Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp...

16
Leidraad beheersing eikenprocessierups Over deze leidraad De beheersing van de eikenprocessierups is geen eenvou- dige opgave. Het blijkt in de praktijk niet eenvoudig een juis- te mix te vinden tussen het voorkómen van gezondheids- klachten, het vermijden van ongewenste ecologische effec- ten en het opzetten van een adequate monitoring en bestrij- ding van de plaag. Met deze leidraad worden voor de pro- fessionele beheerders bouwstenen aangereikt om goede beheerkeuzen te maken. Het hart van de leidraad bestaat uit een stappenplan. Door dit stappenplan te volgen kan men komen tot een afgewo- gen en verantwoord beheer. Stap 1 is de risico-inventarisa- tie. Waar liggen de gevoelige beplantingen, waar kunnen gezondheidsrisico’s optreden, en waar gelden beperkingen aan de bestrijding in verband met ecologische risico’s? Stap 2 is de monitoring van de plaagdruk vóór het plaagseizoen. Stap 3 is de bestrijding van de eikenprocessierups. Door het stappenplan te volgen wordt een goede afstemming bereikt. Zo kan een eventuele plaag adequaat worden bestreden. Naast het stappenplan biedt de leidraad achtergrondinfor- matie over de eikenprocessierups, de te treffen voorzorgs- maatregelen bij de bestrijding, informatie over het oprui- men van rupsrestanten en aandachtspunten voor de com- municatie.

Transcript of Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp...

Page 1: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Leidraad beheersingeikenprocessierups

Over deze leidraadDe beheersing van de eikenprocessierups is geen eenvou-

dige opgave. Het blijkt in de praktijk niet eenvoudig een juis-

te mix te vinden tussen het voorkómen van gezondheids-

klachten, het vermijden van ongewenste ecologische effec-

ten en het opzetten van een adequate monitoring en bestrij-

ding van de plaag. Met deze leidraad worden voor de pro-

fessionele beheerders bouwstenen aangereikt om goede

beheerkeuzen te maken.

Het hart van de leidraad bestaat uit een stappenplan. Door

dit stappenplan te volgen kan men komen tot een afgewo-

gen en verantwoord beheer. Stap 1 is de risico-inventarisa-

tie. Waar liggen de gevoelige beplantingen, waar kunnen

gezondheidsrisico’s optreden, en waar gelden beperkingen

aan de bestrijding in verband met ecologische risico’s? Stap

2 is de monitoring van de plaagdruk vóór het plaagseizoen.

Stap 3 is de bestrijding van de eikenprocessierups. Door

het stappenplan te volgen wordt een goede afstemming

bereikt. Zo kan een eventuele plaag adequaat worden

bestreden.

Naast het stappenplan biedt de leidraad achtergrondinfor-

matie over de eikenprocessierups, de te treffen voorzorgs-

maatregelen bij de bestrijding, informatie over het oprui-

men van rupsrestanten en aandachtspunten voor de com-

municatie.

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1

Page 2: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Deze leidraad is ontwikkeld door Alterra, Wageningen UR, in samenwerking met dePlantenziektenkundige Dienst en De Vlinderstichting in opdracht van de landelijkeexpertgroep Eikenprocessierups. Financiering is mogelijk gemaakt dankzij bijdra-gen van de provincies Gelderland, Noord-Brabant en Utrecht, Rijkswaterstaat en deGGD'en Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en Utrecht en het Bureau MedischeMilieukunde van de GGD'en Brabant en Zeeland.

De leidraad is ontwikkeld op basis van de inzichten, technische mogelijkheden enwet- en regelgeving van begin 2005. De bouwstenen ervan zijn ontwikkeld op eenworkshop op 10 februari 2005, waarbij talloze terreinbeheerders en uitvoerderseen belangrijke inbreng hebben geleverd op basis van hun ervaringen met hetbeheer van de afgelopen jaren.

Auteurs:J.H. Spijker Alterra, Wageningen UR H. Stigter Plantenziektenkundige DienstD. Groenendijk De Vlinderstichting

Begeleidingsgroep:H. Jans Bureau Medische Milieukunde GGD'en

Brabant/ZeelandC.H.H.M. van Beusekom Rijkswaterstaat, Directie Noord-BrabantW. Bruggink Provincie Gelderland, afdeling Wegen, Verkeer en

VervoerH. Hairwassers Provincie Noord-Brabant, directie Economie en

MobiliteitH. Kuppen Henry Kuppen Boomverzorging, Mill

Vormgeving: J. Tahitu (Team Vormgeving en DTP, Alterra)

Foto’s: Henry Kuppen e.a.

Druk: Drukkerij West-Brabant b.v.

Oplage: 4000

© 2005, Alterra Wageningen UR.

Alterra en samenwerkende partijen aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook, die

het gevolg is van handelingen en beslissingen gebaseerd op informatie uit deze brochure.

