Samen juli 2016

32
Amsterdamsche Coöperatieve Woningvereeniging ‘Samenwerking’ B.A. Juli 2016 samen

description

 

Transcript of Samen juli 2016

Amsterdamsche Coöperatieve Woningvereeniging ‘Samenwerking’ B.A.Juli 2016

samen

Daniël de Langestraat,zomer 2016.fotoserie: Pat Kockelkorn

02

Inhoud

Redactioneel

Daar was het

Schoorsteenmantels

Royement

In de Lange Straat

De Nieuwe Manhuispoort

Unitaire structuur

Jacques Bettelheim

Uitslag kandidaatstelling

Hulde aan het Stadsdeel

Uit het kantoor

04

06

08

14

18

21

22

24

26

28

30

04

In dit eMagazine vindt u het informatieblad “Samen”

van ACW “Samenwerking” B.A.Juli 2016

Dit is de eerste keer dat u het informatieblad ook per mail ontvangt.U kunt het lezen op uw pc, tablet of smartphone

U ontvangt “Samen” nu zowel per post als per mail

Bekijk beide versies eens rustig. U kunt besluiten dat u beide versies wenst te ontvangen of dat een van beide versies volstaat.

Afmelden van de papieren versie kan via [email protected] van de digitale versie kan via unsubscribe from this list

De link naar de digitale versie zoals verschenen in uw e-mail.

open het eMagazine >

RedactioneelNa vier jaargangen en twaalf nummers gaat Samen over op een andere lay-out. In full color. Zoals u in deze vernieuwde editie van samen kunt lezen is onze scheidend voorzitter Jacques Bettelheim een man van de communicatie. Zowel mondeling als schriftelijk. Zowel analoog als digitaal. Onze nieuwe lay-out heeft daar ook alles mee te maken.

Samen gaat met zijn tijd mee. Downloaden van de website van Samenwerking is niet genoeg. U kunt Samen voortaan ook ontvangen op uw smartphone of tablet en niet alleen in de brievenbus. Daarom is het formaat aangepast. Alle leden van wie het emailadres bij Samenwerking bekend is, krijgen voortaan een link toegestuurd.

En dat is nog maar het begin. Als het aan onze enthousiaste nieuwe vormgever ligt, kunt u niet alleen via de inhoudsopgave losse verhalen lezen, maar straks ook via links in de tekst door klikken naar achtergrondinformatie. Stelt u zich eens voor. Een doorwrocht verhaal over onze statuten. En met één klik leest u het relevante onderliggende statutaire artikel. Als dat niet informatief is?! Het werkt in ieder geval stukken beter dan voetnoten. Alleen is het wel meer werk voor de redactie, dus gaan we op zoek naar extra medewerkers. We hebben al twee aanbiedingen. En misschien verschijnt Samen straks niet drie, maar vier maal per jaar – bij voldoende kopij. Dat kan lukken als u ons een handje helpt. In dit nummer staan bijvoorbeeld twee ingezonden verhalen, één over de marmeren schoorsteenmantels van de firma Cool en één over Daniël de Lange. Uw bijdragen zouden in principe niet langer mogen zijn dan maximaal 500 woorden, zeker als het om ingezonden brieven gaat. Maar in voorkomende gevallen kan daar in overleg met de redactie van worden afgeweken. De eerstvolgende editie van Samen verschijnt in november. Uw bijdragen zou de redactie graag voor het eind van september ontvangen.

Het redactieadres is onveranderd: [email protected]

05

ESTAFETTECOLUMN

Daar was hetJaap van der Zwan

Ik kon de kamer van een kennis overnemen in het enige huis – een voormalig textielbedrijf – dat nog overeind stond in Sint Antoniebreestraat. De gevel was ingepakt met stutten en er hing een groot bord op: HIER IS HET. Het kamertje was een gedeelte van de zolder over de lengte van het huis. Je kon er alleen maar doorheen lopen als je zeer sterk overhelde in de looprichting, anders liep je tegen de balken op. Slapen deed ik in een aanbouw die later een uit voormalig vloerzeil opge-trokken constructie op een platje bleek te zijn.

De deconstructie vond plaats op een stormachtige novembernacht. Ik lag in bed toen ik wakker schrok van een enorme knal. Het gehele kamertje werd door een windvlaag opgepakt. “Daar was het”. ’s Ochtends zag ik dat het op een dak van een bijgebouw van het Trippenhuis was neergekomen. Waarschijnlijk het Meertensinsti­tuut, Het Bureau van Voskuil, zeg maar.

In de stromende regen raapte ik het matras en mijn andere bezit­tingen bij elkaar. De nacht bracht ik verder door in de pijpenla. De tijd kroop. Ik kon dat goed zien op de torenklok van de Zuiderkerk door het gapende gat waar ooit mijn bed had gestaan. De dag erop huurde ik samen met vrienden een Bijlmerflat. Sindsdien heb ik altijd behoorlijk goed gewoond – met uitzondering van een flat in de grote stad M. te Rusland. Daar is onderhoud een zeer ongebruikelijke zo niet exotische bezigheid.

