RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met...

13

Transcript of RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met...

Page 1: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat
Page 2: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat
Page 3: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2,3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

'1

In het RUP is de hoofdbestemming transport en distributie niet geschrapt. Dat is een misvatting. De bestemming transport en distributie ressorteert in het ontwerp-RUP onder 'plaatsgebonden bedrijvigheid'. Dat wordt best verduidelijkt in het voorschrift.De transport- en distributieactiviteit met inbegrip van de daarmee verbonden kantoren van het bedrijf Aveve valt duidelijk onder plaatsgebonden bedrijvigheid, zoals gedefinieerd in het RUP (cf. toelichtingsnota §7.2.7, p.44-45). De grootschalige detailhandel van het bedrijf Aveve valt echter niet onder plaatsgebonden bedrijvigheid en wordt bijgevolg zonevreemd.In de voorschriften is er'sprake van plaatsgebonden bedrijven, terwijl in de toelichting wordt gesproken over lokaal gebonden bedrijven. De Gecoro beveelt aan om een eenduidige terminologie te hanteren en om de definitie ervan te verduidelijken.

'

Het bezwaar geeft aanleiding tot de verduidelijking van de toelichting en een aanpassing van het plan.

Thema Grootschalige detailhandelNummer Bezwaar 2.A.Onderwerp Bezwaarindiener meent dat deze locatie zich perfect leent tot detailhandel, en dat er

geen reden voorhanden is om deze bestemming op deze plaats te verbieden.

Advies GECORO De Gecoro ondersteunt de visie van de stad, op grond van de risico's op vlak van zowel ‘ mobiliteit op de Aarschotsesteenweg als concurrentie met de handel in de binnenstad. Bovendien zet deze de ruimte voor lokale bedrijvigheid bijkomend onder druk.

Het bezwaar geeft geen aanleiding tot aanpassingen.

Thema Hoofd-en nevenbestemmingenNummer Bezwaar 4.E.Onderwerp Uit het ontworpen stedenbouwkundig voorschrift van § 3.1 blijkt volgens

bezwaarindiener dat in de zone voor gemengde functies, ten opzichte van het BPA 2004, de hoofdbestémmingen van grootschalige kleinhandel en transport en distributie nietzijn hernomen. Volgens bezwaarindiener is het onduidelijk waarom de bestemming van transport en distributie niet wordt hernomen, nu zo'n bestemming in ieder geval aansluit en zelfs is begrepen onder de bestemmingen van KMO's en ambachten en van plaatsgebonden bedrijven. Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat een logistiek bedrijf zo goed als per hypothese de actieradius van de buurt overstijgt, is het onderscheid tussen logistieke bedrijver) die slechts een buurtgebonden actieradius hebben en deze die zo'n actieradius overschrijden, volgens bezwaarindiener manifest onredelijk. Het onderscheid kan bovendien enkel aanleiding geven tot rechtsonzekerheid, te meer daar hiervan slechtssprake is in de toelichting, die geen verordenende waard heeft.

'

Advies GECORO De Gecoro verwijst naar de behandeling naar het bezwaarschrift 4.D. ------------~Het~bezwaar~Eeeft-aanleidinß-tot-de-verduideliikine_van de toelichting en een

-

aanpassing van het plan.

' * Î

Thema Hoofd-en nevenbestemmingenNummer Bezwaar 3.B.Onderwerp

Bezwaarindiener vraagt om de bepaling in de stedenbouwkundige voorschriften m.b.t. de overdrukzone B2 te herformuleren of te verduidelijken, zodat:

Page 4: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

ook autonome kantoren reeds mogelijk kunnen gemaakt worden wanneer er nog een hoofd- en nevenbestemming aanwezig is op het terrein, en;

autonome kantoren en horeca niet moeten gekoppeld zijn aan herbestemming van bestaande gebouwen maar ook in een 'nieuwbouw' onder te brengen zijn (binnen de overdrukzone B2). Bezwaarindiener wenst dit desgevallend te doen in de geest van de herbestemming van het beeldbepalend geheel, met de nodige aandacht voor de kwaliteit van de bestaande gebouwen.

Ook voor bijvoorbeeid een herbestemming van de "lostoren" op korte termijn, vraagt bezwaarindiener om dit aan te passen of te verduidelijken.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar gedeeltelijk gegrond en stelt voor het voorschrift in die zin aan te passen dat de gevraagde functies de hoofdbestemming op de gehele site niet in het gedrang brengen.Het bezwaar geeft aanleiding tot aanpassing van het plan.