Colofon

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 2

Page 3: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

1. De eikenprocessierups: achtergrondinformatie 4Van rups naar vlinderHerkenning van de rupsNatuurlijk evenwichtGezondheidsrisico’s

2. Stappenplan 62.1 Stap 1: Risico-inventarisatie 6

Stap1A: Aanwezigheid gevoelige beplantingenStap1B: Aanwezigheid van mensenStap1C: Ecologische afweging

2.2 Stap 2: Monitoring 7I Monitoring van eipakkettenII Monitoring van rupsennesten: plaagverloopIII Overwegingen m.b.t. monitoring

2.3 Stap 3: Bestrijding 8I Niets doenII Waarschuwen van het publiekIII Afsluiten van het aangetaste gebiedIV Biologische bestrijding (Bacillus thuringiensis)V ZuigenVI Branden

Beslisboom beheersing eikenprocessierups 11

3. Voorzorgsmaatregelen bij de bestrijding 12AlgemeenVerkeersmaatregelenSpuiten met biologisch middelZuigenBrandenAndere werkzaamheden in eiken

4. Opruimen van rupsrestanten 13

5. Communicatie 14Algemene bevolking en bezoekersBeheerders van aangrenzende terreinenParticuliere bomenbezittersInterne communicatie

6. Waar is meer informatie? 15

Inhoud

3

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 3

Page 4: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Sinds 1990 heeft men in Nederland weer te makenmet rupsen van de eikenprocessievlinder(Thaumetopoea processionea L.). Op een groot aantaleikenbomen in Zuid- en Midden-Nederland kan men zein de maanden mei, juni en juli aantreffen.Eikenbomen met eikenprocessierupsen zijn te herken-nen aan de specifieke nesten: dichte spinsels van ver-vellingshuidjes, uitwerpselen en brandharen. 's Nachtsgaan de eikenprocessierupsen in optocht (in proces-sie) op zoek naar voedsel (eikenbladeren). De eiken-processierups kan in sommige gebieden leiden toteen plaag. In plaaggebieden bestaat de overlast uitgezondheidsklachten die ontstaan door de brandha-ren van de rups en uit verminderde vitaliteit van aan-getaste bomen door kaalvraat. De eikenprocessierups is één van de diersoorten diegeprofiteerd hebben van de geleidelijke veranderingvan ons klimaat. De soort heeft zich nu definitiefgevestigd ten zuiden van de grote rivieren, en isbezig aan een opmars naar het noorden in de provin-cies Gelderland en Utrecht.

Van rups naar vlinder

De eikenprocessierups is de larve van een nachtvlin-der die zijn eitjes bij voorkeur legt in de bovenstekroonhelft van eiken. De eikenprocessierups heeft perjaar één cyclus. De eitjes overwinteren. Vanaf beginapril komen de oranje rupsen uit de eitjes te voor-schijn. Na de derde vervelling krijgen de rupsen dekenmerkende brandharen. Dit is tussen half mei enhalf juli. In juli zijn de rupsen volgroeid. De kleur ver-andert dan in grijsgrauw met lichtgekleurde zijden.Vervolgens verpoppen ze zich tot vlinders.Vrouwtjesvlinders verplaatsen zich over een afstandvan 5 - 20 km. Het is echter bekend dat veel vrouw-tjes hun eieren afzetten in de directe omgeving vande plek waar ze uit de pop gekropen zijn.Mannetjesvlinders kunnen zich over nog grotereafstanden verplaatsen.

Herkenning van de rups

De rugzijde van de volgroeide rupsen is blauwgrijs ende buikzijde groengrijs. De kop is zwartbruin. Hetlichaam van de rups is bedekt met lange witte haren.Op de rugzijde heeft de rups enkele segmenten methonderdduizenden korte, zeer gemakkelijk loslatendebrandharen. Dit zijn nauwelijks met het oog waar-neembare microharen. De volgroeide rupsen kunneneen lengte bereiken van ca. 3 cm. De rupsen levenaltijd in groepen.

4

1. De eikenprocessierups: achtergrondinformatie

De eikenprocessierups in processie

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4

Page 5: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Natuurlijk evenwicht

De aanwezigheid van de rups is een natuurlijk ver-schijnsel, vergelijkbaar met wespen of teken. Over hetalgemeen zorgt de natuur zelf voor een acceptabelaantal van elke soort. Zo resulteert explosieve groeivaak in ziekte of gebrek aan voedsel. Dankzij natuurlij-ke vijanden, zoals parasieten (sluipwespen, sluipvlie-gen) en predatoren (vogels, kevers, roofwantsen) ont-staat uiteindelijk een biologisch evenwicht. De afgelo-pen jaren is echter gebleken dat dit evenwicht opbepaalde plaatsen niet wordt bereikt. Dit geldt metname in lanen met eiken. Daar zijn onvoldoendenatuurlijke vijanden van de rups aanwezig. In bosran-den met een natuurlijke ondergroei ontstaat eerdereen vorm van biologisch evenwicht, waardoor de rup-sen minder overlast veroorzaken.

