Ruud de Moor Centrum - ou.nl 2007... · Regardz de Eenhoorn in Amersfoort is centraal ... - Leren...

4
Ruud de Moor Centrum Hoe diep gaat uw pilot? Intekenen op de parallelsessies U kunt zich voor de parallelsessies inschrijven via een online formulier op www.ou.nl/parallelsessies Gezien de beperkte hoeveelheid deelnemers en te regelen cate- ringvoorzieningen ontvangen we uw aanmelding (voor zover nog niet aan ons doorgegeven) graag zo snel mogelijk, maar uiterlijk 5 november. Aan deelname zijn geen kosten verbonden. Locatie Regardz de Eenhoorn in Amersfoort is centraal gelegen en goed bereikbaar met de auto en openbaar vervoer.*) Op www.regardz.nl, Meeting Center Eenhoorn Amersfoort, vindt u een routebeschrijving. Regardz Eenhoorn Amersfoort T 033 467 37 30 E [email protected] *) Als u overweegt per trein naar de werkconferentie te komen en u heeft zich nog niet aangemeld, neem dan vóór 5 november contact op met Marianne Schins, 045 576 2102 of mail: [email protected]; u ontvangt dan van het RdMC een treinkaartje retour Amersfoort. Inlichtingen Voor inhoudelijke vragen kunt u terecht bij Marion de Bie, 045 576 23 04 of mail: [email protected] Voor vragen over uw inschrijving kunt u contact opnemen met Marianne Schins, 045 576 21 02 of mail: [email protected] 5507276 Ruud de Moor Centrum Open Universiteit Nederland Valkenburgerweg 177 Postbus 2960 6401 DL Heerlen T 045 576 21 02 F 045 576 27 82 www.ou.nl/rdmc oktober 2007 Portal RdMC producten http://portal.rdmc.ou.nl Programma 7 november 2007 Regardz Eenhoorn in Amersfoort

Transcript of Ruud de Moor Centrum - ou.nl 2007... · Regardz de Eenhoorn in Amersfoort is centraal ... - Leren...

Ruud de MoorCentrum

Hoe diep gaat uw pilot?

Intekenen op de parallelsessiesU kunt zich voor de parallelsessies inschrijven via een online formulier op www.ou.nl/parallelsessies

Gezien de beperkte hoeveelheid deelnemers en te regelen cate-ringvoorzieningen ontvangen we uw aanmelding (voor zover nog niet aan ons doorgegeven) graag zo snel mogelijk, maar uiterlijk 5 november. Aan deelname zijn geen kosten verbonden.

LocatieRegardz de Eenhoorn in Amersfoort is centraal gelegen en goed bereikbaar met de auto en openbaar vervoer.*) Op www.regardz.nl, Meeting Center Eenhoorn Amersfoort, vindt u een routebeschrijving.

Regardz Eenhoorn AmersfoortT 033 467 37 30E [email protected]

*) Als u overweegt per trein naar de werkconferentie te komen en u heeft zich nog niet aangemeld, neem dan vóór 5 november contact op met Marianne Schins, 045 576 2102 of mail: [email protected]; u ontvangt dan van het RdMC een treinkaartje retour Amersfoort.

InlichtingenVoor inhoudelijke vragen kunt u terecht bij Marion de Bie, 045 576 23 04 of mail: [email protected]

Voor vragen over uw inschrijving kunt u contact opnemen met Marianne Schins, 045 576 21 02 of mail: [email protected]

5507

276

Ruud de Moor CentrumOpen Universiteit Nederland

Valkenburgerweg 177 Postbus 2960

6401 DL HeerlenT 045 576 21 02F 045 576 27 82

www.ou.nl/rdmc oktober 2007

Portal RdMC producten http://portal.rdmc.ou.nl

Programma 7 november 2007 Regardz Eenhoorn in Amersfoort

Werkconferentie:Hoe diep gaat uw pilot?

Hoe staan de verschillende dieptepilots ervoor? Hoe krijgen opleiden en onderzoek in de school gestalte? Welke inzichten zijn er nu al aan te geven? Hoe verder na 2008?

Op 7 november 2007 organiseert het Ruud de Moor Centrum samen met enkele leraren opleidingen en Kennisnet Ict op school een werkcon ferentie over de dieptepilots. Plaats: Regardz Eenhoorn Amersfoort.