Thema Hoofd- en nevenbestemmingenNummer Bezwaar 3.C.Onderwerp Zoals de voorschriften nu geformuleerd zijn, kan geen van de nevenbestemmingen (zaals

recreatie) ingericht worden wanneer er geen hoofdbestemming meer aanwezig is. Een totale herbestemming van de site zou bijvoorbeeld in geval van stopzetting van B.K. naar autonome kantoren met beperkte horeca, niet gecombineerd kunnen worden met bijvoorbeeld recreatie.

Advies GECORO De Gecoro acht het niet wenselijk om een nevenbestemming als hoofdbestemming te realiseren. Eventueel kan het voorschrift verduidelijkt worden in het licht van het door de bezwaarindiener aangebrachte voorbeeld, dat niet uitgesloten moet worden als het een specifieke vergunningsaanvraag betreft voor een deel van het gebouw binnen de zone B2.Het bezwaar geeft aanleiding tot een verduidelijking van het plan.

Thema Hoofd- en nevenbestemmingenNummer Bezwaar 3.F.Onderwerp Het RUP moet duidelijk afbakenen wanneer het herbestemmingsonderzoek (zoais

bepaaid in de stedenbouwkundige voorschriften §3.1.4) moet piaatsvinden. Bezwaarindiener stelt dat het niet de bedoeiing kan zijn dat voor eike kleine vergunningsaanvraag een herbestemmingsonderzoek van de volledige site dient te gebeuren.De mogelijkheid tot herbouw mag niet beperkt worden tot het scenario van een herbestemming van de gehete site en dit dient ook mogeiijk te zijn in functie van de bestaande bedrijvigheid.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar gedeeltelijk gegrond. In elk geval is het zinvol om de toepassing van het herbestemmingsonderzoek te verduidelijken in de voorschriften.Het bezwaar geeft aanleiding tot een verduidelijking van het plan.

Thema BebouwingsprincipesNummer Bezwaar 3.G.Onderwerp De in het RUP aigemeen bepaaide bouwhoogten (minimaai 6 meter en maximaai 12

meter, met minimaal 2 en maximaal 4 bouwlagen) bieden volgens bezwaarindiener te weinig flexibiliteit en zijn niet reaiistisch naar de concrete uitvoering toe. Bezwaarindiener stelt immers dat rekening houdende met de huidige randvoorwaarden voor isolatie, structuur, technieken)... er binnen 12m bouwhoogte geen 4 bouwlagen

Page 5: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

meer kunnen gereaiiseerd worden. Voor een gelijkvloers wordt doorgaans naar een minimum van 4m gestreefd, terwijl voor de verdiepingen minimaal 3.5m bouwhoogte per bouwlaag noodzakelijk is. Ook voor de dakverdieping stelt bezwaarindiener dat de nodige flexibiliteit in hoogte voorzien moet kunnen worden in functie van een duurzame dakafwerking. Tot slot geeft bezwaarindiener nog mee dat voor wat betreft de magazijnen en loodsen, er een open ruimte van llm onder de spanten/dakstructuur nodig is om op geautomatiseerde wijze te kunnen werken.

Advies GECORO De Gecoro stelt dat het plan voldoende flexibel moet zijn ten aanzien van de actiiele bouwrealiteit. Groendaken en zonnepanelen behoren niet tot de bouwhoogte.Het bezwaar geeft aanieiding tot een aanpassing van het plan.

Thema BebouwingsprincipesNummer Bezwaar 3.H.Onderwerp Het RUP dient de mogelijkheid open te houden binnen zone B2 om de beeldbepalende

voorgevel centraal langsheen de Aarschotsesteenweg te kunnen combineren met een nieuwe achterbouw die tot 8 bouwlagen hoog reikt. Uit de voorschriften kan op vandaag dergelijke optie ingeval van gedeeltelijke herbouw, niet afgeleid worden. Bezwaarindiener verwijst hierbij naar de bepaling die geldt binnen zone BI voor de site van De Stordeur waar een maximum aantal van 8 bouwlagen wordt toegelaten.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar gegrond.Het bezwaar geeft aanleiding tot een aanpassing van het plan.

Thema Dwarse groene lintenNummer Bezwaar 2.B.

De overdrukzone voor dwarse groene linten wordt exact midden door de aan bezwaarindiener toebehorende site getrokken. De perceelsgrenzen worden volgens de bezwaarindiener volledig buiten beschouwing gelaten.De site wordt daardoor enorm beperkt in de ontwikkelingsmogelijkheden, gezien de site niet meer als één geheel,kan ontwikkeld worden, en gezien de beide afgesplitste delen te klein zijn om nog nuttig te kunnen ontwikkelen. Bezwaarindiener stelt dat het RUP daarom een ontwaarding van zijn percelen met zich meebrengt.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar niet gegrond^ Eigenaars kunnen zelf bepalen waar in de zone een lint te realiseren volgens het voor hen meest wenselijke scenario. Bovendien is er de mogelijkheid om de oppervlakte die effectief ingenomen is door het groene lint te compenseren in bijkomende bebouwbare oppervlakte op het perceel en/of bijkomende bouwmogelijkheden in de hoogte.Het bezwaar geeft geen aanleiding tot aanpassingen.

