toekomst er uit? (verbeelden zonder grenzen)

Welke kansen en mogelijkheden zien we per thema?

Wat hebben we daarvoor nodig?

Hoe zie jij jouw rol bij het realiseren van de idealen en ambities?

Hoe kunnen we ambities omzetten in breekijzers op weg naar ideale toekomst?

1. Complexiteit en bureaucratie

De ideale toekomst wordt bepaald door een ongedeeld budget sociaal domein en waarbij een

ontschotting plaatsvindt tussen de kloof 18+ en 18-. Een gemeenschappelijk doel en ambitie is

leidend en zorgt ervoor dat alle jongeren met een diploma en een baan een life coach hebben, die

als waakvlam ingezet wordt. In dit domein zijn professionals nodig die uit de wij-zij stand stappen en

elkaar als partners zien in een gezamenlijke ambitie jongeren met een ondersteuningsbehoefte te

begeleiden naar Passende Arbeid Dit vraagt om het principe van een ontmoeting waarmee

wederzijdse deskundigheid en vertrouwen wordt vergroot. Binnen dit thema erkent en betrekt de

gemeente stakeholders in doorlopende trajecten. De gemeente stelt budget vrij voor

experimenteerruimte (doorlopende trajecten). Ook werkgevers zijn essentiële partner in onderwijs

van deze jongeren. Hiervoor is wederzijdse informatie en wederzijdse principe van leren met elkaar

nodig. Openheid in problematiek van de jongere is nodig en bevordert ook een proces van

gezamenlijke zorg. In het onderwijs van de jongeren is meer aandacht gewenst om jongeren inzicht

te geven in hun eigen kracht en dat jongeren leren zelfbewust te zijn: “Ik heb mogelijkheden en ik

ben interessant voor de arbeidsmarkt”.

Breekijzer: De gemeente wil graag een gezamenlijke route voor jongeren formuleren op weg naar

Passende Arbeid in samenwerking met Stuurgroep Arbeidsmarkt Rijk van Nijmegen (SAR), Inclusief

Ondernemers Netwerk (ION), Werkgevers, Gemeente Nijmegen en Uitvoeringsinstituut

Werknemersverzekeringen (UWV).

1. Van (studie) loopbaan naar loopbaan

In dit thema gaat het om toekomst, kansen en mogelijkheden. Het belang van dit thema is om de

begeleiding van jongere de leefwereld centraal te stellen in plaats van de regels. Dit kan door

bijvoorbeeld al tijdens de studieloopbaan te kijken naar beroepsmogelijkheden. Onderwijs heeft hier

een socialiserende functie en kan jongeren empoweren naar groei in zelfverantwoordelijkheid en

eigenaarschap. Een begeleider die met de jongere meeloopt in het totale proces, maar met name in

de overgang van onderwijs naar arbeid zorg voor een duwtje in de rug. Het inzetten van

ervaringsdeskundigheid wordt gezien als een mogelijkheid om deze overgang van onderwijs naar

arbeid voor alle betrokkenen te vereenvoudigen en mogelijk te maken. Dit idee vraagt om nader

onderzoek en de bereidheid van de gemeente om dit proces te faciliteren door bijvoorbeeld een life

coach in te kopen

Breekijzers:

- De gemeente regelt experimentele regelruimte waarbij niet de regels maar de jongere zelf

centraal staat in het proces van studieloopbaan naar een loopbaan binnen het domein van

arbeid.

Page 42: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

42

- Organiseren van een vragenuur voor jongeren (met ondersteuningsbehoefte) met praktische

vragen over bijv. solliciteren, registraties etc. Ervaringsdeskundigen kunnen tijdens dit

vragenuur een rol spelen. Dit vraagt om een actie van studieloopbaanbegeleiders in het

onderwijs.

- Wederzijdse handelingsverlegenheid van zowel de jongere als de werkgever in

sollicitatieproces is onderdeel van het onderwijs. Dit vraagt om een actie van

studieloopbaanbegeleiders in het onderwijs.

- Elke jongere met een ondersteuningsbehoefte heeft een eigen loopbaandossier en geeft

toegang aan alle betrokken partners. Een goed voorbeeld is de werkwijze van Pluryn. Deze

organisatie gaat uit van zelfregie en digital health service (zie ook

https://www.pluryn.nl/over-pluryn/rd-en-innovatie/digital-health-center). Dit vraagt om een

vervolgstudie.

- Netwerkevents voor studenten en organisaties op diverse onderwijslocaties (bijvoorbeeld

Hogeschool Arnhem Nijmegen en ROC) kan ondersteunend zijn om zowel studenten als

professionals over de streep te trekken om te doen, te denken en te leren in andere vormen

van begeleiding.

2. Samenwerking over grenzen heen

De toekomst is een toekomst zonder grenzen in beleidsterreinen en met doorlopende financiële

budget processen. In deze toekomst is het nodig om expertises te combineren om grenzen te laten

vervagen. Dit geldt niet alleen voor professionals binnen het onderwijs maar ook voor het onderwijs

waar studenten worden opgeleid als professionals in educatie. Ideeën die naar voren gebracht

worden binnen dit thema zijn bijvoorbeeld om onderwijsprofessionals te ‘verplichten’ om 1 a 1,5

jaar in speciaal onderwijs te laten werken, meer casussen bespreken in multi-professionele verband

en investeren in netwerkontwikkeling zowel wat betreft de informele - als formele zorg.

Breekijzers:

- Een maatjesproject onder/met docenten vanuit welzijn, zorg en professionals. Ontwikkelen

van samen leren en samen werken in netwerken. Dit vraagt om nader onderzoek hoe dit een

vervolg kan krijgen

- Versterken van de samenwerking tussen onderwijs en onderzoek als kennisintensief en

duurzaam netwerk. Denk bijvoorbeeld aan een opleiding overstijgende onderzoekskring

waarbij educatie, arbeid, zorg en welzijn bij betrokken zijn. Dit vraagt om nader onderzoek.

3. Werkgevers als cruciale partners

Werkgevers moeten meer hun rol pakken op dit thema en als werkgever kansen en mogelijkheden

leren zien van jongeren met een ondersteuningsbehoefte binnen de eigen organisatie. Dit betekent

een verandering in mindset van alle betrokkenen in het traject van jongeren van Passend Onderwijs

naar Passende Arbeid. Werkgevers als partners in leren en werken zijn daarin cruciaal en van grote

meerwaarde zijn. Ook jongeren moeten hierin hun rol versterken en leren uitgaan van wat er

mogelijk is en nagaan hoe zij zelf hun meerwaarde ten dienste kunnen stellen aan werkgevers.

Jongeren kunnen meer leren wat hun eigen kracht is en hoe zij deze kunnen inzetten in het

arbeidsproces. In dit thema kan geleerd worden van goede voorbeelden. Sociale ondernemingen

Page 43: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

43

slagen bijvoorbeeld vaker om jongeren naar een reguliere werkplek te begeleiden. Succesvolle

werkgevers samenbrengen in een netwerk wordt.

Breekijzers:

- Leren in netwerken van werkgevers en onderwijsprofessionals en jongeren met een

ondersteuningsbehoefte. Dit vraagt om netwerkgerichte mensen met een groot

uithoudingsvermogen en de wil om te leren met en van elkaar.

- Onderzoek naar het DNA van succesvolle ondernemers en succesvolle werkgevers.

Onderzoek naar wat geleerd kan worden van goede voorbeelden en wat daarin werkzame

factoren zijn.

- Binnen het onderwijs meer aandacht voor wereldoriëntatie waarbij jongere en werkgever

elkaar leren kennen. Wederzijdse meeloopdagen en gesprekken zouden elk jaar verplicht

moeten zijn waarbij alle betrokken in dit proces elkaar ontmoeten, samenwerken en samen

leren.

- Werkveldcommissies van Hogeschool Arnhem en Nijmegen betrekken bij thema Passende

Arbeid voor eigen studenten.

4. Persoonlijk profiel van jongeren staat voorop

Dit thema is gericht op het meer centraal stellen van de leefwereld van de jongere in het hele

proces. Dit betekent een warme overdracht van school van herkomst naar vervolgopleiding en van

opleiding naar arbeidsplaats. Hierbij leert de jongere dat hij een centrale rol heeft in het proces. De

jongeren als leerling-student-werknemer leert eigen overdracht te geven en leert zijn (on)

mogelijkheden verwoorden. Daarbij moeten alle betrokken bereid zijn om op deze manier

overdracht te laten plaatsvinden en het belang inzien van elkaars taal te leren spreken.

Breekijzer:

- Een pilot (experiment) organiseren rondom een (groept) jongere (n) om samen te leren en

leren inzetten van eigen ervaringen in relatie tot werkgevers

- De kracht van jongeren verder organiseren en versterken zodat zij ook toegerust zijn eigen

ervaringen in te zetten in het proces naar werk.

