RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat...

44
Maart 1999 Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid Studies

Transcript of RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat...

Page 1: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Maart 1999

Wijzigingen vangezinstoestand tijdensvolledige werkloosheid

Studies

Page 2: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

1ste deel

VoorwoordDeze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd inde RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I.

Deel I omvat:Inleiding

1. Principes2. Vaststellingen:

- Absoluut aantal wijzigingen (tabel 1)- Evolutie: 1994 = 100 (tabel 2)- Aantal wijzigingen in % van het totaal per

geslacht (tabel 3)

De inhoud van de drie anderedelen vindt u hieronder.

Deel II zal omvatten

Vaststellingen vervolg 1

- Uitstroom in % van totaal van de uitstroomper gezinscategorie en per geslacht (tabel 4)

- Instroom in % van totaal van de instroom pergezinscategorie en geslacht (tabel 5)

Deel III zal omvatten

Vaststellingen vervolg 2

- Verhouding tussen de geslachten per gezins-categorie in % (tabel 6)

- Wijzigingen in % van het algemeen totaal(mannen + vrouwen) (tabel 7)

Deel IV zal omvatten

Vaststellingen vervolg 3

- Balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in absolute cijfers - gemiddelde 1994-1997 (tabel 8)

- Balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in % van het totaal aantal wijzigingenper geslacht (tabel 9)

- Wijzigingen in geval van wacht- en overbrug-gingsuitkeringen - gemiddelde 1994-1997:aandeel in totaal aantal wijzigingen per gezins-categorie en geslacht in % (tabel 10)

- Wijzigingen in geval van wacht- en overbrug-gingsuitkeringen - gemiddelde 1994-1997:balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in % van het totaal aantal wijzigingenper geslacht (tabel 11)

3. Belangrijkste besluiten

Page 3: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Maart 1999

1ste deel

Wijzigingen vangezinstoestand tijdensvolledige werkloosheid

Page 4: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

1ste deel

Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid

InleidingDe gezinstoestand speelt een belangrijke rol in de hoogte van het uitkeringsbedrag van de werklozen. Het isdus vanzelfsprekend dat de RVA als uitvoerend orgaan van de werkloosheidsverzekering wil nagaan in welkemate de werklozen van gezinstoestand veranderen tijdens hun werkloosheid. Meer bepaald spitst hetonderzoek zich toe op de verschuivingen tussen de drie grote categorieën, te weten de samenwonendenzonder gezinslast, de samenwonenden met gezinslast en de alleenstaande werklozen.

Deze studie onderzoekt enkel de wijzigingen die zich voordoen bij de populatie van volledig werklozen. Erwordt dus geen rekening gehouden met tijdelijk werklozen, loopbaanonderbrekers, bruggepensioneerden ofwerklozen die in een activeringsmaatregel zijn gestapt (eerste werkervaringscontracten, dienstenbanen ofzogenaamde ‘Smetbanen’ en doorstromingscontracten). Zoals de lezer kan bemerken in het vervolg van dezestudie lijkt het aantal wijzigingen miniem (gemiddeld een 8 400 gevallen per maand) in vergelijking met detotale populatie van volledig werklozen. In september 1997 bedroeg die bijvoorbeeld 711 697 fysiekeeenheden. Dat betekent dus dat nauwelijks 1,2 %.van die populatie maandelijks van gezinstoestand wijzigt.Indien dit evenwel maand na maand gebeurt is deze stroom van wijzigingen betekenisvol, zeker als zich daarinsteeds dezelfde tendenzen voordoen.

De studie bestudeert ook niet in welke gezinstoestand de werklozen zich bevinden in het begin van hunwerkloosheid, noch of er zich wijzigingen voordoen in de samenstelling van de werklozenpopulatie in functievan de duur van de werkloosheid. Eveneens bestudeert deze studie niet welk het aandeel is van de diversegezinstoestanden in de totale populatie van werklozen, noch hoe dat aandeel evolueert in de loop der jaren.Op deze onderwerpen hoopt de RVA in andere studies terug te komen. Het spreekt vanzelf dat deze dehuidige studie aanvullen of bepaalde aspecten beter belichten. Deze studie over de wijzigingen in degezinstoestand tijdens werkloosheid dient dan ook als een onderdeel beschouwd van een bredere studie metals onderwerp de verdeling van de werklozen over de verschillende gezinscategorieën.

1.Principes1.1. Er werd rekening gehouden met de wijzigingen die betrekking hebben op volgende gezinstoestanden:

samenwonenden met gezinslast A (ook gezinshoofd genoemd), samenwonenden zonder gezinslast B enalleenstaanden N.

Tot de categorie ‘samenwonenden met gezinslast’ A behoren:• de werklozen die samenwonen met een echtgeno(o)t(e) of partner die noch over beroepsinkomsten

(niet meer dan 6 885 BEF1) noch over een vervangingsinkomen beschikt (niet meer dan 16 252 BEF ingeval van een pensioen, arbeidsongeval, beroepsziekte of uitkering aan oorlogsslachtoffer),

• de werklozen die niet samenwonen met een echtgeno(o)t(e) of een partner maar uitsluitend:- met kinderen op voorwaarde dat zij voor tenminste één kind kinderbijslag ontvangen- met kinderen die geen beroepsinkomsten of vervangingsinkomens hebben (niet meer dan

12 053 BEF)- met kinderen en met andere verwanten tot en met de derde graad op voorwaarde dat de

werkloze voor minstens één kind kinderbijslag geniet en dat de andere verwanten over geenberoeps-of vervangingsinkomens genieten (voor pensioenen van ascendenten niet meer dan58 581 BEF)

- met verwanten tot en met de dere graad die geen van allen over beroeps- of vervangings-inkomsten beschikken (voor pensioenen van ascendenten niet meer dan 34 720 BEF)

• de werklozen die alleen wonen maar die onderhoudsgeld verschuldigd zijn of van wie deechtgeno(o)t(e) gemachtigd is in toepassing van artikel 221 van het Burgerlijk Wetboekgeldsommmen te ontvangen die verschuldigd zijn aan de werkloze

• de werklozen die ongeacht hun gezinssituatie behoren tot speciale categorieën als de erkendehavenarbeiders, de voormalige scheepsherstellers in de haven van Antwerpen (tot 31.12.1999), deerkende zeevissers, de kolenlossers, de werknemers die nachtarbeid in ploegendienst hebben verricht(voordeel van A voor maximum 5 jaar, CAO 46).

De werklozen die tot categorie ‘gezinshoofd’ A behoren ontvangen gedurende de gehele periode van hunwerkloosheid 60 % van het geplafonneerde laatste brutoloon dat zij voor hun werkloosheid verdienden ofde forfaitaire minimumuitkering voor gezinshoofden toegelaten op basis van studies.

1 de bedragen in dit punt vermeld zijn van toepassing op 1.10.1997

Page 5: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Maart 1999

Tot de categorie ‘alleenstaanden’ N behoren de werklozen die alleen wonen of met één of meerderepersonen, waarmee zij geen gemeenschappelijke huishoudelijke belangen hebben, onder hetzelfde dakwonen. Zij ontvangen enkel gedurende het eerste jaar van hun werkloosheid 60 % van hetgeplafonneerde brutoloon. Vanaf het tweede jaar hebben deze werklozen recht op 42 %2 van hunbrutoloon.Indien zij schoolverlater zijn ontvangen zij gedurende gans de duur van hun werkloosheid een van hunleeftijd afhankelijke uitkering die maximum 17 316 BEF kan bedragen.

Tot de categorie ‘samenwonenden zonder gezinslast’ B behoren de werklozen die noch tot categorie Anoch tot categorie N behoren. Zij hebben recht op 55 % van het geplafonneerde laatste loon gedurendehet eerste jaar. Gedurende de eerste 3 maanden van het volgende jaar, eventueel verlengd met 3maanden per jaar arbeid in loondienst, ontvangen zij 35 % van het geplafonneerde laatste brutoloon.Daarna ontvangen zij een forfaitaire uitkering die 13 052 BEF per maand bedraagt. De samenwonendeschoolverlaters zonder gezinslast ontvangen naargelang van hun gezinstoestand en van hun leeftijd eenforfaitaire uitkering die maximum 12 688 BEF bedraagt.

De categorieën A en N zijn de categorieën die toelaten het minste inkomensverlies te lijden. Indien ervoorheen een arbeidsinkomen was laten deze categorieën toe dat inkomen het beste te verzekeren. En inieder geval kan in deze categorieën de beginuitkering het best bewaard blijven.De categorie B daarentegen is een categorie die wat betreft behoud van het inkomen op alle vlakkennadeliger is. Er is een lagere vervangingsratio dan voor beide andere categorieën: 55 % gedurende deeerste periode, 35 % gedurende de tweede periode en een forfaitaire uitkering in een derde periode diegeen band meer heeft met het voormalige arbeidsinkomen. In deze laatste periode kunnen dezewerklozen bovendien uitgesloten worden wegens langdurige werkloosheid indien zij geen geen 20 jaararbeidsprestaties in hun beroepsverleden kunnen bewijzen of geen 33 % arbeidsongeschiktheid hebben.Dit is niet het geval voor de twee andere categorieën.

Er werd geen rekening gehouden met in- en uitstroom van categorieën in de werkloosheid waarbij degezinstoestand niet gekend is of waarbij de gezinstoestand geen invloed heeft op het uitgekeerde bedrag.Deze groep bestaat voor het grootste deel uit werklozen die tijdelijk geen recht op een uitkering hebben.Voor een niet onaanzienlijk gedeelte kan zij ook betrekking hebben op werklozen die een uitkeringontvangen onafhankelijk van de gezinstoestand. Dit is o.m. het geval bij de werklozen die vrijstellinggenieten omwille van familiale of sociale moeilijkheden. Een ander zeer klein gedeelte van deze groepbestaat uit werklozen die voor maximaal 3 maanden hun recht van een lidstaat van de EuropeseEconomische Ruimte naar België uitvoeren.