■-- -

Thema Dwarse groene lintenNummer Bezwaar 2.C.

-■

Volgens bezwaarindiener wenst de stad zelf niet in te staan voor de ontwikkeling vanhet groen lint aangezien er geen onteigeningsplan-gekoppeld-is-aan-het RUP—Bezwaarindiener stelt dat er aldus sprake is van een quasi onteigening, zonder enige vergoeding. Dat zou blijken uit het feit dat bedoelde percelen niet opgenomen werden in het register van planschade.

Advies GECORO‘ " f .

1

De Gecoro acht het bezwaar niet gegrond.Dit zijn normale gebruiksbeperkingen in het kader van de ruimtelijke planning, die geen quasi-onteigening uitmaken maar die ook als redelijke last bij een vergunning kunnen worden opgelegd. De stad heeft ook een compensatieregeling voorzien in het RUP zodat het niet enkel om lasten gaat.

Page 6: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

De percelen zijn niet opgenomen in het register van planschade gezien de hoofdbestemmingscategorie niet wijzigt.Zie ook behandeling van bezwaar 2.B.

Het bezwaar geeft geen aanleiding tot aanpassingen. Eventueel kan in het RUP kan wel nog extra benadrukt worden waarom deze zones als strategisch worden beschouwd voor de aanleg van dwarse groene linten.

Thema Dwarse groene lintenNummer Bezwaar 3.K.Onderwerp Artikel 3.4.4. van de stedenbouwkundige voorschriften biedt de mogelijkheid om een

effectief benutte oppervlakte aan groen lint om te zetten naar bijkomende bebouwbare oppervlakte. Bezwaarindiener suggereert de mogelijkheid om, in geval een extra groen lint ontwikkeld wordt door een eigenaar op zijn eigendom die niet in de groene gearceerde zone ligt, ook een compensatie mogelijk ie maken.

Advies GECORO De Gecoro adviseert de stad om de suggestie van de bezwaarindiener te overwegen.

Thema Dwarse groene lintenNummer Bezwaar 3.L.Onderwerp Parkeervoorzieningen: "daar waar groene linten worden aangelegd, is binnen het

vereist gabarit geen aanleg van parkeerplaatsen toegelaten"Gelet op de voorschriften over het aantal pp/m^ voor de verschillende functies en de voorschriften van het groene lint, is het moeilijk om geen parkeerplaatsen te voorzien binnen het vereiste gabarit. Verzocht wordt dit voorschrift te herbekijken.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar ongegrond.Parkeerplaatsen ondermijnen de werking van het groene lint en zijn moeilijk verenigbaar met de vereiste afwatering via grachten, e.d. Het kan niet de bedoeling zijn de groene linten te devalueren tot ingegroende parkeerplaatsen. Dit zou ook de compensatieregeling enigszins ondermijnen, gezien dit dan in zekere zin een beloning zou vormen voor het aanleggen van parkeerplaatsen.Het bezwaar geeft geen aanleiding tot aanpassingen.

Thema Dwarse groene lintenNummer Bezwaar 5.A.Onderwerp De op het grafisch plan gearceerde zone voor 'dwarse groene linten' is volgens de

bezwaarindiener uitermate breed opgevat. Bovendien beslaat de gearceerde zone een aanzienlijk deel van het perceel van bezwaarindiener, en een aanzienlijk deel van het naastgelegen perceel dat een andere eigenaar kent.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar ongegrond.Het voorschrift bepaalt dat er minstens één strook moet komen binnen deze zone. Deze overdrukzone is breed opgevat om enige flexibiliteit te bieden.Het bezwaar geeft geen aanleiding tot aanpassingen.

Thema Dwarse groene lintenNummer Bezwaar 5.B.Onderwerp

In het stedenbouwkundig voorschrift m.b.t. de dwarse groene linten (artikel 3.4) bestaan er volgens bewaarindiener volgende onduidelijkheden:

gelet op de uitgestrektheid van de gearceerde zone kan de in verhouding veel smallere bomenstrook op verschillende plaatsen worden ingeplant. Dit kan zowel

Page 7: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

op het perceel van bezwaarindiener als op het naastgelegen perceel. Bezwaarindiener kan op basis van het voorliggende plan onmogelijk inschatten hoede vergunningverlenende overheid dit artikel zal interpreteren.