Conclusie

De breekijzers zijn geformuleerd en kunnen input opleveren voor een doorstart van het thema van

Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte in de

werkplaats Sociaal Domein

5.4 Spiegelbijeenkomst 4: In gesprek met werkgevers

Jongeren met ervaringskennis en werkgevers hebben samen gesproken over werkzame factoren ten

aanzien van inzet van jongeren met een ondersteuningsbehoefte.

Werkgevers geven aan dat jongeren zelf ook een eigen verantwoordelijkheid hebben in dat proces

van vinden van Passende Arbeid. Zij ervaren dat vaak de verantwoordelijkheid bij werkgevers wordt

neergelegd als er sprake is van problematiek en het ontvangen van ondersteuning, denk

bijvoorbeeld als iemand schuldhulpverlening nodig heeft.

Page 44: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

44

Het MKB staat open voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat betekent wel dat een

werkgever bekend moet zijn met de mogelijkheden voor ondersteuning en daarin ontlast wordt van

veel zoek- en regelactiviteiten. Om volwaardige arbeidsplekken te creëren voor jongeren is

communicatie over wederzijds verwachtingen noodzakelijk en dienen collega’s vanaf de start

meegenomen te worden in wat het betekent om samen te werken met jongeren met een

ondersteuningsbehoefte. Dit proces vraagt om voortdurend en continu proces van monitoren om

met openheid te leren van de vraagstukken die dat oproept.

Nu wordt door jongeren en werkgevers een grote knip ervaren tussen de ondersteuning op school

en het werkende leven. Een oplossing hiervoor kan zijn dat jongeren meer leren zelf regie te voeren

en dat betrokken inzicht hebben in he totale proces wat jongeren doorlopen om van onderwijs de

overstap te maken naar Passende Arbeid. Het elkaar kennen als partners wordt gezien als een

voorwaarde voor het welslagen van deze overgang.

Werkgevers zijn sociaal ondernemend vanuit een ideaal en vanuit een persoonlijke motivatie. Dit is

een krachtig middel om te benutten en jongeren te laten leren in een netwerk van deze

ondernemers. Deze persoonlijke motivatie en maatschappelijke verantwoordelijkheid van

werkgevers blijken succesfactoren te zijn voor arbeidsplaatsing van jongeren met een

ondersteuningsbehoefte. Anders zijn starters op de arbeidsmarkt vaak binnen twee jaar weer

vertrokken.

Conclusie

Verantwoordelijkheid van werkgevers, van jongeren zelf en begeleidende professionals is van belang

om te kunnen werken aan duurzame arbeidsplaatsen voor jongeren. De begeleiding betreft dan

jongeren begeleiden op alle levensdomeinen. Werkgevers een belangrijkere rol geven vanuit hun

persoonlijke en maatschappelijke motivatie is een belangrijke succesfactor.

Page 45: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

45

Hoofdstuk 6 De rode draad

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal overstijgende inzichten die uit deelonderzoeken naar

voren komen in het licht van de gestelde doelen. Het doel van het onderzoek was om vertrekkend

vanuit de leefwereld van jongeren professionals te versterken om integraal maatwerk te leveren en

om beleidsmakers uit te dagen om de kloof tussen leefwereld van jongeren en systeemwereld te

dichten. In dit hoofdstuk gaan we in op de betekenis van de resultaten voor jongeren, professionals

en beleidsmakers. De deelonderzoeken leveren het resultaat dat in het thema Passend Onderwijs

naar Passende Arbeid vijf thema’s van invloed zijn op het leveren van individueel integraal maatwerk

om jongeren te ondersteunen in deze overgang (zie hoofdstuk 5).

1. Complexiteit en bureaucratie

Veel jongeren waarderen de begeleiding als positief op het moment dat deze begeleiding praktisch

van aard is en op het moment dat de jongere het idee heeft dat de professional zich daadwerkelijk

verdiept in wat er nodig is. Jongeren met een ondersteuningsbehoefte hebben te maken hebben

met een complex stelsel van regelingen die op hen van toepassing zijn en dat maakt dat zij daarbij

verschillende professionals tegenkomen. Professionals proberen jongeren zo goed mogelijk te laten

participeren in onderwijs en arbeid, maar geven aan vast te lopen in bureaucratie en vastgestelde

kaders. De invloed van financiering speelt hierbij een belangrijke rol waardoor verkokering blijft

bestaan in de begeleiding van jongeren. Dit bemoeilijkt de overgang van school naar werk. Nieuwe

beleidsregels zorgen voor dilemma’s. Op het gebied van beroepscompetenties, bijvoorbeeld op het

gebied van samenwerken ervaren professionals elkaar eerder als concurrent dan als partners in de

begeleiding van jongeren. Professionals ervaren nog een afstand naar beleidsmakers die volgens hen

medeverantwoordelijk zijn dat zij zich bekneld voelen in de uitvoering van hun werk. Ditzelfde geldt

ook voor hun eigen leidinggevenden. Beleid sluit volgens hen te weinig aan bij leefwereld van

jongeren. Beleidsmakers geven aan dat professionals te weinig ruimte pakken om de kaders op te

rekken. Professionals geven aan dat er meer regie vanuit de gemeente gewenst is.

2. Van studieloopbaan naar loopbaan

De jongeren zijn van mening dat de overgang van school/studie naar werk moet verbeteren. Een

vloeiende overgang van school naar werk, met een goede overdracht van schoolprofessional naar

arbeidsintegratieprofessional is hierbij helpend. De doelstelling van onder andere de wet Passend

Onderwijs om afstemming te realiseren tussen onderwijs, gemeenten en lokale hulpverlening maar

ook de doelstelling van de Jeugdwet dat de jongere centraal moet staan, wordt in de beleving van de

onderzochte groep jongeren nog niet gehaald.

Trajecten op het gebied van arbeidsintegratie worden als kort en gehaast ervaren en de jongeren

ervaren ook te weinig aandacht voor wat zij zelf willen bereiken. De insteek op korte trajecten die

met name vanuit de Jeugdwet wordt geïnitieerd, kan debet zijn aan het vinden van een echt

passende plek. Daarbij speelt de focus op wat iemand nog wel kan een rol. Bij een benadering die

daarbij gericht is op wíllen in plaats van kunnen, kan voor de jongeren het gevoel ontstaan dat zij het

mislukken van een arbeidsplaatsing zelf veroorzaken, in plaats van dat uitval wordt verklaard door

een gebrekkige analyse en plan van aanpak aan de start van het traject. Bij de overgang van

onderwijs naar arbeid gaat het om jonge, vaak afhankelijke mensen die dan nog minder zelfbewust

en assertief kunnen zijn dan wellicht nodig voor arbeidsmarkt.

Page 46: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

46

De inzet van ervaringsdeskundige jongeren kan een bijdrage leveren om de overgang van school

naar werk te begeleiden. De begeleiding zou dan gericht zijn op de jongere maar ook op het

ondersteunen van de werkgever. Meer zicht moet komen op wat ervaringsdeskundigheid inhoudt en

hoe hier in de toekomst meer gebruik van gemaakt kan worden.

3. Samenwerking over grenzen heen

Het samenwerken met veel verschillende ondersteuners maakt dat jongeren niet goed weten bij wie

ze waarvoor terecht kunnen en dat er overlap of juist lacunes kunnen ontstaan in de ondersteuning.

Ook door professionals wordt de gebrekkige samenwerking met andere ondersteuners genoemd als

complicerende factor in het begeleiden van de jongeren. Dit wordt door de jongeren nog versterkt

met het beeld dat professionals elkaar überhaupt niet treffen in de samenwerking.

Van samenwerkend leren over grenzen heen is nauwelijks sprake. Het actieleertraject gaf aan dat

professionals dit traject bovenop hun werk zagen en nog te weinig als onderdeel van hun werk.

4. Werkgevers als cruciale partners

Het besef dat het vinden van een betaalde baan lastig is, ontstaat veelal op het moment dat

jongeren starten met solliciteren. Waar de begeleiding op school nog een bepaalde constante factor

vormt, kan het vinden van betaald werk, als er aanpassingen op de werkplek nodig zijn, een te groot

obstakel zijn voor werkgevers om deze jongeren aan te nemen. Jongeren geven aan dat werkgevers

mede-eigenaar moeten zijn van het thema Passende Arbeid en hiervoor evenveel

verantwoordelijkheid dragen als de andere partners. Er moet passende aandacht komen voor

afstemming tussen vraag en aanbod. Volgens jongeren denken werkgevers met name in

functieprofielen in plaats van welke taken passend zijn bij de mogelijkheden van de jongere.

Ervaringsdeskundigheid van jongeren kan ingezet worden om werkgevers meer te betrekken bij het

thema Passend Onderwijs naar Passende Arbeid.