Gezondheidsrisico’s

De eikenprocessierups kan in hogere dichtheden eenbedreiging vormen voor de menselijke gezondheid.De risico’s worden vooral veroorzaakt door de vrijko-mende brandharen. Dit is vanaf het derde larvale sta-dium. Na contact met de brandharen kunnen klachtenontstaan zoals hevige jeuk en irritatie van de huid enirritatie aan de ogen of luchtwegen. Er zijn vooral risi-co’s in de periode dat de eikenprocessierupsenbrandharen hebben (half mei-juli) en bij de verdere ver-spreiding van deze brandharen door verwaaiing uit

spinselnesten en van lege nesten (juli-september). Methun weerhaakjes dringen de pijlvormige haren gemak-kelijk de huid, ogen en luchtwegen binnen. Stoffen diedaarbij vrijkomen roepen reacties op die lijken opallergische reacties. De reacties kunnen van persoontot persoon sterk verschillen. Bij iemand die vakermet de brandharen in contact komt, kunnen deze veelheftiger zijn. De huidirritaties die binnen acht uuroptreden zijn rood en pijnlijk en gaan gepaard methevige jeuk, die tot wel twee weken kan aanhouden.Als de brandharen in de ogen komen, kan binnenenkele uren een rode, pijnlijke en jeukende zwellingoptreden. Inademing van de brandharen kan leiden totirritaties en ontstekingen van het slijmvlies van deneus, keel en luchtwegen. Belangrijk is dat elk contact met de rupsen en restenervan wordt vermeden. Dit geldt tevens voor rupsres-tanten of nesten uit voorgaande jaren, want 'oude'brandharen behouden zeer lange tijd (meer dan 5jaar) hun schadelijke werking.Ook voor (landbouw)huisdieren zijn er gezondheidsrisi-co’s. Klachten kunnen optreden als bijvoorbeeld veegraast onder aangetaste eikenbomen of als grasafkomstig uit de directe nabijheid van aangetasteeiken als veevoer wordt gebruikt. Ook kunnen hondendoor het happen in afgevallen rupsennesten ernstigletsel aan het mondslijmvlies krijgen.

5

Brandhaar met weerhaakjes van de eikenprocessierups(sterk vergroot)

Detailopname van eikenprocessierups (vergroot)

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 5

Page 6: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

2. Stappenplan beheersing eikenprocessierups

Om te komen tot een effectief en verantwoord beheervan de eikenprocessierups is een stappenplan ontwik-keld. Het stappenplan biedt een handvat voor hetmaken van doordachte en afgewogen beheerkeuzen.Er worden drie stappen onderscheiden: de risico-inventarisatie, de monitoring en de maatregelen.

In de beslisboom wordt schematisch in beeldgebracht welke criteria leiden tot de keuze voor éénvan de beheermaatregelen.

2.1 Stap 1: Risico-inventarisatie

De eerste stap is het in kaart brengen van de risico’s.Waar bevinden zich de voor de eikenprocessierupsgevoelige beplantingen in het gebied? In welke gebie-den zijn (veel) mensen aanwezig die in aanraking kun-nen komen met de brandharen? Waar gelden opgrond van ecologische doelstellingen beperkingenvoor de inzet van bepaalde bestrijdingsmethodentegen de eikenprocessierups?

Stap 1A: Aanwezigheid gevoelige beplantingen

De gevoeligste beplantingen zijn monoculturen van deinlandse eik (bijv. lanen). Indien de plaagdruk groot is,kunnen ook de moeraseik en de Amerikaanse eik wor-den aangetast.

Stap 1B: Aanwezigheid van mensen

Het gezondheidsrisico is afhankelijk van de aanwezig-heid van mensen. Indien op een bepaalde locatie veelmensen passeren of verblijven, of een gering aantalmensen langdurig aanwezig is (bijv. rondom wonin-gen), is de kans op nadelige gezondheidseffectengroot. Indien de aanwezigheid van mensen beperkt is,is dit risico gering.

I: Gebieden waar veel mensen komen of waar mensenlangdurig verblijven:

• rond winkelcentra, bejaarden- en ziekenhuizen,scholen en kinderdagverblijven;

• nabij woningen, kantoren en werkplaatsen;• drukke fiets- en wandelroutes;• rond haltes voor openbaar vervoer;• campings, kampeerboerderijen en (intensieve) dag-

recreatieterreinen, drukke parkeerterreinen.

II: Gebieden waar geen of weinig mensen komen:• bos- en natuurgebieden;• extensieve landbouwgebieden.

Stap 1C: Ecologische afweging

Indien de beheerder kiest voor bestrijding van de rupsmet een biologisch middel, worden onbedoeld ookandere vlindersoorten bestreden. De rupsen van alledag- en nachtvlinders zijn gevoelig voor het biologi-sche middel. Alle beheerders zijn wettelijk verplichtom te voorkomen dat beschermde soorten schadeondervinden van de uitgevoerde bestrijding. Dezeschade kan optreden bij beschermde soorten op deeik, in de ondergroei of op de bodem onder deboom. Beschermde soorten waarvan rupsen op endirect nabij eikenbomen leven, zijn het Donker pimper-nelblauwtje, de Bruine eikenpage, de Bosparelmoer-vlinder en het Bont dikkopje. Op de website van DeVlinderstichting en van sommige provincies wordenverspreidingskaarten van de genoemde beschermdevlinders ter beschikking gesteld (zie ‘Waar is meerinformatie?’). De beheerders kunnen deze kaartengebruiken voor hun ecologische afweging.