, / of er bij de aanvraag van een vergunning eerst een akkoord moet bestaan over de (concrete) inplanting van het toekomstige groene lint (in geval gebouw gelegen in de zone waarop het voorschrift van toepassing is). In de mate daarbij met de eigenaar van het naastgelegen perceel geen akkoord kan worden bereikt (deze is immers tot niks verplicht), zal de last volgens bezwaarindiener de facto geheel op zijn perceel komen te liggen. Dit zou een onevenredige en onrechtvaardige bezwaring betekenen van zijn perceel, waardoor zelfs het kleinste project mogelijks gehypothekeerd kan worden. Zeker gelet op de grootte van de zone waarbinnen het groene iint kan worden voorzien. Elk bouwproject binnen deze zone lijkt daardoor gehypothekeerd.

Advies GECORO Het voorschrift biedt de mogelijkheid om de lasten evenredig te verdelen tussen de eigenaars die een perceel hebben binnen de overdrukzone. Het feit dat mogelijks de eigenaar die eerst een vergunning aanvraagt, geconfronteerd wordt met dit voorschrift, zonder dat de naburige eigenaar waarop een deel van de zone voor dwarse woonlinten is gelegen zich mee engageert, is geen abnormaal gegeven. De pilannende overheid kan niet verplicht worden om zich te conformeren aan de perceelsgrenzen.

De Gecoro wijst erop dat het voorschrift niet enkel lasten genereert maar ook lusten; nL de mogelijkheid om de oppervlakte die ingetiomen is door het groene lint te compenseren in bebouvvbare oppervlakte op het perceel en/of bijkomende bouwmogelijkheden in de hoogte.

Het betreft aldus geen onevenredige of onrechtvaardige bezwaring van het perceel, maar een randvoorwaarde die de overheid wil stellen aan eigenaars om daarmee maatschappelijke doelen te realiseren. Gezien het voorschrift enige flexibiliteit toelaat in de realisatie van deze doelen, kunnen eigenaars zelf bepalen hoe dat gebeurt volgens het voor hen meest wenselijke scenario. Dat kan voor eigenaars een stimulans betekenen om een globaal scenario' uit te werken voor gewenste ontwikkelingen op hun percelen, en dus niet ad-hoc te werk te gaan.

Het bezwaar geeft geen aanleiding tot aanpassingen.

Thema Toegangen en circulatieNummer Bezwaar 3.1.

-

Onderwerp Bezwaarindiener wenst ten zeerste de bestaande 2 toegangen, m.n. Tfl en T9, vanaf de BK-site naar de Aarschotsesteenweg te behouden. Deze 2 toegangen zijn op vandaag ook expliciet voorzien in het geldende BPA. Een eventueel bundelen van deze toegang met de aanpalende site (toegang T8) behoort tot de mogelijkheden, zolang er maar 2 toegangen langs de Aarschotsesteenweg zijn om de verkeersafvyikkeling op de site mogelijk te houden. BK vraagt dan ook om ook Tfl als een permanente toegang op te nemen. ^

-Eveneens-wenst bezwaarindiener te voorzien in 2 ontsluitingen langs de aciiterzijde vanhet perceel ter haogte van de Dijledreef Graag wordt in het RUP dan ook de mogelijkheid geboden om dergelijke extra ontsluitingen te voorzien. In het kader van een mogelijke herbestemming van de site op termijn, zullen de gebouwen conform de doelstellingen van het RUP immers verschillende functies en gebruikers krijgen. In deze optiek is het onontbeerlijk dat de verkeersafwikkeling gescheiden kan gebeuren en vlot georganiseerd kan worden. Een ontsluiting richting Dijledreef biedt meer opties om een veilige en vlotte verkeersafwikkeling in te richten.

-■ .

Advies GECORO De Gecoro adviseert om daar waar de ontsluiting valt binnen de contouren van het RUP, rekening te houden met mogelijke conflicten met andere weggebruikers.

Page 8: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

Het bezwaar geeft aanleiding tot een verduidelijking van het plan.

Thema Toegangen en circulatieNummer Bezwaar 3.J.Onderwerp Artikel 3.1.6. van de stedenbouwkundige voorschriften bepaalt dat circulatieruimten, in

zoverre verenigbaar met de voertuigen die van deze ruimte gebruik maken, maximaal moeten worden ingegroend met hoogstammige bomen waarbij minimaal 8 hoogstammen per 100 lopende meter circulatieruimte dienen te worden aangeplant. Gelet op de aard van de transporten op de site, zijn bomen temidden van de cirulatieruimten zeer onpraktisch en zelfs gevaarlijk. Bezwaarindiener wenst voor de groenzones te zorgen waar mogelijk, maar stelt voor om bovenstaand voorschrift te schrappen nu dit volgens hem praktische problemen kan veroorzaken. De bezwaarindiener stelt dat de concrete ingroening op vergunningsniveau kan beoordeeld worden. Het aantal bomen mag de ontwikkeling en bedrijvigheid van de site niet storen.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar gedeeltelijk gegrond en beveelt aan om het voorschrift bij de vergunningverlening voldoende soepel te hanteren in functie van de objectieve circulatiebehoeften.Het bezwaar geeft geen aanleiding tot aanpassingen.