In mijn appartement aan de Pereolok Marina Roskovai, een straat tussen grofweg de drukkerij van het dagblad Pravda en horloge­fabriek No. 2, spoot op een ochtend spontaan een dikke straal bijna kokend water door de keuken, afkomstig uit een roestige verwarmingsbuis. In een mum van tijd kon ik geen hand voor ogen meer zien. Ik gooide op goed geluk een T­shirt op de buis om

06

er vervolgens een soort druipsnor van te maken zodat het water in een teiltje kon lopen. Gelukkig vond ik niet veel later een baby­badje, achtergelaten door de eigenlijke bewoner die mij de woning onderverhuurde.

In de tijd dat het badje volliep kon ik een Russische collega bellen die ervoor zorgde dat er iemand kwam om dat gat te dichten. Die functionaris kwam aan het einde van de dag: een soort garage­houder die je alleen in Franse films uit de jaren twintig aantreft. Ook zijn gereedschap was enigszins verouderd. Hij rolde op de tast – geen sinecure – een stukje rubberdoek om het lek en sloot het aan beide zijden af met een radiatorklem. Tijdelijk dacht ik. Toen ik twee jaar later vertrok zat het er nog steeds.

In diezelfde winter was ook in het trappenhuis een verwarmings­buis gesprongen. Daar kwam niemand voor. Op de treden – het vroor gemiddeld 20 graden – kwam een laag ijs die aangroeide tot dik een meter. Iedereen die bij de Samenwerking huurt begrijpt wel dat ik haar technische dienst niet anders dan goddelijke eigenschappen toedicht. Je komt met een klacht en je hoort: ‘Is er iemand thuis vanmorgen?’ De bevestiging is nog niet uitgesproken of er wordt al aangebeld.

Jaap van der Zwan geeft het stokje door aan schrijver en journalist Martin Schouten.

07

Marmeren schoorsteenmantel van de Firma G. & J. CoolFoto: Seya Dalderup

08

MarmerenSchoorsteenmantelsvan Samenwerking

en de Firma G. & J. CoolSeya Dalderup

De pikzwarte marmeren schoorsteenmantels in de woningen van het Rode Blok intrigeren mij al lange tijd. Wie zou deze hebben geleverd? In het archief van Samenwerking zijn vele verzoeken aan leveranciers van marmer te vinden, zo ook aan de Firma G. & J. Cool. G. is Gerrit, grootvader van ‘onze’ tuinarchitecte Tine Cool (1887-1944).

Gerrit Cool (1825­1896) was steenhouwer en handelaar in marmer in zijn geboorteplaats Sneek. Met zijn in Amsterdam wonende jongere broer Jetze (1838­1884) richtte hij rond 1860 de Firma G. & J. Cool op. In veel plaatsen ontstonden filialen, waaronder Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. De zoon van Gerrit, Thomas Cool (1851­1904) zou de vader worden van Tine Cool en was lange tijd werkzaam in het familiebedrijf. Hij tekende o.a. schoorsteenmantels en grafmonumenten. In 1865 nam het bedrijf deel aan een expositie in het Paleis van Volksvlijt. Op nijverheidstentoonstellingen werden de producten van de Firma Cool veelvuldig bekroond, ook buiten Nederland, zoals in Parijs (1867) en Philadelphia (1876). In 1884 stierf Jetze Cool en de zoon van Gerrit, Thomas, wilde het bedrijf niet voortzetten. In de lente van 1892 vertrok Thomas Cool met vrouw en drie kinderen, waaronder Tine, als kunstschilder naar Rome. Zij vonden onderdak in een van de studio’s rondom de Villa Strohl­Fern, onderdeel van het park van de Villa Borghese (zie: Tine Cool ‘Wij met ons vijven in Rome’, 1928, bekroond jeugdboek). Veel kunstenaars bezochten de Villa, waaronder de Friese beeldhouwer Pier Pander (1864­1919).

09

Nadat vader Gerrit op 21 april 1896 overleed werd de Firma G. & J. Cool vooralsnog onder dezelfde naam voortgezet. Het filiaal in Amsterdam bevond zich aan de Bloemgracht 77. In de marmergevelplaten van het pand is nog te lezen ‘Schoorsteenmantels G. & J. Cool Grafmonumenten’. (Aan de gevel van het Utrechtse filiaal in de Biltstraat is nog te lezen ‘Cool­marmer’).

Na de terugkeer van Thomas en zijn gezin in 1896 naar Nederland zou hij op 18 mei 1904 overlijden. De naam van de firma werd op 17 december 1905 omgezet in ‘De fabriek van Marmerwerken v/h G. & J. Cool’. In hetzelfde jaar werd de marmer­fabriek hofleverancier (Zie Afb. 1.).Er was een vermoeden dat het bedrijf na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zou zijn geliquideerd, maar daar zag het niet naar uit gezien het volgende.

In oktober 1908 was de Amsterdamsche Cooperatieve Woningvereeniging (ACW) Samenwerking opgericht. De eerste wo­ningen werden respectievelijk in 1910 en in 1913 opgeleverd. Men had plannen voor een derde bouw van circa 800 midden­standswoningen ten zuiden van de Roelof Hartstraat. Er was een Bouwcommissie samengesteld voor het realiseren van deze woningen, met H. Keegstra en ir. Jan Waal, tijdelijk directeur van Samenwerking als projectuitvoerder, Arie Keppler, directeur van de Amsterdamse Woningdienst en zwager van Wibaut. Floor Wibaut (1859­1936) werd in 1914 wethouder van Arbeids­zaken en Volkshuisvesting en in 1919 wet­houder Financiën. (Zie Afb. 2.).