5. Persoonlijk profiel van jongeren staat voorop

Jongeren willen, ondanks de behoefte aan erkenning, niet als anders worden gezien dan hun

leeftijdgenoten. Ze willen niet alleen gezien worden als iemand met een ondersteuningsbehoefte.

Hulpverlening moet in de optiek van meerdere jongeren die zijn geïnterviewd, meer op de

achtergrond aanwezig zijn en ook moet hulp niet blijven doorgaan als een jongere denkt zelf verder

te kunnen. Professionals geven aan dat er in het onderwijs meer aandacht moet zijn voor het

begeleiden van jongeren in het krijgen van een goed zelfbeeld en mogelijkheden. Hier zit een

spanningsveld tussen wat jongeren vinden en professionals.

Overstijgend inzicht

In de vijf thema’s wordt een rode draad zichtbaar die verwoord kan worden als ‘het verlangen naar

samenwerken’ in netwerken met alle betrokken partners in het proces van jongeren op zoek naar

Passende Arbeid, over de schaduw van de systeemwereld heen en met wederzijdse erkenning voor

ieders rol, mogelijkheden en belangen.

Vertrekkend vanuit de leef- en werkwereld van jongeren, professionals en werkgevers is uit dit

onderzoek naar voren gekomen dat iedere betrokkene zoekt vanuit het eigen perspectief naar een

goede, passende vorm van begeleiding voor de jongere die de overstap maakt van Passend

Onderwijs naar Passende Arbeid. In die zoektocht loopt iedereen aan tegen schotten tussen wet- en

Page 47: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

47

regelgeving en financieringsstromen. Daarnaast ervaren alle partijen de gevolgen van de

liberalisering van de samenleving (elkaars concurrent in plaats van partner in samen werken) en de

intrinsieke opdracht van de participatie samenleving dat een ieder dient bij te dragen aan een

sociale sterke basis met kansen op Passend Onderwijs naar passend werk voor iedereen. Dit vraagt

om het erkennen van ieders omstandigheden en het bieden van een perspectief waarin

samenwerking tussen alle betrokkenen het uitgangspunt is (Verharen, 2017). Het is nodig om over

de schaduw van bestaande grenzen heen te stappen en elkaar te gaan erkennen als partners met

een gezamenlijk doel, namelijk jongeren zo passend mogelijk begeleiden naar de arbeidsmarkt.

Op dit moment ervaren professionals eerder een gevoel van beknelling in regels, structuren en de

daaruit voortvloeiden verwachtingen. Professionals ervaren veel regeldruk en weinig eigen

discretionaire ruimte om te kunnen handelen naar eigen bevinding om daarin het goede te kunnen

doen (Van Bodegom, 2017). Ook jongeren voelen zich niet gezien in de mogelijkheden die zij

bezitten en in de rol die zij willen innemen binnen de samenleving. Ook zij dromen van een positie

op de arbeidsmarkt met ruimte voor ontplooiing. Jongeren ervaren begeleiding nu als een keurslijf

waarin de ruimte ontbreekt om te groeien naar eigenaarschap op die zaken die er voor hen toe doen

(Meesters, 2018). Werkgevers daarentegen zien hun eigen sterkte intrinsieke, persoonlijke motivatie

om sociaal ondernemer te zijn juist als kracht om bij te dragen aan passend arbeidsplaatsen voor

jongeren met een ondersteuningsbehoefte. Werkgevers ervaren daarbij ook dat samenwerking over

de grenzen heen van belang is en nu belemmerend werkt om jongeren echt perspectief op langer

termijn te bieden.

Vanuit dit inzicht kan geconstateerd worden dat professionals, jongeren en werkgevers zoeken naar

ruimte om samen te werken en samen passende vormen van begeleiding te vinden voor jongeren op

weg naar een passend plek op de arbeidsmarkt. Schotten, regeldruk en ontbreken van eigen

discretionaire ruimte en het hebben van een afhankelijkheidspositie kunnen gezien worden als

remmende factoren in een effectieve, passende begeleiding van jongeren naar Passende Arbeid.

Omgekeerd kan dit gezien worden als het verlangen naar ruimte om te werken in netwerken, zoeken

naar partnerschappen, zoeken naar passende vormen van eigenaarschap en elkaar waarderen in de

mogelijkheden die nodig zijn om tot daadwerkelijke arbeidsplaatsing van jongeren te komen. Dit kan

gezien worden als het erkennen van pluraliteit en ambiguïteit (Van Bodegom, 2017). Een benadering

van het verminderen van de regeldruk kan echter niet opgevat worden als het verkrijgen van meer

professionele vrijheid (Meurs, 2014). Om daadwerkelijk tot meer vrijheid in effectief handelen en

samenwerken van alle betrokkenen te komen is een paradigmadiscussie over de uitgangspunten van

het beleid in dit vraagstuk nodig. Met andere woorden: dit vraagstuk vraagt om een discussie hoe de

samenleving met jongeren op weg naar een Passende Arbeidsplek wil omgaan.

Vanuit een reflectie kan geconstateerd worden dat samen werken en samen leren in netwerken,

erkennen van pluralisme en jongeren meer eigenaarschap geven in het proces van Passend

Onderwijs naar Passende Arbeid de focus is waar alle betrokkenen zich op zouden moeten richten.

Dit vraagt van alle betrokkenen een zoektocht naar (professionele) handelingsruimte en

beleidsruimte met een focus op de intrinsieke motivatie en mogelijkheden van jongeren als

startpunt van het proces. Dit betekent commitment voor de lange termijn. Samen werken en samen

leren en elkaar het vertrouwen durven geven en elkaar waarderen (Sennett, 2012).

Page 48: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

48

Hoofdstuk 7 Reflectie op het onderzoek

In dit hoofdstuk zijn de onderzoekers zelf aan het woord en worden een aantal in het oog

springende bevindingen naar voren gehaald. De onderzoekers zelf kijken hiermee als het ware in de

spiegel om zich open te stellen voor het verhaal wat zich aandient uit dit totale onderzoek van

Passend Onderwijs naar Passende Arbeid. Hierdoor wordt ruimte gecreëerd voor een terugblik om

uiteindelijk weer een stap naar de toekomst te kunnen maken. Het doel van dit onderzoek is immers

om de praktijk te begrijpen en om kennis te leveren voor verbetering. Terugblikkend hechten we

vooral belang aan de uitkomsten uit de verhalen van alle betrokkenen. De vele verhalen hebben

thema’s opgeleverd en een verlangen zichtbaar gemaakt naar een andere manier van samenwerken

om jongeren te begeleiden naar burgers die meedoen in de samenleving. Onze reflectie op de

praktische, methodische kant van dit onderzoek laat de betekenisvolle ruimte voor pluriformiteit

zien.

Samen-werken en samen-leren

Alle betrokkenen in het begeleiden van jongeren met een ondersteuningsbehoefte hebben allemaal

de intentie om samen te werken; samen werken met elkaar en samen werken met jongeren in hun

proces van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid. Alle betrokkenen hechten belang aan

persoonlijk contact, vertrouwen, eigen verantwoordelijkheid en continuïteit. Werk- en

stageplaatsen zijn vaak maatwerk, waarbij werkgevers ook geholpen worden in de begeleiding en

financiële compensatie wordt geboden. Binnen het reguliere kader van het onderwijs is veel

mogelijk; toch passen niet alle jongeren in dit kader. Alternatieve routes voor begeleiding worden

ontwikkeld, begeleiding waarbij veel aandacht is voor persoonlijke aandacht en waarbij op de

situatie afgestemde inzet georganiseerd wordt. Alternatieve routes vormen zich vaak buiten de

reguliere systemen om (Eimers, Hublart, Bokdam, Herngreen, Zunderdorp, & van der Woude, 2017).

Wat maakt het dan zo lastig om daadwerkelijk een goed doorlopend proces te organiseren waarin

jongeren met een ondersteuningsbehoefte de juiste en bij hen passende begeleiding krijgen?

In ons onderzoek zijn we veel professionals tegen gekomen die zich bekneld voelen door de gestelde

kaders. Het samen leren van professionals in het actieleertraject verliep moeizaam. Verschillende

factoren die het proces moeizaam maakten zijn hierin genoemd. Denk aan het naar elkaar kijken als

mogelijke concurrent, vanuit de professionele organisatie geen tijd krijgen en hebben voor dit

gezamenlijk leren, het ervaren van te weinig sturing vanuit de gemeente. Hierdoor werd het

onderzoek als taai en traag ervaren door betrokkenen en onderzoekers. Taaie vraagstukken kunnen

ervaren worden als demotiverend, en gezien worden als vruchtbare bodem voor het stellen van

trage vragen (Kunneman, 2005). Dit betekent dat het vraagstuk niet direct op te lossen is vanuit een

lineair, oplossingsgericht denkproces, maar juist vraagt om reflectie op de praktijk van alledag en

leren van het proces om tot betekenisvol samen-werken te komen.