1.2. Onderhavige studie heeft enkel betrekking op wijzigingen van de gezinstoestand tijdens volledigewerkloosheid. Zij omvat niet de nieuwe instroom in een bepaalde gezinstoestand van bijvoorbeeldwerklozen die voor de eerste maal werkloos worden. Ook omvatten ze niet de werklozen die opnieuwwerkloos worden na 3 maanden of meer arbeidsprestaties te hebben geleverd of na 3 maanden of meergeen werkloosheidsuitkeringen te hebben genoten omwille van een uitsluiting van onbepaalde duur. Determen in- en uitstroom in deze tabellen hebben dus geen betrekking op de totale in- en uitstroom voorde gezinscategorieën. De studie legt ook niet de band met het aandeel van de verschillendegezinscategorieën in de totale werklozenpopulatie, tenzij zijdelings.

1.3. Aangezien de tabellen enkel wijzigingen aangeven tijdens werkloosheid is het totaal aantal wijzigingenenerzijds gelijk aan de totale instroom en anderzijds aan de totale uitstroom. Een wijziging houdt perdefinitie de overgang in van de ene gezinscategorie naar de andere, zodat de uitstroom uit de ene deinstroom in de andere vormt.De meeste tabellen zijn opgesteld in de vorm van kruistabellen: in de rijen leest men de uitstroom pergezinscategorie af; in de kolommen de instroom. De uitstroom van A naar B leest men bijvoorbeeld af inhet vak waar de eerste rij onder A gekruist wordt met de tweede kolom onder B.

1.4. De tabellen onderzoeken enkel de maanden september in de jaren 1994, 1995, 1996 en 1997 en makendaar een gemiddelde van: het maandgemiddelde van de septembermaanden in de periode 1994 - 1997.Omdat er geen andere maanden in het onderzoek betrokken zijn is wel enige voorzichtigheid geboden bijde extrapolatie van de onderzoeksresultaten naar andere maanden of naar een gans jaar.

2 vanaf 04/1999 op 43 % gebracht

Page 6: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

1ste deel

2.Onderzoek van de gegevens

Tabel 1 wijzigingen in de gezinstoestand: absolute cijfers

September 1994

Mannen Vrouwen Totaal

Uit In In In

A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaaluit uit uit

A 0 565 313 878 0 1 055 239 1 294 0 1 620 552 2 172

B 971 0 947 1 918 1 257 0 846 2 103 2 228 0 1 793 4 021

N 463 383 0 846 275 508 0 783 738 891 0 1 629

Totaal in 1 434 948 1 260 3 642 1 532 1 563 1 085 4 180 2 966 2 511 2 345 7 822

September 1995

Mannen Vrouwen Totaal

Uit In In In

A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaaluit uit uit

A 0 607 398 1.005 0 1.043 260 1.303 0 1.650 658 2.308

B 1 058 0 1 113 2 171 1 476 0 957 2 433 2 534 0 2 070 4 604

N 565 526 0 1 091 355 614 0 969 920 1140 0 2 060

Totaal in 1 623 1 133 1 511 4 267 1 831 1 657 1 217 4 705 3 454 2 790 2 728 8 972

September 1996

Mannen Vrouwen Totaal

Uit In In In

A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaaluit uit uit

A 0 672 376 1 048 0 972 260 1 232 0 1 644 636 2 280

B 1 219 0 1 157 2 376 1 178 0 801 1 979 2 397 0 1 958 4 355

N 508 569 0 1 077 265 470 0 735 773 1039 0 1 812

Totaal in 1 727 1 241 1 533 4 501 1 443 1 442 1 061 3 946 3 170 2 683 2 594 8 447

September 1997

Mannen Vrouwen Totaal

Uit In In In

A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaaluit uit uit

A 0 681 402 1 083 0 1 140 277 1 417 0 1 821 679 2 500

B 948 0 1 051 1 999 1 181 0 843 2 024 2 129 0 1 894 4 023

N 599 566 0 1 165 276 464 0 740 875 1 030 0 1 905

Totaal in 1 547 1 247 1 453 4 247 1 457 1 604 1 120 4 181 3 004 2 851 2 573 8 428

Page 7: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Maart 1999

1994 - 1997 - gemiddelde

Mannen Vrouwen Totaal

Uit In In In

A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaaluit uit uit

A 0 631 372 1 004 0 1 053 259 1 312 0 1 684 631 2 315

B 1 049 0 1 067 2 116 1 273 0 862 2 135 2 322 0 1 929 4 251

N 534 511 0 1 045 293 514 0 807 827 1 025 0 1 852

Totaal in 1 583 1 142 1 439 4 164 1 566 1 567 1 121 4 253 3 149 2 709 2 560 8 417

Gemiddeld werden er 8 417 wijzigingen genoteerd voor de septembermaanden van 1994, 1995, 1996 en1997. Geëxtrapoleerd op jaarbasis zou dat betekenen dat er zich iets meer dan 100 000 wijzigingen in degezinstoestand voordoen tijdens werkloosheid.

De helft van de wijzigingen (4 251 gevallen) heeft betrekking op het verlaten van de gezinstoestand vansamenwonende zonder gezinslast (aangeduid met B). Vervolgens komen de instroom in de gezinstoestand vansamenwonende met gezinslast A (3 149 gevallen) en de instroom in samenwonende zonder gezinslast B(2 709 gevallen).

Er zijn gemiddeld bijna evenveel wijzigingen bij de mannen als bij de vrouwen (4 164 tegen 4 253), maar het isopvallend dat dit het resultaat is van een sterkere stijging bij de mannen in de laatste twee jaar. De eerste tweejaren 1994 en 1995 waren de wijzigingen bij de vrouwen talrijker dan bij de mannen. Tijdens de jaren 1996 en1997 waren de wijzigingen bij de mannen evenwel talrijker.

Tabel 2 wijzigingen in de gezinstoestand, evolutie: 1994 = 100

September 1994

Mannen vrouwen totaal

Uit In In In

A B N totaal A B N totaal A B N totaaluit uit uit

A 0 565 313 878 0 1.055 239 1.294 0 1 620 552 2 172

B 971 0 947 1 918 1 257 0 846 2 103 2 228 0 1 793 4 021

N 463 383 0 846 275 508 0 783 738 891 0 1 629

Totaal in 1 434 948 1 260 3 642 1 532 1 563 1 085 4 180 2 966 2 511 2 345 7 822

September 1995

Mannen Vrouwen Totaal

Uit In In In

A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaaluit uit uit

A 0 107 127 114 0 99 109 101 0 102 119 106

B 109 0 118 113 117 0 113 116 114 0 115 114

N 122 137 0 129 129 121 0 124 125 128 0 126

Totaal in 113 120 120 117 120 106 112 113 116 111 116 115

Page 8: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

1ste deel

September 1996

Mannen Vrouwen Totaal

Uit In In In

A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaaluit uit uit

A 0 119 120 119 0 92 109 95 0 101 115 105

B 126 0 122 124 94 0 95 94 108 0 109 108

N 110 149 0 127 96 93 0 94 105 117 0 111

Totaal in 120 131 122 124 94 92 98 94 107 107 111 108

September 1997

Mannen Vrouwen Totaal

Uit In In In

A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaaluit uit uit

A 0 121 128 123 0 108 116 110 0 112 123 115

B 98 0 111 104 94 0 100 96 96 0 106 100

N 129 148 0 138 100 91 0 95 119 116 0 117

Totaal in 108 132 115 117 95 103 103 100 101 114 110 108

1994 - 1997 - gemiddelde

Mannen Vrouwen Totaal

Uit In In In

A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaaluit uit uit

A 0 112 119 114 0 100 108 101 0 104 114 107

B 108 0 113 110 101 0 102 102 104 0 108 106

N 115 133 0 123 106 101 0 103 112 115 0 114

Totaal in 110 120 114 114 102 100 103 102 106 108 109 108

De gemiddelde stijging sinds september 1994 bedraagt bijna 8 % De uitschieter is september 1995 met eenstijging van 15 % tegenover september 1994 In die maand werden extra groeipercentages opgetekend voorbepaalde wijzigingen. Zo steeg in die maand de instroom met 20 % in de gezinscategorieën B en N bij demannen en in A bij de vrouwen. Bij de uitstroom valt het hoge stijgingspercentage op uit de gezinscategorie Nvoor beide geslachten: 29 % bij de mannen en 24 % bij de vrouwen.

Het is opvallend dat bij de mannen dit elan verder gaat in 1996 en 1997 (stijgingen met 24 en 17 %vergeleken met 1994) terwijl het aantal wijzigingen bij de vrouwen daalt tot 6 % onder het niveau van 1994in 1996 en terugkeert tot het niveau van 1994 in 1997.

Globaal gezien heeft dit als resultaat dat het aantal wijzigingen bij de mannen met gemiddeld 14 % steeg enbij de vrouwen slechts met 2 % zodat men kan gewagen van een inhaalbeweging bij de mannen. De grootstegemiddelde stijging bij de mannen deed zich met percentages van 23 en 20 % voor in de uitstroom uit N ende instroom in B. Beide zijn trouwens gelinkt want de uitstroom uit N is vooral naar B gestegen (33 %) en inveel mindere mate naar A (15 %). Bij de vrouwen daarentegen doet zich het tegenovergestelde verschijnselvoor: gemiddeld meer aangroei van de uitstroom van N naar A (+ 6 %) dan van N naar B (+ 1 %), maar tegende achtergrond van een permanent grotere uitstroom van N naar B.