10

1] De fabriek van Marmer-werken v/h G. & J. Cool’ werd hofleverancier.(Stadsarchief, Amsterdam)

De bouw van Blok A, Roelof Hartstraat/Hobbemakade en Gerard Terborgstraat begon in 1920. In een brief van februari 1921 van het Gemeentebestuur van Amsterdam werd de bouw van 84 woningen goedgekeurd, met de handtekening van wethouder Wibaut (Zie Afb. 3. ). Aan diverse toeleveranciers werden offertes opgevraagd waaronder aan de Fabriek van Marmerwerken v/h G. & J. Cool. In november 1922 werd onder meer aan G. & J. Cool verzocht 224 stuks marmeren schoorsteenbladen te leveren voor het zogenaamde ‘Wibautblok’, Reijnier Vinkeleskade/Joh. M. Coenenstraat. De Firma C. van Kasteel bleek een geduchte concurrent. In een schrijven van 31 januari 1923 krijgt de Fa. G. & J. Cool de opdracht voor het maken, leveren en stellen van 16 marmeren schoorsteenmantels van St. Anne marmer ten behoeve van de in aanbouw zijnde ‘eensgezinshuizen in de Harmonie­hof’, te weten de villa’s. Ook een opdracht van 17 december 1923 werd aan Cool gegund, voor het leveren van 53 stuks zwart marmeren dekplaten voor schoorsteenmantels en 38 stuks marmeren schoor­steenmantels in ‘mooi rood marmer’ voor het winkelcomplex aan de Roelof Hartstraat en dit ‘heeft volstrekt geen haast!’

112] De Amsterdammer van 17 januari 1920, Prent Johan Braakensiek (Stadsarchief, Amsterdam)

12

3] Brief van februari 1921 van het Gemeente bestuur van Amsterdam waarin de bouw van 84 woningen wordt goed gekeurd. Met de hand tekening van wethouder Wibaut. (Stadsarchief, Amsterdam)

13

Op 6 februari 1924 wordt aan de Firma Cool een bijzonder grote op dracht verleend van f 12.500,­ om 216 stuks marmeren mantels te leveren en 7 idem dekplaten voor het in aanbouw zijnde woning­blok Joh. M. Coenenstraat/ Bronckhorststraat. Er wordt gesproken over gedeeltelijk in rood marmer, gedeeltelijk in Joinville en zwart marmer, ook van ‘Napoleon marmer’. Half maart daaropvolgend moest al een groot gedeelte zijn gesteld. Dit bleek de nodige problemen op te leveren.

In een brief van 5 juni 1924 laat Samenwerking weten dat na drie maanden pas ongeveer 60 van de 216 mantels zijn afgeleverd en van de eerste partij nog niet een! – opdracht d.d.17 december 1923 ­. Men vindt de zes weken geleden uitgebroken staking onder de Am­sterdamse steenhouwers geen verontschuldiging. De mantels hadden al voor de staking op het werk moeten zijn en ten tweede worden de mantels niet in de fabriek in Amsterdam gemaakt maar in de fabriek te Beverwijk waar geen staking was. Er worden data gesteld en aantallen en een verklaring gevraagd om dit na te komen anders wordt de levering geannuleerd en dan zullen de schoorsteen­mantels van tegels worden voorzien. Als er later 144 marmeren mantels nodig zijn voor het Rode Blok wordt ook de Firma G. & J. Cool weer om een offerte gevraagd. Op10 juli 1925 blijkt dat de Firma C. van Kasteel de opdracht in de wacht heeft gesleept. Bij de bouw van Het Nieuwe Huis, geopend in1928, blijkt alleen de Firma C. van Kasteel bij het marmerwerk te zijn betrokken. (Zie: Het Nieuwe Huis, Dorothee Oorthuys, maart 2014). In de loop van de tijd zijn bij renovaties letterlijk en figuurlijk veel schoorsteenmantels ontmanteld, ook schuifdeuren met veelkleurig glas in lood zijn zeldzaam geworden (Zie: Honderd jaar Samenwerking, foto op p.68). Dit alles roept weer nieuwe vragen op.

RectificatieDe redactie ontving een brief van Thomas Cool, de achterneef van tuinarchitect Tine Cool, de ontwerpster van de binnentuin aan de Gerard Terborgstraat, met het verzoek onderstaande rectificatie te plaatsen. Wij voldoen graag aan dit verzoek, met instemming van Evelien Jansen en met dank aan Thomas Cool. In Samen, maart 2016 pag. 3, in het artikel “De binnentuin is nu ook monument!” staat abusievelijk dat de schets van de binnentuin door hovenier Evelien Jansen is gevonden. Het is echter kunsthistorica Seya Dalderup die deze schets en andere informatie in 2011 in het archief van de familie Cool in Tresoar te Leeuwarden heeft ontdekt en ontcijferd.

14

Royement Reinder Tonkens

Een echtpaar verhuisde van hun eigen koopwoning naar een woning van Samenwerking. Ze waren beiden lid. Vrijwel vanaf het begin klaagden de buren over geluidsoverlast. Harde muziek, slaande deuren, luidkeels gezang (van de heer des huizes), hondengeblaf. Rechtstreeks contact daarover bleek niet mogelijk.