Veel beheerders zien ook in andere gebieden (bijv.natuurgebieden, ecologische verbindingszones) af vanhet gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen. Ditvoorkomt ongewenste sterfte bij andere vlindersoor-ten.

6

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 6

Page 7: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

2.2 Stap 2: Monitoring

De monitoring is erop gericht om vóór het plaagsei-zoen een indicatie te krijgen van de plaagdruk. Indienmonitoring uitwijst dat de verwachte plaagdruk grootis, kan bestrijding met een biologisch middel wordenoverwogen. Monitoring kan op twee verschillende wij-zen plaatsvinden. I Monitoring van eipakkettenII Monitoring van rupsennesten

I Monitoring van eipakketten

Deze methode geeft de nauwkeurigste voorspellingvan de plaagdruk. Bij deze vorm van monitoring wor-den er in het najaar tot vroege voorjaar 1 tot 2-jarigescheuten genomen uit de bovenste kroonhelft van deboom. Hierbij wordt bij minimaal vier eiken uit elk vande vier windrichtingen een scheut van 1 meter lengteverzameld. De verwachte plaagdruk is groot indien ergemiddeld meer dan 1 eipakket per boom aanwezigis. Indien er minder eipakketten aanwezig zijn, dan isde plaagdruk gering.De kosten van deze vorm van monitoring kunnen wor-den gereduceerd door de monitoring uit te voerengelijktijdig met reeds geplande werkzaamheden, zoalsbijvoorbeeld de wintersnoei. Het aantal bomen datmoet worden bekeken kan variëren van 10% van debomen (minimaal 4) in een laan met weinig eiken (40bomen) tot 5% van de bomen in een laan met veeleiken.

II Monitoring van rupsennestenDoor de monitoring van de nesten van eikenproces-sierupsen in bomen die in het afgelopen seizoenwaren aangetast, wordt de verwachte plaagdruk vanhet daarop volgende jaar in beeld gebracht. Vanbelang zijn de omvang van de nesten en hun aantal.Voor een snelle monitoring wordt gekeken naar hetaantal nesten onder de eerste takaanzet. Indien bij 10bomen onder de eerste takaanzet meer dan 5 nesten(grootte van een tennisbal) en/of 1 nest of meer met

de grootte van een voetbal worden waargenomen,dan is de verwachte plaagdruk groot. Zijn er mindernesten dan is de verwachte plaagdruk gering. Dezemonitoring kan het beste worden uitgevoerd in de na-zomer (juli - augustus), waarbij de bomen te voetworden geïnspecteerd. Indien deze monitoring in hetafgelopen jaar is uitgevoerd en vastgelegd, kunnendeze resultaten vroegtijdig worden gebruikt om eenbeslissing te nemen over de methode van beheer-sing van de eikenprocessierups voor het komendeseizoen. Indien de monitoring gedurende het seizoenwordt uitgevoerd, dan kunnen de gegevens wordengebruikt voor de dagelijkse planning van de bestrij-ding.

Eipakketten op een scheut: links een niet uitgekomen eipak-ket, rechts een uitgekomen eipakket

Rupsennest ter grootte van een tennisbal (links) en voetbalgrootrupsennest onder eerste takaanzet (rechts)

Aantal bomen laan Aantal te onderzoeken bomen

Gevonden eipakketten

Plaagdruk

28 4 (16 scheuten) 1 Gering 28 4 (idem) 6 Groot

600 30 (120 scheuten) 10 Gering 600 30 (idem) 40 Groot

Tabel 1. Voorbeeld monitoring van eipakketten in een eikenlaan7

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:21 Pagina 7

Page 8: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Indien in het voorafgaande jaar de eikenbomen inten-sief gezogen of gebrand zijn, voldoet de monitoringvan nesten niet. In deze eiken is de verwachte plaag-druk groot. Het uitvoeren van deze maatregelen dientdaarom aanvullend aan de resultaten van de monito-ring van de rupsennesten te worden geregistreerd.Zo wordt een compleet beeld verkregen van eikenwaar de verwachte plaagdruk groot is.Voor een goede inschatting van de plaagdruk kunnennaast de gegevens van het afgelopen jaar, ook gege-vens van daaraan voorafgaande jaren wordengebruikt. Hierdoor wordt in beeld gebracht welkebeplantingen zelden of nooit en welke met een zekereregelmaat door de eikenprocessierups worden aange-tast.

III Overwegingen m.b.t. monitoringDe monitoring en de risico-inventarisatie moeten dui-delijk op elkaar zijn afgestemd. De monitoring kanzich concentreren op de risico-beplantingen in diegebieden waar veel mensen komen of waar mensenlangdurig verblijven. De monitoring van eipakketten of rupsennesten vanhet voorgaande jaar is noodzakelijk indien een biologi-sche bestrijdingsmethode wordt overwogen. Dan kande bestrijding gericht en in een vroegtijdig stadiumplaatsvinden, zodat men de overlast ruim voor is.Monitoring is ook zinvol als een beheerder niet kiestvoor het spuiten met een biologisch middel. De moni-toring van de nesten kan dan worden gebruikt bij deplanning van het zuigen en branden.