Thema ParkeernormenNummer Bezwaar 3.M.Onderwerp De algemene voorschriften inzake parkeren zijn voor bewaarindiener onduidelijk. Er

wordt geen norm opgelegd voor magazijn, opslag,... hetgeen gepreciseerd dient te worden. Bezwaarindiener vraagt te bepalen dat er geen parkeerplaatsen verplicht dienen te worden gecreëerd bij dergelijke functies.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar gedeeltelijk gegrond en vraagt de stad om de toepassing van de parkeerverordening te verduidelijken.Het bezwaar geeft aanleiding tot aanpassing van het plan.

PLANTECHNISCHE EN JURIDISCHE BEZWAREN

Thema MilieuvergunningenNummer Bezwaar 3.D.Onderwerp Het is bezwaarindiener onduidelijk wat moet worden verstaan onder "milieubelastende

activiteiten", in het bijzonder wordt in de stedenbouwkundige voorschriften de concrete Invulling van het begrip overaelaten aan het referentiekader-binnen-de-VLAREM-ll-normen. Deze omschrijving is volgens bezwaarindiener zeer ruim en vaag, en biedt geen inzicht in de mate waarin haar bestaande activiteiten geviseerd worden door dit voorschrift. Bezwaarindiener stelt dat een meer precieze omschrijving van hoe dit beoordeeld zal worden noodzakelijk is.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar gedeeltelijk gegrond, voor zover geen onderscheid gemaakt wordt tussen de bestaande en vergunde activiteiten enerzijds en substantieel bijkomende activiteiten anderzijds.Het bezwaar geeft aanleiding tot aanpassing van het plan.

Page 9: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 ‘Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

Thema MilieuvergunningenNummer BezwaarOnderwerp De activiteiten van bezwaarindiener vereisen een milieuvergunning. Bezwaarindiener

kan niet akkoord gaan met voorschriften die de exploitatie van de bestaande activiteiten naar de toekomst toe zouden onmogelijk maken of bemoeilijken.

In het bijzonder stelt bezwaarindiener zich vragen bij §2.11 van de stedenbouwkundige voorschriften, waarin bepaald is dat "bedrijven die momenteel over een exploitatie- en/of milieuvergunning beschikken dewelke in strijd zijn met de schikkingen van huidig RUP dienen zich in overeenstemming te brengen met dit RUP ten laatste op de vervaldag van de voornoemde exploitatie- en/of milieuvergunning. Uitbreidingen en/of aanpassingen van de milieuvergunningen kunnen niet worden toegestaan indien er geen overeenstemming is met de schikkingen en voorschriften van voorliggend RUP".

Volgende elementeri zijn daarin voor bezwaarindiener problematisch:

Vandaag beschikt bezwaarindiener over een milieuvergunning die geldig is tot 2021. De vraag stelt zich dan ook of bezwaarindiener naar de toekomst toe nog in staat zal zijn om een milieuvergunning te verkrijgen gelet op de voorschriften. Immers worden milieubelastende activiteiten totaal uitgesloten.

Bezwaarindiener wenst expliciet te verzoeken dat het RUP rekening houdt met de explosiegevoelige zone rond de BK-site en hierover zekerheid kan worden verschaft naar de toekomst toe, zodat de bedrijfsactiviteiten kunnen blijven worden uitgeoefend. Nieuwe activiteiten op de aanpalende terreinen zouden hierdoor mogelijks de bedrijfsactiviteiten van BK onmogelijk kunnen maken of

^ bemoeilijken.

Advies GECORO De Gecoro beveelt de stad aan om de relevantie van het bezwaar ten aanzien van het voorschrift juridisch uit te klaren en desgevallend te verduidelijken in het plan.

Thema Zonevreemde bestemmingenNummer Bezwaar 4.F.Onderwerp Algemeen geldt als bezwaar dat volstrekt onduidelijk is op welke wijze de ontworpen

stedenbouwkundige voorschriften zich verhouden tot de decretale zonevreemde vergunningsregels. Dit leidt tot een grote rechtsonzekerheid omtrent de mogelijke toepassing van de zonevreemde vergunningsregels,

y

Daarbij komt volgens bezwaarindiener dat het ontworpen voorschrift (ontworpen stedenbouwkundig voorschrift van art. 2.11.) volstrekt arbitrair een (onwettige) beperking oplegt betreffende de milleuvergunningspllchtige activiteiten, maar de activiteiten voor kleinhandelsactiviteiten ongemoeid laat. In werkelijkheid moeten beide activiteiten ongemoeid gelaten worden en moet het betrokken ontworpen voorschrift worden geschrapt. '

Advies GECORO De Gecoro beveelt de stad aan om de relevantie van het bezwaar ten aanzien van het voorschrift juridisch uit te klaren en desgevallend te verduidelijken in het plan.

