RTC Turnen Heren Rek Zwaaien
-
Upload
rtc-toc-turnen-heren -
Category
Documents
-
view
227 -
download
10
description
Transcript of RTC Turnen Heren Rek Zwaaien
1
RTC Turnen Heren Zwaaien/Reuzenzwaai aan de rek 16-11-2013
Maarten Verkuijlen
RTC ’s-Hertogenbosch
Email: [email protected]
Tel: 06-42098526
2
Inhoudsopgave:
Inleiding 3
Biomechanica van de zwaai 3
Rekstok 4
Zwaaien 4
Reuzenzwaai in bovengreep 5
Basis voorwaarden 6
Oefeningen
Meest gemaakte fouten 7
Links RTC training voorbeelden 9
Waar kun je de zwaaibandjes halen? 9
3
Inleiding: Zwaaien binnen het turnen is de basis van veel onderdelen op diverse toestellen. Een gedegen zwaai
is dus een voorwaarde in de opleiding van elke turner. Dit stuk gaat over zwaaien aan de rek, ringen
en brug.
Biomechanica van de zwaai: Elke zwaai wordt gekenmerkt door een slingerverlenging bij de neerzwaai en een slinger verkorting
bij de opzwaai. Hierbij wordt gekeken naar het lichaamszwaartepunt(LZP) t.o.v. het draaipunt. Met
andere woorden:
In de neerzwaai maak je zoveel mogelijk zwaai door het LZP zo ver mogelijk van het
draaipunt te duwen.
In de opzwaai kun je de afremmende kracht(zwaartekracht) zo laag mogelijk maken door het
LZP naar het draaipunt toe te brengen.
De bovenstaande techniek moet in elke zwaai toegepast worden om zo hoog mogelijk te zwaaien. De
technieken op de diverse toestellen zijn gemaakt om het bovenstaande principe zo optimaal mogelijk
te maken.
Lichaamszwaartepunt ten opzichte van het draaipunt.
4
Rekstok:
Zwaaien:
Achterzwaai:
Licht bolle houding.
Hoofd tussen de armen.
Uitduwen.
Hangfase:
Op ongeveer 45 graden start de hangfase.
Houdt bilspanning en navel in tijdens de hang fase.
Van hol naar bol gebeurt precies onder de rekstok.
Gebruik zowel de schouders als de heupen bij de Kurbet.
Houdt je hoofd tussen je armen! (Geen kin op de borst!)
Voorzwaai:
Schop door naar kaarsenstand(bol).
Geen holle houding!
Terugzwaai:
Gestrekt naar beneden.
Vanaf onder naar een bolle houding.
Zwaai naar voren Zwaai naar achteren
5
Reuzenzwaai in bovengreep:
Neerwaartse zwaai:
Maak jezelf lang.
Hoofd tussen je armen.
Licht bolle houding.
Hangfase:
Duw jezelf weg.
Overstrek je lichaam.
Hoofd neutraal.
De overgang van hang naar schop is exact onder de rekstok.
Opzwaai:
Schop naar kaarsenstand.
Duw jezelf naar de handstand(zoals stut op de vloer).
In de handstand kijk je naar je handen maar je doet je hoofd niet in je nek.
Reuzenzwaai
6
Basis voorwaarden: De turner heeft de volgende fysieke eigenschappen nodig:
- Voldoende spanning in de buik en rug.
- Voldoende kracht en lenigheid in de schouders.
- Voldoende ruimtelijke oriëntatie.
Het volgende moet hij beheersen:
Vormen(shapes):
- Hol
- Bol
- Recht
Posities:
- Ligsteun
- Ligsteun rugwaarts
- Kaarsenstand
- Bruggetje(in mindere mate, voor schouderlenigheid)
Akties:
- Kurbet
7
Oefeningen:
Pendelzwaaien:
- Alleen hol/bol aan de rekstok.
Zwaai vanaf de kast:
- Staan op de kast.
- Spring naar de rekstok en maak 3-5 zwaaien.
- Aandachtspunt is bolle houding in de achterzwaai.
Handstand vallen laten op de lage rekstok:
Stut Handstand met vallen op de buik:
Zwaaien in zwaaibandjes(schlauffen):
Zwaaien in de bandjes heeft het voordeel dat turners op een veilige manier veel zwaaien kunnen
maken. Doordat de beurten langer zijn worden de zwaaien beter geconditioneerd. Als trainer heb je
meer tijd om tijdens het zwaaien verbale cue’s en/of tactiele(vangen) aanwijzingen te geven.
Het risico van zwaaien met bandjes is dat turners vaak hol gaan in de voorzwaai. Hierdoor kunnen ze
makkelijker hoogte krijgen en het voelt veiliger. Let er dus op dat de buik niet omhoog komt in de
voorzwaai!
Zwaaien aan de hoge rekstok:
Om jonge turners aan rekstokzwaaien te laten wennen is het heel belangrijk om ook de eindvorm op
de rekstok te blijven oefenen. Let op dat de turners in de achterzwaai een bolle houding hebben en
dat ze leren ompakken. Hierdoor wordt de kans van eraf schieten veel minder groot. Daarnaast is het
verstandig om vanaf een jaar of 9 de turners te leren werken met turnleertjes(de juiste met 3
gaatjes). Hierbij is mijn persoonlijke mening dat je dit het beste kunt verplichten naar ouders en
kinderen toe. Het is heel belangrijk voor de veiligheid als de turners hoger gaan zwaaien!
Timing van hangen:
Om de timing van het hangmoment beter te maken kun je de volgende oefening doen: (Let op: een
slechte timing komt meestal omdat de neerzwaai niet (genoeg) bol is.