2.3 Stap 3: Bestrijding (zie ook beslisboom)

De beheerder heeft de keuze uit enkele methoden omde overlast van de eikenprocessierups te bestrijden.De inzet van de verschillende bestrijdingsmethoden isafhankelijk van de resultaten van de risico-inventarisa-tie en de monitoring. De maatregelen zijn:I Niets doenII Waarschuwen van het publiekIII Afsluiten van het aangetaste gebiedIV Biologische bestrijding (spuiten van Bacillus thu-

ringiensis)V Mechanische bestrijding: zuigenVI Thermische bestrijding: branden

De keuze van de maatregelen en de prioritering ervankan met behulp van de beslisboom worden vastge-steld.In deze leidraad wordt niet ingegaan op de mogelijkeinzet van (toegelaten) chemische bestrijdingsmidde-len. Inzet hiervan kan op (middel)lange termijn contra-productief zijn, omdat ook natuurlijke vijanden van deeikenprocessierups worden aangetast. Bovendiensluit dit niet aan op overheidsbeleid om het gebruikvan chemische bestrijdingsmiddelen in de groeneruimte zoveel mogelijk te beperken.

I Niets doen

Deze maatregel kan worden getroffen indien er eenlage plaagdruk is in gebieden met weinig mensen,zoals veel bos- en natuurgebieden.

II Waarschuwen van het publiek

Met deze maatregel kan worden volstaan indien er ingebieden waar weinig mensen komen sprake is vaneen hoge plaagdruk. Uit het oogpunt van zorgplichtwaarschuwt de terreinbeheerder het publiek. Dekeuze bestaat uit tijdelijke bebording, websites,berichtgeving in de lokale media of een combinatiehiervan. Zie verder bij communicatie.

III Afsluiten van een aangetast gebied

Bij een hoge plaagdruk kunnen delen van bos- ennatuurgebieden tijdelijk worden afgesloten. Ook kaneen beheerder er soms voor kiezen een beperkt deelvan het gebied af te sluiten gedurende de uitvoeringvan een bestrijding van de eikenprocessierups.

IV Biologische bestrijding (spuiten van Bacillusthuringiensis Bt)(eind april - eind mei)

De bladbespuiting met een biologisch bestrijdingsmid-del kan worden uitgevoerd tot maximaal in het derdelarvale stadium. Een goede monitoring vooraf is hier-bij noodzakelijk. Door vroeg na het begin van de blad-vorming te spuiten, als de oranjekleurige rupsen vanhet jonge blad beginnen te vreten, kan de latere over-last sterk worden beperkt. De bestrijding wordt uitge-voerd door een luchtondersteunde nevelbespuitingmet een bacteriepreparaat. Hierdoor vormen zich klei-ne druppeltjes die gelijkmatig over het blad verdeeldworden. Het is van belang niet alleen de buitenstelaag van de kroon te bespuiten maar ook de binnen-ste laag. In de praktijk wordt wel gewerkt met een

8

Aantal bomen laan Aantal te onderzoeken bomen

Gevonden nesten tot eerste takaanzet

Plaagdruk

100 10 3 omvang tennisbal Gering 100 10 >5 omvang tennisbal Groot 100 10 >1 omvang voetbal Groot

Tabel 2. Voorbeeld monitoring van rupsennesten in een eikenlaan

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:21 Pagina 8

Page 9: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

elektrostatische laadunit, waardoor een beperking vande drift zou worden bereikt. Een tijdig uitgevoerde eenmalige bespuiting is inbeplantingen lager dan 25 meter voldoende om deoverlast in de hand te houden. Bij bomen > 25 meteren in haardgebieden1 dient de behandeling herhaaldte worden binnen ca. 10 dagen na de eerste behan-deling, tenzij monitoring uitwijst dat de rupsen in vol-doende mate gedood zijn.Het biologische middel is gevoelig voor afspoelingdoor regen, UV-licht en lage temperaturen. Het ver-dient aanbeveling de spuitbehandeling uit te voerenop dagen waarbij overdag een temperatuur van ca.15°C wordt bereikt. Ook moet er niet teveel windstaan ter beperking van drift. De behandelingen kun-nen eveneens 's nachts worden uitgevoerd (mindermensen aanwezig; relatief windstil).

Milieuhygiënisch zijn spuitkorrels gebruiksvriendelijkerdan spuitpoeders, omdat deze beter vermengen metwater.

V Mechanische bestrijding: zuigen (mei - juli jonge rupsen; juni/augustus ouderupsen en rupsennesten)

De inzet van een mesttank (voor 1/4 gevuld metwater) die is voorzien van een vacuümpomp is eengoede methode om grotere hoeveelheden rupsen opte zuigen. Door een kleine aanpassing aan de zuig-mond (verkleining aanzuigmond, flexibele slang enkunststof zuigbuis met afsluitbare klep), kunnen dezemesttanks op een effectieve wijze worden ingezet. Het verdient aanbeveling de behandeling een aantalmalen te herhalen om te voorkomen dat rupsen dielater afdalen alsnog overlast veroorzaken. Na het zui-gen moeten de verwijderde rupsrestanten als afvalworden behandeld. Het ledigen van de tank dient opeen geschikte plaats te geschieden (zie ‘Opruimenvan rupsrestanten’, pagina 13).