Brieven werden niet beantwoord. De buren kwamen regelmatig op het spreekuur van de directeur hun nood klagen. Die raadde hen aan een logboek bij te houden. ‘Beter buren’ werd als bemiddelaar ingeschakeld. Mediation werd aangeboden. Niets hielp. Het echtpaar ontkende dat er van overlast sprake was en voor zover dat wel het geval zou zijn, moest dat liggen aan de gebrekkige geluidsisolatie van de woning. Zij zelf ondervonden ook geluidsoverlast, maar klaagden niet. Samenwerking liet geluidsmetingen doen. Daaruit bleek dat de geluidsnormen niet werden overschreden. De geluids­overlast lag dus wel degelijk aan het gebruik van de woning. De directeur deelde het echtpaar mee dat, als ze niet vrijwillig zouden verhuizen, Samenwerking ontruiming van de woning aan de rechter zou vragen.

Nu wilde het geval dat het eigen huis van het echtpaar nog steeds te koop stond. Uitzicht op een spoedige verkoop was er niet. De huizenmarkt was ingestort. Ze zaten al die tijd op dubbele lasten. Ze boden aan vrijwillig terug te keren naar hun oude woning tegen betaling van een verhuisvergoeding. Omdat de zaak al zo lang sleepte en de buren inmiddels ten einde raad waren en omdat een ontruimingsprocedure opnieuw tijd en geld zou kosten, ging de directeur akkoord. Voor de verhuisvergoeding werd het wettelijk verschuldigde minimum bedrag overeen gekomen. Het echtpaar vertrok en de rust keerde weer. Maar daarmee was de kous niet af.

15

Elk lid heeft het recht in te schrijven op elke vrijgekomen woning. De statuten bieden geen mogelijkheid een lid dat recht te ont­zeggen. Het echtpaar zou opnieuw een woning kunnen huren. De overlastsituatie zou zich kunnen herhalen, met andere huurders van Samenwerking als slachtoffer. Het bestuur zou op grond van artikel 12.2 van de statuten1 kunnen weigeren een andere woning aan het echtpaar te verhuren. Het bestuur koos voor een drastischer maatregel en ontzette het echtpaar uit het lidmaatschap van Samenwerking. Royement dus. Alleen zo kon gegarandeerd worden dat ze nooit meer een woning bij Samenwerking zouden kunnen huren en overlast veroorzaken. Het bestuur beriep zich daarbij op artikel 17.1 van de statuten2. Overlast aan de buren is verboden in artikel 15.1 van het huishoudelijk reglement3 (en bij wet). Bovendien was er sprake van benadeling van de coöperatie. De hele procedure had Samenwerking een kleine €15.000 gekost. Maar ook daarmee was de kous niet af.

Het echtpaar ging tegen het royement in beroep bij de ledenraad. De beroepsadviescommissie van de ledenraad hoorde het echtpaar en adviseerde de ledenraad het besluit van het bestuur te bekrach­tigen. De ledenraad nam dat advies over. Het echtpaar liet het er niet bij zitten en stapte naar de de rechter, maar werd bij vonnis van 31 oktober 2012 in het ongelijk gesteld. Daarop ging het echtpaar in hoger beroep. Het Hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank op 22 april 2014 en daarmee was de kous dan eindelijk af.

1] Het bestuur is in bijzondere gevallen bevoegd de verhuring van de woning aan een lid te weigeren. 2] Een lid kan uit het lidmaatschap worden ontzet, wegens overtreding van de statuten of reglementen der coöperatie of het op andere wijze benadelen der coöperatie. Het ontzette lid heeft recht van beroep op de ledenraad. 3] Het bestuur beslist of een geval van overlast aanwezig is. Van deze beslissing heeft de betrokkene binnen veertien dagen beroep op de ledenraad.

16

fotoserie: Pat Kockelkorn

Wonen in de Lange straat Jan Vollaard

De Daniël de Langestraat, het klinkt veel langer dan hij is. Doorsneden door het kleine stukje Harmoniehof dat nog geen hof is, afgezien van het plantsoentje waar scooter-nozems graag hun jointjes paffen, ligt de groene en serene Daniël de Langestraat. Een kort straatje dichtbij de drukte van het Roelof Hartplein, waar het vlak om de hoek van de Gerard Terborgstraat zo rustig is dat je vooral het gefluit van vogeltjes hoort. Ik woon er met veel plezier, zeker sinds ik weet dat mijn straatnaam een muzikaal thema heeft

18

Daniël de Lange (1841­1918) was organist, koordirigent, componist, muziekpedagoog en oprichter van het Amsterdams Conservatorium. Alsof dat allemaal niet genoeg was, ontwikkelde deze geboren Rotterdammer zich in zijn Amsterdamse periode (1871­1914) tot een muziekcriticus die zijn doorwrochte artikelen altijd grondig onderbouwde met theoretische kennis. Kijk, en dat laatste schept een band. Als popcriticus van NRC Handelsblad ga ik ook niet over één nacht ijs bij het verzamelen van informatie over de muziek die ik beschrijf en de popsterren die bijna dagelijks mijn pad kruisen. Soms gewoon aan de overkant, in het College Hotel.