Wat zichtbaar wordt in dit onderzoek, is dat iedere betrokkene (jongere, professional, werkgever en

beleidsmaker) de situatie van de jongere en de situatie rondom de begeleiding vanuit een eigen

perspectief betekenis geeft. De één wijst naar het wettelijke kader, naar financiering, en structuren

binnen onderwijs, de ander wijst naar het belang van een intrinsieke motivatie, het hebben van regie

en creëren van eigenaarschap. Dit wordt ook wel een situatie van ‘frame conflict’ genoemd (Jacobs,

2013; p.292). De kunst zal zijn om elkaar te leren verstaan binnen dit ‘frame van continue

begeleiding’ en daarin op te trekken met jongeren. Dit vraagt van alle partijen de bereidheid kritisch

Page 49: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

49

te kijken naar de eigen inbreng, de bereidheid en het nemen van verantwoordelijkheid om te komen

tot een gezamenlijk handelingskader. Door Jacobs (2013; p. 292) wordt dit ook wel ‘frame reflection’

genoemd. Dit betekent dat over en weer het eigen kader geëxpliciteerd wordt om elkaar te leren

verstaan om tot een gezamenlijk concept van handelen en begeleiding te komen.

In het totale veld waarin begeleidingsprocessen van jongeren met een ondersteuningsbehoefte in

het proces van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid plaats vinden, zitten de betrokkenen als het

ware gevangen in hun patronen en systemen. Cruciale factor voor anders werken lijkt wel het inzicht

dat betrokkenen de overgang van school naar werk niet zien als overgangsmoment, maar meer zijn

gaan zien als een voortdurend proces waarin continu begeleiding rondom jongeren met elkaar

afgestemd dient te zijn. Het vertrekpunt in dit voortdurende proces moet de jongere zelf zijn, het

verhaal van de jongere in al zijn facetten en in al zijn leefdomeinen. In dit onderzoek is niet naar

voren gekomen hoe een dergelijke samenwerking inhoud en vorm zou moeten krijgen. Uit recent

onderzoek (Polstra, Verkooijen, Binkhorst, Van der Ende, Glasbergen, Van de Korput et al, 2018) is

duidelijk geworden dat in het samenwerken de component verbinding belangrijk is, maar wel door

professional en de zogenaamde klant, in dit onderzoek de jongere met een ondersteuningsbehoefte,

anders ervaren wordt. De professional stuurt sterk op het creëren van verbinding, de klant is meer

huiverig voor verbinding in relatie tot het verliezen van eigen regie en zeggenschap. Verbinding is

dus een kwetsbaar aspect, wat terugkomt in de vorm van verbindingen die men voorstaat.

Professionals zien meer het beeld van een spinnenweb voor zich, terwijl de klant meer een lossere

verbinding voor ogen heeft. Dit heeft mogelijk te maken met het behouden van regie en

zeggenschap. In de verschillende beelden over integraal werken is dus een spanningsveld zichtbaar.

In dat spanningsveld wordt het de kunst de integrale samenwerking niet vast te leggen in structuren,

maar oog te blijven houden voor de complexiteit van het samen werken over alle domeinen heen en

voor de vraag van de jongere. Ook dient aandacht te blijven voor het uitgangspunt dat men met

elkaar komt tot één gezamenlijke aanpak voor begeleiding in plaats van één plan te hebben met

elkaar (Polstra et al, 2018).

Ruimte voor reflectie en leren

De methodologie van de spiegeltent geeft binnen dit onderzoek ruimte voor pluriformiteit en ruimte

voor samen leren en samen werken, nodig om aan alternatieve routes te kunnen werken. Het

startpunt van dit onderzoek was de leefwereld van jongeren die allemaal ervaringen hebben in het

proces van Passend Onderwijs en zoeken naar Passende Arbeid. De reflectie op, uit die narratieven

opgedane inzichten, gaven richting aan de volgende stap in het onderzoek. Leren van inzichten en

draagvlak creëren door een dialoog over die inzichten gaf ruimte voor vragen. Deze vragen hadden

betrekking op: wat leren we hiervan en wat kan dan de volgende stap zijn in dit onderzoek. De

methodologie van de spiegeltent geeft die ruimte om vragen te stellen en de dialoog te voeren voor

een vervolg.

De onderdelen van de spiegeltent (leren, reflectie, dialoog en actie) lopen als een rode draad door

het proces van het totale onderzoek en verbinden de inzichten die zijn opgedaan. Dit geeft de

(hoofd)onderzoekers de ruimte om deelonderzoeken vanuit verschillende methoden uit te (laten)

voeren, passend bij de kennis en de cultuur van studenten uit verschillende opleidingsrichtingen.

Ook past deze methodologische aanpak in de realiteit van onderzoek doen en daarin te leren van

pluriformiteit en samen werken en samen leren. Het methodologische model van de spiegeltent

geeft onderzoekers de mogelijkheid de uitkomsten te beschouwen en terugkerende thema’s te

Page 50: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

50

ontdekken. Ook op metaniveau geeft deze aanpak onderzoekers de ruimte om een betekenis

gevende rode draad uit het totale proces van onderzoek te herkennen.

Deze methodologische vorm vraagt om eigenaarschap van de (mede) onderzoekers, vraagt om oog

voor pluriformiteit en samen leren in een proces door vallen, opstaan en reflectie. Het doen van

deze vorm van onderzoek vraagt om samen te werken in een pluriforme groep. De pluriforme

kerngroep als monitor van dit onderzoek kan daarin gezien worden als voorbeeld. Ieder kerngroep

lid brengt expertise in over het thema van onderzoek vanuit een eigen positie en

(organisatie)perspectief. De samenwerking in de kerngroep is een spiegel van de realiteit van alledag

en laat veelal dezelfde aspecten zien, zoals ook uit de inhoudelijke resultaten (thema’s) van dit

onderzoek naar voren is gekomen. Door de ruimte die in het werken gecreëerd was, het open staan

voor het onverwachte, het open staan voor de pluriformiteit in inzichten maakten dat met elkaar

werd geleerd en dat een pluriforme groep tot inzichten kwam. Deze manier van werken kan richting

gevend zijn voor een manier van werken binnen het veld waarin het vraagstuk zich voordoet. Juist

reflectie op metaniveau en ieder vanuit eigen perspectieven ervaringen en kennis laten inbrengen is

op deze manier tot een inzicht gevende manier van werken geworden.

Kennis en verandering

In dit onderzoek waren we gericht op het krijgen van nieuwe kennis, maar juist ook gericht om

daadwerkelijk in de ‘actiestand’ tot oplossingsrichtingen te komen. Dit was nu een brug te ver. De

thema’s zijn een bruikbaar inzicht in waar de dilemma’s ervaren worden. Het overkoepelden inzicht

is dat samenwerken in een integrale vorm vraagt om andere vaardigheden van alle betrokkenen. Het

vraagt om reflectie op het proces van samen werken om tot één gezamenlijke aanpak te komen in

het werken met jongeren. Zowel van onderwijs- en jeugd professionals, werkgevers, beleidsmakers

en jongeren zelf wordt hierin eigenaarschap gevraagd om het anders te willen doen. De uit dit

onderzoek naar voren gekomen thema’s en de daarin geformuleerde breekijzers kunnen benut

worden om verder te komen in dit vraagstuk van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid.

Page 51: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

51

Hoofdstuk 8 Slotbeschouwing en blik op de toekomst

Dit onderzoek is het eerste onderzoek naar de leefwereld en ervaringen van jongeren zelf als

uitgangspunt voor vervolgonderzoek (Gerritsen et al.,, 2018). De vijf uit het onderzoek naar voren

gekomen thema’s zijn de basis voor de metareflectie. Die reflectie laat zien dat alle betrokkenen

binnen dit onderzoek een verlangen naar samenwerken hebben om het goede te kunnen doen voor

de jongeren met een ondersteuningsbehoefte in hun proces van Passend Onderwijs naar Passende

Arbeid. Juist in die samenwerking over alle domeinen heen wordt het spanningsveld ervaren en

voelt men zich gevangen in eigen structuren en processen. Het uitgangspunt voor anders werken is

voor iedereen de stap naar eigenaarschap op het totale, integrale proces waarbij ieders ervaring en

kennis ertoe doet. Dit betekent enerzijds dat jongeren hun ervaringskennis verder ontwikkelen en

leren benutten om andere jongeren ten dienste te zijn. Het vraagt ook om bereidheid van alle

betrokkenen om vanuit de ervaringsverhalen van jongeren over de schaduw van het eigen

perspectief heen te stappen om te komen tot één gezamenlijke aanpak. Dit vraagt om leren

reflectief te zijn op het eigen werk, maar vooral ook op het gezamenlijke proces. Dit vraagt leren,

reflectie, dialoog en actie. De pijlers van een (methodisch) proces waarmee ruimte voor ieders

perspectief blijft en ieder wordt gevraagd ruimte te maken voor een groter ideaal. De uitdaging is

om met elkaar vanuit een dergelijke leergemeenschap één gezamenlijke aanpak te organiseren.