Uitvoeren van een luchtondersteunde nevelbespuiting Opzuigen van rupsen

Merknaam Concentratie (int.eenh/mg)

Samenstelling Dosering (g/100 liter)

Aard

Delfin 32.000 Kurstaki 50 Spuitkorrel Turex 50 WP 25.000 Kurstaki x Aizawai 50 Spuitpoeder Xen Tari WG 15.000 Aizawai 100 Spuitkorrel

Tabel 3. Toegelaten formuleringen bacteriepreparaten Bacillus thuringiensis (Bt) (stand van zaken per 1 maart 2005)

1 Een haardgebied is een gebied met een zeer zware aantasting; een haardgebied laat zich herkennenbij de monitoring van de rupsennesten, indien oude rupsennesten in elke boom volop aanwezig zijn.

9

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:22 Pagina 9

Page 10: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

VI Thermische bestrijding: branden (mei - juli)

Zodra de rupsen zich op de stam van de boom verza-melen kan men beginnen met het wegbranden van derupsen. Hierbij dient de vlam nooit loodrecht op destam te worden gericht doch meer gelijkmatig te wor-den bewogen evenwijdig aan de stam. Het verdientaanbeveling zo hoog mogelijk te beginnen en vanboven naar beneden te werken. Zoveel mogelijk bran-den met het gele deel van de vlam en de gevallenrupsen nabranden. Opgelet dient te worden voor ver-waaiing van de brandharen door de wervelendewarme lucht en voor bermbranden. Gebruik bij hetbranden voor dit doel uitgeruste en te verlengen pro-paanbranders. Het verwijderen van spinselnesten kaneveneens door branden worden uitgevoerd. Herhalen van de behandeling in een latere fase ver-dient aanbeveling om te voorkomen dat rupsen dielater afdalen alsnog overlast veroorzaken.Branden is bij jongwas bomen niet aan te bevelen ombastbeschadiging te voorkomen.

Aan de hand van bovenstaande criteria kan debeheerder met behulp van de risico-inventarisatie énde resultaten van de monitoring een juiste keuzemaken uit de maatregel(en) waarmee de eikenproces-sierups wordt bestreden. In de beslisboom wordt ditschematisch in beeld gebracht.

10

Branden van de rupsen: richt de vlam nooit loodrecht op destam

Bestrijdingsmethode

Relevante beslisfactoren

Biologische bestrijding Eind april – eind mei

Toepassen indien de verwachte plaagdruk groot is in bomen > 8 m en in haardgebieden1 in alle bomen

Toepassen spoedig na de bladvorming Niet toepassen in gebieden waar geen of weinig mensen komen Niet toepassen in gebieden waar kwetsbare beschermde vlinders

voorkomen. Deze gebieden zijn op kaarten aangegeven. Niet toepassen indien eigen ecologische doelstellingen prevaleren (zie

risico-inventarisatie) Bij voorkeur niet toepassen in grondwaterbeschermingsgebieden Afvoer van rupsrestanten niet noodzakelijk

Zuigen Mei - juli jonge rupsen Juni - augustus oude rupsen en rupsennesten

In alle gebieden toe te passen Indien de plaagdruk groot is in beplantingen van maximaal 8 m hoog, Indien de plaagdruk gering is ook in beplantingen hoger dan 8 meter Monitoring van eipakketten of rupsennesten niet noodzakelijk; wel

monitoring van rupsen gedurende het plaagseizoen Let op de juiste verwerking van rupsrestanten (zie Opruimen van

rupsrestanten) Afvoer van rupsrestanten noodzakelijk

Branden Mei – juli

In alle gebieden toe te passen Niet erg bruikbaar in beplantingen hoger dan 8 meter (veel herhalingen

noodzakelijk) Toepassen indien de plaagdruk gering is Monitoring van eipakketten of rupsennesten niet noodzakelijk; wel

monitoring van rupsen gedurende het plaagseizoen Afvoer van rupsrestanten niet noodzakelijk

Tabel 4. Kort overzicht van de relevante beslisfactoren bij de verschillende bestrijdingsmethoden

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:23 Pagina 10

Page 11: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

11

Beslisboom beheersing eikenprocessierups

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:23 Pagina 11

Page 12: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Bij de uitvoering van de verschillende maatregelendienen de algemene veiligheids- en voorzorgsmaatre-gelen in acht te worden genomen.

Algemeen

Bij irritaties van de huid stopt de medewerker metbestrijding van de eikenprocessierups. Ook bij anderewerkzaamheden aan de eik (bijv. snoeien) moet hier-op worden toegezien. Bij ernstige klachten dient mentijdig de huis- of bedrijfsarts te consulteren.

Verkeersmaatregelen

Bij alle werkzaamheden moeten de gangbare ver-keersmaatregelen in acht worden genomen (conformCROW 96a en b). Het verdient aanbeveling een bordjeop de trekker te plaatsen waarin de werkzaamhedenworden uitgelegd (bijv. 'biologische bestrijding' of'bestrijding eikenprocessierups').Bij de tijdsplanning van de bestrijding dient rekeninggehouden te worden met de drukte van verschillendegebieden. Op drukke tijden worden zo min mogelijkbestrijdingswerkzaamheden uitgevoerd om risico’svoor de gezondheid zoveel mogelijk uit te sluiten.