Opleiden en onderzoeken in en door de school zijn belangrijke nieuwe ontwikke lingen in lerarenland. Daarom heeft het mini-sterie van OCW in 2006 dieptepilots uitgezet die eind 2008 moeten zijn afgerond. De pilots zullen antwoord moeten geven op de vraag wat er in een school nodig is voor het opleiden van leraren en het doen van onderzoek naast het primaire proces van onderwijs aan leerlingen.

De conferentie is bestemd voor opleiders, begeleiders en onderzoekende docenten in het primair en voortgezet onderwijs die aan een dieptepilot deelnemen, maar daarnaast ook voor schoolleiders, teamleiders, docenten van lerarenopleidingen en andere belangstellenden die bij een dieptepilot betrokken zijn.

Uitwisseling en denkontwikkeling staan voorop. Verspreid over de dag zijn er ver schillende sessies waaruit u kunt kiezen. De the-ma’s van de sessies zijn gerangschikt rond drie ingangen: richten, inrichten en verrichten, en zo gekozen dat alle niveau’s van de pilot aan bod komen. Bij richten ligt de nadruk op de visie achter het opleiden en onderzoeken in de school. Bij inrichten komen de benodigde infrastructuur en de organisatie aan bod. Bij verrichten gaat het om de werkprocessen van het opleiden en begeleiden en het doen van onderzoek in de school.

Richten- Onderwijs aan leerlingen, opleiden en onderzoek: is dat niet teveel van het goede voor een gewone school? - Hoe verbind ik onderwijs, opleiden, onderzoek en IPB met elkaar? - Hoe borg ik de kwaliteit van het opleiden en onderzoeken in de school?

Inrichten- Hoe enthousiasmeer ik mijn collega’s van school voor het opleiden of voor het onderzoek? - Wat kan ik gerust van de lerarenopleiders overnemen en wat moeten zij blijven doen? - Hoe zorg ik ervoor dat opleiden of onderzoeken geen ‘eilandje’ wordt in de school?

Verrichten- Leren de aankomende leraren wel genoeg in een opleidingsschool?- Een onderzoekende houding: is dat nou wel altijd nodig?- Wat moet ik nu eigenlijk allemaal van onderzoek weten om dat zelfstandig in een school te kunnen uitvoeren?- Waarom moet ik zoveel kunnen om op een school een goede opleider te zijn?

Worstelt u met een of meer van deze kwesties of hebt u andere dringende vragen, of bent u gewoon benieuwd hoe collega’s van andere pilots het er van af brengen, schrijf u dan in voor deze werkconferentie! Op de conferentie hoort u van andere collega’s hoe zij hun dieptepilots aanpakken, welke verwachtingen ze hebben, hoe het staat met de randvoorwaarden, wat goed gaat, wat beter kan en wat echt anders moet. Vanzelfsprekend kunt u uw eigen vragen en hoofdbrekens ook in de sessies kwijt.

Hebt u nog niet ingeschreven voor de werkconferentie?

Het is nog mogelijk om dat tot 5 november te doen! Plaatsen in de sessies worden toegewezen op volgorde van binnenkomst van de inschrijving.

www.ou.nl/parallelsessies

www.ou.nl/rdmc

Programma Werkconferentie Dieptepilots

7 november 2007 AmersfoortWijzigingen in het programma voorbehouden. Voor een korte beschrijving

van de parallelsessies verwijzen we naar het bijgevoegde overzicht.

09.30 uur Inloop en inschrijving

10.00 uur Keynote Speech Bob Koster, lector Interactum/Hogeschool Domstad

10.45 uur Parallelsessies 1 t/m 6

12.00 uur Lunch

13.00 uur Parallelsessies 7 t/m 11

14.15 uur Parallelsessies 12 t/m 16

15.30 uur Afsluitend forum Ton Roelofs, Monique Vogelzang, Marc Vermeulen Marco Snoek, Ruud Klarus, Ton Kallenberg o.l.v. Arjan Dieleman

16.15-17.00 uur Borrel

In de lounge van Regardz Eenhoorn zijn tijdens de pauzes een aantal informatietafels ingericht, waar u materiaal aantreft van diverse instellingen en scholen.

Parallelsessies 1 t/m 6 10.45 – 12.00 uur

Wanneer is een school er klaar voor om opleidingsschool of academische school te worden?