Terwijl ik dit schrijf draait Daniël de Lange, gestorven in Californië waar hij zijn vier laatste levensjaren doorbracht, zich waarschijnlijk om in zijn graf. Klassiek en pop, ze bijten elkaar. Mijn moeder waar­schuwde me toen ik me op mijn veertiende bovenmatig begon te interesseren voor de Rolling Stones en Pink Floyd. “Die popmuziek jongen, het blijft niet. Op je achttiende luister je alleen nog maar

19

20

naar klassiek.” Sorry ma, hier ben ik, ruim dertig jaar nadat ik me professioneel in Amsterdam vestigde als poprecensent. Honderden artikelen schreef ik reeds over uiteenlopende onderwerpen, zoals de schoonheid van de falsetstem in de indiepop en, recent nog, het gevaar van op de loer liggende doofheid bij oudere rockers.En toch kreeg mijn moeder een beetje gelijk. In mijn cd­collectie staan verdwaalde werkjes van Wagner, Shostaskovich, Mussorgski en Stravinsky. Ik hou intens van de ‘moeilijke’ muziek van Karlheinz Stockhausen, de avant­gardecomponist die algemeen wordt be­schouwd als grondlegger van de elektronische (pop)muziek. Geen Kraftwerk zonder Stockhausen en geen techno zonder elektronica.

Mijn komst acht jaar geleden naar de Daniël de Langestraat kon niet zonder muzikaal gevolg blijven. Bij muziekhandel Broekmans & van Poppel, alweer zo’n handige winkel die je hier vlak om de hoek vindt, kocht ik het Requiem van Daniël de Lange op cd, uitgevoerd door het Nederlands Kamerkoor met dirigent Uwe Gronostay. Mocht u op een mooie zomerdag door mijn straat lopen en de verwaaide klanken van een statig en somber koorwerk uit het open raam horen schallen, dan is de kans groot dat ik het grijsgedraaide cd­tje van mijn grote vriend Daniël uit de kast heb getrokken.

De grote grap is natuurlijk dat mijn Amsterdamse straat genoemd is naar een Rotterdammer. Persoonlijk kan ik daar niet mee zitten, want als geboren Warmonder (bij Leiden) heb ik me altijd neutraal opgesteld in de vete tussen 010 en 020. Maar je zult de Rotterdam­mers de kost geven die weigeren op een doordeweekse dag in onze mooie stad te parkeren, omdat hun zuurbetaalde parkeergeld de economie van de stad met de A (voluit zeggen ze het nooit) ten goede zou komen. Mijn Rotterdamse schoonvader komt graag op bezoek, maar liefst op zon­ en feestdagen. Telkens wanneer ik uit mijn raam kijk en het mooie maar fout gespelde bordje “Daniël de Lange Straat, Oud­Zuid” zie, prijs ik de naamgever van de straten in onze buurt die zich niet heeft laten leiden door een kleinzielig territoriumconflict.

Des te treuriger is het dat zich uitgerekend in de Harmoniehof een klein maar geniepig bolwerk van verzet heeft gevormd tegen de komst van asielzoekers bij Samenwerking. Een valse noot in een wijk waar muziek in zit.

3121

De Nieuwe Manhuispoort

Foto

: Rei

nd

er T

onke

ns

Mijn vrouw? Ach, mijn vrouw is een mooi boek, maar ik heb het al uit! (uit de conference Opa van Wim Sonneveld; tekst Simon Carmiggelt)

In zijn estafettecolumn van maart 2015 schreef Frans Clabbers over de vele boekenkasten die hij al wande-lend door de buurt door de vensters waarnam. Hij vond dat geruststellend.Tegelijkertijd signaleerde hij een pro-bleem. Al die boeken leggen een stevig beslag op ons bescheiden bruikbare woonoppervlak. Clabbers opperde afscheid te nemen van alles wat we toch nooit meer zullen lezen of herlezen Maar omdat er nauwelijks een tweede-handsmarkt voor is, zou de papier-container wel eens hun roemloos einde kunnen zijn. Niet dat Clabbers

dat propageerde, maar een meer duurzaam alternatief had hij ook niet. Of het moest een bescheiden boeken- kastje voor de deur zijn, al zou dat weinig zoden aan de dijk zetten, zo vreesde hij. Zo niet mijn overbuur-vrouw. Zij zette dat boekenkastje niet zo maar op straat, in weer en wind, maar in de beschutte onderdoorgang naar de binnentuin aan de Gerard Terborgstraat. SAMEN roept alle buurt-genoten op dit voorbeeld te volgen. Laten wij deze poort een culturele bestemming geven. Een Nieuwe Man-huispoort. Heeft u overtollige boeken nadat u het advies van Frans Clabbers hebt opgevolgd? Zet ze – met kast en al – in de Nieuwe Manhuispoort. Uw uitgelezen boeken kunnen anderen ter lering en vermaak strekken. De papier-container is voor ander drukwerk.