- 2x zwaaien (normaal hangmoment), 1x zwaaien met te vroeg hangen, 1 x zwaaien met te laat
hangen
8
De opzwaai en neerzwaai apart:
Het is voor een turner makkelijker om zich te focussen op 1 of 2 specifieke aanwijzingen. Hiervoor
kun je het beste de neerzwaai, hangschop en opzwaai apart oefenen. Je kan hierbij denken aan
wegzetten naar zwaai, pendelen, rollen naar kaarsenstand enzovoorts.
Zwaaien tot kaarsenstand:
De turner maakt een voorzwaai. De trainers vangt de turner bij de nek en bovenrug. De turner houdt
de kaarsenstand even vast. Hiermee wordt de slingerverkleining in de voorzwaai getraind.
Zwaaien tot ¾ reus:
Vanuit zwaai wordt de laatste zwaai door geschopt(met hulp) naar een bolle bovenbalans boven de
rekstok. Deze oefening stimuleert om de voorzwaai te verkleinen zodat de reuzenzwaai via de
kaarsenstand gaat. Daarnaast leert de turner om in de voorzwaai de overgang te maken van de hang-
naar de steunfase.
Wegzetten tot ¾ reus:
Hetzelfde als de vorige oefening maar nu vanuit steun.
Reuzenzwaai vanuit zwaai(met bandjes):
De makkelijkste manier is (meestal) om vanuit zwaaien te leren reuzenzwaaien. Als de zwaai beter
wordt dan komen de turners vanzelf steeds hoger. Bij de zwaaien boven 45 graden van de stok leren
de turners direct om te steunen op de stok. Als trainer moet je in het begint deze fase wel vangen om
te voorkomen dat de turner op de stok valt!
Reuzenzwaai vanuit wegzetten:
Reuzenzwaai vanuit wegzetten is een stuk pittiger. Als eerste moet de turner hoog kunnen
wegzetten. Vervolgens moet de turner de juiste houding voor de neerzwaai kunnen aannemen. De
reuzenzwaai oefen je als volgt:
1) Met hulp (eventueel met bandjes).
2) Met hulp boven de valkuil.
3) Alleen boven de valkuil.
Reuzenzwaai en meer:
Als de reuzenzwaai gemaakt is dan volgt er een heel proces in het perfectioneren van de
reuzenzwaai. Alle details moeten kloppen om een stabiele reuzenzwaai te krijgen. Deze is nodig om
de reuzenzwaai:
- Te verbinden met losom, stalder etc..
- Te combineren met draaien zoals de Offene.
- Aan te passen voor andere onderdelen zoals afsprongen en Katchev.
Reuzenzwaai door Kas!
9
Meest gemaakte fouten:
Te weinig spanning in de hangfase:
De Kurbet moet rustig en gecontroleerd uitgevoerd worden. Belangrijk hierbij is dat in de hangfase
de navel is ingetrokken en de bekken (voorover) gekanteld. Probeer voor je gevoel vanuit de
schouders te hangen.
Timing van de Kurbet:
De Kurbet moet onder de rekstok plaatsvinden bij een normale reuzenzwaai. Bij de temposlinger
later en bij een voorbereiding voor de afsprong eerder. De timing is vaak verkeerd als de turner te
gestrekt naar beneden komt. Hierdoor kan het lichaam onder de stok niet goed uithangen.
Holle voorzwaai:
Zoals eerder verteld komt het vaak voor dat turners een holle positie in de voorzwaai hebben. Door
de holle voorzwaai krijgen de turners meer hoogte als ze net leren zwaaien met bandjes. De juist
houding is natuurlijk richting een kaarsenstand(bolle houding met een lichte schouderhoek
verkleining. Let hierbij op dat er maximale spanning is.
Ompolsen:
Een goede reuzenzwaai eindigt elke keer in handstand. Daarom moet je zorgen dat de turner reust
door de kaarsenstand en dat hij met een stutbeweging zijn lichaam strekt naar de handstand. (Zie
ook het vorige punt) Met een goede stutbeweging kan hij makkelijk ompolsen. Je ziet dan dat de
turner een keer “stuitert” in de handstand. De rekstok moet dus meeveren met de beweging.
Hoofdhouding:
Veel trainers geven bij een vormfout snel de aanwijzing: “Kin op je borst”. Dit zorgt op lange termijn
dat de turners in de reuzenzwaai elke keer hun kin op de borst doen en/of juist in de nek. Als een
turner de houdingen nog niet goed kan uitvoeren dan kun je dit beter oefenen in specifieke situaties
zoals met de Triple Nine. Let dus op met het geven van deze aanwijzing! (In sommige situaties kan
het wel een keer helpen maar maak de hoofdhouding geen onderdeel van de zwaaimethodiek.) Je
hoofd hoort tussen je armen en in de handstand gluur je naar je handen!
Links RTC training: https://www.youtube.com/watch?v=UDFmXhSZmUE (Goede uitvoering reuzenzwaai)
https://www.youtube.com/watch?v=LItHEHX3V7w (Reuzenzwaai, minder goede neerzwaai maar wel
met goed gebruik van de rekstok.
http://www.youtube.com/watch?v=YREe4vvrh5M&feature=youtu.be (en nog een voorbeeld)
http://www.youtube.com/watch?v=cRijOy-vNWE&feature=youtu.be (zwaaien naar reus, starter met
hulp)
http://www.youtube.com/watch?v=cb8QwV8HaXY&feature=youtu.be (stut door de handstand op
lage rek tot lig)
Waar kun je de zwaaibandjes halen? http://www.hesters.nl/collectie-diversen/19.-hulpmiddelen/p-1/Diversen_302.html