Page 9: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Maart 1999

Tabel 3 wijzigingen in de gezinstoestand in % van het totaal per geslachtMannen

September 1994

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.mannen mannen mannen mannen

A 0 0 565 16 313 9 878 24

B 971 27 0 0 947 26 1.918 53

N 463 13 383 11 0 0 846 23

Totaal in 1 434 39 948 26 1 260 35 3 642 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.mannen mannen mannen mannen

A 0 0 607 14 398 9 1 005 24

B 1 058 25 0 0 1 113 26 2 171 51

N 565 13 526 12 0 0 1 091 26

Totaal in 1 623 38 1 133 27 1 511 35 4 267 100

September 1996

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.mannen mannen mannen mannen

A 0 0 672 15 376 8 1 048 23

B 1 219 27 0 1 157 26 2 376 53

N 508 11 569 13 0 0 1 077 24

Totaal in 1 727 38 1 241 28 1 533 34 4 501 100

September 1997

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.mannen mannen mannen mannen

A 0 681 16 402 9 1 083 26

B 948 22 0 1 051 25 1 999 47

N 599 14 566 13 0 0 1 165 27

Totaal in 1 547 36 1 247 29 1 453 34 4 247 100

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.mannen mannen mannen mannen

A 0 0 631 15 372 9 1 004 24

B 1 049 25 0 0 1 067 26 2 116 51

N 534 13 511 12 0 0 1 045 25

Totaal in 1.583 38 1 142 27 1 439 35 4 164 100

Page 10: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

1ste deel

Gemiddeld doet de helft van de wijzigingen zich voor als uitstroom uit de gezinscategorie B en de andere helftbijna gelijk verdeeld als uitstroom uit A en N. Bekeken vanuit het oogpunt van de instroom doet zichgemiddeld slechts goed één vierde voor in B (27 %) en 35 tot 38 % in N en A.

Dit betekent dat de uitstroom uit B bijna dubbel zo groot is als de instroom, terwijl voor A en N eentegengesteld fenomeen zich voordoet: daar is de instroom duidelijk groter dan de uitstroom.

Vrouwen

September 1994

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen

A 0 0 1 055 25 239 6 1 294 31

B 1 257 30 0 0 846 20 2 103 50

N 275 7 508 12 0 0 783 19

Totaal in 1 532 37 1 563 37 1 085 26 4 180 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen

A 0 0 1 043 22 260 6 1 303 28

B 1 476 31 0 0 957 20 2 433 52

N 355 8 614 13 0 0 969 21

Totaal in 1 831 39 1 657 35 1 217 26 4 705 100

September 1996

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen

A 0 0 972 25 260 7 1 232 31

B 1 178 30 0 0 801 20 1 979 50

N 265 7 470 12 0 0 735 19

Totaal in 1 443 37 1 442 37 1 061 27 3 946 100

September 1997

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen

A 0 0 1 140 27 277 7 1 417 34

B 1 181 28 0 0 843 20 2 024 48

N 276 7 464 11 0 0 740 18

Totaal in 1 457 35 1 604 38 1 120 27 4 181 100

Page 11: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Maart 1999

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen

A 0 0 1 053 25 259 6 1 312 31

B 1 273 30 0 0 862 20 2 135 50

N 293 7 514 12 0 0 807 19

Totaal in 1 566 37 1 567 37 1 121 26 4 253 100

Ook bij de vrouwen stroomt gemiddeld de helft uit B, maar de overige uitstroom is niet zoals bij de mannengelijk verdeeld over A en N. Uit A stroomt 31 % en uit N slechts 19 %. Wat de instroom betreft stroomt zoalsbij de mannen 37 % in A, maar slechts 26 % in N. In vergelijking met de mannen stromen er minder vrouwenuit de gezinstoestand van alleenstaande, maar er stromen er eveneens minder in. Bij de mannen bevindt zichde geringste instroom in B, bij de vrouwen in N.

Totaal

September 1994

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.totaal totaal totaal totaal

A 0 0 1 620 21 552 7 2 172 28

B 2 228 28 0 0 1 793 23 4 021 51

N 738 9 891 11 0 0 1 629 21

Totaal in 2 966 38 2 511 32 2 345 30 7 822 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.totaal totaal totaal totaal

A 0 0 1 650 18 658 7 2 308 26

B 2 534 28 0 0 2 070 23 4 604 51

N 920 10 1140 13 0 0 2 060 23

Totaal in 3 454 38 2 790 31 2 728 30 8 972 100

September 1996

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.totaal totaal totaal totaal

A 0 0 1 644 19 636 8 2 280 27

B 2 397 28 0 0 1 958 23 4 355 52

N 773 9 1039 12 0 0 1 812 21

Totaal in 3 170 38 2 683 32 2 594 31 8 447 100

Page 12: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

1ste deel

September 1997

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.totaal totaal totaal totaal

A 0 0 1 821 22 679 8 2 500 30

B 2 129 25 0 0 1 894 22 4 023 48

N 875 10 1 030 12 0 0 1 905 23

Totaal in 3 004 36 2 851 34 2 573 31 8 428 100

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % tot. B % tot. N % tot. % tot.totaal totaal totaal totaal

A 0 0 1 684 20 631 7 2 315 28

B 2 322 28 0 0 1 929 23 4 251 51

N 827 10 1 025 12 0 0 1 852 22

Totaal in 3 149 37 2 709 32 2 560 30 8 417 100

Op het niveau van het totaal komt meer dan de helft van de uitstroom van B. Daarna volgt A met 28 % en Nmet 22 %. De instroom is structureel anders verdeeld. De grootste instroom komt in A met 37 %. Daarnavolgen B met 32 % en N met 30 %.

Page 13: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

April 1999

Wijzigingen vangezinstoestand tijdensvolledige werkloosheid

Studies

Page 14: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

2de deel

VoorwoordDeze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd inde RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel II.

Deel I omvatte

Inleiding

1. Principes2. Vaststellingen

- Absoluut aantal wijzigingen (tabel 1)- Evolutie: 1994 = 100 (tabel 2)- Aantal wijzigingen in % van het totaal per

geslacht (tabel 3)

Deel II omvatVaststellingen vervolg 1

- Uitstroom in % van totaal van de uitstroomper gezinscategorie en per geslacht (tabel 4)

- Instroom in % van totaal van de instroom pergezinscategorie en geslacht (tabel 5)

Hieronder vindt u de inhoudvan de twee laatste delen

Deel III zal omvatten

Vaststellingen vervolg 2

- Verhouding tussen de geslachten per gezins-categorie in % (tabel 6)

- Wijzigingen in % van het algemeen totaal(mannen + vrouwen) (tabel 7)

Deel IV zal omvatten

Vaststellingen vervolg 3

- Balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in absolute cijfers -gemiddelde 1994 - 1997 (tabel 8)

- Balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in % van het totaal aantal wijzigingenper geslacht (tabel 9)

- Wijzigingen in geval van wacht- en overbrug-gingsuitkeringen - gemiddelde 1994-1997:aandeel in totaal aantal wijzigingen per gezins-categorie en geslacht in % (tabel 10)

- Wijzigingen in geval van wacht- en overbrug-gingsuitkeringen - gemiddelde 1994-1997:balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in % van het totaal aantal wijzigingenper geslacht (tabel 11)

3. Belangrijkste besluiten

Page 15: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

April 1999

2de deel

Wijzigingen vangezinstoestand tijdensvolledige werkloosheid

Page 16: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

2de deel

Tabel 4: Wijzigingen in de gezinstoestand in% van de uitstroom per gezinscategorie enper geslacht

Mannen

September 1994

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 565 64 313 36 878 24

B 971 51 0 0 947 49 1.918 53

N 463 55 383 45 0 0 846 23

Totaal in 1 434 948 1.260 3.642 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 607 60 398 40 1 005 24

B 1 058 49 0 0 1 113 51 2 171 51

N 565 52 526 48 0 0 1 091 26

Totaal in 1 623 1 133 1 511 4 267 100

September 1996

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 672 64 376 36 1 048 23

B 1 219 51 0 1 157 49 2 376 53

N 508 47 569 53 0 0 1 077 24

Totaal in 1 727 1 241 1 533 4 501 100

September 1997

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 681 63 402 37 1 083 26

B 948 47 0 1 051 53 1 999 47

N 599 51 566 49 0 0 1 165 27

Totaal in 1 547 1 247 1 453 4 247 100

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 631 63 372 37 1 004 24

B 1 049 50 0 0 1 067 50 2 116 51

N 534 51 511 49 0 0 1 045 25

Totaal in 1 583 1 142 1 439 4 164 100

Page 17: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

April 1999

Het hoogste gemiddelde percentage over de ganse periode merkt men op voor de uitstroom van A naar B met63% van de totale uitstroom uit A. Dit wil zeggen dat mannen die gezinshoofd zijn meer dan 60% kanshebben samenwonend zonder gezinslast te worden als zij deze categorie verlaten tijdens werkloosheid. Deglobale uitstroom uit de categorie A is evenwel in absoluut aantal de helft lager dan de globale uitstroom uitde catgorie B. Vanuit deze laatste toestand heeft men als man evenveel kans gezinshoofd als alleenstaande teworden. En als men de gezinscategorie van alleenstaande vaarwel zegt heeft men als man eveneens bijnaevenveel kans om samenwonende zonder gezinslast (49%) als samenwonende met gezinslast (51%) teworden. De uitstroom doet zich vooral voor van B naar A en N. Het laagste uitstroompercentage is dat van Anaar N (37%).

Vrouwen

September 1994

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 1 055 82 239 18 1 294 31

B 1 257 60 0 0 846 40 2 103 50

N 275 35 508 65 0 0 783 19

Totaal in 1 532 1 563 1 085 4 180 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 1 043 80 260 20 1 303 28

B 1 476 61 0 0 957 39 2 433 52

N 355 37 614 63 0 0 969 21

Totaal in 1 831 1 657 1 217 4 705 100

September 1996

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 972 79 260 21 1 232 31

B 1 178 60 0 0 801 40 1 979 50

N 265 36 470 64 0 0 735 19

Totaal in 1 443 1 442 1 061 3 946 100

September 1997

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 1 140 80 277 20 1 417 34

B 1 181 58 0 0 843 42 2 024 48

N 276 37 464 63 0 0 740 18

Totaal in 1 457 1 604 1 120 4 181 100

Page 18: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

2de deel

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 1 053 80 259 20 1 312 31

B 1 273 60 0 0 862 40 2 135 50

N 293 36 514 64 0 0 807 19

Totaal in 1 566 1 567 1 121 4 253 100

Net als bij de mannen is het hoogste gemiddelde uitstroompercentage dat van A naar B, nl. 80% van alleuitstroom uit A, wat nog een stuk meer is dan bij de mannen. Vrouwen die de gezinscategorie van ge-zinshoofd verlaten worden dus vier keren op vijf samenwonende zonder gezinslast.