Page 52: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

52

9. Bronnen

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) , 2018). Jeugdwerkloosheid deze eeuw niet eerder zo laag.

Geraadpleegd op 10 november 2018 via https://www.cbs.nl/nl-

nl/nieuws/2018/27/jeugdwerkloosheid-deze-eeuw-niet-eerder-zo-laag

Carr, W., & Kemmis, S. (1986). Becoming critical. Education, Knowledge and Action Research.

Melbourne: Deakin University Press

Delfgou, N. (2016). Anders Begeleid. Een Evaluatieonderzoek naar een Methodiek gericht op het

Begeleiden van Jongeren met een Psychische Beperking bij het Behouden van een mbo of

hbo-opleiding. Een pilotstudie. Heerlen: Open Universiteit.

De Bruïne, E., Franssens, J., Jansen, R., & Van Veen, D. (2015). Passend Onderwijs? Passend

opleiden! Tijdschrift voor lerarenopleiders, 36, 29–39.

Eimers, T., Hublart, P., Bokdam.J., Herngreen, A., Zunderdorp, M., & van der Woude, S. (2017). Van

school naar werk, naar een andere benadering. Uitgave Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Experienced Experts. (z.d.). Ervaringsdeskundigheid. Geraadpleegd op 21 februari 2018, van

https://www.expex.nl/over-expex/wat-is-expex/ervaringsdeskundigheid/

Jacobs, G. C. (2001). De paradox van kracht en kwetsbaarheid. Empowerment in feministische

hulpverlening en humanistisch raadswerk (Doctoral dissertation, Utrecht:[sn])

Finlay, L. (2012). Five lenses for the reflexive interviewer. The SAGE handbook of interview research:

The complexity of the craft, 317-333

Gerritsen, M. van Hal, L., Meesters, J., Van Bodegom, B., Verharen, L. (2018). Hoe past het? Een

kwalitatieve analyse van narratieven van jongeren met een ondersteuningsbehoefte op het gebied

van Passend Onderwijs en Passende Arbeid. Journal of Social Intervention: Theory and Practice.

27(1), pp.4–23. DOI: http://doi.org/10.18352/jsi.546

Van Hal, L. (2013). Working on activation. Analyses of stories about vocational rehabilitation of

people with disabilities in the Netherlands. Maastricht: Maastricht University.

Holwerda, A., De Boer, M. R., Groothoff, J. W., Van der Klink, J. J. L. (2013). Work outcome in young

adults with disabilities. Geraadpleegd op 18 november 2017, van

https://www.rug.nl/research/portal/files/3678190/04_c4.pdf

Jacobs, G. (2013). Normatieve professionalisering van onderwijsprofessionals:

Verruiming, onderdompeling en ont-zekering in het doen van praktijkgericht onderzoek. In H. van

Ewijk, & Kunneman, H. (Reds.), Praktijken van normatieve professionalisering (pp. 273-295).

Amsterdam: SWP.

Page 53: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

53

Kunneman, H. (2005). Voorbij het dikke-ik: Bouwstenen voor een kritisch humanisme.

Amsterdam: SWP.

Lieshout, F, van., Jacobs, G., & Cardiff, S. (2017). Actieonderzoek, principes voor verandering in zorg

en welzijn. Koninklijke van Gorcum B.V

Meesters, J., Basten, F., & Van Biene, M. (2010). Vraaggericht werken door narratief onderzoek.

Journal of Social Intervention: Theory and Practice, 19(3), 21–37. https://doi.org/10.18352/

jsi.221

Meesters, J.B. (2018). Ruimte voor opgroeien. Jongeren en het belang van de informele wereld.

Dissertatie Universiteit voor Humanistiek

Messing, C., Valkestijn, M. (2014). Arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd. Geraadpleegd op 12-11 2018

via https://www.nji.nl/nl/Download-NJi/Publicatie-NJi/Arbeidstoeleiding-kwetsbare-jeugd.pdf

Meurs, P. (2014). Van regeldruk naar passende regels. Vertrouwen, Veerkracht,

Verantwoordelijkheid , Vrijheid. Geraadpleegd op 10-11-2018 via

https://www.zorgkennis.net/downloads/kennisbank/ZK-kennisbank-van-regeldruk-naar-passende-

regels-2607.pdf

Migchelbrink, F. (2016). De kern van participatief actieonderzoek. Uitgeverij SWP Amsterdam

Movisie. (2012). Zelfregie en eigen verantwoordelijkheid. Geraadpleegd op 20 februari 2018, van

https://www.movisie.nl/artikel/zelfregie-eigen-verantwoordelijkheid

Movisie. (2015). WMO 2015: Wat is er veranderd? Retrieved 29 April, 2017, from https://www.

movisie.nl/artikel/wmo-2015-wat-er-veranderd?gclid=CLm1oqbCydMCFcluGwod2ooKcA

Van der Kooij, A. Keuzenkamp, S. (2018). Ervaringsdeskundige n het sociaal domein: Wie zijn dat en

wat doen ze? Movisie.

Nayar, S., Stanley. M. (2015). Qualitive Research Methodologies for Occupational Science and

Therapy. New York: Routledge.

Polstra, L., Verkooijen, L., Binkhorst, J., Van der Ende, P., Glasbergen, P., Van de Korput, J., Pluim, E.,

Teekman, C. (2018). De vele beelden van integraal werken. Groningen: Marion van Os Centrum voor

Ondernemerschap, Hanzehogeschool.

Pijnenburg, H. (2010). Zorgen dat het werkt1. Werkzame factoren in de zorg voor jeugd. Nijmegen:

Hogeschool Arnhem en Nijmegen/Amsterdam: SWP.Nayar, S., Stanley. M. (2015). Qualitive Research

Methodologies for Occupational Science and Therapy. New York: Routledge.

Revans, R. (2017). ABC of action learning. Routledge.

Sennett, R. (2012). Together: The rituals, pleasures and politics of cooperation. Yale University Press.

Page 54: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

54

Starman, A. B., (2013) The case study as a type of qualitative research. Geraadpleegd op 23

november 2017, van http://www.sodobna-pedagogika.net/wp-

content/uploads/2013/03/Starman1.pdf

Titchen, A. (2015). Action Research: genesis, evolution and orientations. International Practice

Development Journal, 5 (1), pp.1-16.

Van Bakel, M., Van Rooijen, S., Boertien, D., Kamoschinski, J., Liefhebber, S., & Kluft, M.

(Uitvoerders). (2013). Ervaringsdeskundigheid: Beroepscompetentieprofiel. Geraadpleegd op 23

februari 2018, van http://www.ggznederland.nl/uploads/publication/Ervaringsdeskundigheid.pdf

Van Biene, M. A. W. (2005). Wederkerig leren: onderzoek naar georganiseerde leerondersteuning

voor mensen met een verstandelijke beperking én professionals. Eburon.

Van Bodegom, B. 2017. Verbale Pralines: Ambiguïteit in verhalen over professioneel handelen van

ergotherapeuten in een weerbarstige samenleving. Dissertatie Universiteit voor Humanistiek

Van de Steeg, J. (2016). Succesvolle samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs: Een

onderzoek naar de ‘zachte’ succesfactoren van Triple Helix samenwerking. Geraadpleegd op 18

januari 2018, van https://theeconomicboard.com/app/uploads/2017/01/20160801-Masterthesis-

zachte-succesfactoren-triple-helix-samenwerking-Jolijn-van-de-Steeg-.pdf

Van der Aa, P. (2017). Professioneel handelen als puzzelen in de uitvoering van arbeidsactivering.

Journal of Social Intervention: Theory and Practice, 26(1), 4–22. https://doi.org/10.18352/

jsi.511

Van der Donk, C., Van Lanen, B. (2015). Praktijkonderzoek in zorg en welzijn. Bussum: Uitgeverij

Coutinho.

Veen, D. van, & Steenhoven, P. van der, (2014). Leerkrachten aan het woord;

ondersteuningsbehoeften bij gedragsvraagstukken. Speziaal 7(2) pp 22-25

Van Weele, E., & Kuiper, C. (2008). ZorgBasics. Samenwerken. Boom Lemma Uitgevers

Verharen, L. ( 2017). Being There. Samenwerken aan het versterken van Sociale Kwaliteit. Lectorale

reden uitgesproken bij de inauguratie als lector Versterken van Sociale Kwaliteit aan de Hogeschool

van Arnhem en Nijmegen. Nijmegen: HAN

Verhoef, J., Roebroeck, M., Van Meeteren, J., Floothuis, M., Van Schaardenburgh, N., Stam, H.,

& Miedema, H. (2015). Een nieuwe interventie om de arbeidsparticipatie te bevorderen van

jongvolwassenen met een lichamelijke beperking: een pilotstudie. Tijdschrift voor Bedrijfs- en

Verzekeringsgeneeskunde, 23(9), 406–412. https://doi.org/10.1007/s12498-015-0169-z

Verhoeven, N. (2018). Wat is onderzoek? (zesde druk). Amsterdam: Boom uitgevers Wester, F.,

Smalling, A., Mulder, L. (2000). Praktijkgericht kwalitatief onderzoek. Bussum: Uitgeverij Coutinho.