Reinder Tonkens

BRIEVEN VAN LEDEN

Samenwerking: kies voor unitairestructuurJan Achten

Ik heb mij vaker gekeerd tegen wijziging van de unitaire structuur van Samenwerking (bestuur deel uitmakend van de ledenraad) naar een gesplitste structuur. Omdat op vergaderingen het moeilijk is de bezwaren te verduidelijken, deze uitleg. Het is geen kwestie van gelijk krijgen, ik wil graag luisteren. Mail naar [email protected]

Grote organisaties En weer was het raak toen de Ondernemings­kamer van het Amsterdamse gerechtshof oordeelde over het beleid bij Meavita: bestuur en commissarissen hebben gefaald.Zolang ik me kan heugen, is de uitkomst hetzelfde en oordeelt de Ondernemingskamer dat de commissarissen hebben gefaald. Redelijk recent zijn Vestia en het VU Medisch Centrum. We zien een algemeen beeld dat commissarissen falen. Zijn Nederlanders chronisch ongeschikt als toezichthouder?We moeten ons afvragen of het Nederlandse systeem van scheiding van bestuur en toezicht deugt. Conceptueel prima: duidelijke taak­afbakening, geen belangenvermenging. Maar jarenlange ervaring hebben mij er van overtuigd dat de praktijk niet werkt. Beter is het Angelsaksische unitaire model met één orgaan met zowel executieve als niet­executieve (toezichthoudende) bestuurders.

Informatie Het grote praktische verschil tussen beide systemen zit in de tijdigheid van informatie. En dan moeten we niet denken aan een mooi­weer­scenario, want daarin werkt elk systeem, maar bij slecht weer, als personen bij wijze van spreken met getrokken messen tegenover elkaar staan.

22

Als toezichthouders zaken moeten goedkeuren of terugdraaien, blijkt de benodigde informatie (bij gespannen verhoudingen) pas te komen als de voorstellen kant en klaar zijn; een opgaaf om dan nog in te grijpen. Met name bij Vestia en het VUMC zag je commis­sarissen daarvoor terugschrikken. In het unitaire bestuursorgaan moeten niet­executieve bestuurders (bij ons: niet­besturende leden­raadsleden) bij de totstandkoming van de plannen worden betrokken en dat maakt dat ze eerder kunnen bijsturen of ingrijpen. Kortom, voor een slecht­weer­scenario heb je wezenlijk meer aan een uni­taire structuur. Ook de voorzitter van de Verening van Effecten­bezitters, Koster, is sterk voorstander van een unitaire structuur.

Kleinere organisaties Argument van onze voorzitter Bettelheim: je kunt Samenwerking niet vergelijken met grote organisaties waar die schandalen plaatsvonden. Zeker heb je verschillen, maar uit mijn ervaring1 bij familiebedrijven komt naar voren dat de problematiek vergelijkbaar is. Er komen aspecten bij, zoals persoonlijke animositeit of belangen van verschillende familietakken. Ook daar bleek een ongesplitst orgaan beter te werken (ervaring is nog beperkt).

Vorm Dus meteen over naar een unitaire structuur? Nee, niet overhaast, eerst leren van verschillen in Angelsaksische landen. Enerzijds hebben we het Amerikaanse (Delaware) systeem, met slechte governance: voorzitter pleegt de executieve bestuurder (CEO) te zijn en daarmee bepaalt hij de agenda en leidt vergaderingen. Tegenstrijdig belang: de CEO heeft belang bij het voorstel; mag hij meestemmen? Delaware legt hem niets in de weg.In Groot­Brittannië is de governance daarentegen goed geregeld. De bestuursvoorzitter is een niet­executief lid en de executieve leden mogen niet stemmen bij tegenstrijdig belang. Zoiets is ook bij Samenwerking gewenst in ons bestaande unitaire systeem.

Voor/nadelen Er zijn niet alleen voordelen. Als commissarissen falen, zijn zij aansprakelijk. Daar is over geprocedeerd, maar de toegewezen schadevergoeding was bescheiden; voor een beperkt bedrag gaan curatoren niet jaren procederen. Voor falende niet­executieve bestuurders zal dat anders liggen.

1] Adviesgroep familiebedrijven van Walgemoed (nu BDO).

23

24

Voorzitter JacquesBettelheim vertrekt Els van Eijden

Jacques Bettelheim treedt na de verkiezingen van 9 september af als voorzitter van de vereniging. Jammer, zullen velen denken. Onder zijn leiding brengt het huidige bestuur rust in de ver-eniging. Hij bekleedt het voorzitterschap sinds de verkiezingen van 2013. Deze functie kwam op zijn pad, omdat geen van de andere toenmalige bestuursleden zich geroepen voelde.

Jacques is in het dagelijkse leven Director Public Affairs bij een communicatieadviesbureau. En communicatie kenmerkt zijn optreden en de manier waarop hij de verschillende consultatie­bijeenkomsten heeft geleid, zoals over de komst van vluchtelingen en over de beleidsnota ‘Midden in Amsterdam’. “Ik ben meer een procesman, die iedereen bij elkaar wil houden”, aldus Jacques.