Van de uitstroom uit B gaat 60% naar A wat een groter percentage is dan bij de mannen. In tegenstelling metde mannen is er geen grote uitstroom van categorie alleenstaande N naar gezinshoofd A, wel van N naarcategorie samenwonende zonder gezinslast B (64% van de uitstroom uit N). Als zij de toestand van alleen-staande verlaten worden vrouwen veel frequenter dan mannen samenwonende zonder gezinslast. Het laagstegemiddelde uitstroompercentage vindt men voor de uitstroom van A naar N (slechts 20% van de totaleuitstroom uit A).

Men kan dus besluiten dat vrouwen en mannen, maar vrouwen meer uitgesproken dan mannen, samen-wonend zonder gezinslast worden als zij de categorie van gezinshoofd verlaten. Omgekeerd, wanneer zij detoestand van samenwonende zonder gezinslast verlaten worden beide geslachten in de eerste plaats gezins-hoofd. Zowel voor mannnen als voor vrouwen is er ook een laag uitstroompercentage van A naar N, maarvoor de vrouwen is dit extra laag (20% tegen 37%). Daar houdt de gelijkenis tussen beide geslachten op.

Want bij de mannen is de kans om gezinshoofd te worden als men de gezinscategorie van alleenstaandeverlaat iets groter (51%) dan de kans om samenwonende zonder gezinslast B te worden (49%), terwijl bij devrouwen de kans om van alleenstaande N gezinshoofd te worden slechts 36% is.

Totaal

September 1994

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 1 620 75 552 25 2 172 28

B 2 228 55 0 0 1 793 45 4 021 51

N 738 45 891 55 0 0 1 629 21

Totaal in 2 966 2 511 2 345 7 822 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 1 650 71 658 29 2 308 26

B 2 534 55 0 0 2 070 45 4 604 51

N 920 45 1140 55 0 0 2 060 23

Totaal in 3 454 2 790 2 728 8 972 100

Page 19: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

April 1999

September 1996

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 1 644 72 636 28 2 280 27

B 2 397 55 0 0 1 958 45 4 355 52

N 773 43 1039 57 0 0 1 812 21

Totaal in 3 170 2 683 2 594 8 447 100

September 1997

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 1 821 73 679 27 2 500 30

B 2 129 53 0 0 1 894 47 4 023 48

N 875 46 1 030 54 0 0 1 905 23

Totaal in 3 004 2 851 2 573 8 428 100

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaal % totaaluit uit uit uit

A 0 0 1 684 73 631 27 2 315 28

B 2 322 55 0 0 1 929 45 4 251 51

N 827 45 1 025 55 0 0 1 852 22

Totaal in 3 149 2 709 2 560 8 417 100

Het hoogste uitstroompercentage is dat van A naar B (gemiddeld 73%). In drie gevallen op vier worden ge-zinshoofden dus samenwonenden zonder gezinslast. Omgekeerd worden samenwonenden zonder gezinslastmaar in 55% van de gevallen gezinshoofd. Dit is evenwel nog altijd een hoog uitstroompercentage en boven-dien ligt het daarmee overeenstemmend cijfer van het absoluut aantal veel hoger dan de uitstroom van A naar B.Ook alleenstaanden worden, als zij deze categorie verlaten, in 55% van de gevallen samenwonend zondergezinslast. Het laagste uitstroompercentage met 27% is dat van A naar N. Dit wil zeggen dat relatief weinigsamenwonenden met gezinslast daarna alleenstaand worden.

Wanneer we nu de globale uitstroompercentages bekijken in de tabel ‘totaal’ en dan vergelijken tussenmannen en vrouwen, dan blijkt dat gemiddeld 51% van de uitstroom uit B komt, met praktisch geen verschiltussen mannen en vrouwen (51 en 50%). Uit A komt 28% van de uitstroom, maar hier met een duidelijkverschil tussen mannen en vrouwen: bij de mannen vertegenwoordigt deze uitstroom slechts 24% van hettotaal, bij de vrouwen reeds 31%. De uitstroom uit N tenslotte vertegenwoordigt 22%. Maar relatief meermannen dan vrouwen (25% tegen 19%) verlaten de gezinscategorie van alleenstaande.

Page 20: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

2de deel

Tabel 5: Wijzigingen in de gezinstoestand in% van de instroom per categorieen per geslacht

Mannen

September 1994

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 565 60 313 25 878

B 971 68 0 0 947 75 1 918

N 463 32 383 40 0 0 846

Totaal in 1 434 100 948 100 1 260 100 3 642

% Totaal in 39 26 35 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 607 54 398 26 1 005

B 1 058 65 0 0 1 113 74 2 171

N 565 35 526 46 0 0 1 091

Totaal in 1 623 100 1 133 100 1 511 100 4 267

% Totaal in 38 27 35 100

September 1996

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 672 54 376 25 1 048

B 1 219 71 0 0 1 157 75 2 376

N 508 29 569 46 0 0 1 077

Totaal in 1 727 100 1 241 100 1 533 100 4 501

% Totaal in 38 28 34 100

September 1997

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 681 55 402 28 1 083

B 948 61 0 0 1 051 72 1 999

N 599 39 566 45 0 0 1 165

Totaal in 1 547 100 1 247 100 1 453 100 4 247

% Totaal in 36 29 34 100

Page 21: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

April 1999

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 631 55 372 26 1 004

B 1 049 66 0 0 1 067 74 2 116

N 534 34 511 45 0 0 1 045

Totaal in 1 583 100 1 142 100 1 439 100 4 164

% Totaal in 38 27 35 100

Globaal gebeurt de instroom voor 38% in A en voor 35% in N. De instroom in B bedraagt gemiddeld maar27%, maar is doorheen de jaren wel licht gestegen van 26% in 1994 naar 29% in 1997.

De hoogste instroompercentages vindt men in N en in A komende van B. Herinneren we eraan dat zowel degezinscategorie alleenstaande als die van gezinshoofd categorieën zijn met uitkeringen aan een hogerevervangingsratio die minder degressief in de tijd zijn dan categorie B. Drie vierden van de instroom in N (74%)en twee derden van die in A (66%) komt van B.

Voor wat de instroom in B betreft die globaal lager is dan in de twee andere komt 55% van de categoriegezinshoofd en 45% van de categorie alleenstaande.

Het laagste instroompercentage is dat in N komende van A, nl. 26%. Slechts één vierde van de mannen die decategorie van alleenstaande vervoegen doen dat vanuit een situatie van gezinshoofd.

VrouwenSeptember 1994

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 1 055 67 239 22 1 294

B 1 257 82 0 0 846 78 2 103

N 275 18 508 33 0 0 783

Totaal in 1 532 100 1 563 100 1 085 100 4 180

% Totaal in 37 37 26 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 1 043 63 260 21 1 303

B 1 476 81 0 0 957 79 2 433

N 355 19 614 37 0 0 969

Totaal in 1 831 100 1 657 100 1 217 100 4 705

% Totaal in 39 35 26 100

September 1996

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 972 67 260 25 1 232

B 1 178 82 0 0 801 75 1 979

N 265 18 470 33 0 0 735

Totaal in 1 443 100 1 442 100 1 061 100 3 946

% Totaal in 37 37 27 100

Page 22: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

2de deel

September 1997

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 1 140 71 277 25 1 417

B 1 181 81 0 0 843 75 2 024

N 276 19 464 29 0 0 740

Totaal in 1 457 100 1 604 100 1 120 100 4 181

% Totaal in 35 38 27 100

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 1 053 67 259 23 1 312

B 1 273 81 0 0 862 77 2 135

N 293 19 514 33 0 0 807

Totaal in 1 566 100 1 567 100 1 121 100 4 253

% Totaal in 37 37 26 100

Gemiddeld over de beschouwde periode stroomt er evenveel in de categorie van gezinshoofd A als in die vansamenwonend zonder gezinslast B, nl. 37% van de totale instroom. In de categorie van alleenstaande Nstroomt maar 26% in. De instroom in de categorie van gezinshoofd is dus vergelijkbaar met die van demannen. Terwijl men bij de mannen een bijna gelijkmatige instroom merkt in A en in N, merkt men bij devrouwen een gelijkmatige instroom in A en B. In tegenstelling met de mannen is er dus bij de vrouwen ookeen relatief grote instroom in de categorie van samenwonende zonder gezinslast B.

Net als bij de mannen maar nog meer uitgesproken wordt de instroom in de categorieën A en N gevoed doorde categorie samenwonenden zonder gezinslast (B) voor respectievelijk 81 en 77%. En ook de instroom in decategorie van samenwonenden (B) komt meer uitgesproken dan dit het geval was bij de mannen van A, nl.67%. De laagste instroompercentages vindt men van N in A (19%) en van A in N (23%).

Totaal

September 1994

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 1 620 65 552 24 2 172

B 2 228 75 0 0 1 793 76 4 021

N 738 25 891 35 0 0 1 629

Totaal in 2 966 100 2 511 100 2 345 100 7 822

% Totaal in 38 32 30 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 1 650 59 658 24 2 308

B 2 534 73 0 0 2 070 76 4 604

N 920 27 1140 41 0 0 2 060

Totaal in 3 454 100 2 790 100 2 728 100 8 972

% Totaal in 38 31 30 100

Page 23: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

April 1999

September 1996

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 1 644 61 636 25 2 280

B 2 397 76 0 0 1 958 75 4 355

N 773 24 1039 39 0 0 1 812

Totaal in 3 170 100 2 683 100 2 594 100 8 447

% Totaal in 38 32 31 100

September 1997

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 1 821 64 679 26

B 2 129 71 0 0 1 894 74 4 023

N 875 29 1 030 36 0 0 1 905

Totaal in 3 004 100 2 851 100 2 573 100 5 928

% Totaal in 51 48 43 100

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % totaal B % totaal N % totaalin in in

A 0 0 1 684 62 631 25 2 315

B 2 322 74 0 0 1 929 75 4 251

N 827 26 1 025 38 0 0 1 852

Totaal in 3 149 100 2 709 100 2 560 100 8 417

% Totaal in 37 32 30 100

Globaal en gemiddeld over de ganse periode gezien bevindt de grootste instroom zich in A met 37%.Vervolgens komt de instroom in B met 32% en tenslotte op een bijna even hoog niveau de instroom in N met30% van de totale instroom.