Thema Zonevreemde bestemmingenNummer Bezwaar 4.6.Onderwerp Volgens bezwaarindiener kan een RUP, krachtens art. 4.4.10, § 2 Vlaamse Codex

Ruimtelijke Ordening, slechts strengere voorwaarden dan deze van de basisrechten van afdeling '2 bepalen, voor zover deze betrekking hebben op de maximaal toegelaten volumes bij herbouw. Indien het ontworpen stedenbouwkundig voorschrift van art. 2.12.1. en 2.12.2. (de "afwijkingen van de planvoorschriften") de bedoeling hebben strengere beoordelingscriteria vast te leggen, stelt de bezwaarindiener vast dat dit

Page 10: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

Advies GECORO

geschiedt in strijd met art. 4.4.10, § 2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Tevens stelt bezwaarindiener dat de betreffende ontworpen voorschriften in strijd zijn met de art. 4.4.16, 4.4.17 en 4.4.18 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, ni. omdat het geldende bestemmingsvoorschrift precies wel een weigeringsgrond is volgens het ontwerp-RUP. Het gaat volgens bezwaarindiener niet op om omtrent ingewikkelde zaken zoals zonevreemde vergunningsregels een ad hoe stelsel uit te werken In een RUP, zonder enige toelichting, en zeker niet wanneer de overeenstemming met de decretale zonevreemde vergunningsregels niet blijkt.

De Gecoro beveelt de stad aan om de relevantie van het bezwaar ten aanzien van het voorschrift juridisch uit te klaren en desgevallend te verduidelijken in het plan.

ThemaNummer BezwaarOnderwerp

Advies GECORO

Afwijkingen van de planvoorschriften4.H.Het onderscheid in behandeling tussen de rechtsonderhorige die wordt onderworpen aan de regeling van art. 2.12.1 of 2.12.2. van het Ontwerp-RUP en deze die wordt onderworpen aan de regeling van art. 2.12.3. van het Ontwerp-RUP is zonder enige verantwoording en daarom volgens bezwaarindiener ook discriminatoir.Er valt volgens bezwaarindiener immers niet in te zien waarom de eerste categorie van rechtsonderhorigen enkel werken mag uitvoeren, voor zover deze op een actieve wijze bijdragen tot de verwezenlijking van de bestemming, terwijl voor de tweede categorie slechts een passief voorbehoud geldt, met name dat werken aan het openbaar domein afwijkend van de planvoorschriften kunnen worden uitgevoerd voor zover zij de latere realisatie van de volledige planvoorschriften niet hypothekeren. Enige verantwoording voor het onderscheid in behandeling blijkt volgens bezwaarindiener niet uit het ontwerp van RUP zelfDaarnaast is volgens bezwaarindiener het voorschrift dat werken kunnen vergund worden voor zover ze de latere realisatie van de volledige planvoorschriften niet hypothekeren, geheel rechtsonzeker. Zeker als het gaat om werken die betrekking hebben op het openbaar domein moeten er duidelijke stedenbouwkundige voorschriften gelden aangaande de bouwmogelijkheden. Dit is volgens bezwaarindiener ten onrechte niet het geval.

De Gecoro beveelt de stad aan om de relevantie van het bezwaar ten aanzien van het voorschrift juridisch uit te klaren en desgevallend te verduidelijken in het plan.

ThemaNummer BezwaarOnderwerp

MER-screening

Bezwaarindiener is het niet eens met de conclusies van de MER-screening, waarin wordt gesteld dat het plan betrekking heeft op een klein gebied op lokaal niveau en/of het een kleine wijziging ten opzichte van het huidige Juridisch kader inhoudt dat in ieder gevaLgeen-aanzienUJke-miUeueffeeten-zou-ressorterenrBezwaarindiener'argumentëërf dat het plan ten onrechte steunt op een screening, en dat het ontwerp-RUP in werkelijkheid moet worden onderworpen aan een volwaardig plan-MER, of dat minstens hiervoor een ontheffing zou moeten worden aangevraagd.

Volgens bezwaarindiener is in de screeningsnota geen deugdelijk onderzoek naar het zgn. "nulalternatlef" gevoerd, en al evenmin een deugdelijk onderzoek van de planalternatieven doorgevoerd.