Scholen die aan de dieptepilot deelnemen hebben al een ontwikkelingsproces achter de rug. Met welke onder-wijskundige, personeels- en organisatorische ontwikkelingen moet een school bezig zijn om een opleidings-school of een academische school te worden?

ROSA HESSING

KPC Groep

PO

Via onderwijsvernieuwing en onderzoek naar beter opleiden en personeelsbeleid.

Vernieuwing en verandering in de school. Waar positioneer je de school als je start? Waar wil je als school uitkomen? De sessie laat zien hoe het MLA de ontwikkeling van vernieuwing/het veranderingsproces vorm heeft gegeven, met vragen als: Van top down naar bottom up? Hoe kom je uit op de horizontale lijn? Wat zijn succesfactoren? Welke knelpunten doen zich voor en hoe los je die op?

NOEKE VAN DUIJNE, PETER ROMEIN, HERMAN VERNOUT

Montessori Lyceum Amsterdam

VO

3a

3b

De academische school een academisch ziekenhuis?

De Academische School is een school die het opleiden van leerkrachten met behulp van onderzoek als tweede kernproces heeft omarmd. Daarmee is ze te vergelijken met een Academisch Ziekenhuis dat tegelijk patiënten helpt en personeel opleidt. Om een volwaardige Academische School te ontwerpen heb je echter een compleet nieuw “design” van een school nodig: de strategische doelen, de rol van de docenten, de rol van de studenten, de communicatie en de leeromgeving. In deze bijdrage staat het belang van communicatie voorop. Hypothese: de academische school is in werking waar een “onderzoekende dialoog” een feit is.

JEROEN LUTTERS

Lectoraat Hogeschool Utrecht/Archimedes

VO

De Academische School of Education

De School of Education is een samenwerkingsverband van scholen in het noorden met de Rijksuniversiteit Groningen en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, dat in de dieptepilot de drie O’s van opleiden, onder-wijsontwikkeling en onderzoek probeert te integreren. Door middel van actieonderzoek vindt onderwijsont-wikkeling plaats. In de sessie wordt uitgelegd hoe dat gaat.

SYTSE YPMA

Scholengemeenschap Piter Jelles, Leeuwarden

VO

Hoe goed leiden we samen op?

In opdracht van WSNS+ zijn een kader en instrumenten ontwikkeld om periodiek de kwaliteit van het samen opleiden te meten en zo te borgen en zo nodig te verbeteren. In deze sessie vindt een toelichting plaats en worden enkele instrumenten gedemonstreerd.

COR HOFMANS

Hofmans & Heegsma, Emmeloord

PO

Ontwikkeling naar een Academische School

We onderzoeken of docenten meer zicht krijgen op hun competenties door het gebruik van een competentie-scan. Tevens willen we onderzoeken of ze een persoonlijke professionaliseringsbehoefte kunnen formuleren. We willen vooral aansluiten bij de vier pijlers van een Academische School: opleiden, onderzoeken, innoveren en ontwikkelen. Deze vier pijlers komen in het activiteitenplan van het team deelproject 5 aan bod.

CRISTINE HERMANS

Blariacumcollege Echt

VO

1a

1b

2a

2b

Hieronder vindt u een overzicht en korte toelichting van de verschillende parallelsessies. De parallelsessies bestaan uit één of meer inleidingen waarna de presentator(en) met de deelnemers in discussie gaat(n) en ervaringen, dilemma’s en mogelijke oplossingen besproken worden. Er zijn zowel bijdragen uit het Primair (PO) als uit het Voortgezet Onderwijs (VO). U kunt via een online formulier tót 5 november doorgeven welke parallelsessie u per ronde wilt bezoeken: www.ou.nl/parallelsessies

Veranderingen in de verhouding school-lerarenopleiding

Op OMO sg Tongerlo wordt de verhouding met de lerarenopleiding fundamenteel anders omdat bijna de helft van het curriculum mede wordt ontwikkeld en uitgevoerd door de school zelf in samenwerking met de op-leiding. Ook behoudt de opleidingsschool na de initiële fase zijn functie. De vele vragen die dat oproept zijn onderwerp van de sessie.

JOS HULSKER

OMO/scholenge-meenschap Tongerlo, Roosendaal

VO

4a

Opleiders in de school, reizigers tussen twee werelden.