Drie vierde van de instroom in A en N komt van B (74 en 75%). De instroom in deze voordelige categorieënwordt dus vooral gevoed door werklozen die hun statuut van samenwonende zonder gezinslast opgeven. Decategorie B die met dit laatste statuut samengaat biedt minder waarborgen voor het behoud van het vroegereinkomen. Toch is er ook een aanzienlijke instroom in de categorie B die voor 62% afkomstig is van A.

Page 24: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

2de deel

Page 25: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Mei 1999

Wijzigingen vangezinstoestand tijdensvolledige werkloosheid

Studies

Page 26: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

3de deel

VoorwoordDeze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd inde RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel III.

Deel I omvatte

Inleiding

1. Principes2. Vaststellingen

- Absoluut aantal wijzigingen (tabel 1)- Evolutie: 1994 = 100 (tabel 2)- Aantal wijzigingen in % van het totaal per

geslacht (tabel 3)

Deel II omvatte

Vaststellingen vervolg 1

- Uitstroom in % van totaal van de uitstroomper gezinscategorie en per geslacht (tabel 4)

- Instroom in % van totaal van de instroom pergezinscategorie en geslacht (tabel 5)

Deel III omvatVaststellingen vervolg 2

- Verhouding tussen de geslachten per gezins-categorie in % (tabel 6)

- Wijzigingen in % van het algemeen totaal(mannen + vrouwen) (tabel 7)

Hieronder vindt u de inhoudvan het vierde en laatste deel

Deel IV zal omvatten

Vaststellingen vervolg 3

- Balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in absolute cijfers -gemiddelde 1994 - 1997 (tabel 8)

- Balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in % van het totaal aantal wijzigingenper geslacht (tabel 9)

- Wijzigingen in geval van wacht- en overbrug-gingsuitkeringen - gemiddelde 1994-1997:aandeel in totaal aantal wijzigingen per gezins-categorie en geslacht in % (tabel 10)

- Wijzigingen in geval van wacht- en overbrug-gingsuitkeringen - gemiddelde 1994-1997:balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in % van het totaal aantal wijzigingenper geslacht (tabel 11)

3. Belangrijkste besluiten

Page 27: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Mei 1999

3de deel

Wijzigingen vangezinstoestand tijdensvolledige werkloosheid

Page 28: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

3de deel

Tabel 6: Wijzigingen in de gezinstoestand: verhouding tussen de geslachtenin % per categorieVan de wijzigingen in de gezinstoestand doet gemiddeld 49% zich voor bij mannen en 51% bij vrouwen.Nochtans is er een inhaalbeweging bij de mannen. In het begin leverden zij 47% van de wijzigingen en in1997 is er een fifty-fifty-verhouding. In september 1996 haalden zij zelfs 53% van de wijzigingen.

Wanneer we nu de gemiddelde waarden bekijken over de 4 septembermaanden dan kunnen we nagaan inwelke onderdelen mannen of vrouwen gemiddeld onder- of oververtegenwoordigd zijn.

Mannen

September 1994

Uit In Totaal uit

A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel %

A 0 0 565 35 313 57 878 40

B 971 44 0 0 947 53 1 918 48

N 463 63 383 43 0 0 846 52

Totaal in 1 434 48 948 38 1 260 54 3 642 47

September 1995

Uit In Totaal uit

A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel %

A 0 0 607 37 398 60 1 005 44

B 1 058 42 0 0 1 113 54 2 171 47

N 565 61 526 46 0 0 1 091 53

Totaal in 1 623 47 1 133 41 1 511 55 4 267 48

September 1996

Uit In Totaal uit

A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel %

A 0 0 672 41 376 59 1 048 46

B 1 219 51 0 1 157 59 2 376 55N 508 66 569 55 0 0 1 077 59

Totaal in 1 727 54 1 241 46 1 533 59 4 501 53

September 1997

Uit In Totaal uit

A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel %

A 0 0 681 37 402 59 1 083 43

B 948 45 0 0 1 051 55 1 999 50

N 599 68 566 55 0 0 1 165 61

Totaal in 1 547 51 1 247 44 1 453 56 4 247 50

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel %

A 0 0 631 37 372 59 1 004 43

B 1 049 45 0 0 1 067 55 2 116 50

N 534 65 511 50 0 0 1 045 56

Totaal in 1 583 50 1142 42 1 439 56 4 164 49

Page 29: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Mei 1999

Globaal gezien zijn de mannen ondervertegenwoordigd in de uitstroom uit de situatie van gezinshoofd A(43%) en in de instroom in de situatie van samenwonende zonder gezinslast B met 42%. Zij zijnoververtegenwoordigd in de in- en de uitstroom voor alleenstaanden N met telkens 56%.

De mannen zijn fel ondervertegenwoordigd in enkele specifieke verschuivingen, nl. die van gezinshoofd insamenwonend zonder gezinslast (van A naar B) met slechts 37% en ook in de omgekeerde richting vansamenwonend naar gezinshoofd (van B naar A), maar hier is hun aandeel reeds wat hoger met 45%.

Oververtegenwoordigd zijn ze dan weer voor de specifieke verschuivingen van alleenstaande (N) naargezinshoofd (A), waarvan ze 65 % voor hun rekening nemen. Opvallend is ook hun oververtegenwoordigingin de verschuivingen van gezinshoofd (A) naar alleenstaande (N) en van samenwonende zonder gezinslast (B)naar alleenstaande (N), waarvan ze respectievelijk 59% en 55% voor hun rekening nemen.

Het patroon dat zich hier aftekent is dat ze het grootste deel van de wijzigingen voor zich nemen die verbandhouden met alleenstaande: van N naar A, maar ook van A en B naar N.

Vrouwen

September 1994

Uit In Totaal uit

A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel %

A 0 0 1 055 65 239 43 1 294 60

B 1 257 56 0 0 846 47 2 103 52

N 275 37 508 57 0 0 783 48

Totaal in 1 532 52 1 563 62 1 085 46 4 180 53

September 1995

Uit In Totaal uit

A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel %

A 0 0 1 043 63 260 40 1 303 56

B 1 476 58 0 0 957 46 2 433 53

N 355 39 614 54 0 0 969 47

Totaal in 1 831 53 1 657 59 1 217 45 4 705 52

September 1996

Uit In Totaal uit

A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel %

A 0 0 972 59 260 41 1 232 54

B 1 178 49 0 0 801 41 1 979 45

N 265 34 470 45 0 0 735 41

Totaal in 1 443 46 1 442 54 1 061 41 3 946 47

September 1997

Uit In Totaal uit

A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel %

A 0 0 1 140 63 277 41 1 417 57

B 1 181 55 0 0 843 45 2 024 50

N 276 32 464 45 0 0 740 39

Totaal in 1 457 49 1 604 56 1 120 44 4 181 50

Page 30: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

3de deel

Daar waar de mannen hoog scoren zullen de vrouwen laag scoren en omgekeerd. Globaal gezien zijn vrouwendus ondervertegenwoordigd in de wijzigingen die verband houden met de toestand van alleenstaande: zowelvoor de in- als voor de uitstroom hebben ze hier en aandeel van 44% gemiddeld over de bestudeerde septembe-rmaanden. Zij zijn dan weer oververtegenwoordigd in de uitstroom uit de categorie van gezinshoofd A en voorde instroom in de categorie van samenwonende zonder gezinslast B met respectievelijk 57% en 58%.

Opmerkelijk hoge aandelen hebben zij in de specifieke verschuivingen van gezinshoofd in samenwonendzonder gezinslast (van A naar B) en omgekeerd van samenwonend in gezinshoofd (van B naar A) metrespectievelijk 63% en 55%. Opmerkelijk lage aandelen noteert men van gezinshoofd en samenwonendzonder gezinslast naar alleenstaande (van A en B naar N) met respectievelijk 41 en 45% en van alleenstaandenaar gezinshoofd ( van N naar A) met 35%.

Besluiten

• Globaal is er nagenoeg gelijkheid tussen de geslachten qua aantal wijzigingen, maar er zijn specifiekepatronen voor bepaalde wijzigingen.

• Evenveel mannen als vrouwen komen in de categorie gezinshoofd (A) terecht en evenveel mannen alsvrouwen verlaten de categorie samenwonende zonder gezinslast (B).

• Vrouwen zijn het talrijkst om de categorie van gezinshoofd (A) op te geven en om samenwonend zondergezinslast (B) te worden.

• Mannen hebben het overwicht zowel om alleenstaande (N) te worden als om deze categorie te verlaten.

Tabel 7: Wijzigingen in de gezinstoestand in % van het algemeen totaal (mannen + vrouwen)Deze tabel laat toe de wijzigingen te bestuderen in functie van hun omvang in verhouding tot het totaalaantal wijzigingen voor beide geslachten samen. Zo kunnen zij bijdragen om de fenomenen die reeds inandere tabellen zichtbaar werden nog beter in te schatten.

Mannen

September 1994

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 565 7 313 4 878 11

B 971 12 0 0 947 12 1 918 25

N 463 6 383 5 0 0 846 11

Totaal in 1 434 18 948 12 1 260 16 3 642 47

September 1995

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 607 7 398 4 1 005 11

B 1 058 12 0 0 1 113 12 2 171 24

N 565 6 526 6 0 0 1 091 12

Totaal in 1 623 18 1 133 13 1 511 17 4 267 48

September 1996

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 672 8 376 4 1 048 12

B 1 219 14 0 1 157 14 2 376 28

N 508 6 569 7 0 0 1 077 13

Totaal in 1 727 20 1 241 15 1 533 18 4 501 53

Page 31: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Mei 1999

September 1997

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 681 8 402 5 1 083 13

B 948 11 0 1 051 12 1 999 24

N 599 7 566 7 0 0 1 165 14

Totaal in 1 547 18 1 247 15 1 453 17 4 247 50

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 631 7 372 4 1 004 12

B 1 049 12 0 0 1 067 13 2 116 25

N 534 6 511 6 0 0 1 045 12

Totaal in 1 583 19 1 142 14 1 439 17 4 164 49

De grootste percentages voor de mannen vindt men bij de uitstroom uit categorie B die gemiddeld één vierdebedraagt van het totaal, bij de instroom in categorie A die nagenoeg één vijfde bedraagt van het totaal en bijde instroom in categorie N die 17% bedraagt van het totaal.