Welling, M. (2016). Staat de cliënt centraal in de Jeugdwet en de toegang? Jeugdbeleid (2016) 10, pp

167–172, DOI 10.1007/s12451-016-0118-6

Page 55: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

55

Bijlage 1 Leraren en jongeren

Meta-analyse Onderzoek 1 Door ervaring leert men

Bouwmans Pien

Onderzoek 2

Frieling Passend Onderwijs

Onderzoek 3 De executieve functies

op het leerplein

Hoogers Wilson

Onderzoek 4 Rekening houden met

getraumatiseerde studenten in het

MBO-onderwijs

Hoogveld Jeroen

Onderzoek 5 Ren op je eigen tempo

naar de finish: Een onderzoek naar

keuzewerktijd-uren

Meekes Dirk

Onderzoek 6 Verschillen tussen

studenten: Omgang met

gedragsstoornissen in de klas

van der Kemp Pien

Onderzoek 7 Foreign language

anxiety: Een onderzoek naar

taalangst binnen het vak Engels op

het mbo

van Meerwijck

Context Het onderzoek werd verricht in het

ROC Nijmegen bij de niveau 4 mbo-

opleiding Juridisch Administratieve

Dienstverlening en Human Resource

Management. Het onderwijsteam van

de opleidingen bestaat uit 16

docenten en 1 teammanager. De

leerlingenpopulatie bestaat uit

leerlingen van verschillende leeftijden

en vooropleidingen.

Het onderzoek werd verricht in het

ROC Nijmegen bij de niveau 4 mbo-

opleidingen Marketing,

Communicatie & Evenementen en

Toerisme, Recreatie &

Luchtvaartdienstregeling. De klassen

bestaan respectievelijk uit 25 en 23

studenten. Engels is voor de

leerlingen van deze opleidingen een

verplicht vak.

Het onderzoek werd verricht in het

ROC Nijmegen bij de niveau 3 en 4

mbo-opleidingen Pedagogisch

Medewerker Kinderopvang,

Gespecialiseerd Pedagogisch

Medewerker en Onderwijsassistent.

Het onderzoek werd verricht in het

ROC Nijmegen bij de opleiding

Beveiliging in een eerstejaarsklas van

niveau 2. De meerderheid van de

studenten zijn mannen.

Het onderzoek werd verricht in het

ROC Nijmegen tijdens de lessen

Engels van de teams Juridisch en

Secretarieel.

Het onderzoek werd verricht in het

ROC Nijmegen aan de opleidingen

autotechniek en logistiek. Het

onderzoek werd verder toegespitst

op een klas van niveau 2. 7 studenten

hebben een gediagnosticeerde leer-

of gedragsstoornis.

Het onderzoek werd verricht in het

ROC Nijmegen binnen de sectie ICT bij

verschillende opleidingen op niveau 3

en op niveau 4.

Aanleiding &

probleemstelling

In het geval van storend

externaliserend gedrag, wordt dit

door de docent geregistreerd in het

leerlingvolgsysteem. Wanneer de

leerling herhaaldelijk hinder

veroorzaakt door externaliserend

gedrag, gaat de loopbaanbegeleider

een gesprek aan met de leerling.

Momenteel wordt externaliserend

gedrag sanctioneel aangepakt tijdens

lesmomenten en tijdens de

begeleiding. Leerlingen die

externaliserend gedrag vertonen,

worden in hun perceptie niet

voldoende begeleid door het

onderwijsteam. Medewerkers van de

school (docenten,

loopbaanbegeleiders en begeleiders)

hebben daarentegen een goed gevoel

over de begeleiding van deze

leerlingen. Er lijkt dus een kloof te

bestaan tussen de manier waarop

leerlingen en begeleiders de

aangeboden begeleiding van

leerlingen met externaliserend

gedrag ervaren. Daarom tracht het

onderzoek na te gaan welke

handelingen en hulp wel of niet tot

gewenste resultaten leiden bij de

loopbaanbegeleider en/of de leerling

en op welke wijze begeleiders verder

kunnen professionaliseren.

Voor het vak Engels wordt klassikale

instructie nog vaak ingezet om

bijvoorbeeld grammatica-onderdelen

te onderwijzen. Er zijn echter veel

niveauverschillen tussen studenten,

aangezien ze vanuit verschillende

vooropleidingen en achtergronden

(vmbo, hogeschool of het werkveld)

instromen in de opleiding. De

klassikale instructie komt niet

tegemoet aan de verschillende

leervragen van de individuele

studenten. Daardoor raken ze

verveeld en afgeleid tijdens

instructiemomenten. Voor een deel

van de studenten is de lesinhoud

namelijk herhaling en te gemakkelijk,

terwijl het voor andere leerlingen te

moeilijk blijkt. Met het onderzoek

wordt in kaart gebracht hoe docenten

momenteel rekening proberen te

houden met de verschillen tussen

studenten.

Studenten dienen aan deze

opleidingen zelf leerdoelen te stellen

die aansluiten op de kwalificerende

examens. De mate waarin studenten

klaar zijn voor het examens verschilt

sterk van student tot student.

Leercoaches constateren dat

studenten op het leerplein ook op

verschillende manieren aan de slag

gaan met hun leerdoelen. Dit vergt

veel zelfstandigheid van studenten,

terwijl niet iedere student even

zelfstandig is. In de reguliere

klassikale setting die eerst

gehanteerd werd bij de opleidingen,

werd er minder beroep gedaan op

vaardigheden als plannen,

taakinitiatie, aandacht,

doorzettingsvermogen en

timemanagement (executieve

functies). Studenten slagen er niet

allemaal in om hun leertaken af te

ronden en dus hun leerdoelen te

behalen, terwijl er ook studenten zijn

die hier op het leerplein wel in slagen.

Het doel van het onderzoek bestaat

erin om duidelijk te kaderen hoe

studenten verschillen met elkaar op

vlak van executieve functies zodat de

begeleiding van studenten beter

afgestemd kan worden op de

individuele verschillen tussen

studenten.

De stagelopende docent ervaarde

tegenwind van de studenten en

besloot via een stellingenspel de

studenten beter te leren kennen.

Hierbij kwam de achtergrond van een

deel van de studenten bloot te liggen.

Twee studenten hadden een

vluchtverleden uit oorlogsgebied

en/of maakten huiselijk geweld mee.

Daarbij ontstond de vraag hoe

docenten aandacht kunnen hebben

voor getraumatiseerde studenten en

hun onderwijs hier op kunnen

afstemmen. Op basis van individuele

gesprekken werd vastgesteld dat de

studenten psychosociale problemen

ervaarden ten gevolge van de

traumatische ervaringen in hun

kindertijd. In het onderzoek wordt

nagegaan welke gevolgen trauma’s

hebben voor studenten en hun

onderwijscarrière en op welke manier

docenten kunnen omgaan met

getraumatiseerde studenten om ook

aan hen passend onderwijs te bieden.

Doordat de studenten aan het ROC

qua niveau sterk van elkaar

verschillen, werd geopteerd om

keuzewerktijd-uren uit te proberen.

Studenten volgen de lessen die

aansluiten bij hun niveau (basis, extra

instructie of verdieping) voor

wiskunde, Engels en Nederlands. Zo

wordt getracht tegemoet te komen

aan het niveau van de diverse

studenten. Studenten zijn niet

verplicht om deze uren te volgen.

Sinds de invoering van de

keuzewerktijd-uren loopt het aantal

studenten dat zich aanmeldt voor een

les drastisch terug van ongeveer 15

studenten per uur naar 2 studenten.

Door middel van het onderzoek wordt

onderzoek hoe studenten en

docenten de keuzewerktijduren

ervaren en hoe de effectiviteit van

deze uren verhoogd kan worden.

In het leerlingvolgsysteem

Trajectplanner worden

leerlingkenmerken en informatie over

hun onderwijsloopbaan

geregistreerd, waarbij ook het al dan

niet hebben van leer- en/of

gedragsproblemen. Het teamlid dat

verantwoordelijk is voor passend

onderwijs begeleid studenten

momenteel individueel, maar er is

(nog) geen ruimte om docenten te

begeleiden bij het differentiëren in

hun dagelijkse klaspraktijk. In het

onderwijsteam herkennen docenten

dat er meer nood is aan differentiatie,

maar ontbreekt kennis over de

verschillende leerbehoeftes van

leerlingen en handvatten om hieraan

tegemoet te komen als docent.