Het ontwerp RUP genereert volgens bezwaarindiener wel degelijk aanzienlijke milieueffecten. De verwijzing naar het nulalternatlef als verantwoording voor de afwezigheid van zgn. aanzienlijke milieueffecten kan niet overtuigen en steunt volgens bezwaarindiener op een Juridische denkfout, gezien geen enkel nieuw plan "zomaar" alle bestaande werken en uitbatingen kan onwettig maken. De volledige

Page 11: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

schrapping van de bestemming van grootschalige kleinhandel is niet onderzocht, maar slechts als een loutere eventualiteit beschouwd {nl. afhankelijk van de voorwaarde van de goedkeuring van een ruimtelijke structuurplan in deze zin) i

Volgens de scréeningsnota heeft het plangebied een oppervlakte van 33 ha, wat volgens bezwaarindiener manifest een gebied is met een grote oppervlakte. Men geeft aan dat moet worden aangetoond dat de omvang van het plangebied vergeleken met die van het Leuvense grondgebied, gering is.

Bezwaarindiener stelt dat vanuit de Plan-MER-plicht eigenlijk het gehele gebied Leuven-Noord in aanmerking genomen moet worden, waarin het plangebied is ingebed.

Volgens bezwaarindiener heeft het Departement Leefmilieu, Natuur & Energie geheel uit het oog verloren dat het ontwerp-RUP het gewestplan opheft. Het betreft volgens bezwaarindiener geen kleine wijziging t.a.v. het huidige juridische kader. In vergelijking met de gewestplanbestemmingen kan het ontwerp-RUP onmogelijk als een kleine wijziging worden beschouwd. Daarnaast is het volgens bezwaarindiener onredelijk om te oordelen dat het ontwerp-RUP slechts een kleine wijziging inhoudt ten opzichte van het BPA 2004. Volgens bezwaarindiener maakt het RUP 25% van het plangebied (gebiedsdeel van 81.300 m^) zonevreemd.

Bezwaarindiener beweert dat het RUP niet enkel de verkeersgenererende grootschalige kleinhandelsfuncties beoogt te schrappen, maar ook de functies voor transport en distributie.

Advies GECORO De Gecoro verwijst naar de behandeling van bezwaar 4.D. wat transport en distributie betreft. Voor het overige beveelt de Gecoro de stad aan om de relevantie van het bezwaar ten aanzien van het voorschrift Juridisch uit te klaren en desgevallend te verduidelijken in het plan.

Thema Verenigbaarheid met structuurpiannen 'Nummer Bezwaar 4.6.Onderwerp

. /■

In de toelichtingsnota wordt het ontwerp van structuurplan voorgesteld als het actuele plan, terwijl het geldende structuurplan 2004 wordt afgedaan als het oorspronkelijke plan. De loutere opmaak van een nieuw structuurplan verantwoordt op zich geen afwijking van de richtinggevende bepalingen van het geldende structuurplan. Er wordt In het ontwerp-RUP enkel een toets doorgevoerd ten aanzien van het zgn. "actuele" structuurplan, dat in werkelijkheid slechts een ontwerpplan is, terwijl het buiten discussie staat dat het afwijkt van de richtinggevende bepalingen van het Structuurplan 2004. Bezwaarindiener verwijst ook naar de mer-screeningsnota waarin werd omschreven hoe met dit gegeven om te gaan.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar ongegrond, voor zover het nieuwe RSL effectief definitief vastgesteld wordt voor de definitieve vaststelling van het RUP. Het RUP wijkt inderdaad af van het RSL van 2004. Het RUP voert echter het nieuwe RSL uit dat van kracht zal zijn voordat het RUP van kracht is, en is dus conform dé visie van het nieuwe RSL. Daarin stelt er zich geen tegenstrijdigheid.Het bezwaar geeft geen aanleiding tot aanpassingen.

Thema Verenigbaarheid met structuurpiannenNummer Bezwaar 4.C.Onderwerp Het ontwerp-RUP verwijst volgens bezwaarindiener niet naar specifieke bepalingen,

onderdelen noch pagina's van het ontwerp van structuurplan. Zo bekeken mist het ontwerp-RUP ook verantwoording op het vlak van de overeenstemming met het ontwerp van structuurplan. Aldus blijkt volgens bezwaarindiener niet dat het ontwerp van structuurplan af doende steun geeft aan de schrapping van de bestaande

Page 12: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

grootschalige kleinhar)delsbestemming en de bestemming voor vervoer en distributie, zoals bepaald in het ontwerp-RUP.

Advies GECORO De Gecoro acht het bezwaar gedeeltelijk gegrond en vraagt om ter verduidelijking aan te geven op welke pagina's van het RSL de selectie van grootschalige detailhandelszones is opgenomen. Wat logistiek en distributie betreft verwijst de Gecoro naar behandeling van het bezwaar 4.D.Het bezwaar geeft aanleiding tot aanpassing van het plan.