De laagste cijfers betreffen de uitstroom uit A en N (telkens 12%) die nog niet de helft in omvang zijn als deuitstroom uit B. Ook de instroom in categorie B is met 14% bijna de helft kleiner dan de uitstroom uit dezecategorie.

De grote uittreding uit de categorie van samenwonenden zonder gezinslast (B) gaat gepaard met een lagereuitstroom uit de categorieën van gezinshoofd A en alleenstaande N en een lagere instroom in de categorie B.De uitstroom van 25% uit B is netjes verdeeld over A en N met respectievelijk 12 en 13%.

Vrouwen

September 1994

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 1 055 13 239 3 1 294 17

B 1 257 16 0 0 846 11 2 103 27

N 275 4 508 6 0 0 783 10

Totaal in 1 532 20 1 563 20 1 085 14 4 180 53

September 1995

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 1 043 12 260 3 1 303 15

B 1 476 16 0 0 957 11 2 433 27

N 355 4 614 7 0 0 969 11

Totaal in 1 831 20 1 657 18 1 217 14 4 705 52

September 1996

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 972 12 260 3 1 232 15

B 1 178 14 0 0 801 9 1 979 23

N 265 3 470 6 0 0 735 9

Totaal in 1 443 17 1 442 17 1 061 13 3 946 47

Page 32: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

3de deel

September 1997

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 1 140 14 277 3 1 417 17

B 1 181 14 0 0 843 10 2 024 24

N 276 3 464 6 0 0 740 9

Totaal in 1 457 17 1 604 19 1 120 13 4 181 50

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 1 053 13 259 3 1 312 16

B 1 273 15 0 0 862 10 2 135 25

N 293 3 514 6 0 0 807 10

Totaal in 1 566 19 1 567 19 1 121 13 4 253 51

Net als bij de mannen is de uitstroom uit categorie B bij de vrouwen met gemiddeld één vierde van het totaalrelatief de grootste waarde. Daarbij wordt deze uitstroom evenwel vooral gericht naar A (15%) en in minderemate naar N (10%). Net als bij de mannen is er ook een instroom in A die nagenoeg één vijfde bedraagt vanhet totaal aantal wijzigingen. Tot daar enkele gelijkenissen.

Men noteert bij de vrouwen echter een belangrijkere instroom in de categorie van samenwonende B die evengroot in omvang is als de instroom in de categorie A, nl. bijna één vijfde. De uitstroom uit A (16%) is ookbelangrijker dan de uitstroom uit N (10%).

De vrouwen treden dus evenveel als de mannen in de categorie van gezinshoofd A, maar in tegenstelling metde mannen gaan zij in even grote mate over naar de categorie van samenwonende zonder gezinslast B.

Totaal

September 1994

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 1 620 21 552 7 2 172 28

B 2 228 28 0 0 1 793 23 4 021 51

N 738 9 891 11 0 0 1 629 21

Totaal in 2 966 38 2 511 32 2 345 30 7 822 100

September 1995

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 1 650 18 658 7 2 308 26

B 2 534 28 0 0 2 070 23 4 604 51

N 920 10 1140 13 0 0 2 060 23

Totaal in 3 454 38 2 790 31 2 728 30 8 972 100

September 1996

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 1 644 19 636 8 2 280 27

B 2 397 28 0 0 1 958 23 4 355 52

N 773 9 1039 12 0 0 1 812 21

Totaal in 3 170 38 2 683 32 2 594 31 8 447 100

Page 33: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Mei 1999

September 1997

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 1 821 22 679 8 2 500 30

B 2 129 25 0 0 1 894 22 4 023 48

N 875 10 1 030 12 0 0 1 905 23

Totaal in 3 004 36 2 851 34 2 573 31 8 428 100

1994 - 1997 - gemiddelde

Uit In Totaal uit

A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot.

A 0 0 1 684 20 631 7 2 315 28

B 2 322 28 0 0 1 929 23 4 251 51

N 827 10 1 025 12 0 0 1 852 22

Totaal in 3 149 37 2 709 32 2 560 30 8 417 100

Het globaal resultaat voor beide geslachten samen is dat de uitstroom uit categorie B met gemiddeld 51%overheerst. De rest van de uitstroom doet zich voor met 28% bij A en met 22% bij N. De instroom is omwillevan hoger beschreven fenomenen beter verdeeld waarin categorie A 37% van de instroom opvangt, categorie B32% en categorie N 30%.

Het is opvallend dat de instroom in de categorie van alleenstaande bijna even groot is als de instroom in decategorie samenwonend zonder gezinslast die maatschappelijk gezien toch het meest voorkomt (tweever-dienersgezinnen). Ook in de totale populatie van volledig werklozen komt dat gezinstype het meeste voor(gemiddeld 54% over de laatste 7 jaren tegen 15% voor alleenstaanden) . De instroom in de categoriealleenstaande N is voor meer dan drie vierde afkomstig van de gezinscategorie samenwonende B.

De hoge instroom in N is gedeeltelijk te verklaren door het feit dat in de werkloosheid veel jonge schoolverlaterszitten, die na verloop van tijd het ouderlijk huis verlaten om alleen te gaan wonen (zie tabellen 10 en 11).Dit is een natuurlijk proces.

De instroom in categorie A is nog hoger, terwijl ook deze gezinsvorm (éénverdieners- en éénoudergezinnen)niet het meeste voorkomt noch in de maatschappij noch in de ganse populatie van werklozen (30% gemiddeldover de laatste 7 jaren). De verhouding tot de algehele populatie van werklozen wordt evenwel in een anderestudie uitgespit.

Page 34: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

3de deel

Page 35: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Juni 1999

Wijzigingen vangezinstoestand tijdensvolledige werkloosheid

Studies

Page 36: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

4de deel

VoorwoordDeze studie wordt in 4 delen gepubliceerd in deRVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel IV

Deel I omvatte

Inleiding

1. Principes2. Vaststellingen

- Absoluut aantal wijzigingen (tabel 1)- Evolutie: 1994 = 100 (tabel 2)- Aantal wijzigingen in % van het totaal per

geslacht (tabel 3)

Deel II omvatte

Vaststellingen vervolg 1

- Uitstroom in % van totaal van de uitstroomper gezinscategorie en per geslacht (tabel 4)

- Instroom in % van totaal van de instroom pergezinscategorie en geslacht (tabel 5)

Deel III omvatte

Vaststellingen vervolg 2

- Verhouding tussen de geslachten per gezins-categorie in % (tabel 6)

- Wijzigingen in % van het algemeen totaal(mannen + vrouwen) (tabel 7)

Deel IV omvatVaststellingen vervolg 3

- Balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in absolute cijfers -gemiddelde 1994 - 1997 (tabel 8)

- Balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in % van het totaal aantal wijzigingenper geslacht (tabel 9)

- Wijzigingen in geval van wacht- en overbrug-gingsuitkeringen - gemiddelde 1994-1997:aandeel in totaal aantal wijzigingen per gezins-categorie en geslacht in % (tabel 10)

- Wijzigingen in geval van wacht- en overbrug-gingsuitkeringen - gemiddelde 1994-1997:balans in- en uitstroom per gezinscategorie engeslacht in % van het totaal aantal wijzigingenper geslacht (tabel 11)

3. Belangrijkste besluiten

Page 37: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Juni 1999

4de deel

Wijzigingen vangezinstoestand tijdensvolledige werkloosheid

Page 38: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

4de deel

Tabel 8: Wijzigingen in de gezinstoestand: balans in- en uitstroom per geslacht encategorie, gemiddelde 1994 - 1997

Mannen

In A Uit A In - uit A

uit B 1 049 in B 631 418

uit N 534 in N 372 162

Totaal 1 583 Totaal 1 004 579

In B Uit B In - uit B

uit A 631 in A 1 049 -418

uit N 511 in N 1 067 -556

Totaal 1 142 Totaal 2 116 -974

In N Uit N In - uit N

uit A 372 in A 534 -162

uit B 1 067 in B 511 556

Totaal 1 439 Totaal 1 045 394

De balans (instroom minus uitstroom) tussen categorie A enerzijds en de overige gezinscategorieën anderzijdswordt globaal afgesloten met een positief netto saldo dat zich uit in een netto instroom van globaal 579 een-heden. Het positief saldo wordt vooral gevoed door het positieve saldo met categorie B (418 eenheden of72 % van het globale positieve saldo).

Voor de gezinscategorie N is het saldo globaal ook positief (394 eenheden netto instroom) maar niet over dehele lijn. Met categorie A is er een negatief saldo (162 eenheden netto uitstroom van N naar A).

Voor de gezinscategorie B is de balans globaal negatief (netto uitstroom van 974 eenheden). Het grootstenetto verlies wordt opgetekend met de categorie N (netto uitstroom van 556 eenheden van B naar N).

Vrouwen

In A Uit A In - uit A

uit B 1 273 in B 1 053 220

uit N 293 in N 259 34

Totaal 1 566 Totaal 1 312 254

In B Uit B In - uit B

uit A 1 053 in A 1 273 -220

uit N 514 in N 862 -348

Totaal 1 567 Totaal 2 135 -568

In N Uit N In - uit N

uit A 259 in A 293 -34

uit B 862 in B 514 348

Totaal 1 121 Totaal 807 314

Bij de vrouwen vindt men dezelfde kenmerken als bij de mannen maar met minder uitgesproken netto saldiondanks het feit dat het aantal wijzigingen iets groter is. Zo is voor categorie A de balans positief zowel met Nals met B. Maar de balans met N geeft slechts een mager positief saldo van 34 eenheden.