Jacques Bettelheim

25

Jacques bracht zijn jeugd door in de Gerard Terborgstraat, “in een huis zonder bad, douche en centrale verwarming”. Daarom wilden zijn ouders graag verhuizen naar Buitenveldert. Zij zegden toen waarschijnlijk ook hun lidmaatschap op. Jacques werd pas lid in de jaren tachtig, toen het lidmaatschap een korte periode openstond. Het duurde tot 2008 dat hij hier weer kwam wonen. Hij sloot zich al snel aan bij de organisatie van de festiviteiten rond Samenwer­king 100 jaar en droeg het idee aan om een dictee af te nemen. Jacques heeft namelijk het Groot Dictee der Nederlandse Taal in 2006 gewonnen. Op de dag van het eeuwfeest ontmoette hij Martin van Daalen, een goede oude vriend uit zijn jeugdjaren, die hem aanmoedigde om lid van de ledenraad te worden. Het jaar erop, in 2009, voegde hij de daad bij het woord.

Hij trad als ledenraadslid onder meer toe tot de werkgroep Beleid en organisatie. Hij is van meet af aan voorstander geweest van een scherpere scheiding tussen bestuur en ledenraad. Onder zijn voor­zitterschap werd dan ook de Statutencommissie gereactiveerd en werd een consultatiebijeenkomst voor de leden georganiseerd. Maar het voorstel behaalde net niet de vereiste driekwart meerderheid tijdens de Buitengewone algemene ledenvergadering van 7 april 2015.Zijn eerste jaar als voorzitter was lastig. “Binnen het bestuur was de balans nog zoek”, zegt Jacques. “Er speelden twee onderwerpen: de nieuwe vereniging, die toen nog Samenwerking­2 heette, en een scheidsliedenprocedure over de aanvulling van de ledenraad nadat twee leden tot het bestuur waren toegetreden. Dat waren sowieso typische hoofdpijndossiers, maar het lukte nog wel om daarover een eenduidig bestuursstandpunt te formuleren. Wat echt niet werkte, was samen een koers uitzetten over nieuw beleid. Toen de onenigheid daarover binnen het bestuur aan het licht kwam, resulteerde dit in het vertrek van een van de bestuursleden”.

Daarna is de rust hersteld en kon er eigenlijk pas echt bestuurd worden. Jacques is tevreden over de manier waarop er binnen de vereniging is gesproken over de nota ‘Midden in Amsterdam’, waarin belangrijke beleidsthema’s aan de orde worden gesteld. Zoals de wijze van woningtoewijzing, het monitoren van inkomens, het toestaan van woningruil en een hardheidsclausule voor AOW’ers. De nota is op 22 juni vastgesteld door de ledenraad na een discussie

26

binnen de Algemene ledenvergadering. Maar ook daarvoor is de nota breed besproken, zodat iedereen heeft kunnen meedenken. Het is eigenlijk een coproductie geworden. Ook de huisvesting van status­houders/vluchtelingen heeft veel impact gehad. Jacques: “Ik heb er geen slapeloze nachten van gehad, maar het maakte het mentaal wel zwaar, want dit onderwerp ligt gevoelig binnen de vereniging”. Vanwege de intensiteit van het bestuurswerk wil hij nu het bestuur verlaten en daarmee de voorzittersrol overdragen. Dit is een natuur­lijk moment volgens Jacques, omdat er nu een stabiel bestuur is en hij nu statutair aftredend is (hij nam tussentijds de termijn van zijn voorganger over).

Hij zal het om een aantal redenen zeker missen, zoals de samen­werking met de andere leden van het bestuur en met de nieuwe directeur Evert Bartlema, die veel werk uit handen neemt. “De di­recteur vervult een spilfunctie binnen de vereniging”, aldus Jacques. Hij is tevreden hoe hij de ledenraad en het bureau heeft kunnen betrekken bij de selectieprocedure die uiteindelijk leidde tot Everts aanstelling als directeur. Gelukkig telt het bestuur nog vier inhoudelijk zeer betrokken leden, die ieder hun eigen deskundigheid hebben. Dat zal ook na zijn vertrek zo blijven. Maar hij vindt het toch wel jammer dat hij niet meer aan de knoppen kan draaien, ook al was het soms moeilijk om de balans met zijn werk en zijn privéleven te bewaren. Zoals u in dit nummer van SAMEN kunt lezen, heeft Jacques zich gekandideerd voor de ledenraad. “Op die manier hoop ik me de komende jaren verdienstelijk te kunnen blijven maken voor Samenwerking, zij het in een andere en wat minder tijdrovende rol”.

Twee kandidaten voor de vacature in het bestuur:Mevr. E. Boomsma * Dhr. B. Meijer

Tien kandidaten voor de zes vacatures in de ledenraad:Dhr. M. van den Akker (herkiesbaar)Dhr. J. BettelheimMevr. M. BettelheimDhr. J. DettmeijerDhr. A.J. Heerma van Voss (herkiesbaar)

Dhr. W. Heineken (herkiesbaar)Dhr. K. Kieviet *Dhr. J. LamoreeMevr. M. WildenburgDhr. B. Wouters

De stembiljetten worden verzonden op 19 augustus. De stembus sluit op vrijdag 9 september om 15.00 uur.