Spuiten met een biologisch middel

Bij het spuiten is er doorgaans geen contact metbrandharen. Er kan worden gespoten tot in het derde

larvale stadium. Voor het spuiten gebruikt men eentrekker met een (bomen)nevelspuit. Bij het mengenvan de spuitvloeistof dient gebruik te wordengemaakt van een spuitoverall, adembescherming, eenvolgelaatsmasker, geschikte handschoenen. Dezevoorschriften zijn wettelijk geregeld.De spuitmachine dient voorzien te zijn van een elektri-sche vloeistofafsluiter, zodat de toevoer van spuitmid-del onmiddellijk kan worden afgesloten als er voorbij-gangers passeren. De trekker dient te zijn voorzienvan een overdrukcabine, zodat spuitvloeistof niet kanbinnendringen.

Zuigen

Bij zuigen, maar ook bij het lossen van de rupsen,wordt gewerkt met een overdrukmasker met motor-aangedreven luchttoevoer en P3 filter, wegwerp over-alls, wegwerphandschoenen (meerdere paren perdag), dikke overhandschoenen (één paar per dag),laarzen. Anti-jeukmiddel (bijv. zalf op basis van kamferof menthol) en oogspoelvloeistof dienen aanwezig tezijn.

Branden

Bij branden dient te worden gewerkt met een over-drukmasker met motoraangedreven luchttoevoer enP3 filter, brandwerende wegwerpoveralls, wegwerp-handschoenen (meerdere paren per dag), dikke over-handschoenen (één paar per dag), laarzen, brandblus-ser. Anti-jeukmiddel (bijv. zalf op basis van kamfer ofmenthol) en oogspoelvloeistof dienen aanwezig tezijn.

Andere werkzaamheden in en onder eiken

Bij werkzaamheden in en onder bomen waarin zichoude nesten van eikenprocessierups (kunnen) bevin-den moet de nodige voorzichtigheid in acht wordengenomen. Snoeiwerk in dergelijke bomen wordt bijvoorkeur in de bladloze periode uitgevoerd. Anti-jeuk-middel (bijv. zalf op basis van kamfer of menthol) enoogspoelvloeistof dienen aanwezig te zijn.

3. Voorzorgsmaatregelen bij de uitvoering

Irritatie van de huid in de keelstreek door de brandharenvan de eikenprocessierups

12

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:23 Pagina 12

Page 13: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Bij zuigen komen rupsrestanten vrij, bestaande uitrupsen, brandharen en spinselnesten, meestal ver-mengd met water. Deze rupsrestanten vormen eenafvalstof in de zin van de Wet milieubeheer. De rups-restanten kunnen worden aangeboden aan een regu-liere stortplaats. In sommige provincies bestaat ondervoorwaarden de mogelijkheid om ontheffing te krijgenom de rupsrestanten in de bodem te brengen buiteneen inrichting2. Deze wordt niet verleend als debestrijding van de eikenprocessierups met chemischemiddelen is uitgevoerd. Voor het verlenen van eenontheffing voor het in de bodem brengen buiten eeninrichting zijn Gedeputeerde Staten het bevoegdgezag.Algemene aanbevelingen en eisen die worden gesteldaan het storten van rupsrestanten:• gebruik zoveel mogelijk een stortlocatie binnen een

bestaande inrichting, waar storten is toegestaan;• het in de bodem brengen van rupsrestanten is niet

toegestaan in een grondwaterbeschermingsgebied;• maak een kuil (diepte 1,5 tot 2 m) op een voor

publiek niet toegankelijke plaats, bij voorkeur in eenzandige bodem;

• de bodem van de kuil moet boven het niveau vanhet grondwater liggen;

• de kuil mag tijdens de werkzaamheden en geduren-de een periode van zes tot acht jaar daarna niettoegankelijk zijn voor onbevoegden;

• dek de kuil tussentijds af;• dek de kuil na het seizoen af met een laag grond

van minimaal 50 cm;• leg de locatie van de kuil zodanig vast in een sys-

teem dat deze ook na acht jaar is terug te vinden.

Het is aan te raden u tijdig te laten informeren overde precieze regeling, zoals deze in uw provinciewordt toegepast. Indien een ontheffing van het stort-verbod noodzakelijk is, moet de ontheffing in sommi-ge provincies in het najaar van het voorgaande jaarreeds zijn aangevraagd om tijdig de ontheffing te kun-nen krijgen.

4. Opruimen van rupsrestanten

2 Inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer

13

Stortlocatie voor rupsrestanten

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:24 Pagina 13

Page 14: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Bij de communicatie zijn de volgende doelgroepenvan belang:• algemene bevolking en bezoekers;• beheerders van aangrenzende terreinen;• particuliere eigenaren van bomen;• interne communicatie.