Opleiders in de school zijn de spil die werkplek leren op het werk mogelijk moet maken. Dat klinkt heel simpel, maar is misschien wel de moeilijkste taak die je als leraar kunt hebben. In deze sessie zullen we met name ingaan op hoe je voor leraren in opleiding een werk- en leerplek omgeving kunt ontwerpen. Daarbij zal een aantal dilemma’s worden verkend.

CORINNE VAN VELZEN

Onderwijscentrum VU Amsterdam

VO

Academische basisschool Utrecht-Amersfoort

‘In een academische basisschool werken beroepsopleiding, werkveld, universiteit en andere kenniscentra structureel samen.’ Hoe werkt dat met 2 schoolbesturen, 4 basisscholen, 125 leerkrachten en zo’n 1300 leer-lingen? En hoe zit dat op de opleiding? En hoe werkt het lectoraat? Wie begeleidt de studenten en op welk gebied?

WILLY VAN DIJK

Projectleider Acade-mische basisschool Utrecht-Amersfoort

PO

13

14a

Worstelen en volhouden

Uit de 30 + 17 scholen van twee stichtingen zijn 14 deelprojecten voortgekomen. Maar de start, de samen-werking, het bepalen van de doelen, de matching onderzoeksvraag van student en stageschool, de kwaliteit van de begeleiders, aan afspraken houden is een enorme worsteling. Voortschrijdend inzicht, vólhouden, in gesprek blijven en op metaniveau de stuurgroep duidelijk maken wat de ontwikkelingen zijn. Deze ervaringen staan centraal in deze sessie.

ILSE DE KORT

Kempenplein (SKOzoK en Veldvest, pabo Fontys)

PO

Competentieprofi elen die bijdragen aan kwaliteit en die boeien en binden

Tijdens deze sessie komen de competentieprofi elen die SSCO hanteert, aan de orde.Hoe wordt er mee gewerkt? Hoe draagt het competentieprofi el bij aan de kwaliteit van deorganisatie? Welke competenties moeten docenten én studenten bezitten? Hoe zorg je voor hun ontwikkeling?

NICOLE DIBBETS

SSCO Kampen

VO

14b

15a

OPLIS: MEER-ANDERS-BETER ?

- Een leeromgeving waarin een open lerende houding aanwezig is van alle betrokkenen, waar refl ectie normaal gevonden wordt.- Het competentiegericht opleiden van studenten vraagt om professionele begeleiding op maat.- Wederzijdse beïnvloeding tussen school en opleidingsinstituut zorgt voor verandering van het curriculum van de studentactiviteiten op de werkplek.- Om onderwijsvernieuwing te realiseren moeten de betrokken organisaties mee bewegen. Draagvlak en facilitering zijn van cruciaal belang, hoewel het soms ontbreekt aan een gevoel voor urgentie.

ELS SCHNEIDERS-RIJKHOFF

CSG Jan Arentsz Alkmaar

VO

15b

Wat doet een schoolopleider en hoe wordt hij daarvoor gefaciliteerd?

Twee cruciale vragen waarop de antwoorden per school verschillen. De verschillen tussen de facilitering aan de uiteinden van het spectrum zijn buitensporig groot: van een nauwe-lijks omschreven, niet in het IPB opgenomen taak van twee uur per week voor twee schoolopleiders met 25 studenten op een scholengemeenschap van 1200 leerlingen tot een in het IPB opgenomen taak van tweeën-eenhalve dag per week met 30 studenten op nog geen 400 leerlingen. De verschillen in taakomschrijving zijn vergelijkbaar groot. Tijd voor een beroepsgroep/belangenvereniging met een keurmerk/beroepsstandaard/ registratie. De HU heeft een keurmerk voor opleidingsscholen ontwikkeld. Biedt de VELON (Vereniging Lerarenopleiders Nederland) als beroepsgroep soelaas? Schoolleiders willen liever geen belangenvereniging, omdat zij nauwelijks budget hebben voor opleiden in de school.

JAN VAN DEN BERGE

Heerenlande College/HU werkplekleren

VO16

Sessie T. Roelofs

Opleiden van leraren is een nieuwe taak voor de school die slechts ten dele uit de lumpsum kan worden be-kostigd. Voor de opleidings- en onderzoeksfunctie richt de school een interne begeleidingsorganisatie in. De vraag naar de continuïteit van de nieuwe taak staat centraal in deze workshop en wordt toegelicht op basis van de bestaande regelgeving. Aan de hand van een rekenmodel wordt inzicht gegeven in de baten en lasten die gemoeid zijn met de opleidings- en onderzoeksfunctie van de school. Daarmee kan de ambitie van de school, om de opleidingsfunctie duurzaam te faciliteren, realistisch worden ingevuld.