Het doel van het onderzoek is het

nagaan van de wijze waarop

docenten omgaan met leerlingen met

leer- en gedragsstoornissen in de klas

en hoe dit verbeterd kan worden.

Studenten gaven aan zich te schamen

om tijdens lessen een vreemde taal te

spreken. Er zou te weinig ruimte zijn

om spreekvaardigheid te oefenen.

Wanneer er niet tijdig ingegrepen

wordt, kunnen studenten taalangst

ontwikkelen. Studenten durven in dat

geval de taal niet meer te spreken,

omdat ze zich schamen voor fouten

ten opzichte van medestudenten en

docenten. De angst ontwikkelt in

verschillende gradaties. Met het

onderzoek tracht men in kaart te

brengen op welke manier er wordt

omgegaan met taalangst tijdens de

lessen Engels.

Onderzoeksvragen Hoe ervaren de studenten met

externaliserend gedrag de

begeleiding omtrent hun gedrag en

hoe ervaren loopbaanbegeleiders

diezelfde begeleiding en op welke

Hoe wordt door docenten Engels,

volgens docenten Engels en

studenten, rekening gehouden met

niveauverschillen binnen de reguliere

Welke problematiek wordt ervaren bij

de eerstejaarsstudenten met

betrekking tot de executieve functies?

Hoe ervaren leercoaches

het begeleiden van

Op welke manier kan een docent

traumasensitief les geven aan

getraumatiseerde studenten?

Waarom en op welke

manier ondervinden

Hoe worden de keuzewerktijduren

Engels bij de eerstejaars ervaren door

docenten en door ondergemiddeld

presterende studenten?

Hoe ervaren docenten en studenten

dat er rekening wordt gehouden met

gedragsstoornissen (ADHD, Gilles de

la Tourette en ASS) in de lessen en wat

is volgens hen de ideale situatie?

Hoe ervaren studenten en docenten

Engels de manier waarop wordt

omgegaan met taalangst bij het vak

Engels?

Page 56: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

56

wijze kunnen zij zich eventueel

professionaliseren?

Wat wordt onder externaliserend

gedrag verstaan volgens de

loopbaanbegeleiders en studenten?

Op welke manier komen

loopbaanbegeleiders tegemoet aan

de verschillende

ondersteuningsbehoeften met

betrekking tot externaliserend

gedrag?

Hoe ervaren studenten dat er

omgegaan wordt met hun

ondersteuningsbehoeften met

betrekking tot externaliserend

gedrag?

Wat hebben de loopbaanbegleiders

nodig om zich te professionaliseren

op het gebied van omgang met

externaliserend gedrag?

lessen Engels en welke

verbetermogelijkheden zijn er?

Welke percepties hebben

docenten Engels in team A

en team B van verschillen

tussen studenten en wat zijn

de overeenkomsten en

verschillen?

Hoe ontstaan deze

percepties van docenten

van verschillen tussen

studenten?

Hoe wordt er rekening

gehouden met verschillen

tussen studenten volgens

studenten en docenten?

Wat zijn eventuele

verbetermogelijkheden

tijdens de reguliere Engels

lessen?

studenten op het leerplein,

rekening houdend met de

executieve functies?

Hoe ervaren studenten het

leerplein, rekening houdend

met de executieve functies?

Welk gedrag vertoont een

student bij het werken aan

een taak, rekening houdend

met de executieve functies?

getraumatiseerde

studenten met een

vroegkinderlijk chronisch

trauma, problemen?

Welke handvatten biedt de

literatuur wat betreft

traumasensitief lesgeven

aan studenten met een

vroegkinderlijk chronisch

trauma?

Hoe beoordelen de

medewerker Passend

onderwijs en de

Trajectbegeleider de

opgestelde aanpak voor

traumasensitief lesgeven?

Op welke manier geven de

Engels docenten invulling

aan het programma en de

lesinhoud van de

keuzewerktijduren?

Op welke manier komt het

programma en de inhoud

van de keuzewerktijduren

tegemoet aan de

leerbehoeften van de

ondergemiddeld

presterende studenten?

Welke succes- en

faalfactoren zien de Engels

docenten voor de

keuzewerktijduren?

Welke succes- en

faalfactoren zien de

ondergemiddeld

presterende studenten?

Hoe vinden studenten dat er

rekening wordt gehouden

met verschillen tussen

studenten?

Op welke manier houden

docenten op dit moment

rekening met verschillen

tussen studenten?

Wat is volgens docenten en

studenten de gewenste

situaties betreffende

omgang met verschillen

tussen studenten?

Hoe wordt omgegaan met

taalangst bij het vak Engels

volgens de studenten en

docenten?

Hoe ervaren studenten en

docenten de manier waarop

omgegaan wordt met

taalangst?

Op welke onderdelen kan de

aanpak van studenten met

taalangst bij het vak Engels

nog worden verbeterd?

Methode Voor de dataverzameling werden drie

semi-gestructureerde

groepsinterviews gehouden met

verschillende doelgroepen, namelijk

loopbaanbegeleiders, twee leerlingen

die externaliserend gedrag vertonen

en twee medewerkers (passend

onderwijs en trajectbegeleiding). De

leerlingen werden geselecteerd uit

eenzelfde klas. De interviews werden

getranscribeerd en vervolgens open

gecodeerd.

Er werden twee opleidingen

betrokken in het onderzoek zodat

vergelijking mogelijk werd. De data

werd verzameld door middel van

semi-gestructureerde individuele

interviews met twee docenten. Ook

twee studenten werden in een

groepsinterview bevraagd over hun

ervaringen tijdens een les. De

interviews werden getranscribeerd en

geanalyseerd via open codering.

Daarnaast werden er in beide klassen

zes lessen geobserveerd van een

verschillende docenten Engels. Voor

de observatie werd een open

observatieschema gebruikt. Op basis

hiervan werd geïnventariseerd welke

werkvormen terugkomen tijdens

lessen.

Het onderzoek is een beschrijvend

onderzoek bestaande uit een case-

study van drie studenten (een jonge

student op schema, een oudere

student met motivatieproblemen en

een student met leer- en

gedragsproblematiek op schema). De

studenten werden geïnterviewd en

geobserveerd. Daarnaast werden

leercoaches geïnterviewd. De

interviews waren semi-

gestructureerd en werden voor de

analyse getranscribeerd en open

gecodeerd. De observaties van

studenten op het leerplein gebeurden

open. De observator noteerde

gedurende vijf minuten gedragingen

van studenten die naderhand

gekoppeld werden aan executieve

functies.

Het onderzoek bestaat voornamelijk

uit een literatuurstudie naar trauma’s

en traumasensitief lesgeven.

Vervolgens werd een aanpak voor

traumasensitief lesgeven

geformuleerd op basis van de

literatuurstudie. Deze theoretische

aanpak werd voorgelegd aan de

medewerker Passend onderwijs en de

Trajectbegeleider ter evaluatie. De

interviews over het plan van aanpak

werd vastgelegd op video voor de

analyse ervan. De analyse gebeurde

aan de hand van een codeboom

gebaseerd op de literatuurstudie.

Op basis van de prestaties op de

eerste toets Engels en de

diagnostische toets Engels werden 15

vrouwelijke ondergemiddeld

presterende studenten van het eerste

jaar geselecteerd voor het onderzoek.

Daarnaast werden de 5 docenten

Engels betrokken. De studenten

vulden een enquête in over de

keuzewerktijduren ontwikkeld door

het ROC. Daarnaast werd een

groepsinterview gehouden met de

studenten. De docenten werden

individueel geïnterviewd.

De respondentengroep van het

onderzoek bestond uit twee

studenten en drie docenten. Deze

personen werden individueel

geïnterviewd. De interviews waren

semi-gestructureerd op basis van

literatuur over passend onderwijs, de

onderwerpen van het gesprek

werden op voorhand vastgelegd.

Voor de analyse van de transcripten

van de interviews werd gewerkt aan

de hand van een codeboom die op

basis van literatuur ontworpen werd.

Voor de dataverzameling vulden twee

studenten de Foreign Language

Classroom Anxiety Scale in om te

meten in welke mate studenten angst

ervaren om negatief beoordeeld te

worden, te spreken of een gesprek te

voeren in het Engels. Daarnaast

werden twee studenten meer

diepgaand ongestructureerd

geïnterviewd. Ook een docent Engels

werd geïnterviewd. Er werden

verschillende respondenten

betrokken zodat het probleem vanuit

meerdere perspectieven belicht

werd. De individuele interviews met

docenten waren ongestructureerd.

Conclusies Docenten ervaren een nood aan

professionalisering op vlak van

begeleiding van leerlingen met

externaliserend gedrag.