Algemene bevolking en bezoekers

In de periode dat de eikenprocessierups actief is,dient op verschillende tijdstippen aandacht te wordengegeven aan communicatie en voorlichting:• vlak voor en tijdens de periode van de eerste moge-

lijke bestrijding door spuiten (ca. half april);• vlak voor het derde larvale stadium, wanneer de

brandharen overlast kunnen gaan veroorzaken;• in de periode dat brandharen uit rupsennesten over-

last kunnen geven;• tijdens het zuigen en branden.

De communicatie dient regelmatig te worden her-haald. De voorlichting dient te gaan over:• wat de eikenprocessierups precies is (het verschil

met de spinselmot); • welke maatregelen in het kader van de bestrijding

worden getroffen;• hoe gezondheidsklachten zijn te voorkómen;• hoe te handelen bij het optreden van gezondheids-

klachten;• waar overlast kan worden gemeld en waar informa-

tie te verkrijgen is.

Communiceer indien nodig via meerdere kanalen:• algemene media voor de voorlichting zijn bij voor-

keur de huis-aan-huisbladen, lokale/regionale TV eninternet, en via actieve verspreiding van publieksfol-ders;

• informatieborden bij de ingang van terreinen.

Inlichtingen over publieksfolders en informatiebordenkunt u inwinnen bij de contactpersonen, vermeld bij'Waar is meer informatie?'.

Overige tips:• bespreek het onderwerp in wijkoverleg, dorpsraad,

etc.;

• informeer scholen en kinderdagverblijven;• informeer georganiseerde gebruikersgroepen, zoals

fiets- en wandelclubs, ruiterverenigingen, hengel-sportverenigingen, etc.;

• informeer organisatoren van evenementen (bijv.wandel- en fietstochten), agrariërs, etc.;

• bespreek het onderwerp met lokale natuur- enmilieubeschermingsorganisaties.

Beheerders van aangrenzende terreinen

Indien er sprake is van een hoge plaagdruk en/ofhaardgebieden, dan is overleg met andere betrokkenbeheerders zeker zinvol, omdat samenwerking bij debestrijding kan leiden tot een effectieve aanpak op demiddellange termijn, en bijv. bij de inhuur van aanne-mers tot daadwerkelijke kostenbesparing op de kortetermijn.

Particuliere bomenbezitters

Particulieren die eigenaar zijn van met eikenprocessie-rups besmette bomen, zijn zelf verantwoordelijk voorde bestrijding. Het bestrijden van de rupsen door par-ticulieren wordt, zeker wanneer dit ondeskundiggebeurt, afgeraden. Aan de beheerders wordt geadvi-seerd, om ook bij aangrenzende particulieren (eventu-eel tegen een vergoeding) de rupsen te bestrijden.

Interne communicatie

Het is van groot belang dat de eigen medewerkersgoed op de hoogte zijn van het beleid van de organi-satie en de toe te passen voorzorgsmaatregelen.Uiteraard moeten zij in staat zijn de monitoring en debestrijding adequaat uit te voeren. Daarnaast is hetbelangrijk dat intern bekend is hoe om te gaan metmeldingen van burgers of derden m.b.t. de aanwezig-heid van de eikenprocessierups en met meldingenvan gezondheidsklachten.Het verdient aanbeveling om medewerkers die nogniet eerder met de eikenprocessierups te maken heb-ben gehad goed te instrueren. Dit kan bijvoorbeelddoor een cursus te organiseren voor het uitvoerendpersoneel.

5. Communicatie

14

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:24 Pagina 14

Page 15: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Op de volgende websites is de meest actuele informatie over de eikenprocessie-rups aanwezig:

www.minvws.nl/zoeken/vragen/eikenprocessierups/default.aspwww.brabant.nl/eikenprocessierupswww.gelderland.nl/mkic

Via de website van De Vlinderstichting en de websites van sommige provincies zijnde verspreidingskaarten van de beschermde vlindersoorten beschikbaar:

www.vlinderstichting.nl/eikenprocessierups

Voor vragen over het algemene beleid met betrekking tot de eikenprocessierupskunt u terecht bij uw provincie:

Gelderland MKIC, tel. 026 - 35 99 999Limburg tel. 043 - 38 99 999Noord-Brabant Dhr. H. Hairwassers, tel. 073 - 68 12 765

Voor vragen over uw gezondheid kunt u terecht bij:de regionale GGD (op www.ggd.nl kunt u de GGD in uw regio vinden)

Voor algemene vragen over gezondheid, de campagne tegen de eikenprocessie-rups en voor het aanvragen van deze leidraad beheersing eikenprocessierups enpublieksfolders, kunt u terecht bij:

Bureau Medische Milieukunde GGD'en Brabant/ZeelandPostbus 3369, 4800 DJ Bredatel. 076 - 52 82 238

6. Waar is meer informatie?

15

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:24 Pagina 15

Page 16: Rups21 04.qxp 21-4-2005 12:19 Pagina 1 Leidraad beheersing … · 2005. 6. 21. · Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:20 Pagina 4. Natuurlijk evenwicht De aanwezigheid van de rups is een

Leidraad beheersing eikenprocessierups

Rups21_04.qxp 21-4-2005 12:24 Pagina 16