TON ROELOFS

Penta College Spijkenisse12c

Van luchtfi etsen naar heien

Gaan leerlingen iets merken van opleiden, onderzoeken en ontwikkelen? Opleiden in de school doen we in Almere al een tijdje, onderzoeken en ontwikkelen sinds verleden jaar met weinig mensen. Dat schiet niet op…. Hoe kunnen we zorgen voor verbreding, zodat al onze leerlingen merken dat ze op een school zitten waar onderzoek doen, onderwijs ontwikkelen en zichzelf ontwikkelen voor docenten normaal zijn?

PAUL SCHELTES

OSG De Meergronden Almere

VO

Invloed organisatiestructuur en –cultuur op succes Academische school

Het CvB van Het Assink Lyceum verheldert gemaakte beleidskeuzes, inrichting functiebouwwerk en de mo-gelijkheden voor het doen van onderzoek. Vervolgens zal een aantal schoolspecialisten en de opleidingsfunc-tionaris ingaan op het doen van onderzoek: wie zijn erbij betrokken (lectoren, opleiders, schoolspecialisten, docenten, studenten) en welke structuur, facilitering en professionaliseringsactiviteiten?

WILMA WEEKEN-STROO & W.A. KOK

Assink Lyceum Haaksbergen

VO

7a

7b

Opleiden in de school in West-Friesland, “kansrijk, kansarm of kansloos?”

We (EHvA en ROWF) willen graag een discussie uitlokken over de invulling en afbakening van de taken voortko-mend uit de ervaring en doelstelling van ROWF’er. Bij zo’n afbakening gaat het behalve om verdeling van taken ook om mogelijkheden, kwaliteiten en ambitie.

HANS VAN DER LINDEN & ED ELVE

Regionale Opleidings-school Westfriesland

VO

Duurzaam opleiden, ontwikkelen en onderzoeken in de school

Op veel scholen wordt met veel inzet gewerkt aan opleiding, onderwijsontwikkeling en onderzoek. In nogal wat gevallen gaat dat enkele jaren goed maar daarna verdwijnen allerlei goede initiatieven weer. Op de OSG Echnaton, zijn daarin een aantal stappen gezet naar verankering van de drie O’s in de schoolorganisatie.

JOS KAPPÉ

OSG Echnaton, Almere

VO

Keurmerk volgens Utrechts model

Sinds 2005 gebruikt HU/Archimedes een keurmerkprocedure in de nauwe samenwerking met VO scholen, bin-nen het zogenaamde “Utrechtse Model”. Dit Keurmerk beschrijft de procedures, de opleidingsstructuur binnen de VO scholen, de bekwaamheden van de betrokkenen binnen de scholen e.d. Het Keurmerk heeft het karakter van een externe audit, gebaseerd op een zelfonderzoek van de school. In de loop van de dieptepilot wordt dit model nader bijgesteld. Tevens is er een “Keurmerk” procedure (audit) ontwikkeld voor de lerarenopleiding zelf. Ook dit traject wordt tijdens de dieptepilot nader uitgewerkt en uitgevoerd.

PAUL LAKENS

Holland Accent Onderwijsgroep

VO

Keurmerk ILS en opleidingsscholen

Het ILS is het afgelopen studiejaar samen met vijf opleidingsscholen gestart met het ontwerpen van een keur-merk voor de opleidingsscholen van ILS. Centraal bij dit instrument staat het leren van de student. Het instru-ment bestaat momenteel uit 5 standaarden: de kwaliteit van de leerwerkplek van de student, de kennisontwik-keling op de leerwerkplek, de professionalisering van docenten, de schoolontwikkeling en kwaliteitszorg. Vijf opleidingsscholen hebben een audit op basis van dit instrument ondergaan en hebben het keurmerk ont-vangen. De sessie gaat in op de ervaringen met deze procedure.