Externaliserend gedrag

Loopbaanbegeleiders benoemen

luidruchtig zijn, niet luisteren, liegen,

niet in orde zijn, etc. als vormen van

externaliserend gedrag. Leerlingen

vinden het gedrag van hun

medeleerlingen externaliserend als ze

daardoor afgeleid worden.

Tegemoetkomen aan

ondersteuningsbehoeften van

leerlingen

Een loopbaanbegeleider geeft aan dat

het onderzoeken van de oorzaak van

externaliserend gedrag om het

Het onderwijsteam is regelmatig bezig

over vragen met betrekking tot het

differentiëren om om te gaan met

niveauverschillen tijdens lessen

Engels, maar er werd tot nu toe

slechts weinig in de praktijk

gerealiseerd. De school heeft geen

schoolbrede visie over differentiëren.

Docenten proberen zelf bepaalde

werkvormen uit.

De lessen afstemmen op de

niveauverschillen tussen leerlingen is

voornamelijk moeilijk door de

toetsing en examinering. Studenten

worden namelijk op dezelfde manier

en dezelfde leerdoelen getoetst,

waardoor docenten ongeacht de

niveauverschillen met alle studenten

De mate waarin studenten zich

uitgedaagd voelen door de opleiding

verschilt, waardoor ook hun

studiemotivatie verschilt. Studenten

ervaren afleiding op het leerplein die

maken dat ze zich minder goed

kunnen concentreren op hun

leertaken, zoals sociale media,

(luidruchtige) medestudenten,

Netflix, etc.

Ook hun emotionele toestand is van

invloed. Studenten hebben nood aan

verschillende ondersteuning,

bijvoorbeeld een deel van de

studenten vindt het moeilijk om aan

de slag te gaan door het ontbreken

van deadlines.

Wanneer jongeren op

vroegkinderlijke leeftijd een

chronisch trauma oplopen, kan dit

zich uitten in reacties en gedragingen

die moeilijk te begrijpen zijn voor

anderen (bijvoorbeeld docenten).

Daarnaast zouden deze studenten

gebrekkige executieve functies

ontwikkeld hebben. De stress die

kinderen ervoeren heeft een invloed

op de hersenontwikkeling, wat

naderhand tot problemen op vlak van

motivatie en negatieve emoties kan

leiden.

Voor jongeren met een trauma is het

belangrijk dat zij zich veilig voelen in

de leeromgeving. Daarom is het

investeren in een goede band met de

Studenten ervaren de keuzewerktijd-

uren op een positieve manier doordat

ze kunnen werken aan specifieke

leerstofonderdelen. Daarnaast vinden

ze het positief dat ze zelf bepalen of

ze de tijdens de keuzewerktijduren of

niet. Als verbeterpunten noemen

studenten de voorbereiding van

lessen en meer diverse werkvormen

(materialen en presentaties).

Docenten geven echter aan dat ze

veel gebruik proberen te maken van

verschillende materialen en

werkvormen. Wanneer een les

herhaald wordt, wordt doorgaans wel

hetzelfde materiaal en dezelfde

presentatie gebruikt.

Het onderzoek resulteerde niet in een

eenduidig antwoord op de

onderzoeksvraag. Wel werd

geconcludeerd dat er nog veel

vooruitgang geboekt kan worden op

vlak van passend onderwijs voor

studenten met gedragsstoornissen.

Studenten ervaren bepaalde vormen

van differentiatie zoals vooruit mogen

werken en extra begeleiding. Er zijn

echter nog meer onbenutte

mogelijkheden om beter aan te

sluiten bij de verschillende niveaus

van studenten, bijvoorbeeld de

instructie niet verplicht maken voor

iedereen en opties tot zelfstandig

werk bieden. Studenten met een

stoornis geven aan dat ze het vooral

Over het algemeen zijn studenten

tevreden over de begeleiding die ze

ontvangen van hun docenten tijdens

de taallessen Engels. Er wordt

gewerkt volgens de interventies van

Tsiplakides, al worden deze niet

steevast correct ingezet. Docenten

gaan ook uit van hun persoonlijke

ervaring en kennis om taalangst aan

te pakken. Studenten geven aan dat

ze voldoende extra uitleg en

opdrachten krijgen, maar dat er nog

te weinig aandacht is voor

spreekvaardigheid tijdens de lessen.

Page 57: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

57

probleem duidelijk te krijgen nog te

weinig gebeurt en dat de

loopbaanbegeleiders nog niet

beschikken over de nodige

vaardigheden om dit te doen. Er

worden meestal sancties gegeven aan

de student, zonder eerst het

probleem te doorgronden.

Professionaliseren

Het team passend onderwijs doet veel

voor speciale studenten, maar de

loopbaanbegeleiders hebben nood

aan professionalisering om om te

gaan met de ‘middenmoot die

negatief afbuigt’.

naar hetzelfde niveau toe dienen te

werken.

Leercoaches ervaren moeilijkheden

bij het individueel begeleiden van

studenten doordat het leerplein te

groot is. De persoonlijke band tussen

student en docent is daardoor minder

sterk. Studenten geven ook aan dat ze

van leercoaches meer duidelijke

afspraken verwachten zodat het

leerplein meer geordend is.

student essentieel. Getraumatiseerde

studenten zouden voornamelijk

aandacht hebben voor non-verbale

communicatie, doordat zij emoties

van volwassenen leerden te

beïnvloeden. Een kalme houding van

de docent zorgt uiteindelijk voor meer

vertrouwen van de student in de

docent. Daarnaast is het belangrijk

om de (negatieve) gevoelens van de

student te erkennen en daarnaast

positieve gevoelens te versterken

(bijvoorbeeld door te

complimenteren).

Docenten vinden de

keuzewerktijduren positief omwille

van het hoge leerrendement en

motivatie. Een negatief effect is voor

hen echter het feit dat studenten zich

minder aanmelden voor lessen tijdens

de keuzewerktijduren. De kleine

groepen waarmee gewerkt wordt,

hebben anderzijds ook een positief

effect op het leerrendement van de

lessen.

De lesonderwerpen van de Engels

lessen sluiten aan bij de

leerbehoeften van de geïnterviewde

studenten.

nuttig zouden vinden als er per

student individueel nagedacht wordt

over gepaste begeleiding, omdat

studenten met stoornissen enorm

van elkaar verschillen. Het aanpassen

van het onderwijs zou volgens een

docent voor iedere leerling moeten

gelden, omdat elke student uniek is.

Aan de andere kant zijn bepaalde

aanpassingen, zoals duidelijke

structuur, niet enkel gunstig voor

studenten met een stoornis, maar

voor alle studenten. Op vlak van visie

over passend onderwijs is er

overeenstemming tussen de

docenten, maar er heerst ook een

handelingsverlegenheid om om te

gaan met enorme verschillen.

Aanbevelingen

(puntsgewijs)

meer intervisiemomenten

(externaliserend gedrag

bespreken en afspraken

maken)

meer informatie over omgaan

met externaliserend gedrag

startgesprek met student en

passende hulp te zoeken

medewerker team passend

onderwijs laten aansluiten bij

oudergesprekken

voorlichtingen voor docenten

op maat over bepaalde

problematiek

het navolgen van zeven

bouwstenen voor High Impact

Learning urgentie,

zelfmanagement/learning

agency, collaboratie en

coaching, hybride leren, actie

en kennisdeling en flexibiliteit

(Dochy, 2016)

meer inzetten op

samenwerking (groepswerken

& samen werken tijdens lessen)

variëren met de lesopstelling en

opdrachten

inrichten van kenniskringen in

het team Engels

niveauverschillen in kaart

brengen door een niveautoets

ontwerpen van een

schoolbreed keuzedeel door het

team Engels

Niet expliciet vermeld

executieve functies trainen door

aanpassingen van de lesstof,

lesstructuur en omgeving

positieve communicatie met

studenten voor een veilige

relatie

bij oudergesprekken rekening

houden met culturele

verschillen

als docent alert zijn voor

compassie-moeheid, secundaire

trauma’s en burn-outs

kennisnemen van de Adverse

Childhood Experience study en

de leerdriehoek van Geddes

meer reguliere Engels lessen

door het aantal

keuzewerktijduren terug te

brengen van 6 naar 3 uur

relevantie van

keuzewerktijduren benadrukken

voor studenten

andere tijdstippen voor de

keuzewerktijduren

een alternatief inschrijfsysteem

duidelijke informatie over de

keuzewerktijduren.

trainingen voor docenten in

pedagogische vaardigheden

gesprekken over verschillen

tussen studenten en klassen om

op 1 lijn te zitten als

docententeam

de expertise van het team

passend onderwijs beter

profileren

Niet expliciet vermeld

Page 58: Samen leren, samen werken - HAN University of Applied Sciences · 2020-02-20 · Samen leren, samen werken Van Passend Onderwijs naar Passende Arbeid voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte

58