Page 39: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Juni 1999

Totaal

In A Uit A In - uit A

uit B 2 322 in B 1 684 638

uit N 827 in N 631 196

Totaal 3 149 Totaal 2 315 834

In B Uit B In - uit B

uit A 1 684 in A 2 322 -638

uit N 1 025 in N 1 929 -904

Totaal 2 709 Totaal 4 251 -1 542

In N Uit N In - uit N

uit A 631 in A 827 -196

uit B 1 929 in B 1 025 904

Totaal 2 560 Totaal 1 852 708

Er is een positieve balans voor A en N (netto instroom) die gecompenseerd wordt door een negatieve balansvoor B (netto uitstroom).

Voor categorie A is de balans met de andere twee categorieën positief, d.w.z. dat vanuit elk van dezecategorieën een netto uitstroom naar categorie A gebeurt.

Voor categorie B is de balans met de andere categorieën negatief. Er is dus een netto uitstroom van 1 542gevallen op maandbasis (bijna 1000 mannen en iets meer dan 500 vrouwen) naar de andere categorieën.Deze netto uitstroom bedraagt ongeveer 0,2% van de totale populatie van volledig werklozen.

Voor categorie N is er een postieve balans met B, d.w.z. dat er netto vanuit deze laatste categorie eeninstroom is in N; daarentegen is er een negatieve balans met A, d.w.z. dat er een netto uitstroom is naar dezelaatste categorie.

Tabel 9: Balans in- en uitstroom per categorie en geslacht in% van het totaal aantalwijzigingen per geslacht, gemiddelde 1994 - 1997

Mannen

Totaal In/totaal Totaal Uit/totaal Netto bewegingin (%) uit (%) absol. cijf. relat. cijf.

(1) (2) (3) (4) (1) - (3) (2) - (4)

A 1 583 38 1 004 24 579 14

B 1 142 27 2 116 51 -974 -23

N 1 439 35 1 044 25 395 9

Totaal 4 164 100 4 164 100 0 0

De netto uitstroom uit B bedraagt 23% van het totaal aantal wijzigingen bij de mannen. Deze wordtgecompenseerd met een netto instroom in A die 14% bedraagt van het totaal en met een netto instroom in Ndie 9% van het totaaal bedraagt.

Page 40: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

4de deel

Vrouwen

Totaal In/totaal Totaal Uit/totaal Netto beweging

in (%) uit (%) absol. cijf. relat. cijf.

(1) (2) (3) (4) (1) - (3) (2) - (4)

A 1 566 37 1 312 31 254 6

B 1 567 37 2 135 50 -568 -13

N 1 121 26 807 19 314 7

Totaal 4 254 100 4 254 100 0 0

De netto uitstroom uit categorie B bedraagt 13% van het totaal aantal wijzigingen gecompenseerd door nettoinstromen in A en N van respectievelijk 6% en 7% van het totaal aantal wijzigingen.

Totaal

Totaal In/totaal Totaal Uit/totaal Netto bewegingin (%) uit (%) absol. cijf. relat. cijf.

(1) (2) (3) (4) (1) - (3) (2) - (4)

A 3 149 37 2 315 28 834 10

B 2 709 32 4 251 50 -1 542 -18

N 2 560 30 1 852 22 708 8

Totaal 8 418 100 8 418 100 0 0

De netto uitstroom uit categorie B bedraagt voor beide geslachten samen 18% van het totaal aantalwijzigingen gecompenseerd door netto instromen in A en N van respectievelijk 10% en 8% van het totaalaantal wijzigingen. Deze percentages ogen spectaculairder dan ze zijn, want vergeleken met de totalepopulatie van volledig werklozen, bijvoorbeeld in september 1997 van 711 697 eenheden, gaat het voor denetto uitstroom uit B slechts om 0,21% of op iedere 1000 gevallen twee. De netto instroom in Avertegenwoordigt slechts 0,11% en die in N slechts 0,09% van die totale populatie.

Besluit

Voor beide geslachten is er een netto uitstroom uit categorie B naar de andere twee categorieën. Maar deomvang en de richting van de uitstroom uit B is verschillend.

Bij de mannen wordt er een groter onevenwicht vastgesteld (23% netto uitstroom uit B tegen 13% bij devrouwen). Daarbij gaat deze uitstroom in de eerste plaats naar categorie A (14%) en relatief veel minder met9% naar categorie N.

Bij de vrouwen is de scheeftrekking minder groot wat erop wijst dat er meer compensatie is tussen in- enuitstroom. De netto uitstroom uit B voedt in de eerste plaats categorie N met 7% op de voet gevolgd doorcategorie A met 6%.

Deze tabel duidt ook goed de verschillen aan voor specifieke wijzigingen die ook reeds elders werdenopgemerkt. Het aandeel van de instroom in A is voor mannen en vrouwen ongeveer hetzelfde, nl. 37 à 38%,maar de uitstroom uit A bedraagt bij de vrouwen 31% en bij de mannen slechts 24% van het totaal.

Ook voor de uitstroom uit B zijn de aandelen nagenoeg gelijk voor mannen en vrouwen, nl. 51 en 50%, maarde instroom is hoogst ongelijk met 37% bij de vrouwen en 27% bij de mannen.

Bij de categorie N zijn er de grootste verschillen. Zowel voor in- als voor uitstroom hebben de mannen dehoogste percentages die 6 à 9% hoger liggen dan bij de vrouwen.

Page 41: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Juni 1999

Tabel 10: Wijzigingen in gezinstoestand bij de wacht- en overbruggingsuitkeringen:aandeel in totaal aantal wijzigingen per categorie en geslacht in %(Gemiddelde 1994 - 1997)Speciale aandacht gaat in deze en ook in de volgende tabel uit naar de wijzigingen bij de groep die wacht- ofoverbruggingsuitkeringen geniet. Deze groep vertegenwoordigt in de totale populatie van volledig werklozen21% (samengesteld uit 14% vrouwen en 7% mannen). Het betreft in hoofdzaak jongeren die nog nietvoldoende gewerkt hebben om werkloosheidsuitkeringen te kunnen genieten. De jongeren die hun halftijdseschoolplicht vervullen door combinatie van halftijds leren en halftijds werken en overbruggingsuitkeringengenieten, vormen hierin slechts een zeer kleine minderheid. De meeste jongeren zijn zij die wachtuitkeringengenieten na hun studies. In tabel 10 wordt nagegaan hoe de verhouding is met de totale populatie vanwijzigingen.

Mannen

Uit In

A % tot. B % tot. N % tot. Totaal uit % tot.

A 0 0 106 17 71 19 177 18

B 211 20 0 0 372 35 582 28

N 122 23 129 25 0 0 252 24

Totaal in 333 21 235 21 442 31 1 010 24

Globaal nemen de jongeren 24% van de wijzigingen bij de mannen voor hun rekening, terwijl zij in de totalepopulatie van volledig werklozen tussen 15 à 17% vertegenwoordigd zijn (september 1994 en 1997). Hethoogste aandeel, ver boven dit gemiddelde van 24%, stelt men vast voor de uitstroom uit de categoriesamenwonende zonder gezinslast B naar alleenstaande N, nl. 35%. Het feit dat meer dan één derde van dezeuitstroom uit jongeren bestaat is een normaal verschijnsel in die zin dat deze jongeren het ouderlijk huisverlaten om zelfstandig te gaan leven. In de globale uitstroom uit categorie B zijn de jongeren ook ietsoververtegenwoordigd met 28% wat om dezelfde reden ook een normaal verschijnsel kan worden genoemd.

De tegenhanger voor de uitstroom uit categorie B is bij deze mannelijke jongeren de instroom in de categorievan alleenstaande N. De instroom van jongeren bedraagt 31% van de totale instroom in deze categorie. Deaandelen van de jongeren in de instroom in de andere categorieën A en B zijn heel wat lager met telkens21 %.

Vrouwen

Uit In

A % tot. B % tot. N % tot. Totaal uit % tot.

A 0 0 401 38 61 24 462 35

B 512 40 0 0 382 44 894 42

N 130 44 188 37 0 0 318 39

Totaal in 642 41 589 38 443 40 1 673 39

Opmerkelijk is dat het aandeel van de jonge vrouwen in het totaal aantal wijzigingen bij de vrouwen met liefst39% veel hoger ligt dan het aandeel van de jonge mannen bij de mannen, dat maar 24% bedraagt. Hetaandeel van de jonge vrouwen in de populatie volledig werklozen bij de vrouwen bedraagt tussen 21 à 25%(september 1994 en 1997). Het hoge aandeel van de wijzigingen van jonge vrouwen is vooral te verklarendoor het feit dat het aantal jonge vrouwen dat na gedane studies werkloos blijft bijna dubbel zo hoog is alshet aantal jonge mannen dat na studies werkloos blijft. Jonge mannen worden blijkbaar nog altijd vlugger inhet arbeidsproces ingeschakeld. De kans dat een wijziging van de gezinstoestand tijdens werkloosheidoptreedt is bij jonge vrouwen dus groter.

Page 42: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

4de deel

Boven dit reeds zeer hoog algemeen gemiddelde pieken nog het aandeel van de jonge vrouwen in deinstroom van N in A en van B in N (telkens 44%). Het hoge aandeel in de uitstroom van B naar N is net als bijde jonge mannen een normaal verschijnsel. Typerend is echter het hoge aandeel van de jonge vrouwen in deuitstroom van alleenstaande N naar gezinshoofd A. Men kan dus stellen dat evenveel jonge vrouwenalleenstaande worden als jonge mannen- in absoluut aantal is er weinig verschil - maar dat de jonge vrouweneenmaal zij deze categorie hebben aangenomen meer vatbaar zijn om gezinshoofd A te worden.

Opvallend is het sterke aandeel van 38% van jonge vrouwen in de uitstroom van A naar B. Ook in absoluteaantallen leveren jonge vrouwen een flinke bijdrage tot deze specifieke stroom van A naar B (gemiddeld 401jonge vrouwen tegen 106 jonge mannen op een totaal van 1 684 gevallen of 24%, zie ook tabel 7).

Totaal

Uit In

A % tot. B % tot. N % tot. Totaal uit % tot.