IRMA FRANSSEN

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

VO

5a

5b

6a

6b

Kenmerken krachtige werkplekleeromgeving in kaart gebracht

De toekomstige leraar basisonderwijs zal zijn opleiding steeds meer ontvangen in een ‘werkplekleeromgeving’, die meer omvat dan alleen de werkplek. Zij wordt gevormd uit de werk- en leeromgeving van basisschool en de hogeschool samen. Over de kenmerken van zo’n werkplekleeromgeving is weinig bekend. In deze parallel-sessie gaan we op interactieve wijze in op de resultaten van onderzoek naar de kenmerken die van belang zijn bij het inrichten van een krachtige werkplekleeromgeving.

JEANNETTE GELDENS

Lectoraat de Kempel Helmond

PO

Onderzoekende leraren

Wat kom je tegen als je als docenten op de eigen school met onderzoek aan de slag gaat? Hoe kom je aan een onderzoeksvraag? Hoe organiseer je het onderzoek en wat doe je met de resultaten. Henk Verrij en Ronald van Burg zijn bezig met onderzoek naar wat leerlingen vinden van het onderwijs en hoe je hen motiveert, en vertellen over hun praktijkervaringen.

HENK VERRIJ & RONALD VAN BURG

Penta College Spijkenisse

VO

8

9

Parallelsessies 7 t/m 11 13.00 – 14.15 uur

Een model voor samenwerking tussen school en opleiding

De pabo van de Educatieve Hogeschool van Amsterdam (EHvA) heeft samen met de verschillende partners het ‘EHvA model opleiden in de school’ ontwikkeld. De academische dieptepilot (OGO) maakt deel uit van een bredere toepassing van dit model op acht scholen waar 250 studenten worden opgeleid. Het ‘EHvA model opleiden in de school’ wordt toegelicht.

FRANK SENGERS

Pabo EHvA project-manager opleiden in de school

PO

Inservice-opleiding Edison College

Binnenkort kunnen de lerarenopleidingen niet meer voldoen aan de vraag naar nieuwe docenten. Het is dus van belang de scholen te ondersteunen in het opleiden van nog niet bevoegde docenten. Op het Edison-college is een experiment gaande met een inservice-opleiding voor a.s. docenten in dienst van de school. Deze sessie geeft u een beeld van dit experiment met discussie over de voor- en nadelen van een dergelijk experiment.

JAN SMITS

Hogeschool van Arn-hem en Nijmegen

VO

Leerlinggericht onderwijs op school Aruba

Dit project is een “bottom-up” project met als visie leerlinggericht onderwijs binnen een brede buurt schoolaan-pak te realiseren. De school, de buurt en de maatschappij dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling (inclusief het leren) van het kind. De werkwijze is gebaseerd op gelijktijdige vernieuwing van het vormings- en opleidingsaanbod op de basisschool en de pabo, met als fundament om de schoolontwikkeling te koppelen aan de persoonlijke ontwikkeling van mensen: enerzijds studenten anderzijds leerkrachten.

NORA ELEONORA & ILONKA N. SJAK-SHIE

IPA -Pedagogisch Instituut Aruba

PO

10a

10b

11

Sessie M. Vermeulen

Het advies van de commissie Leraren bevat een aantal aanbevelingen om het lerarenberoep te verbeteren en aantrekkelijker te maken. Een aantal heeft betrekking op het professioneler maken van opleidingsscholen. Hoe verhouden die aanbevelingen zich tot wat er in de academische pilots gaande is?

MARC VERMEULEN

IVA Tilburg

Sessie M. Vogelzang

Perspectief voor de dieptepilots na 2008?MONIQUE VOGELZANG

Directeur Programma Onderwijspersoneel ministerie OCW

12a

12b

Parallelsessies 12 t/m 16 14.15 – 15.30 uur

Kwaliteitsborging

Welke processen worden voor de borging van kwaliteit ontwikkeld en welke instrumenten worden erbij gebruikt? In de sessie wordt het vraagstuk van kwaliteitsborging benaderd vanuit twee cases uit de oplei-dingspraktijk. In Rotterdam gebruikt men bij de duale 2e-graadsopleiding een prestatieregister waarin zicht-baar wordt wat opleiders van hun studenten verwachten en hoe zij dit toetsen. In Amsterdam werkt men bij de pabo met een centraal curriculummodel Opleiden in de School, met daarin welke onderdelen op de opleidingsschool en welke op het opleidingsinstituut wordt uitgevoerd. Voor de kwaliteitsborging worden be-kwaamheidsproeven afgenomen door onafhankelijke assessoren.

LIA VAN ALPHEN

Ruud de Moor Centrum

VO4b