* Geen bewoner

Uitslag kandidaatstelling bestuur en ledenraad

27

27

Fietsenrekken in het verlengde van de Daniël de LangestraatFoto: Reinder Tonkens

28

Hulde aan hetStadsdeelSeya Dalderup/Lucie Zuiderwijk

Door de plaatsing van de ondergrondse afvalcontainers in de buurt werd er najaar 2014 geschoven met fietsparkeerplekken. Niet iedereen was onverdeeld gelukkig met die fietsrekken naast de bankjes op de Reijnier Vinkeleskade. Het stadsdeel zag ook dat het niet een geweldige keuze was en dat leidde tot overleg. Inmiddels is het dubbel en dwars goedgemaakt. De fietsrekken zijn in het verlengde van de Daniël de Langestraat geplaatst. Er rondom heen een prachtig beukenhaagje. En verder zijn allerlei ondersoorten van de Japanse kers geplant, boompjes en struiken. De medewerker van het stadsdeel, Mark van den Putte, die dit plan met een collega ontwikkelde, wist zich uit zijn jeugd, die hij aan de Roelof Hartstraat door-bracht, te herinneren dat er op de kade, net zoals in de Daniël de Langestraat, allemaal Japanse kersen stonden. Hij deed archiefonderzoek en maakte het plan dat inmiddels eind maart / begin april is uitgevoerd. We hebben allemaal al van het Japanse voorjaar kunnen genieten en kijken alweer uit naar het volgende voorjaar. Nu ja…eerst nog maar even zomer worden.

29

30

Uit het kantoor

Er gebeurt veel in de vereniging, naast al het reguliere werk aan verhuringen en onderhoud. U merkt daar soms direct wat van, soms minder direct, maar ik ga graag op een paar van de belangrijkste zaken wat nader in.

Per 1 juli 2016 is een nieuwe huurverhoging aangezegd aan alle leden. Het bestuur heeft zich bij het bepalen van de gevraagde verhoging gebaseerd op een advies van de werkgroep huurprijsbeleid. De standaard huurverhoging is op 1% gesteld, alleen de huurders met een inkomen boven € 44.360 en een huur onder € 711 krijgen een huurverhoging van 4,6%. Ook is aangepast beleid vastgesteld voor de huren van de leegkomende woningen. Die worden voortaan bepaald aan de hand van het Woningwaarderingsstelsel uit 2015. Uitgangspunt is dat 84% van de maximaal redelijke huur wordt gevraagd, met een beperkte op­ of afslag van 2% voor de ligging van de woningen. Er wordt niet gerekend met de 50 extra punten die mogen worden toegekend aan Rijksmonumenten. In het najaar wordt met dezelfde werkgroep huurprijsbeleid bekeken of we tevreden zijn met de uitkomsten van deze werkwijze.

In de afgelopen maanden is ook hard gewerkt aan de afronding van het beleidsplan. Op 25 april vond een goedbezochte leden­consultatie plaats. Ook hebben diverse leden schriftelijk gereageerd. Het plan is hierop aangepast en geagendeerd voor de algemene vergadering van 20 juni 2016. De ledenraad zal het beleidsplan hierna definitief vaststellen.

Evert Bartlema

31

Het bestuur heeft drie complexen aangewezen waarop we nog dit jaar in totaal bijna 1000 zonnepanelen zullen plaatsen. We starten op het dak van het ‘rode blok’ aan de J.M. Coenenstraat. Alle huurders zijn geïnformeerd, meer dan de helft van hen heeft zich inmiddels als deelnemer aangemeld. Daarmee krijgen ze voortaan een deel van de stroom van hun eigen dak. Het is een win­winsituatie: de prijs die voor deze stroom moet worden betaald is lager dan de prijs voor gewone netstroom, de investering in de panelen verdient Samenwerking grotendeels terug en het milieu is erbij gebaat.

Een andere kwestie die bestuur en bureau druk bezig heeft gehouden is het vervolg op het besluit van de ledenraad om drie statushouders de mogelijkheid te bieden lid te worden en bij voorrang een woning aan te bieden. Een van de leden heeft een ‘scheidsliedenprocedure’ aangespannen tegen dit besluit, een mogelijkheid die de statuten biedt. De uitspraak in deze procedure is net bekend: Samenwerking heeft de besluiten rechtsgeldig genomen en kan ze uitvoeren. We zullen nu de gemeente vragen om gezinnen voor te dragen. Onder­tussen is met een groep enthousiaste leden gesproken over de manier waarop de te huisvesten statushouders kunnen worden ondersteund op het moment dat ze hier daadwerkelijk komen wonen.

Vermeldenswaard is tenslotte dat inmiddels liefst drie huurders zich spontaan hebben gemeld met de boodschap dat ze best iets meer huur zouden willen betalen, opdat hun huur net boven € 711 komt en Samenwerking geen verhuurdersheffing meer hoeft af te dragen. Dat scheelt al gauw bijna 3 maanden aan huur. Als tegen­prestatie bekijken we welke (kleine) verbeteringen we dan in hun woning kunnen aanbrengen. Daarmee ontstaat, net als bij de zonnepanelen, een win­winsituatie. En nu kijken of ik er in mijn volgende column weer twee weet te vinden!

Amsterdamsche Coöperatieve Woningvereeniging “Samenwerking” B.A.Roelof Hartstraat 42, 1071 VK , Amsterdam, www.samenwerking.org, 020 66 285 84Redactie: Els van Eijden, Leo Pauw en Reinder Tonkens. E-mail: [email protected]: joseph plateau, Amsterdam. Fotografie: Pat Kockelkorn. Drukwerk: Straatsma PMS

foto

’s: P

at K

ocke

lkor

n