A 0 0 507 30 132 21 639 28

B 723 31 0 0 753 39 1 476 35

N 252 30 318 31 0 0 569 31

Totaal in 974 31 824 30 885 35 2 683 32

In nagenoeg één derde van de gevallen zijn wijzigingen van de gezinstoestand te wijten aan jongeren. Dat ishoger dan hun aandeel in de totale populatie volledig werklozen die rond één vijfde bedraagt (tussen 19% inseptember 1994 en 21% in 1997). Ook dit is een normaal verschijnsel aangezien op jong volwassen leeftijd demeeste wijzigingen in de gezinstoestand zich voordoen. Indien de jongeren, mannen en vrouwen door elkaargenomen, gemiddeld al één derde van de wijzigingen voor hun rekening nemen, dan zijn zij in verhoudingdaarmee oververtegenwoordigd in de uitstroom uit de categorie van samenwonende zonder gezinslast B(35%) en eveneens in de instroom in de categorie van alleenstaande N (35%). De synthese van deze tweebewegingen is dan ook duidelijk te merken in de specifieke uitstroom van B naar N, waar de jongeren 39%halen van het totaal. Onder het gemiddelde van 32% valt het aandeel op van de uitstroom van gezinshoofd Anaar alleenstaande N (21%).

Tabel 11: Wijzigingen in geval van wacht- en overbruggingsuitkeringen:balans in- en uitstroom per categorie in% van totaal per geslacht (gemiddelde 94-97)

Deze tabel dient vergeleken te worden met tabel 9 die de balans tussen in- en uitstroom per categorie en pergeslacht geeft voor het geheel van de populatie van wijzigingen.

Het valt bij deze vergelijking onmiddellijk op dat de uitstroom uit categorie B bij beide geslachten in tabel 11meer uitgesproken is dan bij de gehele populatie in tabel 9. Zoals reeds bij vorige tabel opgemerkt dient ditfeit als een normaal verschijnsel beschouwd gezien de leeftijd van betrokkenen. Anders dan bij de gehelepopulatie, waar deze uitstroom in de eerste plaats naar gezinshoofd A ging, richt deze uitstroom zich met12 % gelijk naar A en N (zie totaal). Bovendien zijn er per geslacht andere klemtonen dan in de gehelepopulatie van wijzigingen.

Mannen

Totaal In/totaal Totaal Uit/totaal Netto bewegingin (%) uit (%) absol. cijf. relat. cijf.

(1) (2) (3) (4) (1) - (3) (2) - (4)

A 333 33 177 18 156 15

B 235 23 582 58 -347 -34

N 442 44 252 25 190 19

Totaal in 1 010 100 1 010 100 0 0

Page 43: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

Juni 1999

De netto uitstroom uit B bedraagt niet minder dan 34% van het totaal aantal wijzigingen bij de jongemannen. Deze uitstroom gaat eerst en vooral naar de categorie van alleenstaande N met 19% en vervolgenspas naar categorie gezinshooofd A met 15%. In de gehele populatie van wijzigingen bij de mannen is ditomgekeerd.

Vrouwen

Totaal In/totaal Totaal Uit/totaal Netto bewegingin (%) uit (%) absol. cijf. relat. cijf.

(1) (2) (3) (4) (1) - (3) (2) - (4)

A 642 38 462 28 180 11

B 589 35 894 53 -305 -18

N 443 26 318 19 125 7

Totaal in 1 674 100 1 674 100 0 0

Net als voor de gehele populatie bij de vrouwen is er minder scheeftrekking bij de jonge vrouwen dan bij dejonge mannen, wat wijst op meer compensatie en evenwicht. Maar ook hier is de richting van de nettouitstroom uit categorie B, die 18% bedraagt, anders. Voor de gehele populatie ging die praktisch gelijk naar Aen N met een lichte voorkeur voor de categorie alleenstaande N. In plaats daarvan wordt er bij de jongevrouwen meer uitgesproken geopteerd voor de categorie van gezinshoofd A met 11% en slechts op de tweedeplaats naar de categorie van alleenstaande N met 7%. Dat laatste percentage is gelijk aan dat voor de gehelepopulatie.

Totaal

Totaal In/totaal Totaal Uit/totaal Netto bewegingin (%) uit (%) absol. cijf. relat. cijf.

(1) (2) (3) (4) (1) - (3) (2) - (4)

A 974 36 639 24 335 12

B 824 31 1.476 55 -652 -24

N 885 33 569 21 316 12

Totaal in 2 683 100 2 683 100 0 0

3.Belangrijkste besluiten:3.1. Op maandbasis (enkel op basis van de maanden september van 1994 tot 1997) waren er gemiddeld

8 417 wijzigingen in de gezinstoestand bij de volledig werklozen, iets meer bij de vrouwen dan bij demannen (tabel 1).

3.2. Het aantal wijzigingen sinds september 1994 steeg gemiddeld bij de mannen met 14% en bij devrouwen met 2% (tabel 2).

3.3. Gemiddeld doet de helft van de uitstroom zich voor bij categorie samenwonend zonder gezinslast Bzowel bij de mannen als bij de vrouwen. De instroom in deze categorie bedraagt evenwel maar 32%van het totaal aantal wijzigingen, maar is bij de vrouwen verhoudingsgewijs groter dan bij de mannen(tabel 3).

3.4. Als mannen de categorie samenwonende zonder gezinslast B verlaten hebben zij gemiddeld evenveelkans samenwonende met gezinslast A (gezinshoofd) te worden als alleenstaande N. Bij de vrouwen isde kans in dat geval om A te worden hoger, nl. 60%. Als men daaarentegen de gezinstoestand vangezinshoofd A verlaat heeft men als man 63% kans om samenwonend zonder gezinslast B te worden,als vrouw 80%. Bij de uitstroom uit N heeft men als man ongeveer evenveel kans om, hetzij A, hetzij B teworden. Als vrouw heeft men dan 64% kans om samenwonend zonder gezinslast B te worden(tabel 4).

Page 44: RVA | - Studies...1ste deel Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2.

4de deel

3.5. De grootste instroom doet zich voor in de categorie gezinshoofd A (ongeveer 37%) bij beidegeslachten, de laagste in categorie samenwonend zonder gezinslast B (32%), maar hier is de instroomin verhouding groter bij de vrouwen (37%) dan bij de mannen (27%) (tabel 5).

3.6. Er doen zich nagenoeg evenveel wijzigingen voor bij mannen als bij vrouwen. Vrouwen zijn evenweloververtegenwoordigd in de uitstroom van gezinshoofd A naar samenwonende zonder gezinslast B.Mannen daarentegen zijn oververtegenwoordigd in de in- en uitstroom met betrekking tot decategorie alleenstaande N (tabel 6).

3.7. De instroom in de categorie alleenstaande N (30%) is bijna even groot als de instroom in de categoriesamenwonende zonder gezinslast B (32%), terwijl de gezinstoetand van alleenstaande in het geheelvan de werklozenpopulatie slechts 15% over de laatste 7 jaren bedraagt. In de maatschapij in zijngeheel daarentegen is het aandeel van alleenwonenden eveneens rond 30%1. Ook de instroom in A(37%) is in verhouding tot zijn aanwezigheid in de gehele werklozenpopulatie (30% gemiddeld voorde 7 laatste jaren) erg hoog (tabel 7).

3.8. In de balans tussen in- en uitstroom wint vooral categorie gezinshoofd A het op de twee andere. Debalans tussen categorie van alleenstaande N en de andere twee categorieën, is globaal positief maarniet in relatie met A. De balans tussen in- en uitstroom tussen categorie samenwonende zondergezinslast B en de twee andere is over heel de lijn negatief met een netto uitstroom van gemiddeld1 542 gevallen op 8 417 of 18% van het totaal aantal wijzigingen (tabel 8).Dit fenomeen moet evenwel tegelijkertijd gerelativeerd worden. Vergeleken met de totale populatievan volledig werklozen (711 697 in september 1997) is de netto uitstroom uit B van gemiddeld 1 542gevallen niet meer dan 0,2% of 2 op 1 000 gevallen. Een belangrijk gedeelte van deze netto uitstroomdoet zich dan nog op natuurlijke wijze voor bij jongeren.

3.9. Ondanks het feit dat er praktisch evenveel wijzigingen zijn bij mannen als vrouwen is er een groterescheeftrekking bij de mannen ten voordele van de categorieën A en N en ten nadele van categorie B.De netto uitstroom uit samenwonende zonder gezinslast B bedraagt er 23% van het totaal aantalwijzigingen, terwijl dat aandeel bij de vrouwen slechts 13% bedraagt. Bij de mannen gaat die nettouitstroom uit B gepaaard met een netto instroom vooral in categorie gezinshoofd A. Bij de vrouwen iser iets meer netto instroom in N dan in A (tabel 9).

3.10. Eén derde van de wijzigingen doet zich voor bij de werklozen met een wacht- of overbruggingsuitkering(in hoofdzaak jongeren). Deze zijn evenwel meer dan gemiddeld vertegenwoordigd in de uitstroom vancategorie samenwonende zonder gezinslast B en in de instroom in de categorie alleenstaande N.Opvallend is het sterke aandeel van 38% van jonge vrouwen in de uitstroom van A naar B. Ookopvallend is het hoge aandeel van 44% van de jonge vrouwen in de uitstroom van categoriealleenstaande N naar categorie gezinshoofd A (tabel 10).

3.11. De balans tussen in- en uitstroom bij de jongeren is nog meer scheef getrokken dan in de gehelepopulatie van wijzigingen. Liefst 24% tegen 18% in de gehele populatie stroomt uit categorie B enwordt gelijk tussen categorieën A en N verdeeld. Maar in tegenstelling met de tendens in de gehelepopulatie worden jonge mannen meer alleenstaande N en jonge vrouwen meer gezinshoofd A.

1 Bevolkingsstatistieken NIS, huishoudens en familiekernen op 01.01.1998, nr.1 p. 18: 1 276 907 huishoudens op4 178 680 of 31%. Hierin zijn uiteraard ook alleenwonende ouderen in opgenomen die geen partner (meer) hebben.