Thema Infrastructurele randvoorwaardenNummer Bezwaar LA.Onderwerp Elia is de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet en heeft in het betrokken

gebied hoogspanningsinstallaties in exploitatie. Het gaat specifiek om de ondergrondse hoogspanningskabels (70kV).Ella vraagt rekening te houden met volgende aandachtspunten:

de aanwezigheid van de ondergrondse hoogspanningsleidingen gelegen langsheen de Dijiedreef.boven en vlakbij de ondergrondse leidingen, allen gelegen in het openbaar domein, mag geen diepwortelende begroeiing komen omdat deze de leidingen kan beschadigen. Bij technische problemen moet de grond worden uitgegraven wat verstoring van de directe omgeving met zich brengt.Om de veiligheid van mensen, de continuïteit van de elektriciteitsvoorzieningen en de vrijwaring van alle betrokken installaties te garanderen, dient men in de onmiddellijke omgeving van de hoogspanningsgeleiders enkele wettelijke bepalingen te eerbiedigen (cf. veiligheidsvoorschriften terzake).

Advies GECORO De Gecoro vraagt de stad om zorgvuldig te waken over de door bezwaarindiener gesignaleerde aandachtspunten en raadt aan om er ook in het informatieve gedeelte en in de toelichtingsnota naar te verwijzen.

Het bezwaar geeft aanleiding tot een verduidelijking van de toelichting.

Alle bezwaarschriften werden ontvangen binnen de termijn van het openbaar onderzoek.

Advies van de Deputatie van de provincie Viaams-Brabant van 04/09/2017

De Deputatie van de provincie Viaams-Brabant is van oordeel dat het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4' zoals voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 27 juni 2017, niet in tegenstrijd is met en in voldoende mate uitvoering geeft aan het provinciaal ruimtelijk structuurplan (en addendum). De Deputatie stelt tevens dat het RUP voldoet aan de vormvereisten.

De Provincie geeft aan dat het plangebied volgens het huidige ruimtelijke beleid van de stad Leuven (het -momenteel nog geldende gemeentëlijkTOimtelijk structuurplan) expliciet is aangewezen als vestigingsplaats voor grootschalige detailhandel. Volgens de voorgestelde herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan moet de oostelijke Vaartzone deze rol niet langer vervullen. Het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) 'GGR-W2 Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4' sluit de vestiging van nieuwe detailhandelszaken uit en geeft zodoende uitvoering aan het nieuwe gemeentelijke ruimtelijke structuurplan. De provincie merkt op dat dit nieuwe structuurplan momenteel nog niet van kracht is. Gelet op de strijdigheid met het huidige gemeentelijke structuurplan, kan de provincie dit RUP bijgevolg enkel gunstig adviseren, op voorwaarde dat de definitieve vaststelling plaatsvindt nadat het nieuwe ruimtelijk structuurplan rechtskracht heeft verkregen. Aangezien het openbaar onderzoek over het ontwerpstructuurplan op 16 juli 2017 eindigde, stelt de provincie dat dit haalbaar is binnen de wettelijke termijnen.

Page 13: RUP...Dit geldt des te meer nu volgens de toelichting bij het voorschrift, logistieke bedrijven met toeleveranciers in de buurt wel conform de nieuwe bestemming acht. Daargelaten dat

Ontwerp RUP GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2, 3 en 4'Behandeling adviezen en bezwaren n.a.v. het openbaar onderzoek door GECORO

De provincie geeft aldus een voorwaardelijk gunstig advies, met als voorwaarde dat de definitieve vaststelling van het RUP dient plaats te vinden nadat de herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, zoals voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Leuven op 27 maart 2017, in werking is getreden.

Het provinciebestuur geeft in haar advies aan dat het bedrijventerrein aan de Aarschotsesteenweg in de Vaartzone een van de grotere concentraties van bedrijvigheid is in de provincie. Het provinciebestuur ondersteunt de optimaiisatie van bestaande bedrijventerreinen, waarbij voldoende ruimte beschikbaar blijft voor ruimtebehoevende en hinderlijke bedrijven. De Provincie stelt dat in de toelichtingsnota van het ontwerp- RUP uitgebreid is gemotiveerd waarom de stad Leuven bepaalde activiteiten wel of niet wil toelaten in het plangebied. Het provinciebestuur kan instemmen met de lokale beleidsopties rond de differentiatie van bedrijventerreinen in Leuven.

Het advies van de provincie geeft geen aanleiding tot wijzigingen in het ontwerp RUP. Het advies maakt integraal deel uit het advies van de gecoro. j

Advies van Ruimte Vlaanderen, afdeling Vlaams-Brabant

Ruimte Vlaanderen heeft op het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GGR-W2 'Aarschotsesteenweg 2,3 en 4' geen advies uitgebracht.

De voorzitter

Joris Scheers Véronique Charlier